Dit is een commerciële uitgave van European Media Partner bij deze krant. Nr. 44 December 2019
International business & Future of mobility CONTENT WITH A PURPOSE
Lees meer interessante artikelen op analysenederland.nl
Internationaal ondernemen en effectief reizen De kansen en uitdagingen
Edo Offerhaus:
Verover de wereld in 2020, dat is het leitmotiv Lees meer op pagina 4
Future of Mobility:
Tijd om je zakelijke mobiliteit in beweging te brengen. Lees meer op pagina 16
Future of Mobility:
Eric-Mark Huitema, directeur-generaal ACEA Waar het om gaat is de verbinding tussen mensen, auto's en hun omgeving. Automatisering en connectiviteit zijn niet hetzelfde. Automatisering en connectiviteit zijn niet hetzelfde. Lees meer op pagina 20
International Business:
Minister Sigrid Kaag “Innovatie is onze grootste kracht, maar zeker niet de enige. We worden ook gezien als betrouwbaar.” Lees meer op pagina 10
Altijd een passende laadoplossing Voor zowel privé als zakelijke parkeerplaatsen Meer info: webasto-charging.com
265x50mm_Webasto_Analyse_FD-bijlage.indd 1
4-12-2019 10:44:41
2 INLEIDING – ANALYSENEDERLAND.NL
ANALYSE.
PROFIELEN IN DEZE PUBLICATIE
European Media Partner presenteert Analyse International Business & Future of Mobility. In deze campagne leest u alles over ondernemen in het buitenland en intellectueel eigendom, maar ook over last mile logistics en duurzame brandstoffen. We speken onder andere met minister Kaag van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Nederland staat er economisch goed voor, we zijn de zeventiende economie ter wereld en tweede op de Global Innovation Index. Ook buiten Europa gaan we steeds meer exporteren, waaronder in de Golfregio. Ook Edo Offerhaus, Algemeen directeur van NLinBusiness, draagt bij. Hij stelt dat ondernemers in Nederland een bepaalde mindset hebben waardoor we bijzonder succesvol zijn op het internationale toneel. We zijn positief, innovatief en ondernemend, en dat loont!
Maar om over de grens te ondernemen hebben we ook mobiliteitsoplossingen nodig. Zonder logistiek wordt internationaal exporteren namelijk erg lastig. We hebben het daarom ook over mobiliteit. Onder andere met Eric-Mark Huitema, directeur-generaal van de ACEA. Mobiliteit verandert drastisch, maar rekening houden met veiligheid moet nog altijd. Hij vertelt hoe we de veiligheid kunnen blijven garanderen, ook als we autonoom gaan rijden. Of u nu meer wilt lezen over internationaal zakendoen of juist wilt lezen over nieuwe vervoersopties, bij deze campagne bent u aan het juiste adres.
Sigrid Kaag Minister van Buitenlandse Handel
CONTENT WITH A PURPOSE
DENNIS & REMI TIPPEN! Internationaal ondernemen zit in ons bloed. U leest er meer over in het interview met Sigrid Kaag op pagina 10. Dennis Feld & Remi Kuchler, Campagne Managers
Edo Offerhaus Directeur NLinBusiness
INHOUD INTERNATIONAL BUSINESS
Rein Aarts Directeur Breikers.
4
Voorwoord: Edo Offerhaus
6
Intellectueel Eigendomsrecht
8
India open voor samenwerking
10
Profiel: Sigrid Kaag
12
Ondernemen in de Golf-regio
FUTURE OF MOBILITY
Wij wensen u veel leesplezier! Eric-Mark Huitema Directeur-generaal ACEA
16
Voorwoord: Rein Aarts
20
Profiel: Eric-Mark Huitema
22
Waterstof en mobiliteit
ANALYSE.
ANALYSENEDERLAND.NL
EXCLUSIEF VOOR HET WEB
DIGITALE CONTENT
Remi Kuchler dennis.feld@europeanmediapartner.com
remi.kuchler@europeanmediapartner.com Managing Director:
CHECK DE PODCAST Elke vrijdag kun je luisteren naar Analyse 15 minutes. Een podcast die jou bijpraat over de laatste trends en ontwikkelingen binnen verschillende branches. Zodat jij op kantoor, 's avonds thuis of van het weekend in de kroeg weet waar je het over hebt. We besteden hierbij aandacht aan uiteenlopende onderwerpen. Van Food Waste tot Privacy en van Droomhuizen tot Fair Trade.
Bekijk exclusieve films en video's op onze campagne website.
Op onze campagne website vindt u nog veel meer interessante artikelen en interviews.
@europeanmediapartner
analysenederland.nl
Amanda Ghidoni
Chief Content Officer
Mats Gylldorff
Redacteur:
Marjon Kruize
Layout:
Charlotte Hovenier
Tekst:
Eoin Hennekam Mark van der Heijden Jerry Huinder Hugo Schrameyer Henk Dilling Marjon Kruize
Coverfoto:
Pexels
Gedistribueerd:
Het Financieele Dagblad 2019
Drukkerij:
RODI Rotatiedruk
Dit is een commerciële uitgave. De FD-redactie heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
CONTENT WITH A PURPOSE
De podcast is te beluisteren via Spotify, iTunes en Soundcloud.
Volg ons digitaal:
Campagne Managers: Dennis Feld
European Media Partner Nederland B.V Keizersgracht 424, NL-1016 GC Amsterdam Tel.: +31 20 808 82 17 Email: nl@europeanmediapartner.com www.europeanmediapartner.com
Recycle of geef het magazine door!
European Media Partner is gespecialiseerd in contentmarketing en native advertising. Wij combineren redactionele inhoud met themakranten die bij toonaangevende dagbladen zijn bijgevoegd. Wij zorgen ervoor dat de boodschap van uw merk wordt overgebracht, en uw doelgroep de juiste beslissingen neemt. ADVERTENTIE
HET BELANG VAN NEDERLANDS ONDERWIJS IN HET BUITENLAND Een ding is zeker, het bijhouden van de Nederlandse taal is van belang voor de toekomst! Wonen of tijdelijk verhuizen naar het buitenland biedt kinderen een fantastische mogelijkheid om kennis te maken met een nieuwe omgeving. Ze leren een nieuwe taal, maar het is ook belangrijk dat zij de moedertaal goed onderhouden. Het liefst op een hoog niveau. Hiermee vergroot je de kans voor soepele instroom in het regulier onderwijs bij remigratie. DE VOORDELEN VAN HET ONDERHOUDEN VAN DE NEDERLANDSE TAAL Het bijhouden van je moedertaal is erg belangrijk. Als je je moedertaal goed blijft beheersen, is het makkelijker om een andere taal te leren. Daarnaast behoud je de mogelijkheid om later in Nederland een gewenste vervolg-
opleiding te volgen zonder (taal) achterstand. Naast het feit dat meertalige kinderen erg aantrekkelijk zijn voor de arbeidsmarkt is het ook essentieel om goed te communiceren met vrienden en familie in Nederland. FLEXIBEL NEDERLANDSE LES IN HET BUITENLAND De meeste ouders laten hun kinderen op een lokale school onderwijs volgen. Vaak hebben kinderen een druk schema met school en sport, maar met het flexibele lesprogramma van de Wereldschool kunnen kinderen met een volle agenda toch het Nederlands bijhouden. Kinderen kunnen in hun eigen tempo aan de lessen werken, het geeft ruimte om de lessen zelf in te plannen. Zo kan bijvoorbeeld zelf bepaald worden op welke dagen de Nederlandse lessen gemaakt worden of dat de vakanties benut wordt om lessen in te halen.
WAT DOET DE WERELDSCHOOL? De Wereldschool adviseert en begeleidt gezinnen die naar het buitenland gaan bij het regelen van het onderwijs voor hun kinderen. Denk aan: het vinden van een goede school, het aanbieden van taalcursussen en het verzorgen van afstandsonderwijs in de Nederlandse taal, uiteraard begeleid door bevoegde docenten. Naast het bijhouden van de Nederlandse taal biedt de Wereldschool het complete onderwijsprogramma voor basis- en voortgezet onderwijs aan. Zo’n programma is zeer van belang wanneer een gezin halverwege het jaar naar het buitenland vertrekt, een kind het examenjaar wil afronden of als er geen geschikte school in de buurt is. Meer weten? www.wereldschool.nl
EEN MODERN MOBILITEITSBELEID INRICHTEN.
EN DAN? 1. (be)grijp het beleid Er zit beweging in mobiliteit. De moderne medewerker wil mobiliteitsopties kunnen combineren: met de auto naar het station, de trein nemen naar het centrum van de stad en de ‘last mile’ afleggen met een deelfiets. Dat vraagt om herziening van het mobiliteitsbeleid. Vaak een flinke uitdaging voor bedrijven met 500+ medewerkers. Voor een toekomstbestendig mobiliteitsbeleid zoek je aansluiting bij de beleidsdoelstellingen van de organisatie en bij de wensen en eisen van de belangrijkste stakeholders in dit veranderingsproces. Stuur je op aantrekkelijk werkgeverschap, CO2-reductie, vitaliteit en/of kosten? Zodra helder is welke richting je op wilt, kun je in oplossingen denken. Ga je voor een kilometervergoeding, mobiliteitsbudget en/of beloningssystemen? En welke mobiliteitsopties sluiten aan bij het beleid en de locatie(s)? Als werkgever ben je in control, waar de medewerker geniet van een ruimer aanbod.
2. start met de oplossing Radiuz voorziet in gebruik van zowel ‘bezit’ als MaaS (Mobility as a Service): OV, (deel)auto, fiets, parkeren, tanken, laden, taxi en meer.
Bij Radiuz is de oplossing van vandaag niet per definitie die van morgen. We zien de start daadwerkelijk als start.
Want ‘what’s next’? Is dit nieuwe beleid in één keer raak, ook als de markt verandert? Levert het de verwachte resultaten? Dragen we voldoende bij Je wilt grip houden op je mobiliteitsbeleid, aan de beleidsdoelstellingen? Vragen terwijl je medewerkers meer keuze geeft. Op die we kunnen beantwoorden met échte reisdata van je medewerkers. het eerste oog een tegenstrijdigheid, Maar nog belangrijker: vervolgens maar gelukkig is deze goed op te lossen. kunnen acteren op de verkregen inzichten. Dat betekent dat we de mobiliteitsoplossing aanscherpen, zodat deze steeds meer ‘spot on’ is en je de gewenste resultaten weet te behalen. Na de verdieping uit stap 1 implementeren we een uitgebreide en passende mobiliteitsoplossing ondersteund met Radiuz heeft bewezen dé voorloper te zijn in technische mobiliteitsoplossingen. een mobiliteitskaart, multimodale Zo ontwikkelen we voor de Gemeente medewerkers-app en een uitgebreide Amsterdam een multimodale werkgeversportal. mobiliteitsapp, die een (hoognodige) betere bereikbaarheid van de Zuidas stimuleert. En dan is het een kwestie van beginnen.
“ ”
Nieuwsgierig? Neem contact met ons op of meld je aan voor de eerstvolgende Radiuz Mobility Academy via marketing@radiuz.nl.
radiuz.nl
3. en dan?
CONTENT WITH A PURPOSE
Foto: Unsplash
Foto: NLinBusiness
4 VOORWOORD INTERNATIONAL BUSINESS – ANALYSENEDERLAND.NL
Edo Offerhaus, Algemeen directeur NLinBusiness.
De ondernemende Hollandse mindset is ons belangrijkste exportproduct Verover de wereld in 2020, dat is de rode draad van deze boeiende special. Als algemeen directeur van NLinBusiness, dat de ambities van het internationaal opererende midden- en kleinbedrijf ondersteunt, is dat een leitmotiv waarin ik me prima kan vinden.
De potentie van ondernemers heeft
vaak een grotere reikwijdte dan zij zich realiseren: een kwestie van kansen identificeren. Tijdens handelsmissies – dit jaar werden er meerdere missies aangevoerd door minister-president Rutte en minister Kaag, verantwoordelijk voor Buitenlandse Handel – én tijdens individuele trajecten met ondernemers merk ik steeds weer dat de kansen over de grens legio zijn. Soms dichtbij huis, zoals in
Duitsland. Daar boeken Nederlandse ondernemers met hoogwaardige digitale kennis successen met 3D-printing in de auto-industrie. Ook op ‘exotische’ plekken kunnen Nederlanders verschil maken: zo vertrouwt Colombia voor stadsdistributie vandaag de dag op bakfietsen van Hollandse makelij. In Vietnam, waar steden dichtgeslibd zijn, wordt CO2-vrij transport gerealiseerd door elektrische scooters, made in Holland. De inventieve plannen van individu-
ele ondernemers verrassen mij elke keer. Die plannen nemen een nog grotere vlucht met wat hulp van een organisatie als NLinBusiness, met ‘hubs’ in groeimarkten die de lokale markt goed kennen. Een voorbeeld van hulp bij internationale groei is
‘De inventieve plannen van individuele ondernemers verrassen mij elke keer’ het vertalen van handelsverdragen naar ondernemerskansen. Een dergelijk verdrag dat onlangs met Japan werd gesloten, biedt grote mogelijkheden voor vleesexporteurs. Het succesvol implementeren van een exportplan vraagt echter om een gedegen marktverkenning vanuit een langetermijnplanning,
en daar komen wij in beeld. Succes ontstaat ook door krachten-
bundeling, om zo lokale uitdagingen te adresseren. Nederlanders stonden ooit vooral bekend om hun kennis op het vlak van watermanagement & agro. Die expertise is inmiddels flink uitgebreid met projecten rondom smart cities en innovatieve industriële processen. Op die kennis en kunde kan Nederland enorm kapitaliseren en gelukkig vinden ondernemers elkaar steeds makkelijker in succesvolle consortia. Zo maken ze samen een vuist om echte impact te realiseren. Aan de basis van elk succes staat de
Hollandse mindset, eigenlijk ons exportproduct nummer één. Van München en Warschau tot Ho Chi
Minh en Mexico-Stad: ik ken geen plekken waar ons positieve, innovatieve en ondernemende karakter in combinatie met onze mentaliteit van stevig doorpakken niet gewaardeerd wordt. De wereld is groot en Nederland is klein, daarom is het noodzaak maar vooral ook buitengewoon opwindend om van de wereld onze afzetmarkt te maken. Edo Offerhaus Algemeen directeur NLinBusiness
INVENTIEVE PLANNEN EN HOLLANDSE MINDSET Over de grens ondernemen is geen kattenpis. Op analysenederland.nl leest u er nog veel meer over.
ADVERTENTIE
Exporteren naar een nieuwe markt: zó maak je een zachte landing De groei van Nederlandse export komt meer en meer van markten buiten Europa. Internationaal ondernemen in die onbekende markten is uitdagend, maar ook ingewikkeld. Exporteurs hebben behoefte aan advies en een ijzersterk netwerk. In groeimarkten als Dubai, Bogotá en Kuala Lumpur kunnen Nederlandse ondernemers terecht bij NL Business Hubs, die de lokale markt op hun duimpje kennen. Zo’n Hub – waarin bedrijven en ondernemers met jarenlange ervaring in de betreffende markt zich verenigd hebben en samen een sterk ecosysteem vormen – is een landingsplek voor mkb’ers die hun vleugels uitslaan. De NL Business Hubs helpen ondernemers met hun marktentree en het ontwikkelen van een strategie, maar ook met praktische zaken zoals het vinden van een werkplek en werknemers. De Hubs hebben daarnaast een netwerkfunctie en brengen ondernemers in contact met relevante partijen en betrouwbare lokale partners en dienstverleners. De genoemde markten Dubai, Bogotá en Kuala Lumpur zijn booming en mogen niet ontbreken in de exportagenda’s voor 2020.
In Dubai zijn inmiddels ruim 250 Nederlandse bedrijven gevestigd. De Netherlands Business Council staat klaar om nieuwe ondernemers op weg te helpen. De grootste kansen vind je er in de sectoren water, energie, agro&food. Vanaf 20 oktober 2020 staat Dubai mondiaal in de spotlights vanwege de World Expo, met als thema Connecting Minds, Creating the Future. Bogotá biedt grote kansen voor Nederlandse bedrijven die actief zijn in land- en tuinbouw, agrologistiek, havenontwikkeling, scheepsbouw, duurzame energie, gezondheidszorg, retail & food, non-foodproducten en meer. Ruim 200 Nederlandse bedrijven hebben zich in de stad gevestigd en 750 exporteurs hebben Bogotá ontdekt als kansrijke afzetmarkt, met ondersteuning van Holland House Colombia. Kuala Lumpur is één van de meest toegankelijke en betaalbare locaties voor zakendoen in de ASEAN- en de Asia-Pacific regio. De infrastructuur voor een succesvolle ondernemersreis is er optimaal, het achterland dat bereikt wordt omvat drie miljard mensen. Aan de basis van dat succes staat de Malaysian Dutch Business Council, met 300 leden en vele waardevolle contacten.
Meer weten? Netherlands Business Council Dubai www.nbcdubai.com Holland House Colombia www.hollandhouse-colombia.com Malaysian Dutch Business Council www.mdbc.com.my
De hele wereld ligt open voor het Nederlandse mkb De blik van de Nederlander staat naar buiten gericht. De exportsector vertegenwoordigt een derde van de economische activiteit in Nederland. Zo’n 2,3 miljoen banen zijn hiermee gemoeid. Nederland wil een sterk handelsbeleid en dat is wat Europa voert. Het mkb profiteert van nieuwe exportmarkten dankzij EU-handelsovereenkomsten. Hierdoor zijn tarieven verlaagd en administratieve belemmeringen weggenomen in meer dan 70 landen als Turkije, Zwitserland, Singapore, Korea en Japan.
Wij helpen de Nederlandse ondernemer
Focus op duurzame handel
Er is veel praktische hulp voor Nederlandse bedrijven die internationale handel willen drijven. Via de EU-databank markttoegang en onze helpdesk handel krijg je antwoord op vragen als:
Handel speelt ook een belangrijke rol bij duurzame ontwikkeling. Met de EU- handelsovereenkomsten worden internationale afspraken over klimaat, milieubescherming, werknemers- en mensenrechten hooggehouden. Wie producten in de EU wil verkopen, moet onze regels toepassen.
•
Hoeveel kan ik aan rechten besparen in mijn export naar Canada, Japan of Colombia? Hoe gebruik ik een specifieke handelsovereenkomst om lagere of geen rechten te hoeven betalen? Aan welke regels en voorschriſten moet mijn product op de exportmarkt voldoen?
• •
Ga voor meer informatie naar: https://madb.europa.eu en https://trade.ec.europa.eu/tradehelp
78% van de Nederlanders profiteren van handel 7 14
Ja, ik profiteer er veel van Ja, ik profiteer er enigszins van Nee, ik profiteer er niet echt van Nee, ik profiteer er helemaal niet van Weet niet
19
8 10
38
19
Binnenkort wordt alle informatie samengebracht op het nieuwe Access2Markets portaal.
41
EU28
Buitenste taart
Binnenste taart
Bron: Speciale Eurobarometer 491, mei 2019
ALKMAAR
Lokale
Tulpen luchtzuiveringsapparatuur aadappelzetmeel
productEN
Amsterdam
Lokale
Cacaopoeder Krab Turf
productEN
Aalten
Aalten Roosendaal
Den Haag
Roosendaal
chocolade plantenbakken onderdelen van assen
NEDERLANDSE EXPORT NAAR CANADA
Advertentie EU in analyse Economie_FD_265x395.indd 1
Voedselverwerkende machines Waterverwarmers Kaas
productEN
Drachten
Den haag
papier en karton eierverpakkingsmachines standbeelden en ornamenten
Alkmaar
Drachten
Lokale
Amsterdam Rotterdam
Vis Krab Auto-onderdelen
Amsterdam
Rotterdam
Bloembollen Farmaceutische producten Plakband
NEDERLANDSE EXPORT NAAR japan
Amsterdam
Carrouselonderdelen Gelaste pijpen Cacaopoeder
Eindhoven Eindhoven
Varkensvlees Strijkplanken Naaimachines
NEDERLANDSE EXPORT NAAR SINGAPORE
28-11-19 13:33
6 INTERNATIONAL BUSINESS – ANALYSENEDERLAND.NL
CONTENT WITH A PURPOSE
Intellectueel Eigendomsrecht: octrooien, merken en modellen Foto: Unsplash
Een goed handelsidee kan de basis zijn voor (internationale) faam. Waar moet u rekening mee houden? Een goed idee linea recta uitvoeren
en de vruchten ervan plukken klinkt als muziek in de oren, maar zo eenvoudig gaat dat niet. Hoezeer dat ook vervelend nieuws lijkt, is het tegendeel waar. Johan Dedeckel, voorzitter van de Benelux-vereniging voor het merken- & modellenrecht en Eva van Wanrooij, voorzitter van de Orde van Octrooigemachtigden, vertellen hoe intellectueel eigendomsrecht er is om uw handelspositie en ook consumenten te beschermen tegen namaakgoederen. Dat is het doel van octrooien en het merken- en modellenrecht. De twee componenten verschillen
wel van elkaar. “Het merken- en modellenrecht is gericht op alle niet-technische componenten van een product of dienst, een octrooi juist op alle technische componenten”, aldus Dedeckel en Van Wanrooij. Ook de houdbaarheidsdatum van de registraties verschillen. “Een octrooi geldt voor twintig jaar, en die termijn kan in principe niet verlengd worden. Merken kunnen met een oneindige houdbaarheidsdatum worden geregistreerd.” Verder verschillen ook de registratievereisten. “Octrooien moeten wereldwijd nieuw en inventief zijn. Voor merken volstaat het dat het als eerste wordt aangevraagd in het
Dedeckel: “Voor een commercieel voordeel kan het aantrekkelijk zijn bedrijfsgeheimen te hebben en deze schriftelijk vast te leggen met alle betrokkenen van het bedrijf.”
register waar goederen en diensten met het merk zullen worden aangeboden”, vertelt Van Wanrooij. Doorgaans moet een registratie per land worden aangevraagd, al bestaan er voor octrooien, modellen en merken steeds interessantere registers waar meerdere landen gebundeld kunnen worden aangevraagd. “Merken worden bovendien gekoppeld aan een specifiek vakgebied”, vertelt Dedeckel. “Dit betekent dat dezelfde naam in meerdere branches kan worden gebruikt, zolang maar duidelijk is voor de consument dat er verschillen zijn.” Zowel merk-/model- als octrooiregis-
traties moeten dus aan een aantal eisen voldoen. Voor het registreren van een merk of model geldt een drietal principes. “Allereerst is er
een tijdsprincipe. Je moet de eerste zijn die dit merk laat registreren. Daarna is het merk oneindig verlengbaar. Het is een investeringsbescherming. Ten tweede is er het specialiteitsbeginsel. Je moet de branche waarin jouw merk opereert specificeren. Zoals gezegd, merknamen kunnen in meerdere branches terugkomen, denk maar aan Lotus toiletpapier of een Lotus-auto. Tot slot is er het territoriaal principe. Het moet duidelijk zijn aan welke locatie(s) het merk verbonden is. Bij internationale ambities is het daarom raadzaam vooraf te inventariseren of je merknaam in de landen die je voor ogen hebt beschikbaar is”, vertelt Dedeckel. Van Wanrooij schetst ook de vereis-
ten van een octrooi. “In de eerste
plaats moet de techniek waar de registratie voor wordt aangevraagd reëel toepasbaar zijn. Daarmee wordt bedoeld dat de techniek gebruikt moet kunnen worden voor de industrie en niet (alleen) voor persoonlijk gebruik. Verder moet de techniek wereldwijd iets nieuws zijn. Er zijn diverse tools en partijen die je kunnen helpen om dit te toetsen. De derde en laatste eis is dat de techniek echt een uitvinding is. Het moet echt iets bijzonders toevoegen dat zinvol is en niet alleen nieuw.”
de bereidingswijze, dan had twintig jaar later de hele wereld inzicht kunnen hebben in het recept. Door het een bedrijfsgeheim te houden heeft Coca Cola nu ruim honderd jaar een monopolie, in plaats van slechts twintig”, vertelt Van Wanrooij. Bedrijfsgeheimen worden bovendien wettelijk beschermd. “Voor een commercieel voordeel kan het aantrekkelijk zijn bedrijfsgeheimen te hebben en deze schriftelijk vast te leggen met alle betrokkenen van het bedrijf. Als iemand het bedrijfsgeheim alsnog verklapt kan dit aanleiding geven tot het betalen van een aanzienlijke schadevergoeding omdat het commerciële voordeel van het bedrijfsgeheim daarmee verloren is gegaan”, benoemt Dedeckel. Ten aanzien van registratieaanvragen
geeft Van Wanrooij aan dat eenieder zijn/haar onderzoek doet. “Zorg dat je weet waar je mee bezig bent. Laat je adviseren door deskundigen en denk goed na hoe je jezelf het beste beschermt.”
Eoin Hennekam
Een registratie van een octrooi, merk
of model kan helpen uw handelspositie te versterken. Toch is een registratie niet perse noodzakelijk. “Denk bijvoorbeeld aan de receptuur voor Coca Cola. Als er een octrooi zou zijn aangevraagd voor
KEN JE RECHTEN Op analysenederland.nl leest u nog veel meer over intellectueel eigendom en de rechten en plichten die daarbij komen kijken. ADVERTENTIE
Dat mag (g)een naam hebben! Wat hebben Armin van Buuren®, IDFA®, UWV® en theater Carré® met elkaar gemeen? Het zijn allemaal bekende namen. Merken zelfs, die door merkenbureau de Merkplaats zijn geregistreerd zodat zij er exclusief gebruik van kunnen maken. “Zonder dat je er erg in hebt, ben je de hele tijd bezig met merken”, zegt mr. Alphons Geerlings, oprichter van merkenbureau de Merkplaats. “De Museumkaart® is een merk. nijntje® is een merk, zelfs het internationale journalistennetwerk Bellingcat® is een door de Merkplaats geregistreerd merk. En het belang van merken wordt steeds groter.” Een merk, een geregistreerd merk beter gezegd, geeft de houder het exclusieve recht om dat merk te gebruiken. Zo kan Humberto Tan wél een kledinglijn onder zijn naam op de markt brengen, maar maken anderen die dit doen inbreuk op zijn merkenrechten. de Merkplaats helpt ieder persoon, organisatie of bedrijf die een naam als geregistreerd merk wil vastleggen. “We werken oplossingsgericht. We beginnen met een onderzoek, of het merk niet eerder is vastgelegd. Binnen een dag weet de cliënt of zijn merknaam beschikbaar is.”
Bij groen licht kan het merk direct gedeponeerd worden. “Onze corebusiness is het adviseren welke merkbescherming het best bij de wensen aansluit, in de Benelux of ver daarbuiten. Zo denken we mee over een optimale ontwikkeling en bescherming van het merk.” Ook als een punt achter de activiteiten wordt gezet, kan de Merkplaats helpen. “Het is zonde wanneer merken niet meer gebruikt worden en als sneeuw voor de zon verdwijnen. Wij kunnen de merknaam voor de cliënt verkopen. Zo worden vele merken weer nieuw leven ingeblazen.” Veel ondernemers, sporters, modellen, creatieven en overheden weten het kantoor aan de Herengracht 227 in Amsterdam te vinden. ‘’Waarom? We zijn laagdrempelig en spreken klare taal en durven nee te zeggen als we een registratie onnodig vinden.” U bent welkom voor een Bocca® cappuccino. Wanneer schikt het?
INTERNATIONAL BUSINESS – ANALYSENEDERLAND.NL
CONTENT WITH A PURPOSE
7
Het gras is groener aan de overkant en soms is de markt aan de andere kant van het Kanaal dit ook. Meer dan 100.000 Nederlandse bedrijven besluiten elk jaar om hun producten in het buitenland aan te bieden (CBS). In de meeste gevallen is dit het Verenigd Koninkrijk of Duitsland, maar vaak ook markten in andere werelddelen. Waar moeten bedrijven allemaal om denken als ze deze stap gaan zetten? Bedrijven die zakendoen buiten de
EU krijgen te maken met de btw-regels in ons land én de regels in het buitenland. Deze regels verschillen per land. Bij export van goederen naar niet-EU-landen brengen bedrijven nul procent btw in rekening. Bij import van goederen uit deze landen, betalen bedrijven onder andere invoerrechten en btw. Leveren bedrijven diensten aan afnemers buiten de EU of nemen zij diensten af van leveranciers buiten de EU? Dan is het van belang om te weten of de dienst in Nederland of in het andere land belast is. Behoorlijk wat zaken om rekening mee te houden dus. Gelukkig heeft de overheid enkele regelingen in het leven geroepen om Nederlandse bedrijven een handje te helpen. Met bijvoorbeeld Starters Inter-
national Business (SIB) helpt het ministerie van Buitenlandse Zaken bedrijven in het midden- en kleinbedrijf (mkb) die buitenlandse
Foto: Mostphotos
Omdenken bij zaken doen over de grens Waar moet diegene aan denken qua wetgeving? Het gaat hierbij wel om ‘losse’ vragen, niet om structurele dienstverlening. Als het hele terugtrekkingsakkoord
Hemmink: “Als een bedrijf bijvoorbeeld naar Spanje wil, is het van belang als eerste de website te laten vertalen. Soms is een bepaalde markt juist helemaal niet handig, en het is dan aan de coach om dit duidelijk te maken.”
markten willen opgaan. Het idee is dat export nieuwe kansen biedt voor bedrijven. Het kan leiden tot meer omzet, maar het kan ook het antwoord zijn op de toegenomen concurrentie op de binnenlandse markt. De stap naar het buitenland kan de risico’s van ondernemen spreiden, maar een nieuwe markt komt ook met eigen (potentiële) risico’s. Drie verschillende vouchers helpen bedrijven aan een concreet actieplan voor internationalisering, ondersteuning voor deelname aan handelsmissies of collectieve beursinzendingen en bij het inhuren van een deskundige; dit zijn vouchers voor coaching, missies en kennis. “De coachingvouchers zijn bedoeld
voor mkb’ers die geen ervaring hebben met internationaal ondernemen en eigenlijk geen idee hebben waar zij moeten beginnen”, vertelt Gea Hemmink, projectadviseur Starters International Business van
de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). De vouchers kunnen de ondernemers inzetten bij een coach die door RVO is aangemerkt. Met de coach volgen drie tot vijf gesprekken waarin zij motivatie, ambitie en onderscheidend vermogen bespreken. Het gaat hierbij zowel om het product als de eigenaar en het werkt als een soort SWOT-analyse. Vervolgens vergelijken zij verscheidene exportmarkten, doen zij een interne analyse en stellen zij een soort stappenplan op. Hemmink: “Als een bedrijf bijvoor-
beeld naar Spanje wil, is het van belang als eerste de website te laten vertalen. Soms is een bepaalde markt juist helemaal niet handig, en het is dan aan de coach om dit duidelijk te maken. Zo willen veel bedrijven naar China, maar houden ze geen rekening met alle regelgeving. Ook Duitsland kan voor sommige sectoren erg complex zijn. Ons doel
is om mensen scherp te houden en een spiegel voor te houden.” De missievoucher ondersteunt bedrij-
ven tijdens handelsmissies, bijvoorbeeld naar buitenlandse beurzen die door private partijen worden georganiseerd. De bestemmingen zijn heel divers, zoals de VS, Milaan of Parijs. In Parijs ging het bijvoorbeeld om een gezamenlijke beursinzending door partijen uit de creatieve sector. Middels vouchers betalen zij (deels) de deelnamekosten. De coachingvoucher heeft een waarde van 2400 euro, de missievoucher heeft waarde van vijftig procent van de deelnamekosten tot maximaal vijftienhonderd euro. Met deze voucher kunnen bedrijven
informatie en ondersteuning krijgen op juridisch en fiscaal gebied. Stel een bedrijf exporteert al naar een land en wil in dat specifieke land een verkoopkantoor openen.
is goedgekeurd, bij een Brexit-deal dus, wordt het Verenigd Koninkrijk tot 1 januari 2021 nog behandeld als een onderdeel van de EU. Bij een no deal of cliff edge niet. Dan krijgen ondernemers te maken met hogere invoerkosten, complexere procedures, meer controles en administratieve rompslomp. Dit kan ook gelden voor partijen die niet rechtstreeks handelen met het VK, zoals afnemers en toeleveranciers. Een goede voorbereiding op Brexit kost volgens de Belastingdienst twee maanden tot ruim een jaar. Dit hangt af van hoe bedrijven aangifte gaan doen: doen zij dit zelf of besteden zij het uit aan een douanevertegenwoordiger? Als zij zelf aangifte doen, is de voorbereidingstijd het langst. Te lang wachten met de voorbereidingen heeft langere voorbereidingstijden tot gevolg. Kortom: de stap naar het buitenland
kan een hele onderneming zijn, maar de overheid heeft genoeg regelingen in het leven geroepen om ondernemend Nederland een steuntje in de rug te geven. Aan de bedrijven om erachter te komen welke regelingen bij hen passen.
Annette Hoeksema
ADVERTENTIE
Zakendoen in buitenland vergt serieuze aandacht Voor ondernemerschap is een zekere vorm van lef nodig. Niks mis mee. Als het gaat om zakendoen in het buitenland dient er echter ook sprake te zijn van een dosis diepgaande voorbereiding. “Bij zakendoen in het buitenland spelen duidelijk andere wetmatigheden en gewoonten dan hier thuis”, stelt Edith Nordmann, managing partner bij ACG International.
