Toekomst van de Industrie & Maatschappij
'We
Vanwege stijgende energierekeningen en steeds extremere gevolgen van klimaatverandering gaan oude gewoontes overboord.
Samen gaat het sneller
In juni van dit jaar heeft Shell de deuren van het onderzoekscentrum in Amsterdam geopend voor start-ups, scale-ups, academia en private en publieke bedrijven die aan de energietransitie werken.
Windenergie is de toekomst in de nieuwe energiemix. De Europese Unie is daarvan overtuigd, de inwoners van Europa zijn daarvan overtuigd.
Geleidelijk zou de industrie van aardgas overschakelen op duurzame energiebronnen.
Nederland kan en moet veel sneller CO2-neutraal worden dan nu de doelstelling is, maar daarvoor is wel meer visie en leiderschap nodig van bestuurders.
“Hoe ERIKS waterstof-innovatie versnelt” “Hoe TRANSDEV partners voor versnelling vindt” “Hoe ENEXIS NETBEHEER doelgericht werkt
transitie”
energietransitie
je inspireren door de verhalen van anderen: BEENMC.COM/ENERGIE LET’S CHANGE THE SYSTEM.
aan de
De
versnellen? Het kan! Laat
'We kunnen er komen, het vraagt gewoon een enorme inspanning'
'Van afbouwen in vijftien jaar naar enkele weken'
Windenergie: drijvende kracht van de Nederlandse energietransitie
hebben iedereen in Nederland nodig'
Opinie | Rob Jetten
2
10 12 14
Partner Content | ETCA
5
December 2022
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Dit is een commerciële uitgave van Contentway bij deze krant.
Met een focus op de meest recente ontwikkelingen binnen de energietransitie
Toekomst van de Industrie & Maatschappij 6. Hoe gaan we productieketens compleet verduurzamen? 8. ‘Je kunt de energietransitie niet centraal besturen’ 12. 'Van afbouwen in vijftien jaar naar enkele weken' 14. Windenergie: drijvende kracht van de Nederlandse energietransitie 18. “Voorloper blijven als kennisland binnen voertuigbranche? Stuur aan op duurzaamheid”
CONTENTWAY.NL
Goede opleidingen zijn essentieel voor de energietransitie Momenteel is er een schreeuwend tekort aan goed opgeleide mensen in de branche. Het is dan ook belangrijk hiervoor ook de juiste opleidingen aan te bieden.
'We hebben iedereen in Nederland nodig'
Opinie
Foto: Martijn Beekman
“ Mag het licht uit?”
Ik moest aan dit liedje van De Dijk denken, toen eind oktober tijdens de jaarlijkse Nacht van de Nacht mensen in het donker gingen varen door het Friese natuurgebied Het Houtwiel, wandelen in het buitengebied van het Brabantse Best en fietsen over de Erasmusbrug in Rotterdam. Het is een melodie die goed past bij het doven van de verlichting door vele gemeentes, bedrijven en mensen thuis. Ze vroegen hiermee om aandacht voor lichtvervuiling en energiebesparing. Het viel vrijwel samen met de nieuwe radioen tv-spotjes van de landelijke besparingscampagne ‘Zet ook de knop om’ en de start van de Nationale Klimaatweek. Al deze aandacht voor klimaat én energie is hard nodig.
Vanwege stijgende energierekeningen en steeds extremere gevolgen van klimaatverandering gaan oude gewoontes overboord. Na decennia van stilstaan, moeten we in korte tijd een
enorme transitie door. Vanwege de oorlog in Oekraïne is de noodzaak nog groter om af te kicken van fossiele energie, met name van gas uit Rusland. Dit vraagt om actie van iedereen in ons land.
Neem Aïcha Raqibi, die ouderen in Rotterdam-West te hulp schoot. Ze hoorde van de energiebox van de gemeente Rotterdam – met tochtstrips, ledlampen en een waterbesparende douchekop. Aïcha regelde met hulp van drie andere vrouwen dat gemeentemedewerkers deze energieboxen kwamen uitdelen op drie ouderencomplexen in Oud-Mathenesse-Witte Dorp. Ruim driehonderd ouderen besparen nu makkelijker energie.
Of neem de FIXbrigades, die bespaarmaatregelen uitvoeren bij mensen die in energiearmoede leven. Bijvoorbeeld door het plaatsen van tochtstrippen, kitten van kieren en installeren van ledlampen en waterbesparende douchekoppen. Dit levert een substantiële energiebesparing op van 300 tot wel 1.200 euro per jaar per bewoner.
Na te zijn ontstaan in Amsterdam, helpen de FIXbrigades binnenkort ook op andere plaatsen in Nederland huishoudens met energiebesparende maatregelen.
Ook bedrijven kunnen veel besparingswinst boeken. Vaak staan in winkels, horeca en bedrijfshallen de deuren open terwijl de verwarming aan staat. Horeca kan energie besparen door dekens en warmtekussens neer te leggen voor klanten, in plaats van warmtelampen en terrasverwarmers te gebruiken. Bedrijven kunnen energie besparen door deuren te sluiten of een luchtgordijn te installeren. Dat kan ook door te isoleren. Zo voorkomen ze onnodig warmteverlies. Veel van de investeringen voor isolatie zijn binnen vijf jaar terug te verdienen.
De huidige situatie vraagt van iedereen om energie te besparen. Ondertussen grijpt de overheid in om mensen niet in de kou te laten staan. Na de verlaging van de energiebelasting en compensatie voor de energierekening, komt er een tijdelijk prijspla-
fond om energie betaalbaar te houden.
Energiebesparing is niet voldoende. De huidige crisis vraagt om versnelling van de energietransitie en om een overstap naar groene energie, bijvoorbeeld via zonnepanelen. Nederland heeft zonne-energie écht omarmd. Wereldwijd zijn we tweede als het gaat om opgewekte zonne-energie per hoofd van de bevolking. In Europa zijn we koploper. Door die populariteit is de techniek ook steeds efficiënter, waardoor we per zonnepaneel steeds meer elektriciteit kunnen opwekken en de kosten flink gedaald zijn. Lokaal sluiten ook steeds meer mensen zich aan bij een energiecoöperatie om gezamenlijk panelen op hun daken te leggen.
Om de omslag te maken, hebben we iedereen in Nederland nodig – om aan te haken bij de groene beweging die overal in ons land hard aan de slag is om ons klimaat te redden, van mensen tot aan bedrijven en medeoverheden. Het kabinet investeert in zonne- en windenergie.
CONTENTWAY.NL
ESG-criteria staan aan de basis van de energietransitie
Waar bedrijven vroeger vooral beoordeeld werden op hun financiële resultaten en vooruitzichten, staan er tegenwoordig hele andere zaken op de agenda.
Daarnaast stimuleren we waterstof als groene energie van de toekomst. Bedrijven en medeoverheden doen en denken mee, zoals je ook kunt lezen in deze special over de energietransitie. Zo omarmen we samen de energietransitie, om versneld de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan. Of om in de woorden van De Dijk-zanger Huub
van der Lubbe te spreken: “Mag het licht uit, als ik je in mijn armen sluit?”
Rob Jetten, Nederlandse Minister voor Klimaat en Energie
Lees meer op contentway.nl
Campagne Managers: Jeroen van Zonneveld & Martijn Degeling Managing Director: Jonathan Andersson Redactie: Féline van der Linde
Graphic Design: Blanca van Megen, Mo Aslan & Hale Duran
Tekst: Jerry Huinder, Hugo Schrameyer, Katrien Baarendse, Diederik de Groot, Eoin Hennekam, Leendert van der Ent
Coverfoto: AdobeStock
Gedistribueerd met Het Financieele Dagblad 2022 Drukkerij: RODI Rotatiedruk
URENCO – PARTNER CONTENT
Contentway Wij maken online en print campagnes met waardevolle, interessante content die gedistribueerd worden naar relevante doelgroepen om de business van onze klanten te laten groeien. Onze branded content en native advertising oplossingen zetten jouw verhaal op de eerste plaats.
Partner content in deze campagne is tot stand gekomen in samenwerking met onze klanten. Dit zijn commerciële uitingen.
Dit is een commerciële uitgave. De FD-redactie heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
Daarom kernenergie in Nederland
Kernenergie is schoon, efficiënt en betrouwbaar. Een kerncentrale is bovendien regelbaar: je kunt hem meer laten leveren op windstille dagen en juist minder op dagen dat er veel hernieuwbare stroom is. Daarmee is het de ideale bron voor een CO2-neutrale energiemix samen met zon en wind. Dat zeggen gerenommeerde instanties zoals het International Energy Agency en het Joint Research Centre van de Europese Commissie.
Een kerncentrale bouw je niet zomaar, maar als hij eenmaal staat, is het een investering voor wel 80 jaar. Kerncentrales hebben een beschikbaarheidsfactor van ruim 90 procent, dat is gemiddeld twee tot drie keer zo hoog als die van wind en negen keer zo hoog als zon. Dus als je kijkt naar de prijs per opgewekte kilowattuur over de gehele levensduur, is kernenergie concurrerend met wind en zon. En dat geldt zeker als
je voor hernieuwbare bronnen ook de systeemkosten meetelt, bijvoorbeeld voor opslag tijdens overbruggingsdagen. Daarnaast kun je met kernenergie veel efficiënter waterstof maken.
Een kerncentrale wekt CO2-neutrale stroom op met splijtstofstaven van laag verrijkt uranium. Nadat een splijtstofstaaf wordt gewisseld, start een proces van recycling en hergebruik. 95 procent van de splijtstof kan opnieuw worden gebruikt, 5 procent blijft over als hoogradioactief afval.
In Nederland slaat COVRA in Vlissingen al het radioactieve afval goed en veilig op. Een groot deel van het materiaal dat daar ligt opgeslagen, komt van medische toepassingen en ontstaat bijvoorbeeld bij de behandeling van patiënten met nucleaire medicijnen. Daarom hebben we als land niet alleen voor kernenergie een opslag van radioactief afval nodig. Het radioactieve afval dat kerncentrales produceren, is qua volume heel beheersbaar.
Voor een dichtbevolkt land als Nederland is kernenergie de manier om autonoom en met geringe impact op de leefomgeving betrouwbare en betaalbare elektriciteit op te wekken. Elektriciteit om onze huizen te verwarmen, onze auto’s te laten rijden en om waterstof te produceren, zodat ook de zware industrie kan verduurzamen. We zijn een van de weinige landen ter wereld die uranium kunnen verrijken. We hebben een bestaande kerncentrale en plannen
Uitgegeven door: Contentway B.V. Keizersgracht 424 NL-1016 GC Amsterdam
Tel: +31 20 808 82 00
Web: www.contentway.nl Email: info@contentway.nl redactie@contentway.nl
voor twee nieuwe. De energie die zij met dat verrijkte uranium produceren, maakt de industrie minder afhankelijk van externe invloeden. Daarom draagt kernenergie bij aan het behalen van onze klimaatdoelstellingen.
“Wil jij er daadwerkelijk voor zorgen dat woningen gebouwd gaan worden? Zorg er dan voor dat eisen, belemmeringen en onderhandelin- gen gestroomlijnd en overwonnen kunnen worden met behulp van een onafhankelijke professionele partij met kennis en kunde van zowel de marktpartijen als de gemeenten. Zo brengen we snelheid in de realisatie
2 TOEKOMST VAN DE INDUSTRIE & MAATSCHAPPIJ Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
IN DE PUBLICATIE
Toekomst van de Industrie & Maatschappij Met een focus op de meest recente ontwikkelingen binnen de energietransitie
Ad Louter
Algemeen directeur Urenco Nederland Voorzitter Nucleair Nederland
Nederland kan wereldwijde voortrekker zijn van heel nieuw industrieel systeem
Europa heeft het in zich om een voortrekker te zijn voor het oplossen van de duurzaamheidsproblemen van deze tijd. En Nederland kan daar een leidende rol in spelen. Om dat voor elkaar te krijgen, is wel een aanpak met meer urgentie nodig, zegt Wytse Kaastra, Senior Managing Director Sustainability Europe bij Accenture. “Als we dit goed doen, staan we aan de basis van een nieuw industrieel systeem.”
Als Europa aanjager van verduurzaming wordt, neemt het een zware taak op zich. Er is wereldwijd namelijk nog heel veel werk te doen, laat recent onderzoek van Accenture zien. Daaruit blijkt dat het aantal bedrijven met duurzaamheidsdoelen mondiaal weliswaar toeneemt, maar slechts 7 procent is op weg die doelen ook daadwerkelijk te halen. De cijfers voor Europa zijn aanmerkelijk beter, maar ook daar is het nog geen 100 procent.
Een meer radicale transformatie is nodig, concludeert Accenture. Volgens de zakelijke dienstverlener moeten we de energietransitie niet alleen maar beschouwen als een verandering bij energiebedrijven. Dat is óók nodig, maar slechts het begin, waarna de hele architectuur van de economie zal transformeren. Om dat proces te versnellen, moeten de kosten van de toepassingen en technologieën die bij de transitie nodig zijn omlaag. Bijvoorbeeld: als warmtepompen en huisbatterijen goedkoper worden, wil iedereen ze straks hebben.
„Voor Europa en Nederland ontstaan unieke kansen, maar het is ook bittere noodzaak om de Europese economie weerbaarder, onafhankelijker en competitiever te maken.“
Schaling aanjagen
Voor een kostenreducering is meer ‘schaling’ nodig, vertelt Kaastra. “De richting en doelstelling zijn helemaal helder en de benodigde technologie hebben we al in huis. Een belangrijk deel van die technologie bestaat echter alleen nog op erg kleine schaal. Dat maakt het zo duur. Met het opwekken van energie uit wind is al bewezen dat het werkt om op te schalen. Eerst was het niet rendabel, maar een paar jaar later is offshore windenergie goedkoper dan ‘vervuilende’ productie.
Van het aanjagen van schaling moet volgens Kaastra veel meer werk worden gemaakt. Het komt niet zomaar van de grond, omdat het een klassiek prisoners dilemma is. “Het ingewikkelde is dat geen enkel bedrijf in zijn eentje kan schalen. Als je in je eentje begint en niemand doet mee, dan bereik je niets en zit je zelf met de kosten. Je hebt samenwerking in een keten en actief overheidsbeleid nodig om de échte veranderingen in gang te zetten en zelf mee te profiteren.”
„Als je het met wat koopmansgeest bekijkt, is de vraag wat we nu moeten doen een echte no-brainer: hier full power op inzetten.“
De voorbeelden van succesvolle samenwerking binnen een waardeketen bestaan wel degelijk. Kaastra noemt de duurzamere variant van kerosine (SAF, Sustainable Aviation Fuels), waarmee het bij bestaande vliegtuigen mogelijk is om de CO2-uitstoot van een vlucht met zo’n 80 procent te reduceren. “Deze brandstof is alleen wel gelijk vijf keer zo duur als de ‘normale’ kerosine. De prijs is onder meer zo hoog, doordat niet op grote schaal geproduceerd wordt. Shell heeft daarom een digitaal platform gebouwd om vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Daar hebben airlines en corporates, zoals Accenture, op ingetekend. De vraag nam flink toe dankzij dit initiatief, waarmee is bereikt dat Shell nu een fabriek voor duurzame kerosine in Pernis bouwt. Het bewijst dat we met samenwerking in een waardeketen grote stappen kunnen zetten en nieuwe businessmodellen kunnen uitvinden.
“Overheid moet blijven duwen”
Bedrijven kunnen dus zelf iets doen om opschaling te stimuleren, maar voor een echte kickstart is volgens Accenture toch echt actie van de overheid nodig. “Constant blijven duwen met regelgeving en stimuleren met subsidies”, is wat hun rol volgens Kaastra moet zijn. “Dat levert in het begin niet veel op, zo lijkt het. Maar op een gegeven moment krijg je een scharnierpunt, de echte omslag. Dan heeft het ineens effect en vanaf dat moment gaat het snel. De kosten gaan omlaag, iets wordt steeds normaler gevonden, de klantvraag onstaat en het alternatief wordt juist minder normaal. Dan komt het moment dat de overheid zich weer terug kan trekken. Bij batterijtechnologie zitten we nu op dat scharnierpunt, bij
wind- en zonne-energie zijn we daar al voorbij en voor groene waterstof moeten we daar nog komen.”
Buiten Europa, in het zogenaamde Globale Zuiden, staan ze nog niet te springen om aanjager te zijn van deze ontwikkelingen. De bevolking moet worden gevoed en naar een hogere levensstandaard worden gebracht. Dat is de eerste zorg en die kost veel (vervuilende) energie. “Voor Europa en Nederland ontstaan daardoor unieke kansen, maar het is ook bittere noodzaak om de Europese economie weerbaarder, onafhankelijker en competitiever te maken. Om gereed te zijn voor de volgende 100 jaar komen we daar niet omheen” zegt Kaastra. “We kunnen deze eenmalige mogelijkheid aangrijpen door te innoveren en kampioen schaling te worden. Als we het goed aanpakken, staan we aan de basis van een heel nieuw industrieel systeem, waar uiteindelijk de hele wereld naartoe zal bewegen. Als je het met wat koopmansgeest bekijkt, is de vraag wat we nu moeten doen een echte no-brainer: hier full power op inzetten.”
3 TOEKOMST VAN DE INDUSTRIE & MAATSCHAPPIJ Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
«
«
ACCENTURE – PARTNER CONTENT
Wytse Kaastra, Senior Managing Director Sustainability Europe bij Accenture
www.accenture.com
Nieuwe wetgeving moet Europa in 2050 eerste uitstootvrije continent maken
Actueel
De regeringsleiders van de EU-lidstaten bereikten onlangs een akkoord over een omvangrijk nieuw pakket met wetgeving. Dat moet de voorwaarden creëren om in 2030 de uitstoot met meer dan de helft te verminderen, en door te stomen richting een Europa dat netto nul CO2 uitstoot in 2050.
Tekst: Diederik de Groot Foto: Pexels
Het eerste doel van de nieuwe maatregelen is het waarmaken van de klimaatambities die de EU voor het jaar 2030 heeft vastgelegd. De CO2-uitstoot moet dan met minstens 55 procent zijn verminderd. Dat is echter pas het begin, want het bereiken van dat doel geldt ook als voorwaarde om 20 jaar later het eerste continent te kunnen worden dat geen CO2 meer uitstoot.
Beide targets zijn onhaalbaar zonder ingrijpende maatregelen. Daarom kwam verantwoordelijk Eurocommissaris Frans Timmermans vorig jaar met het zogeheten Fit for 55-pakket. Daarin opgenomen zijn wetsvoorstellen die in 2030 de 55 procent vermindering op moeten leveren. Dat kan overigens zelfs nog 57 procent worden, meldde Timmermans onlangs op de klimaattop in Egypte: “We zijn aan het versnellen”.
Om het totale energieverbruik terug te dringen en energiearmoede aan te pakken, wordt de richtlijn voor energie-efficiëntie ambitieuzer.
De voorstellen in Fit for 55 moesten eerst nog worden goedgekeurd door alle lidstaten. En zoals wel vaker bij grote beslissingen in EU-verband, liepen de belangen van de 27 landen sterk uiteen. Daarom moesten wederom ingewikkelde compromissen worden gesloten om uiteindelijk tot een akkoord te komen. Voor het aan boord krijgen van Duitsland was het bijvoorbeeld nodig om af te
wijken van een vurige wens van de Europese Commissie en het Parlement: het verbieden van alle auto's met een verbrandingsmotor in het jaar 2035. Om de eigen auto-industrie te beschermen, probeerden de Duitsers dit, met succes, af te zwakken naar de afspraak dat vanaf 2035 alleen nog nieuwe emissievrije personenauto's mogen worden verkocht.
De zware onderhandelingen leverden uiteindelijk een omvangrijk akkoord op. Wat houden de nieuwe regels concreet in en wat merken burgers en bedrijven daar straks van? We lichten in dit artikel een aantal onderdelen van het pakket uit.
De uitbreiding van het Europees systeem voor emissiehandel (ETS) vormt de kern. Het ETS bestaat al sinds 2005 en legt een maximum CO2-uitstoot vast, waar verschillende uitstoters zich aan moeten houden. De uitstootrechten worden geveild en bedrijven kunnen ze ook verhandelen. Kort gezegd wordt door het ETS een prijs gezet op CO2 en laat het daarmee letterlijk de vervuiler betalen. De maximum uitstoot wordt jaarlijks verder verlaagd voor bepaalde economische sectoren. Nu is afgesproken dat
het uitstootplafond versneld omlaag gaat.
Ook wordt een einde gemaakt aan gratis emissierechten voor de luchtvaart. Deze sector viel al onder het ETS, maar hoefde toch niet altijd voor de uitstoot te betalen.
Tot een bepaalde hoeveelheid CO2-uitstoot kostte het Europese luchtvaartmaatschappijen niks. Het idee was dat ze zo geen nadeel zouden ondervinden ten opzichte van hun concurrenten buiten Europa In de nieuwe situatie zullen de gratis rechten geleidelijk worden afgeschaft en afgestemd op het wereldwijde programma voor CO2-compensatie en CO2-reductie voor de internationale luchtvaart (CORSIA).
Emissies van schepen gaan eveneens onder het ETS vallen. Het betreft de uitstoot van schepen vanaf 5.000 gross tonnage (GT) op routes binnen de EU en de helft van de uitstoot van schepen die van en naar de EU varen. Vanaf 2027 gaat het ETS gelden voor alle schepen van 400 GT of zwaarder.
Het wegtransport ontkomt ook niet aan het ETS. Mensen die een auto hebben die op benzine of diesel rijdt, krijgen niet direct een
rekening gepresenteerd, maar de bedrijven waarvan ze diesel of benzine afnemen wel. Dat betekent dat ook de individuele automobilist het zal voelen in de portemonnee, omdat de kosten worden doorberekend in de brandstofprijs.
uit het nieuwe systeem moet ten goede komen aan kwetsbare huishoudens.
Tot slot is er nog de gebouwde omgeving. Vanaf 2026 valt deze ook onder het nieuwe ETS. Dat kan zorgen voor hogere woonlasten voor mensen die het al niet breed hebben. Daarom is in het pakket rekening met dat soort situaties gehouden. EU-lidstaten moeten de inkomsten uit de emissiehandel volledig besteden aan klimaat- en energiegerelateerde projecten. Een deel van de inkomsten
Om het totale energieverbruik terug te dringen en energiearmoede aan te pakken, wordt de richtlijn voor energie-efficiëntie ambitieuzer. Hierdoor zal de jaarlijkse energiebesparingsverplichting voor EU-lidstaten bijna verdubbelen. Daarnaast houdt het in dat de publieke sector jaarlijks 3 procent van zijn gebouwen zal moeten renoveren.
Feiten
Ten slotte: het vernieuwde belastingsysteem voor energie. De structuur van belastingtarieven wordt daarin meer bepaald door de impact die een energiesoort heeft op klimaat en milieu. Elk jaar zullen de minimumtarieven worden aangepast aan de hand van cijfers van Eurostat. Voor kerosine en zware olie vervalt de vrijstelling van energiebelastingen die gold bij reizen binnen de EU.
Het grootste klimaatplan van de Europese Commissie is de Green Deal. De doelen zijn onder meer: Europa CO2-uitstootvrij in 2050
Circulaire economie
Nul vervuiling van lucht, bodem en water
Ecosystemen en biodiversiteit stimuleren
Economische groei zonder uitputting van grondstoffen
Geen mens of regio die aan zijn lot wordt overgelaten
4 TOEKOMST VAN DE INDUSTRIE & MAATSCHAPPIJ Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Emissies van schepen gaan eveneens onder het ETS vallen.
“We zijn aan het versnellen”
Samen gaat het sneller
In juni van dit jaar heeft Shell de deuren van het onderzoekscentrum in Amsterdam geopend voor start-ups, scale-ups, academia en private en publieke bedrijven die aan de energietransitie werken. Sinds de officiële opening met de burgemeester van Amsterdam, Femke Halsema, draagt het onderzoekscentrum de nieuwe naam, Energy Transition Campus Amsterdam (ETCA). Op de campus werken verschillende partijen samen aan projecten die ervoor kunnen zorgen dat de energietransitie meer vaart krijgt.
moeten worden”, verklaart Ferry Winter, directeur van ETCA. “De vraagstukken binnen de energietransitie zijn heel breed en er moet nu versnelt worden. Het samenwerken, delen en ontwikkelen van kennis met verschillende partijen is nodig om die vraagstukken aan te pakken. Om die reden zijn we met de open innovatie campus begonnen” gaat Winter verder.
Energy, multidisciplinair ingenieursbedrijf IPSS, geavanceerd technologieaanbieder Kongsberg, AI-softwaremaker C3.AI, Technip Energy, datakennisbedrijf Databricks, start-up Finno Exergy, Yokogawa, IT-dienstverlener Accenture, de Universiteit Utrecht en ontwikkelaar van bio-alternatieven Vertoro.
werd gebruikt op een reguliere vlucht van Amsterdam naar Madrid.
“
Als geen ander beseffen we dat de vraag naar duurzame oplossingen op het gebied van energie de komende jaren sterk zal toenemen. De gestelde klimaatdoelstellingen zorgen ervoor dat nieuwe technologieen snel ontwikkeld
Tot de eerste leden van de campus behoren onder andere ontwikkelaar van batterijtechnologie voor de scheepvaart Corvus
Ook wordt er gekeken naar het samenwerken met start-ups en scale-ups die, door de partijen aangesloten bij ETCA, worden geholpen met het opschalen van hun technologie en het presenteren ervan in de markt. Dit kan zowel met als zonder Shell. “Dit is een energietransitiecampus waar wordt gewerkt aan energietransitievraagstukken. Niet alleen voor Shell, maar ook voor andere bedrijven en de maatschappij in het algemeen.”, verklaart Winter.
Binnen het innovatiecentrum aan het IJ werkt Shell al meer dan honderd jaar aan het uitwerken van ideeën tot technologieen. Een recent voorbeeld van innovatie binnen de energietransitie is de productie van 500 liter duurzame vliegtuigbrandstof (SAF) die vorig jaar voor het eerst
In de zoektocht naar oplossingen voor de uitdagingen in de energietransitie blijft het ecosysteem in ETCA groeien met organisaties die werken binnen thema’s als circulariteit, CO2-afvang, opslag en hergebruik, geothermie, hernieuwbare energie, waterstof, elektrificatie, duurzame brandstoffen en CO2-reductie door bijvoorbeeld het beschermen van natuur.
Interesse? Neem contact op via www.energytransitioncampus.com
5 TOEKOMST VAN DE INDUSTRIE & MAATSCHAPPIJ Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
«
ETCA – PARTNER CONTENT
„De vraagstukken binnen de energietransitie zijn heel breed en er moet nu versneld worden.“
Ferry Winter, Directeur van ETCA
Hoe gaan we productieketens compleet verduurzamen?
Actueel
Het is een hoofdvraag waar het vizier van André Faaij, wetenschaps directeur bij TNO Energy & Materials Transitions en hoogleraar aan de Universiteit Utrecht, op gericht is. Want uit de industrialisering van de maatschappij zijn maatschappelijk weliswaar mooie dingen voortgekomen, maar het heeft ook een keerzijde. Industrie is verantwoordelijk voor bijna de helft van de energieconsumptie en CO2-uitstoot in Nederland en het gebruik van (steeds schaarsere) grondstoffen. Dat moet anders.
Tekst: Eoin Hennekam
Foto: Persfoto's
Met de lancering van de TNO Green Print wordt gehoor gegeven aan een noodzakelijke “industriële transformatie”, zoals Faaij beschrijft. De Green Print is een blauwdruk voor het integraal vergroenen van pro-
ductieketens in de industriële sector, zowel het terugbrengen van CO2-emissies naar nul als circulaire productie. Het gaat om een raamwerk van rekenmodellen die kwantitatieve roadmaps opleveren voor fabrieken, industrieclusters en sectoren, geïntegreerd in de grotere energietransitie in Noordwest-Europa.
Alle beschikbare kennis, ervaring en innovatiekracht worden gebundeld in een Green Print om tot concrete en betaalbare oplossingen te komen. “Zo versnellen we de transitie naar een schone industrie in 2050”, zegt Faaij.
Daar komt nogal wat bij kijken. “Zo maakt de overstap naar een duurzamere industrie dat de vraag naar groene stroom sterk stijgt. Dat betekent dat we drastisch de opwek van elektriciteit uit zonne- en windenergie moeten opschalen, terwijl die bronnen bijvoorbeeld weersafhankelijk zijn. Het zijn veel kip en ei vragen: wat komt eerst? We moeten helder hebben waar behoefte aan
is en hoe we daar vervolgens gehoor aan geven. Tuig je het bestaande op of richt je de keten volledig opnieuw in? Welke techniek kies je? Hoe doen de buren het? Zomaar wat vragen die we met Green Prints in een soort menukaart willen ondervangen. Die menukaart kent ook een selectie van duurzame partijen die gericht ingezet kunnen worden. Uiteindelijk kun je dit vertalen naar business cases en investeringstrajecten, inclusief inzicht in risico’s.”
De geluiden zijn optimistisch. “Ook op financieel vlak merken we dat het optimisme de boventoon voert. We maken op belangrijke terreinen goed vaart, waardoor kosten dalen. Als we doorduwen op duurzamere ketens, komen we uiteindelijk in een scenario waarbij duurzame energie en productie evenveel, of zelfs minder, kosten dan alternatieve, ouderwetse bronnen en methoden. Hoe meer die laatsten worden ‘afgeserveerd’, hoe duurder ze worden. Dat we hiervoor veel moeten investeren is zeker, maar veel
investeren is wat anders dan dat dingen duur worden. Sterker nog, hoe eerder we investeren, hoe meer het oplevert. We investeren nog te weinig in innovatie en onderzoek; de belangrijkste instrumenten om kosten van nieuwe technologie te verlagen.”
De Green Print is een blauwdruk voor het integraal vergroenen van productieketens in de industriële sector, zowel het terugbrengen van CO2-emissies naar nul als circulaire productie.
Dit is een wenkend perspectief, maar er zijn ook wezenlijke barrières. “Wet- en regelgeving zijn de bottleneck om te verduurzamen. Maar er is een noodzaak om door te zetten. We hebben geen tijd om verwikkeld te zitten in ellenlange
procedures, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van vergunningen of om de flexibele vraag naar energie te vergroten. Bij dit laatste zit echt business. De windparken op zee zijn echt een succesverhaal, maar die dalende prijzen bij pieken in wind kunnen alleen maximaal benut worden als netaansluitingen erop toegespitst zijn, de vraag naar stroom er is en de juiste vergunningen verstrekt zijn. Duidelijke planning en regie zijn dus essentieel om zaken soepel en tijdig te realiseren.”
Met dit laatste echoot Faaij het geluid uit de industrie. “We weten al drie decennia dat dit eraan komt en toch is er nog een wereld te winnen. Het gaat in hoge mate om het opstellen van plannen en snelle procedures en die goed afstemmen. Het bedrijfsleven ergert zich en wil doorpakken. Maar daar heb je wel regie vanuit de overheid voor nodig. Er is economisch ook zoveel te winnen. Denk aan hoe afhankelijk we nog steeds zijn van duur Russisch gas. Dit onderstreept de
noodzaak om het energiebeleid opnieuw vorm te geven. Bedenk goed dat we nu per jaar zo’n twintig tot dertig miljard euro kwijt zijn aan gasimporten. Dat is tien keer zoveel als het oorspronkelijk was. Elke maand vertraging kost ons letterlijk miljarden. De consequenties van de crisis lijken onvoldoende te worden begrepen. Alleen hierom al zou het energiesysteem opnieuw ingericht moeten worden. Maar laat er geen misverstand over bestaan: het klimaat staat met stip op één.”
Neodymium is een essentiële grondstof voor windmolens en elektrische auto’s. Magneten van dit zeldzame aardmetaal transformeren windturbines in gigantische dynamo’s. Maar neodymium komt vooral uit China. Dat maakt de aanvoer kwetsbaar, terwijl de vraag explodeert. ‘Er is een plan B nodig.’
Maarten de Bekker, product group manager van de Brabantse familieonderneming Bakker Magnetics, levert magneten in allerlei soorten en maten. Zelfs zijn visitekaartje blijkt magnetisch. Maar neodymium-magneten zijn een categorie apart, legt de ingenieur eerbiedig uit. Omdat ze een enorme kracht hebben, moeten ze heel nauwkeurig worden geplaatst. Want zitten ze eenmaal vast, dan kunnen ze niet meer los.
Het zijn niet bepaald de magneetjes voor op de ijskast waarmee Gerard en Bea Bakker ruim vijftig jaar geleden hun onderneming startten. Bakker Magneten te Son veranderde in de loop der jaren in ‘Bakker Magnetics’, en de koopwaar kreeg in de loop der tijd heel
andere functies dan het ophangen van memo’s aan de ijskastdeur. Nu verkoopt Bakker ‘magneettechnologie’, bijvoorbeeld aan chipmachinefabrikant ASML in het nabijgelegen Veldhoven.
En aan partijen die bezig zijn met duurzame energie. Want zonder permanent krachtige neodymium-magneten, die geen elektriciteit nodig hebben om te kunnen werken, is het lastig om efficiënt groene stroom uit golven, getij en wind op te wekken. Hét alternatief voor fossiele brandstoffen, zoals gas uit Rusland.
Er is echter een probleem: de prijs voor de belangrijkste grondstof voor de magneten is omhoog geschoten, en de levering is onzeker.
1000 kilo per megawatt
De huidige offshore windturbines zijn uitgevoerd als ‘Direct Drive’ turbines. Hiervoor zijn Neodymium magneten onmisbaar. Maar om de gewenste energiedichtheid te bereiken is er heel veel magneetvolume nodig . En daarbij moet je rekenen dat er per megawatt ongeveer 1.000 kilo aan het kostbare
Neodymium nodig is. Dat betekent dat bij de huidige windturbines van 12 megawatt er niet minder dan 12.000 kg magneten in gaan.
De reusachtige bouwwerken komen onder meer in de Noordzee te staan. De magneetmodules zitten als een soort kraag tussen de rotorbladen van de windmolen en de behuizing. Ze creëren een enorm magnetisch veld, waardoor de generator direct stroom begint op te wekken zodra de wieken draaien. In feite is de windmolen zo een gigantische fietsdynamo.
Helaas behoort neodymium tot de groep van zeldzame aardmetalen die voor het overgrote deel in China tot magneten worden verwerkt. En sinds de coronapandemie en de oorlog in Oekraïne is eens te meer duidelijk geworden dat het bepaald niet handig is om van één leverancier afhankelijk te zijn. Door de energietransitie schiet de vraag omhoog, wat het probleem alleen maar erger maakt. Het gerenommeerde Amerikaanse federale wetenschappelijke bureau US Geological Survey heeft neody-
mium al langer op zijn lijst van essentiële metalen geplaatst.
‘Alleen een grote voorraad inslaan is niet genoeg. Je weet van tevoren niet wat je nodig hebt, en ook niet van welke kwaliteit’, zegt Benjamin Sprecher van de TU Delft. ‘Zorg dat de dingen die je maakt van die grondstoffen goed repareerbaar zijn, zo lang mogelijk meegaan en makkelijk te recyclen zijn. Bedenk een plan B hoe je fabrieken niet stilvallen als één grondstof wegvalt. Zorg dat er lokale productie komt, van de grondstof en van de producten die nu uit China worden gehaald.’
6 TOEKOMST VAN DE INDUSTRIE & MAATSCHAPPIJ Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
André Faaij, Wetenschapsdirecteur bij TNO Energy & Materials Transitions en hoogleraar aan de Universiteit Utrecht
Alle beschikbare kennis, ervaring en innovatiekracht worden gebundeld in een Green Print om tot concrete en betaalbare oplossingen te komen.
BAKKER MAGNETICS – PARTNER CONTENT
Maarten de Bekker, Product group manager van Bakker Magnetics
‘Supermagneten’ zijn cruciaal voor de energietransitie
Goede bedoelingen niet genoeg om huidige klimaatdoelstellingen te behalen
Om de klimaatdoelen te behalen, is het noodzakelijk dat bedrijven in hoog tempo gaan verduurzamen. Hun uitstoot moet uiteindelijk naar ‘net-zero’ (vrijwel naar nul) worden gebracht, in lijn met de doelstellingen die zijn afgesproken in het klimaatakkoord van Parijs. Een groot deel van de bedrijven is al met de transitie begonnen of wil dat gaan doen. Ambitie genoeg dus, maar alleen goede bedoelingen zijn niet voldoende om de CO2-uitstoot ook daadwerkelijk richting nul te krijgen. Daarvoor zijn bijvoorbeeld ook tussentijdse doelen en transparantie nodig, concluderen ze bij klimaatadviesbureau Carbon Trust.
Met vestigingen in Amsterdam, het Verenigd Koninkrijk, China, Singapore, Mexico en Zuid-Afrika is Carbon Trust een bedrijf dat wereldwijd opereert. Hun missie is bedrijven helpen om sneller hun uitstoot omlaag te brengen. Dat doet Carbon Trust onder meer door duidelijke doelstellingen vast te leggen, strategieën uit te werken en slimme manieren te bedenken om de intenties van bedrijven om te zetten in impact.
‘verwaarloosbare ecologische voetafdruk’ wil hebben. Dat percentage is voor het derde jaar op rij gestegen. Aan ambitieuze doelstellingen dus geen gebrek.
Carbon Trust zorgt dat bedrijven duurzaamheidsdoelstellingen weten om te zetten in daden. Het is namelijk niet vanzelfsprekend dat bedrijven daarin slagen als ze helemaal zelf aan een lange, ingrijpende en ingewikkelde transitie beginnen. Het verloopt bijna nooit zoals gehoopt of gepland, waardoor het resultaat regelmatig teleurstelt.
Zo blijkt dat bij bedrijven vaak volledig wordt gefocust op het einddoel en de datum waarop dat bereikt moet zijn, maar te weinig op de weg ernaartoe. Dit terwijl de stappen in de voorfase bepalen of het uiteindelijk een succes wordt. Dat zegt Pauline op de Beeck, Associate Director en Head of Sales Europa, Carbon Trust. Op de Beeck: “Bijna uitstootvrij worden, is een doel dat vaak nog ver weg is, waardoor het makkelijk uit het oog kan worden verloren. Daarom is het nodig om ook tussentijdse doelstellingen te formuleren. Bijvoorbeeld voor elke vijf tot tien jaar.”
Greenwashing
Een bedrijf dat volledig transparant is, toont aan dat het zich in ieder geval niet schuldig maakt aan ‘greenwashing’ (je groener voordoen dan je bent). Degenen die dat wel doen, of niet op tijd beginnen met verduurzamen, zullen daar volgens Burke en Op de Beeck op de lange termijn zeker de nadelen van ondervinden. Carbon Trust zet onder andere op papier wat voor een bedrijf de concrete toekomstige kosten zijn wanneer géén actie wordt ondernomen of te lang wordt gewacht. Daarnaast krijgt het bedrijf inzicht in wat er te winnen valt als er wél snel genoeg wordt verduurzaamd.
veerkrachtiger en innovatiever geworden en is hun naamsbekendheid ook nog eens vergroot. Ze bewijzen hoezeer een bedrijf kan profiteren van de duurzame transitie, als ze hier goed en snel op inspelen.”
„Carbon Trust zorgt dat bedrijven duurzaamheidsdoelstellingen weten om te zetten in daden.“
Aan ambitie geen gebrek Het is hard nodig dat plannen gerealiseerd worden, en dat het niet blijft bij intenties. Met alleen goede bedoelingen wordt het klimaatprobleem – helaas – niet opgelost. Als dat wel zo was, dan zat het wel goed: Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam blijkt dat bijna zes op de tien Nederlandse bedrijven vóór 2030 een
Om succesvol te verduurzamen, is daarnaast essentieel dat bedrijven eerlijk en transparant zijn over het transitieproces en de resultaten. “Dat is helaas nog niet bij alle bedrijven het geval”, zegt Olivia Burke, Programme Innovation and Research and Development Manager Manager bij Carbon Trust. “Wij stimuleren bedrijven om transparanter te worden, maar stellen ons zeker niet op als een soort beleidsbepaler die tot in detail oplegt wat er precies moet gebeuren. Dat is niet effectief. Wel zijn we facilitators, wat wil zeggen dat we bedrijven aanmoedigen om werk te maken van transparantie. We wijzen ze op de economische realiteit, waarmee we duidelijk maken dat het echt in hun eigen belang is om open en eerlijk te zijn.”
«succesvol te verduurzamen, is daarnaast essentieel dat bedrijven eerlijk en transparant zijn over het transitieproces en de resultaten.“
Dat laatste is volgens Carbon Trust iets dat nog beter door moet dringen bij bedrijven, omdat grote kansen nu nog onbenut blijven. Op de Beeck: Wij werken samen met onder andere Siemens, Grundfos en Velux. Dat zijn bedrijven die in deze transitie op de voorgrond treden en de leiding durven te nemen. Hierdoor zijn ze
Voor sommige bedrijven trekt Carbon Trust op basis van zulke analyses harde conclusies, vertelt Op de Beeck. “Het kan zijn dat wij moeten zeggen: Als jullie niet veranderen, heeft het bedrijf simpelweg geen bestaansrecht in de CO2-neutrale economie van de toekomst.” Het zijn dit soort boodschappen die echt aankomen en bedrijven aanzetten tot actie. Burke: “Het is heel simpel: money talks!”
Scan de QR code en ontdek de opportuniteiten van klimaatactie.
7 TOEKOMST VAN DE INDUSTRIE & MAATSCHAPPIJ Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
«
www.carbontrust.com
Pauline Op de Beeck, Associate Director en Head of Sales Europa, Carbon Trust
Olivia Burke, Programme Innovation en R&D Manager, Carbon Trust
„Om
CARBON TRUST – PARTNER CONTENT
Normering noodzakelijk voor behalen energiedoelstellingen ‘Je kunt de energietransitie niet centraal besturen’
Actueel
Nederland moet aan de bak om de doelstelling van 1,5 miljoen verduurzaamde huizen in 2030 waar te maken. Een flinke uitdaging, omdat het niet slechts een kwestie is van de cv-ketel vervangen door bijvoorbeeld een waterpomp. Duurzame lage temperatuurbronnen kunnen een oude tochtige woning namelijk niet voldoende verwarmen, dus kunnen alleen goed geïsoleerde huizen van het gas af. Om te voorkomen dat huiseigenaren te laat beginnen met isoleren, moet vanaf een bepaald, slim gekozen moment een isolatienorm voor woningen gaan gelden. Dat zegt Lot van Hooijdonk energiewethouder in Utrecht en voorzitter van de commissie Economie, Klimaat, Energie en Milieu van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG).
Tekst: Diederik de Groot
De gebouwde omgeving is niet de grootste CO2-uitstoter, maar wel de ingewikkeldste sector in deze energietransitie, zegt Van Hooijdonk. “Je hebt te maken met ongelofelijk veel belangen die tegen elkaar moeten worden
afgewogen. Huiseigenaren, investeerders, aannemers, veel om rekening mee te houden. Het is daardoor een constante zoektocht naar de beste manier om huizen op een verantwoorde manier van het gas te halen.”
Veel woningen zijn nog niet klaar voor het moment dat ze worden losgekoppeld van de aardgasvoorziening. Dat moet veranderen, want het is niet de bedoeling dat woningeigenaren pas aan de slag gaan als hun buurt al bijna van het gas af gaat. In plaats daarvan moeten woningen ‘spijtvrij’ worden geïsoleerd. Dat wil zeggen: ruim op tijd met isoleren beginnen, zodat geen grote aanpassingen meer nodig zijn als de installateur al voor de deur staat met het alternatief voor aardgas. De standaard voor woningisolatie is voor eigenaren een belangrijk handvat. Deze norm komt voort uit het Klimaatakkoord en geeft aan wanneer een woning goed genoeg is geïsoleerd om aardgasvrij te kunnen worden. In het akkoord is vastgelegd dat in 2026 wordt bekeken of het een verplichte norm wordt, maar dat zou eigenlijk nu al overwogen moeten worden, vindt van Hooijdonk. “Juist omdat dit zo complex is en zoveel partijen betrokken zijn, vinden wij dat je aan normering zou moeten doen. Als je de norm vanaf een slim moment laat gelden, is daar veel winst mee te behalen. Het rondmaken van de
aankoop van een huis is zo’n natuurlijk en slim moment waar Van Hooijdonk op doelt. “Het is een transactie waarbij mensen hun financiën op een rij zetten en rationaliseren. Nu energielasten heel zwaarwegend zijn, vinden wij trouwens dat die ook mee moeten wegen in de woningwaarde en de hypotheek. Vlak nadat je een huis koopt, is het vaak ook nog leeg, wat het heel logisch en praktisch maakt om te zorgen dat alles klaar is als je erin trekt. Dus ook de isolatie. Als iedereen zo’n moment kiest om ermee aan de slag te gaan, komen de meeste woningen uiteindelijk vanzelf aan de beurt.”
Zeker nu burgers geconfronteerd worden met torenhoge energierekeningen, is het invoeren van een normering voor bestaande bouw een verstandig plan, stelt Van Hooijdonk. “Het draagt namelijk bij aan het verlagen van de energiekosten. Door te normeren, zorg je dat de energiecomponent mee gaat wegen bij het bepalen van de woningwaarde. Op basis daarvan kan de financiële sector ook de hypotheek financieren. Op dat vlak is het dus ook lonend voor eigenaren om dit te gaan doen, net als voor beleggers. De woningvoorraad wordt hier namelijk beter van, dus hun geld gaat naar een duidelijk beter product. Daarom vinden wij normeren een goed plan.”
Actueel Energietransitie is een term die behalve in Den Haag ook in de provincie op de agenda staat.
Tekst: Hugo Schrameyer Foto: Persfoto
Den Haag en in Brussel.
“Je kunt niet alles centraal vanuit Den Haag besturen”, constateert de bestuurder nuchter. De landelijke overheid is er voor de grote landelijke vraagstukken, maar heeft onvoldoende weet van ontwikkelingen op regionaal of plaatselijk niveau. “Den Haag heeft geen zicht op bedrijventerreinen of nieuwbouwwijken die op regionaal niveau in ontwerp of aanbouw zijn. Dat is toch primair materie die onder hoede valt van de provincie. De provincies hebben precies in kaart welke activiteiten zich regionaal ontwikkelen. Het Interprovinciaal Overleg bevordert ook de regio-overschrijdende afstemming.”
Het klimaatakkoord als overeenkomst om uitstoot van broeikas gassen tegen te gaan, wekt de indruk dat deze materie vooral tot de verantwoordelijkheid behoort van centrale bestuurders. Dat is echter niet het geval en misschien ook wel een beetje tegen het zere been van gedeputeerde Jop Fackeldey van de provincie Flevoland. Hij is namelijk niet alleen gedeputeerde, hij heeft ook een rol als portefeuillehouder Klimaat & Energie van het Interprovenciaal Overleg (IPO), een orgaan dat de belangen van de twaalf provincies behartigt in
Daar valt iets bij voor te stellen, maar toch is er de vraag of de bestuurder concreter kan worden. Fackeldey wijst daarbij onder andere naar overleg tussen de provincies als het gaat om de energievoorziening. De wijdvertakte energienetwerken in Nederland houden niet op bij de provinciegrens. Dat is ook de reden waarom het thema met de regelmaat van de klok aan de orde komt tijdens vergaderingen van het IPO. “Nu we in Nederland massaal overstappen naar alternatieve energiebronnen, zoals wind- en zonnestroom, doet dat een groeiend beroep op het bestaande energienetwerk. We kunnen dagelijks
in de krant lezen dat deze transitie tot forse knelpunten leidt in verschillende regio’s van Nederland. Deze knelpunten, in jargon congestie genoemd, zie je met name ook in Noord-Brabant en Friesland. Binnen het IPO komen we tot overleg hoe we in gezamenlijkheid tot oplossingen komen om de impact van deze congestie te verlichten.”
verstopt zit, blijkt uit een recente hartenkreet van de provincie Noord-Holland. De congestie kent een dusdanig dramatische impact dat meer dan duizend bedrijven en andere grote instellingen geen aansluiting meer kunnen krijgen. Het wordt daardoor onmogelijk gemaakt om te verhuizen, uit te breiden of te verduurzamen. Ook in provincies als Noord-Brabant en Friesland zijn soortgelijke geluiden te horen.
8 TOEKOMST VAN DE INDUSTRIE & MAATSCHAPPIJ Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
ADVERTENTIE
Jop Fackeldey, Gedeputeerde van de provincie Flevoland & portefeuillehouder Klimaat & Energie van het Interprovenciaal Overleg (IPO)
Feiten Dat het stroomnet in Nederland behoorlijk
> Lees het gehele artikel verder op contentway.nl
Onverwacht snelle reductie broeikasgas mogelijk
Vermindering gasgebruik
Bij gasgestookte woningen en gebouwen kan ook nog veel energie worden bespaard. Sinds klimaatminister Rob Jetten TONZON heeft genoemd en geroemd in zijn openingsspeech van de Klimaatweek is onze speciale Radiatorfolie al een stuk bekender geworden. Omdat deze folie onzichtbaar zijn werk doet, is deze ook geschikt voor overheidsgebouwen, scholen en andere (publieke) gebouwen. Bij deze gebouwen zijn de technische ruimtes zonder uitzondering extreem warm door het grote aantal warmtelekken. Ook hier kan met de speciale TONZON folie veel en kosteneffectief energie worden bespaard. Lees meer op tonzon. nl/cv-isolatie
«
moskussen met Rc>7,0 m²K/W. Omdat voor de productie van het Thermoskussen maar weinig grondstof en energienodig is én omdat het product volledig opvouwbaar is, is de CO 2 footprint extreem laag vergeleken met alle andere isolatiematerialen.
Dakisolatie in de tropen
Onbekende warmtelekken snel te dichten
Het IEA-rapport van 15 november 2022 stelt dat het stimuleren van zonne- en windenergie van vitaal belang is, maar absoluut niet genoeg voor het behalen van internationale klimaatdoelstellingen. We moeten echt nog veel meer doen. De uitstoot van broeikasgas moet drastisch en snel omlaag. Gelukkig kunnen een groot aantal (vaak onbekende warmtelekken) snel, klimaatefficiënt en kosteneffectief gedicht worden. Hierdoor kan de uitstoot van broeikasgas sneller gereduceerd worden dan nu nog wordt aangenomen. Omdat daarbij ook de top van het elektriciteitsverbruik omlaag gaat heeft dit als bijkomend voordeel dat de piekvraag wordt afgevlakt waardoor de prijs van elektriciteit omlaag gaat.
Vermindering stroomverbruik
Al jaren laten we, vaak zonder dat we het in de gaten hebben, veel warmte onnodig weglekken alsof het niets kost. Tijden zijn veranderd. Energie is veel duurder geworden waardoor besparingsopties die vroeger werden weggelachen nu ineens veel rendabeler zijn. Neem de 3 miljoen close-in boilers die continu niet alleen water maar ook Nederlandse keukenkastjes onnodig warmhouden. Het inpakken
van deze boilertjes met TONZON folie bespaart ongeveer 70 kWh/j. Bij een prijs van € 0,88 komt dit neer op meer dan € 60,- per jaar terwijl je daarvoor maar een klein beetje folie nodig hebt. Bij grotere boilers is de besparing nog veel groter.
„
„Energie is veel duurder geworden waardoor besparingsopties die vroeger werden weggelachen nu ineens veel rendabeler zijn.“ «
Het TONZON Thermoskussen is in de praktijk het meest effectieve isolatiemateriaal om de warmtestroom door de vloer naar beneden te beperken. Dat betekent dat deze Nederlandse uitvinding ook de meest perfecte dakisolatie voor de tropen is. Dat bewijs werd al geleverd bij diverse opslagloodsen voor medicijnen van Artsen zonder Grenzen in Afrika. Op de foto demonstreert de uitvinder en founder van TONZON aan minister Liesje Schreinemacher de opvouwbaarheid van het Thermoskussen tijdens een Handelsmissie in Vietnam.
Dat geldt niet alleen voor de traditionele elektrische boilers die je nog in veel oudere woningen aantreft maar ook voor de moderne boilers die gebruikt worden in woningen met een warmtepomp. De technische ruimte in nieuwbouwwoningen met een warmtepomp is niet voor niets de warmste ruimte in de woning! Het “verzilveren” van alle reservoirs en transportleidingen voor warmwater met een TONZON folie bespaart een hoop geld en vermindert 24/7 het totale stroomverbruik en daarmee ook de piekbelasting.
Hoogwaardige vloerisolatie met lage CO 2 footprint
MilieuCentraal adviseert om bij vloeren met vloerverwarming om minimaal Rc=5,0 m²K/W toe te passen. Immers hoe hoger de isolatiewaarde des te minder warmte er door de vloer verloren gaat. De meeste nieuwe woningen krijgen echter vaak niet meer dan Rc=3,7 m²K/W in de vloer maar hebben wel vloerverwarming. Dat betekent dat de warmtepomp er flink tegenaan moet om de woning op temperatuur te houden en dat kost stroom. TONZON levert al tientallen jaren vloerisolatie met Rc>5,0 m²K/W. Sinds kort is er ook een Ther-
9 TOEKOMST VAN DE INDUSTRIE & MAATSCHAPPIJ Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Het
is in
naar beneden te beperken“ Liesje Schreinemacher, Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking & Ton Willemsen CEO van Tonzon
TONZON Thermoskussen
de praktijk het meest effectieve isolatiemateriaal om de warmtestroom door de vloer en een dak in de tropen
TONZON – PARTNER CONTENT Meer informatie? Ga naar tonzon.nl of scan de QR-code Aangenamere temperatuur Ben je op zoek naar een uiterst staan? Kies dan voor comfortverbetering begane grondvloeren in Nederland zorgt voor een koude zone onderin waardoor mensen ongemerkt de op andere natuurkundige principes verwarming kan de besparing zelfs mee te beginnen. Let op, in sommige huidige verhoogde subsidie. Kijk om in aanmerking te komen voor tonzon.nl +31 (0)53-433 23 91 Ga naar of
Feiten
Giles Dickson is de CEO van WindEurope, een functie die hij sinds 2015 bekleedt. WindEurope is de stem van de Europese windindustrie. Dickson is tevens voorzitter van de onafhankelijke adviesraad van het European Network of Transmission System Operators for Electricity (ENTSO-E). Daarvoor werkte hij voor het Franse ingenieursbureau Alstom, waar hij van 2008 tot 2015 vicepresident was voor global public affairs.
'We kunnen er komen, het vraagt gewoon een enorme inspanning'
helpen bedrijven bij de complexe opgave van de warmtetransitie”
De warmtetransitie staat hoog op de agenda. Gastarieven pieken als nooit tevoren. Kantoorgebouwen moeten naar Label C en bedrijven zijn op zoek naar duurzame oplossingen. “Het aardgasvrij maken van een bedrijfspand of kantoorgebouw is complex, maar absoluut haalbaar”, zegt algemeen directeur Martijn van Aarssen van IF Technology in Arnhem. “Duurzame warmte en koude leveren kan met behulp van de bodem, zon, lucht en water.”
Duurzame warmte en koude uit bodem, zon, lucht en water, wat is dat eigenlijk? Van Aarssen: “Er zijn veel opties voor het benutten van warmte en koude uit de omgeving: wij brengen de
mogelijkheden in kaart, ontwerpen een energieconcept op basis van bodemenergie, aquathermie (water) of uit zon en lucht
Ervaring telt
IF Technology in Arnhem is al meer dan drie decennia specialist in duurzame warmte en koude. Van Aarssen: “Wij helpen bedrijven om snel zicht te krijgen in de mogelijkheden, om de optimale keuze te kunnen maken. Wat kan er technisch? Wat kost het en wat levert het op? Zijn er juridische belemmeringen? En hoe pak je de aantrekkelijkste optie(s) aan? Wij beheersen het hele palet van A tot Z, van haalbaarheidsstudie tot ontwerp en van begeleiding van de aanleg tot meekijken met de exploitatie.”
Van Aarssen noemt de werkwijze flexibel en concreet.
De urgentie om van het aardgas af te gaan is groot, maar het budget is misschien nog te beperkt. “Juist dat maakt vroegtijdig inventariseren zo nuttig”, zegt hij. “Met een goed doordacht meerjarenplan houd je alle opties naar de toekomst open. Het hoeft niet allemaal nu, maar je kunt vandaag wel de eerste stap zetten!”
“Wil jij er daadwerkelijk voor zorgen dat woningen gebouwd gaan worden? Zorg er dan voor dat eisen, belemmeringen en onderhandelin- gen gestroomlijnd en overwonnen kunnen worden met behulp van een
de
10 TOEKOMST VAN DE INDUSTRIE & MAATSCHAPPIJ Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
(met een warmtepomp) en wijzen onze opdrachtgevers op de aantrekkelijke business cases voor nu of in de toekomst.”
IF
TECHNOLOGY – PARTNER CONTENT
«
“Zet in op een goed doordacht meerjarenplan en begin nu.”
Martijn van Aarssen, algemeen directeur IF Technology Arnhem
“Wij
onafhankelijke professionele partij met kennis en kunde van zowel
Profiel
Windenergie is de toekomst in de nieuwe energiemix. De Europese Unie is daarvan overtuigd, de inwoners van Europa zijn daarvan overtuigd. Zelfs de grote industrie is ervan overtuigd. Rest de experts alleen de vraag hoe ze aan deze snel toenemende vraag kunnen voldoen. Nu, en in de toekomst.
Tekst: Jerry Huinder Foto: Persfoto
Giles Dickson vragen om één ding te noemen dat hem nu nog verbaast over windenergie in Europa, iets dat hij zeven jaar geleden niet had kunnen bedenken toen hij begon als CEO van WindEurope, is een utopie. Natuurlijk komt hij met meer dan slechts één antwoord. Het kenmerkt een man die windenergie belichaamt, een man die zo betrokken is bij de windenergiebeweging dat elke zin die hij erover spreekt, doordrenkt is van enthousiasme. “Hoe de technologie zich heeft ontwikkeld, hoe overheden nog ambitieuzer zijn geworden op het gebied van duurzame energie dan toen. Hoe, specifiek in het afgelopen jaar, de erkenning is gegroeid binnen deze regeringen en het publieke gedachtengoed dat we hernieuwbare energie nodig hebben voor energiezekerheid, om niet afhankelijk te zijn van landen als Rusland. En, last but not least, hoe de vraag naar windenergie is veranderd bij industriële en zakelijke gebruikers. Deze partijen dachten zeven jaar geleden dat we duur waren, dat we het hele energiesysteem in de war brachten en mogelijk zelfs gevaarlijk waren voor dit systeem. Nu kloppen dezelfde mensen op onze deur om te vragen: 'Kunt u alstublieft zo snel mogelijk zo veel windmolenparken bouwen als u kunt?'"
Ziet u deze mindswitch in het denken binnen de grote industrieën vanwege de enorme prijsstijging van fossiele energie?
"De enorme stijging van de prijzen van fossiele brandstoffen heeft deze mindswitch het afgelopen jaar zeer zeker versneld, maar het begon vier of vijf jaar geleden al te veranderen, toen ze zagen wat er gebeurde op het gebied van kostenreductie voor windenergie. Toen ze zagen dat we stabieler waren en
betrouwbaarder dan ze dachten dat we waren.
Dit is een mindswitch die heel erg branche breed is. Zo zit het chemiebedrijf BASF nu in het bestuur van WindEurope, zijn we in gesprek met de staalsector, de aluminiumsector, de raffinaderijen. De industrie als geheel erkent dat wind in de toekomst een belangrijk aspect van hun energiemix zal zijn.”
‘Met de technologie van vandaag kun je 76 procent van de Europese industrie elektrificeren', zei u in een eerder interview. Waarom gebeurt dit niet, als alle seinen op groen staan?
"Hier is een vrij direct antwoord op: we kunnen simpelweg niet voldoen aan de vraag van de industriële energiegebruikers om snel over te schakelen van fossiele brandstoffen naar koolstofarme processen, of dat nu door directe elektrificatie is of indirecte elektrificatie met bijvoorbeeld waterstof. Laat me je wat cijfers geven: we zouden op dit moment 39 gigawatt (GW) per jaar aan nieuwe windmolenparken in de Europese Unie moeten bouwen om de REPowerEU-doelstellingen van 2030 te halen. Vorig jaar hebben we er 11 gebouwd. Begin dit jaar, voor de oorlog, hadden we de verwachting dat we de komende vier jaar gemiddeld zo'n 18 gigawatt per jaar konden bouwen, maar door problemen met de toeleveringsketen halen we dat misschien niet eens. En hoe dan ook: nog steeds is dat duidelijk veel minder dan de vereiste 39 gigawatt. De Europese Unie wil dus meer windenergie, maar we worden op dit moment tegengehouden door verschillende knelpunten, waaronder het vergunningenstelsel. Het goede nieuws is dat dit wel steeds beter gaat.”
De industrie als geheel erkent dat wind in de toekomst een belangrijk aspect van hun energiemix zal zijn.
Op welke manier?
"Ten eerste: de EU en de nationale regeringen erkennen tegenwoordig dat er een groot probleem is met vergunningen. Dat is een grote stap. Alle betrokken partijen begrijpen nu dat we de nieuwe energiedoelstellingen van de EU, het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstof-
fen en het overschakelen op hernieuwbare energiebronnen, voornamelijk zon en wind, alleen kunnen bereiken als we de vergunningverlening vereenvoudigen en versnellen. Ten tweede: de EU heeft nu een aantal uitstekende voorstellen ingediend die de vergunningverlening inderdaad zullen versnellen, bijvoorbeeld: ze hebben uitgesproken dat de uitbreiding van hernieuwbare energiebronnen een kwestie van ‘groot openbaar belang’ is. Daarnaast hebben ze het principe verstrekt om een populatie gebaseerde benadering van soortenbescherming te hanteren. Het idee daarbij is dat we niet hoeven te streven naar het beschermen van elke vogel en elk dier, maar in plaats daarvan zorgen we voor een stabiele en gezonde ontwikkeling van de vogelpopulaties als geheel. Ten derde was er onduidelijkheid over de maximale termijn van twee jaar voor het besluiten over een vergunningsaanvraag: het was niet duidelijk wanneer de klok in dat proces van twee jaar begon te tikken. Daarover heeft de EU nu voorgesteld om de klok te laten tikken wanneer de eerste vergunning wordt ingediend, namelijk de milieueffectrapportage. Dat scheelt enorm veel tijd.”
U noemde verschillende problemen die, naast vergunningen, een rol spelen in het feit dat de industrie niet aan de grote vraag kan voldoen.
"Klopt. Naast de belangrijkste kwestie van het verlenen van vergunningen hebben we de opbouw van het elektriciteitsnet. Met de huidige transmissie- en distributienetwerken in Europa kun je geen 1.300 gigawatt aan windenergiecapaciteit ondersteunen. Dit is een uitdaging, maar er wordt geweldig werk verricht en we werken nu al samen met bedrijven als TenneT in Nederland, die goed werk leveren om dit probleem op te lossen. Een derde punt is de supply chain: het plan is om in 8 jaar van 30 naar 165 gigawatt offshore wind te gaan, maar met de huidige capaciteit binnen onze supply chain gaat dat niet gebeuren. Op dit moment zouden de turbinefabrikanten tot 7 gigawatt per jaar aan offshore windturbines kunnen produceren. Voor nu is dat oké, want dit jaar bouwen we maar 3 tot 4 gigawatt, maar dit is wel het moment dat we enorme investeringen in onze productiefaciliteiten nodig hebben om de beoogde offshore winduitbreiding in de toekomst te realiseren.”
Dus we hebben nieuwe fabrieken nodig?
"Inderdaad. We moeten de hele toeleveringsketen laten groeien, want we hebben het niet alleen over turbines. We hebben ook meer faciliteiten nodig om funderingen te maken. Ik weet dat bedrijven die deze aanbieden voor de komende drie jaar zijn volgeboekt. En hetzelfde verhaal geldt voor de productie van windbladen. Of we kunnen praten over het feit dat we niet genoeg schepen hebben om het materiaal te verplaatsen. Kortom: we hebben in het algemeen enorme investeringen nodig van bedrijven binnen de supply chain om aan de vraag te voldoen.”
Deze hele energietransitie is in wezen een proces waarin Europa de controle over zijn elektriciteitsproductie terugkrijgt.
Dit begint te klinken als een somber verhaal. De vraag is er, maar de mogelijkheden om aan die vraag te voldoen lijken beperkt.
"Ik begrijp dat je het zo kunt zien, maar laten we niet vergeten: het is mooi dat overheden deze ambitie hebben. Het is geweldig dat we nu op het punt zijn dat de meeste mensen en bedrijven een einde willen maken aan hun afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en het echt serieus overwegen om in windenergie te stappen. Het is een grote transformatie die banen en groei naar Europa brengt. Deze hele energietransitie is in wezen een proces waarin Europa de controle over zijn elektriciteitsproductie terugkrijgt. Om economische redenen, maar zeker ook om redenen van energiezekerheid. Tegenwoordig geven we geld uit om dure energie uit Rusland en elders te importeren. We willen dat veranderen en geld uitgeven om in eigen land gekweekte en concurrerende energie te creëren. De Europese windindustrie zal een centrale rol spelen in deze transformatie. Dit is helemaal niet somber, het is een zeer positief toekomstbeeld, maar het is wel verdomd uitdagend. We kunnen er komen, het vraagt gewoon een enorme inspanning.”
Duurzaam verwarmen begint bij Remeha.
Nederlandse huishoudens worden al tientallen jaren verwarmd door één belangrijk product; de cv-ketel. En dat gaat veranderen. Met een portfolio aan duurzame binnenklimaatoplossingen voor thuis, op kantoor of op locatie werkt Remeha iedere dag aan een duurzaam binnenklimaat voor iedereen.
Haalbare oplossingen voor een beter buiten.
De visie van Remeha is gebaseerd op het verbeteren van onze leefomgeving. Met oplossingen die primair zorgen voor een optimaal binnenklimaat, maar eveneens bijdragen aan een CO2-neutrale toekomst. Duurzaam, zonder dat het veel te duur wordt. En haalbaar, met oog voor de bestaande woonsituatie. En sommige oplossingen zijn dichterbij dan men denkt. Met een hybride warmtepomp, een slimme combinatie tussen een cv-ketel en warmtepomp, kunnen huishoudens al tot 70% op hun gasverbruik besparen.
Inspelen op toegenomen vraag naar hybride warmtepompen.
In het afgelopen jaar is de vraag naar hybride warmtepompen explosief gestegen. Nu ook de Nederlandse overheid vanaf 2026 een verplichting heeft afgekondigd om bij ketelvervan ging een hybride warmtepomp te installeren, zal de vraag verder groeien. Om aan deze vraag te kunnen blijven voldoen en de transitie naar een beter buiten te versnellen, haalt Remeha de productie van de Elga Ace hybride warmtepomp naar Nederland. Vanaf uiterlijk 1 juli 2023 start Remeha in Apeldoorn met de productie van de Elga Ace hybride warmtepomp.
Waterstof. Straks ook met hybride voor een beter buiten.
Op termijn kan de combinatie van een hybride warmtepomp en waterstof onderdeel uitmaken van de eindoplossing. Door nu een hybride warmtepomp te plaatsen is een aardgasreductie tot 70% mogelijk. In de toekomst kunnen we de resterende 30% invullen met waterstof of ander groen gas. Zo kunnen we de oplossingen voor morgen combineren met de producten van nu.
Remeha.
Een beter buiten begint binnen.
11 TOEKOMST VAN DE INDUSTRIE & MAATSCHAPPIJ Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
ADVERTENTIE
'Van afbouwen in vijftien jaar naar enkele weken'
Focus
Geleidelijk zou de industrie van aardgas overschakelen op duurzame energiebronnen. En toen viel in één keer het goedkope gas weg. “Om niet meer terug te komen”, verwacht boegbeeld van de Topsector Energie Peter Molengraaf. “Maar in elk geval hebben we scherp in beeld hoe het energiesysteem er in 2030 kan uitzien.”
elektrificeren. De industrie gaat ook naar bijvoorbeeld eBoilers en warmtepompen.”
Een voordeel van elektrificatie is dat de meeste processen efficiënter verlopen. Dat betekent per saldo nog eens extra energiebesparing en daardoor minder uitstoot.
Molengraaf: “Vanaf 2030 komt het laatste stuk voor verduurzaming aan de beurt. Dan wordt de vraag steeds dringender: hoe zorgen we op een grauwe dag zonder wind voor een stabiel basisniveau van elektriciteit (baseload)? Aardwarmte, getijdenenergie, kernenergie, industriële restwarmte... de keuzes moeten zich nog uitkristalliseren.”
Een voordeel van elektrificatie is dat de meeste processen efficienter verlopen.
om: in 2030 moet de industrie 55 procent CO2-reductie ten opzichte van 1990 hebben gerealiseerd. “De elektriciteit moet dan voor driekwart uit duurzame bronnen zijn opgewekt – vooral zon en wind”, zegt Molengraaf. “Daarnaast moet er in totaal veel meer elektriciteit beschikbaar komen. Vervoer en transport, productie en verwarming van de bebouwde omgeving gaan steeds meer
Maar voorlopig hebben we de handen vol aan het verder opschalen van zon en wind om te zorgen dat we uiteindelijk drie of vier keer zoveel stroom hebben. “De opgave is enorm”, weet Molengraaf. “Het gaat bijvoorbeeld over mogelijk 70 gigawatt wind op de Noordzee. Daarvoor willen we ruimte vinden naast andere gebruikers van die zee en natuurlijke ecosystemen herstellen. Dat vraagt ook om sneller bouwen van infrastructuur – bijvoorbeeld door het slimmer, modulair bouwen van transformator stations. Daarnaast zal
levering en installatie door buitenlandse leveranciers nodig zijn vanwege tekort aan mankracht hier. We moeten alle zeilen bijzetten. Ruimte en vergunningen moeten sneller beschikbaar komen. Niet alles kan meer zoals het tot nu toe ging.”
Het verhogen van de baseload zit al in de nieuwste plannen voor wind op zee verweven. “We werken aan een onderzoeksvoorstel voor het Nationaal Groeifonds om onder andere rotorontwerpen te optimaliseren op draaiuren”, merkt Molengraaf op. Niet de totale elektriciteitsopbrengst wordt bepalend, maar zoveel mogelijk opbrengst bij weinig wind. Zo kunnen we van 4500 tot 5000 opbrengsturen naar mogelijk 6500.”
Ook de combinatie met zon op zee en allerlei vormen van elektriciteitsopslag komen in beeld. “Gelukkig zijn er veel knoppen om aan te draaien, zoals de uitbreiding van de energie-uitwisseling met het buitenland”, aldus Molengraaf. “Daarnaast benaderen we dit vraagstuk ook van de vraagkant. Dat is de flexibilisering van de elektriciteitsvraag vanuit de industrie. Welke industrieën kunnen en willen bij een laag aanbod en hoge elektriciteitsprijs een percentage productiecapaciteit afschalen? Of zelfs overschakelen op elektriciteitsproductie?”
De procesindustrie ging tot nu toe altijd uit van 24/7 productie, maar nieuwe processen zullen meer op snel op- en afschalen onder invloed van de elektriciteit-
We hebben de electrolyzer-technologie, maar moeten die nog een factor tien tot honderd opschalen.
sprijs moeten mikken, in combinatie met energiebuffering. Molengraaf is duidelijk: “Goedkoop Nederlands of Russisch aardgas is voltooid verleden tijd. We hadden die overgang in vijftien jaar willen doen, maar nu overkomt het ons binnen enkele weken. Gasimporten gaan voortaan tegen wereldmarktprijzen. Offshore wind zal dan op de
meeste momenten goedkoper zijn dan aardgas. Dat is de nieuwe realiteit, die anders verborgen was gebleven. De bijsmaak is wrang. Sommige industrieën zijn vanwege de hoge energieprijzen afgeschakeld – en ik vrees dat niet alle energie-intensieve bedrijven meer aan zullen gaan.”
Molengraaf tempert voor de korte termijn de hooggespannen verwachtingen rond groene waterstof. “We hebben de electrolyzer-technologie, maar moeten die nog een factor tien tot honderd opschalen. Dat kost tijd en de uitkomst is onzeker. De omzettingsverliezen van elektriciteit naar waterstof moeten kleiner – ook daarvoor is een
Nationaal Groeifondsvoorstel in de maak. Echt alle aspecten moeten nog verder worden onderzocht.”
Maar het komt er wel en dat moet ook, zegt Molengraaf: “We moeten voor 2030 nu alle mogelijkheden benutten die we al hebben. Voor daarna moeten we de mogelijkheden doorontwikkelen die we nu nog niet hebben.”
GAMECHANGER IN ENERGY STORAGE
SAMEN DE ENERGIETRANSITIE VERSNELLEN?
Duurzame energieopslag. Tot voor kort de ontbrekende schakel in de energietransitie. Hierdoor gaat duurzaam opgewekte energie niet verloren, wordt de carbon footprint kleiner en helpen we Nederland met het versnellen van de duurzame energietransitie.
Meer weten? Neem contact op met SemperPower, marktleider in grootschalige energieopslag.
12 TOEKOMST VAN DE INDUSTRIE & MAATSCHAPPIJ Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Bekijk onze locaties 2212_Sp_FD_Advert_v2.indd 1 06-12-2022 09:56
ADVERTENTIE
Tekst: Leendert van der Ent
Foto: Het portret bureau & Pexels
De opgave liegt er niet
We leven na het wegvallen van goedkoop aardgas in een nieuwe realiteit.
Peter Molengraaf, Boegbeeld Topsector Energie
De elektriciteit moet dan voor driekwart uit duurzame bronnen zijn opgewekt – vooral zon en wind.
Duurzame digitalisering
“ICT heeft een kleine voetafdruk, maar zet grote stappen”
Als het over verduurzaming gaat, is de ICT-industrie misschien niet de eerste branche waar we aan denken. Toch zijn juist digitale innovaties aanjagers van de energietransitie. COO Gert-Jan van Eck legt uit waarom Huawei innovatieve duurzaamheid tot speerpunt heeft gemaakt en hoe het bedrijf bijdraagt aan een groenere wereld.
“Innovatie is wat Huawei drijft”, stelt Van Eck. “Wereldwijd hebben wij in 2021 maar liefst 22.7 miljard dollar in R&D geïnvesteerd: grofweg 22 procent van onze omzet. Op Google na is dat het hoogste percentage in de hele ICT-industrie. We maken onze ontwikkelkracht zo groot, omdat we consumenten en organisaties via innovatie een voorsprong willen geven. We zijn dus altijd met de toekomst bezig. Duurzaamheid is een vaste grootheid in al onze activiteiten. Niet alleen in productontwikkeling, maar ook in productie en logistiek.”
is een volledig private onderneming, waarbij de medewerkers eigenaar zijn. Ze vormen dus het economische en ideële hart van Huawei én bepalen het dagelijks bestuur. Duurzame, digitale innovatie zien ze als een investering in hun toekomst. En samen kunnen we veel impact maken: een derde van de wereldbevolking gebruikt direct of indirect een product van Huawei.”
wereldwijde CO 2-voetafdruk voor zijn rekening, maar is tegelijkertijd goed voor 20 procent van de reductie in alle andere sectoren: een enorme slagkracht. ICT heeft een kleine voetafdruk, maar zet grote stappen. Onze missie is een wereld waarin iedereen op een intelligente manier met elkaar verbonden is en de vruchten plukt van technologische toepassingen. Dat kan niet zonder veel aandacht voor duurzaamheid.”
Samen impact maken
“Met onze oplossingen voor communicatie en connectiviteit willen we de samenleving ondersteunen”, vervolgt Van Eck. “Dat is ons bedrijfsdoel. Huawei
Omvormers en energieopslag
“Neem onze mobiele netwerkoplossingen. Bij de telecomproviders dragen wij bij aan het verlagen van het energieverbruik van de mobiele netwerken. Door innovatieve oplossingen en techniek verbruiken die 20 procent minder energie dan die van andere aanbieders”, vertelt Van Eck. “Daarmee lopen wij minstens anderhalf jaar voor. De kennis en ervaring die wij hebben opgedaan in mobiele netwerken met betrekking tot omvormers en energieopslag, zetten wij nu ook in voor duurzame zonne-energie oplossingen voor industrie en huishoudens.”
Duurzame digitalisering “Digitalisering jaagt verduurzaming in de volle breedte aan”, meent Van Eck. “ICT neemt maar 2 procent van het
De jonge generatie inspireren “Voor de energietransitie en de rol van digitalisering daarin is wel technisch talent nodig”, stelt Van Eck. “Het is hoognodig dat we hier in Nederland meer technisch talent aanmoedigen. Interesse is er genoeg: aan ons talentenprogramma Seeds for the Future namen onlangs meer dan 50 studenten deel, die we met masterclasses en workshops kennis lieten maken met de wereld van geavanceerde, digitale innovatie. Daarnaast kenden we ze studiebeurzen toe, waarmee we hun loopbaan in de techniek willen stimuleren. We inspireren de generatie die nu opgroeit graag om zelf ideeën te ontwikkelen voor duurzame, digitale oplossingen. Want de toekomst is nu.”
Bouwen aan een digitale, intelligente wereld die mensen werkelijk verder brengt.
13 TOEKOMST VAN DE INDUSTRIE & MAATSCHAPPIJ Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
«
“Het is hoognodig dat we in Nederland technisch talent aanmoedigen.“
«
“Digitalisering jaagt verduurzaming in de volle breedte aan.“
«
“Met onze oplossingen voor communicatie en connectiviteit willen we de samenleving ondersteunen.“
Gert-Jan van Eck, COO Huawei Nederland
HUAWEI – PARTNER CONTENT www.huawei.com/nl/
Windenergie: drijvende kracht van de Nederlandse energietransitie
Nederland kan en moet veel sneller CO2-neutraal worden dan nu de doelstelling is, maar daarvoor is wel meer visie en leiderschap nodig van bestuurders. Dat zegt Jan Vos, voorzitter van de Nederlandse Winden Energieassociatie (NWEA). De sector die NWEA vertegenwoordigt, is onmisbaar voor het waarmaken van de Nederlandse duurzaamheidsdoelen.
Jan Vos begon in augustus als voorzitter van NWEA. Voor hij de branchevereniging voor de windsector ging leiden, was hij onder meer vijf jaar (2012 tot 2017) Kamerlid voor de PvdA. Hij stond in die jaren bekend als een vernieuwend politicus, die het toenmalig energieminister Henk Kamp erg lastig maakte.
Zo vroeg Vos al in 2015 met een motie om uitfasering van de verbrandingsmotor. Kamp wilde de motie eerst niet uitvoeren, maar inmiddels is deze maatregel in de hele EU ingevoerd. Ook stond Vos aan de wieg van het huidige succes van de windsector. Samen met zijn fractievoorzitter Diederik Samsom kreeg hij zeer ambitieuze doelstellingen op gebied van windenergie in het regeerakkoord van 2012. De windparken die nu worden opgeleverd, komen daaruit voort.
Ook als boegbeeld van de windsector is Vos ambitieus en aanjager van het kabinetsbeleid. “Ik wil met NWEA bijdragen aan een duurzaam energiesysteem in Nederland, dat in 2040 geen CO2 meer uitstoot. Het kabinet wil het-
zelfde, maar wel pas in 2050. Dat is echt te ver weg, zeker als je ziet met welke weersextremen we het afgelopen jaar wereldwijd wederom zijn geconfronteerd. We hebben geen 27 jaar meer, maar eerder nog een jaar of 10.”
Ik wil met NWEA bijdragen aan een duurzaam energiesysteem in Nederland, dat in 2040 geen CO2 meer uitstoot.
Volgens Vos is nu ‘moed, lef en leiderschap’ nodig om noodzakelijke maatregelen te treffen, die voorheen ondenkbaar waren. “Praten op de COP in Sharm-el-Sheikh is belangrijk, maar beter is simpelweg die gigawatts aan duurzame energie opstellen en aansluiten op energienetten. Voor het grootste deel doen we dat met windenergie, de motor van de Nederlandse energietransitie.”
De roep om visie en leiderschap is ook gericht aan lokale beleidsbepalers. Zij pakken niet door met windenergie uit
angst voor kritische inwoners, stelt Vos. Uit onderzoeken blijkt dat veel burgers inderdaad bezwaar hebben tegen een windmolen ‘in de achtertuin’, maar die scepsis lijkt wel af te nemen: uit recent onderzoek van Motivaction blijkt dat 36 procent van de Nederlanders méér windmolens in hun gemeente wil. Voor de oorlog in Oekraïne was dat nog 26 procent.
gratis is. Ook daarom is leiderschap en visie bij bestuurders nodig, zodat we échte stappen gaan zetten.”
Voor het waarmaken van de Nederlandse duurzaamheidsambities is windenergie essentieel. ‘Moed, lef en leiderschap’ is nodig om noodzakelijke maatregelen te treffen.
Doordat lokale bestuurders nu vaak hun beslissingen baseren op de sceptische burgers, laat Nederland volgens Vos grote kansen liggen. “Turbinebouwers zijn bezorgd, want in Nederland gebeurt nog amper wat. Wethouders denken aan de volgende verkiezingen en weten dat windmolens populair zijn, zolang ze maar niet in de buurt staan. Tegelijkertijd moet de overheid energierekeningen van burgers betalen, terwijl door windmolens opgewekte elektriciteit bijna
In het Klimaatakkoord is vastgelegd dat 70 procent van de elektriciteit in 2030 uit wind en zon moet komen.
Van de hoeveelheid stroom die we nu gebruiken, komt dan driekwart uit wind. Vos stelt tevreden vast dat Nederland dit in razend tempo realiseert. Het gaat dus goed, maar NWEA denkt dat het nog beter en sneller kan. Het potentieel van windenergie is in Nederland namelijk enorm: in totaal zou 90 gigawatt aan elektriciteit uit wind kunnen koment. Een gigawatt is goed voor de stroomvoorziening van een miljoen huishoudens.
Vos heeft daarom een boodschap voor huidige
Kamerleden. “Wetgeving moet zich richten op snelheid en schaal. Vroegtijdig kavels uitgeven bijvoorbeeld, zodat meerdere partijen tegelijk aan het werk kunnen. Dat bevordert systeemintegratie en vraagontwikkeling. Ook vergunningstrajecten moeten sneller, om als windsector optimaal bij te kunnen dragen aan de kabinetsdoelstellingen van 2030.”
Voor het waarmaken van de Nederlandse duurzaamheidsambities is windenergie hoe dan ook essentieel. Wat meehelpt, is dat de kosten al jarenlang flink dalen, terwijl eerder regelmatig laatdunkend werd gezegd dat windmolens ‘draaien op subsidie’. Vos: “Windparken worden tegenwoordig zonder subsidie aanbesteed en vaak wordt zelfs geld toegelegd. Hoewel sommige bedrijven in de windsector het moeilijk hebben, functioneert deze markt nu naar behoren. Ik ben daarom wat huiverig voor de overheidsingrepen die sinds de oorlog in Oekraïne zijn gedaan en mogelijk nog komen. Iets wat goed werkt, moet je niet kapot maken.”
14 TOEKOMST VAN DE INDUSTRIE & MAATSCHAPPIJ Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Focus
Tekst: Diederik de Groot
Foto: Persfoto & AdobeStock
In het Klimaatakkoord is vastgelegd dat 70 procent van de elektriciteit in 2030 uit wind en zon moet komen.
Jan Vos, Voorzitter van NWEA
Grootste uitdaging in energietransitie is het tekort aan specialisten
De samenleving toont zich bewust van de noodzaak om te komen tot alternatieve vormen van energiegebruik. Deze duurzaamheidsdiscussie speelt zich niet alleen in Nederland af, maar eigenlijk mondiaal. Wat deze grootschalige uitdaging echter in de weg zit, is gebrek aan vaardige specialisten.
Geen dag gaat voorbij of de media maakt melding van de actuele energietransitie. Bestond er eerst een sluimerend bewustzijn onder producenten en consumenten om gebruik van traditionele energiebronnen verder af te bouwen, door de situatie in Oekraïne en de gestegen energiekosten is deze discussie verder in aandacht gestegen.
Al met al staan we voor een enorme uitdaging. Want tel maar op: er bestaat een mondiale ambitie om te komen tot een lagere CO2-uitstoot, de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen vraagt om een reductie, de samenleving wil daar op verantwoorde wijze mee omgaan, terwijl er blijvend behoefte bestaat aan energiebeschikbaarheid. In de context komen overheden tot forse doelstellingen. Zo wil de Nederlandse overheid in 2030 21 GW aan windenergie op zee gerealiseerd hebben, terwijl er eerst nog sprake was van 11.5 GW.
Bram Vredeveld, account director Energy bij Brunel, legt uit welke rol de specialistische detacheerder in deze context kan spelen: “Om onze positie in renewable energie te versterken, heeft Brunel de krachten gebundeld met Taylor Hopkinson, een vertrouwde recruitmentpartner voor de leiders in de sector. Door het uitgebreide wereldwijde netwerk van Brunel te verbinden met de diepgaande sectorkennis, het netwerk en het trackrecord van Taylor Hopkinson, kunnen we een nieuwe maatstaf zetten voor service
en kwaliteit. Onze gedeelde visie is om een divers personeelsbestand mogelijk te maken dat de wereldwijde overgang naar duurzame energie zal stimuleren.”
“De mondiale ambities om stevig in te zetten op gebruik van alternatieve energiebronnen zijn uiteraard toe te juichen. Tegelijkertijd zien we dat de technische industrie tegen een forse uitdaging aan loopt, zeker ook op het vlak van offshore wind- en zonne-energie. Er zijn onvoldoende specialisten beschikbaar. Om aan dat gebrek lucht te geven, zijn we gekomen met onder andere het aanbieden van trainingen. Offshore Wind Essentials bijvoorbeeld is een gratis e-learningcursus ontwikkeld door ervaren professionals uit de industrie. Deze cursus biedt een basisoverzicht van deze industrie aan mensen die vanuit andere sectoren komen.”
cialisten meer kennis over waterstof bij te brengen en zo een bijdrage aan de toekomst van de industrie te realiseren.
De uitdagingen waarmee de technische sector kampt, beperken zich niet alleen tot personeelsschaarste, maar heeft zeker in Europa veel van doen met tekorten in de totale toeleveringsketen. Dat signaal komt van Donna Ellcock, managing director Offshore Wind van Taylor Hopkinson. Zij ziet dat steeds meer technische partijen als gevolg van personeelstekorten, oplopende inflatiecijfers, schaarste aan materialen en hoge gasprijzen de samenwerking opzoeken met partners in Azië.
Een nieuwe technologie binnen de energiesector is het gebruik van waterstof, wat een belangrijke rol speelt bij het CO 2 vrij maken van zware industrie, scheepvaart en transport. Juist ook in dit relatief nieuwe vakgebied wordt er een forse druk van personeelstekort ervaren. Volgens schattingen zijn er minimaal een miljoen ervaren ingenieurs en andere professionals nodig om de schaarste op te heffen. De Post HBO opleiding Waterstof van Brunel, uitgevoerd in samenwerking met New Energy Business School, is ontwikkeld om bestaande energiespe-
Brunel heeft veel ervaring op dit gebied en verzorgt dergelijke projecten al vele jaren voor Europese klanten die werken in de APAC-regio. Brunel ondersteunt die klanten middels het aannemen van full scope of work en de global mobility services gedurende de bouw en commissioning van verschillende grote componenten voor de energiesector.
“Waar wij ons als organisatie in onderscheiden, is dat we onze aanwezigheid
in alle regio’s van de wereld kunnen combineren met lokale werving, lokale payrolling en onze kennis van lokale wetgeving en gewoonten. Dat is ook onze werkwijze: think global, act local. Juist in opkomende markten als Azië kunnen we klanten ondersteunen die daar nieuwe business of nieuwe supply chain-mogelijkheden zoeken.”
“Tijdens de energietransitie zal er ook vraag zijn naar expats om de lokale toeleveringsketens uit te breiden naar opkomende regio’s buiten Europa. Verschillende factoren zullen blijvend invloed hebben op de noodzaak tot lokale productie van belangrijke componenten zoals funderingen, onderstations, kabels en turbines. Wij willen de partijen die zich oriënteren op de mogelijkheden en kansen in Nederland en het buitenland graag ondersteunen en helpen bij de vervolgstappen”, besluit Ellcock.
15 TOEKOMST VAN DE INDUSTRIE & MAATSCHAPPIJ Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Brunel en Taylor Hopkinson, Connecting Renewables Specialists To Pioneering Projects
«
„Om onze positie in renewable energie te versterken, heeft Brunel de krachten gebundeld met Taylor Hopkinson, een vertrouwde recruitmentpartner voor de leiders in de sector.“
BRUNEL & TAYLOR HOPKINSON – PARTNER CONTENT
Bram Vredeveld, Account Director Energy bij Brunel
Donna Ellcock, Managing Director Offshore Wind van Taylor Hopkinson
‘Duurzaamheid moet prioriteit voor iedereen zijn’
Wanneer een bedrijf grote interne veranderingen aankondigt, is te verwachten dat niet iedereen direct staat te juichen. Bij Enrichment Technology Company (ETC), dat werkt aan verrijkingstechnologie en innovatieve energieoplossingen, hielden ze daarom ook rekening met weerstand, toen het jaar 2022 er werd uitgeroepen tot ‘Jaar van Duurzaamheid’, waarbij het uitgangspunt was dat dit een prioriteit moest zijn voor iedereen. Het was dan ook een positieve verrassing om erachter te komen dat iedereen het met de doelstelling eens was en graag bij wilde dragen aan het behalen ervan, vertelt CFO Laure Claquin.
ETC is een internationale onderneming, met vestigingen in Engeland, Duitsland, de Verenigde Staten, Frankrijk en Nederland (Almelo). Het bedrijf produceert gascentrifuges waarmee uranium kan worden verrijkt, wat vervolgens in kernreactoren gebruikt wordt om energie op te wekken. ETC wil met zijn technologie helpen de wereld CO2-uitstootvrij te maken. Uit onderzoek blijkt dat de centrifugetechnologie van ETC vijftig keer energie-efficiënter is dan gasdiffusie, het meest gebruikte alternatief.
Het Jaar van Duurzaamheid werd door ETC in het leven geroepen om ‘collega’s te inspireren, een meer bewuste benadering van duurzaam werken en leven te initiëren, innovatie in de sector te stimuleren en onze algemene milieuprestaties te verbeteren, zowel dit jaar als daarna’. CFO Laure Claquin kreeg de leiding over het project. Een van haar belangrijkste uitgangspunten is dat duurzaamheid een prioriteit voor iedereen moet zijn. Daarom moest bij ETC een cultuur ontstaan waarbinnen iedereen, met originele en frisse ideeën, een bijdrage kan leveren aan de ontwikkelingen.
Om hiermee aan de slag te gaan stelde Claquin een team samen, bestaande uit collega’s van alle vestigingen van het bedrijf. “De gemiddelde leeftijd van deze groep lag een stuk lager dan de gemiddelde leeftijd bij heel ETC”, vertelt Claquin. ”Daarom vreesden wij mensen van de oudere generatie misschien zouden gaan mopperen. Ik was blij verrast en onder de indruk toen bleek dat iedereen het volledig met de plannen eens was. Verandering is nodig en daar moeten we allemaal onderdeel van uitmaken, dat was het collective gevoel. Ik denk dat deze mindset ook voortkomt uit ons internationale karakter want aanpassen en veranderen zijn dingen die we daardoor sowieso al vaak moeten doen.”
Toen Claquin begon werd bij ETC nog zeker niet zoveel rekening gehouden met duurzaamheid als nu. Dat moest anders, vond ze: “Het maakte geen deel uit van ons dagelijks werk om erover na te denken en dat is eigenlijk vreemd. Want ons overkoepelende doel is om met onze technologie een deel van de oplossing van
het klimaatprobleem te zijn. Dan moet je de rest van je werkwijze daar in mijn ogen ook op afstemmen.”
ETC stelde zichzelf doelen voor over tien jaar. Daarbij is goed gekeken naar de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. Dit zijn zeventien doelen die volgens de VN een blauwdruk zijn voor ‘vrede en welvaart voor mensen en de planeet, nu en in de toekomst’. Klimaat en milieu zijn daar een onderdeel van, maar bijvoorbeeld ook gendergelijkheid en goed onderwijs.
Voor ETC gaat duurzaamheid eveneens niet alleen over klimaat en milieu, maar daarnaast over sociale en maatschappelijke waarden. Claquin: “We hebben daarom drie pijlers vastgesteld waarop we onze acties baseren: Voor onze mensen, voor het milieu en voor de maatschappij. Diversiteit is een doelstelling die daaruit voortkomt, want wij willen een afspiegeling van de maatschappij vormen. Wat betreft het milieu is het natuurlijk belangrijk om onze uitstoot zo laag mogelijk te
houden en ook een goed afvalbeleid is heel belangrijk. Een andere belangrijke opgave ligt in het praten met mensen uit onze gemeenschappen. Voor nucleaire technologie bestaat veel angst en daardoor zijn mensen die ermee werken op hun beurt vaak huiverig om erover te praten. Maar als iets niet bespreekbaar is, voedt dat alleen maar de scepsis. Dus is het onze taak om dat gesprek te voeren.”
Voor 2023 gaan we het energieverbruik verder beperken en hanteren we ciculariteit als principe. Het belangrijkste is dat we met onze ultra-centrifugetechniek onszelf voor een schone toekomst blijven inzetten.
Meer weten over ETC? Check de website: www.enritec.com en de werken-bij pagina voor vacatures: www.werkenbijetc.nl
Jaarlijkse CO2 emissies die wereldwijd worden bespaard dankzij de inzet van ETC’s technologie. Dat is meer dan de hele CO2 uitstoot van Nederland (153 miljoen ton in 2019).
ETC investeert bijna 20% van zijn jaarlijkse inkomsten in onderzoek en ontwikkeling op het gebied van koolstofarme en koolstofvrije energieoplossingen voor de toekomst.
In gemeenschappen in de buurt hebben ETC vestigingen hun profijt kunnen trekken uit ETC’s ondersteuning en engagement in 2020, inclusief liefdadigheid, sponsorschap, evenementen en andere betrokkenheid bij de samenleving.
16 TOEKOMST VAN DE INDUSTRIE & MAATSCHAPPIJ Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
ETC – PARTNER CONTENT
Obligaties 5% rente
Rendement uit duurzame infrastructuur
Fastned is een van de snelst groeiende bedrijven in de markt van opladen van elektrische auto’s en exploiteert inmiddels een netwerk van circa 200 snellaadstations in Nederland, Duitsland, België, Frankrijk en Verenigd Koninkrijk. Hiermee komt Fastned tegemoet aan de energievraag van het snel toenemende aantal elektrische auto’s. Fastned levert uitsluitend hernieuwbare energie. U kunt nu bijdragen aan de energietransitie door te investeren in Obligaties Fastned. Inschrijven kan tot en met 21 december, 12:00 uur.
Kijk voor meer informatie, het prospectus en om te investeren op www.fastned.nl/obligaties
Heeft u vragen, mail dan naar obligaties@fastned.nl of bel +31 (0)20 7055349 (ook ‘s avonds en in het weekend)
Beleggen in welke vorm dan ook brengt financiële risico’s met zich mee. Door te investeren in Obligaties Fastned loopt u het risico op verlies van (een gedeelte van) uw inleg. Voordat u investeert dient u kennis te hebben genomen van de inhoud van het door de AFM goedgekeurde prospectus en volledig begrip te hebben van de potentiële risico’s en voordelen. De goedkeuring van het prospectus mag niet worden beschouwd als aanprijzing van de aangeboden effecten. De directe link naar het prospectus is www.fastned.nl/prospectus.
(Reclame)
“Voorloper blijven als kennisland binnen voertuigbranche? Stuur aan op duurzaamheid”
Mobiliteit
De internationale auto-industrie staat voor de opgave om de CO2-uitstoot de komende jaren verder terug te dringen, zowel bij het gebruik van voertuigen op de weg als bij de productie ervan. Het circulair inrichten van de keten wordt versneld, mede door de Green Deal en het circulaire Action Plan van de Europese Unie. Thema’s waarbinnen de Rijwiel en Automobiel Industrie (RAI) Vereniging beweegt als belangenhartiger van ruim 700 fabrikanten en importeurs van personenauto’s en vrachtauto's tot motorfietsen en fietsen. Jean Pierre Heijster, Programma Manager Materials & Manufacturing neemt ons mee in deze ontwikkelingen.
Tekst: Katrien Baarendse Foto: Persfoto & Pexels
in het circulaire actionplan van de EU en de Green Deal hebben deze factoren een nog grotere rol. Er zijn hardere milieudeadlines, waar een enorm innovatietraject aan voorafgaat. Want een elektrische fiets of auto opleveren is mooi, maar als de vervaardiging daarvan erg schadelijk is, ben je verder van huis. Je wilt deze productieprocessen duurzaam en milieuvriendelijk inrichten, zonder dat het ten koste gaat van economische groei en werkgelegenheid. De industrie zal stappen moeten zetten.”
Grondstofschaarste omzetten in innovatiekracht
Heijster noemt drie essentiële sleutelfactoren binnen de maakindustrie van de toekomst: duurzaamheid met oog op het milieu, maatschappelijk welzijn en economische groei in de vorm van onder andere werkgelegenheid. Maar hoe zet je hier op in? Volgens de Europese Green Deal mogen vanaf 2035 nieuwe auto’s
liggen ook in landen met een andere politieke inrichting en een ander zicht op het milieu. Daarnaast doen we ons best gebruik te maken van winden zonne-energie. Maar dat is bij lange na niet genoeg. Daarom is het essentieel dat we energie en materialen terugwinnen of terughalen in de keten. Sterker nog, dat we de keten volledig sluiten.”
Binnen de sectie RAI-Automotive Industrie NL van de RAI Vereniging - waar Heijster werkzaam is - houdt men zich bezig met de maakindustrie die vooraf gaat aan de verplaatsing van A naar B. Het startpunt hierbij is gezonde mobiliteit. Heijster: “Nederland is als toeleverland van fiets-, vrachtauto- en auto-onderdelen en -systemen goed in het efficiënt inrichten en automatiseren van arbeidsintensieve productiesystemen. Gezonde mobiliteit vertaalt zich hierbij naar een duurzame en circulaire productie. Dit was al belangrijk maar
en bestelbusjes geen CO2 meer uitstoten. Heijster: “We moeten de huidige grondstofschaarste omzetten naar groene mobiliteit; en niet denken dat we er enkel met elektrische voertuigen rijden al zijn. Als de hele wereld ooit elektrisch gaat rijden, dan hebben we een enorme hoeveelheid grondstoffen nodig. Niet dat dit wereldwijd in 2035 al de situatie zal zijn. Maar we moeten daar nu als innovatief productieland al op inzetten. De grondstoffen zijn niet alleen schaars, maar
Batterijen recyclen en rijden in zonneauto’s Heijster benoemt het bewustwordingsproces. “Er moet exact gemeten worden welke ecologische footprint grondstoffen hebben. Daarnaast is het nodig om recycling, maar ook re-use en remanufacturing te zien als evident industrieel proces.” Een manier van denken die één van de speerpunten is in de doelstellingen binnen het Battery Competence Center. Hierbinnen komen bedrijven, kennisinstellingen en de overheid samen om onder andere te onderzoeken hoe we zelf grondstoffen uit batterijen in Nederland
We moeten de huidige grondstofschaarste omzetten naar groene mobiliteit.
gaan terugwinnen. “Want als we als klein kikkerlandje koploper willen blijven op het gebied van automatische systemen binnen de maakindustrie, dan moet nu wel echt de knop om.” Niet alleen om de concurrentie voor te blijven. Maar ook vanuit eerder omschreven drieluik. “Om bij te dragen aan economische groei en werkgelegenheid en maatschappelijk welzijn, door mee te bewegen met voertuigen die passen bij de huidige samenleving, en door stil te staan bij het belang van de toekomst van onze planeet.”
Heijster: “Een Nederlandse producent is onlangs gestart met het leveren van de eerste zonneauto, een Nederlands exportproduct dat past bij onze maakcultuur. Maar zoveel meer dan dat; opnieuw een klein stukje van de puzzel op het gebied van grondstofschaarste in combinatie met de missie van zero emission in 2055.”
Nederland is als toeleverland van fiets-, vrachtautoen auto-onderdelen en -systemen goed in het efficiënt inrichten en automatiseren van arbeidsintensieve productiesystemen. Drie essentiële sleutelfactoren binnen de maakindustrie van de toekomst: -Duurzaamheid met oog op het milieu. -Maatschappelijk welzijn -Economische groei in de vorm van onder andere werkgelegenheid.
Hij onderstreept naast de focus op het benutten van kennis van materialen, chemie en coatings ook een inzet op duurzamere alternatieven van batterijen. Denk bijvoorbeeld aan zonneauto’s.
18 TOEKOMST VAN DE INDUSTRIE & MAATSCHAPPIJ Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Gezonde mobiliteit vertaalt zich hierbij naar een duurzame en circulaire productie.
Jean Pierre Heijster, Programma Manager Materials & Manufacturing RAI-Automotive Industrie NL
Batterijtechnologie: te belangrijk om volledig aan het buitenland over te laten
Batterijtechnologie heeft een grote rol in de energietransitie en die zal in de nabije toekomst alleen maar groter worden. Denk alleen al aan elektrische auto’s en je snapt waarom dat het geval is. Nederland moet daarom voor het verkrijgen van de batterijproducten minder afhankelijk van het buitenland worden. Zo zouden we bijvoorbeeld zelf kritische materialen uit batterijen terug kunnen winnen. Nederland op het gebied van batterijen autononomer maken is een belangrijke missie waarvoor het Battery Competence Center is opgericht. Bedrijven, kennisinstellingen en organisaties hebben daarin de krachten gebundeld.
Het samenwerkingsverband stelt vast dat Nederland qua kennis en competenties van batterijtechnologie nu achterloopt op andere landen. Het doel is om dat te verbeteren en de internationale positie zo te versterken. Dat moet worden bereikt door bepaalde unieke kennis hier te ontwikkelen en toegankelijk te maken voor Nederlandse industrie.
“Als dat lukt, verschaffen we onszelf een technologische voorsprong, worden we
minder afhankelijk van het buitenland en verbeteren we onze eigen concurrentiepositie sterk. Uiteindelijk levert dat werkgelegenheid op.” Dat zegt René Vounckx, chief technology officer bij VDL Nedcar. Dat is een van de bedrijven die onderdeel uitmaken van het Battery Competence Center.
Vounckx vindt het belangrijk om meer bewustzijn te creëren voor het belang van batterijtechnologie. “In de landen om ons heen is dat bewustzijn vaak al meer aanwezig, dus als we twee keer met onze ogen knipperen kunnen we misschien al te laat zijn. We moeten niet naïef zijn en hebben snel een nationale actieagenda nodig. Anders lopen we achter de feiten aan.”
«
„Batterijtechnologie wordt simpelweg te belangrijk om het op zijn beloop te laten “
Dat kan volgens Vounckx invloed hebben op de Nederlandse arbeidsmarkt. “Strategische autonomie is iets dat je moet nastreven om werkgelegenheid te behouden, en te versterken. Je kunt wel zeggen dat we iets gewoon uit Azië of Amerika kunnen halen,
maar uiteindelijk wordt onze kennisachtergrond dan te groot, terwijl de wereldeconomie een bepaalde afslag neemt.”
“Wij hebben in Nederland talloze belangrijke bedrijven die het product batterij als kerncomponent hebben”, vervolgt Vounckx. “Dan is het een te groot risico als je voor een essentieel onderdeel - dat nodig is om je sector draaiende te houden - op andere landen moet vertrouwen. Batterijtechnologie wordt simpelweg te belangrijk om het op zijn beloop te laten.”
Vounckx pleit ervoor om kennis en middelen goed te gaan organiseren, zodat Nederland beter is voorbereid op de toekomst. Volgens de VDL’er liggen er met
name kansen in het hergebruiken van essentiële grondstoffen van batterijen. “Het buitenland zit daarin ook niet stil, dus om niet achterop te raken moeten we dit snel oppakken. Een publiek-private samenwerking is daarvoor nodig. Overheid en bedrijfsleven investeren dan gezamenlijk in het ontwikkelen van kennis en competenties die hiervoor nodig zijn. Ja ook de overheid, want dit is in het algemeen belang.”
«
„Overheid en bedrijfsleven investeren dan gezamenlijk in het ontwikkelen. “
“Als het allemaal slaagt, betekent dat overigens niet dat we straks ineens zelf batterijen maken”, verduidelijkt Vounckx. “Maar hopelijk zorgt het er wel voor dat we batterijpakketten gaan recyclen, samenstellen en assembleren. Dat is een aantrekkelijk businessmodel, waarmee we onze economie een boost kunnen geven. Mede daarom is het logisch om hier met zijn allen in te investeren.”
Kinderarbeid en schaarste: het probleem met batterijen Elektrische auto’s, telefoons, laptops: het gebruik van apparaten met een accu neemt al jarenlang exponentieel toe en het is onwaarschijnlijk dat hier verandering in komt. Hoewel elektrische apparaten een ‘schoon’ imago hebben, zullen ze op korte termijn voor grote problemen zorgen, accu’s en batterijen worden namelijk maar weinig gerecycled. Batterijen bevatten kritische materialen als kobalt, nikkel en lithium, maar door de manier waarop ze in elkaar zitten zijn deze materialen lastig terug te winnen. Recycling alleen is echter geen oplossing: aan de meeste kritische materialen kleven praktische, dan wel morele bezwaren. Kobalt bijvoorbeeld wordt in Congo door middel van kinderarbeid uit mijnen gewonnen en nikkel en lithium worden op korte termijn schaars. Ook worden er materialen uit China geïmporteerd, daar willen we minder afhankelijk van worden.
Actieplan batterijen Daarom is er een actieplan opgesteld om het zowel makkelijker te maken deze
Brainport
materialen terug te winnen uit gebruikte batterijen als nieuwe batterijtechnologieën te ontwikkelen. Moniek Tromp, hoogleraar Materiaalchemie aan de Rijksuniversiteit Groningen, is medeopsteller van het actieplan. “Batterijgebruik neemt enorm toe, dat komt onder meer door de energietransitie: we moeten toe naar schonere energie, daarom wordt er veel
ingezet op elektrische auto’s en motoren die op waterstof werken. Maar ook de politiek speelt mee: door de oorlog in Oekraïne hebben we gezien hoe kwetsbaar we zijn als we afhankelijk zijn van andere landen voor onze grondstoffen. Bovendien, als je projecteert hoeveel batterijen we nog nodig zullen hebben de komende jaren, zie je al snel dat het onmogelijk is alle grondstoffen daarvoor uit de grond te halen.”
Groeifonds
Samen met haar werkgroep, het Ministerie van Economische Zaken en stakeholders uit het bedrijfsleven is Tromp onderdeel van het Battery Competence Center. Zij doen onderzoek naar nieuwe technieken en zoeken naar manieren om hun boodschap onder de aandacht te brengen. “We hebben een aanvraag ingediend bij het Groeifonds, een gezamenlijk project van de Ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Financiën. Hiermee hopen we betere technieken te kunnen ontwikkelen om kritische materialen uit batterijen terug te winnen. Ook willen we een breed opleidingsprogramma
opzetten: we hebben specialisten nodig die duurzame chemie voor batterijen ontwikkelen, maar ook mensen die ze in elkaar kunnen zetten.”
Duurzame energie
Tromp ziet nog veel meer mogelijkheden voor batterijen in de toekomst: “Zonnepanelen en windmolens zijn goede energiebronnen, maar ze belasten het net wel. Beter zou het zijn wanneer de energie eerst werd opgeslagen in een accu om vervolgens gedoseerd naar het net geleid te worden.” Netbeheerders kijken nog met argusogen naar dit soort ontwikkelingen, maar Tromp denkt dat dit ook een kwestie van mindset is. “Een batterij is een ideaal ding, maar we moeten nog wel zoeken naar betere manieren om ermee om te gaan. Hoewel we allemaal dagelijks batterijen gebruiken, is er nog weinig aandacht voor hoe we er het beste mee om kunnen gaan.”
19 TOEKOMST VAN DE INDUSTRIE & MAATSCHAPPIJ Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
“Hoewel we allemaal dagelijks batterijen gebruiken, is er nog weinig aandacht voor hoe we er het beste mee om kunnen gaan”
BRAINPORT
– PARTNER CONTENT
Moniek Tromp, Hoogleraar Materiaalchemie aan de Rijksuniversiteit Groningen
BATTERY COMPETENCE CENTER NL – PARTNER CONTENT
VDL – PARTNER CONTENT
René Vounckx, Chief technology officer bij VDL Nedcar
en lokale oplossingen noodzakelijk voor versnellen energietransitie”
De hoge energieprijzen raken iedereen, waardoor het meer dan ooit loont om woningen energiezuinig(er) te maken. Hoewel dat soms snel en makkelijk kan, is voor sommige maatregelen, zoals isolatie of het plaatsen van zonnepanelen, een investering nodig. Een aanzienlijke groep mensen kan dat niet, of is niet goed bekend met de mogelijkheden, waardoor het ze nog niet lukt om hun energiesituatie te verbeteren. Dat is onwenselijk en kan anders, vindt Resi Becker, de CEO van Essent. Het energiebedrijf wil het voor iedere Nederlander mogelijk maken om hun eigen energietransitie vorm te geven. Om dat voor elkaar te krijgen, zijn integrale energieoplossingen en lokale samenwerking volgens Essent van groot belang.
Becker ziet deze integrale energieoplossingen als belangrijke voorwaarde voor een versnelling en verbreding van de energietransitie. Essent zet hier daarom vol op in, met een focus op innovaties zoals batterijopslag, waterstof en EV-oplossingen. We helpen mensen individueel, maar de grote verduurzamingsslagen kunnen worden gemaakt door samen te werken met organisaties, legt Becker uit. “Bijvoorbeeld door samen te werken met een woningcorporatie, die met een investering alle woningen in een wijk van zonnepanelen voorziet of laat isoleren. En ook kan met een lokale sportvereniging worden samengewerkt, want deze heeft vaak meer ruimte. De zonnepanelen kunnen daar dan op het dak worden gelegd en ook huizen in de buurt van energie voorzien.”
Lokale samenwerking vormt dus de basis van waaruit Essent bezig is met het verduurzamen van wijken. Behalve met corporaties en verenigingen, betreft dat ook bedrijven (servicepartners) uit de regio. “Een mooi voorbeeld daarvan is Volta Limburg”, zegt Becker. “Dat is in Limburg – hun naam zegt het al – een bekende onderneming. Wij doen in deze provincie heel veel projecten samen met Volta. Deze herkenbaarheid vinden buurtbewoners prettig.”
ringsregeling stimuleert dat allebei niet, en ook niet dat energie wordt gebruikt wanneer het beschikbaar is. Je moet met elkaar terug naar de tekentafel om tot een regeling te komen die bijvoorbeeld de plaatsing van zonnepanelen versnelt en het moet duidelijk worden gemaakt hoe snel iemand zijn daarin geinvesteerde geld zal terugverdienen.”
stappen te zetten.“
Energieopslag stimuleren
Samenwerking met de overheid is voor de energietransitie ook essentieel, concludeert Becker. Ze vindt dat er meer kan worden gedaan om de energietransitie van huishoudens en wijken te stimuleren. Als voorbeeld noemt ze de huidige salderingsregeling. Door zon opgewekte stroom wordt teruggeleverd aan het net envolledig uitbetaald aan de eigenaar van de zonnepanelen. De teruggeleverde stroom komt dan beschikbaar voor de energieleverancier.
“Wat is er voor nodig om innovaties sneller beschikbaar te maken voor consumenten, zodat deze slimmer met energie kan omgaan, en ook kan opslaan? Dat is een belangrijke vraag en een uitdaging,” vindt Becker. “De salde-
“Opslaan van energie zou je lokaal kunnen regelen”, vervolgt Becker. “Het overschot zou naar een batterij kunnen gaan die in een wijk of bij een huis wordt geplaatst. Die slaat het op en zo kan het later alsnog gebruikt worden. Technologisch kan dat, maar het is wel een investering. Een subsidieregeling voor batterijen kan dit proces versnellen. Zo creëren we voor consumenten een eigen energievoorziening, waar ze veel meer controle over hebben.”
Laagdrempelig energieadvies Grote ingrepen zijn nodig om de energietransitie te laten slagen, maar het helpen van individuen ziet Essent ook als belangrijke opgave. De spreekwoordelijke grootte van iemands portemonnee, zou volgens Becker geen rol moeten spelen bij de vraag of iemand zijn huis energiezuiniger kan maken.
“Het kernwoord is ‘helpen’. We willen mensen die niet de middelen hebben om in verduurzaming te investeren, helpen toch de goede stappen te zetten”, vertelt Becker. “We adviseren ze over hun specifieke situatie en geven simpele tips mee om snel te besparen. De lampen in een woning bijvoorbeeld, dat zijn vaak lang niet allemaal LED’s, terwijl dat een flinke en snelle besparing oplevert.”
Met busjes de wijk in Essent biedt naast energieadvies ook installatie op maat en werkt daarin ook weer samen met lokale servicepartners. Daarnaast trekken medewerkers van Klimaatroute (onderdeel van Essent) met busjes de wijken in om met mensen in contact te komen. Klimaatroute heeft nu met 80 gemeenten afspraken gemaakt om de wijken in te gaan.
Becker: “De rol van energiebedrijven verandert en bestaat echt uit meer dan alleen scherp energie inkopen of produceren. Klanten hebben behoefte aan hulp en advies om minder energie te verbruiken of te verduurzamen. Essent vindt die rol belangrijk en we doen daarom veel om deze zo goed mogelijk te vervullen.”
20 TOEKOMST VAN DE INDUSTRIE & MAATSCHAPPIJ Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
ESSENT – PARTNER CONTENT
«
„We willen mensen die niet de middelen hebben om in verduurzaming te investeren, helpen toch de goede
“Integrale
www.essent.nl
Resi
Becker, CEO van Essent