Dit is een commerciële uitgave van European Media Partner bij deze krant.
ANALYSE
SEPTEMBER 2019 | NR. 35
CONTENT WITH A PURPOSE
Chemie, Petrochemie & Offshore
Partner Content:
SBM Offshore beschikt over unieke positie binnen industrie en vaart nieuwe koers dankzij jarenlange innovatieve toewijding Lees meer op pagina 10
Uitdagingen:
Verdieping:
Het lijkt wellicht wat vreemd dat een bedrijf zijn medewerkers vraagt om thuis mee te doen aan een challenge. “We willen niks opleggen, maar onze medewerkers wel bewust maken”, zegt Diana Visser, sustainability director bij Corbion. “Als je nadenkt over hoe je privé energie kan besparen, brengt dit je wellicht ook op ideeën hoe dit binnen het bedrijf zou kunnen.” Lees meer op pagina 7
Het Klimaatakkoord heeft bewerkstelligd dat er licht wordt geschenen op een urgent probleem waar we als maatschappij wat mee moeten. Toch laat het akkoord ook het een en ander te wensen over.
Samen impact maken
Actueel:
Vergroening: actief sturen
‘Discussie over verduurzaming is prima, maar dan wel graag op basis van feiten’
Lees meer op pagina 6
Lees meer op pagina 14
“Waterstof is dé onmisbare schakel in de energietransitie.” •
ELEKTROLYSE
•
BULK OPSLAG (LOHC)
•
DROGING
•
SERVICES
frames-group.com
2 INLEIDING – ANALYSENEDERLAND.NL
ANALYSE.
PROFIELEN IN DEZE PUBLICATIE
European Media Partner presenteert Analyse Chemie, Petrochemie & Offshore. Nu het Klimaatakkoord is doorgevoerd wordt het tijd om afspraken te vertalen naar concrete maatregelen. Ook de industrie gaat hierin mee. In deze campagne leest u alles over duurzame ontwikkelingen binnen de chemische, petrochemische en offshore sector. Hierover laten we onder andere Bernard Wientjes, voorzitter van de Koninklijke VNCI aan het woord. Hij geeft toe dat de verduurzaming van de chemische sector een flinke opgave gaat worden, maar heeft er ook het volste vertrouwen in dat we de doelstellingen uit het Akkoord van Parijs gaan halen. Nederland heeft namelijk al tal van oplossingen in huis. Ook Erik Klooster, directeur van de VNPI spreekt over de duurzaamheidsdiscussie. Binnen de petro-
Bernard Wientjes Voorzitter Koninklijke VNCI
chemische industrie zijn volgens hem snelle veranderingen nodig, maar er moet wel een realistisch plan gemaakt worden. Ook hij stelt dat er al uitstekende oplossingen zijn, zeker als het gaat om het verminderen van de CO2-uitstoot.
Erik Klooster Directeur VNPI
Veel van deze oplossingen worden besproken in deze campagne. We lichten een aantal mooie verduurzamingsinitiatieven uit, en gaat dieper in op de oplossingen die geboden worden, in plaats van te focussen op de problemen.
Volg ons digitaal:
Diana Visser Sustainability Director Corbion
EXCLUSIEF VOOR HET WEB
POPULAIRE ARTIKELEN OP ANALYSENEDERLAND.NL
Bekijk exclusieve films en video's op onze campagne website.
Diederik Samsom – Voorzitter Klimaattafel Gebouwde Omgeving
Het klimaat verandert, en snel. Het is niet voor niets dat men zich meer en meer bewust wordt van de urgentie om te verduurzamen. In het klimaatakkoord is vastgesteld dat we onze CO2-reductie met 49% moeten hebben verlaagd in 2030. Hoe bereiken we dit doel en met welke middelen?
Op onze campagne website vindt u nog veel meer interessante artikelen en interviews.
Foto: Persfoto
Foto: NWEA
@europeanmediapartner
analysenederland.nl
Voorwoord: Bernard Wientjes
6
Vergroening in de chemie
7
Samen impact maken
8
Een circulaire mindset
9
Samenwerken essentieel voor Klimaatakkoord
DIGITALE CONTENT
Elke vrijdag kun je luisteren naar Analyse 15 minutes. Een podcast die jou bijpraat over de laatste trends en ontwikkelingen in verschillende branches. Zodat jij mee kan praten, waar het gesprek ook over gaat. Host Jerry Huinder spreekt met experts uit de branche die je alles vertellen wat je moet weten. Je luistert de podcast op Spotify, iTunes of Soundcloud.
4
12
Wij wensen u veel leesplezier!
Nederland telt op dit moment 2000 onshore windturbines en vier offshore windparken. Van al onze opgewekte energie is slechts 7,3 procent duurzaam en daarmee staan we onderaan in Europa. Maar ons land is volgens Hans Timmers, voorzitter van de Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA), bezig met een grote inhaalslag
Op pagina 14 vertelt Erik Klooster, directeur van de VNPI over de staat van de petrochemie in Nederland. Zeker het lezen waard!
INHOUD
Errit Bekkering Business Development Manager bij NOM
Wilt u alles weten over Chemie, Petrochemie en Offshore? Dan bent u bij deze campagne aan het juiste adres.
Op naar een elektronenmaatschappij
ADWITYA TIPT!
Adwitya Tewarie, Campagne manager
ANALYSENEDERLAND.NL
CHECK DE PODCAST
CONTENT WITH A PURPOSE
Plastic voor een duurzame wereld
14
Discussie op basis van feiten
16
Expert panel: waterstof
17
Nederland wordt circulair
18
Chemische industrie voor het klimaat
ANALYSE.
Campagne Manager: Adwitya Tewarie adwitya.tewarie@europeanmediapartner.com Managing Director: Amanda Ghidoni Chief Content Officer: Mats Gylldorff Redacteur: Marjon Kruize Layout: Rowan Brandt & Petra Danielsson Tekst: Henk Dilling Mark van der Heijden Eoin Hennekam Sylvana Terlage Remco Rous Hugo Schrameyer Mark van Seggelen Coverfoto: VNPI Ministerie van Beeld - Gorinchem SBM Offshore Gedistribueerd: Het Financieele Dagblad 2019 Drukkerij: RODI Rotatiedruk Dit is een commerciële uitgave. De FD-redactie heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
CONTENT WITH A PURPOSE European Media Partner Nederland B.V Keizersgracht 424, NL-1016 GC Amsterdam Tel.: +31 20 808 82 00 Email: nl@europeanmediapartner.com www.europeanmediapartner.com
Recycle of geef het magazine door!
European Media Partner is gespecialiseerd in contentmarketing en native advertising. Wij combineren redactionele inhoud met themakranten die bij toonaangevende dagbladen zijn bijgevoegd. Wij zorgen ervoor dat de boodschap van uw merk wordt overgebracht, en uw doelgroep de juiste beslissingen neemt.
ADVERTENTIE
Innovatief Bilfinger Tebodin stimuleert verduurzaming industrie Al sinds zijn oprichting manifesteert advies- en ingenieursbureau Bilfinger Tebodin (voorheen Tebodin) zich als pionier op het vlak van industriële innovatie. Bij alle uitdagingen waar de industrie mee van doen had, was het bedrijf betrokken, vanaf de wederopbouw in de jaren vijftig, de bodem- en waterproblematiek in de jaren zestig tot en met de huidige digitale transformatie en de toenemende nadruk op duurzaamheid. Vooral op duurzaamheidsvlak speelt Bilfinger Tebodin een steeds meer afgetekende rol. “We zijn één van de marktleiders in het afvangen en ondergronds opslaan van CO2. De kennis over deze materie gaat een steeds grotere rol spelen”, vertelt Wim van den Brink, Managing Director North West Europe. Achter deze Wim van den Brink, Managing Director North West Europe.
pioniersrol op duurzaamheidsvlak gaan twee gedachten schuil. Enerzijds wil Bilfinger Tebodin een bijdrage leveren aan de klimaatproblematiek in zijn geheel. Deze intrinsieke motivatie heeft dus van doen met de ambitie om leefbaarheid in de wereld verder te verbeteren. “Anderzijds willen we bedrijven helpen om hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en relevant te blijven. Een bedrijf dat zich onttrekt aan deze
discussie, zal uiteindelijk politieke en maatschappelijke pressie tegen zich vinden.” Eén van de high class-voorbeelden die de duurzaamheidsrol van Bilfinger Tebodin illustreert, is betrokkenheid bij de grootschalige CO2-afvang installatie, die recentelijk in gebruik is genomen bij afvalenergiebedrijf AVR in Duiven. Bij de realisatie van deze installatie, waarbij ook andere
vakdisciplines betrokken waren, heeft Bilfinger Tebodin het ontwerp gemaakt voor het proces waarbij CO2 wordt afgevangen, gezuiverd en opgevangen in opslagtanks. “Het meest bijzondere van deze aanpak is dat CO2 uit de rookgassen van het verbrandingsproces nu in vloeibare CO2 vorm naar de glastuinbouw wordt getransporteerd, waar het benut wordt als voedingsstof voor gewassen”, vertelt Michiel Timmerije, Directeur Energie & Reststoffen bij AVR. Daarmee wordt een enorme impuls gegeven aan duurzaamheid. De benodigde CO2 werd voorheen geproduceerd door het verbranden van aardgas. Wim van den Brink: “CO2-capture heeft absoluut toekomst. Het project in Duiven is een uitstekend voorbeeld om te laten zien dat het afvangen van CO2 een rol kan spelen bij de duurzaamheidsdiscussie. Het gaat bij dit project om ongeveer vijftien procent van de jaarlijkse CO2-uitstoot van AVR in Duiven, maar dat percentage kan op termijn met dezelfde technologie worden verhoogd.” www.tebodin.bilfinger.com
ESCHER PROCESS MODULES – PARTNER CONTENT
CONTENT WITH A PURPOSE
3
The growing demand in China
www.escher.nl
The Chinese economy is still growing rapidly and the need for raw materials is great. With this growing demand the need for plants, which can produce these chemicals and raw materials, is also growing. Currently the majority of the chemicals and raw materials are imported by China, Escher Process Modules is supporting their customers in China to become self-sufficient by supplying critical equipment for large petrochemical plants.
a mixture of Xylenes. By cooling the vessel wall of the Crystalliser crystals are formed, this layer of crystals is then removed by continuous revolving scrapers. The formed crystals sink to the bottom where they are discharged together with the liquid and further refined by repeating the process. For this project Escher designed highly efficient scraper internals and improved the reliability of the drive assembly, thereby increasing the efficiency and production of the Crystallisers.
Escher has been active in process technology since 1925 and has built up an excellent reputation worldwide, supplying specialised Process Vessels, Combustion Systems and Oil & Gas Treatment Systems to the Petrochemical and Oil & Gas Industry. Since 2007 Escher is part of Iv-Groep, holding company for several companies each specialized in their own specific market. Escher can use this expertise to support their customers with innovative and smart solutions.
Already in 1998, 5 Crystallisers of this type were delivered to BP in Geel, Belgium. The Crystallisers have been running successfully there for the past twenty years. The process was cleverly devised by chemical engineers at BP. While the molecular structure differs marginally from other xylenes, they have been able to trace para-xylene as the raw material of PET. An appealing feature of PET is that this plastic is highly recyclable, thus having a smaller impact on the environment.
Para-Xylene Crystallisers In January of 2019 Shenghong Refinery Petrochemical Corporation in Lianyungang, Eastern China, ordered 24 Crystallisers from Escher Process Modules. The Crystallisers are used for the production and refining of Para-Xylene, the raw material used for the manufacturing of for example PET bottles. Crystallisers use the difference in freezing temperature to extract the Para-Xylene from
Rotating Disk Contactors Back in the 50s Shell developed the Rotating Disk Contactor, a type of liquidliquid extraction column. Liquid-liquid extraction is an important separation technology in process technology and is widely used in the petrochemical field. In close cooperation with Shell, Escher developed different applications for the Rotating Disk Contactors.
Escher already supplied 16 Rotating Disk Contactors for the Chinese market, for amongst others the production and refining of Caprolactam. The complete engineering, procurement, management, and fabrication of the equipment were done in the Netherlands. Although the vessel columns were fabricated in China, Escher was responsible for the quality control during the engineering and fabrication. Currently more than 10% of the Chinese nylon textile filament market is made with Caprolactam coming from Escher’s Rotating Disk Contactors. The Escher portfolio Besides being a supplier of specialised Process Vessels like the Crystallisers and Rotating Disk Contactors, Escher is also a worldwide supplier of Combustion Systems and Oil & Gas Treatment Systems. Providing vital components for the Oil & Gas and Petrochemical Industry like Emergency Flare Systems or Gas Treatment Systems. If you would like to learn more about our products and services please visit our website at www.escher.nl or contact our Commercial Manager, Maarten Brandenburg, via sales@escher.nl.
ADVERTENTIE
CENOSCO – PARTNER CONTENT CENOSCO – PARTNER CONTENT
CONTENT WITH A PURPOSE
Risicobeheer voor een veilige en betrouwbare bedrijfsvoering De procesindustrie, met name de chemische, en olie- en gassector, is risicovol. Krachtige apparatuur, ontvlambare chemicaliën en hogedrukprocessen kunnen allemaal leiden tot incidenten, soms zelfs met dodelijke afloop. Het is van cruciaal belang om de veiligheid van bedrijven en hun werknemers te waarborgen. Daarom is het essentieel om potentiële risico’s te identificeren en te voorkomen. Dat was ook het sentiment van de oprichter van Cenosco tijdens zijn stage bij Shell, 20 jaar geleden. Hij zag al snel de kracht van software om hierbij te helpen. Daarbij had Shell moeite om bestaande tools aan te passen aan hun innovatieve ideeën die de leveranciers van deze producten nog niet hadden opgepikt. Uit deze gedachte ontstond het partnership met Shell om marktconforme software te ontwikkelen die vanuit risicoanalyse de integriteit en betrouwbaarheid van een productielocatie vergroot.
IMS brengt verschillende tools samen, die helpen met risicobeheer en het bepalen van welke taken wanneer dienen plaats te vinden, om zo veiligheid en beschikbaarheid van apparatuur en leidingen te vergroten. Door te integreren met andere systemen als SAP, Maximo of JDE, biedt Tegenwoordig biedt Cenosco deze unieke IMS krachtige en inzichtelijke informatie software wereldwijd aan als een SaaS-opvoor de besluitvorming van onderhouds-, lossing die zowel op de desktop als tablet te integriteits- en engineeringteams. Geïntegebruiken is, met of zonder connectie met greerde resultaten worden gepresenteerd het netwerk. Het platform, IMS (Integrity in aanpasbare dashboards, waar gedetailManagement System) genoemd, bestaat uit leerde informatie eenvoudig verkrijgbaar modules die verschillende bedrijfsonderdelen is met een simpele muisklik. Denk aan dekken. Het berekent optimale inspectie- en onderhoudstaken die vertraagd zijn of niet onderhoudsintervallen en definieert taken op eens geïmplementeerd in uw ERP-systeem basis van historische data en voorspellingen. of als apparatuur uit bedrijf is genomen. cenosco.com
Al deze situaties worden onmiddellijk gesignaleerd op het Dashboard. Begrijpen hoe apparatuur faalt en wat de consequenties daarvan zijn, is belangrijk voor het nemen van strategische besluiten. “Prioriteren op basis van risico van apparatuur en systemen geeft bedrijven inzicht om investeringen en beschikbaarheid te optimaliseren, maar ook om de veiligheid van mens en milieu te waarborgen”, aldus Mischa Simonis, oprichter en directeur van Cenosco. Cenosco biedt verder praktische tools om het beslissingsproces op basis van kosten en risico te ondersteunen. Zo is er een module waarbij de gebruiker een inspectiestrategie
kan ontwikkelen voor drukapparatuur en civiele apparatuur met behulp van een risico-gebaseerde benadering (RBI), gekoppeld met corrosievoorspellingsberekeningen en gegevens uit het veld. De “Reliability Centered Maintenance” methodologie wordt in de RCM-module toegepast om cruciale apparatuur te identificeren en te prioriteren. Voor minder cruciale apparatuur heeft de RCM-module een uitgebreide bibliotheek van onderhoudsstrategietaken voor alle typen apparatuur. Wanneer het gaat om geïnstrumenteerde veiligheidssystemen (Safety Instrumented Systems), ondersteunt IMS de HAZOP- en LOPA-methodieken om te zorgen dat de veiligheidssystemen de juiste risicoreductie leveren. Daarnaast zijn er praktische calculators voorhanden die bijvoorbeeld helpen bij het beheer van flensen of de juiste methodiek selecteren bij het werken op hoogte. Connectiviteit en mobiliteit zijn belangrijke factoren geworden in de industrie. De evolutie van slimme sensoren en IIoT maakte interoperabiliteit een hot topic. IMS kan zonder problemen koppelen met deze toepassingen. IMS heeft wereldwijd de industrie veiliger en efficiënter gemaakt en is een onmisbare schakel in de digitalisering van uw fabriek.
CONTENT WITH A PURPOSE
Foto: Harmen de Jong
4 VOORWOORD – ANALYSENEDERLAND.NL
Bernard Wientjes, voorzitter Koninklijke VNCI.
Nederland als topspeler De Nederlandse chemische industrie is een wereldspeler. We zijn de vierde producent van Europa en wereldwijd de tiende. Met 44.000 werknemers en 50 miljard euro omzet is het een essentiële industrie voor ons land. Jaarlijks levert de chemie 13% van de toegevoegde waarde en 18% van de export. Toch is ons imago niet al te best. De
laatste tijd was de chemie vaak negatief in het nieuws, terwijl juist deze sector zoveel toegevoegde waarde levert. Er is dus werk aan de winkel. Het klopt dat onze sector veel fossiele
grondstoffen gebruikt, voor zowel brandstof als grondstof voor producten. De industrie heeft bijgevolg een grote CO2-uitstoot. Maar we hebben ook enorm veel bereikt. Sinds 1990 is onze CO2-uitstoot met 25% gereduceerd, terwijl de productie is verdubbeld.
Toch hebben we volmondig ja gezegd tegen het Akkoord van Parijs en gaan we de CO2-uitstoot terugdringen. Tegen 2050 moeten we daarom zo goed als CO2-neutraal zijn. In onze Routekaart 2050 toont de sector te kunnen verduurzamen, al is dat wel een enorme opgave. Nederland heeft de oplossingen van de chemische
sector hard nodig om de doelstellingen te halen. Denk bijvoorbeeld aan lichtere, sterke materialen voor transport, isolatie voor gebouwen en het recyclen van materialen.
Op weg naar die duurzame toekomst hebben we in Nederland afgesproken dat we de CO2-uitstoot in 2030 met 49% reduceren ten opzichte van 1990. De industrie gaat zelfs 59% CO2 reduceren. Deze enorme inspanning vereist 10 tot 15 miljard euro aan extra investeringen tot 2030. Voor de Nederlandse chemische industrie is het een van de grootste inspanningen die ze ooit heeft geleverd.
Om concurrerend te blijven is on-
dersteuning van de Nederlandse overheid essentieel. We moeten voorkomen dat onze efficiënte industrie verdwijnt naar landen als China en de VS en dat we aantrekkelijk blijven voor investeringen. Het doel is de industrie te verduurzamen, niet weg te jagen.
Als de Nederlandse chemische
industrie blijft innoveren, kan die wereldwijde toppositie een nieuw verdienmodel zijn. Want de vraag naar duurzame innovaties zal de komende decennia groot blijven. Wereldwijd. Bernard Wientjes, voorzitter Koninklijke VNCI
Europa kent een ambitieus klimaat-
beleid. Nederland doet daar met het Klimaatakkoord een schepje bovenop, met name voor de industrie. Als we deze ambities goed vormgeven kan Nederland aantrekkelijk blijven voor de chemische industrie en bouwen we aan een duurzame toekomst.
BLIJVEN INNOVEREN Om de industrie te verduurzamen is het nodig om voortdurend te blijven innoveren. Op analysenederland.nl leest u er meer over.
ADVERTENTIE
Chemport Europe: de weg naar een groene chemische sector Chemport Europe is de naam van het ecosysteem voor groene chemie in Noord Nederland. Het gezamenlijke doel van partijen in dit ecosysteem is de groene economie te versnellen en de chemie in de regio wereldwijd op de kaart te zetten. Het past ook bij de doelstelling van de industrieagenda Eemsdelta om in 2050 CO2-neutraal te zijn. Wat centraal staat in Chemport Europe is samenwerking, want alleen lukt het niet om de doelstellingen te behalen. Er is een productiecluster in Delfzijl gericht op intermediate chemicals, een cluster in Emmen voor polymeren en materialen, een kenniscluster in Groningen en een belangrijke cluster voor de agrokant in het achterland dat zich richt op groene grondstoffen en met kennis van agrologistiek en bio-raffinage. Daarnaast is er met de aanwezigheid van een zeehaven de mogelijkheid om grondstoffen te importeren, iets wat niet bij alle chemie clusters kan. Al die elementen zijn benodigde ingrediënten voor vergroening van chemie. En de inzet is duidelijk: gezamenlijk groene chemie tot ontwikkeling brengen.
Meer weten? Bezoek dan https://www.chemport.eu/ eens.
En samen is er veel mogelijk en al bereikt. Wat dacht u van dit voorbeeld? Een proeffabriek voor de bioraffinage van hout in Delfzijl. Technologiebedrijf Avantium zet met deze fabriek resthout om in zuivere glucose, gemengde suikers en lignine. Dat doet ze met behulp van zoutzuur uit een Nouryon fabriek in Delfzijl. Het resthout komt van Staatsbosbeheer. Die suikers dienen als grondstof voor allerlei producten
waar uiteindelijk ook polymeren en materialen uit kunnen worden gemaakt. Lignine kan omgezet worden in stoom en stroom, een manier om fossiele grondstoffen te vervangen. Het is een voorbeeld van hoe een uitgekiend samenspel bijdraagt aan de doelstellingen in chemie. Chemport Europe laat zien dat er technisch veel kan en dat de industrie – nu nog vaak op kleinere schaal - veel doet. Maar ook dat de juiste wet- en regelgeving belangrijk is om grootschalig de transitie door te kunnen voeren; dat we afstappen van korte termijn denken en ons richten op de serieuze investering in de toekomst, want het kan en gebeurt in Chemport: de toekomst is al hier.
SABIC – PARTNER CONTENT
CONTENT WITH A PURPOSE
5
SABIC – PARTNER CONTENT
‘SABIC is altijd op zoek naar het duurzaamste alternatief’ Voedselproducent Unilever heeft er recent voor gekozen om haar Magnumcups te maken van chemisch gerecyclede plastics van SABIC. De reden? De chemische gerecyclede plastics van SABIC behoren tot nieuwste ontwikkelingen op het gebied van duurzame oplossingen van dit moment. En het is slechts het topje van de ijsberg van duurzame activiteiten van het Saudische petrochemische concern.
S
ABIC heeft chemisch gerecyclede plastics recent geïntroduceerd, maar de verwachtingen van het product zijn hoog. “We zien dat bedrijven hier heel enthousiast op reageren”, zeggen Mark Vester en Frank Kuijpers die bij SABIC verantwoordelijk zijn voor respectievelijk de businesslijn en duurzaamheid. “Bij SABIC zijn we al ruim tien jaar bezig met het beperken van plastic afval om een bijdrage te leveren aan het klimaat en het milieu. Toch zien we anno 2019 dat een groot deel van ons plastic afval ongebruikt op de www.sabic.com
vuilstort belandt. Bij SABIC za- kingen zoveel mogelijk uit één gen we in dat dit anders moest”, stuk en dezelfde soort plastic te vertellen Kuijpers en Vester. laten bestaan. Op die manier moeten hoogwaardige nieuwe Mede daardoor ontstond cheplastics overblijven na recycling. misch recyclen, het proces waarbij plastic afval chemisch behandeld “En naast al deze gerecyclede plastics, maken we ook al jaren wordt, waarna zogeheten circulaire polymeren overblijven. De plastics waarvan de grondstoffen vloeistof die vervolgens ontstaat bio-based zijn”, vertelt Kuijpers. Want waar het proces van het dient daarbij weer als grondstof voor nieuwe plastics. maken van plastics doorgaans begint bij het kraken van aardolieMomenteel is SABIC bezig met producten als nafta, maakt SAde voorbereidingen voor de BIC ook plastics uit restafval van de papierindustrie. “Zo gebruiken bouw van een fabriek in Limburg voor chemisch recyclen. we restafval uit een andere indus“We zijn het eerste bedrijf dat trie waar geen andere toepassing dit op deze schaal doet en willen voor is”, legt Kuijpers uit. daarmee laten zien dat je met innovatie duurzaamheid kan Deze bio-based plastics worden stimuleren. En dat lukt, want inmiddels op grote schaal toegewe zien veel interesse vanuit de past. “Neem de voedselverpakkingen van Arla. Van de binnenste markt. We hopen hiermee dat coating tot het dopje van een pak chemische recycling uiteindelijk melk; alles is gemaakt van bio-baeen goed alternatief of aanvulsed materialen”, vertelt Vester. ling wordt voor andere vormen van recycling”, legt Vester uit. Om ook aan de klant en eindToch is chemisch recyclen gebruiker duidelijk te maken slechts een van de vijf duurzadat deze producten bestaan uit me pijlers van het bedrijf. Zo duurzame materialen, stond werkt SABIC ook aan diverse SABIC aan de wieg van de oplossingen om plastic verpakISCC-certification (International
Sustainability and Carbon Certification). “We waren de eerste die een duurzaam gecertificeerd en traceerbaar product maakten. Inmiddels zien we steeds meer van deze gecertificeerde producten en daar zijn we trots op.” Om zo duurzaam mogelijk te opereren, stelt SABIC zichzelf steeds de vraag in welke toepassingen plastic een duurzame bijdrage heeft. “We moeten onszelf kritisch bevragen om te zorgen dat we zo steeds tot producten komen die het duurzaamste alternatief zijn.” SABIC kijkt om die reden soms met argusogen naar maatregelen als het verbod op de plastic rietjes en tasjes. “Hoewel het ingewikkeld is om te begrijpen hoe de footprint van plastics zich verhoudt tot andere producten, is het maar zeer de vraag of er betere alternatieven zijn. De plastic draagtas is bijvoorbeeld altijd nog beter voor het milieu dan een papieren draagtas.” SABIC is ondertussen minstens zo kritisch op zichzelf. “We kijken niet alleen hoe we onze CO2-uitstoot kunnen beperken, maar sluiten met onze duurza-
me pijlers ook aan bij de zeventien duurzame doelen van de Verenigde Naties, zoals schone energie en partnerships om de duurzame doelen te bereiken”, vertelt Kuijpers. Het bedrijf zoekt daarom ook actief naar samenwerkingen met afnemers van hun diverse polymeerproducten. “We kijken hoe we samen met de klant de impact op het milieu kunnen verminderen”, vertelt Vester. “Zo werken we in de bouw aan de productie van effectief isolatiemateriaal en in de automotive-industrie kijken we hoe we zo licht mogelijke producten kunnen produceren om de uitstoot van de auto te beperken. Plastics leveren op die manier, direct of indirect, een bijdrage aan duurzaamheid”, besluit Vester.
6 VERDIEPING – ANALYSENEDERLAND.NL
CONTENT WITH A PURPOSE
Vergroening en verduurzaming zijn twee termen die je vandaag de dag toch zeker wekelijks om de oren gesmeten krijgt. Met de verschijning van het Klimaatakkoord is het debat alleen maar heviger geworden. En dat is niet verwonderlijk; duurzaamheid is immers een onderwerp dat de hele maatschappij aangaat en veel industrieën raakt, zo ook de chemie, waar ontwikkelingen rondom dit thema in volle gang zijn. Errit Bekkering, business development mana-
Vergroening: van afwachten naar actief sturen Het Klimaatakkoord heeft bewerkstelligd dat
er licht wordt geschenen op een urgent probleem waar we als maatschappij wat mee moeten. Toch laat het akkoord ook het een en ander te wensen over. We hebben dan wel een visie op het tegengaan van klimaatverandering en daar doelen aan gekoppeld, maar wat betekent dit concreet? Wie doet wat en op welk moment? Het is hét probleem dat Gigi van Rhee, alge-
meen directeur van een adviesbureau op het gebied van onder andere energie, duurzaamheid en klimaat, ziet. “Om tot een Klimaatakkoord te komen moet je veel partijen aan dezelfde tafel krijgen. Je moet van al die partijen, met ieder andere belangen, ook een handtekening weten te krijgen onder zo’n akkoord. Dat is heel moeilijk. Dus wordt het plan met een toenemend aantal partijen ook toenemend ‘vager’.” Van Rhee merkt op dat de huidige afspraken
een afwachtende houding mogelijk maken en dat investeringen zich vooral beperken tot onderzoek, pilots en demo’s van initiatieven, en niet daadwerkelijke uitrol verzekeren. “De overheid moet een meer leidende rol nemen en fungeren als katalysator. Anders vrees ik dat we de doelen niet gaan behalen. Pilots alleen gaan niet zorgen voor de benodigde verandering. De overheid moet daarom mogelijk maken dat verdere uitrol na pilots ook kosteneffectief kan zijn door de juiste
regelgeving en infrastructuur tijdig gereed te hebben. Je wilt voorkomen dat plannen van koplopers die nu nodig zijn moeten wachten op aanpassingen.” Het komt wat Van Rhee betreft neer op het hebben van een duidelijke visie, bijvoorbeeld ten aanzien van toekomstig verdienvermogen. “Als je de energie-infrastructuur en -voorzieningen concurrerend maakt, passend bij die visie, trek je ook internationale bedrijven hierheen en houd je de regie. We moeten bestaande partijen niet dwingen tot goed gedrag, met het risico dat ze vertrekken, maar het eenvoudig maken duurzaam te ondernemen en zo nieuwe bedrijvigheid aantrekken.” “Een goed voorbeeld van hoe we de concurren-
tiepositie kunnen versterken en snel tegengas kunnen bieden aan klimaatverandering is door ons bestaande aardgasnetwerk in te zetten voor waterstof of waterstof bij te mengen; het netwerk ligt er immers al en de kennis is in huis. Bovendien kunnen zowel burgers, als bestaande en nieuwe bedrijven hiervan profiteren. Zonder grote ingrepen kun je het gasverbruik stapsgewijs vergroenen en de CO2-uitstoot verminderen. Bovendien creëer je een interessant internationaal vestigingsklimaat. Dit kan alleen samen met een actieve ondernemende houding. Dát is waar de overheid het voortouw moet nemen.”
Er zijn verschillende initiatieven en ontwikke-
lingen binnen de sector die bijdragen aan de realisatie van die doelstelling. “Bijvoorbeeld elektrificatie van de industrie, gebruikmakend van offshore wind, en de inzet van waterstof als molecuul en als grondstof en, meer algemeen, groene grondstoffen zoals suikers. Maar ook de trend van digitalisering heeft een effect op hoe we in de chemie groener kunnen werken, processen kunnen optimaliseren en vergaand energie kunnen besparen. Hier is ook de link te leggen met de maakindustrie en industrie 4.0.” Bekkering benoemt verder hoe doorslaggevend ontwikkelingen in materiaal en het gebruik ervan kunnen zijn in het kader van verduurzaming; lichter, sterker, minder doorlaatbaar en heel belangrijk, recyclebaar. De chemie heeft daarmee aan de achterkant
veel raakvlakken met andere toepassingen in allerlei industrieën. Chemie is overal. Dit onderstreept ook het belang van vergroening van de chemie. “Juist door de overlap van onderwerpen met diverse partijen, creëer je
En dat is nodig, want er zijn genoeg beren op de weg te vinden ten aanzien van maatschappij-brede verduurzaming. “Het lastige van de transitie die we willen maken is dat je de concurrentie aan moet gaan met de gevestigde orde van de afgelopen honderd jaar, namelijk: fossiele grondstoffen. Als niet alle (maatschappelijke) kosten worden meegenomen dan verlies je de concurrentiestrijd op korte termijn. Op de langere termijn is er echter geen alternatief. Het is daarom belangrijk dat we nu bijvoorbeeld al zoveel mogelijk een fictieve CO2-beprijzing meenemen bij investeringsbeslissingen om inzicht te krijgen in daadwerkelijke maatschappelijke kosten voor een andere concurrentie. Dit vraagt van bedrijven dat zij ook verder kijken dan slechts concurrentie hier en nu.” Het sluit aan bij een veel voorkomend maat-
schappelijk probleem in dit kader, namelijk het probleem van korte termijn denken. “Chemie heeft juist wel lange termijn gedachten en plannen. Maar men hikt ook aan tegen de risico’s. Je kunt je geld maar één keer uitgeven. Bedrijven hebben te maken met bestaande concurrentie en als voorloper stappen zetten in een andere richting betekent dat je een risico neemt. Je hoopt dan maar dat je, met name internationaal, andere partijen meekrijgt in de door jouw nieuw ingeslagen richting en je investering niet verloren gaat. Wet- en regelgeving zijn daarom cruciaal voor de transitie die we willen maken.” Het leidt soms tot frustratie: “Het is vervelend
als dingen economisch en technisch kunnen, maar nog niet gebeuren. Technisch kan er van alles. Het heeft allemaal met visie te maken. Uiteindelijk denk ik dat bedrijven en burgers samen bepalen welke koers we gaan varen. De industrie kan namelijk niet alleen de transitie in kannen en kruiken krijgen, maar heeft de burgers nodig. Hoe snel dat gaat is speculeren.” Eoin Hennekam
Foto: Danielle van der Spek
Bekkering: “Chemie heeft juist wel lange termijn gedachten en plannen. Maar men hikt ook aan tegen de risico’s.”
ger bij de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) vertelt hoe hij betrokken is bij de ontwikkeling van een ecosysteem voor groene chemie: “Het doel van de samenwerking binnen het Noord-Nederlands chemiecluster is de groene economie versnellen en de chemische sector in de regio wereldwijd op de kaart zetten. We denken hierbij in ketens en wat er daarbij nog meer kan en wat er nog mist. Er liggen plannen om te zorgen dat de chemie in de regio in 2050 CO2-neutraal is en een positief ecologisch effect heeft op de samenleving.”
een speelveld waarin we elkaar kunnen versterken. Wij kunnen ook andere industrieën meenemen in de groene transitie.”
Foto: Mostphotos
Foto: Hans van Dijk
Vergroening van de chemie
Eoin Hennekam Van Rhee: “Zonder grote ingrepen kun je het gasverbruik stapsgewijs vergroenen en de CO2-uitstoot verminderen.” ADVERTENTIE
ANALYSENEDERLAND.NL – UITDAGINGEN
CONTENT WITH A PURPOSE
7
Foto: Ministerie van Beeld - Gorinchem
van personeel tot partners: iedereen moet samenwerken om meer duurzaam te zijn.
Foto: Jeroen Bouman
Samen een grote impact maken Medewerkers van biotechnologie-
bedrijf Corbion kunnen eind dit jaar weer meedoen aan de Corbion Footprint Challenge, een 40 dagen durende uitdaging om hun footprint, oftewel hun impact op de aarde te verminderen.
LUISTER NAAR ANALYSE 15 MINUTES
Met een online tool kunnen de
medewerkers uitrekenen wat hun ecologische voetafdruk is. Door tips en verschillende uitdagingen worden zij geprikkeld om andere, meer duurzame routines in hun dagelijks leven in te slijpen. De duurzaamste medewerker na veertig dagen wint. Het lijkt wellicht wat vreemd dat een
CRISPR-Cas, waar hebben we het dan eigenlijk over?
Visser: “We willen niks opleggen, maar onze medewerkers wel bewust maken.”
Ook moet je kritisch kijken naar de
bedrijf zijn medewerkers vraagt – uiteraard is iedereen vrij om te kiezen – om thuis mee te doen aan een challenge. “We willen niks opleggen, maar onze medewerkers wel bewust maken”, zegt Diana Visser, sustainability director bij Corbion. “Als je nadenkt over hoe je privé energie kan besparen, brengt dit je wellicht ook op ideeën hoe dit binnen het bedrijf zou kunnen. En het laat zien dat je met kleine stapjes samen ook een verschil kan maken.”
eigen grondstoffen, ook al is 98 procent daarvan al hernieuwbaar. “Responsible sourcing moet je heel zorgvuldig implementeren. Je moet kijken waar je grondstoffen vandaan komen”, stelt Wubbolts. “We werken nauw samen met leveranciers, omdat we de grondstoffen lokaal inkopen in onder ander Thailand en Brazilië”, vult Visser aan. “Een derde partij doet audits naar de omstandigheden daar, zodat we een onafhankelijk beeld hebben van de producenten.”
Samen met de partners een verschil
Ook partners moeten de eigen voet-
maken, daar gaat het uiteindelijk om. Uiteraard te beginnen met jezelf. Zo vraagt de productie van melkzuur nu nog kalk om de pH-waarde stabiel te maken. “Dankzij een eigen innovatie kunnen we melkzuur produceren zonder kalk zodat er geen gips als nevenproduct meer ontstaat en we zelfs naar een negatieve emissie gaan. Dat is echt spectaculair ”, vertelt Marcel Wubbolts, CTO bij Corbion.
afdruk verminderen. Visser: “Veel van onze producten verkleinen de voetafdruk van onze klanten. Ook bij leveranciers kijken we hoe het duurzamer kan met maatregelen die de leverancier ook wat opleveren. Een voorbeeld: bij de productie van suiker uit suikerriet komt een reststroom vrij. Die uitgeperste stengels kunnen gebruikt worden om energie mee op te wekken. Dat verlaagt indirect weer de CO2-uit-
Wubbolts: “Dankzij de Science Based Targets weet je precies welke maatregelen je moet nemen om je doelstellingen te halen.”
‘Om de Science Based Targets te kunnen realiseren, is het belangrijk om ook ideeën uit de organisatie te halen‘ stoot. Dat zit nu nog in een vrij vroeg stadium, maar we delen daarbij onze kennis met de leverancier.” Om de vooruitgang te meten heeft het bedrijf zich aangesloten bij Science Based Targets, een initiatief van onder meer het WWF en de VN waarbij honderden bedrijven wereldwijd ernaar streven hun voetafdruk te verminderen. En de naam van het initiatief verraadt het al, dit gebeurt
op wetenschappelijk onderbouwde cijfers en doelen. “Dankzij de Science Based Targets weet je precies welke maatregelen je moet nemen om je doelstellingen te halen”, zegt Wubbolts. “Grote klanten vragen ernaar. Ook leveranciers tot aan de boeren aan het begin van de keten beginnen zich hierdoor af te vragen of ze duurzaam bezig zijn. Wanneer je die waardeketen-approach hebt, gaat er ook werkelijk iets gebeuren.” En dus komen we weer terug bij de
Footprint Challenge, want ook dat levert nuttige informatie op. “Door spelenderwijs met een challenge bezig te zijn, gaan andere zaken binnen het bedrijf ook meer opvallen. Om de Science Based Targets te kunnen realiseren, is het belangrijk om ook ideeën uit de organisatie te halen. De bewustwording door de challenge helpt ons om ook grotere doelen te kunnen bereiken.” Mark van der Heijden
In de derde aflevering van onze nieuwe podcast, Analyse 15 minutes, praat host Jerry Huinder met prof. dr. John van der Oost over de CRISPR-Cas technologie. Een technologie waarmee we veranderingen in het DNA kunnen aanbrengen, wat in planten zeer gunstige effecten kan hebben. Denk daarbij aan meer opbrengst, of smakelijker vruchten. Het zou ook een manier kunnen zijn om de oogst in landen waar planten moeilijk groeien te verhogen, zodat er voedsel geproduceerd kan worden, ook wanneer het klimaat verandert. Analyse 15 minutes praat je in 15 minuten bij over een onderwerp waar jij het fijne van wilt weten. Zodat je op je werk, vanavond als je thuis komt, of ’s avonds in de kroeg een goed verhaal te vertellen hebt. Je luistert de podcast op Spotify, iTunes of Soundcloud. Zo blijf je altijd op de hoogte van de laatste trends en ontwikkelingen.
LUISTER DE GEHELE PODCAST OP ITUNES, SPOTIFY OF SOUNDCLOUD ADVERTENTIE
BASF draagt met chemie bij aan een duurzame toekomst
BASF creëert chemie voor een duurzame toekomst, we combineren economisch succes met milieubescherming en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Zo hebben wij sinds 1990 wereldwijd de uitstoot van broeikasgassen met de helft verminderd, terwijl de productie is verdubbeld. Daarnaast bieden wij onze klanten oplossingen die het energieverbruik en de uitstoot van broeikasgassen reduceren. Om op de lange termijn de broeikasgasuitstoot te minimaliseren zijn baanbrekende nieuwe technologieën en processen nodig in de chemische industrie en voor haar afnemers. Die technologieën zijn we bij BASF volop aan het verkennen. TOEPASSINGEN NATUURLIJKE HULPBRONNEN
Het gebruik van biomassa of afval als grondstof voor chemische productie zal een steeds grotere rol gaan spelen.
Zo ontwikkelt BASF in het wereldwijde carbon management-programma technologieën en processen die op een duurzame manier de CO2-uitstoot verminderen. Honderd onderzoekers focussen hierbij op de productie van basischemicaliën, verantwoordelijk voor 70 procent van de broeikasgasemissies. Een mooi voorbeeld is het onderzoek naar een elektrisch verwarmingsconcept voor krakers. Omdat energie nodig is om chemische reacties uit te voeren, zijn fossiele brandstoffen de grootste bron van CO2-uitstoot in de
chemische industrie. BASF’s stoomkrakers bereiken een temperatuur van 850 °C om nafta af te breken tot olefinen en aromaten voor verdere verwerking. Als deze energie van hernieuwbare elektriciteit komt in plaats van het aardgas dat nu meestal wordt gebruikt, kan de CO2-uitstoot met wel 90% drastisch worden verminderd. BASF werkt daarom met vijf andere chemiebedrijven in Nederland, België en Duitsland samen om elektrisch aangedreven nafta- of stoomkrakers te realiseren. Het klimaat houdt immers niet op bij de grens. DOEL 2030 CO2 NEUTRALE GROEI
Klimaatbescherming is stevig verankerd in de nieuwe bedrijfsstrategie van BASF. Sinds begin 2019 werken wij hard aan het behalen van onze doelstelling: een CO2-neutrale groei tot 2030. Om dit te bereiken, is BASF voortdurend bezig met het optimaliseren van bestaande processen, het geleidelijk vervangen van fossiele brandstoffen door hernieuwbare energiebronnen en het ontwikkelen van radicaal nieuwe emissiearme productieprocessen. We rapporteren over onze broeikasgasemissies zoals in overeenstemming met de Greenhouse Gas Protocol Standard (GGP) en de binnen de sector geldende standaard voor de chemische industrie, het Responsible Care-programma.
8 MOGELIJKHEDEN – ANALYSENEDERLAND.NL
CONTENT WITH A PURPOSE
Een circulaire mindset kan tot milieuvriendelijke oplossingen leiden De stromen worden zo verwerkt dat er geen afvalzuren met hun procesvervuiling op het oppervlaktewater geloosd hoeven te worden en daar komt bij dat het asbest uit het asbestcement volledig onschadelijk is gemaakt en er jaarlijks 100.000 ton CO2-uitstoot wordt vermeden. Tot nu toe is er geen betaalbare oplossing voor asbest geweest. In het proces worden de afvalzuren niet met de traditionele CO2-rijke kalk geneutraliseerd, maar met het afvalcement uit de dakplaten, dat eenzelfde neutraliserende werking heeft. “Wij wisten al dat je asbestafval kan oplossen met zuren, maar als je zuren moet inkopen om dat asbest
Foto: Asbeter
De energietransitie en de klimaaturgentie kunnen ook tot mooie innovatieve uitvindingen en betaalbare oplossingen leiden. Zo ontwikkelde circulaire onderneming Asbeter een methode waarbij twee grote complexe afvalstromen (jaarlijks 500.000 ton afvalzuren en 100.000 ton asbestcementafval uit dakplaten) samenkomen in één oplossing.
overheid daarvoor heeft ingesteld. Dat zijn vaak lastige en kostbare procedures. “Voor de circulaire economie moet je het veel makkelijker maken en het ook extra stimuleren. Wij willen dan ook van harte aanbevelen dat er vanuit de overheid beter in kaart wordt gebracht welke reststromen er beschikbaar zijn zodat partijen die bezig zijn met circulaire economie daarop in kunnen spelen”, benadrukt Postema. Het circulaire proces van het bedrijf
Postema: “Afvalzuren daarentegen hebben geen waarde en daarmee kun je het asbestafval prima oplossen."
onschadelijk te maken is dat niet te betalen. Daarom doet niemand dit. Afvalzuren daarentegen hebben geen waarde en daarmee kun je het asbestafval prima oplossen.
‘Veel bedrijven blijven weg van het kijken naar wat kan ik nog meer met mijn restafval stromen. Maar soms bestaan er nog volop mogelijkheden: afval kunnen we zien als grondstoffen, tenzij je er echt helemaal niets meer mee kan‘
In de kern is deze uitvinding een circulair proces”, aldus Inez Postema, oprichter van Asbeter. Twee jaar geleden ontstond het idee
bij Postema en haar compagnon Pol Knops. “Ik organiseerde een congres over CO2 als grondstof en daar sprak mijn huidige compagnon. Hij is gespecialiseerd in mineralen. Omdat asbest ook een mineraal is constateerden we vrij snel dat we asbest ook konden oplossen met CO2, maar dat dit met zuren een stuk sneller gaat. En voor de economie van het proces kozen we de circulaire invalshoek met afvalzuren. Zo wordt het asbest probleem op een veilige manier opgelost.”
De uitdaging van het proces ligt vol-
gens Postema vooral bij het verwerken van de afvalzuren. “We waren overtuigd van de mogelijkheid maar chemisch gezien is het een delicaat spel om alle vervuilingen uit de zuren onschadelijk te maken. Postema geeft aan dat het vooral belangrijk is om met een open blik te blijven kijken naar oplossingen binnen de circulaire economie. “Veel bedrijven blijven weg van het kijken naar wat kan ik nog meer met mijn restafval stromen. Maar soms bestaan er nog volop mogelijkheden: afval kunnen we zien als grondstoffen, tenzij er echt helemaal niets meer mee kan.” Ook zien bedrijven vaak op tegen de ‘end of waste’ procedures die de
is dit jaar ook door naar de finale van de Rabo Duurzame Innovatieprijs 2019.“Tijdens onze pitch voor de jury hebben wij benadrukt dat als wij niet aan de afvalzuren hadden gedacht deze oplossing er nooit gekomen was. Het circulaire denken is essentieel gebleken.” Volgens Postema gaat het heel vaak zo met uitvindingen. “De meeste grote uitvindingen die zijn gedaan gebeurden per ongeluk en soms met een beetje toeval. Als er op het juiste moment veel kennis bij elkaar komt kunnen er verrassende uitkomsten ontstaan. Economie en ecologie gaan in dit geval mooi samen en er worden meerdere milieuproblemen tegelijk opgelost die een enorme maatschappelijke impact hebben. Sylvana Terlage
FEITEN Het is van belang om met een open blik te blijven kijken naar oplossingen binnen de circulaire economie. Die economie moet je als overheid blijven stimuleren. Ook moet je de reststromen die er beschikbaar zijn beter in kaart brengen zodat partijen die bezig zijn met een circulaire economie daarop in kunnen spelen.
ADVERTENTIE
Nexstep: ‘The road to 30%’ Het nationale platform voor hergebruik en ontmanteling, Nexstep, is opgericht als een gezamenlijk initiatief van de Nederlandse olie-en gasindustrie (vertegenwoordigd door Nogepa) en de Nederlandse Staat (vertegenwoordigd door EBN). Nexstep coördineert, faciliteert en versnelt de agenda voor hergebruik en ontmanteling van olie- en gasinfrastructuur in Nederland. In de afgelopen decennia is, zowel op land als op zee, een omvangrijk olie- en gasnetwerk opgebouwd, bestaande uit putten, platforms en pijpleidingen. Nu een deel van de velden het einde van hun economische levensduur bereikt, dient deze infrastructuur opgeruimd te worden. Dit betekent voor Nederland een ontmantelingsopgave van 7 miljard euro, waaraan de staat als mede-eigenaar van de infrastructuur meebetaalt. Nexstep streeft ernaar de kosten van ontmanteling met 30% te verlagen (van 7 miljard naar circa 5 miljard). Voorwaarde blijft dat de ontmanteling op een veilige manier gebeurt en de milieubelangen worden gewaarborgd.
Nexstep focust op: •
Het opstellen en uitvoeren van een innovatie-agenda om ontmanteling in de toekomst slimmer te gaan doen;
•
Het opzetten van een database om inzicht te geven in de schaal en timing van ontmanteling. Jaarlijks wordt hierover een rapport uitgebracht (te downloaden via onze website);
•
Het organiseren van sessies waarin kennis wordt gedeeld over uitgevoerde ontmantelingsprojecten. De geleerde lessen worden opgeslagen in een zogenaamde ‘Shared Learnings database’ om kennis makkelijk toegankelijk te maken en verder te ontwikkelen;
•
Mogelijkheden voor samenwerking te identificeren en te faciliteren, bijvoorbeeld door gezamenlijk campagnes uit te voeren of door samenwerking met de toeleverende industrie te vergemakkelijken;
•
Het identificeren van mogelijkheden voor hergebruik van de huidige olie- en gasinfrastructuur met als doel de energietransitie te versnellen;
•
Bijdragen aan de totstandkoming van effectieve en efficiënte regelgeving in samenwerking met alle partijen.
installaties in gebruik ontmanteld hergebruikt putten in gebruik geabandoneerd
Foto: Shell
Foto: Shell
9
Foto: Shell
ANALYSENEDERLAND.NL – UITDAGINGEN
CONTENT WITH A PURPOSE
‘Samenwerken essentieel om Klimaatakkoord te bereiken’ Otten: “Systeemdenken maakt het versnellen mogelijk en betaalbaarder. We moeten het samen doen.”
Honderd organisaties steunen het Klimaatakkoord. Initiatieven op het gebied van waterstof, CO2-opslag, wind- en zonneparken moeten er toe leiden dat Nederlandse uitstoot van broeikasgassen fors daalt en het klimaatakkoord een succes is. Samenwerken en systeemdenken zijn essentieel voor het bereiken van de doelen.
ling moeten leiden. “Wij vinden het belangrijk dat de energietransitie in gang wordt gezet door heel veel bedrijven, organisaties en overheden. Het Klimaatakkoord biedt hiervoor de geschikte handvatten. Al moet er nog veel uitgewerkt worden in weten regelgeving”, zegt Eveline Otten van het Energietransitie Team van Shell Nederland.
In het Klimaatakkoord van Parijs
‘We geloven in een brede aanpak. Daar ligt de uitdaging’
(2015) staat dat de opwarming van de aarde wordt beperkt tot minder dan twee graden Celsius. Het streven is om de opwarming beperkt te houden tot anderhalve graad. Het kabinet wil met het nationale Klimaatakkoord de uitstoot van broeikasgassen in Nederland terugdringen met 49% ten opzichte van 1990. Om deze ambitie vorm te geven is er een Klimaatakkoord met maatregelen die tot deze doelstel-
Als voorbeeld geeft ze de CO2-hef-
fing op 'vermijdbare uitstoot' voor de industrie. “Het is nu nog onduidelijk aan welke eisen elk bedrijf
moet voldoen bij de invoering van de heffing. De subsidieregelingen om onrendabele projecten mogelijk te maken, moeten verder uitgewerkt worden, zo ook het missiegedreven innovatieprogramma. Het Klimaatakkoord is daarvoor de perfecte kapstok.” Otten merkt op dat er al volop initia-
tieven zijn, zoals het terugbrengen van CO2-emissies van de fabrieken. Als voorbeeld noemt ze ook het leveren van CO2 vanuit de fabrieken aan de glastuinbouw. Een project dat al tien jaar bestaat. Of het leveren van restwarmte aan 16.000 huishoudens in de wijk Katendrecht in Rotterdam en het zonnepark op Shell Moerdijk met 76.000 zonnepanelen. “Er zijn ook veelbelovende plannen voor grote windparken op zee en het realiseren van een groene waterstofeconomie. In Groningen
en Drenthe rijden binnenkort streekbussen op groene waterstof en we zullen nog meer elektrische laadpunten bouwen in Nederland. We geloven in een brede aanpak. Daar ligt de uitdaging. Wij doen dit in samenwerking met vele partners in de industrie en de overheid; energietransitie is een teamsport.” Onontbeerlijk om de klimaatdoelen
te bereiken is een goede infrastructuur. Volgens Otten is het wenselijk dat het stroomnet wordt uitgebreid. Regionale warmtenetten, waterstofpijpleidingen en een netwerk voor CO2-transport en opslag, zijn eveneens belangrijk. De CO2-heffing zorgt voor een prikkel die bedrijven helpt om bewust bezig te zijn met het terugdringen van de uitstoot. De regeling SDE++ zou het bedrijfsleven moeten helpen
te investeren in projecten die ook CO2-uitstoot verlagen. “De stimuleringsregeling is voor sommige bedrijven essentieel om tot een transitie te komen. Maar is momenteel nog onvoldoende uitgewerkt. Er is haast geboden om dit verder uit te werken.” Otten laat weten dat het systeem-
denken, het denken in ketens en over grenzen heen, de energietransitie-doelen haalbaar maken. “Systeemdenken maakt het versnellen mogelijk en betaalbaarder. We moeten het samen doen met zo veel mogelijk partijen, zowel het bedrijfsleven als de overheid!” Mark van Seggelen
DENKEN IN KETENS Dat is van groot belang voor de energietransitie. Op analysenederland.nl leest u er nog veel meer over.
ADVERTENTIE
It’s not just about gangway systems anymore, it’s about excellent service In little more than a decade, Walk to Work (W2W) has become the cornerstone of the offshore industry. It was back in 2007 when Ampelmann laid the foundation for this new market with its full motion compensation technology. Back then a small, innovative startup based in Delft, the Netherlands; today it is a leading offshore access provider with offices across five continents.
“By introducing Walk to Work to the industry, Ampelmann once challenged the status quo in offshore access. Today, we are challenging the industry again as we take it from innovative systems to full service,” says CEO Jan van der Tempel.
The company understands the need to go beyond gangway systems and to provide a wide range of services around them. Offshore access is about getting people from A to B and doing so as safely and efficiently as possible. Over the past year, the company has focused on entering new markets and bringing W2W to new territories. It recently secured its first contract in Mexican waters as well as in Norway, introducing its innovative technology to those local markets. Leveraging data has also become a key priority for Ampelmann, as it continues to expand globally. In collaboration with OrangeNXT, a Microsoft partner, the company is working on using data to improve the planning of its offshore
operations and bring employees the insights they need to anticipate performance and maintenance needs, among others. Alongside entering new regions, it is also working to diversify its fleet and the applications of its existing systems. The E1000 system, originally designed to transfer people and loads up to 1,000kg, was recently tailored to the specific needs of a client and had its cargo lift capacity improved. As a result, it helped move 1,300kg of cargo from a vessel to an offshore wind turbine. The project is an example of the adaptability and service-mindedness of the Dutch offshore access provider. The same system, which has a years-long
track record in Offshore Wind, was also recently utilised in Oil & Gas and performed its first cargo lifts in the industry for Apache North Sea. It supported critical maintenance work on SPM3, a Single Point Mooring platform, as well as the helideck refurbishment on SPM2. The Ampelmann system provided not only the W2W solution, but also the capacity to lift necessary tools and equipment to the helideck.
Ampelmann | +31 (0)20 2400 121 | info@ampelmann.nl | www.ampelmann.nl/game-changing
“Groundbreaking W2W systems will remain a cornerstone of our offering, and cross-industry collaborations will take it to the next level,” CEO Van der Tempel says. “The game is changing and we are the ones leading that change. Ampelmann is an offshore service provider expanding on its core mission of making offshore access as easy as crossing the street.”
10 2
PARTNER CONTENT – SBM OFFSHORE
CONTENT WITH A PURPOSE
SBM Offshore beschikt over unieke positie binnen industrie en vaart nieuwe koers dankzij jarenlange innovatieve toewijding SBM Offshore kent als voorloper en innovator in de offshore markt een lange geschiedenis als marktleider van de bouw in drijvende faciliteiten en binnen de diepe zee industrie voor de productie en opslag van olie- en gasproducten. Onder de strategische visie en leiding van Stein Rasmussen, Chief Strategy Officer, vaart SBM Offshore een koers die de juiste richting ingaat. De reacties van de analisten zijn veelal lovend en ook de financiële prognoses zien er veelbelovend uit. “Wij zijn als SBM Offshore uniek, we hebben een positie met meer dan 320 jaar operationele ervaring en juist dat geeft ons de stevige basis van waaruit we gericht en optimistisch de toekomst in kunnen kijken. We ontvangen nu veel positieve feedback. Maar dat is niet iets vanzelfsprekends. Dat vereist dat je als organisatie de juiste focus, ervaring en kennis in je achterzak hebt”, vertelt Rasmussen. Sinds 2011 werkt hij bij SBM Offshore en hij maakte de mindere periode die het bedrijf de laatste jaren teisterde heel bewust mee. “In oktober 2014 zakte de olie prijs plotseling van 100 dollar per vat naar 50 tot zelfs 40 dollar per vat. De industrie kreeg te maken met een enorme dip die ongekend was. Het was de langste terugval ooit in de bestaansgeschiedenis van onze organisatie.” De mindere fase dwong de gehele sector om zichzelf eens goed onder de loep te nemen. Het besef daalde in dat het momentum was aangebroken voor een drastische verandering in de industrie, de oude manier van werken voldeed niet meer. Ook bij SBM Offshore kwam er plaats voor de nodige zelfreflectie. “We krabden ons achter de oren, dachten na over oplossingen om de diepzee energie betaalbaar te houden maar tegelijkertijd ook
de interesse te blijven wekken voor investeringen in deze sector. We hadden snel door dat een flink aantal aanpassingen in onze strategie wellicht naar de sleutel tot de oplossing zou kunnen leiden voor onze klanten.”
in de complexe processen die voorheen op maat gemaakt werden. We ontwerpen tegenwoordig nieuwe Floating Production Storage and Offloading (FPSO) units wat resulteert in lagere totale kosten, een kortere planning en minder risico. De kennis hebben we er nu voor in Terwijl concurrenten in de sector huis. Ook digitalisering is een beaan de haal gingen met het verken- langrijke vereiste, zodat met sensors nen van opties zoals het verwerken de juiste data gemeten en geanavan schaal olie gebruikte SBM lyseerd kan worden. Bovendien Offshore deze dalperiode vooral willen we deze producten perfect om te innoveren. “Al sinds 1959 opleveren qua veiligheidsvoorwaarkennen wij een lang terugkerende den en qua kwaliteit maar ook qua toewijding voor innovatie, daar kosten plaatje en altijd op schema. investeren we jaarlijks in. In de Door dit principe van ‘Fast4Ward’ kern is dat wie wij zijn.” Rasmussen overal toe te passen binnen ons bevertrouwt op de ijzersterke vernieu- drijf krijgen we een beter resultaat wende blik die het bedrijf kendat veel sneller geleverd wordt.” merkt. Een innovatief programma dat volgens Rasmussen een goed Rasmussen ontwikkelde al op voorbeeld is, is het Fast4Ward® jonge leeftijd een grote passie en programma. Een eigen ontwikkefascinatie voor de oceaan. Vanuit ling van SBM Offshore dat startte zijn ouderlijk huis kon hij als kind in 2014 en in 2016 officieel op de in de verte de enorme cruiseschemarkt werd gebracht. “Binnen dit pen en de laad en los schepen de programma zetten we al tijdens het haven zien binnen varen. “Ik ben ontwikkelen van de producten in geboren in Bergen, een havenstadje op een dialoog met onze klanten. aan de westkust van Noorwegen. Zo ontstaat tussen beide partijen Al die verschillende schepen in de een dieper begrip over de doelstel- haven, die hun eigen rol vervulde en plek innamen, vond ik enorm lingen, met als resultaat minder interessant om te bekijken. Ik kende tijdverlies en gewenste resultaten die sneller behaald worden. Ook is de grootte van de schepen en de er een standaardisatie doorgevoerd bijbehorende namen zelfs uit mijn hoofd.” Zijn vader werkte als ingenieur en vanaf zijn negende jaar was Rasmussen als fervent zeiler lid van de lokale zeilvereniging. “In mijn jeugd bracht ik veel tijd door op het water, zo werd de onvoorspelbare kracht van de zee mij overduidelijk. Als de wind, regen en het zeewater je tijdens een zeiltocht constant in je gezicht slaan ontstaat er een enorme diepe connectie met de oceaan.” Een logische volgende Na een aantal jaar in ontwikkeling te zijn geweest, lanceerde SBM Offshore in 2016 haar gestandaardiseerde FPSO concept Fast4Ward. Vandaag de dag heeft het twee contracten van klanten en bevindt stap was dat hij, net als zijn vader, het zich in de constructiefase van beide schepen in China. Fast4Ward biedt een uitgebreide oplossing zijn studie voltooide tot ingenieur voor het verlagen van kosten, een sneller schema (tot 12 maanden) voor kritieke zaken, voorspelin de offshore industrie. En daar baarheid en standaardisatie. Het kan de netto contante waarde (NCW) verbeteren en zorgt ervoor dat projecten in lijn blijven met het gestelde budget. De toonaangevende operationele ervaring van SBM heeft hij geen moment spijt van geOffshore is terug te zien in haar engineering designs. Fast4Ward optimaliseert een FPSOhad. “Ik vind het een uitdaging om design, creëert specificaties voor standaarden en verhoogt de betrouwbaarheid. Dit leidt ertoe dat de kosten verder worden teruggedrongen, terwijl de kwaliteit en productiviteit juist wordt verbeterd, complexe materie te snappen, het gebaseerd op een betrouwbaar plan met een hogere mate van veiligheid. De goedkeuring van het is vergelijkbaar met het constant basisontwerp voor de generieke romp is verkregen van zowel het American Bureau of Shipping (ABS) als Bureau Veritas (BV). oplossen van een puzzel. De omge-
www.sbmoffshore.com
ving waarbinnen wij werken is vrij vluchtig, geen dag is hetzelfde. De ene dag gebeurt er iets waardoor je je blik binnen een dag weer moet bijstellen. En als de puzzel is opgelost moet je dat vervolgens naar een gemeenschappelijk verhaal vertalen voor binnen de organisatie. Uiteindelijk wil je de rest van de groep mee de goede richting in krijgen.” Juist die extra kennis van de zee, een dosis ervaring maar ook de passie van werknemers in de ‘deepsea’ biedt SBM de nodige voorsprong om in deze fase een nieuwe richting in te slaan benadrukt Rasmussen. Een ander passend voorbeeld van de expertise die in huis is om te innoveren binnen de deepsea is de Wave Energy Converter (WEC). Een nieuw project dat in 2021 door SBM Offshore als pilot getest wordt waarbij de opbouw en de kracht van de golven in zee energie zullen kunnen opwekken. “Het ontwerp van de Wave Energy Converter (WEC ) is als het ware een lange
“
de industrie, proberen we onszelf constant uit te dagen en te verbeteren, daar hebben we velen prijzen mee gewonnen. Daarnaast is onze werkcultuur leidend. Integriteit, zorg, ondernemerschap en verantwoordelijkheid nemen zijn dé
Wij zijn als SBM Offshore uniek. We hebben een positie van meer dan 320 jaar operationele ervaring en juist dat geeft ons de stevige basis van waaruit we gericht en optimistisch de toekomst in kunnen kijken.
flexibele buis die in het water drijft. De WEC gebruikt Electro Active Polymers (EAP) dat ook toegepast wordt in de medische branche om kunstmatige spieren op een innovatieve manier op te bouwen. Het is een geavanceerd gespecialiseerd materiaal. Als de WEC op de golven drijft, rekt hij uit en krimpt weer in, zo wordt er energie mee opgewekt. Er zitten geen mechanische componenten in, het is vooral ontworpen op basis van moderne technologie materialen en kennis van het opwekken van elektriciteit.” Dit project past precies binnen de nieuwe aanpak van de organisatie. “Als innovators en pioniers binnen
waardes die gelden binnen onze bedrijfscultuur, daar is de hele organisatie op gestoeld. En gezien de industrie waarin we werken, is onze eerste prioriteit de veiligheid van onze werknemers en arbeiders die we inhuren op de werven.” Met oog op de toekomst past klimaatverandering ook binnen het rijtje onderwerpen waar SBM Offshore zich op richt. “Klimaatverandering hebben we heel bewust als thema meegenomen in onze risicobeoordeling om ervoor te zorgen dat we potentiële effecten begrijpen en dat we als bedrijf voorbereid zijn. We zoeken ook
SBM OFFSHORE – PARTNER CONTENT
CONTENT WITH A PURPOSE
11 3
“
We ontvangen veel positieve feedback. Maar dat is niet iets vanzelfsprekends. Dat vereist dat je als organisatie de juiste focus, ervaring en kennis in je achterzak hebt.
De golfenergie-omzetter van SBM Offshore, genaamd de S3®, is een doorbraak voor de industrie. De technologie is geïnspireerd op de vooruitgang in kunstmatige spieren en verschilt van eerdere concepten in de industrie omdat er geen mechanische onderdelen worden gebruikt, welke onbetrouwbaar en onderhoudsintensief zijn gebleken. De golfenergie-omzetter beschikt over een directe energieconversie van golven naar elektriciteit met behulp van Electro Active Polymers (EAP). Het mooie van de S3 is dat het, eenmaal geïnstalleerd in de oceaan, 100% stil is en minimaal onderhoud vereist.
Stein Rasmussen, Chief Strategy Officer, SBM Offshore.
naar mogelijkheden om deze effecten te verminderen. Na het klimaat akkoord van Parijs, dat je als het omslagpunt in het bewustzijn kunt beschouwen, is dit een onvermijdelijk punt en wij willen absoluut mee gaan met de energie transitie. We hebben het VN-kader als voorbeeld genomen en zeven van de duurzame ontwikkelingsdoelen geselecteerd waarvan we denken dat SBM Offshore zich op moet richten voor een positief effect. Binnen de organisatie hebben we deze zeven doelen verder ontwikkeld tot doelen, zodat onze medewerkers kunnen bijdragen aan de doelen die we hebben gesteld en ervoor zorgen dat duurzaamheid
is ingebed in elke fase van onze activiteiten.” Het bedrijf wil met duurzaam gerichte innovaties, zoals floating offshore wind, energie opgewekt door golven (zoals WEC) en offgrid oplossingen (windmolens op het water die stroom leveren aan offshore-installaties) een aanzet doen naar een nieuwe energie omgeving in de de toekomst. “We gebruiken de kennis die we verzameld hebben in de traditionele olie industrie en passen dit toe bij het ontwikkelen van de hernieuwbare energie producten zodat we mee kunnen komen met de transitie.” Dit past bovendien binnen de
Wave Energy converter.
lange termijn strategie die SBM Offshore voor ogen staat. “Deze industrie is gebaseerd op cyclussen. Vroeger was de traditionele benadering, pieken in de hoogtij dagen en omlaag klauteren in de slechte dagen. Daar zijn we van afgestapt, we zijn ons ervan bewust hoe we ons organiseren, werken samen met andere innovatie bedrijven binnen onze sector en houden andere industrieën ook in de gaten zodat cross industrie samenwerkingen mogelijk blijven voor verdere innovatie. Consistentie, vindingrijkheid en met een perspectief voor ogen zijn belangrijke factoren. Het is een zaak van de juiste balans weten te vinden.”
SBM Offshore's uitgebreide offshore-ervaring wordt benut voor de duurzame energieoplossingen van het bedrijf, inclusief het Wind Floater-concept. Het ontwerp kreeg vorig jaar een Approval in Principle (AIP) door het American Bureau of Shipping (ABS). Het bedrijf heeft meer dan 13 jaar aan in-house duurzame energietechnologie opgebouwd.
12 FOCUS – ANALYSENEDERLAND.NL
Foto: Fotolia
Vraag op straat wat de link is tussen duurzaamheid en plastic en velen zullen antwoorden dat ze haaks op elkaar staan. Toch bestaan zonnepanelen grotendeels uit duurzame plastics en zijn de meeste rotorbladen van windmolens gemaakt van composieten waarvan plastic de grondstof is. Petrochemische bedrijven leveren al jaren een constructieve bijdrage aan een duurzame wereld. ‘Plastic, fantastic’; het is een gevleu-
gelde uitspraak. Toch ziet de petrochemie zich vandaag de dag steeds vaker geconfronteerd met de vraag of plastic wel het juiste product is voor verschillende toepassingen. Om die vraag volmondig met ‘ja’ te kunnen beantwoorden, wordt al jaren gewerkt aan verduurzaming. “We moeten niet alleen kijken naar het plastic dat we op het strand of in de berm zien, maar vooral naar hoe plastic tot stand komt, hoe het wordt gebruikt, hoe het kan worden hergebruikt en wat de milieu-impact daarvan is”, zeggen Mark Vester en Frank Kuijpers, verantwoordelijk voor respectievelijk de businesslijn en duurzaamheid bij SABIC. En dat is een belangrijke overweging,
want plastic vind je overal terug en veel industrieën kunnen niet zomaar zonder. In al die sectoren wordt er hard gewerkt aan oplossingen die ertoe leiden dat de impact van plastic producten op het milieu afneemt. Zo wordt bijvoorbeeld al jaren onderzocht hoe bio-based afval als grondstof kan dienen voor nieuwe plastics. Duurzamer werken kan de sector ech-
ter niet alleen. Dat heeft ertoe geleid dat er steeds meer samenwerking is met afnemers, om de impact zo groot mogelijk te maken. Een mooi voorbeeld daarvan zijn packaging innovation centres. Hierin wordt
Duurzamer werken kan de sector niet alleen. Dat heeft ertoe geleid dat er steeds meer samenwerking is met afnemers, om de impact zo groot mogelijk te maken.
samen met klanten onderzocht hoe plastic verpakkingen uit lichtere en duurzame materialen kunnen bestaan. Ook kijkt SABIC hoe zij materialen kunnen hergebruiken, zonder dat het invloed heeft op bijvoorbeeld de houdbaarheid van de producten die erin verpakt worden. Een van de grotere uitdagingen om écht duurzaam te zijn, ligt bij recycling. Het hergebruik van zoveel mogelijk plastic is van levensbelang voor het beperken van de milieu-impact, maar blijkt in de praktijk nog een zeer grote uitdaging voor de afvalverwerkers. Van al het ingezamelde afval wordt namelijk minder dan de helft direct gerecycled, zo blijkt uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer. Het overgrote deel is niet geschikt voor recycling, omdat bijvoorbeeld onbekend is waarmee de plastics allemaal in aanraking zijn geweest. De petrochemische sector werkt daarom samen met afvalverwerkers en klanten om de scheiding en inzameling te verbeteren, zodat er zoveel mogelijk bruikbare plastics overblijven.
Het ontwerp van plastic verpakkingen
speelt daarbij een grote rol. Het komt namelijk nogal eens voor dat kleine plastic onderdelen verloren raken, waardoor ze niet in de recycling terechtkomen. Bijvoorbeeld de dop van een fles. Er wordt daarom intensief bekeken hoe deze verpakkingen zoveel mogelijk uit één onderdeel en uit één materiaal kunnen worden gemaakt, zodat alle onderdelen van de fles recyclebaar zijn. Ook het gebruik van verschillende soorten plastics in een product kan een goede recycling in de weg staan. Een voorbeeld hiervan zijn bepaalde folies, die opgebouwd zijn uit verschillende soorten plastics. Hierdoor zijn voedselproducten beter houdbaar en komt zowel de juiste transparantie, als de juiste sterkte en rekbaarheid tot stand. Wanneer deze mengelmoes van plastics wordt gerecycled, kan dat tot gevolg hebben dat er daarna een laagwaardiger soort plastic uit voortkomt. Daarom kijkt de sector niet alleen of het mogelijk is om verpakkingen zoveel mogelijk uit één deel, maar ook uit één soort plastic te vervaardigen.
Omdat dit echter lang niet altijd mogelijk is, wordt ook steeds vaker bekeken hoe er meer gerecycled materiaal toegevoegd kan worden aan bestaande plastics. Neem bijvoorbeeld zeepflessen, waaraan het op dit moment nog moeilijk is om meer dan dertig procent gerecyclede materialen toe te voegen. Dit komt doordat de machines die deze zeepflessen maken bij hogere percentages gerecyclede materialen vastlopen of op een lager productieniveau moeten draaien. Onderzoek moet ertoe leiden dat in de toekomst met meer gerecyclede materialen gewerkt kan worden, zonder dat dit de productie en de kwaliteit van het eindproduct in de weg staat.
WATERSTOF GAAT FOSSIELE BRANDSTOFFEN VERVANGEN
De ontwikkelingen in de sector gaan momenteel in rap tempo. Een van de meest recente toepassingen die is ontwikkeld, is chemische recycling. Daarbij worden plastics die eigenlijk niet geschikt zijn voor recycling chemisch behandeld, waardoor de grondstoffen voor het produceren van nieuwe plastics overblijven. Hoewel het niet mogelijk is om vanaf morgen tonnen afval chemisch te recyclen, is het een veelbelovend alternatief. Zo worden vrijwel alle plastics zoveel mogelijk hergebruikt in plaats van dat ze belanden in een verbrandingsoven en kun je bovendien nieuwe plastic producten van hoge kwaliteit creëren. Zo draagt plastic bij aan goede toepassingen, mét een sterk verlaagde impact op het milieu. Remco Rous
BETER OMGAAN MET PLASTIC Op analysenederland.nl leest u nog veel meer over plastic verpakkingen en het recyclen daarvan.
Foto: Giovanni Gagliardi
Plastic levert grote bijdrage aan duurzamere wereld
CONTENT WITH A PURPOSE
In alle discussies over duurzaamheid en gebruik van alternatieve energiebronnen zijn de zegeningen van waterstof relatief onbelicht gebleven.
Waterstof gaat op zeer korte termijn een bruikbaar alternatief opleveren voor bestaande energiesystemen met fossiele brandstoffen. In alle discussies over duurzaamheid en gebruik van alternatieve energiebronnen zijn de zegeningen van waterstof relatief onbelicht gebleven. Toch valt er ondertussen een duidelijke kanteling waar te nemen. Waterstof blijkt hot als aanjager voor de energietransitie. Er zijn drie belangrijke redenen waarom deze nieuwe energiebron nu in het middelpunt van de belangstelling staat. Lang verhaal kort, ten eerste: in het besef dat we afscheid moeten nemen van fossiele brandstoffen zien ook grote energieleveranciers dat waterstof kan dienen als sleutel tot de komende energietransitie. Ten tweede: duurzame elektriciteit uit zon en wind is op plekken waar het hard waait of veel zon schijnt te produceren voor minder dan 2 eurocent/kWh. En ten derde: grootschalige energieopslag in de vorm van waterstof is veel eenvoudiger en goedkoper te realiseren in zoetkoepels dan opslag van elektriciteit in batterijen.
Marjon Kruize
ADVERTENTIE
NEN nauw betrokken bij verdere uitrol waterstof
De toekomst staat niet in marmer gebeiteld, maar er bestaat een algemene verwachting dat waterstof een belangrijke bijdrage gaat leveren aan de energietransitie. Goede, breed en internationaal gedragen afspraken, zijn een aanjager daartoe. NEN, die het ontwikkelen van normen begeleidt, heeft een grote invloed op deze versnelling. In alle discussies over duurzaamheid is de aandacht voor waterstof lange tijd beperkt gebleven. Tot nu toe dan. Waterstof is geen hype meer, maar zal op korte termijn een bruikbaar alternatief opleveren voor bestaande energiesystemen met fossiele brandstoffen. Voordat het zo ver is, moet echter nog het nodige gebeuren, benadrukt Françoise de Jong, energieconsultant en waterstof-standaardisatiedeskundige van NEN. “Om een proces goed op gang te brengen, heb je research- en pilotprojecten nodig. We bevinden ons wat betreft de popularisering van waterstof nog in een vroegtijdig stadium. Er zijn echt nog aanvullende pilotprojecten en daarbij een uitrol van pilotprojecten op grotere schaal wenselijk voordat we kunnen doorpakken.” NEN speelt een belangrijke rol bij de volgroeiing van dit proces, zowel op nationaal als internationaal niveau. Zo voert NEN het secretariaat van de Europese normcommissie ‘Waterstof ’ en betrekt de organisatie in die
rol belanghebbende partijen en geïnteresseerden bij tal van activiteiten. Françoise de Jong: “Waar het om gaat, is dat gebruikers zich verzekerd willen weten dat waterstof op veilige, verantwoorde en betrouwbare wijze kan worden ingezet. Tevens kan standaardisatie een belangrijke bijdrage bieden aan efficiency en kostenbesparing. Er is op Europese schaal behoefte aan gelijkgeldende normen. Dat zal het gebruik van waterstof als alternatieve energiebron bevorderen.” NEN is op verschillende nationale niveaus betrokken bij het uitrollen van de waterstofeconomie. Zo is Françoise de Jong binnen het nationale Waterstof Platform actief betrokken als coördinator van het Waterstof Veiligheid Innovatie Programma. Voor wie dat platform niet kent: Het H2 Platform is gesprekspartner voor de overheid wat betreft het stimuleren van waterstof. “De rol van waterstof als alternatieve energiebron staat niet ter discussie, maar juist breed gedragen afspraken zullen de uitrol versnellen.”
NEN
T: 015 2690 326 Vlinderweg 6, 2623 AX Delft W: nen.nl E: energy@nen.nl
Is your safety ‘network’ really safe? An average industrial site requires thousands of safety & environment related documents and data to operate. Some of it is safety critical and relates to process safety barriers. Documentation and data are essential to demonstrate that your asset is safety compliant. • • • • •
Are you confident that your safety barriers are up to date? Do your barriers reflect the as-built situation? Are you able to demonstrate consistency in your asset data? Are you in line with the regulatory permits? Is the asset data swiftly available for operations, HSEQ, maintenance and regulatory bodies?
Join the group of companies that work with Versatec for over 25 years and can demonstrate compliance of their operational risks.
Phone: + 31 348 437 460 / info@versatec.nl
ADVERTENTIE
1-daagse workshop 20 november
Heb je zorgen om de Cyber Security van je fabriek, site of centrale? Kom dan naar onze ‘1-daagse workshop’ waar wij toelichten waarom er meer geïnvesteerd moet worden in Industrial Cyber Security. Momenteel is Industrial Cyber Security (OT Security) een zwakke schakel binnen onze industrie. Zijn we als industrie wel bestand tegen een Cyber aanval?
Op woensdag 20 november 2019 organiseren Magion en TAPS een unieke ‘1-daagse workshop’ voor Security Leaders, Senior Management en de leiders van de industrie om antwoord te geven op onder andere de volgende vragen: 1. Wat is de OT Cybersecurity bedreiging nu eigenlijk? 2. Wat gebeurt er in de wereld van Industriële Automatisering en Industrie 4.0? 3. Hoe ziet het kostenplaatje eruit? 4. Wat zijn de trends op het gebied van hacken en malware? 5. Wat zijn de meest succesvolle aanvallen op de industrie geweest? 6. Hoe kunnen we Cybersecurity meten? 7. Wat is de kans dat je een aanval ondervindt van Malware? Of een Cyber-attack? 8. Wat doet de overheid? 9. Wat gebeurt er binnen de industrie? 10. Waarom doet de industrie zo weinig aan Cybersecurity? 11. Heeft de industrie een nieuwe organisatie of een nieuw vakgebied nodig? 12. Wat is er nodig voordat de industrie een Cybersecurity project start? 13. Hoeveel geeft de industrie uit aan Cybersecurity? 14. Wat kan het Senior Management doen? 15. Wat is de impact als de industrie te weinig aandacht schenkt aan Cybersecurity?
Er zullen speciale sessies gegeven worden door specialisten, zoals Palo Alto Networks, SecurityMatters ForeScout, Exclusive Networks, een Ethische hacker en meer… De workshop is niet alleen uniek, maar ook praktisch, gerelateerd aan de industrie, en is geschikt voor grote en kleine bedrijven. De workshop is een geheel verzorgde dag bij Magion, Wolga 5 te Den Haag, incl. diner en er is voldoende kans om collega’s uit de industrie te ontmoeten. Bij interesse in onze masterclass op 20 november a.s. kan je contact opnemen via de volgende opties: Tel: +31 70 4442770 Mail: info@magion.nl Ard Roelvink Ted Angevaare
2019
www.versatec.nl
Contact Versatec as independent partner and find out how to keep your ‘network’ safe in a smart way.
14 ACTUEEL – ANALYSENEDERLAND.NL
CONTENT WITH A PURPOSE
‘Discussie over verduurzaming is prima, maar dan wel graag op basis van feiten’ Foto: Siccopictures
De petrochemische industrie zit middenin een transitieproces, waarin duurzaamheid steeds meer nadruk krijgt. De toekomst kent tal van scenario’s waaronder het afvangen en opslaan van CO2. Zo’n beetje elke sector laat zich ver-
tegenwoordigen door een belangenorganisatie. En voor de petrochemische industrie is dat de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI). Die organisatie heeft lange tijd onder de radar van de publieke opinie geopereerd, maar nu het klimaatakkoord en verduurzaming in het brandpunt van de belangstelling staan, treedt de VNPI meer naar buiten. Directeur Erik Klooster van de VNPI draagt graag zijn steentje bij aan alle klimaatdiscussies, maar hij benadrukt tevens dat het belangrijke thema niet gebaat is bij scherpe oneliners of het uitvergroten van tegenstellingen. Hij heeft vooral behoefte aan een debat gebaseerd op feiten. Waar ik het met u over wil hebben, is de verduurzaming van de industrie.
“Logisch, daar wil iedereen het over hebben. De klimaattop in Parijs van 2015 heeft deze discussie voor een belangrijk deel aangeslingerd, maar als je de plaat verder terugdraait, dan ontdek je dat de duurzaamheidsdiscussie al langer bestaat in het publieke en politieke debat. Wat je daarover nu kunt zeggen, is dat de discussie zich in Nederland de afgelopen anderhalf jaar heeft verdiept. Terecht natuurlijk. Bedrijven willen duurzaamheidsstappen zetten en denken fundamenteel na over hun groene ambities.” Gaat het dan om een intrinsieke motivatie?
“Als ik dat op een rijtje zet, dan heb je rijp en groen door elkaar, maar er zijn zeker bedrijven met een intrinsieke motivatie. Het is daarbij natuurlijk niet merkwaardig om te constateren dat het ene bedrijf verder is dan het andere. Wat je vanuit het klimaatakkoord in ieder geval kunt constateren, is dat ieder bedrijf de mogelijkheden in kaart brengt om te verduurzamen. Deels door toegenomen regeldruk,
voor de lange termijn. En deels hebben de activiteiten te maken het datgene wat uit het klimaatakkoord naar voren komt. Met welke regels en voorschriften krijgen we te maken en hoe moeten we daarop anticiperen? We denken na over vandaag en morgen, maar ook over onze positie in 2030 en 2050.” Tot slot dan: worden de inspanningen van de branche voldoende op waarde geschat?
Directeur Erik Klooster van de Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie (VNPI).
deels zie je ook meer druk vanuit de publieke opinie.”
enige kans is om de klimaatdoelstellingen in 2030 te halen.”
uitstoten. Het ontwikkelen van low carbon fuels is absolute prioriteit.”
De motivatie om te verduurzamen is een deel van de oplossing. De volgende stap is verdere concretisering van voornemens.
Durft u nog verder vooruit te kijken?
Het klimaatakkoord kun je als bedreiging ervaren, maar ongetwijfeld ontstaan er ook nieuwe kansen. Wat kunt u daarover zeggen?
“2030 is niet morgen, maar binnen de petrochemische industrie wel volgende week. Je moet daarbij onderscheid maken in de uitstoot van raffinaderij zelf en datgene wat er gaat veranderen aan de vraagkant. Als je de ontwikkeling opknipt in kleine stukjes, dan zijn we heel goed in staat om CO2 te reduceren met onze eigen fabrieken. Eén van de oplossingen die vaak wordt genoemd, is de energietransitie met behulp van blauwe waterstof. Dit betekent dat de CO2 uitstoot die vrijkomt bij de productie van waterstof wordt afgevangen en opgeslagen. Doordat deze zuivere stroom in vergelijking met andere alternatieven de meest kostenefficiënte oplossing is, zullen we dit richting 2030 vaker gaan tegenkomen. Te meer omdat dit volgens mij de
“Aan de kant van personenvervoer gaat er behoorlijk wat veranderen. Elektrificatie gaat een belangrijke rol spelen. Aan de kant van goederenvervoer zit echter behoorlijk wat groei. In die hoek gaat de olievraag naar verwachting de komende jaren stijgen. En dat betekent voor de sector een belangrijke uitdaging om te komen tot ontwikkeling van low carbon fuels. Dat zijn geen traditionele diesels, maar synthetische brandstoffen met een lagere CO2-uitstoot. Dat wordt een uitdaging die richting 2050 meer nadruk krijgt.” Is het reëel om op te werpen dat de petrochemische industrie ophoudt te bestaan?
“Het is geen reële verwachting dat we ophouden met vliegen en autorijden. Als je kijkt naar de vraagcijfers, dan staan we vooral voor de uitdaging om brandstoffen te ontwikkelen die minder CO2
“Nieuwe technologieën als energiebesparing, elektrificatie of CO2-afvang en –opslag zullen zich verder doorontwikkelen. Er staan nu allerlei projecten op stapel die vele beloftes in zich houden, maar waar extra budget voor nodig is om die rendabel te krijgen. Het is nog te vroeg om te voorspellen welke technieken succesvol zullen doorbreken, maar het is onze overtuiging dat richting 2030 CO2-opslag een deel van de oplossingen zal brengen. Die techniek stond lange tijd op gespannen voet met de publieke acceptatie, maar we weten allemaal dat deze oplossing ondertussen steeds urgenter wordt.” Als we praten over duurzaamheid, waar bent u dan dagelijks mee bezig?
“Het is onze opdracht om na te blijven denken over oplossingen
“Vijf jaar geleden was image improvement helemaal niet aan de orde. Als de petrochemische industrie veilig zijn werk deed en niemand tot last was, dan klonk er geen onvertogen woord. Nu we middenin de turbulentie zitten van klimaatdiscussies heeft het geen enkele zin om daarover te klagen, maar zullen we kansen moeten creëren om onze branche opnieuw uit te vinden. Daar heb ik geen enkele moeite mee, maar waar ik wel moeite mee heb, is dat de ratio soms uit het debat lijkt te verdwijnen. Je hoeft met ons geen discussie te voeren over de noodzaak om CO2-uitstoot te verminderen. Daar is iedereen het over eens. Waar we moeite mee hebben, is dat de discussie over maatregelen op basis van ideologie wordt gevoerd en niet op basis een realistisch technologiepad voor de komende tien jaar. Dit geldt vooral voor CO2 opslag terwijl daartoe uitstekende oplossingen bestaan.” Hugo Schrameyer
FEITEN Erik Klooster is in 2016 aangesteld als de nieuwe directeur van de VNPI, terwijl die daarvoor de functie bekleedde van hoofd ‘government affairs’ van BP Nederland. Klooster werkte eerder voor onder andere mededingingsautoriteit ACM en in de Tweede kamer. De VNPI vertegenwoordigt de negen grootste petroleumindustriemaatschappijen in Nederland: Shell, BP, Esso, Kuwait Petroleum, EFR (Texaco), Total, Gulf, Tamoil en AVIA.
DUURZAAMHEID IN DE PETROCHEMIE Wilt u meer lezen over duurzaamheid in de petrochemische industrie? Kijk dan eens op analysenederland.nl.
ADVERTENTIE
Neem contact met ons op als u wilt weten wat onze aardgasoplossingen voor uw bedrijf kunnen betekenen: omv-gas.nl
VERMILION ENERGY – PARTNER CONTENT
CONTENT WITH A PURPOSE
15
Aardgaswinning in Nederland komende decennia essentieel De wereldwijde klimaatplannen vragen om een duidelijke focus binnen de energie transitie naar een CO2 neutrale energie voorziening. Tijdens deze overgang blijft gaswinning in Nederland de komende decennia essentieel. “Op dit moment is Nederland nog voor meer dan 90% afhankelijk van fossiele brandstoffen en 40% daarvan bestaat uit aardas. Nederlands aardgas blijft daarom essentieel. Van alle fossiele brandstoffen is aardgas bovendien verreweg het minst milieubelastend. Ook de landen om ons heen stappen om die reden over op het gas. Nederlands is sinds eind 2017 netto importeur van gas en dit zorgt voor een afhankelijkheidspositie met betrekking tot onze energievoorziening. Geïmporteerd gas zorgt daarbij voor grotere milieubelasting vanwege de grote transport afstanden. Nederlands aardgas is daarom een slimme manier om te voorzien in de voorlopige energiebehoefte,” vertelt Hidde Baars, woordvoerder bij Vermilion Energy Nederland. Vermilion is een producent van aardgas vanuit kleine gasvelden in Nederland. De producent ondersteunt de Nederlandse wens om over te stappen naar een CO2 neutrale energie voorziening compleet. “Gaswinning is per definitie eindig, er zit maar bepaalde
hoeveelheid gas in de grond. Maar het is zo een efficiënte energie drager dat het enorm veel alternatieve bronnen vergt om dat te compenseren en dat is niet morgen geregeld. In Nederland staat gaswinning onder druk. Toch is rationeel gezien aardgas vanuit kleine gasvelden de minst milieu belastende manier om ons van betaalbare energie te verzekeren.” In de tussentijd werkt Vermilion zelf ook aan innovatieve processen om klaar te zijn voor de energietransitie. “We bekijken hoe we onze eigen infrastructuur en productie processen kunnen verduurzamen. Ook willen we onze bestaande faciliteiten hergebruiken en ter beschikking stellen aan innovatieve bedrijven die met nieuwe technologieën het energiesysteem zullen transformeren. Vermilion zal beschikbare kennis, data en expertise hier ook voor inzetten.
“
De private sector, wetenschap en overheden zullen met elkaar samen moeten werken om te zorgen voor energiezekerheid en betaalbaarheid op weg naar een duurzame energie voorziening in Nederland.
Toch ziet Baars onderweg nog wel wat uitdagingen. “De private sector, wetenschap en overheden zullen met elkaar samen moeten
Foto: Jan de Lange
werken om te zorgen voor energiezekerheid en betaalbaarheid op weg naar een duurzame energie voorziening in Nederland. Dit kan gefaciliteerd en versneld worden als een deel van de aardgasbaten direct door de overheid op lokaal niveau wordt ingezet zodat geïnvesteerd kan worden in duurzame energie oplossingen. Zo krijg je een scenario dat veilige Nederlandse aardgasproductie zorgt voor werkgelegenheid, een buffer voor geïmporteerd aardgas, behoud van data, kennis en infrastructuur en zorgt voor een versnelling van de energietransitie op lokaal niveau. Vermilion ondersteunt dit en slaat graag de handen ineen om hier meer vorm aan te geven.”
Op dit moment is Nederland nog voor meer dan 90% afhankelijk van fossiele brandstoffen en 40% daarvan bestaat uit aardas. Van alle fossiele brandstoffen is aardgas verreweg het minst milieubelastend.
vermilionenergy.com ADVERTENTIE
USGUSG INDUSTRIAL UTILITIES – PARTNER CONTENT INDUSTRIAL UTILITIES – PARTNER CONTENT1
Tot de laatste druppel USG Industrial Utilities is op industriepark Chemelot de onmisbare en belangrijkste schakel voor de levering van energie – in welke vorm dan ook. Daarbij blijft het bedrijf innoveren om de toevoer duurzamer en goedkoper te maken. “We persen de laatste druppel energie eruit.”
zaam opgewekte elektriciteit is en dragen daarmee direct bij aan de stabiliteit van het elektriciteitsnet. De elektrische stoomboiler biedt strategische voordelen én het is een mooi project om te laten zien dat we innovatie serieus nemen.”
D
e lichten die industriepark Chemelot in Geleen vooral ’s nachts zijn futuristische uitstraling geven, het aardgas en stoom die de bedrijven daar in bedrijf houdt; dit en nog meer wordt geleverd door USG Industrial Utilities. “Ik noem ons altijd de gas-, water- en lichtleverancier van de gemeente Chemelot”, zegt Wouter Vermijs, managing director van USG.
breide stoominfrastructuur op Chemelot in handen heeft. “USG heeft een unieke positie. Wij verzorgen de gehele energie-infrastructuur op de Chemelot site waardoor “De betrouwbare en veilige levering van energie-uitwisseling tussen klanten mogelijk deze essentiële utilities is van cruciaal belang. Die hoge leverzekerheid is van een ge- is en zij tegen lagere kosten kunnen produheel andere orde dan thuis. Als we niet leve- ceren”, zegt Michiel Cornelissen, Senior ren, ligt de site snel plat”, zegt Vermijs. Om Advisor Climate & Energy Policies bij USG. direct daaraan toe te voegen: “Europa heeft geen goedkope grondstoffen of goedkope En dat, vult Senior Sustainability Engineer energie. Dus is er veel druk om veiligheid Sonny Schepers aan, zorgt voor minder en betrouwbaarheid af te wegen tegen de emissie. “De CO2-uitstoot is 10 tot 15 kosten. Het is een continue challenge.” procent minder dan wanneer de fabrieken niet aan elkaar gekoppeld zouden zijn. USG kan die uitdaging aan, omdat het Ook is er minder reservecapaciteit voor bedrijf o.a. het 600 kilometer lange elekstoom nodig, dan wanneer iedere fabriek dit afzonderlijk moet hebben.” triciteitsdistributienetwerk en de uitge-
www.usg.company
Het zit USG in de genen om telkens een stap verder te gaan. Binnenkort worden op Chemelot honderden slimme meters geplaatst. Cornelissen: “Onze klant weet daarmee exact wat het stroomverbruik op een bepaald moment is. Daarmee kunnen ze gaan produceren op het moment dat de zon schijnt en wind waait, oftewel klimaat neutraler.” Een ander voorbeeld is de ontwikkeling van een elektrische stoomboiler. “Het verlaagt de CO2-emissies direct omdat het verbranden van aardgas deels wordt voorkomen”, vertelt Schepers. “We zijn van plan deze elektrische stoomketel als hybride installatie in te zetten op die momenten dat er een overschot aan duur-
Het is een mooi voorbeeld van hoe USG, zoals Vermijs zegt ‘de laatste druppel energie eruit perst’. “Stoom onder hoge druk drijft de compressoren aan. De lagere druk die daaruit komt wordt ingezet voor warmteprocessen. Als alle energie is verbruikt, wordt het warm water in de ketels gebruikt. En dat gebeurt via ons netwerk over de gehele site.” Daarom verdienen innovaties als deze steun, te beginnen met een robuuster elektriciteitsnetwerk in Nederland. “Om de klimaatambities van Nederland waar te maken, gaat de Nederlandse industrie veranderen naar klimaat neutralere processen. Hiervoor moet nieuwe infrastructuur beschikbaar komen”, stelt Vermijs, die ook op de enorme kosten van de klimaatambities wijst. “Dit zijn nieuwe technologieën, concepten die zich moeten bewijzen. Het is belangrijk dat Nederland daarin support levert.”
16 EXPERT PANEL – ANALYSENEDERLAND.NL
Waterstof in de chemische industrie
1. Hoe kun je groene waterstofproductie mogelijk maken? 2. Hoe gaat waterstof de chemische, petrochemische en offshore-industrie veranderen? 3. Is er een stip aan de horizon? 2. “Bijvoorbeeld door elektrificatie van productieplatforms. Zonder gasproductie is er ook geen stroom meer op de platforms op zee en dat is wel noodzakelijk om bijvoorbeeld waterstof te maken of CO2 op te slaan. Opslag van CO2 (CCS) in lege gasvelden op de Noordzee is een ander voorbeeld. Daarnaast kan productie van waterstof op leegstaande platforms een bijdrage leveren aan de gewenste verandering.”
opgewekte stroom water op grote schaal, goedkoop en efficiënt kunnen omzetten in waterstof en zuurstof.”
Jordi Zonneveld Verantwoordelijk voor duurzame energieoplossingen bij Frames 1. “De techniek is er klaar voor. Er zijn meerdere pilots gerealiseerd op megawatt schaal. Onderzocht wordt wat er nodig is om op te schalen naar gigawatt. Hier gaat ook het vergroten van productievolume en seriematige productie een belangrijke rol in spelen Om de technologie concurrerend en grootschalig toe te kunnen passen, zijn elektrolyse-installaties nodig die met behulp van duurzaam
Sander ten Hoopen CEO Hydron Energy 1. “De belangrijkste knelpunten voor grootschalige inzet van groene waterstof zijn momenteel het hoge prijsniveau ten opzichte van grijze waterstof en de (relatief) beperkte schaalgrootte van de huidige electrolyser technologie. De overheid zou concrete doelen kunnen formuleren ter stimulering van de productie en het gebruik van groene waterstof.”
2.“Ons volledige energiesysteem gaat over op hernieuwbare bronnen zoals zonne- of windenergie. Dit brengt een aantal uitdagingen met zich mee: seizoensgebonden vraag en aanbod, de dag- en nachtcyclus en de belasting van gebruikte batterijen. Verder zijn in de industrie bepaalde processen erg moeilijk te elektrificeren. Waterstof biedt dé oplossing voor al deze uitdagingen.” 3. “In de komende jaren worden veel pilotprojecten voor groene waterstof geïnstalleerd. Belangrijk is dat je elektrolyse onderdelen onder variërende condities kunt testen. De schaalvergroting in groene waterstofproductie is van groot belang voor de energietransitie.”
2. “Technische innovaties in de industrie zullen in het teken staan van de verduurzaming van het grondstofgebruik én het primair energieverbruik. Alle industriële activiteiten die niet passen in een klimaatneutrale en circulaire economie moet je afbouwen. Ik verwacht dat groene waterstof een grote rol gaat spelen in de industrie van de toekomst: als CO2-vrije grondstof en als CO2-vrije energiedrager voor hoge temperatuurwarmte.” 3. “Groene waterstof kan een grote bijdrage leveren aan een emissievrij energiesysteem en circulaire economie in 2050. Waterstofproductie middels elektrolyse vormt hierbij de schakel tussen hernieuwbare elektriciteitsproductie en CO2-vrije grond- en brandstof. In de periode tot 2030 moeten kansrijke waterstofinitiatieven worden gedemonstreerd en gevalideerd in ‘echte wereld’ toepassingen. Tussen 2030 en 2050 moeten de waterstof energietechnologieën worden opgeschaald en uitgerold.”
CONTENT WITH A PURPOSE
Jacqueline Vaessen Directeur Nexstep 1. “In de afgelopen decennia is op land en zee een omvangrijke olie- en gasinfrastructuur opgebouwd. Voor een groot aantal van de olie- en gasvelden in Nederland nadert het einde van hun economische levensduur. De infrastructuur die daarbij hoort moet zorgvuldig worden ontmanteld en/of worden hergebruikt. Hergebruik biedt kansen voor duurzame toepassingen.”
3. “We zijn bezig met verschillende projecten. Met alle operators wordt gewerkt aan een ‘joint campaign’. Hierin trekken ze samen op om de putten permanent buiten gebruik te stellen en resterende putmaterialen tot zes meter onder de zeebodem te verwijderen. Uitkomsten zijn bijvoorbeeld dat je beter kan plannen, optimaliseren, learnings en innovatieve technologieën kunt toepassen en kan profiteren van marktwerking.”
zijn dus geen dure elektriciteitsaansluitingen en eilanden op zee nodig. Het economisch potentieel voor wind op zee is ook veel groter dan nu verondersteld, dankzij de meeropbrengst en lagere kosten die waterstofmolens bieden. Doordat waterstof uit wind goedkoper wordt dan elektriciteit uit wind is in dit scenario een andere energietransitie mogelijk, waarin kosten effectiever gerealiseerd kan worden. Dit biedt nieuwe perspectieven. Ook buiten de industrie.”
Hugo Groenemans CEO van HYGRO 1. “Optimaliseer windturbines en elektrolyse door ze te integreren en synergie te creëren. Gebruik pijpleidingen die tot twintig keer goedkoper zijn dan elektrische aansluiting, inclusief kabels en opslag. Op die manier kan per windlocatie 40% meer energie worden geleverd tegen 35% lagere kosten vergeleken met elektriciteit uit wind.” 2. “Een waterstofmolen op zee heeft alleen een aansluiting op een pijpleiding nodig. Er
3. “Technisch kan een waterstofmolen op land vandaag al gebouwd worden. De onzekerheid over de verwachte groei richting waterstof en onzeker overheidsbeleid maakt het echter lastig financierbaar. Voor de industrie is waterstof uit wind nog te duur, maar bij mobiliteit liggen op korte termijn grote kansen. De ambitie voor waterstofmobiliteit in 2025 in het klimaatakkoord is goed voor 55 waterstofmolens op land. De eerste wordt in de Wieringermeer gerealiseerd in 2020.”
ADVERTENTIE
• • • •
ANALYSENEDERLAND.NL – VERDIEPING 17
Foto: Mostphotos
CONTENT WITH A PURPOSE
Nederland wordt langzaam maar zeker circulair Cramer: “Ik zie de laatste tien jaar een beweging, waarbij mensen allerlei initiatieven van onderaf ontwikkelen.”
Asbetter_banner_265x50mm_winnaar.pdf
Om Nederland in 2050 circulair te maken, moeten er flink wat meters worden gemaakt. Maar het proces is inmiddels in gang gezet. “De techniek is niet het hoofdprobleem, het gaat vooral om de sociale innovatie.” Onlangs is een rijksbreed program-
ma Circulaire Economie 2050 geïntroduceerd, gevolgd door een Grondstoffenakkoord. Daarin beloven 200 partijen om de Nederlandse economie circulair te maken. Einde aan het fossiele tijdperk, leve hergebruik en recycling. Althans, dat is het idee. Dit jaar moeten de 200 partijen hun respectievelijke transitie-agenda’s op de rit hebben. En in 2030 moet een tussendoelstelling zijn gerealiseerd, namelijk 50% minder gebruik van primaire grondstoffen. Jacqueline Cramer, emeritus hoog-
leraar Duurzaam innoveren en voormalig minister van Milieu, was namens de Amsterdam Economic Board één van de ondertekenaars
van het akkoord. “Wij hebben ingetekend op alle vijf transitieagenda’s, namelijk Biomassa en voedsel, Kunststoffen, Maakindustrie, Bouw en Consumptiegoederen. Die thema’s krijgen prioriteit in de Metropoolregio Amsterdam vanwege hun producthergebruik en hoogwaardige recycling van grondstofstromen.” Bij de transitie naar circulaire economie vormt de technologie volgens Cramer overigens niet het grootste struikelblok. “Er is in de loop der jaren een hoop geld geïnvesteerd in de techniek. Wat wij nu vooral nodig hebben is sociale innovatie: veranderingsprocessen waarbij partijen gaan samenwerken.” Daarnaast moet de overheid de hand
in eigen boezem steken. Door de doelen te expliciteren, de overgang naar circulaire economie te faciliteren en door sneller en duidelijker te handelen. Zo is bij de toepassing van biomassa volgens Cramer niet altijd helder waaróm iets niet mag. Dus blijft het voor marktpartijen onduidelijk: mogen we een bepaald product nou wel of niet in de markt
zetten? Cramer: “De Nederlandse regelgeving kan duurzame innovatie remmen, zoals in de bouwsector. Daar moet dringend verandering in komen. Zorg dat mensen binnen een maand antwoord krijgen op hun vraag. En creëer meer regelvrije zones binnen regio’s, waar bedrijven vrij mogen experimenteren.”
‘Er is in de loop der jaren een hoop geld geïnvesteerd in de techniek. Wat wij nu vooral nodig hebben is sociale innovatie’ Om de circulaire economie op gang
te krijgen zijn volgens Aglaia Fischer, onderzoeker bij het Sustainable Finance Lab en Circle Economy,
financiële prikkels een doeltreffend middel. “Denk aan extra belasting op CO2-uitstoot en het gebruik van nieuwe grondstoffen of aan belastingverlaging voor hergebruik. Dan gaat de markt vanzelf mee. En wij moeten slimmer met producten om leren gaan, door ze als service aan te bieden. Zo werkt een bedrijf als MUDjeans met een concept waarbij je een jeans koopt en een borg betaalt die je terugkrijgt zodra je de broek weer inlevert. Of je kan een jeans leasen tegen een maandelijkse lease fee. Daarvoor kun je, als je een gat in je broek hebt, die laten repareren. Ook binnen de bankwereld ziet
Fischer een geleidelijke kentering. “Daar begint een andere, circulaire manier van denken bij de voorhoede: de duurzaamheidsafdeling. En de accountmanagers, die daadwerkelijk de kredieten verlenen. Die krijgen te maken met circulaire ondernemers, die bijvoorbeeld een service-model willen opzetten rond hun product. Daar kunnen ze simpelweg niet omheen.”
Binnen de transitie naar een circulai-
re samenleving is echter ook voor de consument een rol weggelegd. Die wil volgens Fischer overigens best meebewegen. Zo vinden nieuwe generaties het prima om te betalen voor gebruik en service in plaats van een product, of het nu gaat om een auto of een broek. Mensen willen volgens Cramer “graag het goede doen”. Als voorbeeld noemt zij het inzamelen van plastic, wat zij als minister had ingevoerd en wat een doorslaand succes werd. “Ik zie de laatste jaar of tien een beweging, waarbij mensen allerlei initiatieven van onderaf ontwikkelen. Mensen met idealen, die het heft in eigen hand nemen en die bereid zijn daar heel hard voor te werken.”
Erzsó Alföldy
NEDERLAND WORDT CIRCULAIR Meer weten over de circulaire economie in Nederland? Kijk dan ook eens op analysenederland.nl. ADVERTENTIE
Winnaar Rabo Duurzame Innovatieprijs 2019 – circulaire economie
Asbetteracids.com
500.000 ton afvalzuren geloosd
100.000 ton asbestcement gestort
definitieve oplossing
18 ONTWIKKELINGEN – ANALYSENEDERLAND.NL
CONTENT WITH A PURPOSE
Chemische industrie essentieel voor klimaatvriendelijke samenleving Foto: Persfoto
Foto: Persfoto
De chemische industrie verbruikt in haar productieprocessen relatief veel energie om producten te maken. Maar aan de andere kant bespaart de sector energie in de keten door de producten die ze maakt. Denk aan materialen voor windmolens, zonnepanelen, warmtepompen, woningisolatie, kunstmest, batterijen voor elektrische auto’s en gewasbeschermingsmiddelen.
De verhitting gebeurt nu met gas. Als
De overgang naar een duurzame en
klimaatvriendelijke samenleving is een van de grootste maatschappelijke uitdagingen van deze tijd. De wereldbevolking en het welvaartsniveau nemen toe waardoor er behoefte is aan meer voedsel, huisvesting, transportmiddelen en energie. Tegelijkertijd stijgt hierdoor de wereldwijde CO2-uitstoot. De chemische industrie verbruikt in haar productieprocessen relatief veel energie om producten te maken. Maar aan de andere kant bespaart de sector energie in de keten door de producten die ze maakt. Denk aan materialen voor windmolens, zonnepanelen, warmtepompen, woningisolatie, kunstmest, batterijen voor elektrische auto’s en gewasbeschermingsmiddelen. “Aan de ene kant is de chemische industrie een hele energie intensieve industrie, we gebruiken veel energie en stoten veel CO2 uit, aan de andere kant zorgt de toepassing van onze producten dat veel CO2-uitstoot vermeden wordt. Ik ben ervan overtuigd dat onze industrie met oplossingen om de CO2-uitstoot te verminderen,
tuur verhit waardoor de afzonderlijke moleculen in de grondstof uit elkaar vallen en zo de basis vormen voor chemische bouwstenen in de rest van de keten.
Hoekstra: “De chemische industrie gebruikt veel energie en stoot veel CO2 uit, aan de andere kant zorgt de toepassing van onze producten dat veel CO2-uitstoot vermeden wordt.”
de sleutel in huis heeft die leidt tot verandering – zowel in onze eigen productieprocessen als in de eindproducten”, aldus Jurgen Hoekstra, Managing Director BASF Benelux. Juist nu is het belangrijker dan ooit dat partners in de chemische industrie samen met, wetenschappers en overheden baanbrekende technologieën, nieuwe processen en producten ontwikkelen om de emissie te reduceren en de aarde in goede staat achter te laten voor de komende generaties. Dagelijks wordt bij BASF met man en macht gewerkt om de grootste uitdaging van deze tijd via innovatieve projecten te tackelen. “Sinds 1990 hebben wij in onze organisatie wereldwijd de uitstoot van broeikasgassen met de helft verminderd, terwijl de pro-
Langevoort: “We moeten flinke stappen zetten en met nieuwe technologieën aan de slag als we ons doel willen halen.”
‘Door elektrificatie en nieuwe processen zouden basischemicaliën bijna emissievrij kunnen worden geproduceerd’ ductie is verdubbeld. Wij bereikten dit niet alleen door onze energie-intensieve processen slimmer en duurzamer in te richten en vol in te zetten op energiemanagement via het ISO 50001-systeem, maar ook
door katalysatoren te gebruiken die de emissie van broeikasgassen aanzienlijk reduceren. De opgave waar we op wereldniveau voor staan zorgt dat we het compleet anders zullen moeten doen. We moeten flinke stappen zetten en met nieuwe technologieën aan de slag als we ons doel, een klimaat neutrale productie in 2030, willen halen”, vertelt Dessa Langevoort, hoofd Communicatie BASF Benelux. Een van de oplossingen, waar ver-
schillende chemische multinationals in Europa middels een consortium aan werken, is het onderzoek naar elektrificatie van petrochemische installaties. “Een stoomkraker is het startpunt van de chemische industrie. Hierin wordt onder andere nafta onder hoge tempera-
we dat proces met de stoomkraker kunnen omzetten naar ‘elektrocrackers’ op basis van duurzame energie scheelt dat veel CO2-uitstoot. Met ons koolstof onderzoeksprogramma richten we ons op de basischemicaliën omdat deze verantwoordelijk zijn voor 70% van de broeikasgasemissies in de chemische industrie, maar onmisbaar zijn voor de waardeketen en al onze innovatie. Door elektrificatie en nieuwe processen, zouden basischemicaliën bijna emissievrij kunnen worden geproduceerd”, benadrukt Hoekstra. Toch lijkt de overgang naar elektrische stoomkrakers op papier makkelijker gedacht dan gedaan. “Het is een ingewikkeld proces. Deze innovatie is zelfs zo complex dat we het gezamenlijk met andere partijen moeten onderzoeken.” In het consortium zitten veel multinationals uit omringende landen en de actie zit nu nog vooral in Europa. Hoekstra wenst dan ook dat de rest van de wereld snel meegaat. “De uitdaging is voor ons allemaal gigantisch. Toch is deze opgave niet onmogelijk, ook binnen ons eigen team zijn wij optimistisch dat we dit aankunnen. De klimaatbescherming leeft enorm bij ons en er bestaat zoveel toewijding om hieraan te werken. Alleen, innovatie kun je niet afdwingen, het is niet even snel morgen gedaan.” Sylvana Terlage ADVERTENTIE
Samen met Corbion kom je verder Biotechnologiebedrijf Corbion gebruikt haar kennis graag in samenwerking met andere bedrijven. En dan blijkt dat meer mogelijk is dan vooraf gedacht. Beton dat zichzelf herstelt wanneer er kleine scheurtjes in verschijnen. Dat klinkt als sciencefiction, maar is al twee jaar realiteit. In dit beton zitten bacteriën die, wanneer ze in aanraking komen met water en zuurstof, kalksteen produceren en zo scheuren tot 0,8 millimeter kunnen dichten. Eenvoudig toch? Nou niet helemaal, want hoe zorg je dat de bacteriën pas in actie komen wanneer een scheurtje is ontstaan? “We hebben een polymeer ontwikkeld die bacteriën inkapselt, maar ze laat vrijkomen zodra er een scheur ontstaat”, vertelt Frederik Feddes, vicepresident Biochemicals bij het biotechnologiebedrijf. Corbion ontwikkelde deze duurzame oplossing, Sentiall geheten, samen met Green-Basilisk, een spin-off van de TU Delft. Met Sentiall vraagt de bouw minder beton en staal, gaat het aantal reparaties omlaag en wordt de levensduur van gebouwen verlengd. “Het is
Frederik Feddes Vicepresident Biochemicals Corbion
de eerste keer dat we in de bouw polymeertechniek voor controlled-release toepassen. Sentiall heeft veel potentie, een van de reden waarom het is gekozen tot Bio-Based Product of the Year.” Corbion is zeer bekend met de controlled-release techologie. “Controlled-release wordt veel toegepast in de pharmaceutische industrie en wordt in de agrochemie bijvoorbeeld gebruikt om op een gecontroleerde manier voedingsstoffen vrij te geven op het land. Het is onze kracht om een polymeer te ontwikkelen die precies de functionaliteit levert die daarbij nodig is.” Corbion zoekt graag de samenwerking met andere bedrijven op. Met Green-Basilisk en BAM is Sentiall ook onlangs gebruikt bij de verbouwing van het Paleis het Loo. “We werken vaker samen in joint development programma’s. Wij kennen de functionaliteiten van ons product, onze klanten weten waar ons product van toegevoegde waarde kan zijn”, zegt Feddes. “Twee kunnen meer dan één. Wanneer we onze expertise combineren met de ideeën en ervaring van onze klanten, kunnen we echt baanbrekende producten ontwikkelen.” Project: Paleis Het Loo, Ondergrondse structuur, kelderwanden en vloer, Contractor: BAM Bouw en Techniek Foto: Green-Basilisk
VROON OFFSHORE SERVICES – PARTNER CONTENT
CONTENT WITH A PURPOSE
19
Vroon Offshore Services: kwaliteitsalternatief met sterke reputatie De offshore-activiteiten voor het winnen van gas en olie staan als volwassen markt steeds verder onder druk. De relatief jonge tak van offshore renewable energy laat ieder jaar opnieuw een gezonde groei zien. In beide sectoren heeft Vroon Offshore Services een stevige positie opgebouwd, die zeker in de discipline renewable energy nog volop aanwas laat zien. De sterke reputatie van de maritieme offshore dienstverlener Vroon Offshore Services (VOS) heeft in de basis van doen met twee kerneigenschappen: een moderne kwalitatief hoogwaardige vloot in combinatie met een zeer ervaren team op de schepen en in kantoren. Dat stelt het bedrijf in staat om zich te profileren als “the best-quality alternative in still difficult markets”, zoals het management reageert in de personen van Jan-Piet Baars en Niek Spiljard, respectievelijk Commercial Director Vroon Group en Managing Director VOS Den Helder. Baars: “We voeren ons contracten keer op keer succesvol uit en wij willen onze klanten daarbij constant aangenaam verrassen. De bemanning op onze schepen is daarbij sterk betrokken. Zo ontwikkelt het VOS team marktposities in gekozen markt segmenten.” Belangrijke pijlers zijn veiligheid en milieu. Met een jonge vloot en goed opgeleid
personeel positioneert VOS zich als “best in class”. Spiljard: “Best in class wat betreft veiligheid en duurzaamheid, dat is onderdeel van onze kwaliteitsbenadering. Laag brandstofverbruik is een van de belangrijke thema’s.’’ VOS heeft sterke posities in de emergency response & rescue services, platform-supply, anchor-handling en subsea-support markten in Europa en Azië. Daarbij biedt VOS tal van services en oplossingen in aanvullen op het schip ter ontzorging van de klant. Door toepassing van nieuwe technologieën is het nu bijvoorbeeld mogelijk om van een schip direct naar offshore installaties te lopen via een state-of-the-art loopplank systeem. Dit walk-to-work alternatief, in combinatie met
hotel accommodatie aan boord van het schip, biedt vele toepassingen in de offshore markten. De walk-to-work services van VOS zijn sterk gegroeid de laatste jaren, met name in de renewable-energy markt.
aanzienlijk deel van onze schepen in Noord Europa, en deze ontwikkeling zetten wij voort. Voor olie en gas activiteiten hebben wij sterke posities in de Noordzee en ook in niches als Noord Afrika, voor de kust van Egypte en Israël, in Zuidoost Azië, nabij Het herstel van de offshore olie- en gasmarkt Maleisië en Thailand. Sinds dit jaar opereverloopt nog langzaam voor offshore dienst- ren wij ook in, voor ons, de nieuwe markten verleners in het algemeen. Alleen partijen die van Trinidad en Mozambique.” dag in, dag uit voldoende kwaliteit bieden en zich continue aanpassen aan de omstanDe kwaliteit van de dienstverlener beperkt digheden, hebben voldoende toekomstperzich niet alleen tot activiteiten op zee zelf, spectief. Binnen deze markt bestaat er voor maar heeft ook van doen met de skills en de VOS inmiddels een stevige positie, terwijl er professionaliteit van medewerkers aan land ook binnen de renewable-markt flinke slagen in commerciële, scheepsmanagement en operationele functies. Dit, in combinatie met worden gemaakt. Spiljard: “Wat ooit begon een breed klantenbestand, maakt VOS een met één schip actief in de renewable sector, sterke offshore speler. is nu uitgegroeid tot een activiteit voor een
www.vroon.nl ADVERTENTIE
VAN WIJHE VERF – PARTNER CONTENT
Van Wijhe Verf wil in 2025 klimaatneutraal zijn Koninklijke Van Wijhe Verf – producent van Wijzonol bouwverven legt een ambitieus, duurzaam plan op tafel. Het bedrijf wil in 2025 al klimaatneutraal zijn. “Het gaat écht niet goed met het de biodiversiteit en de klimaatsverandering”, zegt CEO Marlies van Wijhe. “Er moet nú iets gebeuren.”
De Zwolse verfproducent neemt nu het voortouw in de verfindustrie op het gebied van duurzaamheid. Uit Het ‘Green Team’ bestaande uit onderzoek van advies- en ingenidrie jonge medewerkers, helpt om eursorganisatie Arcadis, uitgevoerd de zichtbaarheid van duurzaamheid in opdracht van Van Wijhe Verf binnen de organisatie te vergroten. blijkt dat de Nederlandse verfsector “Iedere zes weken worden twaalf jaarlijks evenveel CO2 uitstoot als medewerkers uitgenodigd om te een stad ter grootte van Zwolle, discussiëren over de duurzaamofwel 500.000 ton. Onnodig veel, Duurzaamheid in de productont- heidsdoelen van de VN, de SDG’s. vindt Van Wijhe. Dat de overheid wikkeling en de bedrijfsvoering, Het creëert bewustzijn en persoon- in 2050 CO2-uitstoot wil verbanzit in de vezels van Koninklijke lijke betrokkenheid op alle niveaus nen uit de Nederlandse samenleVan Wijhe. Algemeen directeur van de organisatie. En het helpt ons ving, vindt de algemeen directeur Marlies van Wijhe is de vierde onze producten en bedrijfsvoering een nobel streven. “Maar veel te generatie binnen het familiebeverder te verduurzamen.” laat. Het is absolute noodzaak dat drijf. De overtuiging om zich in te er nu actie ondernomen wordt. Het zetten voor duurzaamheid kreeg Dat bleef niet onopgemerkt. Drie veranderende klimaat en de afnaze van haar vader. “Als familiebe- jaar geleden was de verfproducent me van de biodiversiteit tonen aan drijf denken wij in generaties.” het eerste chemische bedrijf in de dat we in actie moeten komen.” De afgelopen jaren zette de verfwereld met het B Corp certificaat. producent (jaaromzet 45 miljoen De verfleverancier voldoet hierEn dat is precies wat ze wil; actie euro, 230 medewerkers) verschilmee aan de hoogste normen voor en wel nu. “Duurzaam ondernelende stappen om de CO2-uitstoot milieu, transparantie, wettelijke men is geen trend, maar een absote verlagen en meer gebruik te ma- aansprakelijkheid en balans tussen lute noodzaak. Wij zoeken actief ken van hernieuwbare grondstofwinst en impact. Dit jaar kreeg de naar nieuwe partners en werken fen. Van Wijhe was de eerste die Koninklijke Van Wijhe Verf door samen met leveranciers om voormet een bio-based (verf gemaakt B Lab voor het derde jaar op rij de uitgang te boeken.” Duurzamere van natuurlijke, hernieuwbare titel: ‘Best For The World 2019’ in en betere verf die langer meegaat, grondstoffen) muurverf kwam en de categorie ‘Environment’. scheelt al gauw 10 procent CO2.
www.vanwijheverf.nl www.wijzonol.nl
beschikt nu over een range biobased verven.
En als schilders overstappen op elektrisch vervoer nog eens 36 procent, noemt ze als voorbeelden.
thema duurzaamheid. Dat heeft effect op de vraag naar duurzame verfproducten. In het buitenland zijn wij al heel succesvol met onze Ja, duurzaam kost geld. “Het kliduurzame propositie. Gelukkig maat en de leefbaarheid overstijgen zien we positieve beweging in het bedrijfseconomisch belang. Ons Nederland bij de grote schilders- en land heeft echt een achterstand. In vastgoedonderhoudsbedrijven.” andere Europese landen zijn schilders veel meer geïnteresseerd in het
Best For The World 2019 Environment 2018 2017
Honoree
ADVERTORIAL
VONK makes the Oil and Gas Industry Sustainable VONK, located in Zwolle, has developed an innovative solution to reduce or even prevent emissions on Oil and Gas platforms and in the Petrochemical Industry. The recent agreement between the Dutch Minister Eric Wiebes of Economic Affairs and Climate Policy and Mr. Jo Peters, Secretary-General of the Dutch Oil and Gas Exploration and Production Association (NOGEPA), sets out to cut greenhouse gas emissions in half. The Hybrid Power System (HPS) created by VONK is an excellent solution to help achieve this target. Furthermore, the VONK Hybrid Power System reduces the number of running hours of conventional power generating equipment drastically, as required by law.
W
ith over 80 years’ experience, VONK is an international electrical & instrumentation (E&I) and control & automation (C&A) solution provider for the oil & gas and (petro)chemical industry, as well as the energy sector. Our passionate people have the know-how to design, develop and engineer renewable power solutions which have a positive impact on your carbon footprint. Reliable, flexible, capable: VONK is a company you can rely on to get the job done and most importantly, save you time and money. Even though every client is unique and each project is approached differently, our mission remains the same: finding an innovative solution to the most complex of challenges. VONK Power Management System – The Heart of our Green Energy Solution At VONK, we are continuously developing and advancing our renewable energy solutions. We have recently upgraded our plug and play containerized HPS, making it even more compact, efficient and cost-effective. At the heart of our HPS 2.0 is our smart power management system, which finds the optimal balance between green power generation, back-up generation, energy storage and energy load demand. The HPS 2.0 with the unique VONK
Power Management System inside can be used for multiple applications and purposes, offshore and onshore, off-grid or connected to the grid. THE VONK HYBRID POWER SYSTEM CAN BE USED FOR: • Providing Green Energy on offshore O&G platforms and platforms in decommissioning stage by making use of solar, wind and/or wave generated energy • Making power supply to industrial plant processes more sustainable and more efficient • Electrifying industrial processes, thus replacing gas as the energy source • Solving congestion management problems in the electricity grid by smart energy storage and time-shifting • Providing 100% green power to induced current cathodic protection systems for corrosion prevention of jackets and monopiles for offshore assets, such as platforms and wind turbine foundations
Hybrid Power System on Platforms of Shell ONEgas – Reducing Cost whilst Assuring Availability We look at each business case to find the best solution possible. This is exactly what we did for Shell in the North Sea. De-complexing the platform lead to removing equipment, which reduced the overall power demand. We developed our Hybrid Power System, that uses solar and wind power as renewable energy sources and only needs a two-yearly maintenance inspection visit. This plug and play system reduced both operational costs and CO2 emissions by over 95%. For the Leman platforms, we included a back-up diesel generator connected to the power management system ensuring 99.99% availability. Power Congestion Management For the Dutch electricity grid we delivered a power congestion management system. It stores energy in batteries at times when it is cheap
(when sufficient solar energy is generated) and feeds it back into the grid when the price level is high. This principle can be applied to cope with the power congestion in the grid without increasing the capacity of the grid, as the generated solar power will be locally stored during daytime and injected in the grid during night time. Substations and Field Auxiliary Rooms To serve our international clients in remote locations, VONK design and delivers containerized substations and field auxiliary rooms. These modularized buildings are completely assembled with all sensitive equipment installed and pre-tested. After delivery, it is just a matter of plug and play to enable a quick start of production. Power Quality When electrifying industrial processes to replace gas, the larger loads connected can generate distortion in the power grid. VONK is specialized in measuring and filtering the generated distortion, thus preventing spurious trips of your power supply.
Contact Would you like to know how VONK can help reduce your energy cost, make your energy use more sustainable or help electrify your processes? Please contact us or visit our website www.iivonk.com. Dave Oesterholt Business Development & Sales Manager T: +31 85 303 20 40 | M: +31 6 11771060 E: dave.oesterholt@iivonk.com Patrick Bekel Sales Director T: +31 85 303 20 40 | M: +31 6 52 3735 06 E: patrick.bekel@iivonk.com