27 minute read

Livres

Next Article
Maison

Maison

Moordmysterie in de Alpen

In het afgelegen skioord St. Antoine blijken vier Britten op mysterieuze wijze omgekomen. Allen waren ze aandeelhouder van Snoop, een populaire app waarmee je live de liedjes kunt beluisteren die beroemdheden draaien. Vijf dagen eerder waren ze naar het skioord gekomen om de toekomst van het bedrijf te bespreken. Maar de twee directeuren, Eva en Topher, werden het niet eens. Eva wilde Snoop voor miljarden doorverkopen aan investeerders, terwijl Topher zijn levenswerk wilde veiligstellen. Beiden vestigden ze hun hoop op Liz, een oud-collega die indertijd door iedereen werd genegeerd. Maar kon zij wel een onafhankelijke keuze maken, met zoveel op het spel? Ruth Ware staat internationaal bekend om haar psychologische misdaadthrillers. Tot het eind houdt ze de lezer in spanning over de identiteit en het motief van de moordenaar. Ruth Ware, ‘Een voor een’, Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, €20,99.

Advertisement

Livres

Zoektocht naar thuis

De twee Joodse broertjes Moses en Jacob Stein moeten tijdens de Tweede Wereldoorlog vanwege het Duitse gevaar bij hun tante in Parijs komen wonen. Maar als ze er in de zomervakantie tussenuit glippen om de synagoge te bezoeken, worden ze opgepakt tijdens de Vélodrome d’Hiver-razzia (1942), het grootste massa-arrest van Joodse burgers op Frans grondgebied ooit. Moses en Jacob weten ternauwernood te ontsnappen en op zoek te gaan naar hun ouders. Ze liften mee in auto’s, vrachtwagens en treinen door Frankrijk en Spanje en maken uiteindelijk zelfs de overtocht over de Atlantische Oceaan. Het boek ‘Vlucht uit Parijs’ is een avontuurlijk oorlogsverhaal over de kwade wil van enkelen en de goedheid van velen. Mario Escobar, ‘Vlucht uit Parijs’, Uitgeverij KokBoekencentrum, €19,99.

Gedachten van een weduwnaar

Jean-Louis Fournier is zielsalleen. Zijn vrouw stierf tien jaar geleden al, maar sindsdien zijn ook zijn vrienden en zijn uitgever overleden. Jean-Louis hunkert naar menselijk contact. Zo belt hij noodnummers, om maar iemand te spreken. Ook staart hij regelmatig naar de dichte luiken van zijn buren, hopend dat ze opengaan en dat hij wordt begroet. Hij maakt zelfs vrienden met muggen. Maar ondanks alles blijft Jean-Louis alleen. En terwijl hij zijn zorgen uit over de individualistische moderne samenleving, geeft hij ook toe dat hij eigenlijk geen contact wil, maar het als mens gewoonweg nodig heeft. ‘Ik ben niet de enige die alleen is’ bevat pijnlijke monologen, maar ondanks het zware thema is het bijzonder luchtig en humoristisch geschreven. Jean-Louis Fournier, ‘Ik ben niet de enige die alleen is’ (Je ne suis pas seul à être seul), Uitgeverij De Geus, €15.

Boekenbolwerk van verzet

Tijdens de Duitse bezetting van Parijs vanaf 1940 bleef de Amerikaanse bibliotheek gewoon open. ‘De bibliotheek van Parijs’ vertelt het waargebeurde en heldhaftige verhaal van de medewerkers, die boeken bleven leveren aan Joodse Parijzenaren en geallieerde soldaten. In het boek volgen we de jonge Odile Souchet, net gestart met haar droombaan als bibliothecaresse. Maar als de Duitsers binnenvallen en haar vader ontmaskerd wordt als collaborateur, staat ze ineens voor onmogelijke keuzes. In het verhaal reizen we ook vooruit naar het Canada van 1982, waar Odile dan woont. Als ze door de eenzame scholiere Lily gevraagd wordt voor een interview, kan ze haar bijzondere verhaal eindelijk aan iemand kwijt. Odile is een fictief personage, maar andere personen uit het verhaal hebben echt bestaan. De auteur kwam deze op het spoor via interviews. Janet Skeslien-Charles, ‘De bibliotheek van Parijs’ (Une soif de livres et de liberté), Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, €20,99.

Wij mogen onder abonnees 3 exemplaren verloten. Kans maken? Ga naar leveninfrankrijk.nl en vul je gegevens in bij Mail & Win.

BOER ZOEKT FRANKRIJK

De een ging meedoen met het melkveebedrijf van zijn ouders, de ander begon als schaapherder of bouwde zelf een biologisch bedrijf op. Stuk voor stuk kozen deze Nederlanders bewust voor de rust van het Franse platteland. Ook ‘Boer-zoekt-vrouw’ Herman Piet, al mist hij zijn meisje in Nederland wel.

TEKST: NATASCHA DROSTE & ROSANNE LANGENBERG

Herman Piet & Fleur Cher

“Het boerenleven zit in mijn bloed”

Boer Herman Piet (29) – ja, die uit ‘Boer zoekt vrouw’ 2016/2017 – was 24 jaar toen hij vanuit Leeuwarden naar het Franse platteland van de Cher trok. Daar runden zijn ouders op dat moment een melkveebedrijf. Inmiddels doet Herman met ze mee.

Herman noemt zichzelf geen dromer, maar een realist. Over het verdere verloop van zijn leven doet hij liever geen uitspraken, want dat kan gerust 180 graden draaien. Dat gebeurde eerder al, toen hij besloot te stoppen met zijn studie in het noorden van Nederland. Herman: “Ik was op weg naar een toekomst als beleidsmedewerker bij de provincie, maar halverwege de studie wist ik ineens heel zeker dat ik daar niet blij van zou worden. Voor mij was toen de keuze heel makkelijk om ermee te stoppen.” Herman besloot te vertrekken naar het melkveebedrijf van zijn ouders in Frankrijk, dat zij daar sinds twee jaar runden. Herman: “En daar besefte ik dat dit is waar ik blij van word: het buitenleven, en bezig zijn met de dieren. Na vijf jaar op de boerderij durf ik wel te stellen dat het boerenleven in mijn bloed zit. Ik zou het ontzettend missen als ik het niet meer heb. Hoewel het leven op een boerderij keihard werken betekent met werkweken van zo’n tachtig uur.” En dan wil hij natuurlijk ook tijd hebben voor Fleur, zijn meisje in Nederland dat hij via het programma ‘Boer zoekt vrouw’ vond. Inmiddels zijn ze vier jaar samen, maar woont Fleur nog altijd in Nederland. De twee hebben onlangs een huis gekocht in Frankrijk, vlak bij het huis van Hermans ouders. Als de coronacrisis voorbij is, gaan ze verhuizen. Herman: “Natuurlijk mis ik Fleur, maar ik doe er niet dramatisch over. Als we willen, kunnen we de hele dag met elkaar bellen en appen. Het samenwonen volgt vanzelf.” In hun nieuwe huis wil Fleur een chambres d’hôtes beginnen, zij zal niet in het boerenbedrijf van Herman gaan werken. Herman: “Dat hoeft ook niet, mijn ouders en ik werken nu samen als een geoliede machine. We zijn perfect op elkaar afgestemd. En wat de toekomst brengt? Dat zien we later wel.”

Chantal & André Ordelman Dordogne

“25 jaar terug in de tijd”

Voor Chantal (46) en André (56) Ordelman uit de Achterhoek is het boerenleven in Frankrijk pas net begonnen: in februari 2020 verhuisde het stel naar hun boerderij in de Dordogne. Inmiddels vonden ook 93 melkkoeien, zeventig stuks jongvee en elf paarden daar hun thuis.

Het werken op een boerderij is hen niet onbekend. André is de vierde generatie van een boerenfamilie in Nederland. Voor Chantal groeide haar liefde voor het boerenbestaan met de jaren. Chantal: “Ik groeide op in een rijtjeshuis, maar was vroeger al vaak bij vriendinnen op de boerderij te vinden. Dáár voelde ik me thuis. Met een grote stad heb ik nooit iets gehad, de drukte ervan benauwt me zelfs.” Dat ze op een boer verliefd werd, is toeval. Maar blij was ze er wel mee. Al snel vormden ze samen een gelukkig boerengezin in de Achterhoek. Ze brachten vijf kinderen groot op de boerderij. Maar het boerenleven in Nederland ging de twee steeds meer tegenstaan. Chantal: “Door alle regels die de Nederlandse overheid in het leven heeft geroepen, is het steeds lastiger om overeind te blijven als boer. Toen het melkquotum werd afgeschaft, zakte de melkprijs ineens. Er volgde een opeenstapeling van vervelende dingen in ons werk. Het werd zelfs zo erg dat we beiden met een burn-out thuis kwamen te zitten.” Toen een coach Chantal en André de vraag stelde wat ze nu echt wilden in hun leven, kwam langzaam het antwoord bovendrijven: een boerenbedrijf in het buitenland. Weg van alle rompslomp in Nederland. Chantal: “Veel landen zijn langsgekomen in onze zoektocht. Zweden, Engeland, Portugal... Toch werd het Frankrijk, omdat we dat land al redelijk kenden. En vergeleken met Nederland lijkt het boerenleven in Frankrijk 25 jaar terug in de tijd; er zijn hier veel minder ingewikkelde regels. Sterker nog, melkfabrieken vragen ons steeds of we niet nog meer melk kunnen leveren. En of we geen Nederlandse boeren kennen die hier ook naartoe willen komen. Omdat de Franse jeugd wegtrekt van het platteland, is er hier een tekort aan boeren. Dat maakt dat we ons meer dan ooit gewaardeerd voelen in ons werk. Als het aan mij ligt, blijven we dit nog lekker tot ons pensioen doen!”

Mirella & Ton Kodden Lot

“We eten bijna helemaal van eigen land”

Van een eigen restaurant in de Randstad naar een boerenbedrijf op het platteland in Frankrijk. Voor Ton (52) en Mirella (54) kon het contrast bijna niet groter. Toch is dit, de puurheid van het Franse platteland, waar ze momenteel zo gelukkig van worden.

De twee leerden elkaar kennen op Schiphol. Met beiden een achtergrond in de horeca was het voor hun omgeving niet heel verrassend dat ze samen een restaurant begonnen. Toch is juist dat, het samen ondernemen, hun spannendste stap ooit geweest. Spannender dan een verhuizing naar het Franse platteland, vertelt Mirella. “Gelukkig ging dat in de horeca meteen goed, we hadden allebei onze eigen taken en liepen elkaar niet in de weg. Na deze ervaring wisten we dat we het ook in Frankrijk wel samen zouden redden.” De reden voor hun vertrek naar Frankrijk twintig jaar geleden was de behoefte aan meer rust. Maar dan wel in Frankrijk, waar ze zoveel van hielden. Ton: “In Nederland runden we een groot à-la-carterestaurant met terras, we waren constant aan het rennen. Hier hebben we naast ons boerenbedrijf chambres d’hôtes met een restaurant, alleen serveren we hier slechts één menu du jour. Dat geeft zoveel meer rust.” Met tien hectare land konden Ton en Mirella bijna niet onder het boerenleven uit. Mirella: “We zijn kleinschalig begonnen. Eerst met wat kippetjes, daarna een paar varkens, een moestuin hier en daar en vervolgens de koeien. Inmiddels staan we op een tweesprong: ons boerenbedrijf neemt steeds meer tijd in beslag, terwijl we ook nog het toeristische gedeelte hebben dat aandacht vraagt. Onze wens is om dat laatste ooit uit te besteden aan een ander enthousiast stel.” Hun vertrek naar het Franse platteland zorgde ervoor dat ze nóg meer interesse kregen in gezond leven dan ze al hadden. Een tendens die ze de laatste jaren veel vaker zien. Ton: “We merken dat veel mensen door de coronacrisis bezig zijn met het verbeteren van hun immuunsysteem. Wij verdiepen ons daar al twintig jaar in en eten nu voor zo’n negentig procent van eigen land: vlees, fruit, groenten... Precies dat wat het lichaam nodig heeft. Hierin zijn we allebei heel gepassioneerd en het is leuk om te zien dat steeds meer mensen die passie delen.”

Jos & Berry Meijer Loiret

“Mijn schapen voelen niet als werk”

Jos Meijer (58) was jaren leerkracht in het speciaal onderwijs. Haar vrije tijd bracht ze graag door met haar honden. Zo leerde ze haar huidige man Berry (71) kennen, op zijn hondenschool. Nu is Jos schaapherder in de Loirestreek en runt Berry een gîte en geeft hondenworkshops.

Zeven honden en ruim vijfhonderd schapen. Met hen vult Jos haar dagen. En dat vindt ze heerlijk. Jos: “De vrijheid die ik hier ervaar, had ik niet in Nederland. Ook al werk ik hier ruim zestig uur per week en is het soms fysiek zwaar, het voelt nooit als werk. Het buiten zijn, de frisse lucht… Ik vind het heerlijk!” Van het rijden op de trekker tot het begeleiden van de bevalling van een schaap: hoe de dag van Jos eruit ziet is altijd weer een verrassing. Samen met Berry vertrok ze in 2011 naar hun boerderij in Saint-Firmin-sur-Loire, even onder Parijs. Berry runt de gîte voor toeristen en geeft er hondenworkshops: van jacht tot speuren, schapendrijven en zelfs doggydance. Berry: “Mensen komen hier veelal voor een hondenvakantie. Zowel de baas als de hond hebben hier de tijd van hun leven. En ze komen er tot rust. Net als wijzelf. Als ik hier ’s morgens de deur uitloop, kom ik niemand tegen. Vaak komt het enige geluid dat we horen van de vogels.” Jos houdt zich inmiddels bezig met een nieuw schapenras: de Solognote. Een rustiek ras afkomstig uit hun eigen regio. Een ras dat weinig verzorging nodig heeft, wat ze erg interessant vindt. Jos: “Deze schapen hoef je zelfs niet te scheren, ze ruien uit zichzelf. Dat is prettig, want wol levert tegenwoordig niets meer op. We hebben nog kilo's wol van vorig jaar liggen, daar kunnen we helaas niets mee.” Deze zelfredzame schapen moeten het werk voor Jos enigszins verlichten. Hoe een werkdag er voor haar uitziet? “Vanmorgen begon ik met het voeren van de jongste schapen. Ik stuur de honden dan op pad om de schapen bij elkaar te drijven. Er liep een mank schaap tussen, dat moest ik eerst vangen. Ook dan zorgen de honden ervoor dat de kudde bij elkaar blijft. Verder verloopt de dag elke dag weer anders, zoals dat gaat in de natuur. Ik geniet er elke dag weer van.”

Cheyenne Vlot Dordogne

“Mijn droom kwam uit: een groot gezin én een boerderij”

Samen met haar ruim zevenhonderd melkgeiten vormt Cheyenne Vlot (23) in de Dordogne elke dag weer een team. Op haar achttiende verhuisde ze naar het Franse platteland, waar ze verknocht raakte aan het boerenleven.

Toen Cheyenne zeventien jaar oud was en besloot te stoppen met haar vwoopleiding omdat ze wilde gaan werken, waren haar ouders niet erg enthousiast. Cheyenne: “Ze stelden voor dat ik eerst maar eens bij een geitenboer in Frankrijk zou gaan werken. Stiekem hoopten ze natuurlijk dat ik het vroege opstaan en harde werken vreselijk zou vinden en mijn school alsnog zou afmaken. Maar eenmaal aan het werk op het Franse land bleek ik het fantastisch te vinden. Ik werd er ontzettend goed opgevangen door de boerenfamilie en hoefde echt niet elke dag om vijf uur mijn bed uit. Daar ontstond mijn passie voor het boerenleven.” Nu, op haar 23ste, is Cheyenne een vriend, drie kinderen en een eigen geitenbedrijf rijker. Cheyenne: “Als ik nu naar het leven van mijn zus of vriendinnen in Nederland kijk, besef ik hoe totaal anders dat van mij is. Ik mis de stad met zijn cafés totaal niet. De band die ik met mijn dieren opbouw is zoveel waardevoller voor me. Maar mensen onderschatten het leven hier vaak wel. Ze zien niet dat wij al om 04.00 uur beginnen en dat de laatste shift om 22.00 uur is. Tussen de middag rusten we wel wat, maar het is aanpoten.” Dat Cheyenne koos voor het boerenleven in Frankrijk leek voor veel mensen in haar omgeving misschien een verrassing, voor haar was het dat niet. Cheyenne: “Ik heb altijd al de droom gehad van een groot gezin en een boerderij. Die heb ik waargemaakt en dat tekent ook wel wie ik ben. Ik hou ervan om doelen in mijn leven te hebben en die na te streven. Ook nu ik een goedlopende geitenboerderij heb met mijn man, ben ik nog niet klaar. Ik zit alweer vol nieuwe ideeën voor de toekomst: producten verkopen bijvoorbeeld, die we zelf maken op de boerderij.”

Claudia ter Kuile-Kuiper Normandië

“Uiteindelijk komt het op je eigen wilskracht aan”

Voor Claudia ter Kuile-Kuiper (54) en haar man Matthieu was een avontuur niet snel te groot. Ze gingen samen op wereldreis en kochten in 2003 een boerderij in Normandië. Toen Matthieu vorig jaar overleed, ging Claudia in haar eentje verder.