Deze Attorney Consulting Group International is een full service-advocatenkantoor, waarbij de internationale ervaring van het team wordt ingezet om de ideale oplossing te vinden voor ondernemers die de stap over de grens willen zetten. Elke advocaat is daarbij expert in het individuele vakgebied. Gevraagd naar de highlights omtrent internationaal ondernemingsrecht antwoordt Nordmann dat je deze kwestie niet op deze manier moet insteken. Elk land kent zijn eigen wetmatigheden en gewoonten. In die hoedanigheid bestaan er dus geen panklare oplossingen. Ondernemers, zegt Nordmann, zijn veelal onvoldoende voorbereid bij het maken van de slag naar het buitenland. Dat kan leiden tot stroeve vormen van onderhandeling. Zo beseffen veel Nederlanders te weinig dat wij weliswaar van een ontspannen kwinkslag houden tijdens het zakendoen, terwijl Duitsers on-
derhandelingen veel serieuzer insteken. Gebrekkige voorbereiding kan echter ook tot meer desastreuze financiële consequenties leiden. Zo weet Nordmann van een ondernemer die succesvol zaken deed met India, terwijl hij de verdiende omzet niet uit het land richting de eigen bankrekening kreeg gesluisd. Misschien kun je ACG International het beste zien als een adviesorganisatie. Als een soort van verzekering tegen blunders en ongemak bij zakendoen in het buitenland. Daarbij geldt tevens dat het inhuren van specialisten aantoonbaar goedkoper is dan het repareren van
missers. Waar ACG International zich bovendien in onderscheidt, is de directe betrokkenheid bij de behoefte van de cliënt en het zoeken naar een passende oplossing. “Een ondernemer die een probleem ervaart, wil nu een antwoord. Ook in het weekeinde en in de avonduren. Hij wil niet wachten tot maandagochtend negen uur.” ACG International Amstelveenseweg 500 1081 KL Amsterdam T: + 31 20 800 64 00 W: www.acginter.com
8 INTERNATIONAL BUSINESS – ANALYSENEDERLAND.NL
CONTENT WITH A PURPOSE
Foto: NICCT
India opent de deuren voor samenwerking De potentie van India als handelspartner is enorm. Het land telt ruim 1,3 miljard inwoners, het opleidingsniveau is hoog. En bovendien, India is op zoek naar kennis uit Nederland. Als koning Willem-Alexander tijdens de India
Het is niet voor niks dat de koning en koningin met de handelsmissie mee zijn gegaan. “Zij hebben daar keihard gewerkt, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat en hebben zich uitstekend voorbereid. Ze hadden hun reis tot ceremoniële zaken kunnen beperken, maar hebben in hun kielzog bedrijven meegenomen en daarmee de handelsrelaties extra gestimuleerd.”
Nordmann is voorzitter van The Netherlands
‘India wil niet gezien worden als goedkoop productieland’
Tech Summit in New Delhi zijn speech houdt, hoort Edith Nordmann deze instemmend aan. “Innovatie gaat over co-creatie”, zegt koning Willem-Alexander daar. “Innovatie is het samenbrengen van internationale kennis en expertise om maatschappelijke vraagstukken die ons allen aangaan, aan te pakken.” India Chamber of Commerce & Trade (NICCT) en was in oktober dit jaar met het koningspaar, 44 Nederlandse bedrijven en tientallen wetenschappers op handelsmissie in India. De speech raakt precies aan waar India nu voor staat, vertelt ze na terugkomst in Nederland. “India wil niet gezien worden als goedkoop
Nordmann: "Er is een 10-jaren plan om samen te werken gemaakt."
Nieuwe kansen door handelsverdrag met Mercosur In het kort; Mercosur, het samenwerkingsver-
band tussen de Zuid-Amerikaanse landen Argentinië, Brazilië, Paraguay en Uruguay, en de EU zijn het eens geworden over een handelsverdrag. Dat akkoord neemt verschillende invoerrechten en lastige procedures bij de invoer weg. Producten die vanuit de vier landen naar de EU geëxporteerd worden moeten aan de strenge Europese normen voldoen. Het is het grootste handelsverdrag dat de
EU ooit heeft gesloten. Tenminste als het akkoord door alle 28 (straks 27) Europese parlementen is geloodst en het Europese parlement ook zijn fiat heeft geven. Europese bedrijven zullen dankzij het verdrag naar verwachting jaarlijks 4 miljard euro aan heffingen besparen. Met name Brazilië en Argentinië zijn belang-
apel ter wereld. Nederlandse ondernemers kunnen daarvan profiteren met hun kennis op het gebied van zaden, vooruitstrevende en duurzame productietechnologieën, en agro-logistiek, opslag en verwerking. Die mogelijkheden zijn er ook in Argentinië, 60 procent van hun export komt uit landbouw en veehouderij. In Argentinië is ook veel vraag naar kennis
de agro- en foodsector. Brazilië is ’s werelds grootste producent van koffie, suikerriet en sinaasappels en heeft de grootste veest-
Het werkt, ondanks dat de verschillen tussen
beide landen nog steeds groot zijn, in mentaliteit en manier van zaken doen. Niet voor niks helpt NICCT al achttien jaar lang Nederlandse ondernemers in India zaken te doen – en andersom. “Het allerbelangrijkste dat je je moet realiseren, is dat het alleen thuis gaat zoals je gewend bent, en dat je respectvol moet zijn als je zaken komt doen in een ander land.” Het grote verschil is het belang van een net-
werk in India. “In Nederland houd je privé en zakelijk gescheiden. Dat is in India absoluut niet het geval. Als je in India wil solliciteren vragen ze niet alleen naar je cv en motivatie, maar ook naar je familie en je rol daarin.”
is WAH!, een nieuwe handelsagenda van India. Wah betekent in India geweldig. De drie letters staan ook voor Water, Agriculture en Health, de gebieden waarop India graag wil samenwerken en zich wil ontwikkelen. Waar nodig zal India de maatregelen nemen die de samenwerking vereenvoudigen. “Er is een 10-jaren plan om samen te werken
gemaakt, daar gaan ze concreet mee aan de slag. Tijdens de UN Climate Adaptation Summit in Oktober 2020 in Amsterdam zullen de eerste resultaten worden gepresenteerd.” Kunnen Nederlandse bedrijven nu direct
aan de slag in India? “Zonder netwerk in India wordt je niet gedragen in je poging daar zaken te doen. Het opbouwen van het netwerk moet zowel in Nederland als in India gebeuren. In Nederland zijn hiervoor uitstekende netwerkorganisaties die speciaal gefocust zijn op het behartigen van de belangen van bedrijven en ondernemers die in of met India zaken willen doen – met een doel voor ogen: ze goed voorbereid succesvol zaken laten doen.”
en expertise op het gebied van waterbeheer, afvalwater en waterkwaliteit. Het land heeft veel last van de klimaatverandering. Terugkerende overstromingen hebben enorme economische gevolgen, maar een oplossing is er nog niet. In buurland Brazilië is gezondheidszorg een
groeiende sector. Elke Braziliaan heeft recht op gratis gezondheidszorg – al bestaat daarnaast ook een grote particuliere markt. Met een sterk vergrijzende bevolking en een groeiende middenklasse die zich private zorg kan veroorloven jaagt dat de vraag aan. Om de productiviteit op peil te krijgen is er steeds meer ruimte voor buitenlandse investeringen.
rijke partners voor Nederlandse bedrijven. Over en weer werd voor ruim 6 miljard euro verhandeld met Brazilië en een derde daarvan met Argentinië. Paraguay en Uruguay blijven daar met samen 800 miljoen euro ver bij achter. Brazilië en Argentinië zijn grootmachten in
productieland. Zij willen kennis op diverse gebieden van buiten naar binnen halen. En ze willen dat samen doen en de partners er ook aan laten verdienen.” Het werkt, vertelt ze. “Om een project te noemen: de Barapullah Drain. Daarin hebben Nederlandse en Indiase partners samengewerkt aan een nieuwe afvalwaterzuiveringsinstallatie. Dat werkt uitstekend.”
Een van de belangrijkste uitkomsten daarvan
Mark van der Heijden
ONDERNEMEN BUITEN EUROPA Op analysenederland.nl leest u nog veel meer interessante artikelen over ondernemen over de grens.
Mark van der Heijden
Foto: Mostphotos
Eindelijk, na twintig jaar onderhandelen, ligt er het handelsverdrag tussen het Zuid-Amerikaanse economisch samenwerkingsverband Mercosur en de EU. Dat biedt nieuwe kansen op het gebied van agro en food, waterbeheer en gezondheidszorg.
Bijna even belangrijk in India is hiërarchie.
Mercosur is het grootste handelsverdrag dat de EU ooit heeft gesloten.
9
Foto: Mostphotos
Foto: Persfoto
INTERNATIONAL BUSINESS – ANALYSENEDERLAND.NL
CONTENT WITH A PURPOSE
Bot: "Onze boterham ligt in een sterk Europa. En dat is niet alleen omdat we nu het grootste deel van onze internationale handel halen uit Europese landen."
‘Ondernemen zit ons in de genen’ Nederland was én is een grote speler op het internationale handelstoneel. Maar dat betekent volgens Bernard Bot niet dat we op onze lauweren kunnen rusten. “Het kan bliksemsnel veranderen.” Een fotomoment en een filmmo-
ment. Dat is hoe je de Nederlandse positie internationaal kan beoordelen volgens Bernard Bot, oud-minister van Buitenlandse Zaken en tegenwoordig lobbyist voor complexe internationale gelegenheden bij Meines Holla & Partners. “En als we dan kijken naar het fotomoment dan constateer ik dat we het heel goed doen, we zijn het beste jongetje van de klas in Europa. We bloeien en we groeien.” Maar als Bot het in een wat langer perspectief plaatst, het filmmoment, moeten we volgens de Brusselveteraan wel oppassen. “Er zijn veel kapers op de kust en we moeten niet terugvallen in zelfgenoegzaamheid. Dat is het grootste gevaar als je het goed doet, dat je daardoor achteropraakt. We krijgen een hele nieuwe orde in de komende tien jaar.” Bot doelt daarmee in de eerste plaats op de Brexit en de nieuwe verhoudingen die dat gaat opleveren. “En in de tweede plaats weten we niet hoe snel China en andere Aziatische landen gaan oprukken. Dat betekent dus dat we voortdurend naar voren, maar ook naar achteren moeten blijven kijken.” Als we even focussen op de Brexit, wat denkt u dat dit gaat betekenen?
“Het enige dat ik weet uit jarenlange ervaring als onderhandelaar is dat we altijd iets vinden. Zoals de zaken er nu voorstaan, vrees ik dat het een bikkelharde Brexit
wordt, al is iedereen zich ervan bewust dat een harde Brexit noch voor Engeland noch voor ons goed is. En zelfs al mocht het een harde Brexit worden, dan betekent dat echt niet dat de handel tussen Nederland en Engeland ineens stilligt. Wij zijn uitermate goed in het vinden van wegen om toch handel te blijven drijven”. Hoe komt dat? Waar zijn wij uitmuntend in?
“Ondernemen zit ons in de genen. Toen Indonesië de tabaksen cacaohandel verlegde naar Hamburg, veranderde er niks, want iedereen die in die handel zat verhuisde gewoon mee. En tot op de dag van vandaag zijn het Nederlandse handelaren die bepalen hoe die markt loopt. Onze grootste asset is onze ondernemingszin en eeuwenlange ervaring.” En verder?
“We hebben een goede reputatie: hard, maar betrouwbaar. Dat hoor je overal. Betrouwbaarheid is een enorme asset. Ik zeg altijd: ‘Zorg ervoor dat je altijd als betrouwbaar wordt gezien, zelfs al is je handelspartner onbetrouwbaar’.” En wat is onze grootste valkuil?
“Zelfgenoegzaamheid. Een instelling als ‘het hoeft allemaal niet zo, het gaat toch goed’ of een houding van ‘het zal wel eeuwig zo goed blijven’, is heel gevaarlijk. Het kan bliksemsnel veranderen. Kijk naar landen als India en China: daar is de absolute wens om te blijven ontwikkelen enorm groot. Daar wil iedereen het beter doen en beter hebben dan de vorige generatie. Dat moeten we ook blijven
houden. Het grootste gevaar is dat we gezapig worden.” Hoe ziet u de rol van Europa in het licht van Nederland als handelsnatie?
“Die rol is en blijft vitaal. Onze boterham ligt in een sterk Europa. En dat is niet alleen omdat we nu het grootste deel van onze internationale handel halen uit Europese landen, maar ook als tegenwicht tegen de grootmachten buiten Europa. En daar hoort dus ook verdere voltooiing van de Europese interne markt bij. Voor Nederland als doorvoerland is dat enorm belangrijk. Dan moet je niet kortzichtig zijn en mopperen dat het geld kost. Ik zeg altijd: ‘Je moet je mond houden, en ondertussen handelen’. Met andere woorden: Rutte en consorten kunnen nu wel tegen bepaalde Europese voornemens opponeren, maar we hebben onze partners nodig, in alle opzichten.” Dus meer Europa?
“Ja. Maar niet in de zin van dat we een Europese regering moeten hebben of een Europese buitenlandse politiek. Economisch en financieel meer, en laat dat andere even rusten. Een grotere markt kunnen we gebruiken. We zijn nu 500 miljoen, als we straks 600 miljoen zijn, dan is dat ook goed. Hoe groter je bent, hoe meer kracht je hebt.” Even naar een ander deel van de wereld: Amerika. U heeft in dit land gestudeerd en er tijdens uw carrière veel mee te maken gehad. Wat kunnen we op handelsgebied leren van de Amerikanen?
“Amerikanen bezitten een enorme flexibiliteit en veerkracht.
Amerika is een innovatief land, een ondernemend land, maar ook een hard en onverbiddelijk land. Je kan vreselijk onderuitgehaald worden, maar je krijgt ook alle kansen om weer op te veren. Daarnaast zijn ze hele goede zakenlieden. Wat zakendoen betreft kunnen we ons wel meten aan de Amerikanen, we zouden wat dat betreft broer en zus kunnen zijn.” Zal Amerika zijn rol als leidende handelsnatie tot in de lengte van jaren behouden?
“Nee, op den duur zal China gewoon de nummer 1 economie worden. Ze zijn ontstaan in 1949 en in 2049 willen zij het grootste, sterkste, machtigste en meest kennisrijke land van de wereld zijn en Amerika van de troon stoten. De 100 jaar marathon zoals ze zelf zeggen. En ze zijn hard op weg, maar Amerika zal zijn positie niet zomaar prijsgeven. Amerika is op het gebied van nieuwe economie bijvoorbeeld nog steeds koploper. Google, Facebook, Apple: allemaal Amerikaanse bedrijven.” Ziet u China als nieuwe wereldmacht als een kans of een bedreiging voor Nederland?
“Beide. We kunnen heel goed zakendoen met elkaar. We worden niet voor niets de Chinezen van het Noorden genoemd. Dat komt doordat we veel van dezelfde eigenschappen bezitten: volhardend, geduldig in het zakendoen, betrouwbaar. En niets is zo belangrijk als vertrouwen als je zaken wil doen met Chinezen.” Maar aan de andere kant?
“Moeten we ervoor zorgen dat we
onszelf beschermen. Als Chinezen willen investeren in de haven van Rotterdam, dan is dat prima, maar wij moeten wel de baas blijven. Hetzelfde geldt voor de infrastructuur. Samenwerken ja, maar wel onder goede voorwaarden.” Tot slot: wat zou u Nederlandse ondernemers, die in het buitenland willen opereren, aanraden?
“Wees creatief, maar vooral: informeer jezelf vooraf. En doe het: Nederlanders moeten zoveel mogelijk naar het buitenland, daar zijn we sterk in. Het is dan misschien wel David tegen Goliath, maar we zijn wel een hele sterke David. Een David die niet alleen een slinger heeft, maar een slinger met een robot erin. Maar: denk niet dat je in drie maanden echt zaken kan doen. Je moet over een lange adem beschikken.”
Jerry Huinder
FEITEN Bernard Bot was minister van Buitenlandse Zaken in de kabinetten Balkenende II en III en vervulde daarnaast veel verschillende rollen in de buitenlandse politiek. Hij is tegenwoordig werkzaam als lobbyist bij Meines Holla & Partners. In 2015 verschenen zijn memoires, Achter bezien.
HANDELEN OVER DE GRENS Als we handel willen drijven in het buitenland, moeten we volgens Bot voorkomen dat we ‘gezapig’ worden. Op analysenederland.nl leest u tips over zakendoen in het buitenland.
10 PROFIEL INTERNATIONAL BUSINESS – ANALYSENEDERLAND.NL
CONTENT WITH A PURPOSE
‘We zetten ons ervoor in om kansen te creëren’ Buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking gaan voor Sigrid Kaag hand in hand. En niet alleen omdat de twee nu eenmaal gezamenlijk onder haar verantwoordelijkheid vallen als minister, ze gelooft er écht in. “Werken aan de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN is niet alleen goed voor de wereld, maar ook voor ons land.” Als Sigrid Kaag op dit moment een
sterkte-zwakte analyse moet maken voor Nederland als handelsland, dan is haar conclusie dat Nederland er goed voorstaat. De cijfers liegen niet volgens de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking: we zijn de zeventiende economie ter wereld, op de Global Innovation Index zijn we tweede en het World Economic Forum heeft Nederland onlangs tot meest concurrerende economie van Europa bestempeld. “We presteren ook beter dan omliggende landen, zo bleek in september uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Export is voor ons heel belangrijk. We profiteren daarvan, maar het maakt ons ook kwetsbaar voor de gure buitenlandse wind die is opgestoken met het handelsconflict tussen de VS en China, het protectionisme van de VS en Brexit.” Een gure wind die zomaar voor een
flinke storm kan zorgen in ons land, wetende dat we ongeveer één derde van onze inkomsten in het buitenland verdienen. Vooral bij onze buurlanden, maar steeds meer buiten Europa, bijvoorbeeld in Maleisië, Brazilië, India én landen in de Golfregio. Des temeer reden voor Kaag om tijdens de EXPO Dubai 2020 flink uit te pakken. “De Golfregio is al jaren een belangrijk gebied voor ons. Nederlandse bedrijven exporteren jaarlijks voor meer dan 8 miljard euro aan goederen naar die regio en nog eens voor ruim 6 miljard euro aan diensten. In de Verenigde Arabische Emiraten zijn al meer dan 300
Nederlandse bedrijven actief. Variërend van Friesland Campina en Holland Water tot het familiebedrijf Priva. Andersom werkt het ook: grote investeerders uit de Golfregio investeren in Nederland. Dat levert hier banen op.” Het motto van de Nederlandse bijdrage aan de Expo Dubai 2020 is ‘Uniting Water, Energy and Food’. Waarom is daarvoor gekozen?
“De landen in de Golfregio zijn grootverbruikers van water en energie. De meeste voedingsmiddelen worden geïmporteerd. Verschillende Golfstaten willen hun relatie met water, voedsel en energie veranderen, ze willen het duurzamer aanpakken. We spelen in op die hervormingen die de Golfregio zelf voor ogen heeft. Hiervoor is veel kennis en kunde nodig. Nederlandse bedrijven, wetenschappers en kennisinstellingen hebben dit in huis en willen hierin graag samenwerken. Ons motto sluit hier naadloos op aan. Het mes snijdt dus aan twee kanten. Werken aan de duurzame ontwikkelingsdoelen van de VN is niet alleen goed voor de wereld, maar ook voor ons land doordat het ons bijvoorbeeld handel, investeringen of buitenlands talent oplevert.” Is het motto een resultante van de combinatie waar u als minister verantwoordelijk voor bent, namelijk Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking?
“Zo zou je dat kunnen zien: een duurzaam mondiaal handelssysteem is in het belang van onze open
economie. We zetten ons ervoor in om kansen op het terrein van voedsel, water en energie voor Nederlandse ondernemers te creëren. Een wereldtentoonstelling als de EXPO is daarvoor een wereldwijd podium, omdat besluitvormers uit de hele wereld daar bijeenkomen, ook uit ontwikkelingslanden.” Is innovatie en daaruit volgend Nederland als kennisland, dé boodschap die u aan de wereld wilt meegeven?
“Innovatie is onze grootste kracht, maar zeker niet de enige. Ik merk in mijn internationale contacten en tijdens handelsmissies dat de nauwe samenwerking die we door de jaren heen hebben ontwikkeld tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid ons een voordeel oplevert in andere landen. We worden gezien als innovatief en betrouwbaar.” ‘De verantwoordelijkheid die wij dragen voor onze planeet en toekomstige generaties is groot’, zei u bij de aftrap vanaf het Scheveningse strand. Moeten we dan niet juist wat minder handelen, wat minder consumeren, wat minder maken?
“Met ons gekozen thema en de samenwerkingsgerichte aanpak raken we maar liefst zeventien van de 21 duurzame ontwikkelingsdoelen. Het doel is juist om een nieuwe manier van handelen te ontwikkelen die voortkomt uit deze verantwoordelijkheid en dit besef. Duurzaamheid moet gewoon de norm worden. Gelukkig zien wij dat al heel veel terug bij de organisaties waarmee wij samenwerken
voor EXPO. Zij dragen met hun slimme technologieën bij aan duurzame oplossingen en daarmee aan een betere wereld voor toekomstige generaties.” Kunt u dat eens concreet maken?
“Zeker. Een goed voorbeeld hiervan zijn de diverse vooruitstrevende Nederlandse technieken in de kasen tuinbouw. Tuinbouwbedrijven kweken en bewerken daarmee gewassen op een milieuvriendelijke en duurzame manier, waarbij er aanzienlijk minder energie wordt verbruikt dan in traditionele kassen. Tevens verbruiken zij drastisch minder water en hebben zij nauwelijks een CO2-voetafdruk.” Gaan buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking ook écht hand in hand bij de Expo Dubai 2020?
“Ja. Als je kijkt naar de uitdagingen waarvoor veel ontwikkelingslanden staan, dan staan onze drie thema’s daarin heel centraal. De waterinnovatie in ons paviljoen is een mooi voorbeeld van Nederlandse bodem: hierbij halen we uit warme woestijnlucht water met behulp van zonne-energie. We kijken hoe we kunnen samenwerken in onze inhoudelijke invulling in ons paviljoen tijdens de EXPO. Zo werkt Nederland intensief samen met Noorwegen en een grote groep landen die ook geïnteresseerd zijn in het thema water om bijvoorbeeld de hoeveelheid plastic in de oceanen te reduceren of veilig drinkwater voor iedereen mogelijk te maken.”
als land weg wilt halen bij de EXPO?
“Een hele positieve samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen. De kruisbestuivingen die hieruit voortkomen, zijn zowel met aandacht voor de duurzame ontwikkelingsdoelen als groei en winstgevendheid vormgegeven. Als wij onszelf hiermee goed weten te positioneren, dan leveren we een grote bijdrage aan het versterken van de relatie tussen Nederland, de VAE, de bredere Golfregio en wie weet nog daarbuiten.” Tot slot: welk ander paviljoen bent u benieuwd naar en waarom?
“Nieuw-Zeeland en Singapore zijn onze buren op de EXPO. En dat belooft iets bijzonders te worden. In het Singaporese paviljoen, dat helemaal energieneutraal is, staan stedelijke innovaties centraal. In het paviljoen van Nieuw-Zeeland staat ‘zorg voor mensen en omgeving’ centraal; het weerspiegelt de Maori-cultuur dat de diepe verwantschap tussen mens en milieu benadrukt. Het paviljoen van het gastland wil ik ook niet ongenoemd laten, het is het grootste paviljoen van het EXPO-terrein en bovenal ook een staaltje indrukwekkende architectuur die gebaseerd is op een valk in vogelvlucht. Maar uiteraard is het Nederlandse paviljoen het mooiste. Het is een circulair klimaatsysteem, een live ervaring die alle zintuigen prikkelt. Het wordt iets heel speciaals.” Jerry Huinder
Wat is het belangrijkste resultaat dat u ADVERTENTIE
Het MKB gaat internationaal Momenteel zijn er veel te weinig mkb’s die internationaal handeldrijven. Wereldwijd minder dan 3%. Waarom? Opereren op de internationale markt is vaak een inefficiënt en complex proces. Ook moet er een hoop tijd geïnvesteerd worden, die ze niet meer kunnen gebruiken om hun bedrijf te doen groeien. Ze krijgen niet de juiste aandacht van logistieke dienstverleners, omdat deze veelal gefocust zijn op grotere spelers met grotere vracht. Ook heeft het mkb het lastig wanneer het gaat om het vinden van financiering en betalen ze een hogere prijs voor minder diensten. “Het mkb is de ruggengraat van onze economie en ze kregen niet de hulp die ze nodig hadden”, constateert Carmit Glik, CEO en managing director van Cogoport. “Daarom besloten we Cogoport op te zetten, een digitaal platform dat opgezet is om het mkb te voorzien van alle informatie die ze nodig hebben om succesvol internationaal te ondernemen. We doen dit met behulp van technologie, door een digitale community en marktplaats te realiseren speciaal voor het mkb.” Cogoport voorziet je gelijk van real-time informatie over de markt waarmee het mkb de beste prijzen van verzenders en freight forwarders in kan zien, het transport kan regelen en kan inzien waar hun verzending zich bevindt. “Binnen één minuut kan je alle informatie die je nodig hebt vinden. Je hebt hier alle documenten bij elkaar, waardoor het eenvoudig is zowel de koper als de verkoper te voorzien. We zorgen voor transparantie op de markt, zowel over tarieven als over de operationele en financiële zijde”, voegt Glik toe.
Het platform is een sterke community waarin iedereen samenwerkt om de juiste informatie voor iedereen beschikbaar te stellen. “Als je wilt groeien zijn im- en export noodzakelijk. Internationale bedrijven groeien meer en zijn efficiënter. Internationaal ondernemen zorgt voor meer klanten. Wij nemen de moeilijkheden die erbij komen kijken weg. Bedrijven kunnen daardoor tijd en geld besparen, wat hen de mogelijkheid geeft te focussen op hun groei.” In de afgelopen twee jaar hebben meer dan 30.000 bedrijven zich aangemeld voor het platform. “Hun groei laat zien dat we echt waarde toevoegen. We helpen het mkb internationaal te groeien met moderne technologie. Cogoport geeft hen de tijd om te focussen op klanten.” Kijk voor meer informatie op www.cogoport.com.
PROFIEL INTERNATIONAL BUSINESS – ANALYSENEDERLAND.NL 11
VRAGEN AAN ALPHONS GEERLINGS Foto: Persfoto
Foto: Rijksoverheid
CONTENT WITH A PURPOSE
Alphons Geerlings, directeur van de Merkplaats.
Wat is het verschil tussen merkenrecht en modelrecht? “Bij het merkenrecht gaat het om herkenningstekens, namen en logo’s, soms zelfs geluidsfragmenten en bijzondere tekens. Op basis van het modelrecht kun je de vormgeving van een product vastleggen. Als rechthebbende sta je sterker wanneer iemand je product namaakt.”
Wat is het verschil tussen modelrecht en auteursrecht?
FEITEN
De EXPO Dubai 2020 vindt plaats van 20 oktober 2020 tot 10 april 2021. In Dubai zijn straks 192 landen vertegenwoordigd: een record. Er komen naar schatting zo’n 25 miljoen mensen op af, zo’n 70 procent van hen woont buiten de Verenigde Arabische Emiraten.
De overeenkomst is dat beide de uiterlijke vormgeving kunnen beschermen. Het verschil is dat voor bescherming door het auteursrecht het ontwerp origineel moet zijn; het moet de stempel van de maker dragen, zoals dat in de jurisprudentie gesteld wordt. Bij modelrecht is dat niet nodig. Zelfs iets banaals als een autoband kun je met modelrecht beschermen. Met auteursrecht is dat moeilijker, omdat het ontwerp van een autoband niet origineel is.”
Voor wie is het modelrecht interessant? “Voor iedereen die producten maakt. In alle branches worden modellen beschermd, ook bij producten als boten of auto’s. Je beschermt de vormgeving omdat deze waardevol is. Je fiets zet je ook op slot, dus waarom niet een waardevol product?” Mark van der Heijden
ADVERTENTIE
CONTENT WITH A PURPOSE
VERBLIJF VOOR ZAKENREIZIGERS Foto: Pexels
Foto: Unsplash
12 INTERNATIONAL BUSINESS – ANALYSENEDERLAND.NL
Ondernemen in de Golf-regio De Zeeuw: “Alleen wanneer je aanwezig bent komen afspraken tot stand en worden er deals gedaan.”
Ondernemen in de Golf-regio biedt kansen, maar goed geïnformeerd zijn is uiterst belangrijk.
ken. Alleen wanneer je aanwezig bent komen afspraken tot stand en worden er deals gedaan.”
De Golf-regio is namelijk niet hetzelf-
De Zeeuw onderstreept ook het
de als Nederland, zoals u zelf ook begrijpt. Er is een aantal zaken waar u aan moet denken als u die kant op gaat. Leo de Zeeuw, algemeen directeur bij Holland Water B.V. (dat zich onder andere buigt over watervraagstukken in de Golf-regio), vertelt: “Logischerwijs is de eerste stap bij het ondernemen dat je marktonderzoek hebt gedaan. Zorg dat je je concurrenten kent en dat je de wet- en regelgeving tot je hebt genomen.” Want die markt is wezenlijk anders
dan hier, vertelt De Zeeuw. “De markt wordt gedomineerd door een aantal partijen, vaak families. Dit moet je weten en hier moet je rekening mee houden. Bij nieuwbouw, bijvoorbeeld, geldt dat je te maken krijgt met aannemers die feitelijk de dienst uit maken. Dit heeft invloed op hoe jij als ondernemer jezelf in de keten kunt werken. Houd er rekening mee dat deze partijen ook het tempo bepalen waarin gewerkt wordt en dat je er slim aan doet zoveel mogelijk fysiek af te spre-
belang van netwerken. “Netwerken heeft vanzelfsprekend altijd voordelen. Toch kan ik ook hier niet genoeg benadrukken hoe waardevol het kan zijn om bijvoorbeeld een partij in te schakelen voor verkennend werk, maar dat je ook verbinding zoekt met Nederlanders die je voorgingen, of organen van de overheid die specifiek gericht zijn op bijvoorbeeld ondernemen in Dubai.” Die kennisvergaring bij mensen en
partijen die u voorgingen en/of zich specialiseren in dit onderwerp is ook essentieel om voorbereid te zijn op bijvoorbeeld culturele verschillen in zakendoen. “Zo is Dubai een mengelmoes van culturen en nationaliteiten. Zakelijk zie je wel dat er veelal volgens Britse of Amerikaanse wet- en regelgeving wordt gehandeld. Dit betekent bijvoorbeeld dat aannemers er op uit zijn om zoveel mogelijk product voor zo min mogelijk geld te krijgen en dat de betalingsmoraal anders is dan hier. Facturen kun-
nen helaas doorgaans een stuk langer openstaan. Maak daarom hele duidelijke afspraken over bijvoorbeeld betaling.” Overige culturele aspecten komen uit de Islamietische cultuur, vertelt De Zeeuw. “Dit betekent dat het weekend op vrijdag en zaterdag valt en dat er bepaalde gebruiks- en fatsoensnormen zijn in het zakenleven. Neem die informatie goed tot je.” Ook vanuit een juridisch oogpunt
zijn er belangrijke verschillen. “Een geleverd product moet honderd procent in orde zijn. In Nederland komt het weleens voor dat een product na levering nog verder verfijnd wordt. In de Golf-regio is dit ongebruikelijk en ongewenst. Zorg dat een product vanaf levering precies doet wat het moet en dat alle documentatie, van handleidingen tot tekeningen, volledig in orde is, klopt tot in de punten en komma’s, en in het Engels beschikbaar is. Toets ook of alles duidelijk is. De kreet ‘geen nieuw is goed nieuws’ gaat daar niet op. Zorg altijd voor een bevestiging.” Zo kan er geconcludeerd worden
dat ondernemen in de Golf-regio niet niks is, maar het is het wat
De Zeeuw betreft dubbel en dwars waard. “Ondernemen in de Golf-regio is bijzonder interessant. Er wordt enorm veel, zowel letterlijk als figuurlijk, gebouwd en men is daar gek op innovatieve producten en projecten, bijvoorbeeld in het kader van duurzaamheid. Bovendien is tussen oktober 2020 en april 2021 de EXPO Dubai, een expo gericht op innovatie. Deze imposante expo biedt ruimte voor paviljoens voor 193 landen, die allemaal beoordeeld worden op duurzaamheid. Het is een ideaal podium voor innovatieve initiatieven van een land en deze tentoon te spreiden aan de wereld, ook voor het MKB. De Dutch Dubai organisatie ondersteunt hierbij.”
De zakelijke reismarkt is booming.
Een eenzame hotelkamer waar je tijdens je zakenreis tussen alle afspraken door je maaltijd verorbert. Het stereotype beeld van een zakelijk reiziger. Maar dat is aan het veranderen.
ondernemen in de Golf-regio enorm en zet alle zeilen bij om mensen te helpen hun ondernemingsdromen te verwezenlijken. Ondernemen in de Golf-regio is uitdagend, maar kansrijk. De markt is voor jong en oud ‘booming’ en een geweldige springplank voor internationale allure op een groot podium.
De zakelijke reismarkt is booming. Uit onderzoek van NBTC Holland Marketing blijkt dat in 2018 een kwart van de bijna 19 miljoen buitenlandse bezoekers voor zaken naar Nederland kwam. Zo’n driekwart hiervan bezocht ons land met een individueel zakelijk doel, zoals een afspraak met een klant of het bezoeken van een buitenlands bedrijfsfiliaal. De overige kwart kwam voor het bijwonen van een congres, tentoonstelling of andere grootschalige meeting. Volgens Hospitality Management.nl is de zakelijke reismarkt vorig jaar met zo’n zes procent gestegen en de verwachting is dat dit dankzij ‘een robuuste wereldhandel, stijgende cijfers voor producerende en opkomende markten en positieve ontwikkelingen op de valutamarkt zal blijven toenemen’. Ook wereldwijd neemt zakelijk reizen toe. In het Skift Business Travel Trend Report 2019 staat dat de Global Business Travel Association Foundation verwacht dat er in 2020 zo’n 1,6 biljoen euro in de zakelijke reiswereld om zal gaan. Kortom, er wordt veel zakelijk gereisd en al deze mensen moeten natuurlijk wel ergens verblijven.
Eoin Hennekam
Marjon Kruize
De Nederlandse overheid stimuleert
ADVERTENTIE
Green Award
25 jaar top keurmerk voor schepen Het Green Award-programma met bijbehorende certificaten heeft tot doel om een schonere en veiligere scheepvaart te stimuleren. Ook de actuele stikstofproblematiek heeft, naast diverse andere onderwerpen, de serieuze aandacht van de scheepvaart. Zowel het binnenvaart als zeevaart programma ondersteunen de geleverde inspanningen ten behoeve van de stikstof reductie middels een waardering in het programma. Het binnenvaart programma kent 3 certificatielevels, Brons – Zilver – Goud, om betere prestaties te stimuleren en we hebben geconstateerd dat door de jaren heen een groot aantal schepen zijn geupgrade van brons naar zilver. Schepen en rederijen die volgens maatstaven gecertificeerd zijn op het gebied van kwaliteit, veiligheid en milieu krijgen toegang tot incentives van onder andere havens en leveranciers van maritieme diensten en producten. Deelname levert dus – naast bescherming van onze planeet - tevens financieel voordeel op. Duurzaamheid speelt ook binnen de scheepvaart een steeds grotere rol van betekenis. Het Green Award-programma speelt daarop in door deelnemers op basis van een breed pakket van eisen kritisch te beoordelen. “Dat
is geen lichtzinnige observatie, dat is een stevig analyse”, stelt Executive Director Mr Jan Fransen van de Green Award Foundation. Tal van stakeholders zijn als toezichthouder bij beoordeling betrokken, waaronder maritieme specialisten, deskundigen uit de havenwereld, maar ook bijvoorbeeld financiële instellingen. Doorloop je een beoordelingstraject succesvol, waarbij veel checks en oordeelvelling is ingebouwd, dan heeft de aanvrager recht op het bijbehorende certificaat. Zo zijn er over de hele wereld (op vrijwillige basis) schepen en rederijen gecertificeerd door Green Award, van dichtbij huis in Nederland tot ver weg in Azië, Noord-America en overige continenten. Belangrijk voordeel van gecertificeerde deelnemers is dat het hen ernst is met het duurzaamheidsvraagstuk, veiligheid en welzijn van de bemanning. Het certificaat genereert daarmee tevens een onderscheidend concurrentievoordeel. Het bedrijfsleven wordt immers steeds vaker afgerekend op zijn milieu-impact. Schoon vervoer met schip is daar onlosmakelijk mee verbonden. De gecertificeerde deelnemers profiteren bovendien van verschillende kostenvoordelen, zoals goedkopere dienstverlening of goedereninkoop van maritieme leveranciers. Die incentives zijn ingebouwd, omdat zo ook die laatste groep zich kan manifesteren als duur
zame partner. Havens geven veelal korting op liggelden, terwijl financiële instellingen groene investeringen laagdrempelig beschikbaar maken. Een mooi voorbeeld van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Met klimaatverandering hoog op de agenda richt het programma zich tevens op het gebruik van alternatieve brandstoffen, hernieuwbare energiebronnen en recentelijk (binnenvaart) zero-emission voortstuwing. Wat allemaal begon in Rotterdam doet Green Award nu ondertussen 25 jaar wereldwijd!
Green Award Foundation Westerkade 7B 3016 CL Rotterdam T + 31 10 21 70 200 www.greenaward.org
INTERNATIONAL BUSINESS – ANALYSENEDERLAND.NL 13
CONTENT WITH A PURPOSE
Duurzaam ondernemen is radicaal ‘omdenken’ Foto: Mostphotos
December: de tijd om goede voornemens op te stellen en je er in vast te bijten. Ook voor bedrijven, want wat is een beter voornemen dan duurzamer te ondernemen in 2020?
Maar hoe kun je als bedrijf onder
deze omstandigheden toch duurzamer worden? “Dit komt in de basis neer op twee dingen. Allereerst moet de structuur van jouw organisatie volledig zijn gericht op het doel dat jij als bedrijf wilt nastreven.”
In tijden van groeiende energiebe-
hoefte en schaarse grondstoffen neemt het belang van maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) toe. Producten worden groener geproduceerd, wat blijkt uit meer hergebruikt materiaal en een langere levensduur, terwijl technologische ontwikkelingen nieuwe kansen voor groene groei opleveren. Ook hecht men steeds meer belang aan ’duurzaam zijn’. “We zien steeds meer consumenten,
activistische partijen als Greenpeace en Oxfam, kleine groepen aandeelhouders met macht en invloed en inspirerende leiders als Paul Polman (voormalig Unilever-topman, red.) die bedrijven proberen te activeren om groen te gaan”, vertelt Erinch Sahan, algemeen directeur bij World Fair Trade Organization (WFTO). Volgens hem komt deze backlash voort uit het zien van ongelijkheid. “We leven in een wereld waar een handjevol miljardairs hetzelfde bezit als de helft van de wereldbevolking. Dat zit ons dwars. Ook aan de milieuzijde: onze planeet kan maar een bepaalde ecologische voetafdruk aan.” Vanuit alle kanten worden bedrij-
levensvatbaar kunt zijn, terwijl je een sociaal doel nastreeft - zullen er meer volgen.”
Naast een solide basis is het ook noSahan: “Bedrijven moeten zelf sterk genoeg zijn om niet langer voor bodemprijzen te gaan.”
ven gestimuleerd om duurzaam te ondernemen. Deze aansporingen zorgen voor kleine stapjes. “Dat is goed, maar nog niet goed genoeg”, volgens Sahan. “We stevenen nog steeds op een klif af als het aankomt op de verwoesting van het milieu en de maatschappelijke ongelijkheid.” Als we niet gauw het stuur omgooien zal dat niet alleen desastreuze gevolgen hebben voor de planeet, maar ook voor de economie en de mens. “De planeet komt er over een paar
miljoen jaar wel weer bovenop. We doen het niet alleen voor de ijsberen, maar ook voor de mensheid. Voor het aanpakken van klimaatverandering hebben we sterk leiderschap van overheden nodig.” We zitten in een neerwaartse spiraal, waarbij we vooral de goedkoopste prijs voor arbeid en grondstoffen
nastreven en daardoor de laagste standaard op sociaal en milieuvlak aanhouden. “Alleen overheden kunnen dit doorbreken, door elkaar niet langer te beconcurreren en bedrijven niet meer de laagste prijzen aan te bieden.” Bedrijven hebben de hulp van de
overheid nodig om veranderingen door te voeren, maar kunnen zelf ook hun steentje bijdragen. “Alle bedrijven hebben de mindset dat ze hun winst willen maximaliseren. Dat moet anders. Dit paradigma fungeert als een dwangbuis waarin bedrijven niet meer de vrijheid hebben om keuzes te maken die goed zijn voor mens en milieu.” Sahan: “Bedrijven moeten zelf sterk
genoeg zijn om niet langer voor bodemprijzen te gaan. Hiervoor zijn nieuwe bedrijfsmodellen nodig,
waarbinnen winstmaximalisatie niet meer de hoogste prioriteit heeft. Het is daarbij belangrijk dat bedrijven realiseren dat ze een menselijke uitvinding zijn: je ziet tijdens een boswandeling niet opeens een wild, winstmaximaliserend bedrijf. Je bepaalt zelf het doel van je bedrijf. Je kunt niet van een bedrijf verwachten dat het opeens volledig duurzaam gaat ondernemen, zonder eerst de kern van de bedrijfsvoering aan te pakken.” Midden- en kleinbedrijven (mkb)
zijn nu de eerste ondernemingen die zichzelf de ruimte gunnen om andere prioriteiten te stellen. “Voor deze bedrijven is het makkelijker om dit soort leiderschap te vertonen, omdat zij met minder meningen en wensen te maken hebben. Zodra het kwartje ook bij grote corporates valt - dat je commercieel
dig om uit te voeren. “Het tweede deel van duurzaam ondernemen is de gedragscomponent: hoe gaat jouw organisatie in de praktijk om met zijn werkers en grondstoffen? Is jouw bedrijf bereid om de juiste keuzes te maken?” Een sterk DNA dat uiteindelijk terug te zien is in de besluitvorming is dus cruciaal. “De volgende stap is om mensen om
je heen te verzamelen die verschillende takken uit je bedrijf representeren. Iemand die de mening van de werknemers, milieugroeperingen en mensen in de toevoerketen verwoordt. Ook is het belangrijk dat je een deel van de winst herinvesteert in het behalen van de missie van het bedrijf.” En als laatste nog een tip: “Kijk altijd goed uit van wie je investeringen accepteert. Soms is het beter om langzaam te groeien dan een grote som geld aan te nemen en daarmee de controle over je bedrijf en haar missie te verliezen.” Mandy Kraakman ADVERTENTIE
INTERNATIONAL SEARCH & RECRUITMENT Search & Selection International Projects is een expertisecentrum dat opereert vanuit België als centrale en strategische Europese locatie. Wij hebben meer dan 20 jaar hands-on ervaring in op maat gesneden internationale searchopdrachten en cross-border rekruteringscampagnes voor managers, commercieel en technisch kader én young potentials. www.searchselection.com/international
m.vanbeethoven@searchselection.com, Tel. +32 495 81 90 77
DOING BUSINESS IN AFRICA Search & Selection zoekt en selecteert sinds 10 jaar key medewerkers voor en op het Afrikaanse continent vanuit een eigen vestiging in Pretoria (ZA). Met onze terreinkennis en een uitgebreid netwerk geven wij daarnaast HR-advies aan bedrijven die een vestiging, samenwerking of overname overwegen in Afrika. www.searchselection.com/africa
f.claerhout@searchselection.com, Tel. +32 475 45 24 98
Search & Selection is een erkend adviesbureau voor werving, selectie, evaluatie en ontwikkeling van personeel. Sinds 1977 leveren wij totaaloplossingen aan zowel private ondernemingen als overheidsorganisaties, nationaal en internationaal. Met kennis van zaken en mensen
14 INTERNATIONAL BUSINESS – ANALYSENEDERLAND.NL
CONTENT WITH A PURPOSE
Nieuw douane-aangiftesysteem leidt tot forse ingreep Foto: Mostphotos
Nederland krijgt een nieuw aangiftesysteem. Consequentie daarvan is dat er aanpassingen nodig zijn in douanesoftware en logistieke processen. “Welkom in mijn wereld”, stelt de
voorzitter van de Alliantie Douane Software, een samenwerkingsverband van software-leveranciers op het gebied van douane en accijnzen. Wanneer hem wordt gevraagd naar de complexiteit van de nieuwe regelgeving, moet hij inderdaad toegeven: het is behoorlijk pittige materie. Waar deze verandering mee van doen heeft, is dat Europese landen voortaan op dezelfde wijze hun douaneaangifte-dataset richting Brussel moeten verzorgen. Van standaardisatie was voorheen geen sprake, maar dat wordt nu dus rechtgetrokken. “Dus eigenlijk kunnen we deze aanpassing alleen maar toejuichen. Harmonisatie tussen Brussel en de verschillende EU Landen is zeer wenselijk op dit gebied.” Lang verhaal kort: vanaf volgend jaar
kunnen alle aangevers hun douaneaangiftes indienen via het nieuwe Douaneaangiften Management Systeem (DMS), dat in de plaats komt van het huidige AGS. Overstap is broodnodig, niet om de verschillen tussen aangiftes per land te harmoniseren, maar ook omdat het huidige systeem uitsluitend focus had op in- en uitvoer. Het nieuwe systeem houdt tevens rekening met plaatsing in douane-entrepots en tijdelijke in-
materie. Daarbij valt aan te tekenen dat het uitfaseren van het huidige AGS stapsgewijs van start gaat. Alle aangevers worden daarbij nauwlettend begeleid door de douane en hun softwareleveranciers. Waar nog onduidelijkheid over bestaat,
Groenendijk: “Overstap is broodnodig, niet om de verschillen tussen aangiftes per land te harmoniseren, maar ook omdat het huidige systeem uitsluitend focus had op in- en uitvoer.”
voer/actieve veredeling. Dat leidt tot een enorme toename aan aangiftes. Er zijn scenario’s bekend, waarbij rekening wordt gehouden met een stijging van de huidige jaarlijkse 4 miljoen naar 300 miljoen aangiftes, zelfs nog meer. Dus daar zijn ook nieuwe systemen en hardware voor nodig. En dan is er nog iets. Bedrijven die
gebruikmaken van de mogelijkheid voor Geautomatiseerde of Schriftelijke Periode Aangifte (GPA/SPA) zullen ook systemen, processen en procedures moeten aanpassen. Ook dat is weer zeer veelomvattende materie, maar waar het in de basis op neerkomt, is dat de douane nu veel nadrukkelijker real time meekijkt in de aangiftes. Systemen van
nu zijn gebaseerd op technieken die in de jaren tachtig en negentig zijn ontwikkeld. Het wil gebeuren dat sommige bedrijven nog aangiftes in de administratie schrijven, waarna ze eind van de maand een groot tekstbestand op cd-rom naar de douane sturen. Dat is echt niet meer van deze tijd. Als DMS live is, werkt iedereen met een eenduidige datastructuur voor alle aangiftestromen. Ondernemers is niets menselijks
vreemd. Er bestaat ongetwijfeld bij veel bedrijven de alertheid om tijdig te reageren op de veranderende omstandigheden, maar mogelijk is er ook de neiging tot uitstelgedrag. Wat de voorzitter in deze context wil benadrukken, is dat de wijziging niet valt af te doen als een variatie
op een oud thema. “Wat was, is niet meer. We zullen met z’n allen terug moeten naar de tekentafel en moeten nadenken hoe we in de toekomst willen gaan werken. Je moet gaan nadenken over de vergunningen die je wilt aanhouden of over verschillende douanescenario’s om aangifte te doen. Bovendien is ook af te vragen waar IT nu kan ondersteunen daar waar dat in het verleden te kostbaar of moeilijk was. En als je beseft dat controles tot vertraging kunnen leiden, moet je ook gaan nadenken over de controlemogelijkheden vanuit de douane.” Kortom, hiermee vooral gezegd wordt,
is dat bedrijven zichzelf rigoureus in de vingers snijden als ze onvoldoende aandacht hebben voor deze
is de inwerkingtreding van het Douaneaangiften Management Systeem. Dat stond oorspronkelijk voor begin volgend jaar op de rol, maar is nu doorgeschoven naar medio of eind van 2020. Softwareleveranciers zijn daar niet gelukkig mee, te meer omdat het de bedrijven amper wordt gegund om hun oplossingen adequaat te kunnen testen. Een geforceerde release van amper geteste sofware kan uiteraard tot nadelige consequenties leiden, terwijl de Alliantie Douane Software daar nog bij aantekent dat bedrijven niet moeten wachten en samen met softwareleveranciers moeten kijken hoe de nieuwe toekomst er uit kan komen te zien.
Hugo Schrameyer
STANDAARDISATIE BIJ DE DOUANE Het douane-aangiftesysteem wordt gestandaardiseerd. Wilt u er meer over weten? Kijk dan op analysenederland.nl. ADVERTENTIE
“Dit is de kans om maximaal te profiteren van overstap naar nieuw douaneaangiftesysteem” Richard Groenendijk | General Manager, AEB Nederland
1011001 Verbeter inefficiënte processen
Integreer met andere (ERP) systemen
Alle bedrijven die export- of importaangiftes indienen, moeten hun huidige processen en procedures aanpassen door de komst van het nieuwe Douaneaangiften Management Systeem (DMS). Dat biedt uitdagingen, maar nog veel meer kansen. Het sleutelwoord: digitalisering. Het nieuwe Douaneaangiften Management Systeem (DMS) vervangt het huidige Aangiftesysteem (AGS) inclusief de bestaande procedures voor generieke en schriftelijke periodieke aangiftes (GPA/SPA), plaatsing in douane-entrepots en passieve/actieve veredeling en tijdelijke invoer. Alle aangevers zullen hun huidige processen en procedures opnieuw tegen het licht moeten houden. Dat betekent een flinke inspanningsverplichting, maar wel een verplichting die tegelijkertijd mogelijkheden biedt om bestaande problemen op te lossen, processen efficiënter te maken, doorlooptijden te verkorten en kosten te verlagen. “Wat was, is niet meer”, stelt Richard Groenendijk, general manager van AEB Nederland. “De Nederlandse douane dwingt aangevers om meer real-time te werken. Daardoor wordt de inrichting van douaneprocessen nog belangrijker en neemt het belang van IT-ondersteuning aanzienlijk toe. Dit is een verandering die kansen biedt voor alle aangevers.” Het probleem is dat geen enkel bedrijf meer zit te wachten op ellenlange software-implementaties, hoge kosten voor aanschaf van software en hardware en gedoe met onderhoud en updates. Met name in de wereld van export en import is het een uitdaging om elke dag opnieuw up-to-date te zijn. Groenendijk adviseert om de overstap op DMS aan te grijpen voor een drastische verbeterslag in de bedrijfsvoering. Bedrijven die regelmatig aangiften indienen bij de douane willen intelligente oplossingen die meerwaarde bieden. Door processen te digitaliseren en automatiseren, kunnen aangevers
Gratis mini-hulpgids ‘Op weg naar DMS’
Automatiseer handmatige taken
Digitaliseer externe samenwerking
handmatige taken elimineren, processtappen overslaan of standaardiseren, fouten verminderen en vertragingen voorkomen. “Wie wil er nou geen oplossing die meer doet dan alleen het versturen van berichten?”, aldus Groenendijk.
Zet kunstmatige intelligentie in
Monitor en verbeter resultaten
onderhoud en updates. En dankzij de unieke AEB data-service beschikken ze altijd over de meest actuele en betrouwbare data over wet- en regelgeving, tarieven en sanctielijsten.
Global trade en supply chain management
“De kunst is om maximaal gebruik te maken van de mogelijkheden die IT-oplossingen bieden”, verklaart Groenendijk, die nog veel meer mogelijkheden ziet voor digitalisering van douaneprocessen. Denk aan een digitale assistent voor productclassificatie die op basis van kunstmatige intelligentie automatisch de juiste goederencode en dual-use/exportcontrolenummer voorstelt. Of aan software die checkt of een bepaalde exportzending in aanmerking komt voor een preferentiële regeling en daardoor goedkoper in het land van bestemming kan worden ingevoerd. En wie dat wil, kan alle transacties automatisch laten screenen ten opzichte van sanctielijsten.
AEB combineert een dekkend portfolio op het gebied van global trade management met een uitgebreid pakket van oplossingen voor warehousing, transport en supply chain management. De oplossingen van het softwarehuis met hoofdkantoor in Stuttgart worden dagelijks gebruikt door meer dan 5.000 klanten in 35 landen. Sinds vijf jaar beschikt AEB over een vestiging in Nederland met een team van zeer ervaren experts, dat verladers, logistiek dienstverleners, expediteurs en douaneagenten adviseert over de inrichting van processen en de bijbehorende IT-ondersteuning.
Next-gen douanesoftware
Nieuw: douane-entrepot oplossing
AEB is een next-gen softwareleverancier die nieuwe technologische mogelijkheden aangrijpt om adequaat in te spelen op veranderende behoeftes van bedrijven in de internationale handel en logistiek. De douaneoplossingen van AEB begeleiden douanespecialisten stap voor stap door het hele aangifteproces. Door integratie met ERP-systemen – met eenvoudige API’s in plaats van XML- of csv-bestanden - blijft het handmatig overnemen van informatie tot een minimum beperkt. Gebruikers van SAP kunnen zelfs aangiftes indienen vanuit hun vertrouwde werkomgeving zonder te hoeven overschakelen naar het AEB-systeem. Besteedt het bedrijf zijn aangiften liever uit aan een douane-agent? Dan is software beschikbaar voor een volledig geautomatiseerde, papierloze communicatie met de agent. Bijkomend voordeel: AEB biedt cloud-oplossingen in de vorm van een dienst: klanten betalen naar gebruik zonder zich hoeven te bekommeren over
AEB combineert de Duitse ‘gründlichkeit’ met een hoge mate van innovativiteit. Onder aanvoering van het Nederlandse team is AEB bijvoorbeeld gestart met de voorbereidingen voor een nieuwe oplossing voor douane-entrepot administratie met aansluiting op DMS. Daartoe werkt AEB samen met acht pilot-bedrijven, die inzicht geven in hun processen en data. Groenendijk: “De aansluiting op DMS betekent dat we de nieuwe dataset en berichtspecificaties meenemen, maar ook dat we integraal de mogelijkheid opnemen om real-time aanvullende aangiftes te versturen. AEB zorgt ervoor dat bedrijven het maximale uit hun software halen en zo min mogelijk interventies van de douane ondervinden. Daarmee loopt AEB voorop.”
DMS Seminar 17 maart 2020, Utrecht
Ga naar aeb.com/fd
CONTENT WITH A PURPOSE
Foto: Persfoto
16 VOORWOORD FUTURE OF MOBILITY – ANALYSENEDERLAND.NL
Rein Aarts, Directeur Breikers.
Tijd om in beweging te komen Stel je voor: jij bent die (HR-) manager die op zaterdag deze campagne over mobiliteit doorbladert. Je vraagt jezelf af: wanneer hebben wij eigenlijk voor het laatst naar onze zakelijke mobiliteit gekeken? Schrik niet, dat was in de vorige eeuw! Als je dan ook nog eens ontdekt dat mobiliteit verantwoordelijk is voor meer dan 20% van je bedrijfskosten en 75% van je CO2 footprint én je collega’s het steeds vaker hebben over die concurrent die het wél goed heeft geregeld, dan weet je dat het tijd is om in beweging te komen. Je googelt eens wat en ontdekt al snel waar je bang voor was: niets is meer wat het was…. De wereld van mobiliteit is in be-
weging als nooit tevoren. De enige
zekerheid lijkt dat alles structureel aan het veranderen is. Deze Analyse geeft daarvan een prachtige bloemlezing. Voor werkgevers biedt al die innovatie natuurlijk heel veel kansen. Tegelijkertijd zie ik dagelijks ook de keerzijde: onzekerheid en keuzestress. De bomen en het bos... Heel veel mooie verhalen, maar wie moet ik nou geloven? Als we bij werkgevers aan tafel zitten
om na te denken over hun mobiliteit van de toekomst, dan merk ik dat ze geneigd zijn om meteen in oplossingen te denken. Pragmatisch, best logisch eigenlijk. Toch sla je daarmee een essentiële stap over. Waar je mee moet beginnen is je motief: Zijn het de kosten (en wat zijn die dan) of je CO2 footprint (en wat is die dan), is het de vitaliteit
van je medewerkers of modern werkgeverschap? Dat motief is allesbepalend voor het maken van keuzes en het meekrijgen van je organisatie. Het fundament dat je absoluut nodig hebt om op te bouwen. Het mooie is dat die mobiliteit van
de toekomst scoort op elk terrein: goedkoper, gezonder, groener, flexibeler, sneller. Win-win-win. Aantoonbaar, meetbaar, zichtbaar! Daarvan hebben we binnen ons werkgeversnetwerk talloze inspirerende voorbeelden. Het ziekenhuis dat via een slimme fiscale regeling heel veel medewerkers kosteloos aan een mooie e-bike helpt. Het internationale adviesbureau dat bij buitenlandse reizen tot 700 km het vliegtuig verruilt voor de trein en
‘Het mooie is dat die mobiliteit van de toekomst scoort op elk terrein: goedkoper, gezonder, groener, flexibeler, sneller’ daarmee een flinke hap uit zijn CO2 footprint neemt. De bank die zich met een kleine vloot elektrische deelauto’s een fikse hoeveelheid
leasecontracten, parkeerplaatsen en dus kosten bespaart. Sinds 2015 helpt Stichting Breikers
werkgevers in de Metropoolregio Amsterdam bij de transitie naar slimme, duurzame mobiliteit. Van zowel mensen als goederen. Opgericht door VNO-NCW en ORAM weten we wat werkgevers beweegt. Het is onze gezamenlijke investering in een bereikbare, leefbare regio. Met resultaat: 240 werkgevers halen inmiddels 10.000 mensen uit de spits, reduceren 30.000 kg CO2 en vermijden 170.000 autokilometers. Elke werkdag weer! Tijd om in beweging te komen. Rein Aarts Directeur Breikers
ADVERTENTIE
Mobiliteit in de Provincie Limburg De Provincie Limburg heeft ontegenzeggelijk een eigen profiel, als enige provincie in Nederland is de regio verbonden met twee landsgrenzen, Duitsland en België. Mensen wonen, werken en recreëren er steeds meer over de landsgrenzen heen. Toch brengt dat tegelijkertijd de nodige barrières met zich mee in taal, cultuur, en wetgeving. Om deze barrières op het gebied van mobiliteit weg te nemen werkt de Provincie Limburg aan Mobility as a Service: je reis plannen, boeken en betalen met één app, ook als het gaat om een grensoverschrijdende verplaatsing. Middels een nationale pilot, die in samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur Waterstaat en het Programmabureau Zuid-Limburg Bereikbaar wordt uitgevoerd, hoopt Limburg het reizen over de grenzen heen gemakkelijker te maken. De consument vindt bezit, zoals een eigen auto, steeds minder belangrijk. Beschikbaarheid, flexibiliteit en www.limburg.nl
dienstverlening staan hoog in het vaandel. Precies waar MaaS voor staat. Naast gebruiksgemak biedt de app reizigers informatie over alle vervoersmogelijkheden, om snel en comfortabel van deur tot deur te reizen. Denk aan (deel)auto’s, openbaar vervoer, (deel)fietsen en taxi’s. Hiermee worden alternatieven voor de auto gestimuleerd en de bereikbaarheid verbeterd. De app geeft reizigers actueel en persoonlijk reisadvies en updates over vertragingen, files en alternatieve routes. Naast deze informatie is het ook mogelijk direct je reis te boeken en betalen. Het doel van MaaS is om met name duurzame maar ook grensoverschrijdende mobiliteit te stimuleren. Door te experimenteren met MaaS wil de Provincie Limburg leren wat de effecten zijn van MaaS in een verandering naar duurzamere mobiliteit.
FUTURE OF MOBILITY – ANALYSENEDERLAND.NL 17
Foto: Unsplash
CONTENT WITH A PURPOSE
Hemerik: “Elektrisch rijden is nog niet het ‘nieuwe normaal’, maar we zien wel dat bedrijven werken aan de elektrificatie van het wagenpark.”
Autoleasebranche speelt belangrijke rol bij verduurzaming wagenpark
Autoleasemaatschappijen zijn ‘de spin in het web’ van consument, bedrijfsleven en overheid bij de invulling van toekomstige mobiliteit. Dat vindt minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat. “Elektrisch rijden is nog niet het
‘nieuwe normaal’, maar we zien wel dat bedrijven werken aan de elektrificatie van het wagenpark”, zegt Directeur Renate Hemerik van de Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen (VNA). Een van de instrumenten waarmee werkgevers handen en voeten kunnen geven aan hun mobiliteitsbeleid is het mobiliteitsbudget. Hiermee kunnen medewerkers, binnen de kaders van de mobiliteitsregeling van hun bedrijf, zelf bepalen hoe ze voor hun werk reizen. Dat kan het OV, een taxi/Uber, e-bike, auto (lease, deel, privé) of scooter zijn. Of een combinatie hiervan. “Het mobiliteitsbudget komt na jaren van terughoudendheid wat hoger op de agenda, maar het loopt zeker nog geen vaart. Je ziet wel dat werk-
gevers én werknemers steeds meer zoeken naar de meest optimale beantwoording van de mobiliteitsvraag.” Volgens Hemerik hebben autolease-
maatschappijen een belangrijke adviserende rol bij het verduurzamen van het Nederlandse wagenpark. Met de juiste analyses van het wagenpark en met de juiste kennis van het aanbod, kunnen ze bedrijven goed adviseren over de implementatie van elektrisch rijden. “De autoleasebranche tekent voor bijna de helft van alle nieuw verkochte auto’s in Nederland. Dat betekent dat de branche voor een versnelling kan zorgen als het gaat om schone, zuinige én veilige auto’s op de vaderlandse wegen.” Nederland telde eind 2018 (het recordaantal) van 1 miljoen leaseauto’s, waarvan 150.000 private leasecontracten, becijferde de VNA. Het toenemend aantal leaseauto’s levert een bijdrage aan de vergroening van de automobiliteit in Nederland, stelt Hemerik. “Een gemiddelde nieuwe leaseauto levert per kilometer minder
CO2-uitstoot dan andere auto’s.” Bij private lease is er volgens haar
nog een extra voordeel. “Consumenten die kiezen voor een private leaseauto stappen daarmee uit een vaak oudere privéauto. Als je bedenkt dat de gemiddelde privéauto
‘De autoleasebranche tekent voor bijna de helft van alle nieuw verkochte auto’s in Nederland’ ruim 10 jaar oud is en je bij private lease in een nieuwe auto gaat rijden, dan is dat winst in de strijd tegen de CO2-uitstoot. Verder hebben nieuwe auto’s meer veiligheidsopties. En dat is weer goed voor de verkeersveiligheid.” Hemerik noemt het cruciaal dat werkgevers de tijd krijgen
om hun beleid af te stemmen op de beleidsmaatregelen van de overheid. “De werkgever moet ruimte krijgen om de beweging naar duurzame mobiliteit te maken. Je kunt je beleid niet van de ene op de andere dag omgooien. Daar komt bij dat het ook praktisch gezien erg lastig is om snel om te schakelen. Als je bijvoorbeeld je steentje wilt bijdragen aan het reduceren van de CO2-uitstoot door de aanschaf van elektrische auto’s, dan kost het al snel een zes maanden tot een jaar voordat je dit in de praktijk kunt brengen. Want zo lang is op dit moment bijvoorbeeld de levertijd van een elektrische auto.” Ze noemt het positief dat het kabinet
vanaf 2020 naast nieuw ook de aanschaf van tweedehands elektrische auto’s stimuleert. Daarvoor is tot 2024 €100 miljoen beschikbaar. Daarnaast worden de komende tien jaar 1,8 miljoen laadpunten in Nederland geplaatst. “Het is belangrijk voor de vergroening van het Nederlandse wagenpark dat nieuwe, maar ook de tweedehands elektrische
leaseauto’s hun weg naar de consument vinden. Ook het creëren van laadpunten is belangrijk. Het laden van je elektrische auto moet net zo makkelijk worden als het laden van je mobiele telefoon.” Henk Dilling
FEITEN Renate Hemerik is sinds 2004 directeur van de VNA. De VNA is gesprekspartner van verschillende partijen in de mobiliteitsbranche en bij de overheid, toezichthouders en politiek. Namens de VNA heeft Hemerik onder meer zitting in het bestuur van de stichting Keurmerk Private Lease en het algemeen bestuur van VNO-NCW. Daarnaast is zij betrokken bij de Europese koepel van leasebedrijven (Leaseurope). Zo worden ook in Brussel de belangen van de Nederlandse autoleasesector behartigt
LIEVER LEASEN Wilt u meer weten over leasen in Nederland? Op analysenederland.nl leest u er alles over.
ADVERTENTIE
jouw mobiliteit kan goedkoper, duurzamer én innovatiever doe de mobiliteitsscan op driven.nl/scan
18 FUTURE OF MOBILITY – ANALYSENEDERLAND.NL
CONTENT WITH A PURPOSE
Installatiemonteur op elektrische bakfiets naar Amsterdamse klant Foto: Mostphotos
Geen kabaal, geen uitlaatgassen, geen files, geen parkeerprobleem en geen parkeerkosten. Dat zijn de voordelen van de elektrische bakfietsen waarmee installateur Feenstra de klanten in Amsterdam bezoekt. Woordvoerder Mirjam Visser en servicemanager regio Amsterdam Patrick de Bock geven tekst en uitleg. “Minder busjes betekent minder CO2-uitstoot en een grotere leefbaarheid in de stad.”
En de klant, wat vindt die ervan? “Ze
zijn het niet gewend dat de monteur met een bakfiets komt voorrijden”, stelt De Bock. “Maar ze reageren zonder uitzondering positief. ‘Goed dat jullie dit doen, die stinkende auto’s horen ook helemaal niet in de binnenstad’, zei een mevrouw in de Jordaan. Mooi is ook de reactie van een paar oudere monteurs. Die zijn hun werkzame leven ooit als fietsende monteurs begonnen. Ze vinden het heel grappig dat ze hun carrière ook weer op de fiets afsluiten.”
Als je mensen adviseert over duur-
zaamheid, CO2-neutraal wonen en energie besparen, dan moet je zelf het goede voorbeeld geven, zegt Mirjam Visser. “We hebben alle activiteiten van ons bedrijf onder de loep genomen. Wat kan er beter? Wat kunnen wij doen om schoner, zuiniger en duurzamer te werken? Toen bleek dat 80% van onze eigen CO2-uitstoot afkomstig is van ons wagenpark. Daar was dus winst te behalen.” Het streven naar duurzame mobiliteit resulteerde in 2018 in de introductie van elektrische bussen en recentelijk in elektrische bakfietsen. Na een eerdere proef in Utrecht fietsen in Amsterdam nu de eerste Feenstra-monteurs op elektrische bakfietsen voor service en onderhoud van klant naar klant. Patrick de Bock: “We bekijken nog
welke soort bakfiets het beste past bij het soort werk dat een specifieke monteur uitvoert. Een installatiemonteur heeft andere
opleidingsruimtes, waar monteurs worden getraind in het plaatsen en onderhouden van cv-ketels).
Henk Dilling De Bock: “We bekijken nog welke soort bakfiets het beste past bij het soort werk dat een specifieke monteur uitvoert.”
behoeften dan een servicemonteur of een monteur beveiliging. Zeker in gemeenten die in 2025 ‘zero emissie zones’ kennen is elektrisch vervoer voor ons noodzakelijk. Maar dit mag natuurlijk niet ten koste gaan van de serviceverlening aan de klant of de productiviteit en veiligheid van onze vakmensen. Tot nu toe is dat gelukkig ook niet het geval.” Door de samenwerking met de leverancier kan de monteur zijn fiets aan het einde van de werkdag in de stad achterlaten. De bakfietsen worden ’s nachts automatisch bevoorraad. De leverancier verzorgt tevens het onderhoud aan de fietsen. Ook bij pech onderweg.
‘Om in de stad van a naar b te komen, ben je met de bestelbus veel langer bezig dan met de bakfiets’ De monteurs die met de bakfiets
op pad gaan zijn enthousiast over hun nieuwe vervoermiddel, vertelt
Mirjam Visser. “Om in de stad van a naar b te komen, ben je met de bestelbus veel langer bezig dan met de bakfiets. En als je in autovrije gebieden je klant wilt bereiken, dan moet je de bus parkeren op een afstand van vijf tot tien minuten lopen. Heel onhandig. Als je dan een onderdeeltje in de auto hebt laten liggen, dan ben je onnodig veel tijd kwijt. Met de bakfiets heb je die problemen niet. En het is nog gezond ook om te fietsen.” Het bedrijf is ook op andere manieren met duurzaamheid bezig. Zo wordt in het hoofdkantoor in Amsterdam Zuidoost geen aardgas meer gebruikt (met uitzondering van de
FEITEN Feenstra is sinds 1947 actief. Het bedrijf dat circa 1.300 medewerkers telt, waarvan 800 monteurs - is onderdeel van het Vattenfall-concern. Feenstra is de grootste verwarmingsspecialist van Nederland.
GA EENS MET DE FIETS Fietsen is gezond en beter voor het milieu. Op analysenederland.nl leest u er nog veel meer artikelen over. ADVERTENTIE
Schoon en flexibel door de stad met DOCKR DOCKR biedt een breed assortiment aan elektrische logistiekvoertui-
Klanten helpen met verduurzamen
gen - van bakfiets tot tuktuk – in een full service abonnementsvorm,
DOCKR groeit snel. Inmiddels rijden er al tientallen elektrische
maandelijks opzegbaar. Ondernemers en bedrijven worden zo ontzorgd
DOCKR-voertuigen in Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Den Haag.
bij de overstap naar elektrisch vervoer en steden worden leefbaarder.
Ook is het eerste experience center ondertussen een feit: in samenwerking met City Hub werd onlangs een locatie in Utrecht geopend.
Samen met de klant wordt gekeken naar de meest passende oplos-
Ondernemers en bedrijven kunnen er terecht voor advies, een proefrit
sing. Feenstra, de grootste installateur van ons land, is zo’n klant. Het
of een abonnement op een elektrisch voertuig naar keuze. Boris Kuijper,
bedrijf adviseert zelf klanten over duurzaamheid en het besparen van
General Manager van DOCKR: ‘Onze missie is om klanten te helpen met
energie, maar realiseerde zich dat maar liefst 80 procent van de eigen
verduurzamen door te zorgen dat ze onbezorgd en schoon door de stad
CO2-uitstoot afkomstig was van het wagenpark. De eerste stap was een
kunnen rijden. Door steden met behulp van elektrisch vervoer schoner,
elektrische bus voor de activiteiten in Amsterdam en door de samen-
veiliger en toegankelijker te maken, dragen we bij aan de leefbaarheid
werking met DOCKR fietsen er nu ook Feenstra-monteurs op elektrische
voor alle inwoners.’
bakfietsen van klant naar klant. ‘Een uitstekende oplossing voor het vervoer in de binnenstad’, aldus Feenstra. ‘Vrijwel elke locatie is bereikbaar,
DOCKR is een initiatief van Pon Holdings B.V. Pon is met meer dan 14.000
we hebben geen parkeerproblemen en -kosten en het is schoon. Efficiënt
medewerkers één van Nederlands’ grootste familiebedrijven en is actief
dus, kostenbesparend én duurzaam.’
in 34 landen. Het levert hoogwaardige mobiliteitsproducten en -oplossingen, ontwikkelt en produceert fietsen en heeft engineering oplossingen in
Geïnteresseerd?
diverse marktsegmenten.
info@dockrmobility.nl DOCKR experience center: Atoomweg 1 Utrecht dockrmobility.nl
Bezit maakt plaats voor gebruik Als het mobiliteitsvraagstuk niet rigoureus wordt aangepakt, dan gaat ons tijdverlies de komende vijf jaar met 24 procent toenemen.
Foto: Unsplash
FUTURE OF MOBILITY – ANALYSENEDERLAND.NL 19
CONTENT WITH A PURPOSE
Dat is nogal wat. 24 procent. Wie nu
een uur naar zijn werk onderweg is, moet daar over vijf jaar een kwartier bij optellen. Zo druk en complex wordt het op de snelwegen en in het openbaar vervoer. Nu kun je denken: elk jaar hebben we te maken met wat extra vertraging. Dus dat zal allemaal wel loslopen. Toch is dat al te lichtzinnig gedacht. “Tussen 2010 en 2018 kregen we te maken met een tijdverlies van slechts één procent. Wat ons te wachten staat, hebben we nooit eerder meegemaakt”, stelt Steven van Eijck, voorzitter van de RAI Vereniging en tevens vicevoorzitter van de Mobiliteitsalliantie, een breed samenwerkingsverband van allerlei vervoersorganisaties. Die alliantie buigt zich nu vooral over de kwestie hoe Nederland qua mobiliteit is voor te bereiden op de toekomst. Problemen benoemen kunnen we alle-
maal. De kunst is vooral om oplossingen te bedenken hoe Nederland in beweging valt te houden. Sleutel om dit probleem op te lossen, ligt vooral bij flexibel reisgedrag voor de gebruiker. En daar heeft Van Eijck duidelijke ideeën over. Er bestaan vier aandachtsvelden waarop nu moet worden geschakeld. Punt één is dat we van bezit naar gebruik gaan. “We hebben altijd in tijdperken van veranderingen geleefd, maar
een deelbus op afspraak. Dat Mobility-as-a-Service-concept, waarbij we gebruikmaken van verschillende vervoermiddelen, wordt gemeengoed. Dat moet ook wel. De wegen raken almaar voller, stadcentra worden steeds minder toegankelijk. Als we niet ingrijpen, staan we over een paar jaar echt muurvast.” Op de achtergrond speelt bovendien
Van Eijck: “Bedrijven zullen gaan inzien dat we steeds vaker multimodaal gaan reizen.”
nu leven we in een veranderend tijdperk”, zegt Van Eijck filosofisch. Dat heeft dus onder andere te maken met de trend dat het bezit van een auto minder heilig is. “We gaan veel meer toe naar deeloplossingen. De vormen van private lease van nu zijn een overgangsontwikkeling. Uiteindelijk komen we uit bij een scenario waarin bezit niet de gemene deler is, maar gebruik. Er ontstaan allerlei initiatieven waarbij vervoermiddelen worden gehuurd en gedeeld. Niet alleen auto’s, maar ook deelfietsen of deelscooters.” Verbeterpunt twee is de overgang van
de lineaire economie naar de circulaire economie. Vanaf de designtafel waarop auto’s of vrachtwagens worden ontwikkeld, wordt er al rekening gehouden met recycling ervan aan
‘Uiteindelijk komen we uit bij een scenario waarin bezit niet de gemene deler is, maar gebruik’ het einde van de gebruikcyclus. De uitdaging zit nu nog vooral in het veilig opslaan en vervoer van (beschadigde) accu’s. Punt drie heeft van doen met de
transitie van fossiele naar herbruikbare energie. En punt vier heeft de digitale transformatie als thema.
De samenleving gaat digitaal een enorme sprong voorwaarts maken, onder andere met het 5G-netwerk om zelfrijdende auto’s beschikbaar te maken. Even heel praktisch nu. Wat wil Van
Eijck nu eigenlijk met deze opsomming? Hij wil vooral het besef laten indalen dat het over en uit is met het traditioneel denken vanuit één vervoersmiddel “Bedrijven zullen gaan inzien dat we steeds vaker multimodaal gaan reizen. De traditionele leaseauto gaat plaatsmaken voor een concept waarbij medewerkers de keuze hebben uit meerdere vervoermiddelen. Zo ga je bij wijze van spreken met je elektrische leasefiets naar je werk, terwijl het bezoek aan de klant wordt ingeregeld met openbaar vervoer en
nog een ander belangrijk thema. Namelijk de mentaliteit van de reiziger. Smart mobility betekent dat mensen worden gestimuleerd om niet automatisch te kiezen voor de eigen auto. Dat kan middels ontmoediging, zoals het autoluw maken van binnensteden bijvoorbeeld. Andere kant van de medaille is de beloning in de vorm van verdere verbetering van het openbaar vervoer. Hugo Schrameyer
FEITEN Als de groei van het autobezit en van de mobiliteit doorgaat in het huidige tempo, loopt het verkeer in Den Haag en in de hele Randstad compleet vast. Er zijn grote investeringen in het openbaar vervoer nodig. “Zonder scherpe keuzes stevenen we af op een structureel verkeersinfarct. Er is een mobiliteitstransitie nodig”, zegt de Haagse wethouder Robert van Asten (D66, mobiliteit).
BEZIT IS NIET HEILIG In plaats daarvan delen we mobiliteit steeds vaker. Op analysenederland.nl leest u er nog veel meer over. ADVERTENTIE
Schone en slimme mobiliteit draait om samenwerking Energiegebruik en vervoer spelen een grote rol in de hedendaagse uitdagingen. Bij Cenex Nederland zijn onze activiteiten gericht op het stimuleren van innovaties die bijdragen aan klimaatdoelstellingen en duurzame ontwikkeling in relatie tot mobiliteit. Onafhankelijke expertise staat bij ons centraal. Daarom zijn wij een not-for-profit organisatie en werken we samen met marktpartijen, publieke sector, kennisinstellingen en NGO’s. Er kan nu al veel, maar er valt nog heel veel te leren, ook van elkaar. We helpen organisaties graag met hun keuzes van nu, van mobiliteitstrategie en beleid tot wagenparkanalyses en laad- of waterstof infrastructuur e.d. Tegelijkertijd werken we aan de mogelijkheden van morgen en overmorgen via pilots, demonstrators en onderzoekprojecten.
Mooi voorbeeld hiervan zijn twee projecten onder het Europese Interreg programma gericht op integratie van EV’s met duurzaam energiegebruik en opslag. In het ‘Smart, clean Energy and Electric Vehicles for the City’ (kort SEEV4-City) project analyseren we zes verschillende real-life pilots rond flexibel en bi-directioneel (Vehicle2-Grid) laden, van kleinschalig (woning) tot
Bron: SEEV4-City:flexibel laden EV’s kan positief bijdragen aan elektriciteitsnet
bedrijfsmatig en stedelijk niveau, en diens potentie voor CO2-besparing, energie-autonomie en kostenvermindering van gridinvesteringen. Het geeft echter ook inzicht in het (publiek)
www.cenexgroup.nl
aanbesteden van dergelijke technologie, interactie met gebruikers en mogelijke ‘Vehicle4EnergyServices’, ofwel business modellen. In het CleanMobilEnergy project focusen we met vier pilots vervolgens juist op interoperabiliteit van energiemanagement systemen en EV’s, de digitale infrastructuur dus. We zien dat andere innovaties, waar we ons ook over buigen, steeds meer aandacht krijgen, wireless-charging en autonomoom rijden bijvoorbeeld. En natuurlijk vraagstukken rond multi-modaliteit, grondstoffen en hergebruik. Er is een enorme potentie om gezamenlijk duurzame mobiliteit een realiteit te maken. Hoe meer partijen kennis ontwikkelen of actie ondernemen, hoe beter! Daarom ook deze open uitnodiging aan iedereen die ermee aan de slag wil. Zo wordt het straatbeeld steeds groener, slimmer en gezonder.
20 PROFIEL FUTURE OF BUSINESS – ANALYSENEDERLAND.NL
CONTENT WITH A PURPOSE
‘Je moet het recht van mensen op mobiliteit waarborgen, ongeacht hun financiële middelen’ Het is belangrijk dat beleidsmakers het thema verkeersveiligheid integraal benaderen. Dus voertuigtechnologie combineren met een betere wegeninfrastructuur en het stimuleren van veiliger rijgedrag. Dat vindt Eric-Mark Huitema, directeur-generaal van de European Automobile Manufacturers’ Association (ACEA). Een interview over mobiliteit van morgen. Opgericht in 1991 vertegenwoordigt
de ACEA de Europese fabrikanten van auto's, bestelwagens, vrachtwagens en bussen. De omzet van de automobielsector vertegenwoordigt 7% van het totale bbp van de EU. 13,8 miljoen Europeanen werken (direct en indirect) in de auto-industrie (6,1% van alle banen in de EU). In de EU worden jaarlijks 19,2 miljoen auto's, bestelwagens, vrachtwagens en bussen per jaar vervaardigd. Meer dan de helft van alle patenten op auto's werd in 2018 verleend aan de EU-industrie. “Autofabrikanten hebben een lange traditie in het verbeteren van de veiligheid”, zegt Eric Mark Huitema. “Niet alleen voor inzittenden van voertuigen, maar voor alle weggebruikers. Een groot deel van het jaarlijkse R & D-budget van €57,4 miljard in onze sector is gericht op het waarborgen van vooruitgang op het gebied van voertuigveiligheid.” Zijn er tastbare resultaten?
“Het aantal verkeersdoden in de EU is sinds 2001 met meer dan de helft verminderd, hoewel er sinds die tijd bijna 60 miljoen meer auto's op onze wegen zijn. Dat is positief, maar elk verkeersslachtoffer is er één te veel. Industrie, consumenten en beleidsmakers zijn het erover eens dat het reduceren van het aantal verkeersslachtoffers altijd een aandachtspunt moet zijn.”
Hoe doe je dat?
“Het is belangrijk dat beleidsmakers het thema verkeersveiligheid integraal benaderen. Dus voertuigtechnologie combineren met een betere wegeninfrastructuur en het stimuleren van veiliger rijgedrag. Dit is de enige manier om in de toekomst het aantal doden en ernstig gewonden te verminderen. Veel van de huidige veiligheidstechnologieën, zoals autonoom noodremmen en rijbaanassistentiesystemen, zijn een voorproefje van een toekomst waarin auto’s de controle van bestuurders overnemen. Dat is al lang geen sciencefiction meer. Als auto-industrie investeren we doorlopend in technologie. Zelfrijdende auto's moeten bijvoorbeeld in staat zijn om wegmarkeringen en verkeersborden te lezen. Vanuit de technologie gezien is autonoom rijden al mogelijk. Maar de acceptatie en gewenning bij klanten kost tijd. Voor een succesvolle uitrol van autonome rijtechnologie is een coherente aanpak nodig in de hele EU.” Wat wordt er precies bedoeld met auto-connectiviteit en geautomatiseerd rijden?
“Waar het om gaat is de verbinding tussen mensen, auto's en hun omgeving. Automatisering en connectiviteit zijn niet hetzelfde. Bij connectiviteit kunnen voertuigen draadloos informatie uitwisselen met andere voertuigen en met infrastructuur, maar ook
met de voertuigfabrikant of externe serviceproviders. Geautomatiseerde voertuigen zijn voertuigen die een aantal handelingen automatisch verrichten.” Wat zijn de voordelen?
“Tijdens het rijden verzamelen connected auto’s continu data over autogebruik en rijgedrag. Dat leidt tot minder brandstofverbruik en daarmee minder CO2-uitstoot. Verder wordt het verkeer veiliger en kunnen wegen effectiever worden gebruikt, waardoor het aantal files verminderd. Een van de voordelen van de zelfrijdende auto is dat de bestuurder ontspannen kan toezien. Of een boek lezen, papieren doornemen. Auto-connectiviteit en geautomatiseerd rijden verbeteren ook de toegang tot mobiliteit voor ouderen en mensen met een handicap of voor mensen die in afgelegen gebieden wonen. Het is een belangrijk antwoord op toekomstige uitdagingen op het gebied van mobiliteit. Intelligente transportsystemen en verbonden autotechnologieën helpen bestuurders om de beste rijbeslissingen te nemen. Real-time informatie helpt bestuurders betere keuzes te maken over te volgen routes en parkeerplekken.” Maakt het streven naar duurzaamheid de aanschaf van een auto en het rijden duurder?
“Mobiliteit zonder uitstoot is
onze toekomst. Dat staat als paal boven water. Dit is de reden waarom alle ACEA-leden hun aanbod uitbreiden met een volledig assortiment voertuigen met alternatieve aandrijving, inclusief batterij-elektrische, plug-in hybride en hybride elektrische voertuigen en voertuigen op aardgas of waterstof. Een belangrijk doel van onze industrie is voorzien in de uiteenlopende mobiliteits- en vervoersbehoeften van alle Europeanen. De Europese Unie wil mensen grensoverschrijdend mobiel maken en een soepele goederenstroom realiseren. Daarom is het essentieel dat mobiliteit en vervoer betaalbaar blijven voor alle lagen van de samenleving. Nieuwe regels en voorschriften - met name als het gaat om de overgang naar nul-emissie en emissiearme voertuigen - mogen geen negatieve invloed hebben op de betaalbaarheid. Je moet het recht van mensen op mobiliteit waarborgen, ongeacht hun financiële middelen.” Hoe pak je dat aan?
“Met stimuleringsregelingen moet je elektrische auto's en andere voertuigen met alternatieve aandrijving betaalbaarder maken. Voor 2025 en 2030 moet de uitstoot van CO2 lager liggen dan de norm voor 2021. Dat is uitsluitend haalbaar als de verkoop van voertuigen met alternatieve aandrijflijnen sterk aantrekt. Daar heb je stimuleringsmaatregelen voor nodig die
elektrisch rijden betaalbaar maken. Mensen in de EU-landen moeten in staat zijn een elektrisch oplaadbare auto te kopen, waar ze ook wonen. Belangrijk is ook dat je je geen zorgen hoeft te maken over het opladen. Er zijn nog veel te weinig oplaadpunten voor auto's, vrachtwagens en bussen. Daar moet je als beleidsmaker in investeren.” Wat betekent de verschuiving naar voertuigen zonder uitstoot, die rijden op een batterij, voor het wereldwijde concurrentievermogen van de Europese voertuigenindustrie?
“Naar schatting zullen batterijen in de toekomst 35-50% van de kosten van een elektrische auto bepalen. Het blijft echter onzeker of die batterijen in de EU worden geproduceerd of worden geïmporteerd. Europa moet de voorwaarden scheppen voor een complete toeleveringsketen voor batterijen, die kan concurreren met de grote wereldspelers. We zijn dan ook blij met de ‘batterij alliantie’, een initiatief van de Europese Commissie dat investeringen in batterijproductie in Europa aanmoedigt. Wat nodig is zijn beleidsmakers die onze industrie ondersteunen in deze energietransitie door de voorwaarden te scheppen waarmee de auto-industrie in de EU haar technische leiderschap op het internationale toneel kan behouden.” Henk Dilling ADVERTENTIE
Uw wagenpark elektrificeren? Zo pakt u het aan! Waar moet u allemaal aan denken? Wat zijn de kosten en wat levert het op? Laat u inspireren, leer van andere ondernemers en krijg concrete tips hoe u stappen kunt zetten richting een zero emissie wagenpark. Meld u nu aan voor de Road to Zero meet-up, aangeboden door Natuur & Milieu op 30 januari 2020 in Utrecht op www.natuurenmilieu.nl/roadtozero. Er zijn 40 plaatsen beschikbaar.
PROFIEL ZAKELIJKE MOBILITEIT – ANALYSENEDERLAND.NL 21
VRAGEN AAN ANTOINETTE VOS-BENNING Foto: Driven
Foto: ACEA
CONTENT WITH A PURPOSE
Antoinette Vos-Benning, directeur Driven.
Kun je uitleggen hoe je zakelijke mobiliteit effectief kan organiseren? “Via een platform zoals dat van ons waar je al je zakelijke mobiliteit op één plek regelt. Van (deel) leaseauto tot e-bike en van OV tot huurauto. Zodat iedereen op z’n eigen manier van A naar B kan en jij inzicht hebt in het gebruik en grip op de kosten. Alles staat op één factuur en er is één aanspreekpunt.”
Wil je dat toelichten? “Voor sommige beroepsgroepen is een leaseauto heel fijn. Maar als je in hartje van een grote stad een afspraak hebt, dan kan het ook efficiënt zijn om aan de rand van die stad te parkeren en je reis te vervolgen met het openbaar vervoer. Een autorit naar het stadscentrum vergt veel tijd en je bent een vermogen aan parkeerkosten kwijt.”
Hoe kom je met een flexibele oplossing? “We kijken altijd eerst naar de wensen van de gebruiker, geven persoonlijk advies en bieden de flexibiliteit die jij als ondernemer nodig hebt. Er zijn mensen die vasthouden aan een leaseauto. Er zijn echter ook genoeg mensen die de elektrische leasefiets om naar het werk te komen willen combineren met het openbaar vervoer of deelauto’s om klanten te bezoeken. Wij treden daarbij op als coördinator. Wij willen het de klant gemakkelijk maken en brengen alle vervoersopties samen.” Hugo Schrameyer
FEITEN
Voor zijn overstap in september 2019 naar de European Automobile Manufacturers’ Association (ACEA) werkte Eric-Mark Huitema bij het Amerikaanse technologiebedrijf IBM en bij KPN. Volgens ACEApresident Carlos Tavares is Huitema de juiste man op de juiste plek. “De toekomst van de automobielindustrie draait om connectivity en digitalisering. De achtergrond van Huitema is heel relevant om ons door de digitale transities en transformaties te leiden.”
STEEDS MEER MOBILITEIT
Er komen meer en meer auto’s op de Nederlandse wegen. Alle pogingen van de overheid om over te stappen naar het OV ten spijt, de cijfers van het CBS bewijzen dat we nog altijd graag met de auto van A naar B rijden. Zo zijn er dit jaar al 12 procent meer auto’s verkocht dan in 2017 en staan er vandaag de dag liefst 8,3 miljoen stuks in Nederland geregistreerd. Het gaat daardoor ook niet slecht in autolease-land. Sterker nog: afgelopen jaar nam de populariteit van de leaseauto met liefst 8,9 procent toe ten opzichte van 2016. Het totale aantal leaseauto’s in Nederland staat daarmee nu op 860.000 auto’s. Marjon Kruize
CONTENT WITH A PURPOSE
Foto: TU Delft
Foto: Pexels
22 FUTURE OF MOBILITY – ANALYSENEDERLAND.NL
Waterstofelektrische auto maakt inhaalmanoeuvre
Van Wijk: “Waterstof is net als aardgas ook eenvoudig over grote afstanden via een pijplijn te transporteren.”
Bij mobileitsvraagstukken is de focus vooral gericht op batterijelektrisch vervoer, terwijl waterstofelektrisch te weinig aandacht krijgt. Er bestaat een grote consensus als
het aankomt op de beëindiging van het fossiele brandstofverbruik. Als het aankomt op alternatieven voor de energietransitie manifesteert zich echter een ander beeld. De zegeningen van waterstof als bruikbare energiebron zijn lange tijd onbelicht gebleven. Eerst even als korte inleiding: waar hebben we het eigenlijk over? In Nederland kan het fors waaien
en kan de zon behoorlijk schijnen, maar alles bij elkaar opgeteld, is dat onvoldoende om aan onze energievraag te voldoen. In andere delen van de wereld zijn plekken te vinden waar zon- en windenergie goedkoper vallen te produceren. Denk aan de Noordzee, maar ook aan Sahara, Namibië of Australië. De uitdaging heeft van doen met het transport van die goedkope elektriciteit naar de juiste locaties. Ook naar Europa. “Je kunt daarvoor
een elektriciteitsnet aanleggen, maar het is ook mogelijk om water om te zetten met elektriciteit in waterstof. Als waterstof van ver moet komen, dan kunnen we het vloeibaar maken en brengen we het
‘Ik ben er niet op uit om een soort van competitie tussen batterijelektrisch en waterstofelektrisch te ontketenen’ hier naartoe per schip. Bovendien is waterstof net als aardgas ook eenvoudig over grote afstanden via een pijplijn te transporteren”, zegt Ad van Wijk, duurzame energieondernemer en deeltijd Professor Future Energy Systems aan de TU Delft. Helder verhaal. Maar is het dan niet
merkwaardig dat bij alle duurzaam-
heidsdiscussies waterstof onderbelicht blijft? Dat is het zeker, reageert Van Wijk, hoewel hij nu een kantelend sentiment signaleert. In de pers bijvoorbeeld, gaat het bij elektrisch rijden vooral over batterijelektrisch vervoer, terwijl de auto-industrie net zo goed innovaties met waterstofelektrisch beschikbaar heeft. “Het is ook een kwestie van beeldvorming. Ik ben er niet op uit om een soort van competitie tussen batterijelektrisch en waterstofelektrisch te ontketenen. Ik vind wel dat er te weinig aandacht is geweest voor die laatste categorie, terwijl die achterstand nu wel snel wordt weggewerkt.” Als we niettemin toch toekomen aan
een vergelijking, wat zijn dan de specifieke kwaliteiten van brandstofelektrisch? Het opladen van een batterijelektrische wagen vergt in het meest snelle scenario ongeveer twintig minuten. Het afvullen van een waterstofauto bij een vulstation vergt circa drie, vier minuten. Dus net zo vlot als het aftanken met fossiele brandstoffen. Daar brengen voorstanders van batterijelektrisch tegenin dat je in principe nooit meer langs de snelweg je auto hoeft
op te laden. Het opladen thuis gebeurt immers ’s nachts als je slaapt. Of overdag bij een laadpaal als je achter je bureau zit. Dus is de wagen altijd volgeladen beschikbaar als je enkele tientallen kilometers moet rijden. Van Wijk: “Er is zeker een scenario denkbaar waarbij je voor de traditionele ritjes, zoals naar je werk of boodschappen doen, uitkomt bij een batterijelektrische auto, terwijl voor het zwaardere werk wordt gekozen voor waterstofelektrisch. Bij vrachtwagens bijvoorbeeld, maar denk ook aan koeriersbedrijven of scheepsvervoer.” Mobiliteitskenner Frank van Klink
heeft ook rake dingen gezegd over deze discussie. Volgens hem is uitgerekend dat de gemiddelde elektrische auto circa 3.000 kWh per jaar vraagt. “Als iedereen elektrisch gaat rijden, betekent dat een toename in de elektriciteitsvraag van ongeveer 18 procent. We zouden vijf of zes elektriciteit centrales nodig hebben om die extra vraag te kunnen opvangen.” Dat zit er dus niet in, terwijl we volgens Van Wijk juist
kunnen profiteren van het huidige gasnetwerk in Nederland om de overstap naar waterstof te maken. De gaspijpleiding vertegenwoordigt een twintig tot dertig keer grotere capaciteit in vergelijking met het elektriciteitsnetwerk. Dus dat is per definitie een meer solide oplossing die in het voordeel uitpakt van waterstofelektrisch vervoer. Hugo Schrameyer
FEITEN Het netwerk met waterstofstations breidt snel uit. Met locaties in Helmond, Rhoon en Arnhem zijn er op dit moment slechts vier locaties beschikbaar voor gebruikers met een waterstofauto, op dit moment volgt er een waterstoftankstation in Den Haag, terwijl er nog concreet dertien stations in aantocht zijn. Dat is nog niet alles. Er zijn momenteel nog 22 overige initiatieven tot oprichting van waterstoftankstations.
WATERSTOF HEEFT DE TOEKOMST Wilt u meer weten over waterstof? Kijk dan eens op analysenederland.nl.
Het wagenpark van de toekomst
is heel betaalbaar
Het wagenpark van de toekomst is duurzaam, veilig en heel efficiënt ingericht dankzij telematica. Tech startups ontwikkelen innovatieve en Telematica ontzorgt de fleet manager toegankelijke tools voor het managen van het Telematicabedrijven bieden al software aan die data verzamelt van het wagenpark en de fleet manager inzicht wagenpark, assets en mobiele medewerkers. geeft in het rijgedrag van medewerkers, het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot van het wagenpark. Fleet Complete, één van de snelstgroeiende telematicaZelfrijdende auto’s leveranciers, gaat een stap verder Een mobiele medewerker wordt straks opgehaald door en bracht recentelijk een innovatieve een zelfrijdende auto en terwijl hij naar zijn klant wordt dashcam op de markt die bestuurders live coacht, om veilig rijgedrag op een gebracht kan hij onderweg zijn administratie doen, teleproactieve manier te stimuleren. Eerder foneren of even rusten. Als hij is afgezet, rijdt de auto bracht Fleet Complete al een app op de door naar een ander werknemer. Ontwikkelingen op markt om bedrijfswagens mee te delen. Door zakelijk autodelen kan het wagenhet gebied van mobiliteit gaan dus een grote invloed park tot 30% efficiënter worden ingezet hebben op ons dagelijkse werk. en het aantal voertuigen drastisch worden verminderd. Goed voor het milieu én de portemonnee. Het wereldwijde bedrijf, dat actief is in vijftien landen, waaronder Geen toekomstmuziek Nederland, is een vooruitstrevende speler en werkt op dit moment aan Dit klinkt misschien als toekomstmuziek, meer oplossingen om de fleet manager te ontzorgen en bedrijfsprocesmaar dat is het zeker niet. Nu al worden sen te optimaliseren. er stappen gemaakt in deze richting. Rijhulpsystemen (ADAS) zorgen dat Voertuigmanagement juist inrichten is stap één we veiliger onderweg zijn. Lane drift Het wagenpark is voor veel bedrijven een grote kostenpost en wordt nu waarschuwt de bestuurder als hij over vaak niet efficiënt gemanaged: onduidelijk welke wagens en assets op de witte streep rijdt en de attention welke locatie staan, hoeveel een voertuig daadwerkelijk wordt gebruikt assistent vertelt het de bestuuren wanneer het tijd is voor onderhoud. Daarnaast zijn voor veel bedrijven der als het tijd is om te pauzeren, duurzaamheid en veiligheid inmiddels belangrijke thema’s, maar lukt het gebaseerd op rijtijd, snelheidsniet om daar concrete stappen in te gaan zetten. De eerste stap om écht wijzigingen en bewegingen van op een duurzame en verantwoorde manier te gaan ondernemen is het voerhet stuur. tuigmanagement op de juiste manier inrichten. Dat kan heel eenvoudig met de telematica van de toekomst, dat toegankelijk is voor bedrijven met wagen– parken van iedere grootte en heel betaalbaar is.
Snelstgroeiende telematica-leverancier • 500.000+ abonnees • Actief in 15 landen
Meer informatie? fleetcomplete.nl/toekomst
Mobiliteit is vrijheid Van 1 minuut tot 5 jaar... Flexibel reizen met een mobiliteitskaart, het gemak van een deelauto voor een uur, snel een huurauto voor een paar dagen of altijd zeker van mobiliteit met je eigen (private) leaseauto of occasion. Alphabet vindt dat mobiliteit vrijheid is en heeft een oplossing voor iedere kilometer.
www.alphabet.com
BESTE LEASEMAATSCHAPPIJ Vereniging Zakelijke Rijders 2019-2020 Ilisia Research Zakelijke Mobiliteitsmonitor 2019