9 minute read

ONS DORP: AARDENBURG

Next Article
COLUMN REINILDIS

COLUMN REINILDIS

AARDENBURG

Stad van kikkers, pelgrims en kunstenaars

Advertisement

Het liefl ijke Aardenburg, vlak bij de zuidelijkste grens van West-ZeeuwsVlaanderen, heeft een rijk verleden. Maar dat niet alleen. De bevolking organiseert van alles om de levendigheid van het stadje te vergroten.

Aardenburg is oud, zeer oud. Al in de prehistorie moeten hier mensen hebben geleefd. Daarna volgden Galliërs en Romeinen, Vlaamse monniken en kooplieden van de Londense Hanze, Spaanse bezetters en protestantse Hollanders. De Fransen voerden in 1672 de Berenning van Aardenburg uit, maar ze kwamen er niet in. Een rijke historie, en die voel je. Als je door het stadje loopt, lijkt het alsof al die (on)genode gasten allemaal tegelijk weer de hoek om kunnen komen stormen. Nergens verdicht de geschiedenis zich zo als in deze stille straatjes met hun trapgevels, puien met opschriften van verdwenen winkeliers, kerken en gebouwen uit vele eeuwen. Tweeënhalfduizend zielen wonen hier, waarvan menige vergrijsd. Zeeuws-Vlaanderen krimpt, al is er een lichte kentering gaande. In de bloeitijd waren het er wel twintigduizend, zegt Rens Klaasse. Een ‘overkanter’, want geboren in Veere, maar hier opgegroeid. En een collega-journalist die me hier rondleidt. Een paar winkels zijn er nog, en verrassend veel restaurants en overnachtingsmogelijkheden, van B&B’s tot ‘het beste all-inclusive hotel van Nederland’ (en het enige). Maar de tijden dat hier Belgisch belastinggeld discreet kon worden weggesluisd in de vele bankfilialen (de best renderende van Nederland, naar het schijnt), waarna de rest werd uitgegeven aan copieuze diners, zijn voorbij. En die van de botersmokkel helemaal.

KUNSTBIËNNALE In Aardenburg leggen ze zich niet weemoedig neer bij het idee van tempo doeloe. Er zijn 22 florerende verenigingen, van carnavalsvereniging De Nachtuuln (nachtuilen) tot de Bachvereniging en de voetbalclub. En steeds meer culturele initiatieven. Alleen het openbaar vervoer is hopeloos, daarom halen Carlien de Backere en Willem de Stigter me van de ferry in Breskens. In het gezellig oud-bruine hotel-café-restaurant ’s Lands Welvaren aan de Kaai vertellen ze over het Kunstenfestival Aardenburg, dat zij bedachten. Een biënnale waar gerenommeerde kunstenaars en curatoren en honderd vrijwilligers aan meewerken. Jan Fabre, Henk Visch, Ate de Jong (in Aardenburg geboren) exposeerden al, en prinses Delphine van België is nu kandidaat. Het festival wordt dit jaar voor de derde keer gehouden, van 16 juli tot 4 september. Op twaalf locaties in Aardenburg en vijf in het Belgische Middelburg worden minstens vijfduizend bezoekers verwacht. Er is ook een literair programma, georganiseerd door uitgever Oscar van Gelderen. Daarnaast is er een laagdrempeliger variant, Aardenburg Amuseert, met een kunstmarkt, een brocantemarkt en

optredens van muzikanten, dansers en cabaretiers. Aardenburg zal in het 350ste jubileumjaar van de Berenning bruisen dat het een aard heeft. Met goed eten en drinken natuurlijk, want op drie kilometer ligt België.

B ZONDER BREAKFAST Vroeger lag de Kaai nog aan de haven, nu spuwen alleen vier bronzen kikkers nog water in een fontein. Camiel, Kobus, Gerrit en Jannis zijn vernoemd naar notabelen uit de omgeving. Toen de Aardenburgse fanfare in 1920 optrad in Kermit-groene uniformen, werden ze uitgescholden voor kikkers, en daar zijn de Aardenburgers nog altijd trots op. Jaarlijks wordt de Kikkerorde uitgereikt aan mensen die zich volgens de bevolking verdienstelijk hebben gemaakt voor Aardenburg. Op een wegwijzerbord zie ik dat Gent en Brugge niet ver liggen, net als Sluis en >

Toen de Aardenburgse fanfare in 1920 optrad in Kermit-groene uniformen, werden ze uitgescholden voor kikkers, en daar zijn de Aardenburgers nog altijd trots op

Hiernaast, boven: een lommerrijk wandellaantje bij de St Baafskerk aan het Ruiterkwartier; daaronder het voormalige raadhuis; hierboven Kees Wagenaar, troubadour van Fabela Rozo.

Cadzand. Met Rens loop ik onder de 17de-eeuwse Kaaipoort door, de enige overgebleven toegangspoort, ook wel Westpoort genoemd. In de sierlijk gebogen Weststraat voeren ooit bootjes met handelswaar af en aan, nu is hij drooggelegd. Achter de monumentale gevels vestigen zich tegenwoordig steeds meer kunstenaars, artiesten en ambachtslieden. We lopen Casa Portiera ABC (Art, Books and Coffee) binnen. Monica Martens stelde de benedenverdieping van haar grote huis open voor deze ‘opduikwinkel’ met boeken, kunst en koffie. Daarachter bevinden zich haar professionele restauratieatelier en haar lange tuin, waar in de zomer ook wordt opgetreden. Monica laat ons ook haar ‘B zonder Breakfast’ zien, een mooi zolderappartement met een prachtig panorama op het oude stadje. Wel waarschuwt ze voor de binten: “Het is hier vloeken of bukken.” De zeven vrijwilligers van de boekwinkel worden ‘aangestuurd’ door Rogier de Jong, een Groninger die drie jaar geleden hierheen emigreerde en vorig jaar werd uitverkoren tot stadsdichter, uit zeventig kandidaten. “Ik proefde in dit stadje meteen de liefde voor mooie dingen”, verklaart hij zijn komst. In zijn poëzie bezingt hij de rust van het Zeeuwse land. ‘Tussen dijken en kreken/ ben ik neergestreken/ Waar een milde zoute wind waait/ en de klei koud en taai is.’ Op de website van de Stadsraad prijken Rogiers zestien gedichten over Aardenburg. Dan vallen twee markante bezoekers op. Kees Wagenaar en Marjo van der Pols willen ons best ontvangen in hun winkel, even verderop in de straat. Hoewel, is Fabela Rozo (‘sprookjesroos’ in het Papiamento) wel een winkel? Eerder een rariteitenkabinet van gevonden voorwerpen en tweedehands kleding, of het overvolle decor van een theatervoorstelling. En dat is het ook, want ze spelen hier onder meer Alice in Wonderland, waar jong en oud erg van geniet. Daarnaast treedt Kees op als troubadour en Marjo als waarzegster, onder de naam Madame Roza. Ze vertelt hoe ze ooit een jonge vrouw onthulde dat ze een groot geheim met zich meedroeg. Later kwam ze die vrouw nog eens tegen met een klein kind. Het Rotterdamse stel kan in deze tochtige woning hun fantasie ongeremd uitleven. In de tuin staan beelden, een hippie-pipowagen en een houten bank van een veerboot waar Lenin en Stalin nog op kunnen hebben gezeten. Als je Kees moet geloven tenminste.

MOSSELEN & OLIEBOLLEN Die avond eet ik mosselen, want de r is in de maand. De volgende ochtend vervolgen Rens en ik onze tour door Aardenburg, dat in 1187 stadsrechten kreeg. Eerst nemen we een kijkje in het 17de-eeuwse Burgerweeshuis met zijn dubbele trapgevel en zijn fraaie regentenkamer, die helaas alleen op Monumentendag te bezichtigen is. Daarna lopen we over de Markt met zijn muziekkapel en Mossel- en Palinghuis Lekens, waar die avond de Belgische

volkszanger Danny Brendo zal optreden. We gaan de hoek om en komen bij de grote Sint-Bavo, ook Sint-Baafs genoemd. Deze kerk, waarvan het oudste deel uit 925 dateert, staat in de top honderd van Nederlandse monumenten en is het enige voorbeeld van Schelde-gotiek in ons land. Hulpkoster Gerard Taalman vertelt dat de oliebollen die hier ieder jaar met oud en nieuw uit naastenliefde worden gebakken, legendarisch zijn. Het imposante interieur van de vroeger katholieke kerk is helemaal gewit toen de protestanten hem in bezit namen, wat hem nog hoger en lichter doet lijken. Een passende setting voor de Matthäus-Passion, die hier jaarlijks wordt uitgevoerd door de Nederlandse Bachvereniging, in dezelfde bezetting als in Naarden. Begin 2022 moet er vanaf de kerk een verbinding komen naar een splinternieuw archeologisch museum. Daar zullen ook overblijfselen te zien zijn van het Romeinse castellum, een fort dat hier vanaf 174 na Christus is neergezet. In de Burchtstraat staat een maquette, daarnaast tekent zich de omtrek van een van de Romeinse vestingtorens af. Je zou nu >

Links: karakteristiek straatbeeld in Aardenburg; Carlien de Backere en Willem de Stigter van Kunstenfestival Aardenburg.Deze pagina: een overwoekerde villa in de Burchtstraat; karakteristiek standbeeld in de Tuimelsteenstraat.

Het imposante interieur van de vroeger katholieke kerk is helemaal gewit toen de protestanten hem in bezit namen, wat hem nog hoger en lichter doet lijken

'Stadsgids' Rens Klaasse; onder: de Sint-Baafs; rechts: een van de oude huizen aan de Tuimelsteenstraat.

Onder: historische muurschidering van Roland Spiessens in de Westmolenstraat; rechts: fraaie villa op de Markt; daaronder: de Kaaipoort, de enige overgebleven stadspoort. een van de middeleeuwse aarden wallen op kunnen gaan waar het stadje zijn naam aan dankt (‘aarden burcht’) en een kilometer of vijf wandelen. Maar wij lopen verder naar het beeld van Margaretha Sandra, een Aardenburgse die in het Rampjaar de Fransen weerstond. Monica noemde haar grappend Darth Vader, naar de kwaadaardige figuur uit Star Wars. Op een muurschildering van Ronald Spiessens verderop staat de Berenning afgebeeld.

KIKKERMUSEUM Op de Achterweg staat een minikapelletje, nieuw gebouwd door Dinique Bakkers en haar man Mark Moens. Dinique is voorzitter van de Stadsraad die de belangen van de Aardenburgers behartigt in de gemeente Sluis. Dat is volgens haar hard nodig, want de meeste middelen vloeien naar de kust, die nu eenmaal meer toeristen trekt. Dinique ontvangt me in haar winkel GROEN in de Weststraat, waar je bloemen en etenswaren kunt kopen. Achterin is een Kikkermuseum, ingericht met 1250 kikkers die Marc heeft verzameld, met op de achtergrond gekwaak van het ‘Zeeuws-Vlaams Kikkerkoor’. Dinique is ook koster van de kerk van Maria-Hemelvaart tegenover de winkel, beter bekend als Maria met de Inktpot. Volgens een legende zou Maria zijn verschenen aan een jonge wolwever die ter dood was veroordeeld. Ze had het kindeke Jezus op haar arm, maar ook een inktpot en een perkamentrol bij zich. Daar krabbelde het Christuskind iets op. Toen de man die rol aan de oudste schepen overhandigde, zoals Maria hem had opgedragen, werd hij prompt vrijgelaten. Nog steeds weet niemand wat er op die rol stond. Na dat wonder stroomden de pelgrims toe naar het Mariabeeld, dat behalve het Christuskind inderdaad een inktpot draagt, en zelfs nu komen er nog pelgrims naar de kerk. Dinique laat me de klokkentoren zien met twee grote klokken, de Jozef- en de Mariaklok. Als er een vrouw sterft wordt de Jozefklok

geluid, bij het overlijden van een man de Mariaklok, “want die heeft een donkerder klank”. Geheel logisch klinkt het niet. Terug in ’s Lands Welvaren ontmoeten we Joop Turk, een Zuid-Hollander die twintig jaar geleden de uitspanning overnam, zonder enige horeca-ervaring. Nu zijn dochter Natasja en haar vriend Stefan de Ket eigenaar en zijn andere dochter Ivanka helpt in de zaak. Echt geïntegreerd raak je in Aardenburg nooit, zegt Joop. “Je bent en blijft een keienwipper.” Maar iedereen is aardig en hij woont hier met veel genoegen. “Ze worden hier goed oud”, constateert hij. “100 of 104 is geen uitzondering. Hoe dat komt? Door de prettige manier van leven, denk ik.” En inderdaad, het is hier heerlijk rustig, zo tussen de zompige klei en de loom wuivende populieren. In heel WestZeeuws-Vlaanderen is geen enkel stoplicht te vinden, vertelde Willem me glunderend, alleen een paar rotondes. En toch… als we naar de veerboot terugrijden wijst Rens op een flitscamera. “Die brengt het meeste op van alle camera’s in heel Nederland.” • Echt geïntegreerd raak je in Aardenburg nooit, volgens Joop. “Je bent en blijft een keienwipper.” Maar iedereen is aardig en hij woont hier met veel genoegen. “Ze worden hier goed oud”

This article is from: