16 minute read

Le Train des Merveilles

Next Article
Isabelle Flipse

Isabelle Flipse

Advertisement

Langs bergen, kloven en karaktervolle dorpen Train des Merveilles

De spectaculairste spoorlijn van Zuid-Frankrijk is onlangs definitief van de ondergang gered. We hoppen van station naar station en ontdekken – met onze neus tegen het raam – de meest Italiaanse hoek van de Alpes-Maritimes.

TEKST PAUL SMIT FOTOGRAFIE MICK PALARCZYK & PAUL SMIT

ALPESMARITIMES

“B AM! Dat was ons antwoord op de storm Alex.” Aan het woord is kunstenares Ana Hopfer uit de Roya-vallei in het uiterste zuidoosten van Frankrijk. “Onze Brigade Anti-Morosité, BAM, wilde voorkomen dat mensen stilletjes zouden gaan zitten sikkepitten nadat de regenstorm Alex in oktober 2020 zoveel had vernietigd: achttien levens, honderden huizen en op tweehonderd plekken de toegangsweg tot ons dal. We waren van de wereld afgesloten. Maar onze ludieke acties waren nauwelijks nodig. Het was verbazingwekkend hoe de mensen hun goede humeur behielden en elkaar te hulp kwamen.” Ik sta in de Chapelle de la Miséricorde, de Kapel van de Vergevingsgezindheid, in Breil-sur-Roya, die is omgetoverd tot kunstatelier. Op de vloer ligt een vrolijk kunstwerk uitgestrekt, door kinderen uit het Roya-dal in elkaar geknutseld van materiaal dat door Alex aanspoelde.

Silver lining

De belangrijkste silver lining van donderwolk Alex is de Train des Merveilles. Vóór de storm stond dit mooiste treintraject van Zuid-Frankrijk op het punt opgeheven te worden. Het traject zou te kostbaar zijn om te onderhouden omdat het het slechts enkele duizenden dalbewoners bediende. Maar na de ramp, die de toegangsweg tot het dal had weggespoeld, bleek de trein het enige transportmiddel dat materieel en levensmiddelen kon aanvoeren; het spoor, vaak hoog boven de rivier, op viaducten en in tunnels gelegen, was namelijk nog intact. Met als gevolg dat de regio besloot niet alleen de spoorlijn te behouden, maar de dienstregeling zelfs uit te breiden, zodat mensen er weer mee naar hun werk konden en meer toeristen de streek per trein kunnen verkennen. Ik neem de trein die om 8.30 uit Nice vertrekt, want die heeft een guide-conférencière aan boord. Isabelle Osché, geboren in Rotterdam uit Franse ouders,

Met deze spoorlijn bezoek je de mooiste hoeken van de Alpes-Maritimes

heeft een eigen wagon tot haar beschikking: iedereen die haar verhalen (in het Frans en Engels) wil aanhoren gaat daar zitten. Buiten Nice wordt de route spectaculair: de uitzichten op de steeds hogere bergen en diepere kloven onder de viaducten doen je je neus tegen de ramen drukken. De steeds langer wordende tunnels geven Isabelle tijd voor extra anekdotes en het waanzinnige verhaal van de geschiedenis van de lijn. Ten slotte voert de trein door tunnels die zich binnen in een berg omhoog schroeven. Waar je de tunnel uitkomt, kijk je omlaag op het spoor waarover je hem inreed. Maar al is het traject zelf de rit waard, de echte aantrekkingskracht van de spoorlijn is dat je zonder auto een van de mooiste hoeken van de Alpes-Maritimes kunt bezoeken, met dorpen die tot de schilderachtigste van het hele land behoren. Met de auto moet je twee passen over voor je van Nice in het Roya-dal bent, een fitnesstraining van bochtig stuurwerk, terwijl je in de trein ontspannen naar buiten kijkt en de verhalen aanhoort.

Eigenwijs miniatuurstaatje

De treinreis eindigt in Tende, aan de voet van de Col de Tende, die op bijna 2000 meter hoogte de grens met Italië vormt. Nice en de Côte d’Azur lijken ver weg. Dit zijn de Alpen: de Roche de l’Abisse naast de pas is 2740 m hoog! Als ik het stationnetje verlaat, lijkt Tende een dorp, maar als ik eenmaal door de straatjes begin te dwalen, merk ik dat Tende ooit een echt stadje was waar de grote kathedraal goed bij past. Tende vormde van de › Vorige pagina’s: een van de vele viaducten. Linkerpagina, boven: La Brigue: onder: stagiaire Florentine Baldi in hoedenwinkel en -atelier La Fée Capeline in Tende. Hieronder: de oude wasplaats in Sospel.

13de tot de 16de eeuw dan ook een eigenwijs miniatuurstaatje, onder heerschappij van de familie Lascaris. Dankzij de Col de Tende, de pas waarover de lucratieve zouthandel tussen de Provence en de Povlakte plaatsvond, wist het rijkdom te vergaren en onafhankelijk te blijven. Geen van de omliggende graafschappen en hertogdommen durfde het al te zeer te bedreigen, uit angst dat de zouthandel zou stilvallen. We zigzaggen door de stegen omhoog naar de ruïneuze muurresten van het kasteel van de Lascaris. Je moest ze niet tegen de haren instrijken, want dan belandde je in de kerkers van dit kasteel en kwam je er nooit meer uit. Nu ligt op die plek de begraafplaats. Zoals Tende steil tegen de terrassenhelling is aangebouwd, zo is ook de verzameling graven en grafmonumenten dat: de stad der levenden gaat naadloos over in de dodenstad erboven. Vandaar heb je het mooiste uitzicht op Tende. In Tende spreek ik met Emilie Olivier van de winkel/atelier La Fée Capeline, ‘de hoedenfee’. Zij maakt vilten hoeden van wol van schapen van een oud lokaal ras uit buurdorp La Brigue. Ze laat ons het complete maakproces zien. Vooral het vilten, waarbij ze met een soort borstel met ijzeren pennen in plaats van haren over in zeepsop gedrenkte wol schrobt – nodig om de vezels met elkaar te verankeren – is zwaar fysiek werk. Behalve stijlvolle grotere hoeden en geinige kleine zie ik fantasierijke exemplaren die zo uit een schilderij van Jeroen Bosch lijken te komen. “Nee,” corrigeert Emilie me, “ze zijn geïnspireerd op de fresco’s in de Chapelle Notre-Dame des Fontaines in La Brigue.” Op mijn niet-begrijpende blik zegt ze: “De Sixtijnse Kapel van de Alpes-Maritimes! Die moet je gezien hebben. Vlug, de trein vertrekt over tien minuten en vanaf het station rijdt er een gratis navette.”

‘De hoedenfee’ maakt vilten hoeden van wol van schapen van een oud lokaal ras uit buurdorp La Brigue

Meesterwerk van kleur

Het is maar één halte naar La Brigue en het shuttlebusje staat al klaar voor het station. De kapel ligt afgelegen in het bos, op vier kilometer van het dorp, op een plek waar zeven bronnen ontspringen. Doordat het water niet permanent stroomt, maar af en toe spontaan, zijn er allerlei legendes aan het ontstaan van de kapel verbonden. De fresco’s zijn later aangebracht, in een tijd dat de Lascarisfamilie van Tende het te bont maakte met de › Linkerpagina: Peillon. Hieronder: links: bistro La Petite Épicerie in Saorge; rechts: het blazoen van de familie Lascaris in La Brigue.

WAAROM HEET DE TREIN MERVEILLES?

De trein is genoemd naar de Vallée des Merveilles: vallei van de Wonderen of Mysteriën. Deze hooggelegen vallei boven de 2000 meter kan alleen lopend of met een terreinwagen bereikt worden vanuit Tende, het eindstation van de trein. In deze vallei zijn meer dan 40.000 prehistorische rotstekeningen gevonden. Ze zijn nog altijd een mysterie: wat betekenen ze, wie maakten ze en hoe kwamen de tekenaars zo hoog in de bergen?

Hierboven: het dorp Piène-Haute. Rechterpagina: de Pont du Coq, onderdeel van de oude looproute bij La Brigue. Volgende pagina: linksboven: het viaduct naast Escarène; rechtsboven: het art-decostation van Breil-sur-Roya; rechtsonder: restaurant Le P’tit Gourmet in Peille. tolgelden voor de Col de Tende. Een afgesplitste tak van de familie, die toen over La Brigue heerste, opende een alternatieve, goedkopere route over de Alpen. Die voerde hier langs de kapel, de laatste plek waar drinkwater getapt kon worden voordat de zware klim begon. Er werd genoeg geld ingezameld om een destijds beroemde kunstenaar 220 vierkante meter fresco’s te laten schilderen. En het bijzondere is: ze zijn nog intact. Vooral het Laatste Oordeel, dat een complete wand bedekt, is een meesterwerk van expressie en kleur, met een hel die je ergste nachtmerries weet te overtreffen. Na een nacht in het aangename Hotel Mirval verken ik het dorp. Net als Tende was La Brigue ooit een stadje met 7000 inwoners. Nu zijn het er 600. Het is zeker zo mooi als Tende, met een even grote kerk. De gewelven daarin zijn hemelsblauw, een indrukwekkende aanblik. De pleinen hebben bijna een stads karakter. Uniek zijn de overwelfde straten langs de rivier. Geen elegante arcades die op sierlijke zuilen rusten, zoals in Turijn, maar zware gewelven, waar gedempt licht doorheen stroomt. Ze dragen huizen die een zekere luxe uitstralen, want hier woonden de bevoorrechte families die aan de handel verdienden. In La Brigue wonen zelfs de bijen in luxe huizen. Aan de dorpsrand staat de Ca d’Arbinée: een grote verzameling bijenkasten, allemaal anders van kleur en vorm, omgeven door een hoge muur. Niet alleen weert die de koude noordenwind, hij weerkaatst de zonnewarmte naar de kasten, zodat de bijen van vroeger in het voorjaar tot later in de herfst actief blijven. Ik ontmoet er Roberto Alberti, een gepensioneerd leraar. Hij vertelt dat hij als jongetje zijn vader, die apiculteur was, hielp de honing vanuit de bergen omlaag te brengen. Nu houdt hij de oude lokale traditie in stand door vervallen bijenhuizen te restaureren en er weer honing te produceren.

Verstopte pleinen

Tijd voor de volgende stationsstop. De trein draait twee pirouettes omlaag in het binnenste van een berg om desondanks uit te komen hoog bóven de Gorges de Saorge. Nog een tunnel volgt, nu te voet, want alleen zo kom je van het stationnetje naar Saorge. De oude weg ligt er echter nog. Ik ontdek hem rechts na de tunneluitgang: een indrukwekkende spaghettibrij van serpentines, nu overwoe-

kerd, waarover vroeger de muilezels met zakken zout omhoog zwoegden. Saorge was het belangrijkste tussenstation op weg naar de Col de Tende. Het is ook het indrukwekkendste stadje van mijn treinreis. Een amfitheater van middeleeuwse wolkenkrabbers troont hoog op de helling boven de kloof, een labyrint van overwelfde stegen, verstopte pleintjes, vol kerken en kapellen. Een literair stadje is het, met een klooster dat aan schrijvers onderdak biedt, een café in een boekwinkel en een bibliotheek in een barokke kapel.

Laatste Franse station

Het laatste dorp in het Roya-dal dat de Train des Merveilles aandoet is Breil-sur-Roya. Het heeft het mooiste en grootste station van de reis, gebouwd in een sierlijke art-decostijl (1928). Tot 1947 was dit het laatste Franse station, want alles wat hiervoor is beschreven lag tot dat moment in Italië. Breil is zetel van de eerdergenoemde Brigade Anti-Morosité. Na mijn bezoek aan de kunstkapel van Ana Hopfer neemt ze me mee naar een uitzichtpunt. “Breil moet je vanboven gezien hebben.” En inderdaad, een langgerekte strook van oranje pannendaken strekt zich voor ons uit, meebuigend met de bocht in de rivier die twee jaar geleden zoveel leed veroorzaakte. “Alles oogt weer normaal, al wordt onder die schitterende daken nog volop gerenoveerd. Alleen wie Breil al kende, herkent dat het stuwmeer ernaast een andere vorm heeft. De stuw, de turbines en ook de waterkrachtcentrale verderop werden weggespoeld. Maar niet het optimisme van de bewoners van het Roya-dal.” En het spoor heeft er zelfs zijn voortbestaan aan te danken, bedenk ik, als ik weer in de trein zit. ‘Dio opera in modi misteriosi’ had ik ergens in een kapel in het Roya-dal gelezen: Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. Via een lange tunnel verlaat ik het dal, om uitgespuugd te worden in het zomerse zonlicht bij het prachtige stadje Sospel, de volgende halte op mijn reis.

Een amfitheater van middeleeuwse wolkenkrabbers en stegen troont hoog op de helling boven de kloof

Tips & adressen

AFSTAND

Utrecht-Nice (start spoorlijn): 1345 km (of 16 uur per trein)

HET TREINTJE

Stations Ons artikel beschrijft het traject door het Roya-dal, van de bergen naar de kust: Tende, La Brigue, (Saint-Dalmas-deTende), Saorge en Breil-surRoya. De spoorlijn gaat echter verder richting kust: via Sospel (een bezoek waard) en Escarène (minder interessant maar vanuit de trein gezien het mooiste dorpszicht) naar Peille en Peillon. Dat zijn schitterende dorpen, maar beide liggen op een uur omhooglopen vanaf hun stationnetjes. Oplossing: pak een taxi omhoog naar Peille, lunch daar (zie tip verderop), maak de goed te lopen wandeling naar Peillon, waar je overnacht (zie tip), om de volgende ochtend omlaag te lopen naar het station. Tussen Peillon en eindstation Nice zijn de dorpen niet meer het uitstappen waard, dus na Peillon zit deze bijzondere verkenning per trein erop. Uitleg in de trein De trein die om 8.30 uit Nice vertrekt (eindbestemming Tende) heeft een gids aan boord die uitleg geeft in een van de wagons. De service is gratis. Op alle dagen van 1 juni t/m 30 september en alle weekenden van 1 oktober t/m 6 november. Dienstregeling Ga naar m.ter.sncf.com/sudprovence-alpes-cote-d-aur/ se-deplacer/fiches-horaires en kies onder ‘ligne’: Ligne 05 Nice-Breil-Tende.

LOGEREN

Hôtel Le Mirval (La Brigue) Eenvoudig maar comfortabel hôtel de charme met ontbijt op de veranda met uitzicht op de rivier of, bij mooi weer, op het gazon langs de oever. lemirval.com Chambres d’hôtes La Chapelle Saint Gervais (Sospel) Drie sfeervol-landelijke kamers, omgeven door drie hectare tuin en bloemenvelden. Table d’hôtes bio in een oude kapel of ‘s zomers in de tuin, onder de hoede van de behulpzame Pascale. Een flinke tippel te voet vanaf het station (2,3 km, een half uurtje), lachapellesaintgervais.com Hotel-restaurant Auberge de la Madone (Peillon) Na een wandeling van Peille naar Peillon is dit de ideale overnachtingsplek. Het restaurant is gesplitst in een gastronomisch deel (L’Authentique) en een bistro (Table d’Augustine). Het terras kijkt uit op het prachtige oude Peillon. Gedurende drie generaties had het restaurant wisselend één of geen Michelinster. auberge-madone-peillon.com

ETEN & DRINKEN

Boulangerie des Merveilles (Tende) Een bakker die niet alleen tussen 12.00 en 14.00 uur openblijft, maar warme hartige taarten, pissaladières en pizzapunten serveert, naast sandwiches, patisserie en drankjes. Eigen terrasje. 5, place de la République Restaurant Fleur des Alpes (La Brigue) Op het fraaie plein met kerk en kapellen in La Brigue bevindt zich het terrasje van dit eenvoudige maar geslaagde restaurant, met ook een veranda aan de rivierzijde. 1, place Saint Martin Bistro La Petite Épicerie (Saorge) Het terras is de huiskamer van Saorge. Leuke sfeer, goed eten. 68, rue Revelli

Restaurant Le Relais du Sel (Sospel) Sospel wordt hoogzomer druk bezocht en dan zijn de grote terrassen boven de rivier (restaurants Le Picoun en Sousper), hoewel aangenaam, zeer druk en moet je er rekenen op flinke wachttijden. Ook Le Relais du Sel heeft een terras aan de rivier, maar verstopt en rustiger. 3, boulevard de Verdun Restaurant Le P’tit Gourmet (Peille) Op het prachtige Place Carnot met miniterras onder een plataan en een verse, lokale keuken. Meer kun je je niet wensen.

MEER INFO

• menton-riviera-merveilles.fr/ mercantour-roya-bevera/valleede-la-roya - officiële en goede website van het Roya-dal • sncf.com/en/booking-itinerary/ timetables - typ hier de naam van het station in (zie onder

‘stations’), dan volgen de vertrek- en aankomsttijden van die dag.

ONTDEKKINGEN PER FIETS IN DE ELZAS

VAN NOORD NAAR ZUID

Fietsroutes en rondritten rijgen culturele, historische en gastronomische ontdekkingen aaneen. Meer dan 2500 kilometer fietsbare wegen nodigen uit tot heerlijk dwalen. Door wijngaarden en karakteristieke dorpjes, langs de Rijn en kanalen, over oude spoorwegen… Overal zie je de charme van de Elzas.

In de Elzas neemt men graag de tijd. Dus verlaat het peloton en schakel terug naar de laagste versnelling. Doorlopende fietsroutes, plaatselijke fietspaden en groene weggetjes bieden de perfecte – rustige en veilige – ingredienten voor een tripje weg van herrie en drukte. En je hoeft geen sportieve held te zijn om op de fiets te kunnen genieten van al het fijns dat de Elzas te bieden heeft: de hoogteverschillen zijn bescheiden en prima te doen.

© F. Morin, L'instant T - ADT © Potiers d'Alsace - F. Schmitter - ADT Max Coquard - Best Jobers - ADT

Ambachtelijkheid & vakmanschap Glasblazerijen, decoratieateliers, klokkenmakerijen… achter al hun creaties gaan Elzasser vakmensen schuil met verhalen en kennis. En tradities waaraan ze zeer gehecht zijn. Iedereen in het zadel, in de voetsporen van Goethe in de noordelijke Elzas. Lekker rondkijken in pottenbakkersdorp Souffl enheim, waar de deuren van talloze ateliers het hele jaar door openstaan voor bezoek. De verleiding is groot een winkel binnen te gaan en als souvenir een Kugelhopf-cakevorm mee te nemen met de aanduiding IGPIA (Indication Géographique protégeant les Produits Industriels et Artisanaux, oftewel een beschermde geografi sche herkomstbenaming van industriële en ambachtelijke producten). Daarmee ben je verzekerd van een lokaal geproduceerd, handgemaakt product.

Elzasser specialiteiten De Elzas is een paradijs voor de lekkerbek, tafelen is er een groot genot. Van veld tot bord krijgen verse seizoensproducten alle eer! Is het tijd voor een pauze, dan is er een overvloed aan goede adresjes om typische heerlijkheden te proeven. Na inspanning is immers niets zo weldadig als een rijke, met liefde gemaakte maaltijd. Even buiten Straatsburg sta je versteld van de onverwachte landschappen van de Kochersberg. Bakermat van de fl ammkuchen en beroemd om zijn brouwerijcultuur: hier word je omringd door hopvelden. Dit is dé gelegenheid om te weten te komen hoe bier wordt gemaakt en van een proeverij te genieten. Trap daarna weer rustig door en je komt in de groene heuvels langs plekken waar boerenproducten te koop zijn. Cultuur & erfgoed De Elzas heeft een rijke geschiedenis met veel Werelderfgoed-hoogtepunten! Een ideaal startpunt is Straatsburg met zijn oude stadskern in de rivier, het Grand-Île, en met zijn grandioze kathedraal, 21 bruggen en loopbruggen en zijn karakteristieke straatjes. Niet te missen is het Quartier Impérial of Neustadt, dat in 2017 op de Werelderfgoedlijst van Unesco kwam en allerlei bouwstijlen te bieden heeft: art nouveau, art deco, rococo, neogotiek, neorenaissance en Hausmann… Luister naar de verhalen van bewoners of naar informatieve rondleidingen en je voelt de historische weelde; je dompelt jezelf onder in de lokale cultuur. De wijnroute van de Elzas Handen aan het stuur, haren in de wind, landschappen trekken aan onze verwonderde ogen voorbij. Zo’n tochtje roept een diep gevoel van vrijheid op. Langs de wijnfi etsroute houden grand cru wijngaarden de reiziger gezelschap. Bloemrijke wijnstadjes en wijnkelders volgen elkaar op. Wijnmakers openen hun deuren en harten voor wie nieuwsgierig is naar hun boeiende verhalen. Hier proef je de wijnen die deze mythische 170 kilometer lange route zijn faam hebben gegeven.

© INFRA - ADT www.visit.alsace www.elzasopdefi ets.nl

This article is from: