Ontdek de
Duurzaamheidsrapportage luidt tijdperk ketensamenwerking in "Duurzaamheid is geen beperking maar een nieuwe mogelijkheid om te concurreren op de wereldmarkt", zegt Jack van der Veen. "Klanten en medewerkers willen het."
‘We raken onze voordelen stilaan kwijt’
Altijd meer mogelijkheden zien dan andere mensen. Dát is de kracht van Nederland handelsland, als je het aan Albert Veenstra vraagt.
‘Koester het MKB: de kracht en het innovatievermogen van het middenen kleinbedrijf dragen de maatschappij’ Komt het er versterkt of verzwakt uit? Dat hangt mede af van het overheidsbeleid, betoogt directeur Leendert-Jan Visser van MKB-Nederland.
Met duurzaamheid wint iedereen
De Nederlandse economie is volgens MVO Nederland nu voor 16,5 procent duurzaam. En dat percentage groeit te traag, waarschuwt Maria van der Heijden.
Alle knoppen instellen op duurzame zeescheepvaart
Wist u dat de CO2-uitstoot van de zeescheepvaart, uitgaande van de in Nederland getankte brandstoffen, veel hoger is dan de uitstoot van het hele Nederlandse wegverkeer?
Voorwoord | Prof.dr. Jack AA van der Veen
2 8 6 10 12 Lees meer interessante artikelen op contentway.nl Dit is een commerciële uitgave van Contentway bij deze krant.
Profiel Interview | Albert Veenstra
Februari 2023
kracht van duurzame ketensamenwerking
innovatie
Join the Market! Contact us: Peter Kazander Tel.: +49 89 32391-253 Mail: peter.kazander@euroexpo.de Welcome to the world‘s premium Trade Show for Intralogistics Solutions and Process Management China April 25–27, 2023 Messe Stuttgart, Germany www.logimat-messe.de/en June 14–16, 2023 SNIEC, Shanghai www.logimat.cn October 25–27, 2023 IMPACT, Bangkok www.logimat-iw.com
en
Sustainable Supply Chain
Supply Chain Management
6. ‘Koester het MKB: de kracht en het innovatievermogen van het midden- en kleinbedrijf dragen de maatschappij’
12. Alle knoppen instellen op duurzame zeescheepvaart
14. Duurzame distributiecentra: het kan wel
CONTENTWAY.NL
Eindconsument en disruptie maken verduurzaming supply chain uitdagend Het verduurzamen van supply chains is noodzakelijk om klimaatdoelen te behalen, maar allerminst eenvoudig.
CONTENTWAY.NL
‘Het belang van het integraal nadenken over de hele keten is zo enorm bepalend’ Never waste a good crisis, is een veelgehoord credo. Maar of dat gebeurd is binnen de supply chain wereld tijdens de coronacrisis?
Duurzaamheidsrapportage luidt tijdperk ketensamenwerking in
Voorwoord
Misschien wel de belangrijkste op handen zijnde (Europese) wetgeving op het gebied van duurzaamheid is de CSRD – de Corporate Sustainability Reporting Directive. Op grond daarvan moeten bedrijven jaarlijks verplicht rapporteren over zaken zoals CO2-uitstoot, impact op biodiversiteit, schendingen van mensenrechten, en ga zo maar door. Binnen de CSRD wordt uitdrukkelijk een ketenperspectief gehanteerd. Het gaat niet alleen om wat het bedrijf zelf doet (de zogenaamde scope 1), maar ook de gevolgen die deze activiteiten hebben op andere bedrijven (scope 2) en de activiteiten in de waardeketen van het bedrijf (scope 3).
Foto: Persfoto
Veel bedrijven zien deze rapportageverplichting als de zoveelste ambtelijke betutteling vanuit Brussel. Maar er is ook een heel ander perspectief mogelijk, namelijk om van deze nood een deugd te maken. Duurzaamheid is geen beperking maar een nieuwe mogelijkheid om te concurreren op de wereldmarkt. Klanten stellen steeds hogere eisen. Medewerkers vinden het steeds belangrijker. Veel bedrijven zien dat wel, maar laten het nog vaak bij alleen mooie
woorden en goede bedoelingen. Maar zonder concrete doelen en een duidelijke duurzaamheidsstrategie zijn het ‘praatjes voor de vaak’ en ligt ‘greenwashing’ op de loer.
ketensamenwerking. Bedrijven hikken al lange tijd aan tegen de noodzakelijke veranderingen daartoe. Ketensamenwerking vraagt immers een heel andere manier van managen: veel minder vanuit macht, concurrentie en onafhankelijkheid en veel meer op basis van gezamenlijke doelen, wederzijds vertrouwen en samen innoveren.
Ten aanzien van duurzaamheid geldt in de praktijk vaak ‘niet-meten is niet-weten is niet-verbeteren’. De verplichting van de CSRD kan dan worden aangegrepen om strategisch beleid op het gebeid van duurzaamheid te formuleren en daarop te sturen middels concrete prestatiemetingen. Daarmee krijgt het perspectief op People, Planet en Profit echt inhoud. En dat is dan gelijk een goede opstap om dit ook samen met de ketenpartners op te pakken, immers, duurzaamheid stopt niet bij de bedrijfsmuren.
Al jaren is bekend dat ketensamenwerking leidt tot sneller, beter, goedkoper, innovatiever, leuker en duurzamer. In feite leiden alle belangrijke hedendaagse uitdagingen binnen supply chain management zoals wendbaarheid, digitalisering, personeelstekort en ook duurzaamheid tot de noodzaak tot meer
Lees meer op contentway.nl
Sustainable Supply Chain
Ontdek de kracht van duurzame ketensamenwerking en innovatie
De grote aandacht voor duurzaamheid geeft supply chains een nieuwe dimensie. Naast tijd en geld wordt actief sturen op CO2 -uitstoot steeds belangrijker. Dat kan alleen in transparante ketens. E-mail en Excel moeten in de logistiek nu echt de deur uit. Real-time ketensamenwerking is de toekomst.
Campagne Manager: Wouter van Sas
Managing Director: Jonathan Andersson
Content Manager: Jerry Huinder
Graphic Design: Blanca van Megen
Tekst: Jerry Huinder, Leendert van der Ent
Coverfoto: AdobeStock
De wetgeving op het gebied van CSRD is het zoveelste signaal dat bedrijven uit een ander vaatje moeten gaan tappen. Daar kan je je tegen verzetten of je kunt aan de minimale eisen voldoen en het daarbij laten. Maar voor diegene die hun bedrijf echt toekomstbestendig willen maken is het een uitstekende aanleiding om dat te doen wat toch al nodig was: het serieus omarmen van ketensamenwerking als paradigma van de toekomst. Oftewel: CSRD kan het tijdperk van ketensamenwerking inluiden. Rond een ketenbrede duurzaamheidsagenda kunnen dan de gezamenlijke logistieke processen integraal worden verbeterd waarbij er ook ruimte voor hergebruik en circulariteit ontstaat. Verder kunnen ketenpartijen aan de hand van de wederzijdse (scope 3) informatiebehoefte hun digitaliseringsagenda uitvoeren.
Kortom, de aanleiding van CSRD is misschien niet de leukste, maar voor wie het wil zien zijn de mogelijkheden om er vorm aan te geven eindeloos.
Contentway
Wij maken online en print campagnes met waardevolle, interessante content die gedistribueerd worden naar relevante doelgroepen om de business van onze klanten te laten groeien. Onze branded content en native advertising oplossingen zetten jouw verhaal op de eerste plaats.
Uitgegeven door: Contentway B.V. Keizersgracht 424 NL-1016 GC Amsterdam
Tel: +31 20 808 82 00
Gedistribueerd met Het Financieele Dagblad 2023
Drukkerij: RODI Rotatiedruk
Ketensamenwerking lijkt een abc’tje. Sneller en efficiënter werken tegen lagere kosten zijn bewezen voordelen. Toch moeten nog heel veel producenten, retailers en logistieke dienstverleners over die drempel heen. Duurzaamheid is daarvoor het vliegwiel. Maatschappelijke druk en aanstaande wettelijke verplichtingen (CSRD) stellen bedrijven voor nieuwe opgaven. Transparantie is de basis voor duurzame keuzes en het voldoen aan nieuwe regels.
Iedere keten real-time transparant Yellowstar biedt al sinds de oprichting in 2009 innovatieve softwareoplossingen waarin ketensamenwerking centraal staat. Of het nu is voor de aansturing van supply chains vanaf de leverancier in Azië of voor het managen van intermodale ketens van haven tot warehouse. Dankzij onze software die werkt via de cloud kan elke schakel eenvoudig aansluiten. Iedere keten wordt zo real-time transparant en voorspelbaar voor
Partner content in deze campagne is tot stand gekomen in samenwerking met onze klanten. Dit zijn commerciële uitingen.
Dit is een commerciële uitgave. De FD-redactie heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
24/7 proactieve aansturing. Dat voorkomt bijvoorbeeld leeg rijden, vermindert voorraden en leidt tot het gerichter inzetten van duurzame modaliteiten.
Concreet CO 2 -uitstoot meten
Met onze softwareoplossingen is bovendien (in samenwerking met BigMile) door de gehele keten heen eenvoudig de CO2-uitstoot te meten. Bijvoorbeeld om dit per order terug te koppelen aan de klant of per artikel te vermelden richting consument. Maatschappelijke verwachtingen en wettelijke verplichtingen komen op die manier samen.
Web: www.contentway.nl
Email: info@contentway.nl redactie@contentway.nl
Meer intelligentie toevoegen
Kan het nog duurzamer? Jazeker; wij werken er in samenwerking met onze moederorganisatie ICT Group aan om nog meer intelligentie aan onze software toe te voegen. Algoritmes maken het mogelijk heel nauwkeurig te voorspellen wanneer in de keten welke actie nodig is. Supply chains zijn zo nog efficiënter en dus duurzamer in te richten. Een aanlokkelijk toekomstperspectief, met ketensamenwerking als basis. Het is aan marktpartijen om nu daadwerkelijk over die drempel te gaan. Wij helpen graag!
Neem contact op: www.yellowstar.com +31(0)88-1418800 info@yellowstar.com
2 SUPPLY CHAIN MANAGEMENT Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
IN DEZE PUBLICATIE
"Duurzaamheid is geen beperking maar een nieuwe mogelijkheid om te concurreren op de wereldmarkt."
YELLOWSTAR – PARTNER CONTENT
Stijn Scheepers, CEO Yellowstar
‘Een duurzame supply chain begint met ketensamenwerking’
«
„Transparantie is de basis voor duurzame keuzes en het voldoen aan nieuwe regels.“
A
Prof.dr. Jack AA van der Veen, evofenedex leerstoel Supply Chain Management Nyenrode Business Universiteit
Ga de energietransitie in met Kenter
De opgave liegt er niet om. In het kader van van ‘Fit for 55’ moet de CO 2 -uitstoot van Nederland in 2030 met 55% omlaag ten opzichte van 1990: de energietransitie. Verduurzaming maakt een belangrijk deel uit van die energietransitie. Veel bedrijven zijn gemotiveerd om daarmee aan de slag te gaan. Maar als ze eenmaal beginnen, zien ze begrijpelijkerwijs al snel door de bomen het bos niet meer. Kenter wil haar klanten begeleiden en ontzorgen in de omgang met het energievraagstuk, maakt CEO Erik van der Ende duidelijk.
“Veel klanten zijn bezig met eigen duurzame energie-opwek en willen elektrificeren om minder afhankelijk van fossiele energie te worden”, weet Van der Ende. “Maar het Nederlandse elektriciteitsnet kan op veel plekken zowel extra afname als extra toelevering niet aan, dit wordt netcongestie genoemd. Die netcongestie bij de netbeheerder maakt het voor bedrijven complex om alle consequenties die samenhangen met eigen opwekking en elektrificatie te overzien.”
Omdat veel steden steeds strenger worden op het toelaten van voertuigen met verbrandingsmotor, hebben transportbedrijven behoefte aan een overstap naar elektrische tractie, inclusief de bijbehorende laadinfrastructuur. Van der Ende: “Ook zo’n casus is complexer dan misschien op het eerste oog lijkt, zeker als dit wordt gecombineerd met eigen elektriciteitsopwekking. Bedrijven worden geconfronteerd met een palet aan keuzes. En omdat voor ieder bedrijf de juiste keuze anders is, is het zaak het traject zorgvuldig af te wegen.”
Trias Energetica
Kenter is als specialist op het gebied van middenspanning de partij bij uitstek om bedrijven in hun energiekeuzes te begeleiden, zegt Van der Ende: “Veel grootverbruikers kennen ons als meetbedrijf dat het verbruik registreert. Maar daarnaast zijn we ook actief in het advies geven over en ontwerpen van de totale energie-infrastructuur. Dit omvat de installatie van transformatoren, laadpalen, energieopslag, de realisatie van zonnepanelen, generatoren en energiemanagementsystemen.
“Het gaat ons alleen om oplossingen die haalbaar en betaalbaar en daarmee echt duurzaam zijn.”
We overzien daarbij alle aspecten van de ‘trias energetica’. Hoe eerder we worden betrokken om mee te denken over een (totaal) plan, hoe beter we kunnen bijdragen aan optimalisering van de energie-oplossing. ”
De eerste vraag bij elk energieplan is: waar kan ik besparen? Van der Ende: “Soms is er subsidie voor investeringen in duurzame apparatuur mogelijk, maar de duurzaamste energie is de energie die je niet verbruikt. Besparen is aantrekkelijk, al vraagt dat veelal ook om investeringen. De weg naar de beste oplossing begint dan ook met het creëren van inzicht in energieverbruik. Veel bedrijven weten niet precies hoeveel energie ze waar in hun processen verbruiken.”
Als dat eenmaal in kaart is gebracht, komt duurzame opwekking aan de orde. Meestal gaat het om een oplossing met zonne-
panelen. Daarvoor werkt Kenter samen met betrouwbare partners. Omdat er een groot deel van de tijd een mismatch is tussen de elektriciteitsproductie en de elektriciteitsvraag vanuit de productieprocessen, kan (batterij) opslag interessant zijn om vraag en aanbod te balanceren. Daarvoor is een goed vergelijk tussen een eigen (kostbare) opslag en de lokale beschikbare capaciteit van het net van de netbeheerder nodig. Is er lokaal sprake van netcongestie en gaat dit nog jaren duren? Dan kan het kopen of huren van een energieopslagsysteem uitkomst bieden. Zo realiseert Kenter dagelijks korte- en middellange termijn oplossingen, gericht op lange termijn verduurzaming.”
Betrouwbaar en betaalbaar
Als er eenmaal een totaalplan ligt, betekent dit niet automatisch dat het in één keer moet worden uitgevoerd, merkt Van der Ende op. “Technisch is er van alles mogelijk. We kennen alle oplossingsrichtingen. Maar het gaat ons alleen om oplossingen die ook economisch haalbaar en betaalbaar zijn. We benaderen het energievraagstuk vanuit het perspectief van de klant. Daarom kunnen we in samenspraak een fasering aanbrengen die het bedrijf past en die het beste aansluit op de externe ontwikkelingen die we vanuit onze kennis en expertise kunnen voorzien.”
Samen vooruit
Als realisatie eenmaal aan de orde is, kan Kenter dat proces regisseren. Van der Ende: “In dit proces bieden we onze klanten de vrijheid om te kiezen voor een huurconstructie zodat investering in kostbare nieuwe assets voor hen niet nodig is. Dit combineren wij met pro-actief onderhoud door onze eigen mensen en aanvullende 24/7 service (energiezekerheid as a service). Zo staan we op alle aspecten voor een betrouwbare en betaalbare oplossing”, benadrukt Van der Ende.
Cable pooling
Als de wind waait, schijnt de zon vaak niet. En als de zon schijnt, waait het meestal niet. Winden zonneparken die dicht bij elkaar liggen kunnen daarom prima op één kabel of één aansluiting worden aangesloten. Dat noemen we Cable pooling. Deze oplossing kan interessant zijn voor ondernemers die zich bevinden in netcongestiegebied.
Totaaloplossing
Van een basismeetdienst voor uw energieverbruik tot volledig laadplein gevoed door zonnepanelen: de specialisten van Kenter helpen u graag bij het realiseren van de optimale energie-infrastructuur. Van een (financiële) haalbaarheidsstudie en advies tot en met realisatie inclusief service en onderhoud. Kenter zorgt tevens voor data en inzicht middels een online dashboard.
Meer weten?
Ga naar www.kenter.nu
3 SUPPLY CHAIN MANAGEMENT Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
KENTER – PARTNER CONTENT «
©HansPeter v a n V e t h o v e n
Erik van der Ende CEO van Kenter
Sophos MDR is er voor ieder bedrijf, van eenpitter tot multinational
Cybercrime is een sterk groeiende kostenpost voor het Nederlandse MKB. Veel bedrij ven hebben al eens te maken gehad met een ransomwareaanval. De eventuele schade omvat naast losgeld en reputatieverlies ook uitval door bedrij fsprocessen die stilliggen. Cybersecuritybedrij f Sophos heeft een 24/7 dienstverlening geïntroduceerd die bedrij ven afdoende beschermt tegen gij zelsoftware- en andere cyberaanvallen.
De ontwikkelingen in de IT gaan razendsnel. De digitalisering rukt op, netwerken worden groter en complexer, steeds meer data en bedrijfsprocessen verhuizen naar de cloud. De investeringen in databescherming en cybersecurity groeien echter onvoldoende mee, terwijl steeds meer criminelen een verdienmodel zien in bijvoorbeeld ransomware. De media besteden tegenwoordig wel aandacht aan cybercrime, maar veel bedrijven zijn zich nog onvoldoende bewust van hun digitale kwetsbaarheden, signaleert Brian Schippers, Manager Sales Engineering bij Sophos. “MKB’ers denken misschien dat zij weinig risico lopen, maar cybercriminelen zien hen juist als gemakkelijke slachto ers. Want als
kleine onderneming zijn ze vaak minder goed beschermd dan een groot bedrijf en hebben ze niet de middelen om eventuele schade te verhalen op de daders.”
Veel bedrijven, zeker de MKB’ers onder hen, zijn dus slecht voorbereid op de digitale bedreigingen en hebben hun cyberbeveiliging niet op orde. Ook hun IT-partners kunnen het allemaal niet meer bijbenen, al was het maar omdat IT-specialisten schaars zijn. Gelukkig hoeven bedrijven het niet allemaal zelf te doen, zegt Schippers. Hij maakt een vergelijking met fysieke beveiliging om het onderwerp tastbaar te maken. “Voor je bedrijfspand huur je een beveiligingsbedrijf in dat je volledig kan ontzorgen. Bij een incident treden ze zelf op en maken daar bij jou pas de volgende werkdag melding van. Zo kun je ook voor de cyberbeveiliging een dienstverlener inhuren. Van de noodzaak voor fysieke beveiliging is iedereen zich bewust. Voor digitale beveiliging geldt dat nog niet in dezelfde mate.”
Sophos maakt het bedrijven daarom gemakkelijk en biedt sinds vorig jaar cybersecurity-as-a-service aan onder de noemer Managed Detection and Response (MDR).
Deze dienst gee Sophos’ klanten 24/7 bescherming tegen cybercrime-activiteiten. “Een melding kan op elk moment van de dag of de nacht binnenkomen en dan moet er meteen actie worden ondernomen. Wil je met een eigen team 24/7 cyberbeveiliging organiseren, dan heb je daar wel zeven of acht experts voor nodig. Veel bedrijven hebben er de benodigde kennis en menskracht niet voor.” Sophos hee alleen al 600 experts in dienst voor MDR en hee er van hen 24/7 voldoende paraat staan. Bovendien beschikt het cybersecuritybedrijf over uitgebreide kennis en ervaring, die ook in de producten is verwerkt. Met als resultaat dat de tools van Sophos automatisch 99,98% van de bedreigingen blokkeren, vertelt Schippers. “Daardoor kunnen onze medewerkers focussen op de opsporing van de meest geavanceerde aanvallen die alleen door specialisten zoals zij kunnen worden gedetecteerd en gestopt. Zo bedienen we wereldwijd 24/7 al meer dan 15.000 klanten. Dat zijn niet alleen multinationals, maar ook mkb’ers en zelfs eenpitters.”
Er zijn meer aanbieders van MDR-achtige services in de cybersecuritymarkt, maar Sophos onderscheidt zich met de invulling van het Response-deel, aldus Schippers. “Vaak houdt het op bij een response in de trant van: ‘Wij hebben iets verdachts gevonden en nu moeten jullie stappen ondernemen.’ Wij gaan verder en komen meteen zelf in actie.” Het Sophos MDR-operations team kan een uitgebreide reeks responsacties uitvoeren om een cyberaanval op afstand (remote) te verstoren, te blokkeren en volledig uit te schakelen. “Zo nemen we eerst zelf de noodzakelijke maatregelen om een aanval te stoppen en schade zoveel mogelijk te voorkomen. Daarna brengen we bij de klant rapport uit over de stappen die we hebben gezet.”
Die snelle, actieve respons is essentieel, want in de eerste fase van een cyberaanval kan nog veel schade worden voorkomen, weet Schippers. “Het uitvoeren van bijvoorbeeld een ransomware-aanval is de laatste stap van illegale activiteiten op een netwerk. Eerst moeten de hackers het netwerk verkennen, zwakke plekken opsporen en het uiteindelijke doelwit bepalen. Als je een netwerk continu monitort op verdacht verkeer, kan er op de eerste dag van een inbraak al een mini-alarmbel afgaan en kun je nog op tijd ingrijpen.”
4 SUPPLY CHAIN MANAGEMENT Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
«
“Cybercriminelen zien MKB’ers als gemakkelijke slachto�ers.“
SOPHOS – PARTNER CONTENT
Brian Schippers, Manager Sales Engineering bij Sophos
Schippers illustreert de urgentie van remote beveiliging voor een sector als de scheepvaart en stipt daarmee aan hoe kwetsbaar voor cybercrime de wereldwijde supply chains zijn. “Vrachtschepen zijn tegenwoordig ook continu online, niet alleen voor alle communicatie en de aansturing van logistieke stromen, maar bijvoorbeeld ook om hun kritische systemen aan te boord te laten monitoren. Wordt een schip gehackt als het buitengaats is, dan kunnen systemen stilvallen terwijl het schip niet snel bereikbaar is voor specialisten van buitenaf. Dus moeten scheepsnetwerken 24/7 worden gemonitord en beschermd.”
altijd op slot gaan en bewegingsmelders installeren om eventuele indringers meteen te ontdekken. Zo kijken wij eerst samen met de klant of die goede digitale sloten hee geïnstalleerd en digitale indringers kan detecteren.”
Ook informeert Sophos zijn MDR-klanten proactief over potentiële bedreigingen, zodat ze zelf actie kunnen ondernemen, al of niet samen met Sophos. “Neem het grote lek in de Microso Exchange-server twee jaar geleden. Onze klanten waren daar gelukkig nog niet door geraakt. We hebben wel meteen gemeld dat het urgent was om hun Exchange-server te updaten.” Aanvullend op de reactieve maatregelen en proactieve aanbevelingen voert Sophos ook fundamentele analyses uit van incidenten om de onderliggende oorzaken te identi ceren. “Wij geven de klant vervolgens advies over het aanpakken van de zwakke punten in diens beveiliging, zodat cybercriminelen er in de toekomst geen gebruik meer van kunnen maken.”
Uiteindelijk is voorkomen altijd beter dan genezen – ter land, ter zee en in de lucht. Om die reden combineert Sophos de reactieve MDR-dienst met een proactieve aanpak. “We beginnen altijd met een health check van de netwerkomgeving van de klant, om eerst nog een volgende stap in cybersecurity te kunnen zetten”, verklaart Schippers. “Het is net als bij fysieke beveiliging. Je moet eerst alle deuren van goede sloten voorzien, zorgen dat die deuren ’s avonds
Sophos blij een leverancier van endpoint-oplossingen voor cybersecurity, zoals rewalls, maar het biedt de MDR-service ona ankelijk aan, benadrukt Schippers. “Het mooie is dat onze dienst openstaat voor beveiligingsproducten van andere leveranciers.” Zo is Sophos MDR compatibel met beveiligingstelemetrie van leveranciers als Microso , Check Point, Rapid7, Amazon Web Services en Google. Het kan endpoint-, rewall-, identity-, e-mail- en andere beveiligingstechnologieën van allerlei partijen integreren. “Ons systeem haalt uit de verschillende beveiligingsproducten alle benodigde data om daar heldere informatie uit te destilleren.”
Ter toelichting beschrij Schippers hoe verschillende rewall-vendors hun noti caties presenteren. “Vendor A hee de categorieën neutral en critical, vendor B werkt met een critical score die onder de 8 moet blijven en vendor C praat over low-level errors. Als het je al lukt om alle informatie te verzamelen, hoe bepaal je dan als IT-beheerder welke noti catie het meest kritiek is? Wij hebben alle expertise in huis om per vendor te kunnen beoordelen hoe je moet acteren op noti caties van verdachte gebeurtenissen. Met templates vertalen we al die informatie naar begrijpelijke tekst voor onze klanten.”
Om klanten volledig te ontzorgen en de kwaliteit van de MDR-dienst te benadrukken, biedt Sophos MDR Complete aan, inclusief de Breach Protection Warranty. Daarmee zijn zij verzekerd tot een bedrag van één miljoen dollar aan responskosten. Dit biedt hun dubbele zekerheid, verklaart Schippers. “Klanten zijn verzekerd van een schadevergoeding als er onverhoopt toch iets gebeurt. Maar bovenal laten wij hiermee zien dat we verwachten niet veel te hoeven uitkeren, omdat we volledig instaan voor de kwaliteit van ons product.”
Meer weten?
5 SUPPLY CHAIN MANAGEMENT Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
«
«
“Wij kijken eerst of digitale sloten zijn geïnstalleerd en digitale indringers worden gedetecteerd.”
Ga naar www.sophos.com SOPHOS
CONTENT
“Onze dienst staat open voor beveiligingsproducten van andere leveranciers.”
– PARTNER
3Vragen aan Peter Kazander
De huidige economische ontwikkelingen gaan snel en zijn ongekend ingrijpend. De energietransitie, arbeidsmarktkrapte en digitalisering hebben grote invloed op het Nederlands midden- en kleinbedrijf en zijn (internationale) toeleveringsketens. Komt het er versterkt of verzwakt uit? Dat hangt mede af van het overheidsbeleid, betoogt directeur Leendert-Jan Visser van MKB-Nederland.
Tekst: Leendert van der Ent
Foto: Persfoto
gewerkt door hun medewerkers aantrekkelijker werktijden te bieden, door zwaar werk lichter te maken en hen op andere manieren te faciliteren.” Het probleem is: bedrijven kunnen het niet alleen, betoogt Visser. “Als je de krapte wilt oplossen, moet het lonen om meer uren te gaan werken. Nu gaat de opbrengst grotendeels naar de fiscus of raken mensen toeslagen kwijt. De overheid doet er goed aan dit snel op te lossen.”
De huidige krapte op de arbeidsmarkt legt volgens Leendert-Jan Visser een deksel op de economische groei. “Bedrijven krijgen orders die ze vanwege personeelstekorten niet kunnen uitvoeren. Dat geldt zeker ook voor het logistieke bedrijfsleven, zoals het wegtransport, de binnenvaart en onze havens.” Maar, er is niet alleen slecht nieuws. Visser stelt dat Nederland nog altijd een distributieland is en het aantrekken en houden van mensen is hier, net als in andere sectoren, heel belangrijk. “Bedrijven hebben daar hard aan
Naast simpelweg mensen aantrekken, is een van de oplossingen voor personeelskrapte productiviteitsverhoging: efficienter werken. Visser: “Digitalisering en robotisering bieden daarvoor mogelijkheden. Die zetten dan ook in hoog tempo door.” Dat vergt wel hoge investeringen. En ook op dat vlak loopt het MKB volgens Visser tegen een rem aan, in de vorm van de relatief slechte beschikbaarheid van investeringskapitaal. “In Nederland zijn maar drie banken actief in bedrijfsinvesteringen. Die raken geinteresseerd bij investeringen van meer dan een half miljoen, terwijl kleinere bedrijven vaak lagere bedragen nodig hebben.” Daarnaast gaat de verduurzaming door – waar ook veel investeringen voor nodig zijn. Visser: “De innovatie gaat snel, maar dat betekent niet dat de overstap naar duurzame energie nu al altijd rendabel is. Bedrijven krijgen verplichtingen opgelegd die lang niet altijd meteen rendement opleveren. Ondernemers zouden fors worden gefaciliteerd met subsidies en investeringspremies, maar de concrete invulling is er nog niet. Er zit 35 miljard in het klimaatfonds, maar bij gebrek aan regelingen gaat er nu nog weinig uit. Daardoor geven bedrijven noodgedwongen hun geld uit aan hoge energiekosten in plaats van aan duurzaamheidsinvesteringen die tot een lagere energierekening leiden.”
Genoeg uitdagingen dus, maar wel uitdagingen die we het hoofd moeten bieden. Zowel de coronapandemie als de oorlog in Oekraïne hebben aangetoond hoe gevaarlijk het voor Nederland en de EU is om voor essentiële (basis)producten zoals medicijnen, mondkapjes en energie afhankelijk te zijn van productie buiten de EU. “Het blijkt moeilijk om industrieën die we hier niet meer hebben, opnieuw op te zetten”, weet Visser. “Daarom is het des te belangrijker om Nederland voor de basisindustrieën die we hebben aantrekkelijk te houden, zodat we die niet kwijtraken. Veel bedrijven verderop in de keten zijn daarvan bovendien afhankelijk. Dan is het een veeg teken als een essentieel bedrijf in de supply chain als Boskalis, met een grote innovatiekracht, zich afvraagt of in Nederland blijven wel de moeite waard is.”
Nederland doet er volgens Visser dus goed aan de ondernemingen te koesteren die we hebben. “Wij zien vooral nogal eens onverschilligheid: 'als je weg wilt, dan ga je toch?' Die houding is gevaarlijk. Het lijkt misschien de keuze van individuele bedrijven in de industrie en transport, maar voor je het weet verdwijnen hele ketens. Moderne toeleveringsketens zijn nauw verweven, daar kun je niet zomaar een speler uithalen. Dit geldt zeker nu de VS, waar het veel gemakkelijker is om aan kapitaal te komen dan in Europa, ook via zijn klimaatbeleid nog eens hard aan Europese bedrijven begint te trekken.” En dat die bedrijven hard nodig zijn voor de BV Nederland, wil Visser nog maar eens stevig benadrukken: “Zeventig procent van de private werkgelegenheid zit in het MKB. De kracht en het innovatievermogen van het midden- en kleinbedrijf dragen de maatschappij. Daar mag Nederland trots op zijn, maar daar moeten we ook voorzichtig mee zijn.”
Focus
Tekst: Leendert van der Ent
Foto: Persfoto
Wat is de gemeenschappelijke trend die u opmerkt rond de LogiMAT-beurzen in Duitsland, Thailand en China?
“Automatisering en Data Management zijn overal de belangrijkste onderwerpen. Verder bieden robots en cobots veel innovatiepotentieel. Big Data en Systeemintegratie zijn echte succesfactoren. Een andere ontwikkeling, zowel in Europa als in Azië, is de reactie op het destabiliseren van toeleveringsketens in de afgelopen jaren. Toonaangevende industriële ondernemingen wereldwijd breiden hun netwerken uit om inkoop- en productierisico's te spreiden. Zo transformeren zij wereldwijde leveringsketens.”
Welke innovaties merkt u op bij standhouders waarmee bedrijven van deze trend kunnen profiteren?
“De industrie is bezig met een proces van herglobalisering. Als gevolg daarvan wordt nieuwe productie- en magazijncapaciteit gepland en gebouwd. Dit biedt enorme kansen voor bedrijven die intralogistieke oplossingen voor productie en opslag leveren. Onze exposanten zijn toonaangevende en innovatieve bedrijven die snel op deze wereldwijde marktontwikkelingen reageren. Dit biedt veel potentieel, vooral voor Zuidoost-Azië. Gevestigde bedrijven en bewezen oplossingen zullen in nieuwe regio's kunnen doordringen.”
Zijn er trends bij de Stuttgart LogiMAT die verschillen van de twee andere locaties?
“De situatie tussen de regio's kan verschillen, maar de eisen blijven dezelfde. LogiMAT gaat over procesoptimalisatie en kostenefficiëntie. Dat is wat exposanten aanbieden: producten, diensten en oplossingen om de interne goederenbehandeling kosteneffectief te optimaliseren. We brengen mensen samen op ons platform waar ze elkaar ontmoeten, elkaar spreken en van elkaar kunnen leren. Het begeleidende programma dat we tijdens alle drie de beurzen aanbieden, richt zich meer op overeenkomsten dan op verschillen. Bezoekers uit verschillende regio's, culturen en achtergronden praten, luisteren en leren om samen hun bedrijf te ontwikkelen. Dat is waar een goede beurs om draait.”
A
Heffiq laat zich nadrukkelijk zien als logistiek adviespartner
Heffiq, dat in Nederland een degelijke reputatie heeft opgebouwd als dealer van Hyster heftrucks, magazijntrucks en containerhandlers (ontwikkeld en geproduceerd in Nijmegen) en overig intern transportmateriaal (zoals magazijninrichting en vloerreinigingsmachines), verschuift zijn focus steeds meer richting totaalpartner in logistiek advies. Tijdens overleg met klanten staat het advies centraal op basis van 5 thema’s om maximaal rendement te halen uit de geboden logistieke oplossingen.
Bij contacten met nieuwe relaties heeft Martijn Veerkamp, commercieel directeur van Heffiq, de opdracht voor zichzelf en het team geformuleerd om eerst uitgebreid kennis te maken met het bedrijf in kwestie.
De vijf eerder genoemde thema’s zijn daarbij leidraad. Het gaat om:
• Productiviteit
• Continuïteit
• Veiligheid
• Duurzaamheid
• Fleetmanagement
“Elk bedrijf kent zijn eigen logistieke uitdagingen en we willen de knelpunten goed snappen. Bovendien hebben we te maken met verschillende aanspreekpunten, waaronder bestuurders, maar ook managers uit technische dienst, procurement of logistiek. Afzonderlijke behoeftes worden meegewogen in het totaaladvies.
Persoonlijke benadering!
Hoe de vervolggesprekken worden ingevuld, verschilt per relatie, afhankelijk van de behoefte. Dat kan de vorm krijgen van een demonstratie in het eigen magazijn, maar bijvoorbeeld ook een bezoek aan een referentie van Heffiq. “Elk bedrijf verlangt een specifieke logistieke oplossing. Wat je wel kunt stellen, is dat er een gemene deler bestaat in de vorm van krapte op de arbeidsmarkt. Bedrijven willen logistiek transportmateriaal zo efficiënt en productief mogelijk inzetten.”
Een succesvol logistiek advies heeft niet uitsluitend van doen met het leveren van materiaal, maar vooral met het afstemmen van de totale behoefte op het gebied van intern transport (zoals financieringvormen, pieken in productie opvangen en verschillende onderhoudsvormen). “Er bestaan tal van thema’s die aanhaken bij de actualiteit, waaronder
het verlagen van de CO2-footprint. Ook veiligheid is een belangrijk thema op dit moment. Bedrijven hechten grote waarde aan het werkcomfort en ergonomie voor medewerkers, mede gezien de krapte op de arbeidsmarkt.”
Robotisering
Een steeds vaker besproken onderwerp dat Veerkamp tevens wil melden, heeft van doen met robotisering en automatisering. “Ook op dit vlak denken wij als Heffiq graag mee om het logistieke proces van onze klanten verder te optimaliseren en onze klantrelatie verder te intensiveren.”
Martijn Veerkamp Commercieel directeur van Heffiq
6 SUPPLY CHAIN MANAGEMENT Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
HEFFIQ – PARTNER CONTENT
‘Koester het MKB: de kracht en het innovatievermogen van het middenen kleinbedrijf dragen de maatschappij’
Peter Kazander, directeur EUROEXPO Messeund Kongress-GmbH, München en organisator van LogiMAT Stuttgart, LogiMAT Intelligent Warehouse en LogiMAT China.
Leendert-Jan Visser, directeur MKB-Nederland
Actueel
Het aantal mobiele robots zal de komende twee jaar naar verwachting wereldwijd verdubbelen. De prijsdaling die dat met zich meebrengt, in combinatie met de andere voordelen, maakt het voor bedrijven in de logistieke sector een no-brainer om met robotisering en automatisering aan de slag te gaan. Dat verwacht Jan Jongbloets, VP, Key Account & Channel Management EMEA bij technologiebedrijf Geek+.
D
GEEK+ – PARTNER CONTENT Jan
Jongbloets
Het wordt volgens Jongbloets voor bedrijven in de logistieke sector dan ook steeds aantrekkelijker om in robots te investeren. De terugverdientijd wordt verkort, ook bij de systemen die Geek+ levert. “Met de producten die wij wegzetten, zoals orderpick, opslag- en sorteersystemen, streven we naar een terugverdientijd van één tot drie jaar. Daar zijn we succesvol in, met deze trend wordt het voor bedrijven inderdaad een no-brainer om robots in te zetten.”
at het aantal mobiele robots zo sterk zal stijgen, komt naar voren uit een rapport van Interact Analysis. Uit datzelfde onderzoek blijkt dat deze markt tussen 2020 en 2022 ook al verdubbelde. Door de forse stijging van productieaantallen in combinatie met sterk doorgevoerde standardisatie van robots en software, worden de robots steeds breder inzetbaar, zegt Jongbloets.Terugverdientijd
Los van de kosten, denkt Jongbloets dat de logistieke sector robots nodig zal hebben om de uitdagingen van deze tijd het hoofd te bieden. Het personeelstekort is er daar een van en momenteel zijn ook de hoge energiekosten voor bedrijven een punt van zorg. Robots kunnen in de ogen van Jongbloets ook voor dat probleem soelaas bieden: “Het energieverbruik van een automatische magazijnkraan is veel groter dan dat van een robot.”
Ook de beperkte ruimte in Nederland is voor logistieke bedrijven een belangrijk punt van aandacht, want daardoor is het noodzakelijk om de opslagcapaciteit op de
SASTRIFY
beschikbare locaties te maximaliseren en een optimale opslagstrategie te hebben. Daarvoor is automatisering volgens Jongbloets essentieel. “Wij richten met onze oplossingen het logistieke proces efficiënter in. Zo kijken we met Geek+ bijvoorbeeld naar historische orderdata en leiden daaruit af welke producten veelvuldig verkocht zullen worden en welke wat langer op de plank blijven liggen. Op basis daarvan maken we gebruik van algoritmen, waarmee bepaald wordt welk product op welke plek het meest efficient wordt opgeslagen. Een robot voert dat dan uit.”
Jongbloets verwacht dat Geek+ in de Nederlandse logistieke sector een nog grotere
Steeds meer bedrijfsprocessen digitaliseren. Daardoor zien we dat softwarekosten binnen bedrijven alsmaar toenemen. Zo groeiden de uitgaven voor software in 2022 met bijna 10 procent en is de verwachting dat 2023 daar met bijna 12 procent nog een schepje bovenop doet. De totale kapitaalwaarde van software en databases is bovendien gestegen naar maar liefst 143 miljard USD en verwacht wordt dat dit 720 miljard USD zal zijn in 2028. Die stortvloed aan applicaties en digitale oplossingen maakt dat we door de bomen niet altijd het bos meer zien. Navigeren door het softwarewoud is complex, tijdrovend en kostbaar, juist nu we in tijden leven waarin we kostenbewust moeten zijn. Hoe digitaliseren we processen met software doelgericht en kostenefficiënt?
Daar richt Sastrify zich op. Sastrify helpt bedrijven wereldwijd met het verkrijgen van de beste deals bij het inkopen en vernieuwen van Software as a Service (SaaS)-contracten. Het platform stelt inkoop, IT en financiële teams in staat naadloos samen te werken en te profiteren van de beste inkoopprocessen, partnerschappen met de meest populaire SaaS-leveranciers en een steeds groter wordende database met prijsbenchmarks.
“We hebben veel onderzoek gedaan naar de obstakels waar bedrijven tegenaan lopen bij
hun softwarebeleid. Hierbij constateerden we een trend dat veel bedrijven decentraal software zijn gaan aanschaffen. Afdelingen weten vervolgens van elkaar niet welke software ze tot hun beschikking hebben en gebruiken. Het selecteren van de juiste software is voor afdelingen bovendien tijdsintensief. Dit gaat ten koste van efficiëntie en kost vaak veel geld. Ook zien we dat met de toename van het aantal softwareapplicaties het aantal te beheren contracten gigantisch stijgt, hetgeen bedrijven eveneens veel tijd en moeite kost. Bedrijven hebben geregeld meer dan honderden softwarelicenties die ze moeten overzien.”
Het optimaliseren van de volledige ‘levenscyclus’ van software, van aanschaf tot afschaf, kan bedrijven dan ook enorm helpen. Met Sastrify hebben bedrijven een centraal platform waarop alle beschikbare software van een bedrijf inzichtelijk is en waarop eenvoudig nieuwe software aan te schaffen is voor de beste prijs. “Zie het als een interne app store voor software. Wij stellen organisaties in staat op decentraal niveau software aan te schaffen, maar wel met het inzicht dat enkel kan voortkomen uit het centraliseren van alle data op één centraal punt. Daarnaast kan vanaf ditzelfde punt nieuwe software worden aangeschaft, zijn prijzen transparant en wordt dit alles naadloos afgestemd op de wensen van de eindgebruikers.”
SastrifyDit platform wordt geïntegreerd met de bestaande infrastructuur. “Door te
schakelen met de finance, procurement of ITafdeling halen we bestaande over-eenkomsten boven water en integreren we die met het platform. Deze stap helpt ook bij opschoning van de huidige soft-wareapplicaties. Zijn applicaties dubbel aangeschaft? Worden bepaalde tools überhaupt nog wel gebruikt? Het is bij uitstek een gelegenheid schoon schip te maken”, aldus Lackinger. Vervolgens kunnen medewerkers via het Sastrify-platform uit een selectie van meer dan 20.000 applicaties de software vinden die zij nodig hebben en die vergelijken met andere tools, zonder te hoeven onderhandelen over prijs en met stroomlijning van processen, bijvoorbeeld op het gebied van veilig-heid en privacy. “Bovendien zijn wij tijdens het gehele traject betrokken. Wij doen al het voor- en uitzoekwerk, zodat bedrijven zich kunnen focussen op hun eigen business.”
Lackinger benadrukt: “Het optimaliseren van het software- en SaaS-beleid helpt bedrijven om: 1) beslissingen over software met zekerheid en vertrouwen te maken, 2) enorm veel tijd te winnen en 3) veel geld te besparen, soms wel tot de helft van hun totale software-uitgaven. Met maatwerk helpen wij bedrijven tot de perfecte deal voor software te komen. Die deal is gefocust op prijs, maar ook op kwaliteit. Sharon Overdijkink, procurement lead bij Bitvavo, een van de klanten van Sastrify, vertelt: “Ik had meteen het gevoel dat het Sastrify-platform de toekomst van SaaS-procurement trends weerspiegelt. In plaats van alleen de meest
Sven Lackinger Co-founder van Sastrify
gebruikte apps te tonen, laat Sastrify ook een breed scala aan alternatieve opties zien, zodat vendors ook gestimuleerd worden betere deals samen te stellen.”
www.sastrify.com
7 SUPPLY CHAIN MANAGEMENT Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Lackinger sluit af: “Met 2023 voor ons is het voor bedrijven nu een goed moment na te denken over het herzien van hun softwarepakketten. Wij kunnen helpen het softwarebeleid te optimaliseren.” – PARTNER CONTENT
Benieuwd hoeveel jij kunt besparen? Ontmoet Sastrify op 9 maart in The Hoxton te Amsterdam.
Bespaar tijd en kosten met het optimaliseren van softwarebeleid
Key
& Channel Management EMEA
www.geekplus.com
rol kan gaan spelen. Vanwege de aantrekkelijke terugverdientijd die het biedt, maar vooral door de innovatiekracht die hij aan het bedrijf toeschrijft. “Onze innovatiecyclus is heel kort. Dat betekent dat er weinig tijd zit tussen het ontstaan van een idee en het realiseren van een daadwerkelijk eerste project. Wij denken ook meer in processen en oplossingen dan in technologie en anlyseren in detail de processen van logistieke bedrijven. Van oorsprong zijn we een softwarebedrijf, later is daar hardware aan toegevoegd. Dat betekent dat we een totaaloplossing bieden voor de klant.”
Account
bij technologiebedrijf Geek+
Robotisering en automatisering een no-brainer
Altijd meer mogelijkheden zien dan andere mensen. Dát is de kracht van Nederland handelsland, als je het aan Albert Veenstra vraagt. “Maar we moeten dat wel blijven doen, want we raken onze voordelen stilaan kwijt.”
Tekst: Jerry Huinder
Foto: Persfoto
De Rotterdamse haven. Onze rivieren en kanalen waarover schepen de goederen die binnenkomen in die haven naar het achterland brengen. Schiphol. Ons wegennetwerk waarover we tientallen tonnen materiaal dag in dag uit door Europa rijden. Maar ook onze menselijke resources: eeuwenlange ervaring en opgedane kennis op het gebied van logistiek, opslag, internationale handel en alle regelgeving die daaraan te pas komt. Nederland is een handelsland bij uitstek. Handelen hoort bij onze geografie en onze cultuur. Wij Nederlanders zijn handige types die slim met kansen en bedreigingen omgaan. Iets waar we volgens Albert Veenstra, Professor of Trade and Logistics aan de RSM Erasmus University, met recht trots op mogen zijn. Maar ook iets dat we volgens Veenstra moeten bewaken. En juist daar stokt het momenteel een beetje, zeker op douanegebied, iets waar Nederland van oudsher juist een enorme voorsprong had opgebouwd. “Eén van de grote voordelen die Nederland heeft, zijn onze douanefaciliteiten en de fiscale verworvenheden die we daarbinnen hebben opgebouwd. Wij zijn in het verleden heel slim en effectief omgegaan met regelgeving, waardoor we echt een groot voordeel hadden ten opzichte van andere Europese landen. Maar met de nieuwe wetgeving die eraan komt vanuit Brussel, en de manier waarop we daar mee omgegaan zijn, kachelt dat voordeel achteruit.”
Wat voor slimmigheden hebben we dan?
“Dat zijn een heleboel verschillende dingen geweest, door de tijd heen. BTWverlegging is een goed voorbeeld. We hadden in een heel vroeg stadium al bedacht dat het onhandig is dat als er goederen binnenkomen in Nederland waarvan je weet dat
ze het land weer gaan verlaten dat je eerst BTW afrekent en dat dan weer terug moet zien te krijgen. Dus hebben we besloten dat BTW-moment te verleggen en per saldo af te rekenen. Dat was een super goed idee, want het scheelt heel veel bedrijven heel veel cash en is dus ook echt een reden geweest waarom veel handelsbedrijven zich in Nederland hebben gevestigd in de jaren '80 en ’90. Inmiddels doen België, Frankrijk en ook Duitsland en Engeland dat ook, dus is het geen onderscheidend vermogen meer. Met ons douaneaangifte systeem hadden we nog wel een onderscheidend vermogen, maar dat lijkt ook te gaan verdwijnen.”
"Als je met elkaar vaststelt wat onze rol in het discours over douanefiscaliteit is, dan kunnen de juiste mensen in de politiek dat in Brussel uitleggen."
Want dat deden we ook slim?
“Zeker, als onderdeel van het totale aangifteproces hadden we de geautomatiseerde periodieke aangifte. Dit was gericht op zo’n 200 bedrijven met grote volumes en tachtig procent van het invoervolume van Nederland liep via dit systeem. Simpelweg betekende dit dat als je een distributiebedrijf had in Nederland je maar een keer per maand de douane hoefde te vertellen wat je had binnengekregen en wat er uit was gegaan aan goederen. Je hoefde dus niet dagelijks af te rekenen voor alle goederen, met als voordeel dat het logistieke proces niet werd verstoord, je je warehouses superefficiënt kon inrichten en het boekhoudkundige proces hierdoor ook sterk werd vereenvoudigd. Het hele aangifteproces, waar de geautomatiseerde periodieke aangifte een onderdeel van was, is altijd een heel erg Nederlands ding geweest. Geen enkel ander Europees land heeft zo’n maandelijks aangiftemechanisme gehad, en we hebben daardoor al 30 jaar enorm aantrekkelijke vestigingsvoorwaarden voor distributiebedrijven in Nederland.
"Er zijn gewoon minder plussen aan de Nederlandse kant en dat gaat er bij een aantal bedrijven toe leiden dat ze voor een ander land gaan kiezen."
Wat betekent dat precies?
“Europa stuurt op transactiegericht toezicht. In Nederland implementeren we dat via het douanemanagementsysteem DMS versies 4.0 & 4.1. Waar er eerst aan het begin van de goederenstroom geen communicatie was met de douane, moet dat in de nabije toekomst wel. Dat is een achteruitgang, want je loopt nu het risico dat lading geselecteerd wordt voor controle, terwijl daar de logistieke situatie niet op is ingericht. Daarnaast heeft de Nederlandse douane, in overleg met bedrijfsleven, de keuze gemaakt om de maandaangifte terug te brengen naar een dagaangifte. Je moet straks dus op dagbasis met elkaar kijken van wat hebben we precies gedaan en daarover afrekenen met de douane. Dit is voor heel veel bedrijven een grote achteruitgang van het faciliterend douaneproces. Er valt letterlijk een groot concurrentievoordeel voor ons land weg.”
Dus proberen we dat tegen te houden?
“Dat zou je misschien zeggen, aangezien het al een aantal keren is uitgesteld, maar toch is dat niet het geval. Ten eerste omdat het vanuit Brussel wordt opgelegd en dus onvermijdelijk is en vervolgens, ten tweede, omdat bedrijven nu ook zeggen: laten we er nu maar even doorheen bijten. Dat is dan wel weer de Nederlandse handelsgeest: het moet, we gaan het wel fixen, we lossen het wel op. Maar het is wel een hele toestand en het is een fundamenteel onderscheidend vermogen van Nederland dat nu wegvalt. De geautomatiseerde periodieke aangifte was echt een kenmerkend aspect van de handelsfacilite-
Feiten
Albert Veenstra is Professor of Trade and Logistics bij de RSM Erasmus University en deed voor de Topsector Logistiek onderzoek naar de ontwikkeling van de specifieke voordelen en stimulerende omstandigheden voor het efficiënt afhandelen van goederenstromen die sinds jaar en dag bestaan in Nederland. Veenstra was voorheen Scientific Director bij TKI Dinalog, het topconsortium kennis en innovatie waarin bedrijven, kennisinstellingen en overheid werken aan het innovatieprogramma van de Topsector Logistiek.
rende rol van de douane in ons land. En nu is het niet meteen dat er nu allemaal partijen hun biezen pakken, maar voor nieuwe partijen wordt de overweging om voor Nederland te kiezen wel anders. Er zijn gewoon minder plussen aan de Nederlandse kant en dat gaat bij een aantal bedrijven tot de beslissingen leiden dat ze voor een ander land gaan kiezen.”
Tot slot: hoe hebben we deze wetgeving als land dan kunnen laten gebeuren?
“Ik denk simpelweg omdat er relatief weinig politieke aandacht is voor de rol van de douane en de fiscale omgeving waarin wij als Nederland handelsland opereren. Er zijn maar een paar parlementsleden die überhaupt met douanezaken bezig zijn. Ik denk dus dat er wel wat meer kennis bij de parlementariërs ontwikkeld mag worden om beter mee te kunnen denken over wat nieuwe regelgeving vanuit Europa op douanegebied voor effect heeft op onze rol als handelsland. We moeten echt actief gaan meedenken en ons afvragen: is dit nou wel slim? Wij hebben altijd een beetje vooruit geschaatst en dat irriteert Brussel, dat zie je nu ook bij de mestproblematiek. Onze inventiviteit staat dus onder druk, de Europese Unie is het zat. Dat heeft nu in deze nieuwe douanewetgeving slecht uitgepakt. De focus in Nederland, bijvoorbeeld in de media, ligt, op douanegebied, vooral op criminaliteit en veiligheid. Grote cocaïnelijnen die ontdekt zijn en opgerold worden. Nu is dat belangrijk, begrijp me niet verkeerd, maar onze plek als handelsland in de wereld is ook van groot belang en dit lijkt naar de achtergrond te schuiven. Als je met elkaar vaststelt wat onze rol in het discours over douanefiscaliteit is, dan kunnen de juiste mensen in de politiek dat in Brussel uitleggen. En dan niet alleen de staatssecretaris van Douane maar ook de minister van Buitenlandse Zaken en ook de minister van Financiën. Iedereen moet in Europa uitleggen: dit is onze politieke positie ten aanzien van Nederlandse rol als handelsland en de gateway to Europe en daar horen deze keuzes bij. Ja, we zijn verantwoordelijk voor het tegengaan van criminaliteit, smokkel en onveilige producten, maar we moeten er ook voor zorgen dat het hier niet stil komt te staan.”
8 SUPPLY CHAIN MANAGEMENT Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Omdat Brussel het douanebeleid verder wil harmoniseren, gaat deze geautomatiseerde periodieke aangifte verdwijnen.”
‘We moeten ervoor zorgen dat het hier niet stil komt te staan’
Profiel
Organi en Softpak ontzorgen logistieke dienstverleners bij veranderingen
Recentelijk hebben Organi en Softpak de krachten gebundeld, hierdoor nemen ze een nog sterkere positie in in de markt voor logistieke software. Zodoende kunnen beide IT-specialisten havengerelateerde bedrijven feilloos ondersteunen bij het inspelen op telkens veranderende douanevoorschriften.
De Europese wet- en regelgeving is niet statisch van karakter. Regels en procedures worden telkens aangepast en toegesneden op de actualiteit. Bedrijven in de Europese Unie hebben daar geen directe invloed op. Ze hebben zich echter wel zonder meer te houden aan de voorschriften die vanuit de EU worden opgelegd. Aniel Badri, managing director van Softpak, geeft aanvullend het voorbeeld van de Brexit, het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. “Nederlandse en Belgische bedrijven hadden daar in feite geen greep op, terwijl ze wel direct te maken kregen met de gevolgen ervan. Tal van procedures moesten worden aangepast voor bedrijven die handel dreven met de UK. Er moest volop worden gesleuteld aan IT-oplossingen voor onder andere douane-expediteurs. Zelfs bedrijven die voorheen amper uitvoeraangiftes moesten maken omdat ze enkel handel dreven binnen de EU, moesten nu rekening houden met voorschriften waar ze voorheen nooit mee van doen hadden.”
Kwaliteit
Met dit voorbeeld schetst Badri in een notendop de kwaliteit van Softpak, dat wordt gekend om zijn geïntegreerde logistieke oplossingen voor havengerelateerde bedrijven, zoals containerterminals, containerdepots, (douane-)expediteurs,
warehouses, distributiecentra en rederijen. Softpak is met 45 medewerkers actief in 16 landen, waaronder Nederland, Ierland, Groot-Brittannië en Noorwegen. Organi is als onafhankelijk Belgisch bedrijf gespecialiseerd in het verbeteren en automatiseren van alle bedrijfsprocessen door middel van software en IT-services en focust zich naast de logistieke dienstverleners op handels- en industriële bedrijven, gerechtsdeurwaarders alsook boekhouding en accountancy.
Kristof Poulain, COO van Organi, legt uit dat bedrijven vooral moeite hebben met de druk die opgelegd wordt door nieuwe douanevoorschriften. “Probleem is vooral dat de douane niet tijdig genoeg testsystemen ter beschikking stelt in combinatie met gebrek aan capaciteit. Dat heeft effect op de aanpassingen die de IT-dienstverlener moet inplannen, uitwerken en valideren. Uiteindelijk is de klant de gedupeerde, want hij wordt te laat geïnformeerd met duidelijke instructies van wat er exact wijzigt en
wat er verplicht is. Daar komt bij dat landen eigen interpretaties kennen. Badri en Poulain zien beiden dat er een spanningsveld bestaat tussen de ambitie van de EU en de mogelijkheid van de landelijke douane om die ambitie te halen. Nederland kent veelal een gefaseerde uitrol van douaneregels, waardoor bedrijven zich kunnen aanpassen aan die regels gedurende het proces. België volgt het spoor van een eenmalige, definitieve invoering. Ben je als bedrijf onvoldoende voorbereid, dan kun je uitsluitend nog terugvallen op noodprocedures of de goodwill van de douane-instanties.”
Samenwerking
Wat Poulain met deze reactie benadrukt, is dat er veel druk in de logistieke keten bestaat om telkens compliant te zijn met regelgeving die niet door bedrijven zelf is bedacht, maar die door de EU als het ware wordt opgelegd. Waar Softpak en Organi zich in hun gezamenlijke rol in onderscheiden, is dat ze klanten ontzorgen en een oplossing kunnen bieden conform douaneregels, waarbij beide bedrijven tevens optreden als consultant richting klanten en integrators.
De nieuwe samenwerking tussen Organi en Softpak leidt bovendien tot versterking van IT-oplossingen in zowel Nederland als België en tot een betere service voor logistieke dienstverleners en handelsbedrijven. De havens van Rotterdam en Antwerpen liggen als het ware bij elkaar om de hoek. Logistieke dienstverleners in Nederland behandelen ook ladingstromen in Antwerpen. Hetzelfde geldt vice versa ook voor logistieke bedrijven in België. Poulain: “Dat wij zijn samengegaan, heeft een positieve impact op onze positie en slagkracht als logistieke IT-dienstverlener in de Benelux. Wij
ontzorgen onze klanten met het aanbieden van betere services als ze een nieuwe dienst, transport- en/of douane-activiteiten moeten opzetten in Rotterdam of Antwerpen.”
Pilot
Een belangrijke actualiteit is de invoering van het Douaneaangiften Management Systeem (DMS) 4.0, waarbij de douane een gefaseerde aanpak hanteert. In de slipstream daarvan wordt er ook al gesleuteld aan DMS 4.1, waarbij logistieke bedrijven niet alleen te maken krijgen met nieuwe systemen, maar ook met nieuwe procedures. Organi en Softpak zijn rechtstreeks bij deze ontwikkelingen betrokken. Vier bedrijven doen aan de eerste DMS-pilot mee, waaronder een klant van Softpak.
Zo is ook vanuit de overheid beslist: de eerste ervaringen in de pilot voor import worden op een aangegeven moment geëvalueerd, waarna gedurende het traject daarvan wordt geleerd om die ervaringen vervolgens uit te werken tot een stelselmatige invoering bij de klanten die uitsluitend importformaliteiten opstellen. Hetzelfde traject volgt voor de klanten die uitsluitend uitvoerformaliteiten of invoer-, opslag- en uitvoerformaliteiten opmaken. Projectmatig zal Softpak zijn klanten hierin ontzorgen.
Tot slot deelt Badri graag nog een belangrijke tip: “Lees je vroegtijdig in, huur desnoods expertise in, vraag ruim op tijd ondersteuning bij je softwareleverancier, zodat ze voldoende tijd hebben om een oplossing voor te stellen, te realiseren en in te voeren. De sleutelwoorden zijn: communicatie en planning.”
9 SUPPLY CHAIN MANAGEMENT Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
ORGANI & SOFTPAK – PARTNER CONTENT
www.softpak.nl www.organi.be
Kristof Poulain, COO van Organi & Aniel Badri, managing director van Softpak
Met duurzaamheid wint iedereen
Uitdagingen
De Nederlandse economie is volgens MVO Nederland nu voor 16,5 procent duurzaam. Dat percentage groeit te traag, waarschuwt Maria van der Heijden, directeur-bestuurder van het grootste duurzame bedrijvennetwerk van Europa. “Een gelijk speelveld, waarin maatschappelijk verantwoord ondernemen net zo goed rendeert als de 'oude' economie, ontbreekt.”
Tekst: Leendert van der Ent
Foto: AdobeStock
SP, PVDA, Groen Links, Volt en de regeringspartijen Christen Unie en D66 hebben een wetsvoorstel voor internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) ingediend. Reden: het Europese wetsvoorstel op dat gebied voldoet niet aan de OESO- en VN-normen. Op 18 januari 2023 werd de initiatiefwet 'over gepaste zorgvuldigheid in waardeketens om schending van mensenrechten en het milieu' in de Tweede Kamer besproken.
MVO Nederland ondersteunt deze initiatiefwet van harte. Maria van der Heijden: “Samen met alle bedrijven die transparant
willen zijn over hun internationale impact. Sommige bedrijven vrezen dat ze worden afgerekend op wat de toeleverancier van hun toeleverancier doet. Daar gaat het niet om. Vanaf dag één 100 procent scoren is onmogelijk. Het draait om leren en inzicht krijgen in je eigen keten. Zo verminder je de bedrijfsrisico's. In 2019 checkte een derde van de bedrijven die risico's al volgens de OESO-richtlijnen. Die koplopers hebben last van de bedrijven die het niet doen. Iedereen profiteert namelijk als mensen op bedrijven kunnen vertrouwen. En MVO gaat over toekomstbestendigheid. Dat verwacht je toch in elke bedrijfsvoering?”
Daarom zou het volgens Van der Heijden logisch zijn dat de één derde van de bedrijven die in 2019 een ketencheck deed, dit jaar zou zijn toegenomen tot 90 procent van de bedrijven. Maar of dat zo is? Onlangs kwam de Nieuwe Economie index (NEx) voor 2023 beschikbaar. Die toetst de economie breder op zeven duurzaamheidsdomeinen. De index kent daaraan een percentage toe (zie kader). We staan na 15,4 procent duurzaamheid in 2022 nu op 16,5 procent. Van het Heijden: “Het percentage groeit met een slakkengang. Zo halen we de doelen niet. Daarom is het belangrijk dat de overheid zijn verantwoordelijkheid neemt en een gelijk speelveld creëert voor duurzaam ondernemen.”
Bedrijven weten veel meer van hun klanten en eindconsumenten dan van hun toeleveranciers. Van der Heijden: “Winst zit nu eenmaal voorwaarts in de keten en de toeleveranciers achterwaarts. Maar vergeet niet dat onbeheersbare risico's en kosten ook achterwaarts zitten. Het is simpel. Een bedrijf dat niet meegaat op de weg naar duurzaamheid, bestaat over tien jaar niet meer.”
Volgens de directeur-bestuurder van MVO Nederland doen de huidige (milieu) heffingen veel te weinig en zijn er te weinig financieringsmogelijkheden voor investeringen in MVO. “De verandering biedt veel innovatiekansen die nu onbenut blijven. Ondernemen met winst voor bedrijven en de kosten voor de samenleving mag niet meer lonen – en dat doet het nu nog wel. Hoe kan investeren in de fossiele sector nog altijd beter renderen dan investeren in duurzame energie? Hoe kan de Zeeman verantwoorde textiel verkopen, terwijl veel dure merken dat niet doen? En hoe kan het dat appels uit Nederland duurder zijn dan bananen uit Zuid-Amerika?”
De zeven thema's van de Nieuwe Economie index (NEx)
• Nieuwe rijkdom: gezondheid, welzijn, tevredenheid en harmonie met de omgeving
Echte prijzen: als de vervuiler betaalt, loont schoon produceren
• Transparante ketens
Inclusief ondernemen
Groene energie
Biodiversiteit: impact van bedrijvigheid op biodiversiteit
Circulaire economie: Hergebruik, upcycling en recycling
Meer informatie over de NEx? nex.mvonederland.nl
MVO risico's in de bedrijfsketen checken? www.mvorisicochecker.nl
PLOUM – PARTNER CONTENT
De rol van juridische oplossingen bij de verduurzaming van de bouwsector
De transitie naar een circulaire economie in 2050 is een uitdagende opgave voor de bouwsector als grootverbruiker van grondstoffen. Uit o.a. de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie volgt dat ca. 50 procent van het grondstoffenverbruik, 40 procent van het energieverbruik en 30 procent van het waterverbruik in Nederland voor rekening van de bouwsector komt.
De sector is ook verantwoordelijk voor veel CO2-uitstoot en bouw- en sloopafval. Het bouw- en sloopafval wordt momenteel laagwaardig hergebruikt als opvulmateriaal in de grond-, weg- en waterbouw.
De launching customer
De overheid vraagt op grote schaal bouwprojecten uit en kan als ‘launching customer’ circulaire, innovatieve oplossingen stimuleren. Een traditioneel lineair inkooptraject voor een bouwwerk eindigt bij oplevering en betaling van de laatste termijn. De essentie van een circulair inkooptraject is het zoveel mogelijk borgen dat de gebruikte producten, onderdelen en grondstoffen aan het einde van de levensduur in een nieuwe cyclus kunnen worden ingezet. Met behoud van zoveel mogelijk waarde. Om dit te bereiken zal ook de fase ná oplevering van het bouwwerk in het inkooptraject moeten worden
betrokken. Circulair bouwen vraagt dus om innovatieve oplossingen.
De juridische oplossingen
Deze innovatieve oplossingen kunnen bijv. worden bereikt door marktpartijen uit te nodigen om via een dialoog informatie en kennis uit te wisselen. De aanbestedingsprocedure ‘concurrentiegerichte dialoog’ is hiervoor bij uitstek een geschikt middel gebleken. Ook kan worden gedacht aan het steeds vaker toegepaste bouwteam of twee-fasen overeenkomsten.
Het in een zo vroeg mogelijk stadium betrekken van de partijen binnen de bouwketen faciliteert het nadenken over de manieren waarop grondstoffen op een hoogwaardige manier kunnen worden benut (en hergebruikt). Denk hierbij aan een combinatie van de ontwerpende partijen, de uitvoerende partijen en de partijen
die de grondstoffen en bouwmaterialen aan het einde van de levensduur van het bouwwerk weer kunnen hergebruiken. Dit vraagt om een grondige analyse van de bouwketen, vanaf de voorbereiding van het aanbestedingstraject tot en met de fase na de oplevering c.q. ontmanteling van het bouwwerk. Oftewel: ‘thinking about the end, at the beginning’.
Het Bouw & Vastgoedteam bij Ploum staat klaar om u hierbij te ondersteunen, vanaf de aanbesteding tot en met het hergebruik aan het einde van de life cycle.
Vragen? Neem contact op via: j.henriquez@ploum.nl
06 1210 1368 ploum.nl
10 SUPPLY CHAIN MANAGEMENT Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Een bedrijf dat niet meegaat op de weg naar duurzaamheid, bestaat over tien jaar niet meer.
"Koplopers hebben last van de bedrijven die het niet doen, want in een wereld die faalt is niemand succesvol."
Tjinta Terlien, advocaat bij Ploum
Jacob Henriquez, advocaat/partner bij Ploum
Wat als het lukt om minder grondstoffen te gebruiken en de aarde niet langer uit te putten? Wat als er écht iets verandert in de wereld? Wieger Droogh, CEO van PreZero, vertelt enthousiast over de toekomstvisie van zijn organisatie.
PreZero is al jaren actief in afvalmanagement en recycling. Het bedrijf is onderdeel van de Schwarz Group, ook eigenaar van Lidl. PreZero haalt afval op en maakt er nieuwe grondstoffen van.
“Wij willen een verschil maken”, zegt Droogh. “Bijdragen aan een samenleving die minder nieuwe grondstoffen nodig heeft en meer circulair wordt.”
En dat is hard nodig, blijkt uit de Nieuwe Economie Index 2023 (NEx). MVO
Nederland berekent jaarlijks hoe circulair onze economie is. Voor 2023 is de NEx-score (zie kader) slechts 14,5%. Dat is weliswaar hoger dan voorheen, maar nog steeds te laag. Droogh: “Ons doel is steeds meer cirkels sluiten. We zijn bijvoorbeeld het enige bedrijf ter wereld dat verpakkingskringlopen volledig kan sluiten. Door andere verpakkingen te ontwerpen én door van gebruikt plastic nieuwe producten te maken. Met onze kennis helpen we andere ondernemingen om stappen te zetten naar een duurzaam morgen.”
Handen ineenslaan
Kringlopen sluiten, kun je niet alleen, volgens PreZero. Droogh zoekt daarom de samenwerking met andere partijen. “Het benutten van elkaars kracht. Als bedrijf moet je niet alleen aangeven waar je goed in bent, maar ook waar je niet goed in bent. Die kwetsbaarheid moet je durven tonen.” Droogh slaagt er goed in om partners te vinden. Zo heeft PreZero de handen ineengeslagen met andere recyclingbedrijven. “We kunnen veel effectiever aan een duurzame toekomst bouwen door samen te werken en dingen echt anders te doen.”
Wieger Droogh CEO van PreZero
Een mooi voorbeeld is Green Collective. Een initiatief van PreZero en Renewi dat afvalinzamelaars verenigt om samen bedrijfsafval op te halen in binnensteden. Met gezamenlijke wagens en via gecombineerde inzamelroutes. Droogh: “Zo zorgen we voor een forse afname van uitstoot van schadelijke stoffen in stadscentra.” Een ander voorbeeld is de terugneemservice die VELUX samen met PreZero opzette. Hierbij worden oude dakramen gedemonteerd en krijgt het hout een nieuw leven als paneel of stoel.
Maar het is zonde, want van afvalhout kun je nieuwe producten maken. Hout en andere grondstoffen zijn schaars en worden steeds duurder. Maar het is mogelijk om die schaarste voor te zijn door minder te consumeren en kringlopen te sluiten. Dus kijken wij niet alleen naar wat nu financieel het gunstigste is, maar denken we verder, we kijken naar de langere termijn. Daarom hebben we geïnvesteerd in een fabriek waar we afvalhout verwerken tot nieuwe houtblokken voor pallets, maar mogelijk straks ook balken. Zo zorgen we voor nieuwe grondstoffen en dragen we indirect bij aan het verminderen van de CO2-uitstoot in Nederland. Want als we meer recyclen, hoeft er minder geproduceerd te worden.”
oud-papier isolatiemateriaal maken bijvoorbeeld. Zweden laat zien dat dit prima kan: temperatuurbestendig, geluidswerend en volledig circulair isolatiemateriaal. Alleen ontbreekt het in Nederland vooralsnog aan voldoende afnemers uit de bouwsector die het materiaal willen gebruiken. Partijen die ook hun nek durven uitsteken.
“Dagelijks bewijzen we al dat circulariteit mogelijk is”, zegt Droogh tot slot. “Tegelijkertijd hebben we nog een lange weg te gaan, stap voor stap. Maar dat lukt alleen als we het samen doen. Want, stel je voor, wat als het lukt om dingen te creëren zonder de aarde uit te putten. Wat als we met elkaar de cirkel kunnen sluiten.”
Meer weten? www.prezero.nl
Feiten
Cirkel sluiten
Hout niet verbranden
Duurzaamheid en circulariteit dichterbij brengen, dat is wat PreZero doet. Neem bijvoorbeeld de afvalstroom hout. “Afvalhout moet je níét verbranden”, zegt Droogh resoluut. “Ik begrijp het wel, want financieel is verbranden op dit moment gunstiger.
PreZero is voortdurend op zoek naar mogelijkheden om te recyclen of te hergebruiken. Om steeds meer kringlopen te sluiten. Regelmatig worden nieuwe methoden getest. Dat gaat met vallen en opstaan. Een grote dosis doorzettingsvermogen is dus geen overbodige luxe. Zo werkt PreZero aan de recycling van windmolenwieken. De wieken zijn gemaakt van supersterk composiet. En ze gaan maar een paar decennia mee. Zonder oplossing ontstaat er een afvalberg van afgedankte wieken. Droogh: “Met partners onderzoeken we hoe we de wieken kunnen recyclen tot bijvoorbeeld planken voor brugdekken en steigers.” Er zijn ook voorbeelden van circulariteit die zich al hebben bewezen, en waar PreZero liever vandaag dan morgen mee start. Van
Slechts 14,5% van de Nederlandse economie is op dit moment circulair. Dat heeft MVO Nederland berekend in de Nieuwe Economie Index 2023 (NEx). Om in 2030, volgens de Sustainable Development Goals, een circulaire economie te realiseren, moet dit cijfer hard omhoog. Harder dan nu, want de laatste jaren groeide het percentage circulariteit slechts van 13,1% in 2020 en 2021 naar 13,4% in 2022. Om de grondstoffentransitie te versnellen, zijn stevige doelstellingen nodig én investeringen in nieuwe mogelijkheden zoals de terugneemservice van VELUX en PreZero.
11 SUPPLY CHAIN MANAGEMENT Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
PREZERO – PARTNER CONTENT «
«
“We kunnen veel effectiever aan een duurzame toekomst bouwen door samen te werken.”
“Het is mogelijk om schaarste te reduceren door minder te consumeren en kringlopen te sluiten.”
‘Zonder samenwerking geen circulaire economie’
Alle knoppen instellen op duurzame zeescheepvaart
Opinie
Wist u dat de CO2-uitstoot van de zeescheepvaart, uitgaande van de in Nederland getankte brandstoffen, veel hoger is dan de uitstoot van het hele Nederlandse wegverkeer? En was het u bekend dat de luchtverontreiniging door de zeescheepvaart vooral in het westen van Nederland substantieel is? En de verwachting is dat het vervoer over zee vanwege een groeiende en rijker wordende wereldbevolking alleen maar zal groeien. Daarom is vermindering van de uitstoot door de zeescheepvaart zeer belangrijk voor ons.
Tekst: Bert van Wee, hoogleraar
Transportbeleid aan de TU Delft
Foto: Persfoto & Pexels
en kostbaar, maar voor de lange termijn en de korte afstand is het wel een optie. Voor de lange afstanden wat minder, omdat schepen voor de lange afstand maar één keer per maand of twee maanden bunkeren. Elektromotoren en waterstof kunnen niet aan die eis voldoen. Voor de lange termijn zijn elektrische tractie, ammoniak en methanol alternatieven, maar daarvoor moeten eerst nieuwe motoren worden ontwikkeld.
Bomvol programma
tijdens Multimodaal Transport Expo 2023
Actueel
uit Oost-Azië valt tegen, lange logistieke ketens zijn kwetsbaar en de transportkosten zijn hoger. Bovendien is bij textiel de reistijd een factor – het model spijkerbroek uit China is alweer uit de mode voor het schip in Rotterdam aanmeert.
Er zijn verschillende manieren om dat te bereiken. Het kan met schonere scheepsmotoren en brandstoffen. Zo kunnen bestaande scheepsmotoren op synthetische biobrandstoffen of op waterstof lopen. Op dit moment is groene waterstof als brandstof van de toekomst nog schaars
Een tweede manier om de duurzaamheid te bevorderen is minder verschepen. Minder tonnen, minder kilometers. Dat kan als de consument producten koopt die veel langer meegaan en die gerepareerd kunnen worden met uitwisselbare onderdelen. Minder kilometers zijn ook te bereiken als die producten dichter bij huis worden geproduceerd. Nog een optie: langzamer varen, maar dan moeten de hogere personeelskosten en de afschrijving van schepen per eenheid product dit voordelig maken ten opzichte van de brandstofbesparing. Tijdens de kredietcrisis was dit het geval.
Maar de grote vraag is: aan welk van deze knoppen kun je het best draaien om de uitstoot te verminderen? Het motiveren van consumenten om producten te kopen die langer meegaan lukt al dertig jaar niet. Productie op kortere afstand heeft meer kans, omdat daar ook andere factoren meewerken. De betrouwbaarheid van levering
Het bereiken van een wereldwijde technische oplossing? Dat gaat moeizaam. Binnen de International Maritime Organization (IMO) remmen veel landen de verandering. Nieuwe techniek afdwingen zal beter lukken via de Europese Unie of de havens in Noordwest-Europa. Simpelweg door te stellen: met een 'vies' schip kom je de haven niet meer in. In de luchtvaart werkt dat al. De EU kan ook met keurmerken producten met een langere levensduur afdwingen, want bedrijven zijn gevoelig voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) certificering. Dergelijke regelgeving is een goede optie, naast beprijzing, op zijn minst van CO2-emissie.
Want CO2-beprijzing leidt tot kortere vervoersafstanden, nieuwe techniek, lagere vaarsnelheden. Laat de markt maar lekker uitzoeken aan welke knoppen ze willen draaien om de emissies per eenheid product omlaag te laten gaan – als ze maar omlaag gaan.
Actief in de logistieke of verladende sector en benieuwd naar transportoplossingen? Kom naar Multimodaal Transport Expo 2023 op 16 maart 2023 in Breda. Nieuwsblad Transport presenteert dan in samenwerking met Flows en Schuttevaer een uitgebreid programma op maar liefst zes verschillende podia, waar topsprekers uit de logistieke sector de deelnemers bijpraten over hun visie op de laatste ontwikkelingen.
Tekst: Redactie
Onder meer sprekers zoals Jan Overdevest (Waalhaven Group), Philippe Beaujean (Port of Antwerp-Bruges), Jan van Anrooy (Dnata), Rene de Koning (OneLogistics), Nanette van Schelven (Douane Nederland), Henk Venema (DHL), Filip van Hulle (VIL), Nanette van Schelven (directeur-generaal douane Nederland), Kristian Vanderwaeren (directeur-generaal douane België), Sjoerd Boot (BDI), Jeroen van den Ende (Port of Zwolle), Maciek Chelmowski (Samskip), Nico van den Berg (Spoorverlader van het jaar), Heidi Hendrix (Infrabel), Allard Klinkers (Port of Amsterdam), Patrick Oomen (Flex) en Sijbrand Pot (Port of Rotterdam) zullen acte de présence geven.
Op het hoofdpodium worden deze prominente sprekers uit de Nederlandse en Vlaamse transportsector door journalisten van Nieuwsblad Transport, Flows en Schuttevaer aan de tand gevoeld. In de 1-op-1 interviews, twistgesprekken en debatten komen alle modaliteiten aan bod. Hoe hangt de vlag erbij in de binnenvaart, shortsea, luchtvracht, spoor en het wegtransport?
In het kennispaviljoen presenteert Nieuwsblad Transport een ware talkshow. Ze duiken met verschillende experts uit de branche en de aanwezige gasten dieper in verschillende thema’s zoals bijvoorbeeld: modal shift, capaciteittekort in de terminals of zeroemissie stadslogistiek.
Topsector Logistiek presenteert tijdens de Multimodaal Transport Expo een geheel eigen programma. Met in de ochtend diverse inspirerende sprekers en praktijkvoorbeelden en in de middag kunt u als bezoeker zelf aan de slag met belangrijke logistieke vraagstukken tijdens interactieve workshops.
Een tweede manier om de duurzaamheid te bevorderen is minder verschepen.
AKijk voor meer informatie en kosteloze registratie op https://www.multimodaal.nl/
Multimodaal transport – omdat er geen duurzamere energie is dan de energie die je niet verbruikt.
Als het aan Samskip ligt, moeten bedrijven zich in eerste instantie focussen op energie-efficiëntie, voordat ze zich gaan richten op de CO2-intensiteit van die energie. Ook groene energie is nog niet volledig duurzaam zolang het in een inefficiënt systeem wordt gebruikt. Het multimodale netwerk van Samskip optimaliseert energie-efficiëntie en biedt daarmee een duurzaam én voordelig alternatief.
Meer dan 50% CO2-reductie op een route – puur door de multimodale aanpak – is verre van een uitzondering bij Samskip. Terwijl alternatieve brandstoffen vaak de meeste aandacht krijgen, belandt het besparen van energie regelmatig op de achtergrond. Wij halen ladingen van de weg met ons uitstrekkende multimodale netwerk. Met een combinatie van truck, trein, binnenvaart en zeevaart bereikt Samskip optimale efficiëntie. Dit haalt uitstoot drastisch omlaag en vermindert lokale vervuiling en verkeersopstoppingen.
Het verminderen van onze negatieve impact is niet genoeg. Wij willen een positieve bijdrage leveren.
Door onze jarenlange ervaring in multimodaal transport is verduurzaming van nature in ons bedrijf verankerd. Duurzaamheid wordt een vereiste om toegang te krijgen tot het logistieke speelveld van de toekomst. Hierin wil Samskip vooraan staan. Een duurzaam bedrijfsmodel is de sleutel tot langetermijnwaarde voor ons bedrijf en de omgeving waarin wij werken.
Samskip Multimodal is recentelijk gewaardeerd met een gouden EcoVadis medaille en een score die ons in de top 2% van meest duurzame bedrijven in onze sector plaatst.
Spring aan boord van de energietransitie! Maar met welke bestemming?
Biofuels en alternatieve energiebronnen brengen de voetafstuk van Samskip verder richting Net Zero. Samskip heeft groots ingezet op biobrandstoffen. Op vier van onze schepen bereiken we met 100% biofuels 89% CO2-reductie. ISCC gecertificeerd en van duurzame oorsprong. Daarnaast
heeft Samskip twee LNG-schepen in de vaart tussen Rotterdam en Noorwegen. En met het oog op de toekomst wordt er volop geïnvesteerd in nieuwe technologieën, zowel op het gebied van slimme software en efficiëntie, als in alternatieve energie.
Wij staan klaar om elke kans te pakken die ons dichterbij ons doel brengt: Net Zero emissie in 2040.
Benieuwd hoe Samskip jouw supply chain kan verduurzamen? Of wil je gewoon weten hoe de toekomst van logistiek eruitziet? Kijk dan op www.samskip.com/sustainability
12 SUPPLY CHAIN MANAGEMENT Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
ADVERTENTIE
Bert van Wee, hoogleraar Transportbeleid aan de TU Delft
"Het motiveren van consumenten om producten te kopen die langer meegaan lukt al dertig jaar niet."
“Als experts in groene logistiek verbindt Samskip multimodaliteit en de energietransitie, op weg naar Net Zero.”
Nieuwe waterstoftanker brengt groene energie naar Nederland en Duitsland
Er is een belangrijke nieuwe ontwikkeling gaande in de wereld van duurzame energie. In 2029 wordt groene vloeibare waterstof op grote schaal vanuit Schotland naar Nederland en Duitsland vervoerd in een innovatieve waterstoftanker.
De initiële ontwerpfase voor deze waterstoftanker is afgerond. De bouw ervan staat gepland voor 2027/2028. Door een unieke combinatie van baanbrekende opslagtanks voor vloeibaar waterstof, en een nieuw type vaartuig wordt het mogelijk om grote hoeveelheden waterstof efficiënt en met minimale verliezen te vervoeren.
Daarnaast wordt het optredende verlies van waterstof afgevangen en direct benut voor de aandrijving van het schip. De tanker zal een belangrijk onderdeel zijn van de toeleveringsketen voor vloeibare waterstof die wordt ontwikkeld door LH2 Europe.
Peter Wells, CEO van LH2 Europe legt uit: “De drie leidende principes van deze toeleveringsketen zijn: volledig groen van begin tot eind; commercieel levensvatbaar zonder directe subsidies; en een model bieden voor toeleveringsketens voor vloeibare waterstof.”
Deze principes bepalen de grote schaal van het project en het gebruik van vloeibare waterstof in plaats van ammoniak of LOHC als waterstofdragers. “Onze analyse toont aan dat de toeleveringsketens van groene ammoniak en LOHC-waterstof niet helemaal groen zijn en bruikbare waterstof leveren tegen hogere eenheidskosten dan vloeibare waterstof.”
Duurzame productie
Schotland is ideaal om de productie van waterstof te baseren. Offshore windenergie groeit snel met 10 GW al in licentie of in aanbouw met nog eens 30 GW gepland voor de vroege jaren 2030. Het elektriciteitsnet in Schotland is al voor 97% duurzaam.
“Als ontwikkelaars van deze groene waterstoftoeleveringsketen brengt LH2 Europe alle benodigde partijen samen, van stroomvoorziening tot elektrolyse, vloeibaarmakingsinstallatie, opslagtanks met
lage verliezen voor de exportterminal, de speciale waterstoftanker, de afnemers en de financiële betrokken partijen. Ons bedrijfsmodel bootst het vroege LNG-bedrijfsmodel na, waarbij afnemers de projectfinanciering garanderen. Afnemers zijn van fundamenteel belang voor het creëren van de toeleveringsketen, zoals industriële en mobiliteitsklanten in Duitsland en Nederland.”
Wells benadrukt daarbij dat fysieke infrastructuur zoals pijpleidingen en importterminals nodig zijn om waterstof op grote schaal in Europa te introduceren. Het instellen van uitgebreide mandaten voor het gebruik van waterstof in het weg- en spoorvervoer en belangrijke industriële gebruikers, zoals staal en cement, zou ook de ontwikkeling van waterstofproductie aanmoedigen en ondersteunen. “Dit gebeurt al voor duurzame luchtvaartbrandstof”, aldus Wells.
Transport
Succesvolle exploitatie van waterstof heeft niet alleen van doen met het produceren ervan. Want immers: de leverancier wil de energiedrager niet uitsluitend op de plek van productie benutten, maar zeker ook exporteren naar energievragende regio’s, zoals Nederland en Duitsland. Om vloeibare waterstof op de plek van bestemming te krijgen, heeft LH2 Europe in samenwerking met C-Job Naval Architects een eerste ontwerp ontwikkeld voor een vloeibare waterstoftanker.
Job Volwater, CEO bij C-Job, vertelt dat deze praktische uitdaging vooral van doen
heeft met de eigenschappen van vloeibare waterstof, die weliswaar een hoog volume heeft, maar aanzienlijk lichter is ten opzichte van andere energiedragende vloeistoffen.
Vloeibare waterstof is bijvoorbeeld twintig keer lichter dan LNG. “LNG-tankers gebruiken ballastwater om het gewichtsverlies na oplevering te compenseren en voor voldoende diepgang te zorgen. Aangezien vloeibare waterstof zo licht is, vereist dat een nieuwe oplossing omdat vervoer van vloeibare waterstof met bestaande LNG tankers resulteert in het vervoeren van zeewater als ballast. Bij C-Job ontwikkelen we veel verschillende scheepsontwerpen, maar we pretenderen geen specialist te zijn in vervoer van ladingen. De opdrachtgever heeft zijn specialisatie in een bepaalde vervoersbehoefte. En die vertalen wij dan in een volledig competitief, dedicated schip dat volledig is toegewijd aan de vraag van de opdrachtgever. Daar zijn we sterk in. Zo is ook dit ontwerp in samenwerking met LH2 Europe tot stand gekomen.”
Mondiale primeur
Wat Volwater op dit punt vooral wil benadrukken, is de uitdaging van dit baanbrekende ontwikkelingstraject. Het ontwerp van de waterstoftanker is een wezenlijk onderdeel voor het welslagen en het rendabel krijgen van de voorgenomen groene supply chain. “We zijn al vele jaren bezig met de toepassingsmogelijkheden en het transport van hernieuwbare brandstoffen. Denk aan ammoniak-gas, methanol en waterstof. Met de innovatieve ontwerpen die
hieruit ontstaan willen we bijdragen een de verduurzaming van zowel de maritieme industrie als realisatie van een groene supply chain, zoals we dus nu demonstreren door de samenwerking met LH2 Europe.”
Daarbij tekent Volwater verder aan dat er bij de samenwerking in deze sprake is van een mondiale primeur. “Zulke innovatieve ontwerpen vragen om een traject waarin schouder aan schouder met de klant wordt opgetrokken. Via eigen tools en middelen wordt ontwikkeld met het oog naar de markt, waarbij we ons rekenschap geven welke oplossingen succesvol zijn geweest en welke niet. De ontwerpkeuzes die we maken, worden in overleg direct doorberekend om kritisch naar de kosten te blijven kijken en het project rendabel te houden.” Het ontwerp voorziet nu in het realiseren van een vloeibare waterstoftanker van 141 meter. De drie op het schip geplaatste opslagtanks kennen een totale capaciteit van 37.500 m3, genoeg om 400.000 middelgrote waterstofauto’s of 20.000 zware vrachtwagens van brandstof te voorzien.
De tanks zullen een veel lagere verdamping hebben dan de tanks die momenteel in de maritieme industrie worden gebruikt, terwijl de gebruiksmethode gebaseerd is op bestaande technologie. De beperkte resterende verdamping wordt opgevangen en direct gebruikt in waterstofbrandstofcellen, die de voortstuwingssystemen van het schip van stroom voorzien, wat resulteert in de uitstoot van alleen water.
Volwater: “Wat ik zelf echt opvallend vind aan het ontwerp, is dat het schip wordt voortgestuwd door zijn eigen ‘groene’ lading. Dat is echt nog nooit eerder in de wereld te zien geweest. Ook de drie grote opvallende bolvormige tanks zijn zeker uniek te noemen.”
Wat voor de toekomst is het verschiet ligt, is dat de capaciteit van 37.500 m3 in nieuwe ontwerpen wordt uitgebouwd tot streefgetallen van circa 100.000 m3. Zulke grote volumes zijn in staat om een nog grotere bijdrage te leveren aan de groene supply chain.
13 SUPPLY CHAIN MANAGEMENT Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
C-JOB Meer weten? Kijk op www.c-job.com
C-JOB – PARTNER CONTENT
Job Volwater CEO bij C-Job
C-JOB – PARTNER CONTENT
Peter Wells CEO van LH2 Europe
Duurzame distributiecentra: het kan wel
Een duurzaam distributiecentrum, dat klinkt als een onmogelijkheid. Om te beginnen: hoe duurzaam is het überhaupt om de schaarse – vaak groene – ruimte in Nederland vol te bouwen met dozen die het heen en weer slepen van spullen mogelijk maken? Maar goed, als we het dan toch doen, dan kan het duurzaam, stelt Annemarie van Doorn, directeur van de Dutch Green Building Council (DGBC) “Vanuit de overheid zijn er amper regels voor duurzame distributiecentra, laten we dus zelf zorgen dat wat wordt toegevoegd zo duurzaam mogelijk is.”
Tekst: Redactie Foto's: Persfoto's
grijze dozen die het landschap vervuilen. Van Doorn ziet op dat punt wel al iets veranderen. Eerst waren zonnepanelen op het dak niet populair, omdat dit om een zwaardere constructie vraagt. Maar dit is nu geen argument meer, waardoor het gebouw er een functie bij krijgt. “Steeds meer distributiecentra fungeren als laadstations. Bovendien zorgen verduurzaming en circulariteit voor minder energiegebruik en afvalstromen.”
En niet alleen de consumenten eisen meer en meer groen. De Dutch Green Building Council ziet dat ook steeds meer toeleveranciers eisen stellen aan duurzame panden en bevoorrading. Smoothiefabrikant Innocent, bijvoorbeeld, wil volgens Van Doorn op een milieuvriendelijke manier produceren en een voorbeeld zijn voor verduurzaming in de breedste zin van het woord. Daarvoor vroegen zij eind vorig jaar een BREEAMNL certificaat aan voor de nieuwe fabriek en haalden ze een BREEAM-NL score Outstanding. Dat wil zeggen dat het op alle vlakken een duurzaam pand is, ook op transport, waarvoor Innocent elektrische vrachtwagens inzet. “Het totale energiegebruik voor productie van smoothies en verlichting, koeling en verwarming van het gebouw van 37 miljoen kWh per jaar, wekt het bedrijf volledig zelf op met zonnepanelen en twee windmolens.”
je ze nog een keer kunt gebruiken.” Dat betekent dat je meer flexibiliteit krijgt bij de inrichting van het gebouw. “Dan haal je een wand tijdelijk weg als je een grotere ruimte nodig hebt of plaats je die juist als je met een kleiner gezelschap bent.”
Naast consumenten en leveranciers doen projectontwikkelaars eveneens mee aan het vergroenen. Ze kijken steeds vaker hoe de distributiecentra in het landschap passen. Groene daken voorkomen hittestress en dragen bij aan de biodiversiteit.
“Nature’s Pride in Westland is een voorbeeld van een gebouw uit 2013 waarbij in het ontwerp veel aandacht is besteed aan de groene omgeving, door een tuin met vijver aan te leggen. En sindsdien heeft de techniek niet stil gestaan. Er zijn meer oplossingen voor het opvangen van regenwater bijvoorbeeld, zodat dat niet in het riool verdwijnt, maar in bassins voor hergebruik en dat helpt tegen verdroging en het dreigende drinkwatertekort.”
Conclusie? Eigenaren en leveranciers denken steeds meer na over de functie van gebouwen en hoe gebouwen positief kunnen bijdragen. Milieutechnisch, maar ook aan een betere toekomst.
Dat kan volgens Van Doorn als distributiecentra werken met de BREEAM-NL. De DGBC vindt het onvoorstelbaar dat distributiecentra niet hoeven te voldoen aan alle wet- en regelgeving. “Wat te denken van daglichttoetreding, ecologie en circulariteit? Dat zijn vereisten binnen BREEAM-NL, maar landelijk is hier in wetten en regels niets voor vastgelegd. Er is al zoveel kritiek op de verdozing van Nederland, laten we er dan op z’n minst voor zorgen dat we die dozen duurzaam en groen ontwikkelen.”
En die ontwikkeling is al gaande. Distributiecentra staan nu nog vooral bekend als
Daarnaast neemt de aandacht voor materialen bij het bouwen van distributiecentra ook toe volgens Van Doorn. “Niet alleen worden die steeds duurzamer en ‘biobased’, gemaakt van grondstoffen uit de natuur, het is ook steeds gebruikelijker dat je ze weer los kunt halen uit het pand, zodat
Tot slot: volgens Van Doorn bewegen we steeds meer naar lokale en regionale verzamelpunten voor het uitleveren van goederen. “Neem het CTPark Amsterdam City, een meerlaags gebouw van waaruit horeca- en bouwbedrijven, maar ook online winkels en de levensmiddelensector in de regio Amsterdam straks hun producten krijgen aangeleverd door elektrische auto’s, vrachtwagens, bussen, fietsen en boten.”
Focus
Het kabinet werkt aan een landelijke beleidslijn waarmee er meer regie moet komen op de vestiging van nieuwe grootschalige distributiecentra. Alexandra Danopoulos en Linda Hoeben, beiden advocaat bij Ploum Rotterdam Law Firm, geven een update.
Tekst: Diederik de Groot
Foto: Persfoto's
“In september 2020 heeft het Rijk de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) vastgesteld”, vertelt Danopoulos. “Hierin wordt richting gegeven aan verschillende opgaven aangaande de leefomgeving, waaronder verduurzaming en circulariteit. Het inzetten op een actieve clustering van logistieke knooppunten langs internationale corridors is daar een belangrijk onderdeel van. Bezien vanuit het Rijk bestaat een grote voorkeur voor de inpassing van logistieke centra op locaties die eerder in gebruik zijn geweest voor stedelijke doeleinden, oftewel brownfield locaties. Dit terwijl ontwikkelaars - vanuit kostenoogpunt - veelal de voorkeur geven aan ‘greenfield’ locaties, onbebouwde weilanden buiten de stad.”
Hoeben: “Ook verschillende provincies hebben beleid ontwikkeld waarin de aansturing op brownfield locaties is opgenomen. Zo heeft de provincie Noord-Brabant een selectieve aanpak ontwikkeld voor XXL-logistiek; er worden jaarlijks regionale afspraken gemaakt met gemeenten om te sturen op de locatiebepaling van grote logistieke centra. Gemeenten kunnen daarnaast sturen op locatiebepaling van logistieke locaties, door daarvoor (on)mogelijkheden op te nemen in lokaal beleid en het bestemmingsplan.”
Momenteel wordt volgens Danopoulos en Hoeben gewerkt aan een nieuwe landelijke beleidslijn en een afwegingskader om nieuwe grootschalige distributiecentra op ongewenste plekken te voorkomen. “Vaststelling is voorzien in het eerste kwartaal van 2023. Het afwegingskader moet leiden tot evenwichtige aanpak van grootschalige bedrijfsvestigingen. Terwijl de vraag naar grote logistieke locaties is gestegen, zal er als gevolg van dit afwegingskader dus (nog) meer gestuurd worden door het Rijk en lokale overheden.”
ADVERTENTIE
125.000 m2 aan duurzame, multimodale totaaloplossingen voor gebundelde, emissievrije logistiek van en naar het stadcentrum van Amsterdam. Bent u benieuwd naar de mogelijkheden voor uw bedrijf? NEEM
14 SUPPLY CHAIN MANAGEMENT Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Nature’s Pride in Westland is een voorbeeld van een gebouw uit 2013 waarbij in het ontwerp veel aandacht is besteed aan de groene omgeving, door een tuin met vijver aan te leggen.
Inspiratie Parkmakers
Amsterdam City opent als de eerste meerlaagse XXL-stadshub van Nederland binnenkort haar deuren
Annemarie van Doorn, directeur van de Dutch Green Building Council (DGBC)
CTPark
CONTACT MET ONS OP EN WERP
TOEKOMST! ROBERT TIEMENS E robert.tiemens@ctp.eu T +31 (0)88 989 98 98 M +31 (0)6 51 41 21 03 ctp.eu #wh4r ctparkamsterdamcity.nl
EEN BLIK OP DE
Meer regie op bouw nieuwe distributiecentra
Alexandra Danopoulos, advocaat/partner bij Ploum Rotterdam Law Firm
Linda Hoeben, advocaat bij Ploum Rotterdam Law Firm
“Duurzaamheid is pure winst”
De bouwsector is verantwoordelijk voor 40 procent van de CO 2 -uitstoot wereldwijd en staat daarmee voor een gigantische circulariteitsopgave. In plaats van te wachten op regelgeving vanuit de overheid is het tijd dat de sector zelf verantwoordelijkheid neemt en aan de slag gaat met verduurzaming. In het bouwproces, de materiaalkeuze en het eindgebruik. Het kan, en het levert pure winst op.
Een mooi voorbeeld is de realisatie van het nieuwe bedrijfsgebouw van Havep, producent van duurzame werkkleding. Havep vroeg Paul de Ruiter Architects om het familiebedrijf na 157 jaar te voorzien van een state of the art, duurzaam kantoor en een duurzame logistieke hal. Inmiddels staat er een volledig circulair hoofdkantoor à 3000 m² en een warehouse à 6000 m² opgetrokken uit biobased, lokaal geproduceerde materialen en gerecyclede onderdelen uit het oude Havep gebouw en de Tripolis gebouwen op de Amsterdamse Zuidas. Voor de isolatie werden vlasdekens gebruikt, een natuurlijk restproduct van de linnenindustrie. Het schuine dak vol zonnepanelen op het zuiden voorziet het nieuwe Havep gebouw in haar eigen energiebehoefte.
Duurzame, circulaire ontwikkeling in de bouw is niet alleen essentieel voor het behoud van de planeet, het is ook nog eens heel gunstig voor zowel het bouwbedrijf als de eindgebruiker. Het Havep gebouw – verkozen tot het meest circulaire utiliteitsgebouw van de Benelux – is daarvan hét bewijs. Duurzaamheid is pure winst.
Paul de Ruiter Architects
15 SUPPLY CHAIN MANAGEMENT Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
CONTENT
PAUL DE RUITER ARCHITECTS – PARTNER
Nevi laat zich nadrukkelijk zien als supply chain-partner
Kennisnetwerk Nevi, een vereniging van professionals in de inkoop- en supply chain-sector, heeft zich in zijn bestaan van de afgelopen 65 jaar ontwikkeld tot het belangrijkste samenwerkingsverband voor deze beroepsgroep. Die status krijgt wederom extra verdieping door de opleiding Supplier Relationship Management, die Nevi dit jaar introduceert.
Het kennisnetwerk Nevi hecht er veel waarde aan om zijn positie als deskundige en professionele partner te bestendigen. Die ambitie kent tal van verschillende facetten, waaronder het stimuleren van wetenschappelijk onderzoek en onderwijs op terreinen als supply chain-, inkoopen contractmanagement. Een deel van de inkomsten wordt gebruikt om een vijftal Nevi-leerstoelen aan universiteiten financieel te ondersteunen.
Lizan Molmans, algemeen directeur van Nevi, zei tijdens haar aantreden in oktober vorig jaar dat het haar missie is om met Nevi en haar relaties duurzame impact te maken op het inkoopvak. Ook het ondersteunen van wetenschappelijk onderzoek maakt daar deel van uit. Molmans: “We vinden het vooral belangrijk dat Nevi op alle fronten een grote bijdrage heeft aan het waarborgen van de benodigde kwaliteit en deskundigheid van de beroepsgroep. Mijn ambitie is dat organisaties ons opleidingenpakket als voorwaarde zien bij indiensttreding of als logisch onderdeel van de professionele ontwikkeling in combinatie met onze netwerkactiviteiten. In veel gevallen is dat al zo. Gisteren kwam ik in contact met een klant die liet weten dat die zeer te spreken was over de professionaliteit van de inkoper die wij hadden opgeleid en met name de direct zichtbare praktische toepasbaarheid in zijn functie. Dat is absoluut een zeer positieve reactie.”
Haar reactie past naadloos in de actualiteit, waarin er een groot tekort is aan goed opgeleide inkoopprofessionals terwijl hun positie steeds meer zichtbaarheid krijgt. Ook het inkoopvak heeft immers van doen met de turbulentie op het wereldtoneel: globale spanningen zoals de oorlog in Oekraïne hebben
de aanvoerroute van materialen fors complexer gemaakt, grondstoffen worden almaar schaarser, juist ook daardoor wordt de relatie met toeleveranciers bemoeilijkt, wereldwijd groeit de aandacht voor sustainability, noem maar op. “De meeste publieke en private organisaties zijn voor 60 tot 70 procent van hun omzet afhankelijk van externe bronnen. Er wordt dus sterk geleund op leveranciers voor het realiseren van bedrijfsdoelstelling. Dat brengt de inkoopmanager steeds meer tot een centrale plek in de organisatie, terwijl de werkzaamheden zelf eveneens almaar complexer worden. Grondstoftekorten bijvoorbeeld leiden ertoe dat er scherpere condities worden gesteld aan afnemers. Ook van de inkoper wordt verwacht dat die naast het beoordelen van de inhoud van een contract, ook een manier weet te vinden voor de toelevering van grondstoffen door bijvoorbeeld samen met R&D op zoek te gaan naar alternatieven teneinde de verkoop van de eigen producten en diensten veilig te stellen. Ook circulariteit, denk aan hergebruik of andere designs, is echt een alternatief voor aanvoer geworden, daar waar het eerst vaak als te duur en te complex werd aangemerkt. Nu is alles duur en complex.”
Kennisnetwerk
Nevi heeft duidelijk meer ijzers in het vuur om professionals en organisaties te helpen het vakgebied naar een hoger plan te tillen, Nevi wil zich graag manifesteren volgens het model van een ‘Vereniging 3.0’ met een breed pallet aan diensten en businessmodellen. En één van de middelen om de ruim 48.000 Nederlandse inkoopprofessionals met elkaar te verbinden is het online community platform Inside Procurement, dat open staat om goede ideeën en best practices tussen vakgenoten te delen. “Gebruik ervan gebeurt op een zeer laagdrempelige manier, waarbij deelnemers direct met elkaar zonder tussenkomst van Nevi in contact staan.”
Een andere Nevi-dienst waar veel waardering voor bestaat, is het uitbrengen van een maandelijkse inkoopmanagersindex, de Nevi PMI. Deze index wordt samengesteld door Standard & Poor (voormalig IHS Markit) en gepubliceerd in samenwerking met ABN AMRO. Molmans: “Wat we in de markt merken, is dat dit instrument steeds relevanter en interessanter voor de beroepsgroep wordt. Deze index wordt niet alleen uitgelezen om te weet te komen hoe het de economie ervoor staat, maar kan tevens een rol spelen bij gesprekken met leveranciers. Als de index een signaal afgeeft dat er een tekort of juist overschot aan materiaal ontstaat, kun je dat signaal meenemen in je onderhandeling. Bij een oplopend tekort bijvoorbeeld is het zaak direct te handelen om een scherpe prijsstijging voor te zijn.”
Molmans stipte net de professionalisering van gesprekken met leveranciers aan. Wat ze belangrijk vindt om daarbij te melden, is dat inkoopvak al lang niet meer uitsluitend gericht is op het bedingen van de laagste prijs. Een goede verstandhouding met leveranciers is minstens zo belangrijk. Die verstandhouding kan zelfs de vorm aannemen van het verbinden op overeenkomsten in bedrijfs-
missies, bijvoorbeeld om het thema duurzaamheid hoger op de agenda te krijgen of innovatie in de keten aan te jagen. “Dat gaat dus verder dan het uitsluitend het maken van financiële, logistieke of juridische afspraken over de specifieke dienst of productlevering. In deze gezamenlijkheid kun je een duidelijk signaal afgeven naar de markt toe, terwijl je elkaar versterkt in de samenwerkingspositie. Een contract van 80 miljoen euro is meer dan een transactionele activiteit, maar heeft ook invloed op elkaars positie in de markt.”
Nieuwe opleiding
Waar Molmans tot slot aandacht voor vraagt, is de nieuwe opleiding Supplier Relationship Management (SRM), die dit jaar van start gaat. Deze opleiding richt zich vooral op het adequaat inspelen op ontwikkelingen en verdiepen in het managen van de relaties en contracten met leveranciers. “Ook dat heeft te maken met eerder genoemde actualiteit, waarin we geconfronteerd worden met schaarste van mensen en middelen. Afnemers die op meerdere niveaus kunnen bijdragen aan de kwaliteit van de samenwerking wordt naast het potentieel vergroten van de gezamenlijke waarde bovendien meer gegund dan de concurrent die uitsluitend aast op de laagste inkoopprijs.”
Meer weten?
16 SUPPLY CHAIN MANAGEMENT Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
NEVI – PARTNER CONTENT
Lizan Molmans Algemeen directeur van Nevi
Ga naar www.nevi.nl