Ze weet het nog goed, het moment dat Matthieu haar zei een boerderij te willen runnen in Frankrijk. Claudia: “Ik dacht eerst: dan zit ik muurvast en kan ik geen kant op. Maar zoals altijd zag Matthieu geen beren op de weg. Door zijn enthousiasme ben ik er toch voor gegaan.” Samen met hun twee dochters Charlotte van zeven en Juliette van twee verhuisden ze naar Frankrijk. Ze kochten een oude boerderij, maar de vorige eigenaren konden de plek maar moeilijk loslaten. Claudia: “Toen we het huis gekocht hadden en er voor het eerst kwamen, lag de moeder van de vrouw des huizes in een ziekenhuisbed in de woonkamer. In de weken die volgden, kwamen de andere gezinsleden nog regelmatig langs. Totdat we dat helemaal beu waren en zelfs de politie erbij moesten halen. Nogal bizar allemaal.” In de jaren die volgden, bouwden Claudia en Matthieu beetje bij beetje hun boerenbedrijf op. Ze kregen agrarische adviezen en praktische hulp van hun buren, maar uiteindelijk komt het op eigen wilskracht aan, meent Claudia. “Eigenlijk ging het hartstikke goed. Totdat Matthieu in 2012 ziek werd. Griep dachten we.” Het griepje bleek een vorm van darmkanker. Chemo’s en een zware operatie volgden. Claudia: “Het boerenbedrijf kwam ineens helemaal op mijn schouders te liggen. Pittig, maar ik ging ervoor. Helaas overleed hij in mei 2020 aan zijn ziekte. Toen stortte mijn leven wel in. Twee jaar geleden hadden we samen de beslissing genomen om biologisch te gaan boeren: geen pesticiden en kunstmest meer. Een hele overgang, die in november eindelijk afgerond was. Helaas heeft Matthieu dat dus niet meer meegemaakt. Ik mis hem nog elke dag, maar zijn eindeloze positiviteit probeer ik nu met me mee te dragen. Want ik blijf hier voorlopig, ik wil dit boerenleven niet zomaar opgeven.” ■

Lidewij Lidewij van Wilgen (1966) is wijnmaker in de Languedoc op haar domein Terre des Dames. Ze heeft drie dochters en een Franse man. Meer over Lidewij en haar domein: terredesdames.com

MANNEN MET ORANJE PETJES

Aan het einde van de oogst zie ik een stoffige Renault de laan met cipressen oprijden. Het is Monsieur Loubet, het hoofd van de jachtvereniging. Na een paar beleefde vragen over mijn druiven komt hij op wat hem werkelijk interesseert: wanneer verwacht ik klaar te zijn? Het hele dorp zit er hijgerig op te wachten: de jacht mag namelijk pas worden geopend als er geen plukkers meer in de wijngaarden zijn. Helaas voor hen oogst ik alles met de hand. De dag dat de jacht begint, lijkt het wel oorlog: knallen, lawaai en ongecoördineerd rondlopende mannen met oranje

INGRID BOCKTING ILLUSTRATIE LAURENT KING FOTO

De jacht mag pas worden geopend als er geen plukkers meer in de wijngaarden zijn. Helaas voor hen oogst ik alles met de hand

petjes. Het idee om te gaan fietsen zetten we maar even opzij. Zelfs lopen lijkt te gevaarlijk. Ik denk aan een paar jaar geleden toen ik met twee bleke Engelse toeristen voor de kelder stond te proeven. In de wijngaard stond een verdwaasd vrouwtjeszwijn en in een rechte lijn daarachter een groepje mannen in camouflagepakken. De grootste richtte zijn geweer op het zwijn en dus op mij. Ik geloof dat ik vooral kwaad was dat ze zo dicht bij mijn huis waren. “Zijn jullie gek geworden?” riep ik, “Omlaag met die geweren!” Het wildzwijn schrok van mijn stem en rende langs de kelder de natuur in. Nu zag ik wie de jager was: de dikke slager van de Super U. Volgens de meisjes heeft hij scalpjes van konijnen in zijn vensterbank, wat ik direct geloof. Een woedende blik uit zijn door adrenaline vertroebelde ogen toen hij langs me liep. De andere jagers waren meer beschaamd; ze wisten ook wel dat ze niet zo dichtbij mochten komen. Maar dat is niets vergeleken bij een andere Franse traditie: la chasse à courre. Mannen in knalrode ruiterjasjes die te paard, omringd door een troep honden, urenlang een hert achtervolgen. Op een filmpje zie je een uitgeput hert zich door een dorp voortslepen om uiteindelijk in de keuken van een bejaard echtpaar te worden gedood met een sabel. Niet te geloven dat dit nog steeds mag in Frankrijk, maar het is zo. Dat weekend ga ik rennen met dochter Marijn. Moeiteloos stuift ze het steile pad op dat tussen de pijnbomen en wijngaarden de berg opgaat. Ik besluit dit stuk maar even lopend te doen. Opeens zie ik een man met een oranje pet en een geweer in zijn hand. “Geen zorgen, we hebben u gezien!” roept hij. Een stukje verder staan twee van zijn vrienden, hun geweer beleefd open geknakt. “Uw dochter is wel wat sneller dan u!” roepen ze lachend. Ik lach terug, herken ze, stop even voor een praatje. “Zo vind ik de jacht niet erg”, zegt Marijn, die vegetarisch is. “Beter dan vlees uit de bio-industrie.” Ik weet dat ze gelijk heeft, maar ik vind het moeilijk. “We houden geen dier meer over,” zeg ik, “ik zie nooit wat.” Terug op het domein steken we door via de olijfboomgaard. Een kleine kuil omgewoelde aarde. Ietsje verderop weer een. Nog twee, drie naast elkaar. Het is bijna brutaal hoe de wildzwijnen het me laten zien: ze zijn er wel degelijk. ■

AVESNOIS – THIÉRACHE

De stille verrassing van het noorden

Ingeklemd tussen de Franse Ardennen en het steenkoolbekken van Valenciennes ligt een vergeten stukje Frankrijk. Het is een streek waar het landschap vriendelijk golft, de dorpen hun tijd verslapen en je vindt er een paleis, speciaal gebouwd voor arbeiders.

TEKST & FOTOGRAFIE HANS AVONTUUR

Hieronder: de vestingkerk van Wimy.

Rechtsboven: het heerlijk golvende landschap van Noord-Frankrijk.

Rechtsonder: voorbeeldstad voor de arbeiders in Guise. In het stadje Guise staat een paleis. Geen pronkpaleis van een megalomane koning, maar eentje voor de arbeiders van kachelfabriek Godin. Het was de industrieel en visionair Jean-Baptiste André Godin zelf die het revolutionaire woon- en leefcomplex in de 19de eeuw liet bouwen voor zijn werknemers: Le Familistère. Inclusief theater, school, kinderopvang, winkels, badhuis, tuinen en een overdekt zwembad. In 1889 waren er maar liefst 490 appartementen, er woonden toen 1748 mensen. Het moet voor de eenvoudige mensen van die tijd een droomwereld zijn geweest, gewend als ze waren aan een leven met veel te veel mensen in kleine bouwvallige huisjes. Als ik staand op het grote plein om me heen kijk, ziet alles er vorstelijk uit. Dit is zo’n plein waar het volk naartoe komt om de koning op het balkon toe te zwaaien. Alleen woonde het volk hier zelf in het paleis, in ruime appartementen met stromend water, verschillende kamers en twee wc’s per familie. Le Familistère wordt vaak beschreven als een ‘palais social’ of ‘utopie réalisée’. Maar helemaal gelijk, zoals Godin zijn samenleving graag presenteerde, was het nou ook weer niet. De baas woonde weliswaar tussen de arbeiders, maar zijn eigen appartement was toch echt aanzienlijk groter... Wel waren alle bewoners lid van de coöperatie en mochten ze meebeslissen over alle belangrijke zaken. Ik dwaal door het complex en probeer me voor te stellen hoe de sfeer kort na de opening in 1884 geweest moet zijn. Waren de nieuwe bewoners gelukkig of voelden ze meer dan ooit de druk van de grote baas? Want die was uiteindelijk wel de eigenaar van alle voorzieningen en dus ook een beetje van hun nieuwe leven. Le Familistère past in de tijdgeest van eind 19de eeuw, toen er meer aandacht kwam voor armoede en sociale omstandigheden. Hoewel ook elders soortgelijke projecten werden ontwikkeld is het ‘paleis’ van Godin, gebouwd met 10 miljoen bakstenen, wel het mooiste van allemaal. Bovendien bleef het concept van coöperatie tot 1968 bestaan. Daarna raakte het complex langzaam maar zeker in verval, tot het werd gerenoveerd en geconserveerd. Grotendeels als museum, deels nog altijd als appartementencomplex.

Precies goed

Godin was een kind van de streek, geboren in het nabije Esquéhéries. Met hard werken en slimme keuzes wist hij zichzelf op te werken tot een van de grootste industriëlen van 19de eeuws Frankrijk. Zodra je Guise verlaat word je omarmd door het vriendelijke platteland. Het is een wereld van golvende heuvels, eenvoudige dorpen, eenzame hoeves en riviertjes die het landschap met groot geduld vormgeven. De Avesnois vormt samen met de Thiérache een puntje Frankrijk dat een beetje verloren ligt tussen de Ardennen en de voormalige kolenstreek van Valenciennes. Die ligging heeft negatieve gevolgen voor de bewoners – denk aan werkloosheid – maar zorgt ook voor een authentieke sfeer, die steeds meer aan het verdwijnen is. Zo drink ik koffie op het mooie ongepolijste plein van Solre-le-Château. Een hippe bar met koffiekaart of trendy loungebanken is er niet te vinden. Hier loop je zoals iedereen naar de bar-tabac en

In dit hoekje Frankrijk wordt niet groots en meeslepend geleefd. De mensen koesteren het kleine. Het wordt hen door het eenvoudige landschap geleerd

bestel je un café s’il vous plaît. Grote kans dat de cafébaas de vreemdeling met enige reserve ontvangt. Maar met een praatje is het ijs gauw genoeg gebroken. In de streek heeft de wereld een menselijke maat. De weilanden en de dorpen, de bossen en rivieren. Het is er allemaal precies goed. En zodra de eenvoud in eentonigheid dreigt te veranderen is er ineens een verrassing zoals Le Familistère in Guise, de monumentale Grand Place van Avesnessur-Helpe of MusVerre in Sars-Poteries, een glasmuseum in een superstrak designgebouw. In Avesnes-sur-Helpe, zo lees ik later, heeft Napoleon de nacht doorgebracht voor hij in Waterloo voorgoed werd verslagen.

Vlammend oranje

In dit hoekje Frankrijk wordt niet groots en meeslepend geleefd. De mensen koesteren het kleine. Het wordt hen door het eenvoudige landschap geleerd. Er is geen Gorges du Verdon, Mont Blanc of Plage Pampelonne. De schoonheid moet je leren zien. Bijvoorbeeld in de onaangetaste vallei van de Oise. Ik ben er bij zonsondergang en de sfeer is magisch. Vooral als de wereld rondom de versterkte kerk Saint-Médard vlammend oranje kleurt. Saint-Médard is niet de enige kerk in de omgeving die meer op een middeleeuwse vesting lijkt dan op een godshuis. Ze dateren van de tijd dat de dorpen in deze grensregio herhaaldelijk werden geplunderd door soldaten – van vreemde én van eigen legers – die op doortocht naar het volgende slagveld onderweg hun soldij aanvulden. Naar verluidt gaat het in totaal om bijna zeventig kerken met donjons, schietgaten, dikke muren en luiken waar een pan kokende olie klaarstond om over de plunderaars te gooien. Zodra de indringers verder trokken, haalden de boeren hun vee uit de kerk en gingen ze terug naar hun boerderijen die meestal waren leeggehaald en misschien in brand gestoken. Maar ze hadden zo in elk geval zichzelf en het vee gered. De dorpen in dit vergeten stukje Frankrijk zijn net als honderden jaren geleden vooral agrarische nederzettingen. Sommige nog vol bedrijvigheid, andere half verlaten. Het is er heerlijk los en rommelig. De erven vol afgedankt landbouwgereedschap, roestige fietsen en bouwmateriaal dat misschien nog eens van pas komt. Onder een boom staat een tafel voor de lunch of het avondeten op zonnige dagen. Alleen in het deels protestante Parfondeval zijn de huizen, tuinen, binnenplaatsen en plantsoenen keurig netjes. Leuk dorp. Met behalve een prachtig versterkt kasteel zes vijvers die vroeger werden gebruikt als drinkplaats voor het vee. Op veel plaatsen zijn deze verdwenen.

Zwieren

Hoewel Le Familistère in Guise een reden op zich is om naar de streek te reizen, ga je er ook heen voor de puurheid van het platteland. Het is er echt, eerlijk, ongecompliceerd. Elke vorm van pretentie wordt opgeslokt door een overdaad aan eenvoud en natuur. De velden, de wegen, de huizen. Alleen riviertjes als de Oise en de Thon doen het landschap even zwieren. Door dit zalvende decor rijd ik langzaam terug naar het noorden. Met een laatste tussenstop in Maroilles. Bij de voormalige abdij – geplunderd tijdens de Franse Revolutie – zoek ik een plaatsje aan het water met uitzicht op de glooiende heuvels. Als Le Familistère van Godin een paleis is, dan is het platteland het paradijs. ■

Linkerpagina: industrieel erfgoed in Vervins.

De arbeidersstad van Godin heeft ook een theater.

Tips & adressen

DE REIS

De Avesnois, het meest noordelijke deel van de streek, ligt op ongeveer 260 kilometer rijden vanaf Utrecht. De trein van Utrecht naar Valenciennes duurt 6,5 uur, daar auto huren. Andere optie: kleine 4 uur naar Mons in België.

SLAPEN

☛ Le Clos du Montvinage Charmant adresje in een voormalig patriciërshuis in Étréaupont, een leuke plaats in de vallei van de Oise. De kamers zijn allemaal anders ingericht, wat het extra persoonlijk maakt. Overnachting voor twee personen vanaf €84 inclusief ontbijt. Er zijn aantrekkelijke arrangementen op basis van halfpension. hotel-clos-du-montvinage.com

☛ Hôtel Château de la

Marlière

In het stadje Fourmies kun je in het kasteel slapen dat in de 19de eeuw werd gebouwd voor Théofil Legrand, de grondlegger van de wolindustrie in de streek. Château de la Marlière telt negen kamers, verdeeld over het kasteel en een paviljoen. chateaudelamarliere.com

ETEN & DRINKEN

Het vergeten puntje Frankrijk is geen culinaire hotspot. Maar zoals zo vaak op het platteland koesteren de bewoners hun eerlijke keuken met goede producten van de streek zoals de Maroilles-kaas, geitenkaas, fruitsap en het bier van de Brasserie de Thiérache.

☛ Le Carillon Fijn adres in Liessies aan de Helpe-Majeure. Chefkok Bruno Schmitz serveert er streekgebonden gerechten en voert een van de beste wijnkelders van de omgeving. le-carillon.com

☛ La Paix In Le Nouvion-en-Thiérache kookt Didier Pierrart al dertig jaar op basis van streek, seizoen en creativiteit. Hij deelt zijn recepten graag met zijn gasten. hotel-restaurant-lapaix02.com

☛ Le Relais de Beaufort Chef Philippe Liétard presenteert een klassieke Franse keuken op eigentijdse wijze. Van zalm in witte boter tot een ris de veau à la crème de morilles. relaisdebeaufort.fr

3 X DOEN

☛ Fortkerken Deze versterkte kerken zijn kenmerkend voor de Thiérache. Je hoeft ze niet allemaal te bezoeken (bijna zeventig), maar ze verdienen het om even bewonderd te worden. Bij de VVV zijn wandel- en fietsroutes verkrijgbaar rond dit thema.

☛ Val Joly Aan de oevers van het stuwmeer is een modern toeristencomplex gebouwd. Op zich niks bijzonders. Maar het is een heerlijk rustpunt tijdens je tocht door de streek, met uitzicht op het water, de bossen en de heuvels. valjoly.com ☛ Le Familistère Trek ten minste twee uur uit voor een bezoek aan dit unieke ‘paleis van het volk’. Gebouwd in de 19de eeuw naar een idee van industrieel Godin. Het was destijds revolutionair met onder meer woningen, een theater, zwembad en reusachtig park. familistere.com

INFORMATIE

• tourisme-thierache.fr • tourisme-avesnois.com • france.fr

Zin in een unieke ervaring? KOM DE WERELD ONDER DE CAMBRÉSIS VERKENNEN!

CAMBRAI

Onder de stad Cambrai is een gangenstelsel te vinden van maar liefst 300 km. Terwijl u de tunnels veilig bezoekt ontdekt u de militaire geschiedenis van de stad. U doorkruist de onderaardse gangen van de citadel die al tijdens de regeerperiode van koning Charles V (16de eeuw) zijn aangelegd. Muurteksten, verdedigingswerken… Uw ondergrondse bezoek zal bijzonder verrassend zijn! Bezoek: dagelijks om 16.30 uur*,

toegang €7 per persoon

NIEUW IN DE ZOMER VAN 2021

De kelders van de stad Le CateauCambrésis openen hun deuren voor u! Ontdek als eerste de ongelooflijk verrassende souterrains die anders nooit open zijn voor het grote publiek. Tijdens een rondleiding met gids dompelt u zich onder in de geschiedenis van deze stad waar de schilder Henri Matisse is geboren. Maak van uw bezoek ook gebruik om het museum te ontdekken dat in een van de mooiste paleizen van de stad is ondergebracht.

Data en bezoekuren op +33(0)327841094

* onder voorbehoud van de ontwikkeling van de gezondheidscrisis

This article is from: