10 minute read
De Franse route naar Santiago
Pelgrimstocht in de Pyreneeën
Wie het hectische westerse leven wil ontvluchten, kan zich in de Pyrénées Béarnaises volop aan de afzondering laven. Wij liepen vanuit Lourdes naar Oloron-Sainte-Marie en volgden van daaruit het laatste stuk van de Via Tolosana, dwars door de groene Aspevallei. Voor een pelgrim ligt het geluk er voor het oprapen.
Advertisement
TEKST HUIB AFMAN FOTO’S PAUL SMIT
PYRÉNÉES BÉARNAISES
Het gebeier van de klokken van het Sanctuarium van Lourdes zwakt af, alsof elke stap die ik dieper het bos binnendring mij beloont met de rust waar ik zo naar verlang. Dit is het begin van mijn voettocht die over zeven weken zal eindigen in het Spaanse Santiago de Compostella. Als mijn lijf de pelgrimstocht van 1125 kilometer zonder al te veel kwetsuren doorstaat, loop ik misschien wel door naar Fisterra. Dat zeg ik nu, optimistisch en in een lichte staat van euforie, de negen kilo bagage aan mijn schouders nog geen last. Rechts van mij ruist de Ousse in de diepte. Hoog in het hout hamert een specht. Natuurlijk had ik dit avontuur kunnen beginnen in Saint-Jean-Pied-de-Port, om van daaruit met tientallen pelgrims tegelijk de Spaanse grens over te steken, met de beroemde Camino Francés als uitgangspunt. Geen aanlokkelijk vooruitzicht, wanneer je juist snakt naar rust. Gelukkig kun je in Zuidwest-Frankrijk via meer officiële wandelroutes Spanje bereiken; het eeuwenoude pelgrimspad naar Somport op 1632 meter hoogte is daar een fraai voorbeeld van. Niet de massale toestroom van langeafstandswandelaars zoals die in Saint-JeanPied-de-Port, wel een aaneenschakeling van tijd voor jezelf in een vergeten stukje natuur. Het voelt als de juiste keuze.
Maison de repos
In Saint-Pé-de-Bigorre wordt mijn ietwat geromantiseerde blik op het pelgrimsleven rigoureus afgestraft. Een hellend steegje, één misstap en ik zeil voorover. Scheur in mijn broek, knie kapot. Gelukkig is er een apotheek in het dorp en helpt de apothekersvrouw me aan een pleister. Ik eet een appel op het verlaten dorpsplein dat wordt geflankeerd door een boulangerie en de mairie. De luiken zijn gesloten, de zon staat hoog. Ik vervolg mijn weg naar Lestelle-Bétharram, waar ik de Chapelle Notre-Dame binnenstap voor wat verkoeling. De pleister uit Bigorre heeft dan alweer losgelaten. Voor het altaar gesp ik mijn rugzak los en krab de plakresten los, terwijl ik opnieuw baal van mijn gehavende broek. Of weerspiegelt dit ongelukje de essentie van het pelgrimsleven? Het
gaat niet om de verpakking, maar om wat erin zit. Plots klinkt er een stem. “Vous-allez bien?” Uit het invallend licht scheurt het silhouet van een man los, die zich voorstelt als priester Abibe uit Benine. “Santiago is nog ver”, knikt hij naar de jakobsschelp die ik aan mijn rugzak heb vastgemaakt – het symbool voor de Chemin de Saint-Jacques. Hij schrikt bij het zien van mijn knie. Wenkt. Via de tuin lopen we naar het aanpalende maison de repos, waar een ziekenverzorgster mijn wond ontsmet en verbindt. Priester Abibe heeft ook nog wel een nieuwe broek voor mij, als ik even in de keuken wil wachten. Het ruikt er naar knoflook en gebakken forel. Er staan flessen wijn of tafel. Kloosterlingen schuiven aan. Of ik mee-eet. De Camino voorziet. Bétharram is een juweel op de pelgrimsroute naar Arudy en Oloron-Sainte-Marie. Naast de Chapelle Notre-Dame klimt een kruisweg omhoog; van Getsemane tot aan de Wederopstanding, voor elk van de vijftien staties is er een kapel ingericht. De heiligdommen, tussen 1840 en 1845 voltooid, zijn uitgerust met prachtige platte reliëfs van de Franse beeldhouwer Alexandre Renoir. Bezweet bereik ik het hoogste punt en ik bedenk dat ik de druipsteengrotten van Bétharram maar beter laat schieten. Die avond vind ik onderdak op een boerderij net buiten Asson. Mijn lijf is op, maar mentaal voel ik me totaal gereset. Door het raam van mijn slaapkamer zie ik de Pyreneeën. Het ruikt naar kuilgras en er klinken koeienbellen dichtbij.
Vrijheidsgevoel
Twee dagen later is mijn lichaam gewend aan mijn nieuwe routine en koers ik aan op Oloron-SainteMarie. Het glooiende coulisselandschap zuig ik dankbaar op; de lichtblauwe hortensia’s, de palmen, naaldbomen, maaivelden. Hoog in de lucht zweven lammergieren, het zingen van de cicaden activeert een instant vrijheidsgevoel. Arudy ligt achter me. Ik heb er de nacht doorgebracht op een slaapzaal, in het huis van pastoor – Monsieur le curé – Pierre, een norse verschijning met borstelige grijze wenkbrauwen. Ik had verwacht dat hij vanochtend voor het ontbijt zou bidden, maar in plaats daarvan pakte hij een kom thee en doopte zijn stukje geroosterde baguette erin als een madeleine. Steeds moet ik aan het moment denken dat er uit het niets een zweem van › Vorige pagina’s: links: Lescun, het mooiste dorp van het Aspedal; rechts: in het kerkje bij het klooster in Sarrance. Linkerpagina: de Cabane d’Ansabère boven Lescun, gebruikt door herders en wandelaars. Hierboven: links: een van de veertien kapellen van Bétharram; daarnaast: houtsnijwerk in de kerk van het dorp.
Weerspiegelt dit ongelukje de essentie van het pelgrimsleven? Het gaat niet om de verpakking, maar om wat erin zit
melancholie in zijn oogopslag verschijnt en hij naar een vergeelde platenhoes aan de muur knikt. “Once I had a sweetheart. Joan Baez est ma chérie.” Misschien realiseerden we ons allebei wel in diezelfde split second wat geluk is. Oloron-Sainte-Marie, in het departement PyrénéesAtlantiques, is de poort naar de vallei van Ossau en de vallei van Aspe – het stuk van 58 kilometer tot aan de Spaanse grens. In het charmante centrum komen de Gave d’Ossau en de Gave d’Aspe samen in de Gave d’Oloron. Architectonisch hoogtepunt is de romaanse kathedraal van de Heilige Maria die als onderdeel van de pelgrimsroute naar Santiago op de Unesco-erfgoedlijst is geplaatst. Ook een bezoek waard: de surrealistische mediatheek die op een voormalig fabrieksterrein op de rivieroever is gebouwd naar een ontwerp van Pascale Guédot. Het contrast kan bijna niet groter zijn met de middeleeuwse huisjes in het Quartier Sainte-Croix, waar de Bellevue-promenade zijn naam eer aandoet. Voor mijn gevoel kan ik hier de Pyreneeën bijna aanraken en het vooruitzicht morgen toch echt naar klimmodus over te schakelen, wekt mijn interesse voor de stevige lokale cuisine. In een bistrootje bestel ik een bord garbure, een dikke soep van aardappelen, vlees en witte bonen. Een glas Jurançon erbij en na een dag wandelen gloeit mijn lichaam als na een welverdiende après-ski.
Gordel van aventurijn
Die garbure bleek een slimme zet, want de volgende dag is snel duidelijk dat ik die extra brandstof goed kan gebruiken. Na Lurbe-Saint-Christau gaat het wandelpad nog maar één richting op: schuin omhoog. De stok die ik aan het begin van de etappe vind, blijkt geen overbodige luxe te zijn voor mijn balans, want kilometers achtereen wandel ik ingesnoerd tussen berghelling en afgrond. Na Escot verengt de vallei zich tot een gordel van de steen aventurijn. De rust is overal even intens; ik raak in een vreemd soort roes van vastberadenheid en bedaardheid. Alsof ik volleerd koorddans op ijle hoogte. Wat voelt dit goed. Dan begint het te motregenen en voelen mijn knieën steeds zwaarder. Sarrance verschijnt even onverwacht als net op tijd. In de stromende regen klop ik aan bij het klooster, laat mijn credential
Deurklopper in Accous; wandelaars vanuit het Cirque de Lescun. Rechterpagina: koeien langs het pad naar de Cabane d'Ansabère. Volgende pagina’s: links: Sentier de la Mature, het spannendste wandelpad van het Aspedal; rechts: kaasboer Jean-Louis Miramon van Ferme Miramon.
stempelen en betaal voor een overnachting. Ik heb de slaapzaal voor mijzelf. Het klooster is een verademing: een kruisgang met kloostertuin, twee kapellen, een refter. Tijdens het gezamenlijk avondeten en de mis dienen de kloosterlingen zich vanzelf aan. Zeven stervelingen, niet ingewijd in de katholieke leer, maar ieder met een eigen motivatie om hier het leven te omarmen. “Het gaat om être en avoir”, verzekert een innemende dame. Het is lang geleden dat ik die werkwoorden erin moest stampen voor Franse les, nu neem ik ze als een repetitie mee naar bed. Être et avoir. Net als bij Monsieur le curé in Arudy voel ik dat hier de essentie van het pelgrimsleven even wordt aangestipt. Onzichtbaar en veelzeggend. Niet het bezit, wel de mensen. Wat maakt gelukkig? Daar gaat het hier om.
Bidprentjes
Tussen de bergtoppen hangen die ochtend lakens van mist, de vochtige oceaanlucht stuwt dauwdruppels over het loof. De weg wordt vaker onderbroken door dorpjes, die kleinschalig zijn ingesteld op toerisme. Miel de montagne, kazen. In de charmante straatjes van Bedous schiet een kat weg. Zwaluwen scheren laag over de daken. Dan gaat er plots een deur open. Een vrouwtje met lang grijs haar en één tand vraagt of ik een kop koffie wil, want ik ben toch pelgrim? Aarzelend stap ik de woonkamer van Yvette binnen. Opgekruld behang aan de muren, overal bidprentjes, foto’s van de paus, rozenkransen en Mariabeeldjes. Het spaarzame licht in de kamer komt van de tv die beelden uitzendt van een liturgieviering in een onbekende kerk. Yvette zelf ziet het niet meer. Ze praat aan één stuk door. Over de kat, de vogels in de tuin, de bloemen die ze heeft geplukt. Meer versta ik niet. Ze schenkt de koffie in, zet een cd op, zingt mee met de engelenmuziek die de kamer vult. Als er engelen bestaan, heb ik er vandaag vast één gevonden. Ze zwaait me uit. “Bon voyage, pèlerin.” Dan trekt ze zich weer terug in haar kleine paradijs. Het pad verliest zijn contouren, valt uiteen in klaverweiden met boterbloemen, vergeet-mij-nietjes. Eeuwige sneeuw tooit de hoogste toppen. Het wordt fris. Mijn knieën voel ik niet meer. Somport bereik ik aan het einde van de middag. Ik heb het gehaald. Dit kleine stukje Frankrijk heeft me iets heel dierbaars gegeven. Een stukje geluk op aarde.
Huib heeft de pelgrimstocht van 1125 km van Lourdes naar Fisterra inmiddels voltooid. Deze zomer vertrekt hij opnieuw vanuit Frankrijk (Biarritz), voor een andere Camino en is hij dagelijks te volgen via zijn Instagramaccount huib.loopt
Tips & adressen
Logeren
Café Hôtel Restaurant Transhumance & Cie (Bedous) Dit hotelrestaurant is gevestigd in het voormalige treinstation van Bedous en beschikt over zes tweepersoonskamers, twee suites en een studio. Hotelgasten mogen gebruikmaken van een sauna. Het restaurant is gevestigd in de oude wachtruimte en biedt een gevarieerde kaart met streekproducten. In het degelijke driesterrenhotel boek je al een tweepersoonskamer vanaf €54 per nacht. 8, avenue Robert Balangué. transhumance-pyrenees.fr
Eten & drinken
Les Amis (Oloron-Sainte-Marie) Geliefd onder de lokale bevolking en bij uitstek een plek voor levensgenieters. Op de kaart merendeels regionale, seizoensgebonden gerechten. 24, place de la Résistance
Le Randonneur (Etsaut/Borce) Uitgewandeld? Neem dan plaats op het zonnige terras met uitzicht op de bergen. Vriendelijke bediening en een goede kaart met eerlijke, regionale producten. Charcuterie en kazen voor bij de borrel. Prijzen variëren van €13 voor een dagschotel tot €28 voor een menu. 64, Le Bourg
Streekproducten
Le petit chaperon vert (Arudy) Een biologische kruidenierswinkel, met een grote selectie thee, lokale wijnen en natuurlijke zeepsoorten. 3, place de l’Hôtel de Ville L’Encantado (Bedous) Een caféboutique met kleine kaart en terras in het intieme centrum van Bedous. Binnen koop je regionale specialiteiten, waaronder Garbure Béarnaise, Daube Béarnaise en Piperade Béarnaise, in conservenblik of weckpot. 2, rue des Quatre Cantons
Bezoeken
Grotten van Bétharram (Bétharram) Combineer een wandelgang langs de kruisweg met een bezoek aan de grotten van Bétharram die in 1819 werden ontdekt. Rondleidingen met audioguide voeren je per boot en trein door een magische ondergrondse wereld. betharram.com Klooster van Sarrance (Sarrance) Dit 17deeeuwse klooster ligt aan de Via Tolosana, een van de historische Franse pelgrimsroutes naar Santiago de Compostella. Breng er een bezoek aan de kapel NotreDamedelaPierre en de parochiekerk van NotreDamedel'Assomption. In de kruisgang zijn wisselende tentoonstellingen te zien. monasteredesarrance.fr
Parc Ours (Borce) Sinds tien jaar ontfermt een vereniging zich over dit oudste dierenpark van de Aspevallei. De bescherming en het behoud van de lokale flora en fauna staan voorop. Een unieke kans om bruine beren, gemzen en bergmarmotten in hun natuurlijke habitat te aanschouwen. Van mei t/m oktober dagelijks geopend vanaf 10 uur. Entree €11. parc-ours.fr
Met dank aan Atout France. Destination Occitanie: tourisme-occitanie.com. Hautes-Pyrénées Tourisme Environnement: tourisme-hautes-pyrenees.com.