13 minute read

ANTIEKMARKT AREZZO

Next Article
MARINA-AVONTUUR

MARINA-AVONTUUR

©SHUTTERSTOCK/LORENZACCIUSS De antiekmarkt op de Piazza Grande.

Arezzo

Advertisement

Stad van een grote antiekmarkt, Vasari & La vita è bella

Het historische stadje Arezzo heeft vele trekpleisters, waaronder de middeleeuwse Piazza Grande waar twee keer per jaar het steekspel van de Saracenen plaatsvindt en elke maand de wereldberoemde antiekmarkt.

TEKST MALOU LAMMERTSE

Arezzo is gelegen tussen Florence en Perugia in het zonnige Toscane. De oude stad, gesticht door de Etrusken, wordt omgeven door groene heuvels, is rijk aan kunst en cultuur en heeft vele monumentale middeleeuwse gebouwen. Het historische centrum werd deels verwoest in de Tweede Wereldoorlog, maar toch heeft Arezzo ook na de wederopbouw nog steeds een dorpsachtige en romantische sfeer door de knusse straatjes en gezellige pleinen met terrasjes.

Piazza Grande

Middenin het centro storico ligt het schuin aflopende plein Piazza Grande, de perfecte uitvalsbasis om Arezzo te verkennen. Het plein is omringd door historische gebouwen met elk een eigen verhaal. In de zomer worden ze versierd met middeleeuwse schilden. Aan het plein ligt het imposante Palazzo delle Logge met zijn lange galerij, in de 16de eeuw ontworpen door schilder, architect en schrijver van Le Vite Giorgio Vasari. De kunstenaar woonde een groot deel van zijn leven in Arezzo aan de Via XX Settembre. Hij beschilderde zijn huis met de mooiste fresco’s. Tegenwoordig is zijn woning opengesteld als klein museum. De Piazza Grande en de galerij vormen het decor van een grote toeristische trekpleister: de antiekmarkt.

De antiekmarkt

Op 2 juni 1968, de Dag van de Republiek, werd in Arezzo de eerste antiekbeurs gehouden. Het zou een van de beroemdste evenementen in de Toscaanse stad worden. Het begon allemaal met het idee van antiekhandelaar Ivan Bruschi die in 1958 hier zijn antiekwinkel opende. Na een van zijn reizen naar Londen, waar Bruschi de Portobello-markt ontdekte, besloot hij zijn persoonlijke en professionele ervaringen te combineren met zijn liefde voor kunst, antiek en zijn stad. Zijn winkel groeide uit tot een antiekmarkt en om deze te promoten organiseerde Bruschi een reeks van evenementen die een enorm succes werden en de aandacht van het Italiaanse en internationale publiek trokken. De markt zette de stad weer op de kaart: persoonlijkheden uit politiek, cultuur en entertainment begonnen de beurs te bezoeken. Antiek werd een belangrijk onderdeel van de economische activiteiten >

De galerij aan de ‘bovenkant’ van de Piazza Grande tijdens de antiekmarkt. van de stad. Er kwamen winkels en pakhuizen bij en er was volop werk voor ambachtslieden. De welvaart bloeide op. De populaire beurs trekt elk eerste weekend van de maand ruim 20.000 antiekliefhebbers en handelaren. Inmiddels vult dit internationale evenement al meer dan vijftig jaar de charmante Piazza Grande. Het gemeentebestuur van Arezzo heeft het stokje overgenomen van Ivan Bruschi. Samen met de Arezzo Intour Foundation zorgen ze ervoor dat de antiekmarkt haar internationale imago behoudt. In zo’n driehonderd kraampjes bieden exposanten hun kunstvoorwerpen, meubels, juwelen, horloges, boeken, antieke prenten, wetenschappelijke en muziekinstrumenten en allerlei verzamelobjecten aan. En voor wie niet van antiek houdt: er is ook een uitgebreid assortiment aan vintage en kwalitatief hoogwaardige ambachtelijke producten.

La vita è bella-route

Sommigen herkennen het oude centrum van de stad uit de wereldberoemde film La vita è bella. De Italiaanse regisseur Roberto Benigni koos het centrum van Arezzo als een van zijn locaties. In de film uit 1997 is te zien hoe Guido en Dora, gespeeld door de regisseur zelf en Nicoletta Braschi, elkaar voor het eerst ontmoeten op Piazza Grande. Er is zelfs een La vita è bella-route die je meeneemt langs meerdere plekken verspreid door de stad, waar bekende scènes uit de film zijn opgenomen. Maar ook als je de film niet hebt gezien is het leuk om deze route te wandelen. Je komt zo op authentieke plekken terecht rondom het historische centrum waarbij je fijn kan dwalen in de wirwar van hellende straatjes.

Uitzicht over de stad

Giorgio Vasari heeft op de Piazza Grande niet alleen zijn stempel gedrukt met het Palazzo delle Logge, hij heeft ook de renovatie gedaan van Santa Maria della Pieve. Deze prachtige kerk valt op door zijn ronde en hoekige vormen en de honderden zuilen op de verschillende verdiepingen. De bouw van het naastgelegen gotische Palazzo della Fraternità dei Laici heeft tweehonderd jaar geduurd en is halverwege de 16de eeuw afgerond. Binnenin is een klein museum en via een trap naar boven kom je bij de astronomische klok uit 1552. Vanaf hier heb je een geweldig uitzicht over de antiekmarkt en zie je in de verte de heuvels van Toscane liggen.

Fortezza Medicea

Als je even wilt ontsnappen aan de drukte van de stad is een bezoek aan het Parco della Fortezza Medicea een aanrader. Hier zijn enkele horecagelegenheden te vinden en in de zomermaanden worden er

Er is zelfs een La vita è bella-route die je meeneemt langs meerdere plekken verspreid door de stad, waar bekende scènes uit de film zijn opgenomen

evenementen en openluchtconcerten georganiseerd. Het park ligt voor Fortezza Medicea; een vijfhoekig fort, in de 16de

eeuw gebouwd op de resten van een oudere citadel. Dit fort staat op het hoogste punt van de stad, op de heuvel van San Donato. Vanaf de wallen van het fort kijk je uit over de Arno en de valleien.

©ALEX DVIHALLY - DOC.BZ.IT

Piero della Francesca

Op de Piazza San Francesco staat de gelijknamige indrukwekkende basiliek. Het uiterlijk van de kerk is wat sober, maar het interieur is fantastisch. Basilica San Francesco werd bekend door de prachtige fresco’s van de 15de-eeuwse kunstenaar Piero della Francesca. De beroemdste is De geschiedenis van het ware kruis. Het is een serie van fresco’s die diverse verhalen uit de Bijbel verbeelden. Ze zijn geschilderd rondom het raam achter het altaar en op twee zijmuren van de kerk. Della Francesca deed er bijna dertien jaar over. Meer werk van hem is te bewonderen in de Cattedrale dei Santi Pietro e Donato, ook wel de Duomo genoemd.

Middeleeuws volksspel

Twee keer per jaar wordt op de Piazza Grande het steekspel van de Saracenen, ofwel de Giostra del Saracino, gehouden. Op de tweede zaterdag van juni is de nachteditie en op de eerste zondag in september maakt de antiekmarkt een keer per jaar plaats voor de dagspelen. Het plein wordt dan omgetoverd tot een middeleeuws spelterrein. Tijdens dit steekspel strijden deelnemers uit vier wijken om de eer. De stad is verdeeld in vier districten die ieder hun eigen kampioenen kennen. Met bijbehorende kleuren en vlaggen geven zij aan wie ze zijn. Het schouwspel van de Giostra staat bol van tradities en het kleurrijke evenement trekt, net als de antiekmarkt, ieder jaar veel bezoekers. •

TIPS

• Informatie over de antiekbeurs: fieraantiquaria.org

• Voor meer informatie over Arezzo:

Logge Vasari 13, Piazza Grande, Arezzo Tel. +39 0575 377468 discoverarezzo.com

Daphne Celine, herder in Ligurië ‘Hier leef ik het echte leven’

Daphne Celine, opgegroeid in het Gelderse Veenendaal, wist op haar negentiende dat Nederland niets was voor haar. Dat zij tien jaar later, verstoken van elke luxe, hoog op een Italiaanse berg als herder zou leven, had zij echter niet durven dromen.

Op een uur rijden van Sanremo, diep in het binnenland van Ligurië, geniet Daphne Celine (32) van haar leven als herder. Dagelijks trekt zij er met pakweg veertig schapen en geiten op uit. Pascolare is de Italiaanse verzamelnaam voor de zeven tot acht uur durende zoektocht naar vers gras, geurige kruiden en voedzame, lage planten waar de kudde gretig van eet. Als dank leveren de dieren de zuiverste melk, waar Daphne kaas van maakt die ze verkoopt. Een idyllisch bestaan, maar ik vraag mij af hoe Daphne tot deze levensstijl is gekomen en bovenal, hoe zij haar liefde voor de natuur combineert met de verantwoordelijkheid voor haar jonge gezin. Om daarachter te komen mag ik een dag met haar mee op pad.

Allerlei baantjes

Via het diepblauwe zeewater reflecteert de zon door het raam op mijn gezicht. Ik rijd over de wat mij betreft mooiste Italiaanse snelweg: met tientallen viaducten ligt hij langs de kust van de beroemde Bloemenrivièra gedrapeerd. Eerder sprak ik Daphne ter voorbereiding op onze ontmoeting. “Als administratief medewerkster zat ik mijn dagen uit op een saai kantoor van een reisorganisatie. Die baan diende om mijn studieschuld af te lossen. Ik besloot dat een leven vol do’s and don’ts die de maatschappij voor mij bepaalde, niet mijn toekomst kon zijn. Door mij naar Frankrijk te laten overplaatsen dacht ik de oplossing te hebben gevonden, maar op een camping vol Nederlanders kreeg ik het Spaans benauwd. Ik wist niet hoe snel ik daar weg moest komen. Eén voordeel: de stap naar het buitenland was gezet.” Stoer pakte Daphne allerlei baantjes aan. Als enige vrouw ging zij in een team van boswachters aan de slag. Haar taken liepen uiteen van houthakken tot stropers oppakken in de Franse staatsbossen. Ze wisselde ook makkelijk van werkgever. Boerderijen en druiventelers kwamen op haar pad. Koeienstront vegen, mais zaaien, druiven oogsten of lavendel knippen, ze draaide haar hand er niet voor om. Tussen de romantische wijnranken van de Provence leerde ze de Italiaanse Claudio kennen. Haar soulmate, zo bleek, met wie ze inmiddels twee kinderen heeft. Het laatste bewoonde dorp heb ik ruim twintig minuten geleden achter mij

gelaten. Het bergpad wordt alsmaar smaller en klimt via ontelbare haarspeldbochten steil omhoog. Regelmatig moet ik mijn 4x4 twee tot drie keer manoeuvreren om een bocht te maken. Op enkele punten klap ik mijn zijspiegels in om de Ford ongehavend langs vervallen ruïnes te loodsen. Dat lukt niet altijd… Als zich op rechts een rotswand zowat ín mijn auto bevindt en op links een afgrond zonder vangrail, raak ik in paniek. Met het zweet op mijn bovenlip bel ik Daphne. “Ja dat klopt, dat is de laatste, engste bocht, je bent er bijna!” Deze mensen zijn gek, denk ik. Wie wil nu zó afgezonderd leven met twee kleine kinderen?

Volledig autonoom

Timo en Rino rennen mij enthousiast tegemoet als ik aankom. Twee typisch Nederlands ogende, guitige bergkleuters

groeten mij in het Italiaans, waarna ik Daphne mijn laatste gedachte opbiecht. “Ja dat hoor ik vaker. Wij leven hier afgezonderd van de buitenwereld. Dat is wat ík wilde, maar ik ben mij ervan bewust dat ik mijn kinderen moet voorbereiden op de samenleving die onder aan de berg op hen wacht. Enkele dagen per week gaan ze naar een peuterspeelzaaltje, in het dorpje waar je onderweg bent doorgekomen. Koste wat kost wil ik voorkomen dat de jongens vervreemden van het leven ‘beneden’. Zo kunnen ze later zelf een weloverwogen keuze maken voor hun eigen toekomst.” Het ‘Heidi-huisje’ waar het gezin nu een paar jaar woont biedt vrij uitzicht over de toppen van Ligurië en over het dal dat zo’n 800 meter lager ligt. Boven een veld van gele en witte alpenbloemetjes wappert de was in een frisse lentebries. De kat knort vredig op een bank op de veranda en drie honden spelen met een stukje hout. Op een half uur van de bewoonde wereld ben ik in het paradijs op aarde. Hier ontbreekt iedere vorm van luxe, maar het leven is minder primitief dan je zou verwachten. Er zijn geen aansluitingen op het gemeentelijke water- en energienetwerk, maar de combinatie van eeuwenoude tradities en moderne technieken maakt dat het de familie hier aan niets ontbreekt. Drinkwater wordt uit natuurlijke bronnen omhooggepompt en de zonnepanelen leveren de benodigde energie. “Het is een kwestie van keuzes

Tussen de romantische wijnranken van de Provence leerde ze de Italiaanse Claudio kennen. Haar soulmate, zo bleek, met wie ze inmiddels twee kinderen heeft

De roodharige Timo en zijn grote broer Rino hebben het reuze naar hun zin. >

De schapen volgen de geiten. Rechterpagina: de pup bewaakt de kudde; de twee bergkleuters; zelfgemaakt brood en schapenkaas als lunch. maken. Wil ik de wasmachine laten draaien of de lampen aan.” Met haar moestuin wil Daphne in de toekomst volledig autonoom zijn. “Als ik het bekende pak suiker ben vergeten, kan ik niet bij de buren aankloppen”, grapt ze. “Maar goed, voor de kids moeten we sowieso een paar keer per week de berg af. Planning is alles.” Trots gaan haar zoons mij voor richting drie ruïnes op steenworp afstand. Deze zijn omgebouwd tot stallen. Een paard, de geiten en uiteraard de schapen die �s nachts worden bewaakt door een puppy van vier maanden, vinden hier hun onderkomen. “Is-ie niet schattig? Helaas mag je hem niet knuffelen. Om de veiligheid van de schapen te garanderen – er leven hier namelijk nogal wat wolven – moet de pup één worden met de kudde, niet met ons. Zo zal hij zijn schapenbroers en -zussen in de toekomst met zijn leven verdedigen.” Na enige voorbereidingen geeft Daphne haar jongens een zoen. Met stevige bergschoenen onder onze voeten kan het herderen beginnen. We zijn nog geen twee minuten onderweg als de jongste van drie compleet overstuur naar ons komt toegerend. Nee, niet omdat mama weggaat, maar omdat mama haar wandelstok is vergeten.

Hard leven

Op Sardinië heb ik regelmatig herders met hun kudde voorbij zien komen, maar er deel van uitmaken is een bijzondere ervaring. De samenwerking tussen mens en hond maakt de meeste indruk. Met simpele commando’s als ‘links, rechts, achter, vooruit en verzamel’ weet Daphne de kudde te drijven. “Ik heb niets met de wegwerpmaatschappij.

We moeten terug naar waar het om draait. Leven in harmonie met wat ons omgeeft.” “Dat is een mooi ideaal,” merk ik op, “maar hier in the middle of nowhere lijkt dat meer op overleven.” “Het is een hard leven”, beaamt Daphne. “Niets is voor niets, maar het brengt je tot de essentie en dat geeft rust. Ik ben geen hippie hoor! Maar meer dan aarde, lucht en natuur heb je niet nodig. Herderen is het oudste beroep ter wereld. Het was een makkelijke keuze voor mij. Een hele dag stress om verzekeringen, huur en leningen voor onnodige luxe te kunnen afbetalen óf leven in vrijheid van het weinige dat je nodig hebt.” Na anderhalf uur lopen strijken we neer in de schaduw van een olijfboom. Zelfgebakken brood, een schapenkaasje en een (gekochte) salamiworst komen uit Daphne’s rugzak. Terwijl ze met een zakmes mijn lunch bereidt vraag ik

haar wat er leuk is aan een schaap. “Dat vroeg ik mij ook af, geiten leken mij veel socialer, grappiger en actiever. Dat is trouwens de reden waarom zij deel uitmaken van een schapenkudde. Met geiten communiceer je makkelijk. Zij laten zich herderen. De schapen volgen de geiten. Toch kan een schaap heel aanhankelijk zijn en om een knuffel vragen.”

“Ik heb niets met de wegwerpmaatschappij. We moeten terug naar waar het om draait. Leven in harmonie met wat ons omgeeft”

Kinderen op sleeptouw

In deze periode wisselen Claudio en Daphne elkaar dagelijks af, maar als Claudio weg is om bij een landbouwbedrijf wat extra’s bij te verdienen staat Daphne er alleen voor. Dat zijn lange, zware dagen. “Het komt voor dat ik de kinderen dan op sleeptouw neem. Van maart tot oktober is herderen een dagelijkse verplichting. In de winter daarentegen staat de kudde in een klein weilandje, dat zijn rustiger tijden. Gedroogd hooi en korrels volstaan dan als dieet.” Ze wijst naar twee schapen die onder de olijfboom naast ons staan te grazen: “Zie je dat? Een schaap staat nooit stil. Deze dieren moeten in beweging blijven terwijl ze eten, minstens zes uur per dag!” In kleermakerszit, omgeven door het kniehoge gras, ver van mijn dagelijkse besognes, maakt de rust zich van mij meester. Daphne reikt me een stuk brood aan en glimlacht. “Je bent gelukkig”, stel ik. “Zo vrij als een vogel. Jazeker, hier heb ik het echte leven gevonden.” •

This article is from: