Dit is een commerciële uitgave van Contentway bij deze krant.
Toekomst van de Maatschappij & Industrie De komende jaren gaan we werken aan slimmere steden, een versnelde energietransitie en een duurzamere chemische industrie
Maart 2022
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Samenwerking als motor voor de energietransitie
Circulariteit bereiken we als iedereen dezelfde taal spreekt. Gelukkig zit samenwerking in ons Nederlandse DNA.
Profiel Interview
14
‘Singapore wil laten zien: wij zijn een Smart Nation en iedereen kan meedoen’
Digitalisering als basis voor de maatschappij, de economie en de overheid: dat is het credo in Singapore.
Opinie: Peter Molengraaf
De som telt nog niet op
18
Door de lage gasprijzen en goede toegankelijkheid heeft onze energie-intensieve industrie al decennialang een dijk van een concurrentievoordeel.
6
Het belang van waterstof groeit
Waterstof zal een belangrijke rol krijgen in een duurzame en circulaire samenleving.
Veilig industrieel reinigen voor mens en milieu
Bij industrieel reinigen gaan veiligheid, duurzaamheid, milieu en kostenbesparingen uitstekend samen.
20 36
2
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl TATA STEEL – PARTNER CONTENT
Cihan Lacin:
“Net als de mensen uit de buurt willen de medewerkers van Tata Steel ook prettig werken en prettig wonen.”
Hans van den Berg:
“Dat we dankzij gebruik van waterstoftechnologie een enorme CO2-reductie kunnen realiseren, is onomstotelijk.”
Tata Steel staat aan de vooravond van een radicale koerswijziging. Om de overstap naar CO2-neutraal staal te realiseren, wordt versneld gekozen voor een technologie op basis van waterstof. Dankzij deze beslissing kan Tata Steel voor 2030, zelfs tien jaar eerder dan oorspronkelijk gepland, groen staal produceren. Tata Steel laat zich daarmee zien als waterstofpionier en geeft als afgeleide daarvan de waterstofeconomie een enorme impuls.
D
eze waterstofroute staat nog niet tot achter de komma ingevuld, maar de ingeslagen weg is in ieder geval onomkeerbaar, vertelt Hans van den Berg, CEO en voorzitter van de Raad van Bestuur van Tata Steel Nederland. “Dat we dankzij gebruik van waterstoftechno-
logie een enorme CO2-reductie kunnen realiseren, is onomstotelijk. Dat is ook in het onafhankelijk haalbaarheidsonderzoek van Roland Berger duidelijk naar voren gekomen. Waar we nu nog op studeren, is hoe we deze zogenaamde Direct Reduced Iron-technologie (DRI) kunnen inzetten om staal te maken op basis van waterstof. We hebben na de investeringen die we dit jaar doen de beste staalwalserijen van Europa, maar we willen nog dieper uitzoeken wat het betekent als we de huidige hoogovens, waarvoor we kolen als brandstof gebruiken, versneld vervangen door de nieuw DRI-technologie. Vanaf dan maken we ijzer op basis van waterstof in combinatie met elektrische ovens.” Tata Steel hoeft in deze ontwikkelingsroute niet volledig zelf de koers uit te stippelen. Ondersteuning bij een dergelijk grootscha-
lig project is onontbeerlijk. En die kwam voorafgaand aan de keuze voor waterstof uit een misschien wat onverwachte hoek: uit die van de vakbond FNV. Even terug in de geschiedenis, naar medio jaren tien. Dat waterstof op termijn als alternatieve energiebron voor kolen zou opkomen, stond voor Tata Steel ook toen al vast. De verwachting bestond toentertijd dat deze
technologie pas tegen 2040 beschikbaar zou komen. In die tussenliggende periode wilde de staalfabriek zich gaan bezighouden met technieken om CO2-uitstoot af te vangen en op te slaan. Het was de vakbond FNV die Hans van den Berg inspireerde om een sprong voorwaarts te maken en direct te kiezen voor de versnelde waterstofroute met het FNV-plan “Groen Staal”.
«
Tata Steel manifesteert zich met groen staal als waterstofpionier
Toekomstbestendig Die inspiratie kwam uit de koker van Roel Berghuis, bestuurder FNV Metaal bij Tata Steel. Berghuis is inmiddels met pensioen, zijn plek is ingenomen door opvolger Cihan Lacin. “Dat Tata Steel in eerste instantie wilde gaan voor een tussenoplossing was naar ons idee geen duurzame keuze”, vertelt Lacin. “Een tussentijdse oplossing
“De koerswijziging van Tata Steel biedt nieuwe kansen voor de energietransitie en het verduurzamen van de maakindustrie”
Tata Steel Tata Steel is een van de grootste staalproducenten van Europa. De Tata-groep is opgericht vanuit het principe dat haar activiteiten altijd ten goede moeten komen aan de samenleving. Tata Steel volgt ook tegenwoordig dezelfde langetermijnvisie. We werken op een manier die veilig is voor onze mensen en met aandacht voor het milieu. We gedragen ons verantwoordelijk en met zorg ten opzichte van de gemeenschappen in de buurt van onze activiteiten, waar ze soms last van kunnen hebben.
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
3
Velsen, de provincie Noord Holland, het Nova college en Tata Steel. Daar kunnen we ontwikkelen in ondernemerschap, opleidingen en technologie in de maak- en procesindustrie”
ert Lacin: “Net als de mensen uit de buurt willen de medewerkers van Tata Steel, die veelal in de nabijheid wonen, ook prettig werken en prettig wonen. Hun belang bij groen staal is dus tweeledig.” Impact Nu Tata Steel in een veranderingsproces zit, impliceert dat ook dat de medewerkers te maken krijgen met een omslag in hun werkproces. Van het grootscheeps afvloeien van medewerkers zal geen sprake zijn, verwacht Van den Berg. Bij productie op basis van waterstof zijn de werkzaamheden in grotere mate geautomatiseerd, hetgeen impliceert dat er minder mensen nodig zijn. Gezien het schrikbarend tekort aan technisch geschoold personeel zal er echter eerder een gebrek zijn aan medewerkers dan aan een overschot. Van den Berg ziet het omslagproces voor medewerkers in ieder geval als kans om onderdeel te worden van een staalbedrijf dat voorop loopt in duurzaamheid. Daarbij benadrukt hij dat Tata Steel beschikt over eigen opleidingsfaciliteiten. Leerlingen die deze Academy bezoeken, verzekeren zich van een direct salaris, een baangarantie en een volledig betaalde beroepsopleiding. “Binnen onze HR-afdeling zijn we inmiddels begonnen met het ontwikkelen van campagnes om personeel te werven die onderdeel willen zijn van
onze groene ambities en willen werken in onze toekomstige fabrieken.”
«
zonder veranderingen in het productieproces geeft het risico van blijvende onrust en onzekerheid. Ook in de context van maatschappelijke en politieke ontwikkelingen is een dergelijke keuze niet toekomstbestendig, evenmin vanuit het gezichtsveld van de werkvloer. Dat is een verantwoordelijkheid die traditioneel na aan ons hart ligt; het vertalen van de zorgen van de werkvloer. Wij voelden en voelen de opdracht om Tata Steel te overtuigen dat met de keuze voor waterstof een meer toekomstbestendige koers werd ingeslagen.” Om goed beslagen ten ijs te komen, bleef het niet alleen bij woorden. FNV clusterde een belangrijke groep wetenschappers en waterstofauteurs samen met oud-directeuren van het staalbedrijf in de werkgroep Zeester, die in december 2020 een strategisch plan voor de staalproductie in IJmuiden publiceerde. Het was onder andere dat plan dat een bijdrage leverde aan de heroverweging voor Tata Steel om direct door te stoten naar waterstof als energiealternatief en een nieuwe manier van staal maken. Was Tata Steel in de jaren vijftig van de vorige eeuw (toen nog Hoogovens) aanjager van de wederopbouw, nu wil de staalfabrikant zich laten zien als pionier op het vlak van energietransitie. Het bedrijf wil bewijzen dat een gezonde maakindustrie en een welvarende samenleving niet ten koste hoeft gaan van klimaat en natuur. “Uiteindelijk willen we voor 2050 volledig CO2-neutraal zijn, wat niet alleen een relatie heeft met de productie van staal, maar ook met logistiek of bouwactiviteiten op eigen terrein. De overstap naar waterstof betekent dat we op een heel andere manier staal gaan maken. Al ver voor 2050 zullen we de grote stappen maken en binnen een aantal jaar zal onze fabriek er anders uitzien met minder schoorstenen en andere groene fabrieken”, aldus Van den Berg. Deze keuze maakt een aanzienlijke impact op de directe leefomgeving van IJmuiden. Nu de lokale CO2-emissie zal verminderen in combinatie met een beperking van uitstoot van geur, stof en geluid zal de leefen woonkwaliteit in de omgeving duidelijk verbeteren. Ook daar ligt een link met de verantwoordelijkheid van de FNV, reage-
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
“De overstap naar waterstof betekent dat we op een heel andere manier staal gaan maken” Bovendien heeft deze waterstofroute tevens impact op werkgelegenheid in bredere zin. De koerswijziging biedt nieuwe kansen voor de energietransitie in Nederland en het verduurzamen van de maakindustrie. Praktische voorbeelden zijn al te geven, benadrukt Van den Berg. Nu Tata Steel heeft aangegeven uiterlijk in 2030 grootverbruiker te worden van waterstof helpt dat waterstofproducenten bij het opschalen van hun capaciteit. “Bovendien kan deze keuze ook leiden tot tal van nieuwe initiatieven en bedrijvigheid van start ups die gelden als pioniers in de waterstofeconomie. Op het Philips-terrein in Eindhoven zie je nu veel high tech-starters, datzelfde scenario kan zich hier ontwikkelen met waterstof-pioniers. In de IJmond zijn we net gestart met de bouw van een innovatiecentrum van Techport. Dat is een samenwerkingsverband van de gemeente
100% recyclebaar Tata Steel is er klaar voor. De route die is uitgestippeld staat helder op het netvlies, maar om deze koerswijziging te kunnen realiseren is steun van onder andere landelijk en regionale overheid onontbeerlijk. Bovendien is het vergroenen van de staalproductie geen kwestie van knop om, maar een project dat zich uitstrekt over vele jaren. Er zijn tal van projectteams bij betrokken, die werken aan het ontwerpen en testen van nieuwe installaties, bouwactiviteiten en vergunningstrajecten voorbereiden en nadenken over het vermarkten van groen staal. Van den Berg: “Groen geproduceerd staal is duurder dan traditioneel geproduceerd staal. Dat klinkt als bedreiging, tegelijkertijd kom je daar niet meer onderuit. Een gelijk speelveld creëren voor groen staal is dan ook essentieel om versneld over te kunnen. Ook klanten, waaronder autofabrikanten, eisen steeds nadrukkelijk dat staal op een duurzame wijze wordt geproduceerd. Een elektrische auto met niet duurzaam geproduceerd staat, is toch wat conflicterend.” Wat tot nu toe onbenoemd bleef, maar wel belangrijk is: staal is het meest hergebruikte materiaal ter wereld. Het is volledig, dus honderd procent, recyclebaar. Het kan makkelijk worden teruggewonnen en opnieuw worden ingezet, zonder verlies van kwaliteit. De gemiddelde levensduur van staalproducten is ongeveer 40 jaar. Door de groeiende wereldbevolking is de vraag naar staal veel groter dan de beschikbaarheid van staalschroot. “Dit betekent dat we nog steeds nieuw staal moeten produceren. We richten ons daarbij op productie van kwaliteitsstaal, met zo min mogelijk tot geen CO2-uitstoot, met minimale impact op de omgeving en met inzet van zoveel mogelijk gerecycled materiaal: Schoon, Groen en Circulair!”
4
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
IN DE PUBLICATIE Toekomst van de Maatschappij & Industrie 4. Opinie: Wim Willems 8. Opinie: Elphi Nelissen 16. Slimmer de weg op? Zet dan in op deelmobiliteit!
24. ‘Geen tijd om te dralen’ 26. Profiel : Louise van Schaik 32. Zonne-energie wordt volwassen 36. Procesindustrie gaat voorop in verduurzaming
CONTENTWAY.NL Energiearmoede in Nederland De afgelopen jaren heeft het kabinet forse maatregelen genomen en nieuwe maatregelen aangekondigd om de CO2- uitstoot te verminderen.
CONTENTWAY.NL Slimmer omgaan met water Slimmer omgaan met water moet de basis zijn in ontwerpen van Smart City-projecten.
Smart City als oplossing voor ruimtegebrek Opinie Nederland is één van de dichtstbevolkte landen ter wereld. En dat brengt uitdagingen met zich mee. Hoe zorg je ervoor dat al die mensen van A naar B komen, het liefst zonder enige vertraging? Nog meer wegen aanleggen? Nog meer treinen laten rijden? Voor sommige snelwegen en treintrajecten is dat voor de korte termijn misschien nog wel een oplossing, maar binnen een stad kun je moeilijk een straat verdubbelen. We moeten dus kijken naar andere oplossingen. Foto: Rob Voss & Unsplash
E
smart mobility. Denk bijvoorbeeld aan slimme verkeerslichten. Deze verkeerslichten communiceren met elkaar, zodat er bijvoorbeeld een groene golf gecreëerd kan worden. En dat is pas het begin. Is er ergens een ongeluk, zijn er wegwerkzaamheden of is de
Lees meer op contentway.nl
Toekomst van de Maatschappij & Industrie Stad van de Toekomst, Mobiliteit, Water Management & Veiligheid
én daarvan is
concentratie fijnstof te hoog in een gebied? Dan zouden we in de toekomst weggebruikers real time kunnen omleiden.
We hebben elkaar nodig hebben om ervoor te zorgen dat onze steden niet tot stilstand komen. meer voorbeelden. Zo hebben we sensoren in het wegdek zitten, waardoor we heel precies kunnen bepalen of we moeten strooien. We meten of parkeerplaatsen vol zijn en informeren vervolgens de weggebruiker waar ze het beste kunnen parkeren. Sommige transportbedrijven hebben zelfs al een app waardoor het verkeerslicht sneller op groen gaat. Allemaal om de doorstroming te verbeteren, en het milieu. Een vrachtwagen laten stoppen en optrekken kost immers veel diesel. De mogelijkheden zijn dus eindeloos. En er zijn
Campagne Managers: Olav Kusters, Ricardo Goncalves, Jeroen van Zonneveld Managing Director: Amanda Ghidoni Redactie: Marjon Kruize, Féline van der Linde Graphic Design: Blanca van Megen, Mo Aslan Tekst: Féline van der Linde, Marjon Kruize, Paulien Derwort, Marc van der Sterren, Mark van der Heijden, Jerry Huinder Coverfoto: Peng Liu Gedistribueerd met: Het Financieele Dagblad 2022 Drukkerij: RODI Rotatiedruk
onze steden kan er dus voor zorgen dat we de huizen kunnen bouwen die we nodig hebben, zonder dat onze steden dicht slibben. Maar hoe mooi al die oplossingen ook zijn. Ze brengen ook nieuwe uitdagingen mee. Hoe beveiligen we onze data en systemen? Hoe zit het met de privacy? Allemaal vraagstukken waar overheden en bedrijven wereldwijd en in Nederland mee bezig zijn.
We hebben elkaar nodig om ervoor te zorgen dat onze steden niet tot stilstand komen. Toch zie je dat het soms moeizaam gaat. Zo blijft het delen van data met andere partijen spannend. En dat snap ik heel goed. Tegelijkertijd merk ik veel enthousiasme om hier verder mee aan de slag te gaan. Heel fijn om te zien, want zo zorgen we ervoor dat we een nog prettigere plek maken van onze steden.
Het verslimmen van onze steden kan er dus voor zorgen dat we de huizen kunnen bouwen die we nodig hebben, zonder dat onze steden dicht slibben.
Sommige transportbedrijven hebben zelfs al een app waardoor het verkeerslicht sneller op groen gaat.
Het verslimmen van
Wim Willems, voorzitter G40
de sleutel. Niet alleen tussen overheden onderling, maar ook met het bedrijfsleven. Samenwerking is dus
Contentway Wij maken online en print campagnes met waardevolle, interessante content die gedistribueerd worden naar relevante doelgroepen om de business van onze klanten te laten groeien. Onze branded content en native advertising oplossingen zetten jouw verhaal op de eerste plaats.
Uitgegeven door: Contentway B.V Keizersgracht 424 NL-1016 GC Amsterdam
Partner content in deze campagne is tot stand gekomen in samenwerking met onze klanten. Dit zijn commerciële uitingen.
Web: www.contentway.nl
Dit is een commerciële uitgave. De FD-redactie heeft geen betrokkenheid bij deze productie.
Email: info@contentway.nl redactie@contentway.nl
Tel: +31 20 808 82 00
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl www.contentway.nl
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE BUSINESS MOBILITY 51
BTG – PARTNER CONTENT
BTG: bruggenbouwer in een moderne samenleving
E
en smart city is een stad waarin informatietechnologie een essentieel onderdeel vormt en waarbij IoT en AI ingezet worden om de stad veiliger te maken en om goed te kunnen besturen. Een stad kan hierdoor nog duurzamer en efficiënter zijn. Deze technologische ontwikkelingen kunnen ervoor zorgen dat inwoners, forensen en bezoekers eenvoudig binnen de stad kunnen reizen, de openbare veiligheid wordt bevorderd en dat economische groei kan plaatsvinden. En dat alles zorgt natuurlijk ook voor een beter imago en reputatie van de stad.
«
BTG is er om de partijen samen te brengen die de smart city mogelijk maken. BTG heeft aan de ene kant te maken met Gebruikers van ICT/Telecom en aan de andere kant de Solution Partners die marktimperfecties oplossen. “Ons doel is de algehele kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren”, zegt Petra Claessen, CEO van de branchevereniging, over de smart city.
Een smart city is een stad waarin informatietechnologie een essentieel onderdeel vormt en waarbij IoT en AI ingezet worden om de stad veiliger te maken en om goed te kunnen besturen “Technologie kan in positieve zin het essentiële verschil maken. Steden kunnen met slim gebruik van data, internet en ICT beter functioneren. BTG kan support verlenen om de smart city-doelstellingen te halen, vastgelegd in de SDG”, is de overtuiging van Claessen. “We zijn als BTG een enabler, een soort ‘web’ en een incubator en we hebben de mogelijkheid om bedrijven en organisaties, te kunnen helpen.”
Het ‘web’ verbindt alle organisaties die belangen hebben in ICT en telecommunicatie, van telecom- en internetproviders aan de ene kant tot overheden, kennisorganisaties en grote afnemers aan de andere kant. BTG organiseert netwerkbijeenkomsten, vertegenwoordigt haar leden bij toezichthouders, doet aan belangenbehartiging en doet aan het delen van kennis, het halen en brengen ervan. “Als BTG leggen we verbanden met en tussen onze leden, solution partners en klanten. BTG brengt de overheid, industrie en wetenschap en onderwijs met elkaar in verbinding om marktimperfecties te signaleren en op te lossen”, zegt Claessen. Zij vat haar rol heel kort samen: “Wat ik de hele dag doe is luisteren naar onze achterban en daarop verbinden.”
«
In een steeds meer door ICT en telecom gedreven samenleving is het cruciaal om verbindingen te leggen. Neem de opkomst van de smart city. Die is alleen mogelijk als ICT- en telecombedrijven samenwerken met overheden en als ze weten hoe andere bedrijven daarvan kunnen profiteren. BTG, branchevereniging voor ICT en Telecommunicatie grootgebruikers, brengt die partijen bij elkaar: Building bridges in a connected society.
Onze kracht is dat we helpen vanuit de ervaringen in en met grote steden door hun ervaring te vertalen naar de kleinere steden die niet over de juiste middelen en kracht bezitten. Een voorbeeld daarvan is de BTG stack, een blauwdruk die gemeenten helpt de route naar een slimme stad te vinden. “De stack biedt niet alleen handvatten qua informatietechnologie, maar ook inzicht in maatschappelijke en bestuurlijke vraagstukken. De uitdaging is om samen op te trekken als overheid en bedrijfsleven, en met concrete, duurzame oplossingen te komen.” “Daarin is nog een wereld te winnen, zeker richting de steden”, gaat ze verder. “De vijf grote steden weten wel wat ze moeten doen. Onze kracht is dat we helpen vanuit de ervaringen in en met grote steden door hun ervaring te vertalen naar de kleinere steden die niet over de juiste middelen en kracht bezitten. Wij zijn de enabler. We zorgen dat ze in aanraking komen met oplossingen en helpen ze zo vooruit.” De impact van BTG gaat verder dan de smart city alleen. “Kijk alleen maar naar de rol van digitalisering in de coronapandemie. Die zijn we succesvol doorgekomen doordat de digitale infrastructuur goed zit en organisaties heel snel konden overschakelen op hybride werken. Iets waar we lang van dachten dat het niet kon.”
Scan de QR-code https://www.btg.org/
Petra Claessen, CEO BTG & BTG Services & Eric Reij, voorzitter Ze vervolgt: “Hetzelfde belang geldt straks voor het klimaatdossier en duurzaamheidsvraagstuk. Slimme digitalisering is een onmisbaar onderdeel van de oplossing. We hebben een nieuwe expertgroep, ‘Digital Networks & Climate Change’, die focust op verduurzaming van de digitale infrastructuur. Samen met energiepartijen, mobiele netwerkoperators, overheden en gebruikers wordt hierin opgetrokken.” Zo zijn er nog meer gebieden waarop BTG een voortrekkersrol neemt. “We verbinden op inhoud, deskundigheid en best practices. Dat doen we met allerlei Expertgroepen met thema’s zoals 5G, AI, IoT, Indoor-
dekking, Circulaire Economie, Mission & Business Critical en natuurlijk Security. We spelen in op vragen vanuit de markt.” De uitwisseling van gegevens en kennis kan alleen door partijen met constant met elkaar te verbinden. Dat is nu belangrijker dan ooit. Het is te lezen in het motto van BTG voor dit jaar. “We moeten nog meer connected zijn. Het bedrijfsleven kan oplossingen brengen naar de overheid. Dat is wat we doen: BTG Building bridges in a Connected Society.”
6
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Samenwerking als motor voor de energietransitie Energietransitie & Chemie
Circulariteit bereiken we als iedereen dezelfde taal spreekt. Gelukkig zit samenwerking in ons Nederlandse DNA. Tekst: Marc van der Sterren Foto: Gustavo Quepon
H
et Institute for Sustai-
nable Process Technology (ISPT) opent zijn website met een ronkende tekst: “By 2050, we will have transitioned to a circular and carbon neutral process industry. Together!” Directeur
Tjeerd Jongsma erkent meteen dat het een enorme opgave is. “Het is ongelooflijk lastig. Een van de grootste opgaven is het bijeenbrengen van kennis en expertise tussen bedrijven en over sectoren. ISPT brengt deze samen.” Als voorbeeld noemt hij het
Hydrohub Gigawatt Scale Electrolyser project, dat onlangs resulteerde in een blauwdruk voor een groenewaterstoffabriek. “Daarvoor hebben we de expertise van alle internationaal opererende bedrijven die in Nederland gevestigd zijn bij elkaar gelegd.”
Ander voorbeeld: plastic
recycling. Op dit moment is er een lineaire keten. Er wordt eerst ethyleen geproduceerd, een compounder maakt er plastic zakjes van, die gaan via een grootgrutter en via de consument naar de stort. Maar op het moment dat je die cirkel wilt sluiten, moet het zakje weer terug naar het begin van de keten. Alle schakels in de keten hebben elkaar dan op een heel andere manier nodig. De compounder moet het zakje zo maken, dat de ethyleenproducent het weer kan recyclen. Jongsma: “Een circulaire procesindustrie
vraagt om compleet nieuwe waardeketens en samenwerkingen die bedrijven niet gewend zijn.” Die samenwerking is moeilij-
ker dan het lijkt. Alle actoren in de keten moeten opnieuw met elkaar leren praten, heeft Jongsma ondervonden. Niet alleen als leverancier richting klant maar ook als klant richting leverancier. Hij spreekt zelfs over een taalprobleem: “Men kent elkaars vocabulaire niet.” Daarnaast zijn er aanpassin-
gen nodig in cultuur, durf
en vertrouwen. Neem het leveren van restwarmte uit de industrie. “Natuurlijk is dat een goed idee. Dat kan ik op de achterkant van een sigarendoos uitrekenen. Maar om het daadwerkelijk te doen heb je elkaar nodig. Als jij een stap zet, doen de anderen in de keten dat dan ook? Dat vergt lef en vertrouwen.” Want op het moment dat de
warmte uitgekoppeld wordt heb je continuïteit nodig van aanbod. Als het koud is, moet de fabriek ook leveren. Dat leidt tot afhankelijkheid tussen partijen en een ingewikkeld, zo niet onmogelijk contract tussen partijen. Dezelfde taal leren spreken
om samen te werken aan een duurzame toekomst blijkt lastig. ISPT beheerst het lexicon van de meeste ketenpartners en neemt het voortouw om daadwerkelijk samen te innoveren. En dat is hard nodig, stelt de directeur. “De keten wil wel, maar mist regie. Ook voor de overheid is dat lastig, omdat de nieuwe circulaire ketens ressorteren onder verschillende ministeries.” ISPT probeert deze regierol in zijn domein zo goed mogelijk te spelen. Het instituut brengt de verschillende partijen bij elkaar en benadrukt de gemeenschappelijke doelen. Zo ontstaat vertrouwen tussen partijen, wat resulteert in de benodigde nieuwe waardeketens. Meer dan 200 partners uit Een circulaire procesindustrie vraagt om compleet nieuwe waardeketens en samenwerkingen die bedrijven niet gewend zijn.
binnen- en buitenland hebben zich aangesloten bij ISPT,
grote en kleinere industriële partijen, kennisinstellingen, netbeheerders, MKB en start-ups. Samen werken ze aan thema’s voor de energietransitie in de industrie, denk aan elektrificatie, waterstof, circulaire plastics en meer. Het aantal partners en de
projecten waaraan zij werken, groeit snel. Maar gelukkig heeft het instituut met de Engelse naam wel een belangrijke Nederlandse eigenschap. “Samenwerken is iets waarin we in Nederland erg goed zijn. Wij kunnen relatief gemakkelijk met elkaar praten. En daarom zit hier een mooie kans voor Nederland. Om het voortouw te nemen en de energietransitie te versnellen.”
Feiten ISPT richt zich op thema’s die relevant zijn voor de transitie in industrie en samenleving. ISPT vormt een netwerk met meer dan 200 partners die samenwerken binnen programma’s en projecten zoals grootschalige productie van groene waterstof; afvangen en gebruiken van kooldioxide als toekomstige hulpbronnen, het realiseren van circulariteit bij kunststoffen, warmteterugwinning en hergebruik en geavanceerde procesbeheersing en digitalisering.
ADVERTENTIE
NOT YOUR AVERAGE FORWARDER Wat een freight forwarder te maken heeft met energietransitie? Dat antwoord is simpel; elke kilometer aan transport moet te verantwoorden zijn en elke overweging heeft invloed op de uitstoot en emissie. En dat begint al bij het pand waaruit geopereerd wordt. Totaaloplossingen voor deur tot deur lucht- en zeetransporten wereldwijd inclusief het verpakken van:
Nieuw klimaatneutraal* pand met 5000m2 aan opslagmogelijkheden * Afhankelijk van weersomstandigheden
Pharmaceuticals/GDP Dangerous goods en chemicals Packing Temperature control Aerospace 24/7 AOG O&G Machinery and parts Ship spares Expats relocation
Vergeet geen KC/bekende afzender te worden als je jerrycans per air verstuurt
Michael Henschel michael.henschel@reibelfreight.nl +31630601917
Contact ons
GRATIS BEHANDELINGSKOSTEN 1STE ZENDING
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
TOEKOMST TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE 7 VA N DE MAATSCHAPPIJ
www.contentway.nl
DOW – PARTNER CONTENT
Met Dow naar een duurzame chemische industrie
Kees Biesheuvel, Technology Innovation Manager Dow Benelux Niemand kan nog zonder chemie. De materialen geproduceerd door bedrijven als Dow zitten in tienduizenden producten. De chemische industrie kan evenmin zonder de samenleving. Dow zet zich in voor een circulaire en duurzame industrie, maar daarvoor is samenwerking nodig. “We kunnen in Nederland verduurzamen in een tempo waarmee we hoop geven aan de samenleving.”
D
e materialen die Dow in Nederland produceert zul je niet herkennen aan het rode logo van de Amerikaanse multinational. De materialen dienen als grondstof voor producten van andere bedrijven in tientallen verschillende industrieën: plastics, lijmen, isolatiemateriaal, matrassen, enzovoort. Dow is daarmee al meer dan 50 jaar in Nederland actief en telt hier ongeveer 4000 medewerkers. De vestiging in Terneuzen is met 16 fabrieken de op één na grootste productielocatie van Dow wereldwijd. Research, productie en alle commerciële activiteiten vinden in Nederland plaats.
Terneuzen is bovendien de voorbeeld-locatie, het rolmodel voor de wereldwijde transitie van Dow naar een organisatie die in 2050 CO2-neutraal hoopt te zijn. “Dow is 125 jaar geleden begonnen als Amerikaans
Het waterstof wordt in fase 2 gebruikt in gasturbines zodat daarvoor minder methaan nodig is en er dus minder CO2-uitstoot plaatsvindt. In de laatste fase wordt een nog nieuwe technologie toegepast: elektrisch kraken. Met gebruik van groene stroom levert dit een duurzaam productieproces op, waarbij bovendien waterstof vrijkomt, dat elders gebruikt kan worden. “Met het kraken van olie en gassen maken wij onze materialen”, legt Van Beek uit. “Ook al doen we dat met biogassen, we blijven altijd restgassen hebben. Daar kunnen we waterstof van maken, waterstof dat we weer kunnen gebruiken om de hoge temperaturen nodig voor het kraken te bereiken.” “We bouwen daarvoor twee fabrieken; een fabriek voor circulaire waterstof en een om
Elektrisch kraken is de holy grail, met groene energie kunnen we CO2-uitstoot volledig vermijden. Is fase 2 te zien als de uitvoering van waarvoor in fase 1 de basis wordt gelegd. In fase 3 worden de grootste stappen gezet – zo is althans het plan. “Elektrisch kraken is de holy grail, met groene energie kunnen we CO2-uitstoot volledig vermijden. Met TNO, Shell en Institute for Sustainable Process Technology (ISPT) kunnen we elektrisch kraken uitvinden. Die samenwerking is bijzonder, want het geeft aan dat we vandaag de dag dat niet meer alleen kunnen. De tijd is te kort, de efforts te groot.” Samenwerking Juist dat wil Dow graag duidelijk maken. Ja, het is mogelijk om in 2050 CO2-vrij te opereren, maar daarvoor is ieders inzet nodig. “We kunnen dit niet alleen”, zegt Kees Biesheuvel, Technology Innovation Manager Dow Benelux. “Samenwerking tussen
overheid en bedrijven is heel belangrijk.” Voor het elektrisch kraken bijvoorbeeld is een vermogen van ongeveer 1,5 gigawatt (GW) nodig, drie keer de capaciteit van kerncentrale Borssele. “Afstemming met de overheid, samenleving netbeheerder Tennet en de energieleverancier is van groot belang. Als we overstappen naar elektriciteit is het belangrijk dat de elektriciteit beschikbaar is. We draaien 365 dagen per jaar, 24 uur per dag.” “De chemische industrie is een integraal onderdeel van de samenleving”, vult Van Beek aan. “Niet alleen ben ook ik gewoon burger van Nederland, de industrie en samenleving hebben belang bij elkaar. De chemische industrie heeft de kennis en omvang om het meest efficiënt CO2 te reduceren. Laten we elkaar daarbij helpen.”
«
Anton van Beek, president Dow West-Europa
Estafetteplan Het bedrijf heeft daarvoor een plan in drie fases ontwikkeld; het Multi Generation Plan of, zoals Van Beek het in mooier Nederlands noemt, het Estafetteplan. In de eerste fase wordt een waterstoffabriek gebouwd die uit restgassen van het kraakproces waterstof haalt. De CO2-die daarbij vrij komt wordt opgevangen en opgeslagen.
de CO2 af te vangen. Dat stelt ons in staat om tot meer dan 45 procent CO2-reductie te komen. Daarmee voldoen we in 2030 aan de doelstelling van de EU in de Green Deal”, verzekert hij.
«
bedrijf”, zegt Anton van Beek, president Dow West-Europa. “Dow leeft volgens het gedachte goed van de oprichter: If you can’t do it better, why do it?. Als je al 125 jaar bestaat moet je je relevantie elk 10 tot 20 jaar laten zien. Dat betekent nu de CO2 naar nul brengen en circulariteit creëren.”
De chemische industrie heeft de kennis en omvang om het meest efficiënt CO2 te reduceren. Laten we elkaar daarbij helpen. Dow wil daarin een leidende rol nemen, besluit Biesheuvel. “Dow zit al meer dan 50 jaar in Nederland en hebben alles in handen om ook de komende 50 jaar succesvol te kunnen zijn. We kunnen in Nederland verduurzamen in een tempo waarmee we hoop geven aan de samenleving.”
Op weg naar CO2 neutraliteit in Nederland
Rest Gas
Bedienen van deze markten:
Generatie 1: Verbranden van schone waterstof
Afvalgas wordt omgezet in circulaire waterstof en geschikt gemaakt voor waterstofverbranding. Schone circulaire H2 maakt CO2-vrije recycling van plastic afval mogelijk. Productie van H2 CO2 wordt opgevangen
Generatie 2: Cracker e-drivers
Door een samenwerking met externe partners zullen we de gasturbine van de krakers door elektrische drivers vervangen.
Waterstof drijft kraker aan
Generatie 3: E-cracking drivers
Gen 1 en 2: Koolstofafvang en –opslag (CCS)
Elektrisch kraken is geïmplementeerd, aangedreven door hernieuwbare en circulaire schone waterstofenergie. Met voldoende hernieuwbare energie, kan de waterstof ook worden gebruikt om CO2 om te zetten in bruikbare producten, CO2-opslag is dan overbodig.
Investeringen
Vloeibaar
35%
CO2 reductie
Verzonden
Generatie 1: 2026
tegen 2026
die tientallen jaren effect hebben
Opgeslagen
42.5% CO2 reductie
Generatie 2: 2030
tegen 2030
Samenwerken met MKB om nieuwe faciliteiten te realiseren
95%
CO2 reductie
10%
400-500
vaste banen gecreeerd
Generatie 3: 2030 - 2050
tegen 2050
E-cracking
aangedreven door circulaire schone waterstof en hernieuwbare energie
Het equivalent van 300.000 auto’s per jaar
van het 2030-doel van de Nederlandse industrie
Tijdelijke banen in techniek en constructie gecreëerd
3.600 inwoners
CO2 verminderd met 1.4 miljoen ton
Stoomkraken met schone circulaire H2
3.500-4.000
Dow Terneuzen
Gasturbines vervangen door
elektrische drivers
Vooruitgang in 2050 levert op:
300.000 ton extra CO2 vermindering van krakerturbines en ethylene oxide (EO)
Elektrisch kraken De hitte nodig voor kraken is ook elektrisch te realiseren, de benodigde vermogensdichtheid nog niet. Wel heeft Dow hebben “duidelijke ideeën” over elektrisch kraken mogelijk te maken. “Dat wordt in proefinstallaties getest”, zegt Kees Biesheuvel. “Als de technologie zijn robuustheid op industriële schaal heeft bewezen, gaan we grote installaties vervangen.”
Klimaatneutraal
circulaire producten
een biodiverse wereld
H2 grondstof
CO2 synthetische grondstof
8
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
De stad van toekomst is groen, slim en sociaal Opinie
Stel je eens voor, in de ochtend ontwaakt je huis tegelijk met jou, lichten en andere functies gaan aan omdat je woning door sensoren weet dat je wakker bent geworden. Je doucht met door zonnepanelen verwarmd water, je koelkast zet je ontbijt uit de urban farm klaar en daarna komt een deelauto voorgereden. Terwijl de auto zelfstandig naar je werk rijdt, kan je alvast wat mails beantwoorden. Buiten trekt de groene stad aan je voorbij. Foto: Persfoto & Pixabay
V
ijf jaar geleden gaf
ik een college voor de Universiteit van Nederland waarin ik dit beeld over de stad van de toekomst schetste. Inmiddels hebben we een wereldwijde pandemie meegemaakt en kreeg de bouw te maken met nieuwe regelgeving op het gebied van stikstof en duurzaamheid. We gaan nog steeds de goede kant op, maar de vooruitgang is door al deze omstandigheden wel iets minder snel gegaan dan gedacht. Toch blijft het beeld over de stad van de toekomst onveranderd. Bovendien staat de technologische ontwikkeling niet stil. Een boeiend project waar
al die onderdelen uit het toekomstscenario in samenkomen is Brainport Smart District. In deze nog te bouwen duurzame buurt in de Helmondse wijk Brandevoort worden veel slimme techno-
logieën toegepast. Zo zal de wijk klimaatadaptief worden, wekken de klimaatneutrale woningen zelf energie op en worden de functies van het huis bijgehouden door sensoren. Natuurlijk is er veel groen in de wijk, staan er moestuinkassen en door de gezamenlijke binnentuinen is er meer ruimte voor ontmoeting. Een wat mij betreft prachtige leefvorm die eenzaamheid tegengaat en zorgt voor meer sociale cohesie.
Als we de transitie doormaken naar anders bouwen, meer hergebruik, een betere opslag voor zelf opgewekte energie en overstappen op zelfrijdende deelauto’s die zichzelf buiten de stad parkeren, kan het stadsbeeld in de komende twintig jaar drastisch veranderen. Brainport Smart District staat
nog in de kinderschoenen. Er zal de komende tien jaar ook op andere plekken flink gebouwd moeten worden om de woningnood op te lossen. Grote vraag voor het komende decennium is: waar gaan we die huizen bouwen en hoe? Voorlopig hebben we virgin materialen nog nodig, maar de roep om circulariteit en het gebruik van biobased
grondstoffen is groot. Daarnaast is het cruciaal dat we materialen uit andere sectoren gaan hergebruiken. Want zelfs als we honderd procent van de beschikbare gesloopte bouwstoffen benutten, dan voorziet dat op dit moment in slechts veertig procent van de totale behoefte. Gelukkig ontstaan er op dit vlak creatieve initiatieven, zoals het hergebruiken van autoraamfolie voor dakbedekking. Ook 3D-printing kan de bouw van huizen in de toekomst versnellen. Een machine kan immers 24/7 blijven draaien. Momenteel experimenteert de Technische Universiteit Eindhoven met het printen van vijf futuristische huizen van beton. Veelbelovend, maar nog wel wat experimenteel. Als we de transitie
doormaken naar anders bouwen, meer hergebruik, een betere opslag voor zelf opgewekte energie en overstappen op zelfrijdende deelauto’s die zichzelf buiten de stad parkeren, kan het stadsbeeld in de komende twintig jaar drastisch veranderen. Woningen hebben dan geen parkeerplekken meer nodig en de wegen kunnen smaller worden gemaakt, omdat zelfrijdende eenheden efficiënter rijden. Hierdoor kunnen steden, groener, socialer en gezonder worden. Groot struikelblok vormt op dit moment nog de acceptatie. Ook vragen zoals ‘hoe maken we het betaalbaar’ en ‘welke impact heeft techniek op de mens’, spelen een rol. En dan leeft nog de discussie: hoe om te gaan met data? Bij Brainport Smart District wordt dit anders geregeld. Data zijn voor iedereen beschikbaar, maar worden wel zorgvuldig beheerd door een ethische board waarin zowel bewoners als de gemeente en de TU vertegenwoordigd zijn. Eventueel financieel voordeel zal terugvloeien naar de bewoners en zij mogen altijd besluiten dat ze hun data niet meer willen afstaan. Er zal de komende twintig jaar veel gaan veranderen, maar de menselijke factor is daarin zeker bepalend. Technologie is er namelijk om het leven van de mensen aangenamer, gezonder en leuker te maken. Het staat wat dat betreft altijd in dienst van de mens, en zeker niet andersom. Elphi Nelissen, was voorzitter van het transitieteam Circulaire Bouweconomie bij de Rijksoverheid, is voorzitter van de SER Brabant, lid van het College van Bestuur Fontys en oprichter van Nelissen ingenieursbureau.
Technologie is er namelijk om het leven van de mensen aangenamer, gezonder en leuker te maken.
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
9
Toekomstbestendige infrastructuur gaat verder dan het onderhoud van wegen Stad van de toekomst
Om ook in de toekomst veilig en gemakkelijk van A naar B te kunnen reizen, moeten we in de komende jaren gaan werken aan een verbeterde infrastructuur. Dat betekent niet alleen dat er geïnvesteerd moet worden in het onderhouden van onze wegen en het verstevigen van bruggen, maar ook dat er nagedacht moet worden over zaken als klimaatbestendigheid en slimme mobiliteit. Tekst: Marjon Kruize Foto: Jorik Kleen
D
Echter, toenemende druk-
is niet de enige uitdaging waar onze overheid voor staat. Ook de toenemende zorgen om het klimaat vragen om aandacht. En dat betekent dat we onze wegen niet alleen moeten uitbreiden, maar ook dat we bestaande wegen beter moeten benutten. In het Beter Benutten programma werken Rijk, provincies, gemeenten en het bedrijfsleven daarom samen aan het verbeteren van de bereikbaarheid van de drukste regio’s met oog voor het klimaat. Zo worden er nieuwe fietssnelwegen aangelegd om fietsgebruik te stimuleren, worden de wachttijden bij sluizen verkort en worden er initiatieven genomen om reizen buiten de spits aantrekkelijker te maken. te
e Nederlandse
zijn een van de drukst bereden snelwegen ter wereld en met een weggennet van 139.294 kilometer heeft ons land de grootste autosnelwegdichtheid van Europa, zo meldt oponeo.nl. Al dit asfalt moet goed onderhouden worden, want door de hoge verkeersdrukte slijt het asfalt behoorlijk. Om te zorgen dat onze infrastructuur ook in de toekomst kan voldoen aan de vraag, wordt er door de overheid flink geïnvesteerd in het verbeteren van wegen. Zo worden er extra rijstroken en nieuwe wegen aangelegd en worden de aansluitingen van wegen verbeterd. snelwegen
Het is belangrijk dat overheden flexibele strategieën opstellen op basis van analyses van de impact van klimaatverandering op onze wegen. Maar enkel vertrouwen
op lokale overheden is niet genoeg, zo stelt onderzoek van McKinsey naar het toekomstbestendig maken van de infrastructuur in onze steden. Volgens hen is het
belangrijk dat overheden flexibele strategieën opstellen op basis van analyses van de impact van klimaatverandering op onze wegen. Volgens hen is een gelaagde aanpak van groot belang, waarbij de risico’s zorgvuldig afgewogen worden, de kosten (zowel de directe als de indirecte) van klimaatrampen meegerekend worden en kritieke punten in onze infrastructuur beschermd worden. Vervolgens moet nieuwe infrastructuur ontworpen worden met een grote hoeveelheid klimaatadaptieve oplossingen in het achterhoofd. er nog het klaarstomen van onze infrastructuur voor slimme mobiliteit. In de toekomst is het goed mogelijk dat we steeds meer zelfrijdende auto’s tegen gaan komen op onze wegen, zo meldt oponeo.nl. Deze auto’s kunnen zelf hun positie op de weg bepalen, maar zodra een snelwegtraject op de schop gaat heb je kans dat je auto deze niet goed meer kan herkennen. Het is daarom essentieel dat er bakens langs de weg staan met een actuele dataset met weginformatie waarmee de auto navigeert, om te voorkomen dat je auto in de berm beland. Ook wordt er door de Rijksoverheid gewerkt aan nieuwe technieken om bestuurders actuele en persoonlijke rij- en reisadviezen te geven om zo ons rijgedrag slimmer te maken. En dan is
De Nederlandse snelwegen zijn een van de drukst bereden snelwegen ter wereld. Er wordt door de overheid flink geïnvesteerd in het verbeteren van wegen. ADVERTENTIE
Groenvoorziening met aandacht voor biodiversiteit en duurzaamheid Al meer dan 120 jaar heeft Lubbe Lisse kennis en ervaring opgebouwd in de bloembollenbranche en maken zij hedendaags de groenomgeving fleurrijker en mooier met haar creatieve combinaties door middel van het aanplanten van bloembollen en vaste planten. Inmiddels staat de vierde generatie van het familiebedrijf aan het roer en worden er ook vele openbare ruimtes verfraaid met de combinatie bloembollen en natuurzadenmengsels en maken zij hiermee een kleurrijk verschil in de openbare ruimte. Biodiversiteit Door de invloed van het veranderende klimaat gaat de biodiversiteit flink achteruit. Doen we hier niks aan dan worden zo’n 350 bijensoorten en vele vlindersoorten met uitsterven bedreigd. “Insecten zijn van belang bij de bestuiving van veel bloemen en het behoud van de natuur”, vertelt Ronald Lubbe, directeur Lubbe Lisse. “Bij het aanleggen van groenlocaties houden we dan ook altijd rekening met natuurbehoud en biodiversiteit, uiteraard binnen de wensen van de klant.” Amsterdam Wereldwijd voorziet Lubbe Lisse steden van de mooiste groenlocaties. “De laatste jaren zien we bij alle projecten een enorme toename van de combinatie bloembollen en natuurzadenmengsels. De gazons blijven hierdoor langer mooi, groen en kleurrijk want de bloembollen bloeien vanaf maart tot en met juni en vervolgens nemen de natuurzaden de bloei over. Zo hoeft de gemeente de berm minder te maaien en hebben insecten vrij spel
om zich te kunnen nestelen. Ook voor de gemeente Amsterdam hebben wij bloembollen en natuurzaden in de bermen en gazons geplant en gezaaid waardoor er wordt bijgedragen aan de biodiversiteit en duurzaamheid in de stad, want het gros van onze bloembollen die wij planten zijn biologisch.” Duurzaamheid En duurzaamheid gaat bij Lubbe Lisse nog veel verder. “Zo zijn we volop bezig met de aanschaf van elektrische voertuigen en gereedschappen en wij proberen deze in te zetten daar waar mogelijk is. Vorig jaar hebben wij bijvoorbeeld een elektrische trekker aangeschaft waarmee we de bloembollen machinaal kunnen planten in bermen en gazons. Vroeger hadden gemeenten perken, wisselperken, die elk jaar aangepast en onderhouden moesten worden, wat natuurlijk veel geld kostte en in zijn geheel niet duurzaam was. Vandaag de dag is de vraag naar het planten van bloembollen onder gras enorm gegroeid. Het toepassen van bloembollen onder gras vergt weinig onderhoud en bij het juiste beheer hebben de gemeenten jarenlang plezier van de vele bloeifases. Projecten voor de lange termijn zijn niet alleen beter voor de natuur en het behoud van de biodiversiteit, maar inwoners van gemeenten kunnen op deze manier ook langer genieten van de mooie combinatiemengsels.” Vanaf het advies tot aan de uitvoering en nazorg van groenperken: alles klopt bij Lubbe Lisse. Wil jij als gemeente meer groen in de openbare ruimte? Ga dan voor meer informatie en de mogelijkheden naar www.lubbelisse.nl en download de gratis brochure.
10 TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
‘Stedelijke ontwikkeling in Nederland moet weer betekenis krijgen’ Stad van de toekomst
Nederland is lange tijd voorloper geweest in de ontwikkeling van haar steden, omdat er - in tegenstelling tot het buitenland - stevig ruimtelijk beleid werd gevoerd, gebaseerd op een visie over wat belangrijk is voor kwalitatief hoogwaardige stedelijke ontwikkeling. Als gevolg is bijvoorbeeld het concept gebundelde deconcentratie ontwikkeld, het ABC beleid, waardoor ruim 85 procent van alle Nederlanders op fietsafstand van een treinstation woont. En op veel plekken zijn de meest noodzakelijke voorzieningen binnen fietsafstand te bereiken. Dat is nog steeds een sterk 'merk' waar vele landen en steden watertandend naar komen kijken. Tekst: Féline van der Linde Foto: Nick Wehrli
“
loslaten van een sturend ruimtelijk beleid op nationaal niveau heeft Nederland in rap tempo deze voorsprong verloren”, vertelt Marco te Brömmelstroet, hoogleraar Urban Mobility Futures aan de Universiteit van Amsterdam. “Zo zijn veel woonwijken sterk auto-afhankelijk qua locatie, zijn functies steeds meer gescheiden (woonwijken zonder werkvoorzieningen) en Maar met het
zijn de gemiddelde reisafstanden steeds verder toegenomen met alle gevolgen voor leefbaarheid, duurzaamheid en veiligheid van dien. Nu kijkt Nederland voor inspiratie naar buitenlandse steden waar ze wel in staat zijn om duidelijke visies neer te zetten: zoals de 15 minuten stad in Parijs, of de Superblocks in Barcelona.” meer dan een verzameling gebouwen”, gaat Te Brömmelstroet verder. “Het is vooral een plek waar mensen elkaar kunnen tegenkomen. De openbare ruimte van onze steden is echter voor het overgrote deel weggegeven aan de verkeersfunctie. Je kunt er makkelijk doorheen, maar de straat als bestemming is daardoor op veel plekken verdwenen. Dat gaat gepaard - als oorzaak en als effect - met een toenemende individualisering van de maatschappij en compartementalisering van beleid. De gigantische toename van het aantal individuele auto's (met meer dan een miljoen sinds 2000 zitten we in Nederland rond de 9 miljoen auto’s, red.) maakt dat de openbare ruimte vooral een plek is geworden waar we als individu makkelijk van A naar B willen komen en waar we de ruimte rondom onze woningen en werkplekken vooral zijn gaan zien als plek waar we dat private eigendom fijn en dichtbij willen opslaan. Hierdoor verdwijnen allerlei andere waardes, zonder dat we daar goed over nadenken. “De stad is
We hebben de openbare ruimte namelijk ook nodig om te spelen, te ontmoeten, te ontspannen, om hittestress tegen te gaan, om biodiversiteit te ondersteunen en om water op te vangen.”
Leefbaarheid is een basisvoorwaarde en het onderliggende probleem is dat we met allerlei visieloze interventies de stad voor veel mensen onleefbaar hebben gemaakt. stad dan de toekomst van de stedelijke ontwikkeling? “Allereerst vind ik die term bijzonder, want wie wil er nu in een domme stad wonen met domme mobiliteit? Daar kun je toch niet tegen zijn? Maar we hebben daardoor geen discussie meer over welke waarden we centraal stellen in de interventies die we als maatschappij doen. Of, nog erger, die we toelaten of stimuleren van private partijen in onze openbare ruimte. De meeste ‘innovatie’ is helemaal niet zo ‘slim’ maar versterkt juist allerlei ‘domme trends’ zoals individualisering, onderling wantrouwen, toenemende afhankelijkheid van internationale bedrijven, inbreuk op privacy en problematische Is een slimme
Nederland kijkt voor inspiratie naar buitenlandse steden waar ze wel in staat zijn om duidelijke visies neer te zetten: zoals de 15 minuten stad in Parijs, of de Superblocks in Barcelona.
verzameling van gegevens over ons gedrag. En dat leidt allemaal af van zaken die we ook kunnen doen: zorgen dat de straat niet meer zo gevaarlijk is dat er dagelijks twee mensen elkaar doden, tientallen mensen elkaar ernstig verwonden en ervoor zorgen dat onze kinderen onbezorgd naar school kunnen (er raken nu iedere dag maar liefst 17 kinderen betrokken bij een verkeersongeval, red.).” zo’n verhullende term, besluit Te Brömmelstroet. “Niemand Leefbaarheid is nog
is tegen een leefbare stad, maar tegelijkertijd is het geen doel op zich. Of zou je je eigen huwelijk ook ideaal noemen als je het omschrijft als 'leefbaar'? Leefbaarheid is een basisvoorwaarde en het onderliggende probleem is dat we met allerlei visieloze interventies de stad voor veel mensen onleefbaar hebben gemaakt. Vaak zelfs letterlijk: niet alleen het verkeersgeweld zelf, maar ook de geluidsoverlast, de lokale luchtvervuiling en de eenzaamheid door een gebrek aan openbare ruimte zorgen voor ontelbare verlo-
ren levensjaren. Laten we er voor zorgen dat duurzaamheid, leefbaarheid en veiligheid echt betekenis krijgen en dat onze beleidsmakers gewoon zorgen dat dat op orde is. En dat betekent niet 'kijken naar de normen en daar net boven blijven'. Politieke gesprekken kunnen dan weer gaan over welke waarden we echt belangrijk vinden voor onze steden.”
ADVERTENTIE
Een laadpaal op maat We gaan steeds meer elektrisch rijden en dat betekent ook dat er in onze publieke ruimte steeds meer laadpalen neergezet zullen worden. Maar zo’n laadpaal is nou niet bepaald een mooie toevoeging in het landschap. Of kan het ook anders? Bij Blitz Power zagen ze dat het grootste gedeelte van de laadpalen niet heel aantrekkelijk vormgegeven was. “Dan koop je een mooie elektrische auto en hebt u een mooi huis of bedrijf, dus daar wil u dan ook een mooie laadpaal bij. Dat vonden de oprichters van Blitz Power, en dus kwamen ze met een laadpaal die qua uiterlijk volledig kan worden aangepast op de wensen van de gebruiker.” Kies de kleur, kies een Wallmodel of een Towermodel, enkel of dubbel, zelfs een normaal stopcontact voor de elektrische fiets en zoveel meer is mogelijk. Het model bestaat uit modules en dat maakt het eenvoudig om onderdelen bij te plaatsen of te vervangen wanneer er iets kapot is. De standaard laadpaal moet vaak van de muur gehaald worden en terug verzonden worden naar de fabriek. Bij Blitz kan het eenvoudig en snel ter plaatse. Daarnaast doet de mooie buitenkant niets af aan de laadcapaciteit. Ook zijn de laadpalen compatibel met verschillende soorten software, waardoor de klant ook hierin volledig de vrijheid heeft. Zo kan je je steentje bijdragen voor het milieu, maar tegelijkertijd ook voorzien in al je wensen.
Configureer via de QR-code de laadpaal die bij jouw stijl past.
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl www.contentway.nl
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE BUSINESS MOBILITY 11
CITYTEC – PARTNER CONTENT
De openbare ruimte klaarstomen voor de toekomst De coronacrisis, overstappen op LEDverlichting, investeren in duurzame energiebronnen, de nieuwe Omgevingswet en dan ook nog iets doen met Smart City. Het is voor veel klanten van CityTec, zowel zakelijke klanten als gemeenten, een doolhof aan eisen en vaak weten zij niet waar ze moeten beginnen.
“
CityTec denkt graag mee bij deze moeilijke vraagstukken, zoals het investeren in duurzame energiebronnen en het realiseren van een slimme stad”, vertelt Marc Speijer, Algemeen Directeur bij CityTec. “Gemeenten zien vaak wel de vele voordelen in die bijvoorbeeld het investeren in laadpalen met zich meebrengen, maar hoe moeten zij dat financieren, aanleggen en onderhouden?” City Operator De openbare ruimte zal in de toekomst drastisch gaan veranderen. “Gemeenten moeten bijvoorbeeld rekening gaan houden met de Omgevingswet die op 1 januari 2023 van kracht gaat, maar in de praktijk hebben zij nog geen idee wat dat
functies toe te kunnen voegen.” Met de laadtaarn, die onder de naam CityCharge gelanceerd is, zijn er enorme kansen in combinatie met het lokaal opwekken en opslaan van energie. Immers lokale energienetten zijn volgens Speijer het antwoord op de huidige ‘vollopende’ netten.”
voor hen precies gaat betekenen. “Om de kwaliteit van de (stedelijke) leefomgeving te monitoren worden lichtmasten nu al uitgerust met sensoren. Daarmee kan men de luchtkwaliteit, de CO2-uitstoot, fijnstof, geluidshinder en bijvoorbeeld de verkeersdoorstroming gaan meten. Alle data die daar uit voortkomt bundelen we op een platform”, gaat Speijer verder. “Niet alleen onze klanten hebben toegang tot de beschikbare informatie op het platform, ook de stakeholders van onze klanten kunnen indien nodig toegang krijgen tot deze dienst.”
Laadtaarn “Het valt ons op dat er momenteel in steden her en der laadpalen de grond uitschieten, vaak naast een lichtmast en ook nog eens met een bord erbij waarop staat dat je daar je auto kunt opladen wat het geheel zeer rommelig maakt, aldus Speijer. “Maar wat nou als je de lichtmast combineert met een laadpaal? Als early-adopter in het onderhoud en beheer van laadinfrastructuur is CityTec er, in samenwerking met haar ketenpartners, in geslaagd om beide te combineren en we hopen hieraan in de toekomst meerdere
Met de bovenstaande voorbeelden van lichtmasten die inmiddels veel meer dan alleen een lichtbron zijn willen wij de City Operator van de toekomst zijn die onder andere gemeenten helpt bij het creëren, realiseren en onderhouden van een vitale infrastructuur, waarin sensoren, platformen en lokale netten een essentiële rol spelen in de steden van de toekomst.”
Ga voor meer informatie naar www.citytec.nl ADVERTENTIE
M O
Wij werken aan steden en dorpen waar het fijn leven is De druk op onze ruimte is hoog. Steden blijven groeien, dorpen kampen met leegloop en de leefbaarheid staat onder druk. Toch willen we allemaal fijn wonen, werken en ons vervoeren: fijn leven. Om dit te kunnen blijven doen, is het van groot belang om te kijken naar de toekomst van bestaande stukken stedelijke en landelijke gebieden. Deze te verduurzamen, een nieuwe bestemming te geven of te vervangen voor iets dat beter bij nu en de komende decennia past. Wij kijken samen met belanghebbende partijen in een gebied naar kansen. We voegen daar onze kennis, ervaringen en ideeën aan toe en komen zo tot mooie resultaten. Wat met een idee begint, weten wij om te zetten tot werkelijkheid. Zo werken we aan ontwikkeling van gebieden en maken we Nederland mooier.
Kijk voor meer informatie & werken met plezier bij APPM op appm.nl
O
12 TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Sociale cohesie versterkt de leefbaarheid in de buurt
Er ontstonden tijdens de eerste lockdown massaal acties om elkaar een hart onder de riem te steken en men haalde met regelmaat een boodschap voor kwetsbare buren.
Stad van de toekomst Om prettig en veilig in een buurt te kunnen wonen is een gevoel van saamhorigheid van groot belang. Sociale cohesie maakt dat mensen in de buurt voor elkaar klaarstaan en elkaar respecteren. Maar in de huidige tijd, zijn onze buurten lang niet zo hecht als vroeger. Hoe zorgen we ervoor dat de sociale cohesie in een buurt weer hoger op de agenda komt te staan?
Tekst: Marjon Kruize Foto: Pexels
D
at we in Nederland
nog altijd voor elkaar klaar kunnen staan, bleek duidelijk toen het coronavirus twee jaar geleden haar intrede deed in ons land. Er ontstonden massaal acties om elkaar een hart onder de riem te steken en men haalde met regelmaat een boodschap voor kwetsbare buren die door het virus zelf niet naar de supermarkt konden of durfden. Deze sterke sociale basis is dan ook van groot belang, zo stelt Movisie, want als er zich een vervelende situatie voordoet in een buurt, stad of land wil je er niet alleen voor staan.
Sociale cohesie verwijst naar
de mate van verbondenheid en solidariteit binnen groepen en gemeenschappen en telt in feite drie componenten, aldus onderzoekers Bolt en Torrance. Sociale participatie (deelname aan de samenleving), gedeelde opvattingen (normen en waarden) en identificatie/verbondenheid met de gemeenschap. Een hechte sociale cohesie vergroot het sociaal kapitaal (de voordelen die je haalt uit contacten met mensen uit je netwerken) van de mens, zo meldt wijkinontwikkeling.nl. Bewoners hebben daardoor meer toegang tot ondersteuning vanuit hun netwerk. En dat vergroot ook het veiligheidsgevoel in de buurt, zo blijkt uit onderzoek van de WRR. Ook wordt gedacht dat contacten, netwerken en ontmoetingen bewoners activeren en aanzetten tot meer informele sociale controle en daarnaast is men ook meer bereid elkaar te helpen. De kracht van sociale cohesie zit hem dan ook in het vergroten van de solidariteit tussen bewoners. De vraag die dan
rest is natuurlijk hoe we dat precies kunnen doen. Volgens wijkinontwikkeling.nl begint dat bij een gedegen wijkplan waarin
sociale cohesie centraal staat. Deze plannen worden gemaakt in samenwerking met de buurt en staan of vallen dan ook met de betrokkenheid van de wijkbewoners. Zij moeten samen mee willen doen en hun verantwoordelijkheid durven en mogen nemen voor de leefbaarheid in hun eigen buurt. Het opstellen van een wijkplan is hiervoor een mooi begin. Aan overheden dan ook de taak om buurtbewoners te betrekken bij het plan, zodat zij met elkaar in contact komen en samen initiatief nemen in de wijk.
Sociale cohesie verwijst naar de mate van verbondenheid en solidariteit binnen groepen en gemeenschappen. Belangrijk daarbij, zo bleek
uit onderzoek van Movisie, is dat deze initiatieven klein, behapbaar en vrijblijvend gehouden worden. Door dingen te organiseren voor de wijk, zoals een discoavond voor jongeren, houd je het laagdrempelig waardoor men zich niet gedwongen voelt, maar
ze elkaar wel kunnen ontmoeten. Dat we dit soort ontmoetingen koesteren, werd dan ook extra duidelijk tijdens de coronacrisis, toen men buiten, op eigen stoep samenkwam om gezellig samen een kopje koffie te drinken op afstand. Ook accommodaties en
buitenruimtes zijn onmisbaar voor het creëren van saamhorigheid in de wijk, stelt Movisie. Buurtcentra, parken, pleinen en buurttuinen zijn bij uitstek plekken waar buurtbewoners samen kunnen komen en gemeenten moeten dan ook nadenken over de inrichting van deze ruimten om sociaal contact te bevorderen. En dat hoeft
helemaal niet ingewikkeld te zijn. Het plaatsen van een zitbankje bij een uitlaatplek kan al voldoende zijn. En in de huidige
tijd kunnen online initiatieven natuurlijk niet ontbreken. Ook hier zagen we tijdens de coronacrisis een enorme stijging van. Zo waren er online platformen waar mensen een wandelmaa tje konden vinden of iemand die boodschappen voor hen kon halen als zij zelf in quarantaine zaten. Wel is het belangrijk dat hierbij rekening gehouden wordt met mensen die digitaal minder vaardig zijn. Gemeenten moeten dus inzetten op zowel online als offline activiteiten.
Beleidsmakers hebben een belangrijke
taak om de juiste randvoorwaarden voor sociale cohesie te scheppen. Sociaal werkers zorgen er op hun beurt dan weer voor dat iedereen in de buurt hierbij betrokken wordt en gehoord wordt. Zo wordt de sociale cohesie in de buurt versterkt en dat kan sterk bijdragen aan de leefbaarheid in de wijk, waardoor problemen, zoals ruzies maar ook onveilige situaties in de buurt, voorkomen worden.
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl www.contentway.nl
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE 13 TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ 15
HOPLR – PARTNER CONTENT
Een veilige buurt begint bij de bewoners Ongeveer één derde van de Nederlanders voelt zich weleens onveilig, zelfs in de eigen buurt. Onder invloed van digitalisering verliezen we steeds meer het contact met de lokale gemeenschap. Maar laat een fijn buurtgevoel nou juist de oplossing zijn voor veiligere buurten. Verschillende studies tonen namelijk een sterk verband aan tussen een gevoel van saamhorigheid en een gevoel van veiligheid.
I
n een hechte buurt houden bewoners een oogje in het zeil. Ze houden elkaar op de hoogte bij verdachte activiteit en schakelen elkaar in bij een noodgeval. Ook het succes van buurtpreventie toont dit belang aan. Uit onderzoek van de Universiteit Gent bleek dat Buurtinformatienetwerken (de Vlaamse tegenhanger van buurtpreventie) zorgen voor meer sociaal vertrouwen en grotere informele sociale controle. Ook zijn inwoners van buurten met buurtpreventie beter vertrouwd met de politie en zijn ze tevredener over het politiewerk. Maar waarom bestaat er vandaag een disconnectie met de buurt? “Klassieke sociale media en individualisering zorgen ervoor dat onze persoonlijke leefwereld steeds meer gestoeld is op onze eigen voorkeuren. Daardoor vinden we het moeilijker om te aarden met mensen die naast ons wonen, en die mogelijk anders zijn dan wijzelf”, vertelt Jennick Scheerlinck, founder & CEO van Hoplr. “Maar dat is net het mooie van de buurt. Al die verschillende interesses, talenten en achtergronden zorgen voor een schat aan sociaal kapitaal dat door de buurt kan worden ingezet, onder meer ter bevordering van de veiligheid. Ouderen houden bijvoorbeeld graag een oogje in het zeil terwijl werkenden uit huis zijn. Maar zij hebben vaak niet het zelfvertrouwen om actie te ondernemen wanneer dat
nodig zou zijn. Als buurtbewoners elkaar kennen, kunnen zij elkaar hierin ondersteunen.” Om mensen in de buurt met elkaar in contact te brengen, kunnen sociale media juist een belangrijke rol spelen, zo bewijst Hoplr. De Vlaamse tech start-up biedt buurtbewoners een besloten, gratis en reclamevrij online buurtnetwerk om met elkaar in contact te komen. Scheerlinck: “Wat volgens ons vaak over het hoofd wordt gezien, is het belang van fysieke ontmoetingen. De digitale omgeving verlaagt de drempel, maar dat online gebeuren moet wel ten dienste staan van het offline contact.” Hoplr wordt voornamelijk gebruikt voor hulpvragen, het uitwisselen van spullen en informatie, en het organiseren van buurtactiviteiten. “Wij verleggen de focus van het individu naar de lokale gemeenschap en willen de kracht van het collectief benutten om een antwoord te bieden op maatschappelijke
uitdagingen. Door haar nabijheid biedt de buurt namelijk een enorm potentieel aan vaardigheden, kennis, tijd, materiaal, vrijwilligers en infrastructuur.” Daardoor is niet alleen de veiligheid geholpen met een sterk buurtgevoel. Ook zorg en welzijn, burgerparticipatie, gemeentelijke communicatie en mobiliteits- en klimaatvraagstukken baten bij een hechte buurt. Stuk voor stuk uitdagingen waar een moderne gemeente mee te maken krijgt. “Neem bijvoorbeeld vergrijzing. Wie ouder wordt, wordt meer hulpbehoevend”, vertelt Scheerlinck. “Dankzij Hoplr krijgen senioren toegang tot een community van buren die elkaar kunnen en willen helpen. Daarnaast zorgen projectontwikkelaars ervoor dat er meer woonmogelijkheden en randfaciliteiten worden voorzien, die mensen ondersteunen om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen.” Hoplr legt dus de focus
op een social smart city, met een goed evenwicht tussen technologie en bewoners. “Een echte smart city is sociaal en gebruikt technologie immers als middel en niet als doel.” Ook externe partijen, zoals een lokaal bestuur of projectontwikkelaar, staan met de buurt in contact via Hoplr. Onder meer Heijmans, de gemeente Den Haag en de gemeente Waalwijk gebruiken het al om te communiceren met de buurten. Door deze samenwerkingen blijft het digitaal buurtnetwerk gratis en reclamevrij. “De reden dat een onderneming als Heijmans ons gespot heeft, en waarom wij heel hard geloven in onze missie, is omdat wij alles wetenschappelijk onderbouwen”, aldus Scheerlinck. “Zo hebben we een kenniscentrum met experts die vanuit wetenschappelijke studies bekijken hoe we het beste de sociale cohesie kunnen stimuleren. Op dat punt zijn we niet gewoon een platform, maar een echte kennispartner.”
«
Met uiteindelijk een sociale buurt als gevolg. Scheerlinck: “Mensen het gevoel geven dat ze verbonden zijn met hun buurt, er daadwerkelijk bij horen en veilig zijn. Dat is ons streven.”
“Een echte smart city is sociaal en gebruikt technologie als middel en niet als doel.”
hoplr Scan de QR code!
www.hoplr.com
14 TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
‘Singapore innoveert vanuit én met de burger’ Profiel Waar we het in Nederland over Smart Cities hebben, spreken ze in Singapore over een Smart Nation. Is Singapore het toekomstbeeld van Nederland? “Het is niet het land van de toekomst zoals films ons voorschotelen, je ziet geen vliegende auto’s en je komt op straat ook niet allemaal robots of bionische mensen tegen. Laat we beginnen met dat misverstand uit de weg te ruimen.” Tekst: Jerry Huinder Foto: Persfoto
D
igitalisering als basis
voor de maatschappij, de economie en de overheid: dat is het credo in Singapore. Maar betekent dat ook dat waar we in Nederland druk bezig zijn met slimme lantaarnpalen en stoplichten die verkeersstromen herkennen, ze in Singapore al een stapje verder zijn? Een gesprek met ambassadeur Margriet Vonno en Hoofd Innovatie Attaché Netwerk bij de ambassade in Singapore, Astrid Seegers. “Hier is het hip om mee te bouwen aan een digitale overheid. De premier hier bijvoorbeeld, die kan geweldig goed coderen. Er is zeker een verschil met Nederland, maar we kunnen daarom juist veel van elkaar leren en samenwerken, waarbij de ambassade een verbindende rol speelt. ” Waar moet ik aan denken bij een Smart Nation?
“Singapore is natuurlijk
een stadstaat, dus dan ben je al snel een Smart Nation in plaats van Smart City, maar wat het bijzonder maakt is dat het een zogeheten ‘whole of government approach’ is. Singapore kijkt niet op een klein toepassingsniveau, bijvoorbeeld: hoe creëren we slimme verkeerslichten, maar kijkt naar de gehele integratie van technologie en digitalisering op stadsniveau. Met de informatie die ze daarbij verkrijgen optimaliseren ze de stad verder en maken ze deze leefbaarder. Het belangrijkste verschil met veel andere voorbeelden is dat Singapore écht de burger meeneemt, de staat weet heel goed aan het publiek uit te leggen waarom ze dingen doen en luistert ook naar de wensen van de inwoners. Het draait hier niet om kleine oplossingen maar om een heel slim totaalconcept en de transitie daar naartoe.” Kunnen jullie eens een voorbeeld geven?
“Neem de slimme auto. Je kan focussen op wat die auto allemaal kan en wat het de privégebruiker van die auto brengt, maar je kan ook focussen op het grote plaatje: wat brengt de slimme auto de stad? Singapore denkt aan het inzetten van zelfrijdende voertuigen voor first and last mile oplossing als onderdeel van het totale mobiliteitssysteem. Dit om het toch al dure privébezit van auto’s overbodig te maken, waardoor ze ruimte creëren voor meer groen en meer wandelen fietspaden die de leefbaarheid van de stad verbeteren en het gebruik van de auto minder noodzakelijk maken. Zo creëer je dus een slimme
stad in plaats van een slim product.” Singapore spreekt van drie pilaren, om te beginnen de digitale maatschappij. Hoe uit zich dat?
“Dat verschilt niet heel veel met wat we in Nederland zien, maar wat interessant is hierbij, is dat Singapore innoveert vanuit én met de burger. Dat uit zich met name in de app ‘LifeSG’, waarin je bijvoorbeeld je kind kunt aangeven, maar ook een begrafenis kunt regelen. Die is niet vanuit het ministerie bedacht, maar vanuit de burger. ‘Wanneer heb jij de overheid nodig, dan maken wij dat digitaal mogelijk zonder dat je je hoeft te melden bij tien verschillende loketten’, is het credo vanuit de overheid hierbij. Dat wordt versterken door de manier waarop de Singaporese overheid uitlegt waarom sommige digitale veranderingen nodig zijn én wat erachter zit. Die openheid en ambitie versterkt het vertrouwen in de digitale maatschappij en zorgt ervoor dat iedereen mee wil doen.”-
Maar kan iedereen ook meedoen?
“Dat is ook iets waar de Singaporese overheid heel erg op inzet: digitale geletterdheid. Wat ze willen laten zien is: wij zijn een Smart Nation en iedereen kan meedoen. Dat uit zich in cursussen vanuit de overheid voor ouderen en andere mensen die mee willen, maar hulp nodig hebben. Bij die cursussen wordt bijgehouden welke bevolkingsgroepen waar moeite mee hebben en daar wordt dan weer op gestuurd. Via familie, via buurthuizen, via alle haarvaten van de maatschappij. Alles op alles wordt ingezet zodat iedereen mee kan.” In hoeverre is de digitale economie, de tweede pijler, in Singapore anders dan in Nederland?
“In vorm niet zozeer, de digitale economie is een globale trend. Iedereen wil digitaliseren, er valt heel veel winst te behalen, maar overheden moeten wel randvoorwaarden en frameworks scheppen om het mogelijk te maken. Nederland kan
wat leren van de praktische insteek van de overheid, neem het portal waar je als bedrijf op kan inloggen als je bijvoorbeeld een optimalisatiesysteem voor je warehouse zoekt en dan krijg je een aantal oplossingen te zien die andere bedrijven aanbieden. Op deze manier probeert Singapore een extra zetje te geven voor de digitalisering van de economie.” De derde en laatste pijler is een digitale overheid. Hoe ver zijn ze daar mee?
“Vooral in het ontwikkelen van applicaties en infrastructuur in eigen beheer zijn ze ver. The Hive maakt hier echt het verschil. Dat is dé plek waar alle IT-specialisten van de overheid zitten en het verschil met Nederland is: de slimste Singaporezen willen hier werken. En niet bij externe partijen, de googles, facebooks en Amazons, zoals je vaak ziet in Nederland. Hier is het hip om mee te bouwen aan een digitale overheid. De premier hier bijvoorbeeld, die kan geweldig goed coderen. En ministers zijn ook vaak technisch onderlegd. Dat is wel een verschil met Nederland.” Welke lessen kunnen we leren voor de situatie in Nederland?
“Vooral het lange termijn denken dat ze hier bezigen. De transitie naar een smart nation is niet iets van dag op dag, dat vergt een visie op de toekomst. Daarnaast is het denken vanuit de burger als eindgebruiker, zoals voor de LifeSG app, een inspirerend voorbeeld voor Nederland. Singapore ontwikkelt overigens niet alle technologie
zelf en werkt graag samen met internationale partners en stelt zich open als land waar bedrijven pilots kunnen houden. Dit biedt natuurlijk kansen voor Nederlandse bedrijven, waar wij als ambassade bij assisteren.” Tot slot: wat gaat de toekomst van een Smart Nation brengen?
“Nou, hopelijk uiteindelijk wel die vliegende auto, daar zijn ze overigens ook al mee aan het testen. Maar belangrijker: een veel groenere stad, meer ruimte, meer efficiëntie én duurzamer. Mensen denken bij digitalisering vaak aan dingen die ze kunnen zien, zoals robots en apps die ze kunnen gebruiken. Dat is ook interessant, maar er zit veel meer achter zo’n Smart Nation dan je voor mogelijk houdt. Je kan in een digitale samenleving alles aan elkaar koppelen. Die integrale benadering van de digitalisering is iets waar we in Nederland ook goed in zijn, en waar we met Singapore op samen kunnen werken. De ambassade speelt een belangrijke rol in het ondersteunen en bevorderen van deze samenwerkingen. Zo brachten we partijen samen om technologie voor zelfrijdende auto’s verder te ontwikkelen, slimmer het waterleidingnet te managen en helpen we bij het praktisch maken van vraagstukken die gepaard gaan met circulaire economie. Zo bouwen we mee aan Smart Nation Singapore, terwijl dat tegelijkertijd ook iets oplevert voor Nederland en Nederlandse bedrijven.”
ADVERTENTIE
Verkeersveiligheid verbeteren door slim gebruik van data en technologie Verkeersveiligheid gaat ons allemaal aan, en is ook voor gemeenten een belangrijk thema. Vooral op plaatsen waar kinderen zijn, is het belangrijk om preventief maatregelen te nemen, in plaats van reactief te handelen als er al een ongeluk is gebeurd.
De mate van (on)veiligheid in het verkeer in de stad wordt nu vooral bepaald op basis van de beleving van inwoners, die niet altijd hard gemaakt kan worden met objectieve cijfers over daadwerkelijke ongelukken. Daardoor is het lastig om maatregelen te onderbouwen, zoals aanpassingen aan wegen of groenvoorzieningen.
Veiliger verkeer door samenwerking
Samen met gemeenten heeft Analyze de datagedreven Monitor Onveilige Wegsituaties ontwikkeld. Een concrete smart city oplossing voor het verbeteren van de verkeersveiligheid door slim gebruik van data en technologie. En dat in de vorm van een gebruiksvriendelijke webapplicatie.
Voorkomen is beter dan genezen
De Monitor Onveilige Wegsituaties van Analyze zorgt voor zicht op de ‘bijna’ ongelukken, door ongebruikelijke en riskante remacties in beeld te brengen en deze te combineren met data over geregistreerde ongevallen (Nationale Politie) en meldingen over onveilige wegsituaties (Veilig Verkeer Nederland). De meest onveilige wegsituaties worden 3D gevisualiseerd op basis van een algoritme dat kijkt naar verschillende variabelen, zoals de nabijheid van scholen en speelplaatsen, de aanwezigheid van drempels en flitspalen, en de abruptheid van remacties.
Objectieve onderbouwing voor preventieve maatregelen
De monitor biedt handelingsperspectief voor de gemeente om het gesprek aan te gaan met inwoners en andere belanghebbenden over concrete (verkeers)maatregelen om kruispunten, rotondes en andere wegdelen veiliger te maken. Er ontstaat een harde onderbouwing voor draagvlak en financiering van preventieve maatregelen.
Contact Analyze Benieuwd hoe slim gebruik van data ook jouw gemeente kan helpen? Kijk op www.analyze.nl of neem contact met ons op via info@analyze.nl / 06-103 95 935.
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Klimaatadaptatie moet prioriteit worden Stad van de toekomst
Het ene na het andere vernietigende rapport van het IPCC slaat ons om de oren. We zitten middenin een enorme klimaatcrisis en we moeten er alles aan doen om zo snel mogelijk onze CO2-uitstoot te verminderen. Tegelijkertijd is er ook al een hoop schade aangericht en moeten we zorgen dat onze steden voorbereid zijn op de gevolgen hiervan. Klimaatadaptatie moet dan ook bovenaan onze agenda komen te staan. En wel direct. Tekst: Marjon Kruize
A
andacht voor een
klimaatrobuuste inrichting is nog altijd niet vanzelfsprekend bij gebiedsontwikkeling, zo stelt Klimaatadaptatie Nederland. Dat heeft ermee te maken dat er een hoge druk ligt op de bouwsector om snel meer woningen neer te zetten, maar ook met de uiteenlopende belangen van alle betrokken partijen. Belangrijk is dus onszelf de vraag te stellen hoe we deze uitdagingen te lijf kunnen gaan, want dat klimaatbestendigheid meegenomen moet worden in gebiedsontwikkelingen in zowel nieuw als bestaand stedelijk gebied is niet langer te ontkennen. Want doen we niets,
dan zullen we steeds vaker te maken krijgen met bijvoorbeeld over-
stromingen zoals we die vorig jaar in Limburg zagen, of juist extreme hitte waardoor onze steden niet langer leefbaar zullen zijn. En dat niet alleen, ondoordacht beleid rondom klimaatadaptatie kan ook grote financiële gevolgen hebben, zo wordt gesteld op gebiedsontwikkeling.nu. Stel je bijvoorbeeld voor dat internationale (her)verzekeraars en financiële instellingen ons land door onze lage ligging en de zeespiegelstijging gaan bestempelen als ‘hoog risicogebied’. Dat zou ertoe leiden dat bestaande gebouwen en infrastructuren vroeg of laat afgewaardeerd worden, waardoor de Nederlandse vermogenspositie en kredietwaardigheid hard geraakt zouden worden. De gevolgen voor huishoudens, bedrijven, banken, pensioenfondsen, zijn dan niet te overzien. En dat is dan enkel nog geredeneerd vanuit een vastgoed-economisch oogpunt. Investeren in klimaatadaptatie is, zo blijkt ook uit een advies van de Deltacommissaris, dus niet alleen hoogstnoodzakelijk voor onze veiligheid, maar ook voor onze economie. En dus is ook
in het regeerakkoord vastgelegd dat water en bodem sturend zullen zijn in de ruimtelijke inrichting van ons land. Klimaatadaptatie en gebiedsontwikkeling zullen, in ieder geval de komende vier jaar, hand in hand gaan. Een meer natuurinclusieve inrichting van Nederland is van groot belang willen we de klimaatadaptatie realiseren, zo wordt gesteld door
het PBL en de WUR in het rapport ‘Natuurverkenning 2050 – Scenario Natuurinclusief ’. Meer natuur maakt het namelijk mogelijk water te bergen om wateroverlast te voorkomen, kan bijdragen aan het verkoelen van de stedelijke omgeving, biedt leefgebied voor plant- en diersoorten en zorgt dat er meer ruimte is voor onstpanning in de stad. Dit betekent niet alleen dat het natuurlijk bodem- en watersysteem bepalend is voor de ruimtelijke inrichting van Nederland, maar ook dat we als samenleving meer zorg gaan dragen voor natuur en biodiversiteit, bijvoorbeeld door te zorgen voor meer groen in de stad en ruimte te bieden aan een vorm van landbouw die diversiteit van soorten en leefgebieden stimuleert.
Meer natuur maakt het mogelijk water te bergen om wateroverlast te voorkomen, kan bijdragen aan het verkoelen van de stedelijke omgeving, biedt leefgebied voor plant- en diersoorten en zorgt dat er meer ruimte is voor onstpanning in de stad.
Een transitie naar een natuurinclusief Nederland brengt echter wel uitdagingen met zich mee op sociaal, economisch en ruimtelijk gebied, zo valt te lezen op gebiedsontwikkeling.nu. Zo moet er een duidelijke beleidsstrategie opgesteld worden, moeten er nieuwe verdienmodellen en financiële zekerheden voor ondernemers worden gerealiseerd en moet een gestructureerde gedragsaanpak ingezet worden om burgers en consumenten mee te nemen in de transitie.
Investeren in klimaatadaptatie is dus niet alleen hoogstnoodzakelijk voor onze veiligheid, maar ook voor onze economie. ons echter niet laten tegenhouden, want doen we dat wel, dan komt het ons zeer duur te staan, zowel financieel als op alle andere vlakken. Een deel van de klimaatverandering kunnen we al niet meer terugdraaien, maar we kunnen wel leren omgaan met de gevolgen hiervan door meer klimaatadaptief en natuurinclusief te werk te gaan. Daardoor mogen we
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE 15
Een draadloze intercom biedt vele voordelen Stad van de toekomst
Door de coronacrisis is ons kantoorgebruik sterk veranderd. We werken vaker thuis, of maken gebruik van co-working spaces om toch samen te komen met andere werkenden. Ook zijn er steeds meer kantoren waar niet langer een receptie aanwezig is. Slimme oplossingen zoals een draadloze intercom van Openr zorgen ervoor dat de toegang tot je kantoorpand alsnog makkelijk geregeld kan worden. Tekst: Marjon Kruize Foto: Persfoto
Zo kan je met een draadloze intercom op afstand de toegang tot het gebouw beheren. De samenstelling van co-working spaces wisselt regelmatig, medewerkers komen en gaan. Dat vraagt dus om een flexibel beheersysteem waarin je gemakkelijk gebruikers kunt toevoegen en verwijderen. Met een draadloze intercom kan je via het dashboard gemakkelijk nieuwe contacten toevoegen die zichzelf zo toegang tot je kantoor kunnen geven. En niet alleen ongelimiteerd, maar ook eenmalig of op vaste tijden. Daarnaast is de intercom ook makkelijk te verplaatsen. Je hoeft dus geen meters aan kabels aan te leggen, omdat je de deur gewoon via je telefoon open kunt doen. Hierdoor heb je geen binnenpost meer nodig en ben je als beheerder vrij in het indelen van je gebouw. Ook kan je de intercom altijd verplaatsen wanneer dat nodig is. Via de videofunctie op de intercom kan je meteen zien wie er voor de deur staat en kan je met hen communiceren. De entree naar het pand is dus goed beveiligd en je kan je bezoekers alsnog gastvrij toegang verlenen, ook zonder receptie. En dat levert niet alleen gemak op, maar is ook milieuvriendelijker. Fysieke sleutels zijn namelijk een stuk minder duurzaam. Een medewerker raakt ze bijvoorbeeld kwijt op een nevenvestiging, moet vervolgens naar een andere vestiging rijden voor een reservesleutel en daarnaast moeten er ook telkens nieuwe sleutels bijgemaakt worden. Ook vastgoedbeheerders maken onnodige kilometers omdat ze voor elke sleuteloverdracht aanwezig moeten zijn. Met een draadloze intercom is dat niet langer nodig. Daarnaast stimuleert de intercom hybride werken, wat ook weer scheelt in de kilometers. Een gastvrije, gemakkelijke, flexibele en milieubewuste oplossing in één.
ADVERTENTIE
‘Een positieve impact op ieders leefomgeving’ De ruimte in Nederland is schaars, vooral in het stedelijk gebied. En we hebben steeds meer ruimte nodig om te wonen, werken en recreëren. Hoe zorgen we voor een duurzame, veilige en gezonde leefomgeving? En hoe maken we deze goed bereikbaar?
ook politiek en bestuur. Zo houden wij optimaal rekening met alle belangen bij het inpassen van een project in de omgeving. Onze project- en omgevingsmanagers vormen de belangrijke intermediair tussen de projectorganisatie en de omgeving.”
Daar helpt het multidisciplinair ingenieurs- advies en projectenbureau Aveco de Bondt bij. De ontwikkeling van een bruisend centrum, aantrekkelijk woonwerkgebied of een fijne woonbuurt: het stedelijk gebied is continu in ontwikkeling en ontwikkelprojecten staan als gevolg voor flinke uitdagingen. Een bureau met kennis van zaken is daarbij van grote waarde. “De ruimte in stedelijke gebieden is beperkt en de vraag is groot. Kennis van zaken, sturen op financiën en het proces, het toevoegen van (meer)waarde en het zorgvuldig afwegen van verschillende belangen spelen een belangrijke rol bij de realisatie en uitvoering van projecten in het stedelijk gebied. En dat is precies waar wij onze opdrachtgevers in ondersteunen.”, vertelt Hilgard van Alphen, adviseur gebiedsontwikkeling bij Aveco de Bondt.
Goede banen Voordat er een schop in de grond gaat, voert Aveco de Bondt eerst een scala aan onderzoeken en analyses uit. Dat is namelijk essentieel om gemaakte keuzes voor een ontwikkelplan te onderbouwen. “Een goede onderbouwing helpt bij het creëren van het nodige draagvlak. Zo doen wij kansen- en risicoscans, helpen wij bij conditioneringen en stellen we bestemmingsplannen op. Aan de hand daarvan doorlopen we samen met de klant het ontwerpproces en wordt zo de basis gelegd voor een succesvolle uitvoering.”
Onze oplossingen voor binnenstedelijke en ruimtelijke opgaven Aveco de Bondt adviseert overheden, ontwikkelaars en aannemers bij de ontwikkeling en realisatie van projecten in het stedelijk gebied, van initiatief tot oplevering. Hierin betrekken zij verschillende expertises die zij in huis hebben. Van Alphen: “Bij zowel de planvorming als bij het ontwerp betrekken wij de omgeving actief. Denk aan gebruikers, omwonenden en ondernemers, maar
Onderzoeken Een greep uit de expertises van Aveco de Bondt • Conditionering; zoals akoestiek, archeologie, asbestinventarisatie, ondergrondse infra, bodem en milieu • Fysieke inpassing; verkeerskundige inpassing, civiele constructies, luchtkwaliteit, groenplan, hittestress, waterhuishouding, riolering, kabels, leidingen en openbare verlichting. • Project- en procesmanagement, inclusief de regie op vergunningen, omgeving, contracten, communicatie en participatie met stakeholders.
Van ontwikkelplan naar ontwerp “Zodra alle keuzes zijn gemaakt en er een goed onderbouwd plan ligt, gaat het juridisch en planologisch vaststellen van start. Daarop volgt dan de uitvoeringsvoorbereiding. Hierin vertalen wij de keuzes en informatie uit de voorbereiding naar ontwerp- en contractdocumenten. Zo worden projecten van plan tot ontwerp en realisatie op de juiste professionele wijze begeleid om zo een duurzame en positieve impact te kunnen leveren op de leefomgeving in Nederland”, sluit Van Alphen af.
Ga voor meer informatie naar www.avecodebondt.nl
16 TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Slimmer de weg op? Zet dan in op deelmobiliteit! Stad van de toekomst
Nu de coronacrisis toch echt op zijn retour lijkt en we weer meer op kantoor gaan werken neemt ook de drukte op onze wegen weer toe. En dat vraagt ook om slimme mobiliteitsoplossingen, zoals het delen van auto’s.
Airport carsharing valt onder peer-to-peer sharing; een auto wordt dan verhuurd vanaf Schiphol terwijl de eigenaar op reis is. Tot slot kan een besloten kring particulieren besluiten een auto te delen; we spreken dan van ‘particulier autodelen’
Tekst: Marjon Kruize
code, lock of app openen. Bij auto’s van particulieren moet daarentegen voor de reservering en overdracht van de sleutel altijd contact zijn met de particuliere verhuurder of, in het geval van particulier delen, met de mede-eigenaren van de auto. peer-topeer sharing ten opzichte van round-trip en one-way carsharing is dat je kunt kiezen uit een groot aanbod van verschillende typen auto’s. Daar tegenover staat dat de beschikbaarheid van auto’s minder constant is, omdat verhuurders makkelijk auto’s kunnen verwijderen of toevoegen. Bij particulier delen staat er maar één auto ter beschikking, dus zullen daar duidelijke afspraken over gemaakt moeten worden. Het voordeel van
W
ant wanneer
denken over slimme mobiliteit, denken we al gauw aan slimme sensoren die helpen milieuproblemen te detecteren en op te lossen. Maar door ons gedrag te veranderen kunnen we op een veel simpeler manier slim met mobiliteit omgaan. Deelmobiliteitsoplossingen bijvoorbeeld, waarmee autogebruik minder vanzelfsprekend wordt en we de steden kunnen verlichten. we
Het voordeel van peer-to-peer sharing ten opzichte van round-trip en one-way carsharing is dat je kunt kiezen uit een groot aanbod van verschillende typen auto’s. autodelen heeft zijn eigen voor- en nadelen. Kijk per vorm naar de kosten, het gemak en het aanbod om een persoonlijke voorkeur te bepalen. Meestal is huren van particulieren goedkoper dan van een organisatie. De kosten liggen bij one-way carsharing echter vaak nog lager, omdat je alleen betaalt voor de minuten dat je daadwerkelijk in de auto rijdt. Bij peer-to-peer carsharing is er ten opzichte van een organisatie minder eenduidigheid in de kosten. Iedere vorm van
autodelen is het verstandig de verschillende vormen te bekijken. Bij ‘round-trip carsharing’ worden auto’s door een organisatie beheerd en vanaf vaste parkeerplaatsen aan particulieren of bedrijven verhuurd. Wanneer iemand slechts van A naar B wil komen, kan gebruik gemaakt worden van ‘one-way carsharing’. De auto mag dan op een andere plek worden achtergelaten. Particulieren kunnen ook auto’s van andere particulieren huren door middel van ‘peer-to-peer sharing’. Het bij elkaar brengen van vraag en aanbod en de verzekering en betalingen worden dan wel gefaciliteerd door organisaties. Bij interesse in
staan round-trip en one-way carsharing bovenaan. Je kunt meestal direct naar de gehuurde auto toe en deze met een Wat gemak betreft
de Universiteit van Californië – Berkeley naar one-way carsharing, versterkt het enthousiasme over autodelen. Samengevat zijn de belangrijkste conclusies dat deelauto’s het fileprobleem verminderen en de parkeerduur op waardevolle parkeerplaatsen verkorten. Ook verbetert het rijden met zuinige, emissiearme deelauto’s de luchtkwaliteit in steden. Goed nieuws voor Nederland, want de meeste deelauto’s zijn nieuwer, kleiner en zuiniger dan het gemiddelde Nederlandse wagenpark. Een onderzoek van
Niet alleen gaan we meer elektrisch rijden, we gaan ook steeds slimmer om met onze mobiliteit.
Mobiliteit: niet langer meer, maar vooral slim Stad van de toekomst
Jarenlang was het devies rondom mobiliteit: meer, meer, meer. Meer asfalt, bredere wegen en vooral meer bouwen om de toenemende drukte op de weg tegen te gaan. Maar, met de huidige klimaatuitdagingen en de nog altijd groeiende bevolking is dit niet langer een reële optie. Mobiliteit en infrastructuur moeten niet langer méér worden, maar vooral ook slimmer. Tekst: Marjon Kruize Foto: Bram van Oost
D
e coronacrisis heeft
de afgelopen twee jaar gezorgd dat we anders met mobiliteit omgingen. Er werd vaker thuisgewerkt en dus pakten we minder vaak de auto. Inmiddels gaan we wel weer terug naar kantoor en de universiteit, maar dat we meer thuis gaan werken dan voorheen is inmiddels wel duidelijk geworden. “Afhankelijk van hoe vaak dit kan is de verwachting dat we gemiddeld één a twee keer per week thuis blijven”, stelde Carlo van de Weijer, hoofd Smart Mobility aan de Technische Universiteit Eindhoven vorig jaar in een interview. “Maar ook als we wel op pad gaan kan dat een stuk slimmer met een paar simpele
aanpassingen. Voor tien uur ’s ochtends geen live meetings meer, bijvoorbeeld. Zo zullen we niet meer met z’n allen in de file staan of in een overvolle trein om acht uur ’s ochtends.” Toch is het op de wegen
wel weer een stuk drukker geworden sinds we weer naar kantoor mogen. “Gedurende de coronacrisis hebben zelfs meer mensen een eigen auto gekocht, oftewel de Corona Occasion. Maar voor de coronacrisis was deze trend ook al zichtbaar. We zitten nu in de fase dat de elektrische auto steeds goedkoper wordt en daarom is het ook goed dat er nog subsidies zijn, die de aanschaf van de relatief duurdere elektrische auto mogelijk maken voor veel meer mensen. De aanschafkosten zijn misschien voor sommigen nu nog hoog, maar al gauw is het rijden van een elektrische auto goedkoop. De onderhoudskosten zijn veel goedkoper, puur omdat er minder onderdelen inzitten.” Niet alleen gaan we
meer elektrisch rijden, we gaan ook steeds slimmer om met onze mobiliteit. Denk bijvoorbeeld aan de verkeersinformatie in de navigatie. Bijna alle auto’s
zijn tegenwoordig voorzien van ingebouwde navigatie, en zo niet dan rijd je met de navigatie op je smartphone. Hierdoor weet je precies wanneer je ergens arriveert en hoe je daar het snelst terechtkomt. “De volgende stap is de zelfrijdende auto”, vertelt Van de Weijer. “Er mag meer vaart worden gezet in de technieken die ongevallen kunnen voorkomen, want deze zijn vaak wel al op de markt. Het is wachten tot we ze gaan implementeren.” De komende jaren zullen
er ook vanuit Rijkswaterstaat steeds meer ingezet worden op smart mobility-innovaties. Zo wordt er gewerkt aan toekomstbestendige infrastructuur, slimme vaar- en voertuigen, het verzamelen van verkeersdata om slimmer samen te werken en het beter leren voorspellen van het gedrag van reizigers. Hierin wordt door Rijkswaterstaat nauw samengewerkt met marktpartijen en kennisinstellingen die hierin vooroplopen, en met wegbeheerders in Nederland en daarbuiten. Zo wordt onze mobiliteit langzaam maar zeker steeds een beetje slimmer.
ADVERTENTIE
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE 17
www.contentway.nl
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ
DRIVEN – PARTNER CONTENT
Zet mobiliteit slim in om je bedrijfsdoelen te behalen
Vitaliteit en werkgeluk Werknemers die goed in hun vel zitten zijn minder vaak ziek, presteren beter op de werkvloer en verzetten meer werk. Vitaliteit en werkgeluk zijn nauw met elkaar verweven. Daarom investeren werkgevers steeds vaker in vitaliteit en bieden bijvoorbeeld een eigen sportschool aan of een abonnement op sportlessen. Maar er is nog meer mogelijk, het onderdeel vitaliteit kan ook terugkomen in het mobiliteitsbeleid. Zo kan fietsen op allerlei manieren gestimuleerd worden: door aantrekkelijke regelingen, het aanbieden van fietsen met een aantrekkelijke korting of bijvoorbeeld fietslease. Ook een individueel mobiliteitsbudget kan helpen om meer medewerkers op de fiets te krijgen. Met de juiste tools zorg je ervoor dat met de invoering van een mobiliteitsbudget veel tijd en administratief gedoe wordt bespaard. Bovendien
Duurzaamheid Wegverkeer is verantwoordelijk voor ongeveer 20% van de uitstoot van kooldioxide (CO2) in Nederland. Het terugdringen van het aantal reisbewegingen door werkgevers is zelfs onderdeel van het Klimaatakkoord en wordt opgelegd aan organisaties met minimaal 100 werknemers. De overheid verlangt dat zij de CO2-uitstoot door het reisgedrag van werknemers gaan monitoren en zich actief inzetten om het te verlagen. Het verduurzamen van het mobiliteitsbeleid is daarom voor grotere bedrijven een must. Maar ook kleinere organisaties hebben baat bij duurzame keuzes in mobiliteit voor werknemers. Door slimme keuzes, te maken in mobiliteit voor werknemers, bijvoorbeeld door duurzamere vervoersmiddelen te kiezen, fietsen te stimuleren of een CO2-grens te bepalen voor je mobiliteitsbeleid, is het mogelijk om je CO2-footprint aanzienlijk te verlagen.
Met de juiste tools zorg je ervoor dat met de invoering van een mobiliteitsbudget veel tijd en administratief gedoe wordt bespaard.
Kosten besparen Ben je op dit moment veel kosten kwijt aan mobiliteit, maar wordt er door de medewerkers weinig gereisd? Staan de leaseauto’s stil? Dan is het verstandig aanpassingen te doen waarmee je snel kosten bespaart. Dat begint bij het inzichtelijk maken van reisgedrag en het aanpassen van de vaste reiskostenvergoeding. Vervolgens kan het bijvoorbeeld interessant zijn om na te denken over flexlease. Hiermee profiteer je van alle voordelen van operational lease, maar met een flexibele looptijd. Je zit dus niet vast aan een langlopend contract, waardoor je ook makkelijk weer kunt opzeggen als je geen gebruik maakt van de leasewagens. Deze leaseauto’s zou je ook weer kunnen inzetten als deelauto, waardoor meerdere werknemers er gebruik van kunnen maken. Zo blijven de leaseauto’s niet stilstaan. Als laatste is er nog de optie van het mobiliteitsbudget, waarmee werknemers zelf hun reizen inkopen. De werknemer koopt enkel in wat nodig is en kan bijvoorbeeld kosten besparen door duurzame keuzes te maken. Fietslease, de deelauto en de mobiliteitspas De trends laten zien dat de behoeften van Nederlandse werknemers rondom reizen voor en naar het werk veranderen. Dat heeft niet alleen te maken met de uitbraak van het coronavirus. We zien al langer dat er een verschuiving plaatsvindt naar meer duurzame vervoersmiddelen en het bieden van meer flexibiliteit aan de werknemer.
Driven speelt hier handig op in door alle vormen van vervoer in één omgeving aan te bieden. En met de handige Driven app declareer je niet alleen eenvoudig je reiskosten, je krijgt ook meer inzicht in je CO2 uitstoot.
«
krijg je met slimme tools meer inzicht in het reisgedrag van werknemers en daarop kun je vervolgens het aanbod nog beter afstemmen.
«
Met een aantrekkelijk mobiliteitsbeleid vind je medewerkers én bind je ze aan je organisatie. Het is een goede manier om je als werkgever te onderscheiden van de concurrentie en in de krappe arbeidsmarkt een mooie positie te veroveren. Met een professioneel mobiliteitsbeleid stel je een aanbod samen dat past bij je bedrijf en je werknemers. En dat draagt bij aan vitaliteit, werkgeluk én duurzaamheid. Mobiliteit is niet langer bijzaak, maar een belangrijk onderdeel van de arbeidsvoorwaarden.
Mobiliteit is niet langer bijzaak, maar een belangrijk onderdeel van de arbeidsvoorwaarden. Iedere situatie vraagt om een andere invulling. Driven helpt ondernemers in 3 stappen naar mobiliteitsgemak. Weten hoe? Scan de QR code om de gehele whitepaper te lezen. Mocht je na het lezen van dit artikel nog met vragen zitten of wil je gewoon eens sparren over de mobiliteit van uw organisatie? Neem dan gerust contact met ons op! We helpen je graag met een advies op maat.
18 TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
De som telt nog niet op Opinie
Nederland is een land met een missie. Wij willen sneller innoveren om broeikasgasuitstoot zo snel mogelijk te verlagen en een CO2-neutrale maatschappij worden. En tegelijkertijd moet onze economie blijven draaien. We willen ons concurrentievoordeel behouden. Een voordeel dat ontstaan is - onder meer - dankzij ons goedkope gas en onze slimme innovatieve handelsgeest. Dat vraagt om nieuwe technologie én goedkopere, betrouwbaardere bestaande technologie. We hebben geen tijd te verliezen, en tegelijkertijd hebben we een heel aantal hele wezenlijke vragen te beantwoorden.
Foto: Persfoto & Unsplash
D
e sleutel, en tegelij-
kertijd de grootste uitdaging, ligt bij onze industrieën. Door de lage gasprijzen en goede toegankelijkheid heeft onze energie-intensieve industrie al decennialang een dijk van een concurrentievoordeel. Willen we al die sectoren ombouwen naar duurzame energie, onze internationale exportpositie behouden én geen CO2 meer uitstoten, dan staan we voor een enorme opgave. Op dit moment telt de puzzel
(bedrijfsmatig gezien) niet op. Innovatie is keihard nodig. Innovatie in de breedste zin van het woord; zowel maatschappelijk, technisch, juridisch als economisch. Er is heel veel emissiereductie mogelijk door te sturen op circulariteit en product-innovaties. Tegelijkertijd: metalen of plastics recyclen kost ook energie. Daar gaat de energievraag van omhoog en de uitdaging om duurzame energie op te wekken dus ook. Onlangs publiceerde de Topsector Energie een studie naar onze systeemintegratie. Belangrijke conclusie: de diensteneconomie zal naar verwachting in aandeel stijgen. Of de meest energie-intensieve sectoren in Nederland gevestigd blijven is mede afhankelijk van de toekomstige beschikbaarheid van alternatieven voor fossiele energie en de kostprijs ervan.
rijzen bij mij hierover grote vragen. Vragen waar ik niet direct antwoord op heb, maar waar ik graag over doorpraat. Zoals: Gaan zich hier nog industrieën vestigen omdat we hier goedkope energie hebben? En zo ja, welke dan? Ons nieuwe concurrentievoordeel is wellicht de Noordzee waar het vaak hard waait en met veel ruimte voor windenergie. Maar ook daar hebben we uitdagingen met andere gebruikers van de zee en uitdagingen om de natuur te behouden/ versterken. Hoe kunnen we zorgen we dat we met dezelfde molens nog meer en meer continu energie opwekken?
Wij willen sneller innoveren om broeikasgasuitstoot zo snel mogelijk te verlagen Door de lage gas- en een CO²-neuprijzen en goede trale maatschappij worden. toegankelijkheid heeft onze Een andere vraag is, welke inenergie-intendustrie kan hier concurrerend sieve industrie zijn op basis van geïmporteerde energie. En kunnen we al decennialang aluminiumsmeleen dijk van een naftakrakers, ters etcetera bedenken met concurrentievoor- minder draaiuren die toch nog economisch concurreren? deel. Sinds 1 januari 2022 ben ik
boegbeeld van de Topsector Energie en leer ik ook over de lopende innovatieprogramma’s en waar die toe zouden kunnen leiden. Sindsdien
ken we het verdienvermogen van onze economie. Dat vraagt om een toekomstbeeld over welke economie we willen bouwen. En een overheid die regie daarin neemt. Om dat goed te kunnen doen is in mijn optiek meer kennis en dialoog nodig over vragen zoals deze, en velen meer.
Als Topsector Energie stimuleren we innovatie die bijdraagt aan reductie van CO² én versterken we het verdienvermogen van onze economie. Peter Molengraaf, boegbeeld Topsector Energie
Wat is de volgorde waarin de industrietransitie zal plaatsvinden, wie gaan eerst en waarmee? Wat voor economie willen we opbouwen? Als Topsector Energie stimuleren we innovatie die bijdraagt aan reductie van CO2 én versterADVERTENTIE
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE 19 TOEKOMST VA N DE MAATSCHAPPIJ 2
www.contentway.nl
TOTALENERGIES– PARTNER CONTENT
Met innovatieve infrastructuur op weg naar duurzaam vervoer
Hoe TotalEnergies in Nederland de mobiliteitstransitie ‘slim’ aanstuwt
We steken onze nek uit door véél meer laadinfrastructuur te bouwen dan nodig is voor het huidige aantal auto’s en het laadgedrag dat we uitlezen.
« Friese laadpalen De provincie Friesland, waar in maart van 2022 óók de eerste TotalEnergies laadpalen in de grond gaan, biedt een interessant contrast met de Randstad. “In een stad als Amsterdam ligt de laaddichtheid erg
Sander de Geus, manager development eMobility
TotalEnergies Marketing Nederland www.totalenergies.nl
Foto: Willem Jan de Bruin Fotografie
Marja Versleijen, directeur Mobility & New Energies.
hoog. In Friesland zie je het tegenovergestelde.”, vertelt De Geus. “Daar zijn tal van dorpen waar nog geen laadpaal te vinden is in het publieke domein. Door die laadpalen daar tóch neer te gaan zetten haal je een drempel weg om elektrisch te gaan rijden.” De exacte locaties lijken daar een minder groot obstakel: “In een stad met een hoge dichtheid werk je met ontzettend veel data en uitgebreide algoritmes om te bepalen waar nieuwe laadpalen kunnen komen. In kleine dorpen kun je makkelijker kijken naar waar die laadpaal het handigst komt te staan.”, aldus De Geus. Smart solutions Die nieuwe laadpalen in Amsterdam en Friesland zijn een welkome stimulans voor de consument. De elektriciteitsnetbeheerders hebben echter de zware taak om voldoende capaciteit beschikbaar te hebben om te kunnen leveren. TotalEnergies in Nederland draagt bij aan een oplossing middels ‘slim laden’, waarmee op afstand het laden kan worden gestopt of hervat, en met ‘smart grid-oplossingen’, waardoor vraag en aanbod van elektriciteit optimaal op elkaar afgestemd kunnen worden. Technologieën waar het energieconcern veel in investeert, om zodoende de druk op het netwerk te verlagen. Energizing the Future De Geus: “Amsterdam durft, gelukkig, de stip aan de horizon écht heel ver te zetten. We werken met veel gemeenten en provincies in Nederland samen, die hun visie op elektrisch rijden meestal goed aan laten
sluiten op de werkelijkheid van vandaag, maar Amsterdam legt de lat heel erg hoog. Daarmee zijn zij een voortrekkersstad voor de rest van Nederland.” Versleijen geeft aan dat die ambities hoog, maar niet onrealistisch zijn: “De doelstellingen van Amsterdam (en andere gemeenten) zijn absoluut haalbaar. Maar het is wel zaak dat iedereen op deze weg blijft doorgaan. Zowel landelijke als lokale overheden, bedrijven als bewoners zullen hun steentje moeten bijdragen. Wij zetten ons in ieder geval voor de volle 100% in om de samenleving voor te bereiden op de toekomst van duurzame energie en mobiliteit. In het publieke domein, bij bedrijven, en bij onze ruim 400 service stations. We noemen dat: Energizing the Future!”
Wij zetten ons in ieder geval voor de volle 100% in om de samenleving voor te bereiden op de toekomst van duurzame energie en mobiliteit. In het publieke domein, bij bedrijven, en bij onze ruim 400 service stations. We noemen dat: Energizing the Future!
«
Foto: Willem Jan de Bruin Fotografie
Infrastructuur in Amsterdam en omgeving Amsterdam is één van de plekken waar TotalEnergies Marketing Nederland op dit moment die laadinfrastructuur aanlegt. Stapsgewijs werkt de gemeente toe naar een uitstootvrije binnenstad in 2030 en worden vervuilende auto’s en motoren geweerd. Bewoners en bezoekers moeten in de tussentijd op zoek naar een groenere vervoerswijze. Om in ieder geval het aantal laadpunten voor elektrisch rijden voor 2030 op orde te krijgen heeft de gemeente een aanbesteding uitgeschreven
Amsterdam biedt echter weinig mogelijkheden voor grootschalige infraprojecten legt De Geus uit: “Als je denkt aan een omvangrijk laadplein met 40 laadpalen, dan leent een binnenstad als die van Amsterdam zich daar niet voor. Daarom moet je daar in kleine clusters (drie laadpalen met twee aansluitpunten) gaan denken. Dan is er ruimte genoeg.”
«
A
an ambitie geen gebrek bij Total Energies Marketing Nederland: “We steken onze nek uit door véél meer laadinfrastructuur te bouwen dan nodig is voor het huidige aantal auto’s en het laadgedrag dat we uitlezen.”, aldus Sander de Geus, Manager Development eMobility bij TotalEnergies: “Daarmee lopen we vooruit op de vraag, omdat wij vinden dat de infra nooit de bottleneck mag zijn.”
voor 2.200 laadpunten, die is gewonnen door TotalEnergies Marketing Nederland. Marja Versleijen, directeur van Mobility & New Energies: “Wij plaatsen al een aantal jaren de infrastructuur voor de Metropoolregio Amsterdam (MRA) in de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht. Met deze aanbesteding is de stad zelf daar ook aan toegevoegd.”
«
Nu één op de vier verkochte auto’s in Nederland (semi-)elektrisch is, lijkt de consument klaar voor de duurzame mobiliteitstransitie. Deze ontwikkeling stelt lokale overheden voor lastige keuzes in de openbare ruimte, maar TotalEnergies Marketing Nederland laat zien dat de juiste infrastructuur de transitie zelfs kan versnellen. Met slimme oplossingen en innovaties is zij één van de drijvende krachten achter de duurzame mobiliteitstransitie in ons land.
20 TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Het belang van waterstof groeit
Als zo voldoende geproduceerd kan worden, wordt waterstof echt interessant. Dan kan het ingezet worden bij de staalproductie of bij transport of vervoer.
Energietransitie Waterstof zal een belangrijke rol krijgen in een duurzame en circulaire samenleving. Tekst: Mark van der Heijden Foto: Pixabay
T
ot enkele jaren
geleden hoorde Ad van Wijk, onder meer hoogleraar Toekomstige Energiesystemen aan de TU Delft, minder over waterstof. “Toen keken we naar hoe we wind- en zonne-energie goedkoop toepasbaar kunnen maken. De laatste jaren zijn we ook bezig met hoe we het hele energiesysteem kunnen verduurzamen. Elektriciteit is daarvan maar 20 procent. Een groot deel van het energiesysteem moeten we omzetten naar waterstof.” Waterstof is interessant
als koolstofvrije energiedrager omdat grootschalige opslag relatief eenvoudig en
goedkoop is en vervoer via bestaande gasleidingen kan. Zowel in volume als gewicht draagt waterstof meer energie in zich dan bijvoorbeeld een accu. Bovendien komt bij verbranding geen CO2 vrij (wel stikstofoxiden) terwijl de omzetting naar elektriciteit in een brandstofcel volledig zonder uitstoot van broeikasgassen en stikstofoxiden gebeurt.
de staalproductie, waarvoor nu kolen worden gebruikt. Of bij transport of vervoer; voor zwaar transport of grote afstanden is een brandstofcel die waterstof omzet in elektriciteit een betere optie dan elektriciteit uit een accu. En brandstofcellen krijgen in Japan ook in huishoudens al voet aan de grond voor de levering van zowel elektriciteit als warmte.
Als energiedrager krijgt
De productie van
waterstof een nieuwe rol. Nu dient waterstof vooral als grondstof, bijvoorbeeld voor ammoniak, en wordt het ook gemaakt uit fossiele brandstoffen, waar veel CO2 bij vrijkomt. Door echter te kiezen voor elektrolyse en duurzame energie kan waterstof ook volledig groen worden geproduceerd. geproduceerd kan worden, wordt waterstof echt interessant. Dan kan het ingezet worden bij
groene waterstof moet daarvoor wel fors omhoog. “Om Tata Steel op waterstof te laten draaien is een capaciteit van 6 gigawatt offshore wind nodig; 4 gigawatt voor de omzetting naar waterstof, 2 gigawatt aan elektriciteit. Op zee staat nu nog slechts een capaciteit van 4 gigawatt, al wil het nieuwe kabinet dat dit in 2030 is gegroeid naar 21,5 gigawatt.”
Als zo voldoende
dat we hebben is echter wel te klein, stelt Van Wijk. “We kunnen Het stuk Noordzee
daar wel zo’n 60 tot 70 gigawatt aan windenergie neerzetten, maar dat levert nog niet de helft van alle energie die we nodig hebben. Op land is het ook lastig om onze doelstellingen te realiseren. De stroomproductie is daar ook nog eens aan de prijs.”
Dus kan je ook twee of drie windmolens bij bijvoorbeeld een tankstation neerzetten en de elektriciteit daar omzetten naar groene waterstof. Zo kun je in totaal meer duurzame energie inpassen.” Grootschalige productie
waterstof zal dan ook deels in het buitenland moeten plaatsvinden. “De Sahara is twee keer zo groot als alle EU-landen en het Verenigd Koninkrijk bij elkaar. Daar is ook een hogere instraling van zonlicht en er zijn vaak hardere winden dan op de Noordzee. Een zonnepaneel in Marokko produceert daar wel 2 tot 3 keer zoveel elektriciteit als hetzelfde zonnepaneel hier.” van
Uiteindelijk gaan we veel van onze duurzame energie niet in Nederland opwekken, maar in bijvoorbeeld de Sahara. En dat krijgen we hier met waterstof.
ook lager zijn, produceer je daar voor 1 cent per kWh en hier voor 8 cent per kWh. “Zelfs al hou je bij het omzetten naar waterstof, het vervoer en het weer terug omzetten naar elektriOmdat de kosten
Van Wijk ziet twee oplossin-
gen. “Lokaal kun je best wat met waterstofproductie. Je ziet nu al dat het elektriciteitsnet te klein is om alle zonne- en windenergie in te passen.
citeit maar de helft van de energie over, dan nog is dat gunstiger dan met zonnepanelen hier. Uiteindelijk gaan we veel van onze duurzame energie niet in Nederland opwekken, maar in de Sahara, IJsland, Namibië, Chili, Australië, etcetera. En dat krijgen we hier met waterstof.”
In 2027 moet een eerste gasleidingnet door heel Nederland in gebruik zijn voor waterstof. Het gasnet kan veel meer energie vervoeren dan het elektriciteitsnet. Zo heeft een gemiddelde elektriciteitsaansluiting in een woning een capaciteit van maar 3kW, maar een gasaansluiting gemiddeld wel 30kW.
ADVERTENTIE
Energietransitie vraagt om meer deskundigheid Iedereen heeft te maken met de energietransitie. Bewoners, gemeenten en bedrijven. In sectoren als industrie, mobiliteit en bebouwde omgeving zijn grote stappen te nemen richting CO2-reductie. Maar welke zijn de juiste? Het is noodzakelijk dat er meer energiedeskundigen komen om organisaties bij te staan in de transitie.
Opleidingen in energie
35 jaar kennis en ervaring
Oplossingen energietransitie
Een energiedeskundige kan met een algemene blik de energietransitie overzien. Er is een grote vraag naar kennis en de toepasbaarheid daarvan. Echter, momenteel is er een schreeuwend tekort aan goed opgeleide mensen in de sector. PHOE, Post Hoger Onderwijs Energiekunde, biedt afgestemde (incompany) programma’s aan voor iedereen die werkzaam is op het gebied van energie, de nieuwe omgevingswet en verduurzaming. Zoals medewerkers van gemeenten en overheden, adviseurs, vergunningsverleners en technische dienstverleners.
Al 35 jaar is PHOE het centrum voor energie opleidingen, opgericht door diverse hogescholen en universiteiten en Energieonderzoek Centrum Nederland ECN. Zij hechten er belang aan dat deelnemers kennis opdoen die direct toepasbaar is in de energiesector. De docenten komen uit de praktijk waardoor de opleidingen meebewegen met innovaties uit de markt. De opleidingen zijn Advieskunde, Introductie Energiekunde, Duurzame Energie, Doorstroomminor Thermodynamica, Energieconsulent en de opleiding Waterstof is in ontwikkeling.
Er zijn veel verschillende mogelijkheden in de energietransitie, maar daarin moet je wel de juiste oplossing kiezen. Voor een te verduurzamen pand dat dicht bij het water ligt, is het logisch om het gebruik van aquathermie te onderzoeken. Voor een andere locatie is bodemenergie een betere optie. En als je binnen in een gebouw iets aanpast om verder te verduurzamen, welke andere gevolgen heeft dat, bijvoorbeeld voor het comfort? Een opgeleide energiedeskundige of consulent werkt met allerlei verschillende partners en brengt kennis en informatie samen.
Meer weten? www.phoe.nl
Bel ons 035 – 542 75 29 Mail ons info@phoe.nl
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl www.contentway.nl
TOEKOMST TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE 21 VAN DE MAATSCHAPPIJ
BRUNEL – PARTNER CONTENT
Waterstofopleiding Brunel dicht kennisgap in de energietransitie
Brunel biedt samen met Energy Delta Institute de eerste Europees geaccrediteerde post-hbo Waterstof aan: een specialistische vakopleiding voor engineers en juristen. Deze opleiding moet zorgen voor een nieuwe toestroom van specialistische deskundigen, die de verantwoordelijkheid dragen voor uitdagende Waterstof-projecten in de toekomst. Energietransitie is een belangrijk focusgebied voor Brunel, hetgeen tevens blijkt uit de recente overname van Taylor Hopkinson, de global leader in renewable recruitment solutions.
Waterstof cruciaal voor energietransitie Voor waterstof is een cruciale rol weggelegd in de Nederlandse energietransitie, zowel op de middellange (2030) en lange (2050) termijn, aldus de Europese Green Deal. Waterstof biedt mogelijkheden voor: • Een snellere en goedkopere manier van transport van energie • Opslag voor duurzame energie • Gebruik in de industrie, mobiliteit en de gebouwde omgeving
Gebrek aan Waterstof Specialisten Voor de komende vijf jaar staan in Nederland al veel waterstofprojecten gepland, met een waarde van in totaal 4.5 miljard Euro. De verwachting is dat er in 2030 in Europa 350 waterstofprojecten lopen met een subsidiewaarde van 500 miljard Euro. Er ontstaat hier echter een probleem: er zijn niet voldoende potentiële technische en juridische specialisten, waardoor de arbeidsmarkt binnen dit vakgebied schaars is. Doordat het gebied van waterstof relatief onbekend is, ontbreekt er kennis en ervaring én is er onvoldoende plek om dit op te doen. Ook is er op dit moment nog geen Nederlandse wet- en regelgeving omtrent waterstof. Hierdoor komt het succes van waterstofprojecten in het geding. Tijdens de European Hydrogen Week 2021 werd uit-
Scan de QR-code of ga naar www.brunel.nl
gesproken dat er in Europa naar verwachting in 2030 50.000 Waterstof Specialisten nodig zijn om aan de behoefte vanuit de markt te voorzien. Deze specialisten zijn er simpelweg (nog) niet.
«
Energietransitie Onze samenleving is bezig met een verduurzamingsslag gedreven door het Klimaatakkoord. De Nederlandse politiek stelt als doel dat we in 2030 bijna de helft minder aan broeikasgassen uitstoten dan in 1990. Als gevolg hiervan kijkt de energiesector naar nieuwe oplossingen om schonere energie op te wekken en de uitstoot van CO2 zover mogelijk te beperken. Zon, wind en water zijn potentiële oplossingen, maar voldoen nog niet aan de totale vraag van energietoevoer. Waterstof neemt een steeds groter aandeel in binnen de energietransitie, maar voldoende deskundige Waterstof Specialisten ontbreken.
Zon, wind en water zijn potentiële oplossingen, maar voldoen nog niet aan de totale vraag van energietoevoer.
Opleiding tot Waterstof Specialist Brunel heeft een duidelijke strategische focus op energietransitie. Windenergie en zonne-energie zijn voor de hand liggende onderwerpen, maar waterstof staat steeds meer in de belangstelling. Hoewel de ontwikkeling van waterstof als energiedrager nog gaande is, tonen steeds meer organisaties belangstelling voor de toepasbaarheid ervan. Zeker in combinatie met zonne- en windenergie, biedt het bedrijven de kans om effectief en financieel aantrekkelijk te verduurzamen. In plaats van achter de markt aan te lopen, heeft Brunel de keuze gemaakt om de voortrekkersrol in deze transitie te nemen. Brunel heeft samen met Energy Delta Institute een eigen post-hbo-opleiding Waterstof ontwikkeld. Een uitgebreid opleidingstraject, waarmee (nieuwe) specialisten van Brunel en haar relaties zich kunnen omscholen tot Waterstof Specialist.
Het programma In de negen maanden durende opleiding komen specialisten met een technische of juridische achtergrond wekelijks samen om alles te leren over de volledige waardeketen binnen waterstof. Ook vinden er site visits plaats naar innovatieve waterstofprojecten en biedt de opleiding key note sprekers aan op het gebied van waterstof en energietransitie. Naast dit kennisaanbod, biedt de opleiding softskills trainingen op het gebied van persoonlijk leiderschap, beïnvloedingsvaardigheden en stakeholdermanagement. De laatste maanden van de opleiding focust op specialisaties: juristen worden meegenomen in de huidige Nederlandse en Europese regelgeving. Engineers maken een verdiepingsslag in de technische aspecten van waterstof. Na afronding van de opleiding hebben alle specialisten een geaccrediteerd diploma op zak en kunnen ze hun expertise inzetten bij een van de grote waterstofprojecten binnen en buiten Nederland. Nieuwe leergang: oktober 2022 Gezien de grote internationale belangstelling voor de opleiding tot Waterstof Specialist, zal de volgende leergang volledig Engelstalig zijn. De opleiding start in oktober 2022 en zal grotendeels online plaatsvinden. Voor vragen kan contact opgenomen worden met Bram Vredeveld, Account Director Energy.
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
22 TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
Proactief handelen voor duurzame economie Energietransitie
Nu investeren in energietransitie is nodig en we worden er economisch beter van. Tekst: Mark van der Heijden Foto: Persfoto & Pexels
procent van het niveau van 1990 – dat is grofweg gelijk aan de uitstoot van 1950. 20 jaar later al moet de uitstoot zelfs nihil zijn. “Het budget dat we ons nog kunnen permitteren qua uitstoot is heel klein, daarom is een snelle reductie nodig.”
doen nagenoeg geen investeringen meer in fossiel vermogen. Kijk ook naar de effecten van technologische ontwikkelingen. Energie uit zonnepanelen in China of Saoedi-Arabië kost rond 1 cent per kWh, uit aardgas is dat circa 5 cent per kWh.”
ook nog dat de stap daarna complexer wordt, voegt Faaij daaraan toe. “We hebben het over grote veranderingen. Bijvoorbeeld het renoveren van de woningbouw, dat is een operatie van 200.000 tot 300.000 woningen per jaar. Het gaat om grote industrie als Tata Steel. Transport komt daar nog bij.”
Hij vervolgt: “Duurzame
En we weten
André Faaij Director of science bij TNO en tevens hoogleraar aan de universiteit Utrecht.
M
oeten we het
nog hebben over de noodzaak van de energietransitie? Nee toch. Waar we het over moeten hebben is de snelheid waarmee Nederland de energietransitie vormgeeft. “We staan nog maar aan het begin. In Nederland is de broeikasemissie nog heel hoog”, zegt André Faaij, director of science bij TNO en tevens hoogleraar aan de universiteit Utrecht. De Europese doelstelling
is om in 2030 de uitstoot van CO2 terug te brengen tot 55
Toch is Faaij optimistisch
over het halen van het doel. Het is economisch het meest verstandige om te doen. “Er zijn veel investeringen nodig, maar daar staat tegenover dat veel duurzame alternatieven soms nu al en zeker op termijn goedkoper zijn dan de huidige fossiele infrastructuur. Bovendien is er geld te verdienen met innovatief zijn. Daarmee kun je een flink graantje meepikken van een groeiende markt.” Bovendien, als je oppervlakkig
kijkt, lijkt het tempo te laag. Maar achter de schermen is er al veel verschoven. “Kijk naar de elektriciteitsbedrijven, zij
energie brengt ook grootschalige productie van waterstof in beeld. Dat begint nu zichtbaar te worden in de markt. Bovendien hoeft een transitie niet lineair te verlopen. Er kan ook een versnelling optreden, dat gebeurt vaak bij transities.” De energietransitie kan dus succesvol, vlot en betaalbaar zijn.
Het budget dat we ons nog kunnen permitteren qua uitstoot is heel klein, daarom is een snelle reductie nodig. De energietransitie kan dus
succesvol, vlot en betaalbaar zijn. Maar er is niet één silver bullet. “Alleen kernenergie, alleen zonne-energie; dat is juist niet het verhaal. Elke optie heeft een potentieel werkgebied. Hoe extremer je maar op enkele opties rekent, hoe duurder het wordt. Het moet dus een combinatie zijn van alle opties.”
moet goed gebeuren. Het energienet zit nu al aan zijn maximumcapaciteit, waardoor in delen van het land grootschalige zonneparken op dit moment niet aangelegd kunnen worden. Voor grote industrie als Tata Steel moet voldoende aanbod van waterstof zijn. “Technisch kan het allemaal wel, maar we moeten wel zorgen dat het goed op elkaar aansluit.”
De energietransitie kan dus succesvol, vlot en betaalbaar zijn. Maar er is niet één silver bullet.
Daarvoor moeten ook
Het is bij
De planning daarvan
juridische procedures sneller. “Een windpark kan er zo staan. Het is vaak het traject ervoor, de inspraak, de overleggen, dat 7 tot 10 jaar kan duren. Er is dus ook innovatie nodig in
het bestuurssysteem. Meer kundige ambtenaren en het vereenvoudigen van procedures.”
uitstek de overheid die dat moet regelen. “Het is daarom belangrijk dat de energietransitie tot topprioriteit is gebombardeerd. Rob Jetten als minister voor Klimaat en Energie is daar de vaandeldrager van. We pra-
ten ook niet over een tekort aan geld. We weten al wat er gaat spelen, dus we kunnen proactief zijn.”
Niet werken aan de energietransitie is simpelweg te duur. De overstromingen in België, Duitsland en Nederland van juli vorig jaar zorgden voor 38 miljard euro schade, zo berekende de Britse hulporganisatie Christian Aid. ‘De facto kun je dat samenvatten als een hoosbui van 38 miljard dollar’, zegt André Faaij.
ADVERTENTIE
Persoonlijke energiestrategie met MAIN Energie In 2003 begon MAIN Energie als energieleverancier gericht op de zakelijke markt. De afgelopen tien jaar is de energiemarkt enorm veranderd, en daarmee ook de werkzaamheden van MAIN Energie. Energie speelt een belangrijke rol in de bedrijfsvoering en de complexiteit neemt alleen maar toe. Deze energievraagstukken kunnen gaan over betaalbaarheid, maar ook beschikbaarheid. Door het aannemen van de regierol is MAIN de ondernemende energiepartner die het simpelweg voor haar klanten regelt. We kijken niet wat er is, maar naar wat er kan zijn. En zo komen we telkens opnieuw met oplossingen die onze klanten vooruit helpen. Kennis en kunde De energietransitie is een ongelofelijk complexe uitdaging voor heel veel bedrijven en biedt tegelijkertijd veel kansen. “Veel bedrijven hebben niet de kennis en kunde in huis om hier adequaat op te kunnen reageren”, vertelt Rob Mossel, Commercieel directeur MAIN Energie. “Zo ontstaat er op steeds meer plekken in Nederland een soort file op het elektriciteitsnet en raakt het elektriciteitsnet overbelast. We kunnen dan bijvoorbeeld niet de hoeveelheid elektriciteit krijgen of terugleveren als we graag zouden willen. Een batterij zou daar een oplossing voor kunnen
zijn”. Door het inzetten van onze kennis en onze innovatieve diensten helpen we de ambities van onze klanten waar te maken. En dan niet alleen de ambities van vandaag, maar ook die van morgen. Persoonlijke energiespecialist “We werken al 20 jaar lang als producent, leverancier en adviseur op het gebied van energie. We staan met onze 30 energiespecialisten – en een grote schil aan partners om ons heen – midden in de markt”. En elke zakelijke klant krijgt een persoonlijke energiespecialist aangewezen. Mossel: “Daarmee heeft de klant een direct aanspreekpunt voor alle energiezaken. Dankzij het persoonlijke contact weet de energiespecialist precies welk advies voor de onderneming gewenst is en hoe dit bijdraagt aan het behalen van de ambities van de klant. Dankzij de stijgende energieprijzen en de hogere belastingtarieven van de overheid is advies over energie belangrijker dan ooit. Onze persoonlijke energiespecialisten komen graag langs bij de klanten om te kijken wat er verbeterd kan worden en waarop bespaard zou kunnen worden.”
Kun jij ook hulp gebruiken bij de energietransitie en ben je benieuwd waarop jouw bedrijf energie kan besparen? Ga dan voor meer informatie naar www.mainenergie.nl of bel naar 085-580 2405.
part of
renewables
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE 23
Warmtenetten zijn onmisbaar in de versnelling van de energietransitie Energietransitie
Met een warmtenet in een wijk kun je huizen verwarmen. Het is een netwerk van leidingen onder de grond waardoor warm (en koud) water stroomt dat de huizen en gebouwen verwarmt en kan verkoelen. Hierdoor zijn er geen cv-ketels op aardgas meer nodig. In Nederland zijn er zo’n 400.000 woningen aangesloten op een warmtenet. Tekst: Féline van der Linde Foto: Pexels
“
Een warmtenet staat
ook wel bekend als stadsverwarming of blokverwarming”, vertelt Ernst Japikse, voorzitter van Stichting Warmtenetwerk. “Ergens in de wijk, of in de buurt van een wijk, staat een soort centrale ketel, een warmtebron, van waaruit leidingen met warm water naar de huizen en gebouwen gaat. Via een afleverset komt het warme water in de huizen en gebouwen en zorgt daar voor verwarming en warm kraanwater. Die (duurzame) warmtebron kan bijvoorbeeld geothermie (aardwarmte), biomassa, aquathermie of warmte uit de industrie zijn. Woningen en gebouwen die aangesloten zijn op een warmtenet hebben geen cv-ketel op aardgas of
gasaansluiting meer nodig. Met warmtenetten kunnen dus hele wijken aardgasvrij worden gemaakt.”
Een warmtenet is een netwerk van leidingen onder de grond waardoor warm (en koud) water stroomt die de huizen en gebouwen verwarmen en kunnen verkoelen. Hierdoor zijn er geen cv-ketels op aardgas meer nodig. van de klimaatverandering tegen te gaan moet Nederland aardgasvrij gaan wonen. “De drie oplossingen hiervoor zijn elektrische warmtepompen, groen gas en warmtenetten. Warmtenetten kunnen al voor zeker 25 procent van de gebouwde omgeving een oplossing bieden in de energietransitie. Dat is een enorm groot percentage en de branche werkt er met man en macht aan, om daar ook invulling aan te geven. In heel Nederland worden er dan ook warmtenetten aangelegd. Van Leeuwarden Om de gevolgen
Om de gevolgen van de klimaatverandering tegen te gaan moet Nederland aardgasvrij gaan wonen.
tot aan Maastricht: overal zijn er mogelijkheden om zoveel mogelijk huizen en gebouwen aan te sluiten op warmtenetten. Maar dat kost wel veel tijd, geld én moeite. De straat moet immers open worden gebroken om de warmteleidingen te kunnen koppelen aan de huizen. Daar staan bewoners niet om te springen. We proberen wél altijd werkzaamheden in de ondergrond te combineren, door deze bijvoorbeeld gelijktijdig in te plannen met werk aan het riool. In de praktijk merken we ook, dat veel mensen nog geen besef hebben van de voordelen die warmtenetten kunnen opleveren. Want niet alleen wordt er warm water geleverd, het afgekoelde water wordt ook weer afgevoerd en
kan, indien dit koele water bijvoorbeeld wordt opgeslagen in de bodem, de huizen in de zomer weer koelen. En warmtenetten kunnen zowel bij nieuwbouw als bestaande bouw worden toegepast. Ook kan in principe elke warmtebron worden gebruikt, mits de temperatuur hoog genoeg is en de bron duurzamer is dan aardgas.” hem niet in nieuwbouw, maar in de bestaande bouw. Japikse: “Nieuwbouwhuizen zijn goed geïsoleerd. Maar bestaande bouw over het algemeen niet en dat betekent dat het water dat naar deze huizen gaat warmer moet zijn. Bovendien moet de politiek zich ook meer openstellen voor deze
vorm van warmtevoorziening. In de praktijk is de besluitvorming ongelofelijk traag omtrent het verlenen van vergunningen. En dat is zonde, want een vergunning aanvragen hoeft echt niet lang te duren. Om een vloeiende energietransitie te realiseren moet snelheid worden geboden. En dat is mogelijk. De techniek die nodig is voor de aanleg van warmtenetten is er.”
De uitdaging zit
collectieve warmtevoorziening kan aan die versnelling bijdragen. Deze wet zorgt idealiter voor optimale bescherming van burgers op het gebied van prijs, duurzaamheid en leverbetrouwbaarheid. Ook moet de wet er wat mij betreft voor zorgen dat er maximale De nieuwe Wet
concurrentie tussen warmtebedrijven ontstaat en er nog meer nieuwe partijen tot de markt toetreden. Daarnaast zijn de investeringen die nodig zijn voor warmtenetten groot. Het is aan de overheid om mee te delen in de risico’s. En de overheid heeft de taak om informatie duidelijk te verstrekken. Japikse: “Het lijkt alsof de energietransitie voor veel mensen nog een ver-van-hun-bed-show is. Een slagvaardige overheid die de energietransitie, en de belangrijke rol die daarin is weggelegd voor warmtenetten, duidelijk en toegankelijk maakt voor haar inwoners zal de eerste stap zijn om de energietransitie daadwerkelijk te kunnen versnellen.” ADVERTENTIE
Slim groen warmtenet versnelt de energietransitie Slimme, groene warmtenetten leveren een belangrijke bijdrage aan een duurzame toekomst in de bebouwde omgeving. Met kennis, begeleiding en investeringen bouwen we in Nederland het grootste portfolio van slimme, groene warmtenetten die worden gevoed door duurzame warmtebronnen. CEO Valentijn Kleijnen: “Platform Energie voor Elkaar is de verbindende schakel die de contacten onderhoudt met gemeentelijke, provinciale en landelijke overheden. Deze overheden, het bedrijfsleven, warmtevragers en -aanbieders brengen wij samen; want samenwerken gaat ons helpen om de energietransitie te versnellen”.
De warmtebedrijven die deel uitmaken van platform Energie voor Elkaar maken gebruik van lokaal beschikbare duurzame bronnen. Dat zijn bijvoorbeeld zonne-energie, windenergie, restwarmte, aquathermie, biogrondstoffen of aardwarmte. Kleijnen: “Zo boeken we direct milieuwinst. Als er nieuwe technieken voor verwarming beschikbaar komen, kunnen die als bron worden aangesloten op het warmtenet. Gebruikers van het slimme, groene warmtenet zijn er daardoor van verzekerd dat zij altijd de beschikking hebben over de duurzaamst beschikbare verwarming. De vrije keuze tot aansluiten staat voorop. Door onze kwaliteit, duurzaamheid en betaalbaarheid willen we de eerste keuze zijn voor bewoners, bedrijven, overheden, organisaties en ontwikkelaars”.
“We hebben inmiddels projecten in 15 gemeenten ontwikkeld. Dat doen we vanuit de expertise van ons dedicated team, en vaak in samenwerking met partijen. Wil je als bedrijf je restwarmte kwijt, is er een wijk in uw gemeente met behoefte aan duurzame warmte, of heeft uw industriële onderneming behoefte aan groene stoom? Wij houden Nederland leefbaar door haalbare en betaalbare projecten uit te voeren met inzet van onze expertise, ons netwerk en onze funding”. We voelen de urgentie; het roer moet om. Aardgas is in Nederland nu nog de belangrijkste bron van warmte. Een slim groen warmtenet helpt de energietransitie te versnellen. We kunnen direct aan de slag! Kijk op www.energievoorelkaar.nu of neem contact met ons op: info@energievoorelkaar.nu
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
24 TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
‘Geen tijd om te dralen’ Energietransitie
70% duurzame energieopwekking in 2030: hoe komen we daar en wat is realistisch? Cora van Nieuwenhuizen van Energie-Nederland benadrukt: zet nu de turbo erop.
Cora van Nieuwenhuizen Energie-Nederland
Tekst: Paulien Derwort Foto: Persfoto & Narcisa Aciko
E
ambitieuze energietransitie voor de deur, maar hoe klaar is Nederland daarvoor? Cora van Nieuwenhuizen roept namens de branchevereniging voor energiebedrijven, Energie-Nederland, op tot haast: “Op dit moment wordt 12,5 procent van onze energie gewonnen uit duurzame bronnen. In 2030 moet dat zeventig procent zijn. Er moet dus veel gebeuren. In het Energieakkoord van 2013 staat dat we in 2023 op de zestien procent moeten zitten, r staat een
dus op de korte termijn wordt het al behoorlijk krap.” Maar ook als we kijken naar de middellange termijn moet volgens Van Nieuwenhuizen de turbo erop: “In 2030 zal het grootste aandeel uit zon en wind moeten komen. Vooral met wind op zee kunnen we grote stappen zetten.” Dat betekent wel dat er snel afspraken gemaakt moeten worden over ‘hoe dan’, vindt Van Nieuwenhuizen: “Een goede samenwerking met de industrie kan voor een gamechanger zorgen. Want het is nu een kip-of-eiverhaal: de politiek en industrie wachten op elkaar. Het gaat om grote investeringen. Energiebedrijven willen wel leveren, maar zij hebben de zekerheid nodig dat er voldoende vraag naar is. De politiek moet hier duidelijkheid over scheppen. Dat zien we bijvoorbeeld bij biomassa, daar is de politieke werkelijkheid in de loop der jaren veranderd.” kunnen voldoen aan de groeiende vraag naar elektriciteit, liggen er ook infrastructurele uitdagingen. “Daar moet echt een slag bij”, zegt Van Nieuwenhuizen. “Het bestaande net moet verzwaard worden. Simpel gezegd: bij elke renovatie moet er een dikkere kabel terug. Wij zeggen: doe alles tegelijk, het net uitbreiden en verzwaren, maar óók het net beter benutten. Dat kan als je handig gebruik maakt van alle data en sensoren in het net. Zo kunnen we voorOm straks te
In 2030 zal het grootste aandeel uit zon en wind moeten komen.
spellen waar piekmomenten liggen, zowel in vraag als in aanbod. Je kunt bijvoorbeeld afspreken dat de industrie op piekmomenten minder afneemt. Of als de zon niet schijnt dat je daar rekening mee houdt. We kunnen daar nog slimmer in worden.” Welke energiedragers
straks het belangrijkste aandeel leveren? “Als Energie-Nederland zijn we energie-neutraal”, lacht van Nieuwenhuizen. “Ik bedoel dat het ons niet zoveel gaan
uitmaakt hoe we er komen, als we er maar komen. We hebben alle opties nodig en kunnen dus niets uitsluiten. Onconventionele oplossingen zoals kernenergie zijn niet onbespreekbaar, al zul je daar voor 2030 nog niet van profiteren.” Ook wijst Van Nieuwenhuizen op de kansen van waterstof: “Onze leden staan klaar om daarmee aan de slag te gaan, de know-how is er, maar de overheid moet de juiste voorwaarden scheppen.” Een andere uitdaging zit 'm in de mankracht: “We
hebben enorm veel technici nodig, graag ook meer meiden. Maar we hebben ook mensen nodig in de rest van de keten. Om procedures te versnellen zijn bijvoorbeeld extra beleidsambtenaren nodig bij gemeenten, of juristen bij de Raad van State.” Van Nieuwenhuizen wijst
tot slot op het belang van Europese samenwerking: “Je moet het met elkaar zien te rooien. Elk land heeft een andere aanpak: de Fransen doen veel met kernenergie, de
Belgen juist weer meer met gas, wij gaan juist van het gas af.” Botsen die verschillende zienswijzen niet met elkaar? Van Nieuwenhuizen: “Dat is niet erg, ieder land heeft een andere infrastructuur. Het kan ook juist een pre zijn als we in Nederland voorop lopen, we hebben een belangrijke voorbeeldfunctie. En met de huidige geopolitieke situatie is er alleen maar een extra drive om haast te maken. We hebben geen tijd meer om te dralen.” ADVERTENTIE
Executive Education in Energy at EDI Business school In the changing landscape of the energy transition, we need well-trained personnel in every level of an organisation to succeed in this challenge. That is why we, amongst other, offer programmes for executives. We explore the ‘soft skills’ as leadership, innovation and change management with a link to the ‘hard skills’ needed to succeed in this transformation. We consider the network opportunities, on inspiring international locations, with like-minded peers and experts from both the industry and the academic world, as an extra advantage!
Executive MBA Energy Transition
This 2-year accredited programme in cooperation with the University of Groningen Business School offers practical and interdisciplinary knowledge and a valuable international network within the sector for our future change leaders in energy.
Energy Transition & Innovation
This programme focuses on the role of public policy and of the major energy companies’ key innovations – both technological and in business models – that are driving the transition to get you ready for the future of energy.
Energy Transition in Business & Leadership
This programme focuses on the development of new business models, innovation and leadership and financing at a time of massive and disruptive change in the energy market.
Leadership in a World of Transition
This programme helps you develop a range of leadership skills needed to master your own performance, become a successful leader and achieve your organisation’s purposes and strategic objectives.
Postgraduate Programme in Hydrogen
This accredited programme in cooperation with Brunel prepares engineers and legal professionals for a more sustainable future as hydrogen specialists and centres on the energy transition, hydrogen and its value chain while the focus on specialisations intensifies during the final months of the programme. https://www.energydelta.org/executive-offerings
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl www.contentway.nl
TOEKOMSTTOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE 25 VA N DE MAATSCHAPPIJ
VOLTH2 – PARTNER CONTENT
Het is hoog tijd voor de opmars van groene waterstof
A
ndré Jurres, CEO van VisionH2 en oprichter van VoltH2, de Europese tak van het Amerikaanse VisionH2, houdt zich inmiddels al een aantal jaar bezig met groene waterstof. “Ik ben al een jaar of twintig werkzaam in de energiemarkt en de potentie van groene waterstof was al langer duidelijk. Nu er steeds meer wind op zee bijkomt biedt dat ook kansen voor de groei van het gebruik van groene waterstof. Waterstof is namelijk enorm veelzijdig. Je kan het natuurlijk inzetten om stroom op te slaan, maar ook als grondstof en als brandstof in de bouwsector. En daarnaast is het een goede brandstof voor allerlei soorten zwaardere mobiliteit.”
Jurres. “Windenergie, zonne-energie, biogas en biomassa hadden we al, maar we waren nog op zoek naar een grote energiedrager. Waterstof wordt al decennialang gebruikt in havens, door kunstmestbedrijven en de petrochemie, maar die waterstof is grijs, gemaakt van aardgas. Om aan de klimaatdoelstellingen te voldoen moeten we zorgen dat ook de waterstof die in deze sectoren gebruikt wordt CO2-neutraal wordt. Bijvoorbeeld door gebruik te gaan maken van blauwe (gemaakt met aardgas waarvan de CO2 onder de grond wordt opgeslagen) of roze waterstof (gemaakt met kernenergie), maar beter nog is het om gebruik te gaan maken van groene waterstof op basis van groene stroom.”
En dan is er nog de bouw, waar ook enorme hoeveelheden CO2 worden uitgestoten. “Op een grote werf staan generatoren die dag en nacht stroom geven. Die kan je perfect laten lopen op waterstof”, stelt Jurres. “Dat levert je naast de milieuwinst ook nog eens minder lawaai en stank op.”
Waterstof is namelijk enorm veelzijdig. Je kan het natuurlijk inzetten om stroom op te slaan, maar ook als grondstof en als brandstof in de bouwsector. En daarnaast is het een goede brandstof voor allerlei soorten zwaardere mobiliteit
«
Eigenlijk is groene waterstof in de energietransitie een ‘new kid on the block’, vertelt
André Jurres, CEO van VisionH2 en oprichter van VoltH2
En daar liggen ook kansen voor andere sectoren, zoals het transport. “Momenteel wordt onze transportvloot vooral gedreven door zware diesel en kerosine”, vertelt Jurres. “Bij personenwagens gaan we daarom steeds meer over op elektrische auto’s, maar zo’n batterij is niet sterk genoeg voor het zwaardere transport, transport via het water of zelfs transport via de lucht. In 2025 willen ze zelfs al de eerste testen gaan doen met waterstof voor grote vliegtuigen, daar zien we dus ook een grote kans voor verduurzaming.”
«
Dat er een versnelling in de energietransitie nodig is, is de afgelopen weken weer eens extra duidelijk geworden. Het laatste VN-rapport (UNECE) van begin maart 2022 was vernietigend voor wat betreft snelheid van klimaatverandering en door de oorlog in Oekraïne willen we het liefst zo snel mogelijk van het Russische gas afstappen. Het zou het perfecte moment kunnen zijn om de inzet van groene waterstof flink te verhogen.
Om aan al die verschillende vragen te voldoen zullen we in de toekomst ook waterstof moeten importeren vanuit het buitenland. De huidige precaire situatie met aardgas uit Rusland toont echter overduidelijk aan dat Nederland ook zijn eigen groene waterstof moet produceren. “We zijn dan ook erg blij dat we in het najaar
2021 groen licht hebben gekregen voor de bouw van de eerste waterstoffabriek van Nederland, en onlangs kwam daar ook al de vergunning voor een tweede fabriek bij”, vertelt Jurres trots. Daarbij zijn wij erg goed ondersteund door diverse lokale overheden. De waterstoffabrieken zullen in Vlissingen en Terneuzen komen te staan, en dat is niet toevallig. “In Zeeland zitten ook een aantal grote afnemers van waterstof waar we nauw mee samen willen gaan werken. Daarnaast komt hier ook een hoop windenergie aan land, die we kunnen inzetten om de groene waterstof mee te maken.” Ook de derde vergunningsaanvraag zal voor de zomer ingediend worden. “De komende jaren hopen we er nog veel meer sites bij te krijgen. Ook de randvoorwaarden voor de transitie naar groene waterstof, zoals een infrastructuur om de waterstof van onze fabriek naar de afnemers te brengen, zullen de komende jaren gerealiseerd moeten worden. “Met die infrastructuur zijn Gasunie en haar Belgische tegenhanger Fluxys nu al hard bezig. Als alles goed gaat, starten we midden volgend jaar met de bouw en zullen we midden 2024 beginnen met proefdraaien. Eind 2024 zijn we dan volledig operationeel in Zeeland en een kwartaal of twee later hopelijk ook met onze derde site.” En dat is hard nodig om aan de klimaatdoelstellingen te kunnen voldoen, sluit Jurres af. “De wereld is veranderd en fossiele brandstoffen zijn niet langer alleen vervuilend, maar zijn door de huidige crisis ook een stuk duurder geworden. Dat betekent dat de ruimte voor groene waterstof steeds groter wordt en dat er ook marktwerking zal ontstaan. Daardoor zal groene waterstof écht een van de bouwstenen van de energietransitie worden.”
26 TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
‘Energie is traditioneel heel gevoelig in Europa’ ADVERTENTIE
Mijn werk draagt bij aan een toekomstbestendig Nederland Lisanne Labrujere Adviseur energietransitie VISIEVORMERS
WERKEN BIJ MOVARES
WERKENBIJMOVARES.NL
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Profiel
Best wel positief. Dat is de gemoedstoestand van Louise van Schaik als het gaat om de energietransitie in Europa. Zeker nu de urgentie door de oorlog in Oekraïne een enorme impuls heeft gekregen. Maar: “Laten we alsjeblieft niet dezelfde fouten maken als in het verleden.” Tekst: Jerry Huinder Foto: Persfoto
O
Schaik soms moet gniffelen als we het in Nederland over de energietransitie hebben, en wat we daar als Nederland aan kunnen doen? Nee, dat gaat de Head of Unit EU & Global Affairs bij Clingendael, het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen, te ver. Maar ze beseft zich terdege dat ons land in het grotere plaatje van weinig belang is. Waar ze soms wel om moet gniffelen is dat we net doen alsof we heel goed bezig zijn met het Klimaatakkoord. “Waar wij het daar over hebben, is maar vijftig procent van de uitstoot, de andere helft is het Europese emissiehandelssysteem. Als we dan aan de klimaattafels kleine stapjes maken, want dat zijn het, en we zijn daar blij mee, tja, dan schiet het niet op.” Toch is ze niet negatief over de klimaattafels. Wat volgens haar namelijk heel goed is, is dat er veel stakeholders bij dit soort gesprekken betrokken zijn in ons land. De volgende stap? Doorpakken. En daar schort het nog wel aan. “Ik zie wel allerlei regionale energiestrategieën, maar ik zie nog niet dat daar enorm vaart wordt f Louise van
gemaakt. Ik zie niet dat de urgentie écht gevoeld wordt en ik zie ook niet dat zij regionaal echt de middelen hebben om de plannen door te zetten. Dus het is inderdaad vaak de discussie op de postzegel.”
Dat zelfs de Groningers nu weer openstaan voor gaswinning is een teken aan de wand, maar iedereen zou ook moeten openstaan voor nieuwe windmolens, zonnepanelen, accu’s en warmtepompen thuis. Zal de oorlog in Oekraïne daar iets aan veranderen?
“Ja, de explosief gestegen energieprijzen brengen een urgentie die er eerder niet was. Maar let wel, verduurzaming is niet op de korte termijn te realiseren. De praktijk is weerbarstig: woningbouwcorporaties werken traag, mensen hebben geen zin in verbouwingen, willen blijven koken op gas en er zijn te weinig bouwvakkers en installateurs. De noodzaak om nu te gaan verduurzamen is wel veel duidelijker en daarmee urgenter geworden, ook omdat het besef toeneemt dat met dat gas en die benzine toch een deel van Poetins’ oorlog wordt gefinancierd. Dat zelfs de Groningers nu weer openstaan voor gaswinning is een teken aan de wand, maar iedereen zou ook moeten
openstaan voor nieuwe windmolens, zonnepanelen, accu’s en warmtepompen thuis. Daarnaast is het urgent om nu echt werk te maken van waterstof: een belofte op de langere termijn, maar eentje die wel nu in gang moet worden gezet.” De verschillen tussen de lan-
energiebeleid van de lidstaten groter wordt. Maar Europa is natuurlijk geen uitvoeringsinstantie, dus ze kunnen beleid maken, maar het blijft aan de lidstaten om het uitvoeren. Dat is een uitdaging, en ik vermoed dat daar nog wel wat rechtszaken over gaan komen, als lidstaten het niet voor elkaar krijgen.”
den in Europa zijn vrij groot als het gaat om de energietransitie. Hoe komt dat?
“Energie is traditioneel heel gevoelig in Europa, en lidstaten willen daarin hun eigen keuzes kunnen maken, dat staat ook in de verdragen. Een land als Nederland was daar ook altijd heel erg voor, omdat wij gas en olie hebben. Dus wij wilden helemaal niet dat Europa kon bepalen wat wij daarmee zouden doen. In de loop van jaren zijn er daardoor hele andere tradities en politieke discussies ontstaan in verschillende landen. Bijvoorbeeld over nucleaire energie, wat in Oostenrijk, Duitsland en België wordt uit gefaseerd, terwijl er in Frankrijk en ons land juist een schepje bovenop wordt gedaan.”
Als we onze afhankelijkheid van deze landen kunnen inwisselen voor een grotere energieonafhankelijkheid en daarnaast afhankelijkheid van een groter aantal landen die duurzame waterstof of elektriciteit aanleveren, dan gaat ons dat winst opleveren De EU kan landen op dit
In hoeverre kan Europa
moment dus niet verplichten
dan een gezamenlijke vuist
om een bepaalde mix aan te
maken op dit gebied?
brengen in de energiemix.
“Eigenlijk matig, maar door het Europese milieu- en klimaatbeleid hebben we impliciet wel beleid gemaakt op duurzame energie, zoals wind- en waterenergie, en ik vermoed in de toekomst ook op het gebied van waterstof. Op die gebieden is een mandaat voor de EU om op te acteren. Dat betekent ook dat als uiteindelijk, en dat ooit een keer gebeuren, fossiele energie er helemaal uit is, de invloed van Brussel op het
Wat kunnen ze wel?
“Ze kunnen eigenlijk alleen sturen op CO2. En dat is op nucleair gebied zinloos, want daarbij wordt bijna geen CO2 uitgestoten. Aan de andere kant is dat bij gas wel mogelijk, en daar is wel iets interessants aan de hand. Want als de EU zegt dat ze in 2050 klimaatneutraal willen zijn, dan kan gas eigenlijk niet meer. Behalve als je CO2 massaal onder de grond gaat stoppen, maar goed, dan nog: is het
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE 27
wel wenselijk om in nieuwe gascentrales te investeren? Dit zeggen milieuorganisaties nu ook: leuk dat de EU gas als transitiebrandstof in de energiemix wil opnemen en dat daar strengen milieueisen aan worden gekoppeld, maar als je nu in nieuwe gascentrales gaat investeren is het de vraag of dat in overeenstemming met het doel om in 2030 minimaal 55 procent CO2-reductie te hebben en in 2050 klimaatneutraal te zijn. Daar is de wens om af te schakelen van Russisch gas nu bovenop gekomen.” Kan de energietransitie zorgen voor meer veiligheid in onze regio?
“Zeker, kijk maar naar Rusland. Als je kijkt naar de staten die gas en olie leveren, dan zijn zij, met uitzondering van Noorwegen, niet de meest stabiele, vredelievende landen, dat blijkt nu meer dan ooit. Als we onze afhankelijkheid van deze landen kunnen inwisselen voor een grotere energieonafhankelijkheid en daarnaast afhankelijkheid van een groter aantal landen die duurzame waterstof of elektriciteit aanleveren, dan gaat ons dat winst opleveren. Mits we de afhankelijkheid van andere grondstoffen nodig voor die transitie, zoals lithium en kobalt, in goede banen leiden. Veel van de supply chains van deze grondstoffen zijn nu in handen van China. Daar zijn we ons gelukkig wel bewust van, ik hoop dat we onze krachten bundelen om die dominantie om te draaien. Laten we in godsnaam niet dezelfde fouten maken als in het verleden.”
Europa van 2050? In hoeverre zal dat Europa ‘groen’ zijn?
“Ik ben op zich best wel positief. De EU zet op ongekende wijze in op de transitie. Heel veel EU-beleid, waaronder het budget en investeringen in onderzoek, heeft inmiddels doelstellingen om echt bij te dragen aan het klimaatbeleid. Zelfs het handelsbeleid staat tegenwoordig gedeeltelijk ten dienste van het klimaatbeleid. En het gaat de afgelopen jaren ook echt hard. Als ik dat vergelijk met de jaren dat ik in Brussel werkte, zo’n twintig jaar geleden, dat is dat verschil enorm. Of het hard genoeg gaat, is natuurlijk altijd de vraag, maar we gaan in 2050 een heel eind komen.”
Feiten Louise van Schaik is Head of Unit EU & Global Affairs bij Clingendael, het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen. Ze coördineert het onderzoek van Clingendael op het gebied klimaatverandering en duurzame ontwikkeling. Voor dat ze bij Clingendael aan de slag ging, was ze onderzoeker bij een denktank in Brussel. Naast haar werk bij Clingendael promoveerde zij in 2010 in Leuven en gaf ze les aan het Europa College in Brugge. Op dit moment verzorgt zij een vak aan de Universiteit Leiden en geeft ze ook les aan professionals die bij Instituut Clingendael worden opgeleid.
Tot slot: hoe kijkt u naar het ADVERTENTIE
Energietransitie is het samen leggen van een puzzel ‘Zowel door de geopolitieke ontwikkelingen als door de klimaatveranderingen is duidelijk dat een snelle overgang naar duurzame energie nodig is. En dat kan, we hebben er de middelen en de techniek voor.‘ Aan het woord is Marielle Vosbeek, consultant energietransitie bij Movares. Dit bureau is gespecialiseerd in het adviseren en realiseren van haalbare oplossingen op het gebied van ruimte, mobiliteit en energie. Landelijke distributie groene energie Marielle: ‘Movares werkt samen met TenneT aan het transport van groene energie. Denk aan grote projecten voor het aansluiten van windparken op zee en aanpassingen van het bestaande landelijke energienetwerk’. Ook grote energiegebruikers hebben een forse opgave. Marielle: ‘Het is onze uitdaging om onze industriële klanten, zoals Shell, DSM en Tata Steel, te begeleiden in hun transitie naar meer elektrificatie en daarmee het verlagen van hun CO² footprint.’ Regionale energiestrategieën Energietransitie speelt ook regionaal. Alle Energieregio’s moeten een eigen Regionale Energiestrategie (RES) maken. Marielle: ‘De uitdaging is om met verschillende belanghebbenden met eigen zienswijzen naar een oplossing toe te werken waarin iedereen zich kan vinden. Behalve technische knowhow zijn out of the box oplossingen, strategisch inzicht en creativiteit nodig om te komen tot de juiste combinatie van maatregelen. Daarvoor heb je technische kennis nodig, maar moet je ook goed zijn in het managen van processen én oog hebben voor ruimtelijke inpassing. Het is een puzzel die je legt samen met alle betrokkenen.’
Multidisciplinaire aanpak Bij gemeenten spelen er naast de energietransitie ook andere opgaven, zoals de mobiliteitstransitie, de woningopgave en klimaatadaptatie. Door de beperkte ruimte zijn deze vraagstukken erg complex. Movares maakt de onderlinge afhankelijkheid van deze opgaven inzichtelijk door het toepassen van een multidisciplinaire aanpak. Dit stelt gemeenten in staat om goede afwegingen te maken om de stad duurzaam te ontwikkelen.’ Systemisch denken Marielle sluit af met: ‘Energietransitie vergt systemisch denken. Wij hebben kennis van de hele keten van een project: we kunnen klanten ondersteunen met procesmatig advies en het meekrijgen en horen van alle partijen én we hebben de engineeringskennis om het ook daadwerkelijk werkend te krijgen.’ Hiermee is Movares het bureau dat Nederland helpt verder te komen in de energietransitie.
28 TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
‘Gemeenten staan klaar voor de volgende stap’ Energietransitie
Gemeenten zijn al jaren op een zeer ambitieuze manier, maar met zeer bescheiden middelen, bezig met het thema energietransitie. Al een tijd zijn zij bezig met het stimuleren van zowel bewoners als bedrijven om zuiniger om te gaan met energie én om duurzame energie op te wekken. Het Klimaatakkoord van 2019 heeft ervoor gezorgd dat gemeenten en haar inwoners nog een tandje bij moesten zetten.
Tekst: Féline van der Linde Foto: Pexels
“
eigenlijk erg succesvol gedaan”, vertelt Thijs Kuipers, wethouder bij de gemeente Horst aan de Maas. “Zo is de afgelopen jaren in regionaal verband gewerkt aan Regionale Energie Strategieën (RES) en zijn RES-regio’s ontstaan. De energietransitie houdt immers niet op bij de grens van een gemeente. Overheden, inwoners, bedrijfsleven, netbeheerders en maatschappelijke organisaties werken daarvoor in dertig regio’s samen. In elke regio wordt gekeken hoe er het beste energie kan worden opgewekt met zon en wind, en welke warmtebronnen beschikbaar zijn voor het verwarmen van huizen en gebouwen zodat deze van het aardgas af kunnen.” En dat is
Daarnaast hebben bijna
alle gemeenten inmiddels een Transitievisie Warmte gereed. “In het Klimaatakkoord was namelijk afgesproken dat elke gemeente een warmtevisie opstelt om duidelijk te maken hoe en wanneer wijken en buurten van het aardgas af kunnen. Nu zijn de plannen gemaakt en komt het neer op de uitvoering. En daar loopt het nu nog een beetje spaak. Sinds het Klimaatakkoord in 2019 is ondertekend hebben de gemeenten heel veel uit hun eigen zak betaald. En nu een versnelling van de energietransitie wordt verwacht betekent dit dat gemeenten wachten op financiële middelen om de plannen uit te kunnen voeren.” Daarom is uitgerekend hoeveel geld gemeenten nodig hebben, en heeft de Raad voor hetOpenbaar Bestuur daar een advies over uitgebracht. Een deel van die benodigde middelen is opgenomen in het regeerakkoord. “Dit jaar heeft het kabinet 40 miljoen euro vrijgemaakt voor gemeenten voor de energietransitie. Echter, berekend was dat gemeenten in 2022 bijna 450 miljoen euro nodig hebben om de plannen te kunnen uitvoeren. Nu heeft het kabinet voor volgend jaar 300 miljoen euro beschikbaar gesteld, waar de gemeenten 540 miljoen euro nodig zullen hebben. Er ontstaat nu dus wel perspectief voor gemeenten, maar dat neemt niet weg dat er nog een gat zit tussen wat gemeenten nodig hebben en wat het kabinet vrijmaakt”, vult Fred
Gemeenten zijn al jaren op een zeer ambitieuze manier, maar met zeer bescheiden middelen, bezig met het thema energietransitie.
Jonker, Senior beleidsadviseur Programma Energie bij de VNG, aan. energie betekent ook meer belasting op het energienetwerk. De energienetwerken kunnen de toename van duurzame energieopwekking, nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen uiteindelijk aan, gaat Kuiper verder. “Dat wil niet zeggen dat er op dit moment geen knelpunten zijn. En ook op de lange termijn zullen er altijd momenten blijven dat het knelt, net zoals files op de snelweg. Het elektriciteitsnet is gemaakt in de vorige eeuw en dat betekent dat er dus vanuit een andere visie naar het net moet worden gekeken. Waar vroeger energie van een aantal centrale plaatsen op het net werden gebracht Het opwekken van
raakt het net nu overvol omdat energie decentraal, van de zonnepanelen op huizen, de windmolens en ga zo maar door, naar het net wordt gebracht. Op zonnige dagen of als het heel hard waait is het aanbod aan stroom in de regionale netten groter dan wat het net kan transporteren. Net als bij een file moeten er dan wegen worden bijgebouwd, maar dat is maar een deel van de oplossing. We moeten ook gaan plannen wanneer energie precies aan het net geleverd wordt. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het net niet overbelast raakt, bijvoorbeeld door plannen voor energie-opwek, woningbouw en bedrijventerreinen beter te gaan programmeren en af te stemmen? Om pieken tegen te gaan, zijn er inmiddels al
technologische oplossingen, zoals smart-grids en batterijen die energie kunnen opslaan. Ook zonnepanelen op het oosten of westen in plaats van op het zuiden helpt. Of bepaalde bedrijfsprocessen op andere momenten van de dag uitvoeren. Toch zijn er bijvoorbeeld bedrijventerreinen met zonnepanelen die nu niet op het netwerk kunnen worden aangesloten om dat daar geen capaciteit voor is. Netwerkbeheerders zijn met man en macht bezig om hun gehele bedrijfsvoering hier op aan te passen. Van oudsher zijn zij vooral beheerders van het netwerk dat gestaag is uitgebreid, maar zij moeten nu omschakelen naar het transformeren van een netwerk dat klaar is voor de uitdagingen van de toekomst en het faciliteren van nieuwe
ontwikkelingen die nu al plaatsvinden.” Discussies of klimaat-
nou wel of niet bestaat, behoren langzamerhand tot het verleden, besluit Kuipers. “Ook de discussies over de betaalbaarheid van de energietransitie zien we veranderen. Niks doen, dat is pas onbetaalbaar! De energietransitie is essentieel om klimaatverandering tegen te gaan. Maar de recente ontwikkelingen tussen Rusland en Oekraïne laten zien dat de energietransitie ons ook minder afhankelijk kan maken. Een extra reden voor de overheid om een versnelling van de energietransitie te realiseren.” verandering
ADVERTENTIE
Doorpakkers in lokale duurzame energie Ennatuurlijk staat voor doorpakken. Zij steken de handen uit de mouwen om de energietransitie te versnellen en mensen te voorzien van warmte middels lokale, duurzame energiebronnen. Dagelijks werkt Ennatuurlijk samen met gemeentes, woningcoöperaties, bedrijven en bewoners om bestaande warmtenetten te verduurzamen en nieuwe warmtenetten aan te leggen voor het verkoelen en verwarmen van huizen, bedrijven en scholen. Energietransitie Nederland staat voor een flinke opgave, vertelt Ernst Japikse, CEO Ennatuurlijk. “Huizen moeten van het gas af en Nederland moet in 2050 klimaatneutraal zijn. Ennatuurlijk draagt hier aan bij door duurzame warmteoplossingen te leveren. Het delen van kennis, kunde en ervaring,
en het beter willen begrijpen van de wensen en de omgeving staan daarbij centraal. Op die manier kan bepaald worden wat er nodig is in de aanpak van warmtenetten om de energietransitie te kunnen versnellen.” Lokaal Voor Ennatuurlijk is lokaal heel belangrijk. Met energie uit de buurt verwarmen zij huizen en gebouwen op een comfortabele, betaalbare en vertrouwde manier. Japikse: “Zo wordt het warmtenet in Enschede bijvoorbeeld voorzien van warmte dat afkomstig is van een afvalenergiebedrijf. Door de lokale samenwerking ontstaat er een dynamiek waarbij alle betrokkenen elkaar goed kennen en begrijpen, waardoor Ennatuurlijk precies weet wat er nodig is en maatwerk voor dat gebied kan worden geleverd.
De energietransitie is geen one size fits all, maar er moet per regio gekeken worden wat kan en haalbaar is.” Kennis “Het inzetten van nieuwe bronnen en bronontwikkeling zijn essentieel voor de energietransitie”, besluit Japikse. Ennatuurlijk maakt gebruik van onder andere aardwarmte, warmte uit de industrie, biomassa, biogas en aquathermie. Maar daar stopt het niet. Ennatuurlijk denkt namelijk dat het nog altijd beter en vooral duurzamer kan. Japikse: “Wij zijn altijd op zoek naar nieuwe kennis en mogelijkheden om zo de energietransitie te kunnen versnellen en Nederland verder te verduurzamen.”
Ga voor meer informatie naar www.ennatuurlijk.nl
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl www.contentway.nl
TOEKOMST TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE 29 VAN DE MAATSCHAPPIJ
JOULZ – PARTNER CONTENT
Onderweg naar het energiesysteem van de toekomst De energiemarkt is een complex samenspel van verschillende marktpartijen. Als ondernemer heb je te maken met de netbeheerder die zorgt voor de aansluiting, een leverancier voor elektriciteit en gas, en partijen die infrastructuur aanbieden. Te weten een meetbedrijf voor het meten van het energieverbruik, een infrabedrijf voor het aansluiten van een middenspanningsinstallatie. En voor het verduurzamen is daar nog de leverancier van bijvoorbeeld de zonnestroom-installatie en laadvoorzieningen bijgekomen. Joulz is een goed voorbeeld van een aanbieder die al deze diensten integraal aanbiedt. Joulz helpt ondernemers met de realisatie van hun energieambities.
“
In 2004 is de liberalisering in de energiemarkt doorgevoerd”, vertelt Jan Verheij, directeur van Joulz. Voor bedrijven is er sinds 2004 keuzevrijheid op het gebied van een energieleverancier en een meetverantwoordelijke. De netbeheerders focussen zich sindsdien op het transporteren van energie over het lokale energienet. En dat doen ze goed. Nederland heeft een zeer betrouwbare energieinfrastructuur. De energienetten zijn veilig en er is een hoge leveringszekerheid. De energietransitie brengt grote veranderingen met zich mee, die tot grote uitdagingen leiden voor de infrastructuur.” Overvolle energienetten door de energietransitie De overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen, de energietransitie, die bovendien decentraal kunnen worden opgewekt, heeft het energiesysteem enorm veranderd. Tot 2019 was Joulz onderdeel van Stedin, één van de regionale netbeheerders, gaat Verheij verder. “Hierdoor hebben onze mensen enorm veel kennis van de (private) energienetten. Met name op het gebied van de aansluiting op het regionale energienet, middenspanningsinstallaties en het meten van energie. Sinds de verzelfstandiging in 2019 heeft Joulz het aanbod uitgebreid
Jan Verheij, directeur van Joulz met laad infrastructuur, zonne-energie en energieopslag. De energietransitie zet niet alleen de overheid, maar ook bedrijven voor een enorme opgave. Fossiele brandstoffen moeten vervangen worden voor duurzame energiebronnen. We gaan ‘van het gas af’. En de elektrificatie van bijvoorbeeld warmte zorgt voor een explosieve vraag naar elektriciteit. Daardoor is het energienetwerk op veel plekken overvol. De complete energie-infrastructuur, van aansluiting op het net, tot en met eigen opwek, wordt steeds belangrijker.” Decentrale energievoorziening: de oplossing? “Het energienet zoals we dat in Nederland gewend zijn, is één van de betrouwbaarste ter wereld. Dit is ooit aangelegd op basis van voorspellingen van het toekomstig energieverbruik in het traditionele energielandschap. Welke productie wordt er verwacht en wat gaat de afname zijn? Om die reden is er een steeds fijnmaziger net aangelegd, vanaf de producent tot de eindgebruiker. Maar door de energietransitie verandert het traditionele energielandschap snel. In dichtbevolkte gebieden is door elektrificatie enorm veel vraag naar energie. En juist in dunbevolkte gebieden zijn er enorme energiepieken door de opkomst van lokale energieproductie met windmolens en zonneweides. De grote differentiatie in pieken in vraag en aanbod
Joulz Ga voor meer informatie naar www.joulz.nl/energiesysteem of scan de QR-code
zorgt voor een onbalans en overbelasting van het energienet. En dat stelt ook ondernemers voor een grote uitdaging. Kan ik een aansluiting krijgen? Biedt mijn aansluiting voldoende capaciteit voor mijn energievraag? Kan ik mijn duurzame energie terugleveren? Of moet ik mijn opgewekte energie opslaan? De eenvoudige vraag naar een aansluiting verandert in een vraag naar een integrale oplossing. Hoeveel energie verbruik ik? Hoeveel kan ik opwekken? Kan en mag er capaciteit gedeeld worden met de buren? Met een slim energiemanagementsysteem kan vraag en aanbod van energie op elkaar worden afgestemd. Als je een overschot hebt aan zonne-energie, wat doe je er dan mee? Gebruik je het om je pand te verwarmen, sla je het op in je batterij, deel je het met de buren of lever je het terug aan het net? Deze keuzes kun je nu maken, bijvoorbeeld met een Virtual Power Grid.” Lokaal energie opwekken, gebruiken en delen Een voorbeeld van zo’n Virtual Power Grid vind je op het Schiphol Trade Park in Hoofddorp. Verheij: “Samen met vastgoedontwikkelaar Intospace wordt hier een volledig zelfvoorzienend distributiecentrum gebouwd. Joulz is verantwoordelijk voor de duurzame energie-infrastructuur. Op dit moment krijgt het pand geen afnamecapaciteit vanwege de overbelasting op het net. Het pand neemt dus geen stroom af, maar kan wel stroom terugleveren. Dat is nodig want er komen 22.000 zonnepanelen op het dak te liggen. In steeds meer regio’s kan de netbeheerder niet voldoen aan de vraag naar extra aansluitingen. Met een Virtual Power Grid heeft Intospace de oplossing gevonden voor een zelfvoorzienend distributiecentrum. Joulz zorgt ervoor dat het pand stroom krijgt met een leveringsbetrouwbaarheid van 99,99 procent. Dat komt dus overeen met de betrouwbaarheid van het publieke net. Maar met één oplossing voor een individuele gebruiker zijn we er nog niet. Op Schiphol Trade Park wordt namelijk ook gewerkt aan een pilot met een Virtual Power Plant. Dit is een virtuele energiecentrale die de
lokale capaciteit beheert en verdeelt. Zo kunnen bedrijven die energie over hebben capaciteit delen met bedrijven die geen, of een te kleine, aansluiting krijgen. De lokaal opgewekte energie wordt zo ook lokaal gebruikt. In dit geval blijkt dat in totaliteit minder capaciteit nodig is om aan de volledige energievraag te voldoen. Dit komt door de afstemming van de pieken in energieprofielen van individuele partijen. Niet iedereen heeft op hetzelfde moment evenveel energie nodig. De totale capaciteitsvraag wordt dus in de breedte kleiner. Deze oplossing is nog uniek in Nederland. Dankzij een goede samenwerking tussen bedrijven, hun energie-infrastructuurpartner, de gebiedsontwikkelaar en de netbeheerder is dit hét voorbeeld van het energiesysteem van de toekomst.” Energy as a service Het maken van duurzame plannen en het bieden van oplossingen voor het overvolle net is natuurlijk mooi. Maar de oplossingen moeten ook gefinancierd worden en dat vraagt om nieuwe businessmodellen, aldus Verheij. “Energie-infrastructuren kunnen substantiële investeringen met zich meebrengen. En bedrijven investeren liever in hun core business. Joulz biedt daarom niet alleen de technische oplossing, maar kan ook zorg dragen voor de investering. Dat kan zelfs in de vorm van Energy as a Service. Wat betekent dat Joulz de volledige investering voor haar rekening neemt en de klant betaalt voor de afgenomen energie, eventueel met een beschikbaarheidsgarantie. Met een pragmatische aanpak zorgt Joulz voor oplossingen in de energietransitie. Vanaf het energievraagstuk en de ambitie tot het concrete idee, het ontwerp, de uitvoering en financiering, bieden we een toekomstbestendige energievoorziening. Bijvoorbeeld met behulp van technische oplossingen zoals een Virtual Power Grid. Want de energietransitie biedt veel uitdagingen, maar met goede samenwerkingen en innovatieve oplossingen is er meer mogelijk dan je denkt.”
30 TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
‘Met de kennis en ervaring van de olieen gasindustrie kan de energietransitie worden versneld’ Energietransitie
Er zijn twaalf bedrijven die in Nederland gas- en olie mogen zoeken en winnen. Deze twaalf bedrijven zijn verenigd in de brancheorganisatie NOGEPA (Nederlandse Olie en Gas Exploitatie en Productie Associatie) . NOGEPA is bezig met een herpositionering. Waar voorheen de focus lag op het zoeken en winnen van olie en gas, staat de energietransitie nu centraal.
Tekst: Féline van der Linde Foto: Pexels
“
twintig jaar geleden zijn niet meer hetzelfde als de belangen van nu”, vertelt Menno Snel, voorzitter van NOGEPA. “Op dit moment is de energietransitie prioriteit nummer één, omdat er voor de olie- en gas sector een grote rol is weggelegd in het behalen van de doelen van de energietransitie. Dit is een lang proces en samenwerking met spelers in de branche én daarbuiten, is daarvoor essentieel. Niemand heeft de totaaloplossing in handen. De energietransitie realiseren we alleen als alle betrokken partijen samenwerken en daar hoort ook de olie- en gasindustrie bij.” De belangen van
NOGEPA heeft een ambitieuze Actieagenda
opgesteld, waarin de branche op vijf gebieden binnen de energietransitie doelen stelt. Deze Actieagenda wordt voor de zomer gepresenteerd. Snel: “Allereerst kijken we hoe we als industrie onze CO2- en methaanuitstoot verder kunnen reduceren en zo een kleinere voetafdruk blijven houden dan geïmporteerd gas.
Ook op het gebied van CO2-opslag (CCS) we aan de slag. Lege gasvelden in de Noordzee kunnen hiervoor worden gebruikt. Een voorbeeld hiervan is het Porthos-project in de haven van Rotterdam . Het volgende onderwerp waar wij veel aandacht aan besteden is de rol die de sector in de productie van waterstof kan spelen. Groene waterstof is voor de toekomst ontzettend belangrijk, maar we zijn nog niet zo heel ver in de ontwikkeling en inzet van deze techniek. Daarom is de productie van blauwe waterstof een belangrijke tussenstap om te nemen. Door daarbij onze bestaande infrastructuur in te zetten, kunnen we de transitie naar de waterstofeconomie versnellen.” Het vierde thema is circulariteit. “Zoals eerder
vermeld zijn de huidige technieken en infrastructuur in de branche inzetbaar voor de energietransitie. We kijken goed wat we kunnen hergebruiken. Wat niet meer nodig is, ontmantelen we. In dit proces werken we als branche samen met EBN en het ministerie van EZK in het platform Nexstep. Tot slot ben ik er persoonlijk van overtuigd dat we in 2050 een volstrekt ander energiesysteem zullen hebben, een waarin fossiele brandstoffen geen rol van betekenis meer spelen. Dat betekent niet dat we als gassector niet meer zullen bestaan. Hoe sneller we de energietransitie hebben gerealiseerd, hoe beter. De kennis en infrastructuur van de olie- en gas industrie is daarbij hard nodig. Ik vecht er samen met de sector voor om iedereen ervan te overtuigen dat de olie- en gasindustrie juist onderdeel is van de oplossing en een enorme aanjager kan zijn voor een versnelling van de energietransitie.”
Maria van der Heijden, irecteur-bestuurder MVO Nederland
Ondernemers helpen duurzamer te gaan ondernemen Energietransitie
Wil Nederland zorgen dat 25 procent van de economie in 2027 klimaatneutraal is, dan heeft de Nederlandse economie nog een flinke slag te slaan. Dat betekent dan ook ondernemers en bedrijven aan de slag moeten. Het is aan de overheid om goede randvoorwaarden te stellen om ondernemers in staat te stellen vorm te geven aan deze Nieuwe (duurzame) Economie. Tekst: Féline van der Linde Foto: Persfoto
“
Klimaatverandering, arbeidsomstan-
vergrijzing. Zomaar een greep uit de grote thema’s die momenteel spelen in de samenleving en die van grote invloed zijn op ondernemend Nederland”, vertelt Maria van der Heijden, directeur-bestuurder MVO Nederland. “Ondernemingen zijn gedwongen om steeds meer toekomstbestendig te gaan ondernemen en daarin ondersteunen wij bedrijven. Door informatie te delen, bijeenkomsten en werkbezoeken te organiseren, en kennis te delen proberen we ondernemers bij elkaar te brengen en samen met hen de transitie naar een duurzamer Nederland te realiseren.” digheden en
nog een behoorlijke noot die gekraakt moet worden, gaat Van der Heijden verder. “Veel ondernemers willen wel duurzamer gaan ondernemen door bijvoorbeeld minder plastic te gaan gebruiken of minder 2 CO uit te stoten. Maar worden belemmerd in de hoeveelheid regelgeving, die soms onbegrijpelijk is voor ondernemers. Tegelijkertijd vergt het niet meer inzetten van bijvoorbeeld plastic om een gedragsverandering. En daar is voldoende support voor nodig.” En dat is
Waar voorheen de focus lag op het zoeken en winnen van olie en gas, staat de energietransitie nu centraal.
duurzame producten stijgt en het kan ondernemers ook nog eens veel opleveren om duurzamer te gaan ondernemen. “Hier proberen wij ondernemers dan ook bewust van te maken”. Daarnaast kan een besparing in energieverbruik of het gebruik van circulaire grondstoffen zeer lucratief zijn. Elke onderneming bestaat bij gratie van de samenleving, aldus Van der Heijden. “Iedere ondernemer wil met zijn of haar onderneming iets toevoegen aan de samenleving. Tegelijkertijd betekent dit dat alles wat zij doen ook impact heeft op de samenleving. En die impact moet positief en duurzaam zijn en niet alleen maar betrekking hebben op het milieu.” De vraag naar
werkt MVO Nederland naar een Nieuwe Economie. De thema’s zijn als een agenda voor ondernemers. “In de nieuwe economie streven ondernemers niet alleen naar geld, maar ook naar waarden als gezondheid, welzijn en harmonie met de omgeving. Hierbij wordt het vervuilen van het milieu duurder en loont het voor de ondernemers om schoon te produceren. Ook is het inmiddels duidelijk dat Nederland echt achterloopt met de energietransitie. De doelen liggen hoog en het tempo dat nu wordt aangehouden gaat niet snel genoeg.” MVO Nederland vindt dan ook dat er meer aandacht aan biodiversiteit moet worden besteed. Van der Heijden: “En een circulaire economie is onmisbaar in de nieuwe economie. We willen allemaal een steentje bijdragen aan een groene toekomst. Een groot aandeel daarin is weggelegd voor ondernemers en daarin ondersteunen wij hen graag om zo een (behoorlijk) tandje sneller richting een energieneutraal ondernemend Nederland te bewegen.” Middels zeven thema’s
Samen werken aan de versnelde realisatie van zonne-energie Recente ontwikkelingen drukken ons nogmaals met de neus op de feiten: de energievoorziening is de achilleshiel van de Europese en Nederlandse economie. Vanuit de Europese commissie komen nu plannen om de energietransitie te versnellen om autonomie en verduurzaming te realiseren. Grootschalige duurzame energie-oplossingen zijn de sleutel tot versnelling. Alliantie Zon, een samenwerking tussen grootschalige zon-ontwikkelaars GroenLeven, Kieszon, Solarfields, Sunrock en TPSolar, staat klaar om in Nederland haar bijdrage te leveren aan de versnelling door de realisatie van grootschalige zonne-energie. Dit is niet zonder uitdagingen, maar gelukkig zijn de oplossingen voorhanden. Het benutten van het regionale aanbod en beschikbare projecten Het aanbod vanuit de 30 regionale energie strategieën is 55 TWh in 2030, waarvan 26 TWh door zon wordt ingevuld (met draagvlak voor ~50% op dak, ~50% op land). Onze coalitie heeft 4 TWh aan projecten extra klaar staan om invulling van het potentieel en de gewenste versnelling te realiseren. De bottleneck van de energietransitie: het 35 TWh plafond De duurzame energiesector kan meer capaciteit realiseren in kortere tijd maar wordt belemmerd door een achterhaalde afspraak uit het Klimaatakkoord 2019: een plafond van 35 TWh voor hernieuwbare energie op land. Inmiddels weten we dat de vraag naar duurzame energie groter is door elektrificatie, groene waterstof ambities en verhoogde (EU) klimaatdoelen. Daarnaast willen we door geopolitieke verschuivingen sneller naar een autonome energievoorziening. Er is voldoende draagvlak (zie 55 TWh aanbod RES), omwonenden kunnen participeren en er worden strenge eisen gesteld aan een goede landschappelijke inpassing. Er is dus veel potentie om
versneld meer capaciteit te realiseren en daarom moet het achterhaalde 35 TWh plafond zo snel mogelijk worden geschrapt zodat duurzame energie ongelimiteerd snel fossiele energie kan vervangen. Lokaal ruimte geven aan zonne-energie projecten op land Zonne-energie is succesvol geweest in de verschillende subsidieronden (SDE+) en speelt een prominente rol in de regionale energie strategieen. Op dit draagvlak willen we voortborduren en in overleg met lokale overheden zoeken naar mogelijkheden voor grootschalig zonprojecten met maatschappelijk draagvlak. Vijf oplossingen voor het congestieprobleem op het elektriciteitsnet Nederland is goed op weg met de energietransitie. Maar het elektriciteitsnet loopt vol waardoor de voortgang vertraagt. Onnodig! Met deze vijf oplossingen kunnen we het congestieprobleem op het elektriciteitsnet overwinnen en de energietransitie versnellen.
Vijf oplossingen voor het opstoppingsprobleem op het elektriciteitsnet 1
5
Opslagcapaciteit realiseren
2
Energy hubs
4
Verschuif stroomvraag
3
Piek slim aftoppen
Zon met wind combineren
Bron: MJ Hudson analyse 2
Laat ons helpen Samen kunnen we de energietransitie versnellen.
32 TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
Zonne-energie wordt volwassen Energietransitie
Zonne-energie is niet meer weg te denken uit ons land en speelt dan ook een belangrijke rol in de energietransitie. Echter, er zijn nog een aantal uitdagingen die uitrol op grotere schaal momenteel nog in de weg staan. Het is belangrijk deze de komende jaren weg te nemen, om volop te kunnen profiteren van de voordelen van zonne-energie.
Tekst: Marjon Kruize Foto: Andreas Gucklhorn
D
at zonne-energie
belangrijke bijdrage levert aan de energietransitie is inmiddels duidelijk, vertelt Erik Snijders, voorzitter PV Consumenten bij Holland Solar. “Zonnepanelen zijn relatief makkelijk schaalbaar, de technologie is bekend en goed ontwikkeld en zonnepanelen zijn relatief makkelijk toepasbaar. En daarnaast is het voor zowel particulieren als zakelijke klanten de goedkoopste bron van groene stroom. Grote voordelen dus.” een
Het draagvlak voor zon is in principe goed, maar de consument is nu nog vooral geïnteresseerd in zon op het dak. nog enkele uitdagingen die de brede uitrol van zonne-energie in ons land belemmeren, vertelt Snijders. “Onder andere door congestie op het net. We zien nu al dat we niet alle zonne-energie die we in de zonnige maanden opwekken kunnen gebruiken op het netwerk en dat zal met de komst van meer zonnepanelen alleen maar ingewikkelder worden. Daarom proberen we zoveel mogelijk te realiseren dat klanten hun zelf opgewekte stroom ook gebruiken.” Toch zijn er
de maanden dat er minder zon is, en op plekken waar geen zonnepanelen op het dak liggen, hebben we natuurlijk stroom nodig. “Netbeheerders doen hard hun best om alle zonnestroom op het net te krijgen door te investeren in volEchter, ook in
doende capaciteit. Daarnaast kijken wij als zonnesector ook naar andere slimme oplossingen, zoals opslag in batterijen. De overheid zou daarin een leidende rol op zich kunnen nemen door het gebruik van grootschalige en kleinschalige batterijen te stimuleren met behulp van subsidies. Zo kunnen we de netten ontlasten.”
Als we vooruit gaan kijken wordt die rol in de toekomst alleen maar groter wegens de toenemende energievraag. zon is in principe goed, maar de consument is nu nog vooral geïnteresseerd in zon op het dak. “Hiervoor is ook een voor de consument aantrekkelijke salderingsregeling opgezet”, vertelt Snijders. “Maar alleen zon op dak is niet genoeg om in de groeiende energiebehoefte te voorzien. Ook zon op land is noodzakelijk en daarvoor is voldoende maatschappelijk draagvlak essentieel. Daarom Het draagvlak voor
is het belangrijk in gesprek te gaan en deze parken zorgvuldig aan te leggen met respect voor omwonenden en de natuur. Het is belangrijk te laten zien dat zonneparken juist een meerwaarde kunnen opleveren voor de biodiversiteit. Je kan er iets heel moois van maken en wij vinden dan ook dat dat echt een randvoorwaarde moet zijn voor zonneparken. Daarom investeren we als sector gezamenlijk in grootschalige onderzoeken die het mogelijk maken op deze meerwaarde echt tot stand te laten komen en hebben we een Gedragscode Zon op Land opgesteld die hierop toeziet.”
pelijk verantwoord gewerkt wordt. Daar zijn we als sector enorm van geschrokken. Toen er misstanden rondom dwangarbeid bij de productie van poly-sillicium, de belangrijkste grondstof voor de productie van zonnepanelen, aan het licht kwamen zijn we gelijk in actie gekomen. Voor ons als sector is dit onacceptabel. We zijn nu via Holland Solar in gesprek met de overheid, leveranciers en de Europese branchevereniging om hier actie op te ondernemen. Ook starten we samen met de Sociaal-Economische Raad (SER) een project om de keten in kaart te brengen zodat we kunnen garanderen en proactief kunnen aantonen dat panelen die we in Nederland en Europa gebruiken duurzaam, zonder gedwongen arbeid, geproduceerd worden.”
Met zonnepanelen kan op een makkelijke manier duurzame energie gerealiZonne-energie seerd worden. is niet meer weg te denken uit ons Als laatste is ook ketentransparantie van groot belang land en speelt voor de sector, vermeldt Snijdan ook een beders. “We kwamen er dankzij langrijke rol in de verschillende publicaties achter dat er in de keten nog energietransitie. niet altijd volledig maatschap-
Alleen zon op dak is niet genoeg om in de groeiende energiebehoefte te voorzien. Ook zon op land is noodzakelijk en daarvoor is voldoende maatschappelijk draagvlak essentieel.
uitdagingen het hoofd kunnen bieden, kan zonne-energie een maximale bijdrage leveren binnen de transitie naar duurzame energie. “Met zonnepanelen kan op een makkelijke manier duurzame energie gerealiseerd worden, omdat het makkelijk te plaatsen en op te schalen is en omdat het een van de goedkoopste vormen van groene elektriciteitsproductie is. Daarnaast is het ook een van de meest betrouwbare bronnen van groene stroom. Dus een investering in zon betaalt zich altijd terug. Als we vooruit gaan kijken wordt die rol in de toekomst alleen maar groter wegens de toenemende energievraag. Het is dus zaak dat we blijven werken aan de efficiëntie en kwaliteit van de sector.” Als we deze
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE 33
www.contentway.nl
TOEKOMST VA N DE MAATSCHAPPIJ
SOLEILA – PARTNER CONTENT
Van het Russische gas af met zonnepanelen op het dak
Wij hebben in Nederland voldoende oppervlakte. Alleen al met grote bedrijfsdaken kan je hier een aanzienlijke bijdrage aan leveren. “Het equivalent van vijftien procent van ons gasgebruik uitgedrukt in zonnepanelen is 125km2 zonnedak of weide”, vertelt Sieger Dijkstra, directeur van Soleila en expert op het gebied van zonne-energie. “Als we in Nederland alle daken groter dan 5000 m2 bij elkaar optellen komen we op 18.414 daken met een oppervlakte van 257 km2. Dat is dus twee keer zoveel!”
Het equivalent van vijftien procent van ons gasgebruik uitgedrukt in zonnepanelen is 125 km2 zonnedak. De energierekening flink omlaag Maar ook de ondernemers die eerst niet met zonnepanelen aan de slag wilden, zijn door de oorlog in Oekraïne aan het denken gezet, vertelt Dijkstra. “Velen willen niet langer afhankelijk zijn van Russisch gas. We zijn daardoor veel te
Soleila Scan de QR-code voor een gratis quickscan of ga naar www.soleila.nl
Sieger Dijkstra, Directeur Soleila kwetsbaar geworden. Energieprijzen zijn enorm gestegen en bovendien hebben we nog geen alternatief als Putin de kraan dicht draait. In je eigen energie voorzien is hiervoor een deeloplossing.” Om dit te bereiken hebben we grote uitdagingen te overwinnen. “Maar nood breekt wet”, stelt Dijkstra. “Er is nu een grote noodzaak om van het Russische gas af te komen. En dus moeten we ons niet te gemakkelijk uit het veld laten slaan. Inmiddels is er veel ervaring opgedaan met het tackelen van de obstakels rondom onze daken. Het gebrek aan netcapaciteit kan in een aantal gevallen bijvoorbeeld opgelost worden met accu’s of bijvoorbeeld door de stroom aan nabijgelegen bedrijven te leveren. En is een dak niet sterk genoeg, dan zijn er inmid-
dels mogelijkheden om dit betaalbaar te renoveren, ook als er geen geld is om het hele dak te verstevigen. Ook de financiering hiervoor is goed te regelen. We moeten dus niet denken in problemen, maar in oplossingen. Zeker nu.” Soleila wil ondernemers helpen en biedt bedrijven met een dak vanaf 3000 m2 daarom een gratis quickscan aan. “Met deze scan brengen wij alle mogelijkheden voor jou in kaart, en bekijken we samen hoe we jouw bedrijfspand geschikt kunnen maken voor een grootschalig zonneproject. Soleila heeft inmiddels veel oplossingen gevonden. Als het ons niet lukt dan is het echt niet mogelijk. Wanneer uit de scan blijkt dat je dak geschikt is, dan kunnen wij jou onderneming volledig ondersteunen bij het realiseren van een grootschalig zonnedak. Voor de meeste ondernemers is er altijd wel een mogelijkheid te vinden. Zonnepanelen op het dak zijn een prachtige oplossing om ons te helpen Russisch gas achter ons te laten, de energierekening laag te houden en bij te dragen aan de klimaatdoelstellingen. Beste ondernemers, het is nu tijd om samen die duurzame stap te zetten.
«
V
anuit een gevoel van onzekerheid en onmacht kunnen we samen met heel ondernemend Nederland kijken naar mogelijkheden om te verduurzamen. Want de mogelijkheden zijn er in vele soorten. Zo kunnen de Nederlandse ondernemingen een forse bijdrage leveren. Door meer gebruik te gaan maken van zon op het dak kan Nederland onafhankelijk worden van het Russisch gas.
Een gedeelte van deze daken is natuurlijk al voorzien van panelen en voor zo’n dertig procent van deze daken is al subsidie aangevraagd of verkregen, maar dat betekent niet gelijk dat al deze daken zonder meer worden voorzien van zonnepanelen. “In het verleden liepen dakeigenaren hierbij tegen allerlei obstakels aan”, vertelt Dijkstra. “Een groot deel van Nederland heeft bijvoorbeeld te weinig netcapaciteit, wat betekent dat je de opgewekte stroom niet kwijt kan op het net en dat is natuurlijk wel nodig. Daarnaast zijn niet alle daken geschikt voor zonnepanelen, bijvoorbeeld omdat ze niet sterk genoeg zijn. Gelukkig zijn dit soort uitdagingen inmiddels goed op te lossen. Tot slot zijn er nog altijd verzekeraars die er niet aan willen. Maar die worden gelukkig steeds schaarser.”
«
De afgelopen weken werd pijnlijk duidelijk hoe afhankelijk we in Nederland zijn van Russisch gas voor onze energie. Ongeveer vijftien procent van ons gas is afkomstig uit Rusland. Met het oog op de huidige oorlog in Oekraïne zit dat velen van ons niet lekker. Bovendien heeft dit voor veel bedrijven ook flinke nadelen. Gelukkig kunnen zij ook een deel van de oplossing bieden.
Er is nu een grote noodzaak om van het Russische gas af te komen. En dus moeten we ons niet te gemakkelijk uit het veld laten slaan.
34 TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
‘Veilig werken met gevaarlijke stoffen vraagt om bewustwording en kennis’ Chemische industrie
Meer dan 100.000 bedrijven in Nederland werken met gevaarlijke stoffen. Eén op de zes werknemers (dat is ruim een miljoen Nederlanders) heeft te maken met gevaarlijke stoffen op het werk. De risico’s op gevaren lopen daarbij uiteen van acute gevaren tot gevaren die de gezondheid op de lange termijn aantasten of zelfs leiden tot overlijden. Jaarlijks sterven er ongeveer 4100 mensen aan beroepsziekten, waarvan 3000 als gevolg van stoffenblootstelling. Tekst: Féline van der Linde Foto: Pixabay
“
De laatste jaren
wordt er steeds strenger gecontroleerd door de arbeidsinspectie of de veiligheidsvoorschriften worden nageleefd en nog veel
belangrijker: het bewustzijn bij bedrijven omtrent chemische veiligheid wordt steeds groter”, vertelt Iesja Westerbeek, hoofd redactie bij Toxic. “Bedrijven realiseren zich steeds meer dat zij verantwoordelijk zijn voor de veiligheid en gezondheid van hun werknemers. Ook op de lange termijn. ” het belangrijk om de veiligheid en gezondheid van hun medewerkers en toekomstige medewerkers voorop te stellen. “Tegelijkertijd kost dit veel geld, tijd en moeite. Sommige bedrijven hebben de middelen om hier een fulltime medewerker op te zetten, maar in vele gevallen is dit niet mogelijk. Bedrijven zijn echter wel verplicht om iemand verantwoordelijk te stellen voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers. Het levert ook veel op. Nieuw technisch geschoold personeel werf je makkelijker en je voorkomt boetes. De Veel bedrijven vinden
boete voor het niet hebben van een complete gevaarlijke stoffen RI&E bijvoorbeeld is sinds februari 2022 vijfduizend euro.” de Nederlandse Arbeidsinspectie 2022 heeft als hoofddoel dat bedrijven de risico’s van gevaarlijke stoffen zodanig beheersen dat er geen zware ongevallen meer optreden en dat werknemers geen gezondheidsschade oplopen ten gevolge van onder andere blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Wat kun je als bedrijf zelf doen om de risico’s van gevaarlijke stoffen in te perken? Westerbeek: “Allereerst moet een bedrijf gaan inventariseren met welke stoffen het allemaal werkt. Daarna moeten de risico’s van die stoffen in kaart worden gebracht in een productregister en vervolgens moet de geschatte blootstelling en het risico daarvan worden beoordeeld. Aan de hand daarvan kan worden bepaald wat passende vervolgstappen
zouden kunnen zijn. Een bedrijf kan bijvoorbeeld metingen laten uitvoeren, technische maatregelen nemen, of korter gaan werken met een gevaarlijke stof.”
Het jaarplan van
arbeidsziekten te verminderen als gevolg van blootstelling aan chemische stoffen wordt gebruik gemaakt van blootstellingsberekeningen en schattingen”, aldus Westerbeek. “Bedrijven kunnen deze berekeningen inzetten om inzicht te krijgen in de blootstelling bij hen op de werkvloer. Vaak is het een combinatie van daadwerkelijk meten en schatten.” “Om het aantal
blootstellingsschattingsmethodieken denk aan Stoffenmanager, ART en Ecetoc-tra (Toxic). Als een bedrijf de productregistratie en inventarisatie goed op orde heeft en dit bijhoudt, dan is die data geschikt voor blootstellingsberekeningen. “In de praktijk merken we wel dat dit moeilijk is voor Er zijn diverse
www.contentway.nl
bedrijven. Immers, nationale en internationale wetgeving, de samenstelling van het product, grenswaarden al deze zaken veranderen en moet je bijhouden. Er zijn gelukkig veel tools die de veiligheidsprofessional ondersteunen bij deze verplichte administratie en registratie. De nieuwste tools helpen je zelfs al bij het interpreteren van de veiligheidsdata, bijvoorbeeld bij het nemen van veiligheidsmaatregelen zodat je jouw RI&E gevaarlijke stoffen al in concept af hebt.”
Veel bedrijven vinden het belangrijk om de veiligheid en gezondheid van hun medewerkers en toekomstige medewerkers voorop te stellen.
Al deze ontwikkelingen
op de markt omtrent de veiligheid en gezondheid van medewerkers stemt Westerbeek positief. “Er zijn nog meer positieve ontwikkelingen gaande. Het bewustzijn neemt toe, er vinden meer inspecties plaats, en nog belangrijker: er is steeds meer kennis beschikbaar voor organisaties om gelijk een verschil te maken op de werkvloer. Denk bijvoorbeeld aan het Landelijk Expertisecentrum Stoffengerelateerde Beroepsziekten. Ook schadeafhandeling wordt steeds serieuzer genomen. Denk aan de Commissie Vergemakkelijking Schadeafhandeling bij Beroepsziekten. Er komt een financiële tegemoetkomingsregeling voor (ex-) werkenden die lijden aan een ernstige ziekte die is ontstaan door werken met gevaarlijke stoffen. Zo zie je dat er samen aan een wereld gewerkt wordt waarin werk geen leven meer kost. Dat is uiteindelijk natuurlijk het doel!”
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
CLAYTON – PARTNER CONTENT
Stoom van de hoogste efficiëntie Clayton of Belgium, dat sinds 1961 gevestigd is in Bornem, biedt een brede waaier van stoomoplossingen aan in de hele EMEA-regio. Clayton stoomgeneratoren hebben een sterke reputatie opgebouwd in de procesindustrie met stoommachines die beschikken over alles wat nodig is om industriële processen efficiënt, snel en veilig te laten verlopen. Deze stoommachines produceren stoom van de hoogste kwaliteit, terwijl ze toch compact zijn zodat ze in elke ruimte passen. Bovendien werken ze op een flexibele manier, zonder tijd en energie te verspillen. Hoe draagt Clayton bij aan de energietransitie? Vroeger paste de productie zich aan aan de stoommachine, nu past de stoommachine zich aan aan de productie. Daarbij is een stoomgenerator de meest geschikte oplossing omdat die snel kan bijschakelen en heel snel kan moduleren op de benodigde stoomvraag, wat we benoemen met ‘steam on demand’. Clayton is eveneens gespecialiseerd in stoom maken op basis van verschillende brandstoffen. Aangezien er minder beschikbaarheid is van fossiele brandstoffen, gebruiken we ook biobrand-
we op unieke wijze assembleren tijdens ons productieproces. Deze moderne spiraaltoepassing zorgt ervoor dat stoom maken efficiënt en veilig verloopt. Verder zijn onze machines ook geschikt voor hogedruk en oververhitte stoom. Met een speciaal rekenprogramma kunnen we de ROI berekenen van onze stoomoplossingen en via onze Remote Monitoring Systemen kunnen we onze installaties van een afstand opvolgen en bijsturen. Ook de waterbehandeling kunnen we op die manier opvolgen. Dat alles maakt dat wij onze klanten volledig kunnen ontzorgen. Door de kennis en het vakmanschap dat we in huis hebben, kunnen we steeds een antwoord bieden op de vragen van onze klanten. stoffen, warmterecuperatiesystemen, waterstof en slimme elektrificatie zoals warmtepompen en hybride toepassingen. Samen met de klant bekijken we waar stoom echt noodzakelijk is en welke manier het meest optimaal is om stoom te maken. Wat is de kracht van de Claytoninstallaties? Onze stoomgeneratoren worden allemaal op maat gemaakt in onze productieruimte in Bornem, België. Alle componenten zoals branders, pompen en warmtewisselaars
worden hier vervaardigd en dat is onze kracht. In de vestiging in Bornem hebben we engineering, R&D en productie, maar staat ook een heel team van de dienst na verkoop klaar voor de verdere opvolging, onderhoud en service van de machines. Wat is de technologie achter Clayton? Sinds 1931 maakte Clayton als eerste gebruik van het tegenstroomprincipe, wat zorgde voor het zuinige model en compacte design. Wat ons onderscheidt van traditionele stoomketels is onze gepatenteerde verwarmingsspiraal, die
Meer weten? Kijk dan op: www.claytonsteam.com
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl www.contentway.nl
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE 35
TOEKOMST VA N DE MAATSCHAPPIJ
CHEMPORT EUROPE – PARTNER CONTENT
Noord-Nederland is de springplank voor groene chemie
Wat ik van bedrijven terug hoor, is dat ze zich welkom en geholpen voelen. Het faciliteren van die partijen is onze taak. Reinder Jacobi
«
Het succesvol sluiten van waardeketens in zo’n klein gebied, dat zie je niet vaak. Errit Bekkering
«
Pionieren, experimenteren, opschalen Om dat zo goed mogelijk te kunnen, bestaat Chemport Europe. Dat is een samenwerkingsverband van partijen in Noord-Nederland die hetzelfde doel nastreven: de voorsprong die de regio heeft op het gebied van groene en duurzame chemie verder uitbouwen. De noordelijke regio krijgt steeds meer faam als gebied waar gepionierd en geëxperimenteerd wordt, waar startups een ecosysteem treffen waarin ze snel op kunnen schalen. Of, zoals Errit Bekkering van Chemport Europe het beschrijft: ,,We zijn hier groot genoeg om méé te spelen en klein genoeg om mee te spélen.’’ Van bovenaf beschouwd is NoordNederland een wereldeconomie in het klein. Van de verbouw en aanvoer van grondstoffen via testfase en opschalen
tot industriële productie; alles vindt er plaats. Omdat de chemische industrie van oudsher sterk vertegenwoordigd is, is de afname van nieuwe, duurzame grondstoffen en producten ook gegarandeerd. Allemaal binnen één en hetzelfde ecosysteem. ,,Dat noemen wij de waardeketens, en dat je die in zo’n klein gebied gesloten krijgt, dat zie je niet vaak’’, zegt Bekkering. ,,Een voorbeeld? Hier worden afgeschreven windmolenbladen gedemonteerd, tot kleine stukjes vermalen, en gerecycled, zodat er op den duur weer nieuwe wieken van worden gemaakt. En die kunnen dan weer vanaf Noord-Nederland de zee op.’’ Waterstof is nog zo’n typisch voorbeeld waarin Noord-Nederland vooroploopt. Groene stroom die in de Eemshaven aan land komt is de basis, de chemische industrie verderop neemt de groene waterstof al af. Vergaande plannen voor verdere distributie en productie liggen klaar. Afval bestaat straks niet meer. Op verschillende plekken in Noord-Nederland worden afvalstromen opgewaardeerd tot grondstoffen die in de directe omgeving verwerkt worden.
«
K
omende maand start Avantium de bouw van ‘s werelds eerste commerciële fabriek voor de grootschalige productie van FDCA, een belangrijke plantaardige grondstof voor een nieuw type plastic. De unieke fabriek komt in Delfzijl, vlakbij de plek waar Clariter komende tijd de al even bijzondere fabriek voor recycling van plastic neerzet. Ook producent van biologische plasticgrondstoffen BioBTX strijkt hier neer, net als biokerosine-pionier SkyNRG. Dat deze duurzame initiatieven juist in Noord-Nederland plaats vinden, is goed te verklaren. De ligging aan zee, waar grote hoeveelheden windstroom aan land komen, speelt een belangrijke rol. Het agrarische achterland is een bron van biogrondstoffen. Onderwijsinstellingen vlakbij denken mee en leveren talent. Personeel is minder schaars dan in andere landsdelen. En heel belangrijk: ruimte is er in overvloed, in zowel letterlijke als figuurlijke zin. Reinder Jacobi houdt zich namens de provincie Groningen voor Chemport Europe bezig met die ‘figuurlijke ruimte’. ,,Wat ik van bedrijven terug hoor, is dat ze zich welkom en geholpen voelen.
In Noord-Nederland verwelkomen we mooie initiatieven met open armen, zeker op het gebied van duurzame chemie en industrie. Het faciliteren van die partijen is onze taak.’’
«
Noord-Nederland wordt steeds belangrijker voor de groene chemie. Onder de noemer Chemport Europe volgen de ontwikkelingen zich er snel op. Duurzame fabrieken, pionierende scholen en faciliterende overheden bouwen aan unieke waardeketens, waar vergaande samenwerking de sleutel is.
Chemport Europe https://www.chemport.eu/ Groningen Seaports - Heveskes terrein - bouwrijp voor groene chemie. Foto Koos Boertjens (noordinbeeld.nl)
Bioplastics in een unieke waardeketen Daartussenin werken bedrijven en instellingen samen met hogescholen, MBO’s en de universiteit continu aan verbeteringen en vernieuwingen. Reinder Jacobi: ,,Dat geldt voor alle facetten van de groene chemie. De onderwijsinstellingen zijn vertegenwoordigd in Chemport Europe. Dat betekent dat input uit onderzoek rechtstreeks bij de bedrijven belandt en andersom, dat vraagstukken vanuit de industrie snel worden opgepakt door de scholen. Nog sterker: het curriculum kan snel worden aangepast als blijkt dat daar vanuit de bedrijven behoefte aan is.’’ Zo’n zelfde waardeketen zie je sterk in de bioplastics. Die worden geproduceerd in de regio in Emmen en Delfzijl en ook weer gerecycled op die plekken. CuRe in Emmen is er in geslaagd PET chemisch te recyclen en werkt aan meer en betere vormen van polyesterrecycling. NoordNederland laat zien dat de voorspelde groei in de productie van nieuwe plastics op basis van fossiele grondstoffen sterk verminderd kan worden door het opschalen van nieuwe technologieën. Chemport Europe is een poort, de toegang tot een mix van pionierende startups, gevestigde bedrijven, volop talent, onderzoek, meedenkende overheden en heel veel ruimte om te ondernemen. De samenhang en coöperatie zijn typisch Noord-Nederlands, de kansen en mogelijkheden zijn van wereldformaat.
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl
36 TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE
Veilig industrieel reinigen Procesindustrie gaat voorop in verduurzaming voor mens en milieu Chemische industrie
Bij industrieel reinigen gaan veiligheid, duurzaamheid, milieu en kostenbesparingen uitstekend samen. Tekst: Marc van der Sterren
V
eiligheid is niet enkel
veiligheid des persoons, in de wereld van het industrieel reinigen spelen duurzaamheid en milieu minstens zo’n grote rol. “Maar het moet wel betaalbaar zijn”, relativeert Guus Euwen. “Zonder betaalbaarheid geen duurzaamheid.” Hans Borgt en Guus
Euwen, voorzitter en vicevoorzitter van de werkgroep Chemisch Technisch Reinigen bij de Stichting Industriële Reiniging (SIR), vullen elkaar uitstekend aan. Borgt is bij Dow verantwoordelijk voor de strategische en technische invulling van het industrieel reinigen en is vooral geprofessionaliseerd in alle vormen van mechanisch reinigen. Euwen is binnen de Altena Group eindverantwoordelijke kwaliteit, Arbo en milieu en is binnen SIR expert op het gebied van chemisch technisch reinigen. Betaalbaarheid van reinigen en
duurzaamheid gaan uitstekend samen. Kijk alleen al naar besparingen. Wie minder reinigingsmiddelen en brandstoffen verbruikt, is op dit punt al goedkoper en milieuvriendelijker uit. Maar ook de factor tijd speelt een rol. Reinigen mag niet te lang duren, legt Euwen uit. “Stel dat een groot bedrijf drie dagen stilligt, dan kan dat al een miljoen euro winst kosten.” Vandaar dat het ook
goed is te bedenken: hoe schoon moet het eigenlijk zijn? “Schoon is relatief ”, stelt Borgt. “Moet het schoon zijn voor de inspectie, voor
je eigen werkzaamheden of voor de levensduur van machines?” De ontwikkelingen in het
industrieel reinigen staan niet stil. Als voorbeeld noemt Euwen het reinigen van een tank. “Vroeger werd er een gat in de tank gemaakt en werd alle rommel uit de tank geschoven, dan was je ervan af. Later gingen schoonmakers met gaspakken de tank in om het afval netjes af te voeren. Nu gaan er steeds minder mensen in een tank, vanwege de persoonlijke veiligheid. Het reinigen wordt volledig overgelaten aan robots, die op afstand bestuurbaar zijn.” De hoeveelheid afvalstoffen
Bij industrieel reinigen gaan veiligheid, duurzaamheid, milieu en kostenbesparingen uitstekend samen. wordt bovendien stukken minder, omdat veel reststoffen te scheiden zijn om geheel of gedeeltelijk opnieuw te gebruiken. Borgt noemt water en olieproducten. “Die producten kun je meestal hergebruiken, water kun je zuiveren zodat het in het riool kan.” Besparingen die direct wat
opleveren voor zowel het milieu als de portemonnee zijn er genoeg. “Vroeger gebruikten ze gewoon een zo groot mogelijke pomp als er gereinigd moest worden met hoge druk”, vertelt Borgt. “Nu wordt er eerst gekeken: hoeveel druk is er nodig? En welke pomp heb je daarvoor nodig? Zo voorkom je dat je te veel water en brandstof verspilt.”
Op het vlak van
chemie geldt hetzelfde, zegt Euwen. “Vroeger gebruikte je oplossingen van 3 tot 5 procent. Je had ook maar enkele producten. Nu heb je een hele range van mogelijkheden en oplossingen van 0,5 tot 1 procent. Je gaat eerst kijken wat de vervuiling is, laat labtesten uitvoeren en weet exact wat en hoeveel je nodig hebt.” Robotisering, digitalisering en vooral
moderne meetmethoden hebben veel bijgedragen. “Tegenwoordig kun je al tijdens het stomen meten, dus stoom je nooit te lang.” En haast alles is te meten: “temperatuur, concentratie, druk. Je kunt precies instellen wanneer de alarmbellen af moeten gaan en binnen welke bandbreedte de apparatuur moet werken.” Ook kun je bepalen wat de beste methode en het beste moment is om te reinigen. “Zo kun je voorspellen wat een reiniging oplevert. Want het is lang niet meer alleen een kostenpost. Neem een machine. Als die op het juiste manier en op het juiste moment wordt gereinigd, gaan de onderdelen veel langer mee.”
Feiten De Stichting Industriële Reiniging heeft veilig werken als doelstelling. Hiervoor behartigt het de belangen in Nederland en België van de sector, bestaande uit opdrachtgevers, opdrachtnemers en leveranciers. De SIR werkt aan de laatste stand van de techniek en certificeert mensen en middelen.
Chemische industrie Nederland moet de lead nemen als het gaat om duurzaamheid, kwaliteit, veiligheid, efficiëntie. Tekst: Marc van der Sterren
N
ederland loopt voorop in
Europa als het gaat om deskundigheid en innovaties, om veiligheid, kwaliteit en duurzaamheid. Dit geldt zeker voor de procesindustrie. “Daar zit de aantrekkingskracht van Nederland in”, stelt Dethlef Pieters. Volgens de voorzitter van VOMI, de brancheorganisatie voor de procesindustrie heeft dat niet alleen met het opleidingsniveau te maken, maar ook met het karakter en de attitude. “Nederland wil altijd graag haantje de voorste zijn.” Hij roemt dit als kracht, maar,
waarschuwt hij, “We moeten oppassen dat we daar niet in doorschieten.” Nederland is een duur productieland. “We verdwalen soms in procedures en blijven maar polderen. Als regels te strikt worden, kunnen we de vooraanstaande positie wel eens verliezen,” vreest de voorzitter. Hij wijst nog maar eens op de aanstaande verhuizingen van grote multinationals als Unilever en Shell. “Onze havens en onze sterke logistiek houden ons echt wel overeind, maar als meer bedrijven ons land, of zelfs Europa ontwijken, dan komt onze positie onder druk.” Vraag Pieters naar het
belangrijkste thema binnen de procesindustrie, en hij zegt: “duurzaamheid”. Niet veiligheid, want dat ligt te zeer voor de hand. “Natuurlijk willen we in de eerste plaats dat mensen ’s avonds weer veilig thuiskomen. Dat staat boven alles. Maar economisch gezien draait het om duurzaamheid, om de energietransitie en het klimaat.”
Wat duurzaamheid betreft is
er vooral op de achtergrond veel gebeurd, vertelt Pieters. Pas de afgelopen twee jaar is daarover meer naar buiten getreden. “Als je kijkt naar de grote bedrijven: Naar de Eemshaven in Groningen, de groene waterstoffabriek in Vlissingen, Warmtelinq in Europoort of Chemelot in Limburg; overal draait het om energietransitie en verduurzaming.” En dat zal moeten, vindt hij, want alles eromheen verandert ook mee. De procesindustrie zal daarin een leidende rol moeten nemen vanwege de vooraanstaande positie in de keten.
Nederland wil altijd graag haantje de voorste zijn. Dat heeft ook met het karakter en de attitude te maken. Ook het belang van
de overheid is niet te overschatten, denkt de VOMI-voorzitter. De hele sector moet voldoen aan regels die voortkomen uit het regeerakkoord. Maar ook aanverwante sectoren. “Bouw, infra… Iedereen.” Dat geldt zelfs voor de retail en uiteindelijk de consument. “We zien dat steeds meer automobilisten elektrisch gaan rijden. De volgende stap is waterstof.” De overheid zal dit
hele proces voortstuwen, met regels en met subsidies. “We moeten dus met elkaar in gesprek blijven, om te sturen dat het overheidsgeld goed besteed wordt en dat het ten goede komt van de doelstellingen.” Het bedrijfsleven moet
slimme dingen doen en innovatief blijven, stelt Pieters. “Als VOMI zullen we daar op sturen. Onder meer
met opleidingen zodat we mensen klaarstomen voor de toekomst.” Want voldoende personeel blijft wel een issue. “Personeel is de basis van de bedrijven. Behalve nieuw personeel opleiden en werven moeten we ons inspannen om het huidige personeel te binden en te boeien.” Werknemers uit Oost-Europa
zijn inmiddels onontbeerlijk. “We moeten zelfs mensen van buiten Europa halen om het werk gedaan te krijgen”, verzekert Pieters. En ook dat neemt risico’s met zich mee. “Buitenlandse partijen zitten ook niet stil. Zij kunnen op termijn ook besluiten rechtstreeks aan klanten te leveren.” Dus moeten Nederlandse be-
drijven onderscheidend blijven, op het gebied van kwaliteit, veiligheid en certificering. “Onze klanten dienen dit te belonen bij tenders, zodat niet alleen de prijs bepalend is.” Toch is Pieterse wel blij met de buitenlandse partijen. “Zonder hen hadden we snel een nog groter personeelstekort. Als we als Nederland maar de lead blijven nemen.”
Feiten VOMI is de brancheorganisatie voor dienstverlenende bedrijven in de procesindustrie en behartigt de collectieve belangen als het gaat om veiligheid, kwaliteit en arbeidsmarkt. VOMI neemt deel aan het programma Veiligheid Voorop van VNO-NCW. Driehonderd bedrijven, onderverdeeld in zes regionale veiligheidsnetwerken en achttien aangesloten brancheorganisaties en vakverenigingen, wisselen hun best practices uit.
ADVERTENTIE
Lees meer interessante artikelen op contentway.nl www.contentway.nl
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ & INDUSTRIE 37
TOEKOMST VAN DE MAATSCHAPPIJ
OUTVIE – PARTNER CONTENT
De toekomst van de industrie vraagt om nieuwe vaardigheden
Wat vraagt het werken met nieuwe brandstoffen van uw medewerkers? Zijn er nieuwe veiligheidsrisico’s? Moeten ze met andere apparatuur aan de slag? De toekomst ligt ook in het digitale. Maken uw medewerkers al volledig gebruik van alle data en houden ze daarbij de cyberrisico’s in het achterhoofd? (Bij)scholing is essentieel voor de medewerker van de toekomst.
V
an IIR naar Outvie Outvie - zoals IIR sinds het begin van dit jaar heet - heeft een portfolio aan trainingen en conferenties die inspelen op de vraagstukken van de toekomst. “De markt is daarbij leidend”, zegt Margriet van Weperen, product development manager bij Outvie. “Wij blijven dezelfde kwaliteit leveren. Daar staat Outvie voor”, vertelt Van Weperen. “Het opleidingsinstituut biedt al 35 jaar trainingen en conferenties voor professionals aan. Wij zijn actief in de velden finance, data, legal, privacy en industry.”
« “Outvie organiseert evenementen die door de markt worden gedragen. De mensen in het veld geven aan van welke onderwerpen ze meer willen weten.” Niet googlebaar en van elkaar leren De industrie is een prettige sector om mee samen te werken. Het wordt gekenmerkt door relatief veel mannen die erg gepassioneerd zijn en vaak al vele jaren in het vak zitten. Ze staan met de voeten in de klei en willen graag de opgedane kennis direct toepassen in hun werk. Samen met haar team, maakt Van Weperen de producten voor de industriële sector. “Wat wij opzetten, moet niet te googlen zijn. Daarnaast is het belangrijk
dat onze evenementen door de markt worden gedragen. De mensen in het veld geven aan van welke onderwerpen ze meer willen weten.” Hierdoor kan Outvie ook altijd inspelen op de meest actuele problemen en ontwikkelingen. Centraal in de trainingen staat ook het delen van ervaringen. Men hoort van elkaar waar anderen tegenaan lopen en denkt mee hoe bepaalde problemen opgelost kunnen worden. Door de verschillende visies kunnen sterke oplossingen gevonden worden. De energietransitie Veel bedrijven zitten in de knel met de energietransitie. Van Weperen: “Het probleem van de energietransitie komt erop neer dat bedrijven op diverse aspecten moeten veranderen en in deze onzekere tijd al keuzes moeten maken voor de komende jaren. Wij willen bedrijven daarmee helpen.” Vanuit de markt komen er veel vragen over het toekomstige businessmodel van organisaties. Waarin en wanneer kunt u nu het beste investeren en hoe haalt u uw investering weer eruit? Ook komen er veel praktische vragen binnen over de toepassing van nieuwe (bio)brandstoffen, zoals de veiligheidsrisico’s en onderhoudsvereisten.
Outvie incorporeert het thema steeds meer als onderdeel in bestaande trainingen. In de toekomst komen er meer specifieke trainingen en conferenties op dit thema.
«
Waarom Outvie? De term betekent ‘jezelf overtreffen’, wat erg goed past bij het bedrijf. Niet alleen de organisatie die zichzelf wil overtreffen in de geboden kwaliteit, maar vooral wil helpen de deelnemers zichzelf te overtreffen. Dankzij onze trainingen en conferenties kunnen ze zichzelf verder ontwikkelen. Outvie stoomt de medewerker klaar voor de toekomst.
Het is essentieel dat uw medewerkers op een veilige, correcte en prettige manier kunnen werken. Een goed getrainde medewerker bespaart u geld, doordat processen soepeler verlopen. Digitalisering Digitalisering is al jaren een thema in de industrie. Outvie merkt dat er veel vraag is naar het beheer van de data: als u eenmaal de gegevens heeft, hoe haalt u dan de beste informatie eruit en baseert u uw beslissingen hierop? Om medewerkers hierbij te helpen, zijn er twee trainingen ontwikkeld: “Asset Informatiemanagement” voor asset managers en “Data Analytics for Predictive Maintenance” voor de onderhoudsmanagers. Ook rondom cybersecurity ligt een sterk groeiende marktvraag. Zo biedt Ouvie een nieuwe driedaagse “Basistraining Industriële Cybersecurity” aan.
Van Weperen: “Een aspect hierin zijn de ageing assets. Van fysieke assets weten we dat die twintig tot dertig jaar meegaan, maar hoe beveilig je een systeem dat nog op Windows 95 draait en niet geupdate kan worden?” Zorg dat uw medewerkers up-to-date zijn Met een veranderende organisatie komen nieuwe werkwijzes en eisen. Neem de omgevingswet: de vergunningsaanvragen veranderen en zonder de juiste kennis zit uw bedrijf straks zonder vergunning. Het is essentieel dat uw medewerkers op een veilige, correcte en prettige manier kunnen werken. Een goed getrainde medewerker bespaart u geld, doordat processen soepeler verlopen.
Outvie
Scan de QR code!
Bekijk het actuele opleidingsaanbod op outvie.nl/industry
Outvie staat letterlijk voor ‘overtreffen, voorbijstreven, uitblinken, winnen’ en dat is ook wat het voor ons als organisatie betekent. Onze kwaliteit ziet u terug in het delen van kennis en het ontwikkelen van netwerken en vaardigheden. Het volgen van een training of conferentie bij ons staat garant voor het ontmoeten van de beslissers uit de markt. Verbindend, networking, kwaliteit, excelleren en knowledge. Dát zijn de kernwoorden waar de collega’s van Outvie zich elke dag voor inzetten en als team aan werken.
Hét leerinstituut voor hoogspanning Omexom Institute is een opleidingsnetwerk voor de energiesector. Het biedt bedrijven en individuen de mogelijkheden om hun vaardigheden te versterken. Binnen de industrie- en energiemarkt is er grote behoefte aan nieuw talent en expertise om de doelstellingen van de energietransitie te bereiken. Omexom Institute inspireert mensen om van hun ideeën werkelijkheid te maken en op deze manier hun steentje bij te dragen aan het bereiken van deze ambitieuze doelstellingen. Deze aanpak sluit aan bij de ambitie van Omexom om de preferred partner te zijn van de spelers in de energiemarkt, waar Omexom oplossingen ontwikkelt voor alle spelers die elektriciteit opwekken, transformeren en distribueren.
Omexom Institute combineert verschillende leervormen die elkaar versterken.
Theorielessen
Praktijklessen
E-learning
De theorielessen worden gegeven in ons Institute in Assen. De groepen zijn klein en er is voldoende ruimte voor interactie. Zo kun je met elkaar en de docenten sparren, feedback geven en ontvangen.
Onze praktijklessen worden gegeven in hetzelfde pand. Dat is handig omdat we zo tastbare voorbeelden kunnen laten zien. Er is namelijk een complete en werkende hoogspanningsinstallatie opgesteld. De lesstof blijft nu eenmaal beter hangen als je het direct in praktijk kunt ervaren.
Het e-learningplatform van Omexom Institute brengt de kennis van alle Omexom collega’s over de hele wereld bij elkaar. Deze kennis wordt op deze manier voor iedereen toegankelijk
Virtual Reality Via Virtual Reality word je meegenomen in praktijkgerichte scenario’s binnen het energienetwerk. Zo worden je technische vaardigheden en veiligheidskennis vergroot.
Omexom Institute biedt momenteel diverse opleidingen en trainingen aan: • Opleiding Hoogspanningstechniek
• Training instrumentatie transformatoren
• Training kabelmontage tot 30 kV
• Training vermogensschakelaars
• Training veilig werken in de hoogspanning
• Training scheiders en aarders
Meer weten over deze opleidingen of Omexom Institute? Voor meer informatie over deze opleidingen en andere opleidingsmogelijkheden bij Omexom Institute, neem contact op met ons via institute.nl@omexom.com
De naam is nieuw, onze ambitie onveranderd Bij Nobian zijn we trots op onze geschiedenis van meer dan 100 jaar, waarin we zijn uitgegroeid tot een marktleider in industrieel zout, essentiële chemie en energietoepassingen. Zoutchemie vormt de basis voor veel industriële waardeketens en chemische productieclusters. Zo’n twee derde van alle industrieel geproduceerde goederen komt er ergens mee in aanraking. Zout is daarmee een onmisbare grondstof voor onze moderne samenleving, en een van de weinige grondstoffen die we in Nederland kunnen winnen. Onze producten, zout, chloor, loog, waterstof en energie, zijn essentiële bouwstenen voor bijvoorbeeld lichtgewicht materialen, wieken voor windmolens, coatings voor zonnepanelen, isolatiematerialen en medicijnen, maar ook andere essentiële toepassingen zoals lithiumbatterijen, aluminium, pvc, papier en betonvervangers. Onze geschiedenis begon in 1918 met de oprichting van de Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie, later als onderdeel van AkzoNobel. Sinds 1 juli 2021 is Nobian een zelfstandig bedrijf met zeven productielocaties in Nederland, Duitsland en Denemarken. Met 1600 collega’s werken we dagelijks onverminderd samen aan het realiseren van onze ambities.
#GrowGreenerTogether Volg ons ook op
www.nobian.com
Maar resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Daarom kijken we vooruit. Als marktleider in industriële elektrolyse is Nobian actief in de productie en opschaling van groene waterstof. We zijn betrokken bij de ontwikkeling van opslag van groene energie in zoutholtes, zoals waterstof en samengeperste lucht. Onze ervaring met het opslaan van aardgas helpt ons hierbij. Als jong bedrijf met meer dan 100 jaar ervaring willen we onszelf elke dag blijven verbeteren. Onze ambitie is om een van de duurzaamste chemiebedrijven van Europa te zijn. In 2040 zijn we klimaatneutraal, met 100% hernieuwbare energie. We kunnen dit natuurlijk niet alleen. We geloven in samenwerking met kennisinstellingen, startups en andere partners. Zo komen we verder. Met onze competenties uit het verleden en heden streven we ernaar om onderdeel te zijn van de industrie van morgen. Via onze producten leveren we een bijdrage aan de energietransitie en het creëren van een groene economie.
Hallo Nederland! Wij zijn Baringa.
We willen het beste adviesbureau ter wereld worden. Naast onze bestaande vestigingen in Europa, de VS, Azië en Australië, hebben we nu ook een nieuw kantoor in Rotterdam. Vanuit Rotterdam ondersteunt ons Nederlandse team onze klanten in de Benelux, door samen met hen oplossingen te vinden voor de grootste uitdagingen waarmee de energiesector wordt geconfronteerd.
De energiesector staat aan de vooravond van ongekende veranderingen. Wij staan klaar om onze klanten hierbij te helpen. De energietransitie is echt begonnen. Door nieuwe technologieën, bedrijfsmodellen en veranderende regelgeving moeten organisaties hun bedrijfsvoering fundamenteel hervormen om een duurzame toekomst te kunnen waarborgen.
Klimaatneutraal worden Door elk element van hun bedrijf duurzaam te transformeren Moderniseren van netwerken Door gebruik te maken van nieuwe technologieën en digitalisering in het steeds complexere energiesysteem
Bij Baringa streven we ernaar een blijvende impact te hebben op onze klanten, het milieu en de gemeenschappen waarin we wonen en werken. Dit doen we door mensen op de eerste plaats te zetten en duurzame partnerschappen aan te gaan met onze klanten om echte veranderingen teweeg te brengen.
Reis met ons mee.
Waarde scheppen voor consumenten en aandeelhouders Door de kosten voor de energietransitie zo laag mogelijk te houden, ook voor de consument
We helpen onze klanten om de juiste weg te kiezen en de mogelijkheden van de energietransitie te benutten, door hen als partner te ondersteunen bij:
www.baringa.com Baringa | Hofplein 20 | Rotterdam | 3032 AC | Nederland