Veeteeltvlees november 2024

Page 1


Methaanreductie vraagt nieuwe inspanningen

Kringlooplandbouw bij gebroeders Bos met vleesvee en spruiten

Staphorst toont nationaal kampioenen

Feston

De

Belle Eau

Boy De Renuamont x Tartan

De Belle Eau

Op 20 mnd.:

906 kg en 140cm (+12)

Voor pure groeikracht

Ki-code: 945235

⊲ Zeer gemakkelijke bloedlijn

⊲ Uitzonderlijke eigen prestatie

⊲ Geschikt voor op vaarzen

Vrouwelijk gesekst beschikbaar

Wilt u sperma van Feston of andere stieren bestellen, bezoek dan onze webshop op shop.crv4all.nl of shop.crv4all.be

RUBRIEKEN

5 Van de redactie

6 Fokkerijnieuws

17 CRV-coöperatienieuws

25 Managementnieuws

29 Managementnieuws

32 Marktinfo voer

33 Marktinfo vee

34 Agenda

35 CRV-coöperatienieuws

HOOFDARTIKEL

8 Ambitieuze doelstelling van methaanreductie vraagt om initiatieven en inspanningen

REPORTAGE

14 Driek en Marien Bos houden verbeterd roodbont met aandacht voor kringlooplandbouw en eigen vleesverkoop

MANAGEMENT

18 Overname is moeilijker door rendement en grondwaarde

KEURING

22 Nationale keuringen voor witblauw en verbeterd roodbont in Staphorst brengen nieuwe toppers

INTERVIEW

26 Riccy Focke, transitiemanager PAS in Vlaanderen, over de vragen van veehouders over de stikstoftransitie

CRV 150 JAAR

30 Panelleden van het CRV-symposium stellen dat er zonder innovatie geen toekomst is

BIJ DE COVER

Spruitjes, je bent er fan van of juist niet. De koeien uit de stal van de broers Bos zijn het alvast wel (foto: Quinten den Hertog)

Driek Bos:

‘Ik heb geen weidevlees of poldervlees, maar kwaliteitsvlees’

Riccy Focke:

‘Ik denk dat we de sectordoelstelling van 5 procent gaan halen’

Methaanreductie vraagt nieuwe inspanningen

VLEESVEECONGRES 2024

De uitdagingen vandaag en morgen in de vleesveehouderij

Vleesvee houden vergt een multidisciplinaire aanpak. Een professionele vleesveehouder met parate kennis van voeding, huisvesting, dierengezondheid, genetica en economie haalt

betere zoötechnische en bedrijfseconomische resultaten. Echter, de evolutie in al deze domeinen gaat zeer snel. Voortdurende bijscholing door de professionele vleesveehouder is

dan ook op zijn plaats. Tijdens deze studiedag die gekoppeld is aan een bedrijfsbezoek wordt u geïnformeerd over de uitdagingen van vandaag en morgen.

Datum en locatie Deelname

Dinsdag 17/12/2024: Feestzaal Vogelzang, Leuvenselaan 534, Tienen met bedrijfsbezoek bij familie Vandermeulen

Donderdag 19/12/2024: Sparrenhof, Brugsesteenweg 183, Eeklo met bedrijfsbezoek bij familie Vanhaelemeesch

Deelnemen kan door vooraf in te schrijven via www.lv.vlaanderen.be/kalender/vleesveecongres tegen uiterlijk 16 december 2024.

De deelnameprijs bedraagt 25 euro per persoon.

• Realiseert een hoge groei.

• Draagt bij aan een excellente vleeskwaliteit.

• Voerschema’s voor verschillende rassen vleesvee beschikbaar.

Volgt de consument als de veehouder investeert?

Met het resultaat van de Amerikaanse verkiezingen, de desastreuze gevolgen van de wateroverlast in de Spaanse regio Valencia en de klimaattop in Bakoe in Azerbeidzjan was de voorbije dagen het klimaatdebat weer even opgelaaid. En de mate van urgentie van dit debat en vooral de bijhorende initiatieven die we als maatschappij dan wel als individu moeten nwwemen, zijn a ankelijk van wie je hoort of leest. Maar los van de resultaten van de klimaattop of de kijk van Trump op het klimaat, is het duidelijk dat klimaat in onze regio, lees Europa, steeds een thema zal zijn en blijven. De ambitie voor de veehouders is duidelijk: de emissie van methaan en CO2 moet naar beneden. Die ambitie is reeds in 2019 vastgelegd voor de Vlaamse land- en tuinbouw in een convenant. Omdat volgend jaar een evaluatie dient voorgelegd te worden aan de Vlaamse overheid, kan het wel even spannend worden. Het gevraagde resultaat voor 2030 zit immers nog niet in de goede richting. Er is nog inspanning nodig van de sector. Dat de veevoedersector hierin – met de toepassing van 10 procent methaanreducerende voermaatre-

gelen – zijn rol pakt, is alleen maar toe te juichen. Ook naar de vleesveesector wordt gekeken, alleen zijn de opties voor een vleesveehouder momenteel nogal beperkt. Het is wat wachten op enkele beloftevolle maatregelen, waarbij uit onderzoek alvast blijkt dat ze effectief zijn. Maar vooral is het belangrijk dat deze de kostprijs niet of amper verhogen voor de vleesveehouder.

Te vaak is het immers al gebleken dat de consument duurzaamheid – breder dan alleen maar het klimaat en methaanreductie – wel hoog zitten heeft, maar dan niet aan de kassa van de winkel. Het maakt dat de sector vaak het gevoel heeft alleen op te draven voor de inspanning op het gebied van duurzaamheid. Een akkoord als Mercosur draagt daar niet aan bij, het gebruik van hier verboden middelen in de Mercosur-landen nog minder. Ook op het CRV-symposium was het in gesprekken met veehouders en panelgesprek duidelijk: de wil, de kennis en kunde zijn er in de sector. Alleen mag de inspanning gedragen worden door de hele keten, consument inclusief.

Verschillen

in methaanuitstoot voor 20 procent erfelijk bepaald

De ene koe stoot fors meer methaan uit dan de andere koe. Die verschillen zijn voor 20 procent erfelijk bepaald. Methaanuitstoot meenemen in het fokdoel kan leiden tot ruim 20 procent minder methaan per kilogram melk in 2050. Dat blijkt uit onderzoek van Anouk van Breukelen aan Wageningen Universiteit. In oktober promoveerde ze cum laude op een onderzoek naar de mogelijkheden om de uitstoot van methaan te reduceren via fokkerij. ‘Als we methaanuitstoot opnemen in het fokdoel, dan kan dat in 2050 een veestapel opleveren die per kilogram melk ruim 20 procent minder methaan produceert.’

Voor haar onderzoek gebruikte Van Breukelen data van zogenaamde ‘sniffers’, die in de voerbakken van melkrobots van iedere koe bij elke melkbeurt de methaanconcentratie in de uitgeademde lucht bepaalden. Van elke koe werd vervolgens het wekelijks gemiddelde van de methaanconcentratie berekend.

Ze verzamelde op die manier bijna 75.000 gegevens over methaanproductie van ruim 7000 melkkoeien op 68 Nederlandse melkveebedrijven.

Van Breukelen onderzocht ook de genetische samenhang tussen methaanuitstoot en kenmerken als melkproductie, voeropname en

lichaamsgewicht. ‘De relaties tussen deze kenmerken zijn zwak’, concludeert de onderzoekster. ‘Dat betekent dat methaanuitstoot een op zichzelf staand kenmerk is. Fokken op een lagere methaanuitstoot kan dus hand in hand gaan met het verbeteren van de melkproductie of de voerefficiëntie.’

Het onderzoek van Anouk van Breukelen vormt de basis voor het berekenen van fokwaarden voor methaan. CRV introduceert deze fokwaarden in april 2025.

Onderzoekers zoeken dieren met schurftgevoeligheid

Ook de komende maanden wordt er in het kader van een schurftonderzoek een beroep gedaan op de medewerking van vleesveehouders met Belgisch witblauw. Het bekende schurftonderzoek Bomange krijgt immers een vervolg. Drie universiteiten – KULeuven, UGent en ULiège – bouwen daarbij verder op dat project. Het nieuwe project, met de naam Genobreed, krijgt ook een nieuwe onderzoekster, Inne Patteet. Zij is verbonden aan KULeuven. Het project wordt ondersteund met FWO-middelen.

Genobreed heeft als doel de gevoeligheid van Belgisch-witblauwrunderen voor schurft terug te dringen door middel van genetische selectie. Daarbij wordt verder gewerkt op basis van eerder onderzoek, waarbij reeds enkele mogelijke genetische merkers werden geïdentificeerd.

Ook voor komend winterseizoen zoeken de onderzoekers runderen van het Belgischwitblauwras van het vleestype met schurftsymptomen. Tijdens de staalname wordt de schurftgevoeligheid van de dieren onderzocht. Na microscopische analyse wordt de soort schurft vastgesteld. Deze informatie kan helpen om een accurate behandeling uit te voeren. Verder wordt er van de dieren een dna-staal genomen. Voor de staalname mogen de dieren niet behandeld zijn tegen schurft.

Als u uw veestapel ter beschikking wilt stellen voor een staalname, neem dan contact op met Wim Veulemans van CRV: tel.nr.: 0477-70 04 32 of Inne Patteet van KULeuven: tel.nr.: 016-71 02 54 of e-mail: inne.patteet@kuleuven.be

Madelief 11 ingeschreven met 92 punten

Madelief 11 van de Jacobushoeve, een Gontinusdochter uit de stal van Bert van Abeelen, werd door de stamboekinspecteur voor verbeterd roodbont recent ingeschreven met 92 punten voor algemeen voorkomen. Deze bijzonder fraaie vertegenwoordigster van het moderne verbeterd roodbonte ras kreeg 92 punten voor ontwikkeling, 90 voor bespiering, 91 voorbenen en maar liefst 94 voor rastype. Inspecteur Corné van der Ven omschreef haar rastypische eigenschappen als absolute ‘true-type’. De vlotte koe demonstreert ook na meerdere natuurlijke afkalvingen nog veel jeugd in haar uitstraling. Zevenenhalf jaar oud is de jeugdige Madelief intussen. Vorig jaar won ze nog overtuigend het algemeen kampioenschap in Enter.

De verbeterd roodbonte Madelief 11 van de Jacobushoeve (v. Gontinus) kreeg recent 92 punten voor algemeen voorkomen

‘Mercosur is belangrijk voor de Europese Unie, zeker in het licht van de oplopende

spanning met China’

Uit: Vilt.be, 5 november 2024

Genenbank voor West-Vlaams rood ras

Voor het West-Vlaamse rode ras wordt een embryo- en spermabank opgericht. Het doel van deze embryo- en spermabank is om fokkers te ondersteunen die hun vee verloren of verliezen door dierziekten als ibr. Zij kunnen met behulp van deze genetica hun veestapel weer opbouwen. De genenbank is ook bedoeld om het ras en voldoende genetische diversiteit in stand te houden. Veehouders die actief zijn in stamboekwerking en een langetermijnvisie hebben voor hun bedrijven, krijgen voorrang bij het gebruik van de bank. Het doel is om de aantallen van het West-Vlaamse rode ras in Vlaanderen te laten groeien of op zijn minst stabiel te houden. CRV Vlaanderen vzw gaat de bank opzetten en beheren. Voor de aankoop van sperma en het winnen van embryo’s ontvangt de fokkerijorganisatie financiële ondersteuning van de Vlaamse overheid.

Agriflanders neemt maatregelen voor bioveilige prijskampen

De organisatie van Agriflanders in Gent neemt voor de komende editie extra maatregelen om de veterinaire risico’s tot een minimum te beperken. Zo wil de organisatie neus-neuscontact voorkomen, gedeelde accommodaties ontsmetten en voorkomen

dat beursbezoekers de wachtzones betreden of dieren kunnen aanraken. Bovendien mogen alleen veehouders met een I4-5- of I4-6-statuut (ibr-vrij zonder vaccinatie) deelnemen aan de keuring en worden alle deelnemende dieren individueel getest.

In Vlaanderen kampten meerdere rundveebedrijven afgelopen maanden met ibr-uitbraken. Maar volgens de organisatie van Agriflanders zijn prijskampen niet de oorzaak van de ibr-problematiek. ‘In het kader van Agriflanders werd tot op heden nog nooit een ibr-besmetting vastgesteld’, geeft de organisatie aan.

Een extra argument voor het veilig door kunnen laten gaan van de keuring is volgens de organisatie ook dat alle besmette dieren in Vlaanderen vanwege de nieuwe ibr-regels eind oktober van dit jaar afgevoerd moeten zijn.

Volgens de organisatie is het gevolg dat er minder ibr zal rondgaan in de Vlaamse rundveehouderij. Bovendien zet de permanente opvolging via melkstalen besmette melkveebedrijven snel op de radar. ‘Door deze aanpak lijkt de besmettingskans op Agriflanders nog nooit zo laag te zijn geweest.’

De melkveekeuring op Agriflanders vindt plaats op donderdag 16 januari. Een dag later staan keuringen van Belgisch witblauw en blonde d’Aquitaine op het programma.

De noodzakelijke inspanning die de veehouderijsector moet leveren in het reduceren van methaanemissie, is dan wel helder, de mogelijkheden om dit na te streven zijn momenteel beperkt voor vleesvee. De sector rekent op nieuwe toepassingen met onder meer lijnzaad en 3-NOP.

Vleesvee rekent op nieuwe opties

Met het akkoord van Parijs hebben eind 2015 159 landen, in de schoot van de Verenigde Naties, afspraken gemaakt om de globale opwarming te beperken tot anderhalve graad Celsius. De afspraken zijn concreet vertaald naar een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 42 procent ten opzichte van 2019.

In aanloop naar de klimaatconferentie van Bakoe werd al duidelijk dat dit doel met de huidige maatregelen niet gehaald zal worden. Inger Andersen, directeur van het VNmilieuprogramma UNEP, sprak van een toename tot 2,6 graden Celsius in de opwarming van de aarde. Om het gestelde doel uit het akkoord van Parijs te halen stelt UNEP dat de rijke landen ‘een massale mondiale inspanning moeten leveren’. Deze landen, de G20, zijn goed voor 77 procent van de uitstoot in 2023.

Inspanning van de gehele

sector

De doelstellingen uit het Parijse akkoord zijn in het Vlaams Energie- en Klimaatplan 2021-2030 (VEPK) vertaald naar regionale afspraken per sector, waarbij ook een ambitie is opgelegd aan de land- en tuinbouwsector. Voor de land- en tuinbouwsector is de ambitie een reductie van 31,3 procent van broeikasgassen ten opzichte van 2005. De land- en tuinbouwsector is goed voor een uitstoot van 10 procent van de Vlaamse uitstoot, waarbij methaan de helft van de uitstoot inhoudt. Nagenoeg al deze methaan, 97 procent, komt uit de veeteelt. Daarbij hebben de enterische emissies een aandeel van 70 procent. ‘Die enterische emissies zijn afkomstig uit de fermentatie in de pens’, verduidelijkt ILVO-onderzoekster Karen Goossens.

Dat methaan heeft in de atmosfeer een opwarmend vermogen dat circa 28 sterker is dan CO2, maar dat met twaalf jaar

ook een kortere levensduur heeft. Dat maakt dat ingrijpen en beperken van methaanemissie sneller effect zal hebben op het klimaat dan via CO2

‘Met het Convenant Enterische Emissies Rundvee 2019-2030 engageerden de Vlaamse overheid en vijftien organisaties zich in 2019 om de enterische methaanemissies tegen 2030 te verminderen met 19 procent ten opzichte van 2005’, vertelt Katrien D’hooghe. D’hooghe is managing director bij Belgian Feed Association (BFA), een van de ondertekenaars van het convenant, waaronder ook CRV.

Op het moment van afsluiten van het convenant was de ambitie een reductie van 19 procent, wat staat voor een lagere uitstoot van 0,44 Mton CO2-eq. of een maximale uitstoot van 1,9 Mton CO2-eq. Intussen is er een geactualiseerde versie van het Vlaams Energie- en Klimaatplan waarin de enterische emissies met 0,3 Mton CO2-eq. of 14 procent worden gereduceerd in 2030 ten opzichte van 2005.

‘De realiteit is evenwel dat door een verschuiving binnen de veestapel, van vleesvee naar melkvee, en een hogere melkproductie per dier er een toename is van de absolutie emissies sinds 2005. De nodige reductie zal eerder 23 procent zijn’, verduidelijkt Karen Goossens. Indien de sector de doelstelling uit de convenant niet haalt in 2030, kan de Vlaamse overheid zelf normerende beleidsmaatregelen opleggen. Maar ook na de tussentijdse evaluatie in 2025 kan de overheid al ingrijpen.

Invloed van management en genen

Vanuit het convenant zijn er drie wegen die dienen te leiden naar het realiseren van de doelstelling: bedrijfsmanagement, genetica en voer. Wat dat eerste betreft is er een aantal maatregelen die ook vleesveehouders kunnen toepassen op hun bedrijf. Dieren jonger laten kalven, een korte tussen-

TEKST WIM VEULEMANS

opties methaanreductie

De weg van voer naar methaan

Het methaan dat een rund opboert, is het gevolg van een fermentatie in de pens. ‘In dit proces ontstaan vluchtige vetzuren en waterstof, H2. Deze laatste bindt zich met hulp van methanogene bacteriën met kooldtofdioxide, CO2, waarbij methaan of CH4 gevormd wordt.

Dit methaan boert het rund dan grotendeels op’, verduidelijkt Karen Goossens van ILVO. De vetzuren gebruikt het dier voor onderhoud, groei of productie. Maar niet alle vluchtige vetzuren zorgen voor H2-productie. Zo zijn azijnzuur (AZ) en boterzuur (BZ) het ge-

volg van de vertering van respectievelijk ruwe celstof en suiker. Daarbij komt H2 vrij. Bij de productie van propionzuur (PZ), a omstig van zetmeel, wordt dan weer H2 gebruikt. Zetmeelrijk voer zal dus voor minder methaan zorgen dan vezelrijke graskuil.

kalftijd en focus op een vlotte opfok zorgen niet alleen voor meer efficiëntie in het management en financieel rendement, maar hebben ook impact op de uitstoot per geproduceerde eenheid, vlees in dit geval.

Onderzoek bij melkvee heeft aangetoond dat bij het terugbrengen van de leeftijd van eerste kalving van 26 naar 24 maanden een reductie te halen is van 13 procent tijdens de jongveefase. Bij een daling van 28 naar 22 maanden loopt dit zelfs op tot 33 procent.

In het convenant wordt gewerkt met een aantal voorgestelde maatregelen. ‘In de vleesveesector zijn deze momenteel beperkt tot twee maatregelen’, vertelt Laurence Hubrecht, beleidsadviseur bij de Vlaamse overheid. ‘Het sneller bereiken van de slachtleeftijd bij vleesstieren is er daar een van.’

Door de voerefficiëntie te verbeteren en een sterke groei na te streven zullen stieren op jongere leeftijd slachtrijp zijn.

De dieren worden dus minder lang aangehouden op het bedrijf, wat voor een lagere methaanemissie per dier en dus per kilogram vlees leidt. ‘Zeker op gesloten bedrijven leidt dit ook tot een lagere emissie op het bedrijf zelf’, pikt Karen Goossens aan.

Nitraat toevoegen

Naar genetica zijn de mogelijkheden in de vleesveesector beperkt. Het is wel zo dat efficiënt groeiende dieren – wat gerelateerd kan worden aan bepaalde bloedlijnen – ook in uitstoot efficiënter zijn. In melkvee wordt momenteel onderzoek naar de invloed van genetica op methaanuitstoot afgerond. Dit zal weldra leiden tot de beschikbaarheid van methaanfokwaarden. In de vleesveesector is het nog niet zo ver. Momenteel loopt er wel onderzoek naar in Wallonië, maar de hoeveelheid beschikbare data is vooralsnog beperkt. Het vermoeden is ook dat zeker voor het Belgischwitblauwras de spreiding in de populatie eerder beperkt zal zijn, wat maakt dat selectie een beperkter gevolg heeft. ‘BFA is sinds 2019 voorzitter van de werkgroep rond voedermanagement’, vertelt Katrien D’hooghe. ‘In deze werkgroep zoeken we met alle organisaties naar voedermaatregelen die de methaanuitstoot bij runderen verlagen.’ Dit resulteerde reeds in enkele goedgekeurde maatregelen bij melkvee, zoals het toevoegen van geëxtrudeerd of geëxpandeerd lijnzaad aan het rantsoen of het toevoegen van 3-NOP aan het krachtvoer. Beide maatregelen zorgen voor een reductie van de methaanuitstoot bij melkvee, 3-NOP zelfs tot 26 procent.

‘Hoewel deze maatregelen wel een effect hebben bij vleesvee, kan de vleesveehouder deze maatregelen nog niet toepassen’, zegt haar collega Liesbeth Verheyen, beleidsadviseur duurzaamheid, klimaat en milieu bij BFA. Het additief 3-NOP heeft momenteel enkel een Europese erkenning voor toepassing in de melkveehouderij. Een aanvraag van producent DSM voor toepassing in de vleesveehouderij bij

EFSA, de Europese autoriteit voor de voedselveiligheid, is momenteel lopende.

Het gebruik van geëxtrudeerd lijnzaad en koolzaad vindt waarschijnlijk sneller ingang in de praktijk. Onderzoek, onder meer bij Arvesta, wijst uit dat deze toepassing ook bij vleesvee tot een reductie van de methaanuitstoot kan leiden. Het Wetenschappelijk Comité Luchtemissies Veehouderij (WeComV) van de Vlaamse overheid buigt zich nog over de erkenning van deze methaanreducerende voedermaatregelen binnen het convenant.

‘Momenteel wordt bij vleesvee enkel de voedermaatregel nitraat binnen het Vlaamse convenant toegepast’, geeft Laurence Hubrecht aan. ‘In deze maatregel wordt via het krachtvoer nitraat toegevoegd aan het rantsoen. Deze maatregel is goed voor een reductie van methaanuitstoot tot 8 procent.’

Belangrijk is dat de gift van nitraat beperkt wordt tot 1 procent van het rantsoen op basis van droge stof. ‘Ook het eiwitgehalte in het totale rantsoen mag niet stijgen’, gaat Karen Goossens verder. ‘Anders krijg je een verhoogde uitstoot van ammoniak en bovendien is er dan risico op nitrietvergiftiging. ‘Nitraat zorgt dat de waterstof op een andere manier wordt weggewerkt uit de pens’, legt ze uit. ‘Door de waterstof en nitraat te binden ontstaat eerst nitriet, dat door opnieuw met waterstof te binden ammonium en water vormt. Dat ammonium kan het dier dan deels aanwenden voor de vorming van microbieel eiwit.’

Technisch en economisch resultaat gelijk

Kristof Denys van Voeders Decadt volgt een vleesveehouder die nitraat toevoegt aan het rantsoen van zijn stieren. ‘De stieren vanaf zes maanden krijgen bij deze veehouder een nitraatadditief toegevoegd van 1 procent op de totale drogestofopname’, vertelt hij. ‘De stieren worden er elke maand gewogen en de technische resultaten zijn gelijk als voorheen. Doordat de drogestofopname van deze groep stieren rond de 8 à 10 kilo per dag ligt, wordt de kostprijs, rekening houdend met de premie, niet hoger dan voorheen.’

Denys haalt nog een extra voordeel aan. Door de nitraattoevoeging mag het eiwitgehalte in het rantsoen niet stijgen, er wordt dus minder soja in het rantsoen ingerekend. ‘Ook de onbestendigeiwitbalans in het afmestrantsoen is positief, wat in klassieke rantsoenen niet altijd haalbaar is maar toch een positief effect heeft op de gezondheid van de dieren.’

Veehouders die van de ecoregeling Nitraat gebruik willen maken, dienen per diergroep een rantsoenberekening beschikbaar te hebben. Men moet dus de diercategorieën aanduiden waaraan nitraat wordt toegediend. De categorieën zijn vrouwelijke dieren niet gekalfd, vrouwelijke dieren gekalfd en stieren.

Ook de facturen van de voerleverancier met daarop het vermelde nitraatsurplus moeten voorgelegd kunnen worden.

Natuurlijke CO2-opslag door de landbouw

In tegenstelling tot de uitstoot vanuit het transport of de industrie zijn de enterische emissies een resultaat van een natuurlijk proces, met name de fermentatie van voer in de pens van een rund. Methaanuitstoot is dus eigen aan het rund. Circa 40 procent daarvan is eigen aan het dier, een groter deel is voergerelateerd. Daarbij zorgt de landbouwsector er ook voor dat er CO2 uit de lucht wordt gehaald op een natuurlijke wijze. Tot op heden wordt dit laatste niet aan de sector toegewezen. Nochtans kan grasland 0,5 tot 1,0 ton CO2 per hectare, per jaar opslaan en dit twintig jaar lang. Bij toepassing van agroforestry, boslandbouw, loopt die opslag op tot 2,75 ton per jaar. Daarbij is een ton koolstofopslag goed voor 3,7 ton CO2 uit de lucht.

Proefopzet en resultaten van de proeven in Ath

Tussen oktober 2022 en september 2023 werden in het Waalse Ath door Arvesta drie afmestproeven van gemiddeld 84 dagen herhaald. Daarbij werden vier verschillende rantsoenen met krachtvoer en stro getest:

Rantsoen 1: LSF = afmestvoer met een laag verzadigd vetgehalte (3,5% rvet of ruw vet).

Rantsoen 2: HSF = afmestvoer met een hoog verzadigd vetgehalte (5,9% rvet).

Rantsoen 3: UF1 = afmestvoer met een hoog vetgehalte (6% rvet) met voornamelijk geëxtrudeerd koolzaadvet.

Rantsoen 4: UF2 = afmestvoer met een hoog vetgehalte (5,9% rvet) met voornamelijk geëxtrudeerd lijnzaadvet.

Naast het meten van de voeropname en de groei werden tussentijds ook registraties gedaan van de methaanemissie via greenfeed-toestellen. Voor deze proef werden de methaanemissies van meer dan 180 stieren gemeten.

De witblauwstieren hadden een gemiddelde uitstoot van 170 tot 190 gram methaan (CH4) per dag. Door een rantsoen toe te passen met geëxtrudeerd koolzaad (UF1) is dit te verlagen tot 134 gram methaan in de afmest. Bij rantsoenen met geëxtrudeerd lijnzaad (UF2) kan dat zelfs tot 119 gram worden verlaagd. De dagelijkse groei verbeterde met 10 tot 19 procent in vergelijking met de rantsoenen op basis van verzadigde vetten (LSF en HSF).

Tabel 1 – Resultaten van de witblauwproeven met waarneming van methaanemissies in Ath

periode kengetallen

84

19

Er is in 2024 een premie voorzien van 10 cent per dier per dag. ‘Dit vergt wat bijkomende inspanningen van de veehouder’, verduidelijkt Liesbeth Verheyen. ‘Vanaf dit jaar wordt echter ingezet op administratieve vereenvoudiging van de controle op de ecoregeling. Mengvoederfabrikanten voorzien daarom vanaf 2024 een overzicht van alle geleverde voeders binnen het convenant. Dit overzicht omvat gegevens zoals factuurnummer, leverdatum, de hoeveelheid geleverd voer en eventueel het aandeel additief.’ Evenwel moeten de facturen nog steeds op het bedrijf beschikbaar zijn en voorgelegd kunnen worden bij controle.

Effect met vet

Met momenteel één concrete voermaatregel is de potentie van methaanreductie eerder beperkt in de vleesveehouderij. Er wordt daarentegen wel veel verwacht van 3-NOP, nog meer van de toepassing van geëxtrudeerd lijnzaad en koolzaad. Het grote voordeel van werken met

GROEI +19%

UITSTOOT –23% METHAAN

lijn- en koolzaad is dat vleesveehouders vertrouwd zijn met het werken met deze producten. Menig vleesveehouder kent al heel wat voordelen van bijvoorbeeld lijnschilfers, weliswaar een andere productvorm. De meerwaarde van bijvoorbeeld geëxtrudeerd lijnzaad, waarbij via een hittebehandeling het giftige blauwzuur uitgeschakeld wordt, zit vooral in de samenstelling, namelijk het hoge gehalte aan vet. Vet zorgt via verschillende processen voor een gunstige invloed op de methaanproductie. Een rantsoen dat meer vet bevat, zal meteen minder fermenteerbare organische stof bevatten. Bovendien legt vet ook een soort coating om vezels, waardoor ook deze minder fermenteren. Vet fermenteert naar propionzuur dat waterstof (H2) nodig heeft en zo tot minder methaan leidt. Vet is ook toxisch voor verschillende soorten micro-organismen, zoals protozoën die methaan produceren in de pens. Het zorgt dus voor een andere samenstelling van het microbieel leven in de pens. Tot slot is er ook het proces van

UF1 KOOLZAAD
UF2 LIJNZAAD

bio-hydrogenering van onverzadigde vetzuren. Hierbij worden deze omgezet naar verzadigde vetzuren, waarbij er waterstof nodig is. De methaanreductie is hierbij weliswaar beperkt tot 2 tot 3 procent.

Belangrijk om te weten is dat een te hoog vetgehalte zorgt voor een lagere voeropname. Onverzadigd vet, zoals lijnzaad met daarin linoleenzuur, is ook beter dan verzadigd vet. Maar ook de vorm is belangrijk. Olie toevoegen zorgt voor minder methaan dan de gehele grondstof toevoegen.

Massa data verzameld

Veevoederproducent Franson onderzoekt momenteel ook de potentie van een aantal grondstoffen die effect hebben op de methaanuitstoot. ‘Een eerste proef met ILVO is ondertussen afgelopen’, stelt Alex Van Malleghem. Dit onderzoek krijgt momenteel verdieping in een tweede opvolgende proef. ‘We kijken vooral naar natuurlijke producten die uit de nevenstromen komen’, gaat Van Malleghem verder. ‘Ook de kostprijs mag voor de vleesveehouder niet hoger zijn en de technische resultaten moeten minstens evenwaardig zijn. Op die manier is het ook toepasbaar voor vleesveehouders.’

Gedurende meer dan tien jaar worden in de stallen van Proxani – voorheen Dumoulin en onderdeel van de Arvesta-groep – in Ath de technische resultaten van witblauwstieren gevolgd. Zo zijn meer dan 15.000 wegingen verzameld van dieren, resulterend in verschillende technische en economische simulaties (zie kader op pagina 11). In 2022 werd het project uitgebreid naar metingen van methaanuitstoot. In dit vierjarig project, Blanc-Bleu Vert genaamd, onderzoekt Arvesta samen met CRA-W, Universiteit Luik en Inovéo de potentie bij Belgisch witblauw om de methaanuitstoot te verlagen.

‘Hieruit blijkt dat het toevoegen van onverzadigde vetten uit geëxtrudeerd koolzaad of geëxtrudeerd lijnzaad aan het rantsoen de methaanuitstoot vermindert met respectievelijk 23 en 32 procent’, verduidelijkt Anne Vandelannoote, productmanager vleesvee van Aveve veevoeding, ook onderdeel van Arvesta. ‘Tegelijk zorgt deze toepassing voor een verhoging van de dagelijkse groei in vergelijking met rantsoenen op basis van voornamelijk verzadigde vetten.’

Invloed en werking van vet Volgens Vandelannoote wordt de impact op methaanreductie gerealiseerd vanuit oleïnezuur (C18:1) dat in koolzaadvet aanwezig is of vanuit linoleenzuur (C18:3) in lijnzaadvet. Door het extruderen van de vetten worden de verteringseigenschappen verbeterd, waardoor de rantsoenen op een hoger vet- en energieniveau gevoerd worden en geen verstorend effect hebben op de vertering. ‘Onverzadigde vetten hebben een positieve impact op de spiergroei en verbeteren het slachtrendement’, gaat de productmanager van Aveve verder. ‘Ze sturen de vetaanzet tijdens de afmest ook meer in de richting van intramusculair vet, wat de vleeskwaliteit ten goede komt.’

Aveve besloot op basis van deze resultaten voeders voor de afmestfase te ontwikkelen met onder meer onverzadigde vetzuren die leiden tot een methaanreductie van 23 procent per dier per dag bij gebruik van geëxtrudeerd koolzaadvet of tot 32 procent bij gebruik van geëxtrudeerd lijnzaadvet. Dit Durafeed-assortiment is ontwik-

keld volgens het Euroclim-concept, waarbij naast methaanreductie ook gefocust is op gebruik van enkel Europese grondstoffen en minimaal 80 procent bijproducten uit nevenstromen. ‘De formule van een standaard afmestvoeder streeft naar een vetgehalte van 5,5 à 6 procent. Dat hielden we ook in onze proeven aan’, geeft Vandelannoote verder aan. ‘De techniek van geëxtrudeerd lijnzaad of geëxtrudeerd koolzaad brengt een investering met zich mee die je wel in de juiste context moet zien.’ Afhankelijk van de uitgangssituatie (laag of hoog vetgehalte) gaat dit aldus Vandelannoote om 7 tot 25 euro per dier in de afmest. ‘Maar het gebruik van geëxtrudeerd lijnzaad of koolzaad verhoogt de dagelijkse groei en verlaagt de voederconversie’, besluit ze. ‘De productiekosten per kilogram karkas blijven dus onveranderd. En dat is belangrijk om mee te geven.’

Sectorale inspanning

De inspanning naar methaanreductie vanuit het convenant richt zich in de eerste plaats op de sector zelf, meer specifiek de veehouders. Hun inspanning aan de bron, de runderen, zal moeten resulteren in de beoogde reductie van enterische emissies met 14 procent ten opzichte van 2005. Maar ook sectororganisaties zoeken op hun niveau naar oplossingen. Zo kijken fokkerijorganisaties naar de mogelijkheid van methaanreductie via genetica. Ook de voersector neemt maatregelen. ‘Binnen de Belgian Feed Association is afgesproken dat elk BFA-lid vanaf 1 januari 2024 ten minste één goedgekeurde voermaatregel uit het convenant toepast’, verduidelijkt managing director Katrien D’hooghe de ambitie. ‘En dit op 10 procent van het geproduceerd rundveevoeder dat bedoeld is voor zijn Vlaamse klanten. Met dit collectief engagement neemt de diervoedersector het voortouw om de methaanuitstoot bij runderen te verminderen’, besluit D’hooghe.

Alex Van Malleghem, directeur bij Franson, beaamt de visie van D’hooghe. ‘Met de mengvoerfabrikanten nemen we het voortouw, omdat we de sector hierin vooruit willen helpen. Het is belangrijk dat we met de gehele sector die ambitie nastreven. De druk zal alleen maar toenemen, niet alleen vanuit maatschappij en politiek, maar ook vanuit de distributie en retail.’ l

Conclusies

– De enterische emissies moeten tegen 2030 met 0,3 Mton CO2-eq. (14%) worden gereduceerd ten opzichte van 2005.

– Vanuit het convenant zijn voor de vleesveesector momenteel twee maatregelen voorzien: toevoegen van nitraat en sneller bereiken van de slachtleeftijd.

– Het is nog wachten op de mogelijkheid om geëxtrudeerd of geëxpandeerd lijnzaad als voedermaatregel aan het rantsoen toe te voegen of 3-NOP aan het krachtvoer.

– Onderzoekt toont aan dat het toevoegen van onverzadigde vetten uit geëxtrudeerd koolzaad of geëxtrudeerd lijnzaad aan het rantsoen de methaanuitstoot vermindert.

Eclaireur de Roupage

Futé x Imperial de L’Ecluse

Op 31 mnd.: 1052 kg en 143 cm (+4)

Zo vader zo zoon

Ki-code: 945177

⊲ 92 punten voor bespiering.

⊲ Moeder gaf meerdere ki stieren

⊲ Karkasindex mannelijk 126! Zowel

Vrouwelijk als Mannelijk gesekst beschikbaar

Wilt u sperma van Eclaireur of andere stieren bestellen, bezoek dan onze webshop op shop.crv4all.nl of shop.crv4all.be

Spruiten op het bord, maar ook in de stal

Vollegrondsgroenten en vleesvee vullen elkaar aan op het gemengd landbouwbedrijf van de broers Driek en Marien Bos. Door kringlooplandbouw, een gesloten bedrijf en rechtstreekse vleesverkoop creëren ze een succesvol boerenbedrijf.

In het Zeeuwse dorp Ouwerkerk ligt het akkerbouw- en vleesveebedrijf van de broers Driek en Marien Bos. Omringd door akkerbouwland met spruiten staat de oude spruitenschuur, die een aantal jaar geleden werd omgebouwd tot koeienstal voor zo’n zeventig verbeterd roodbonte runderen. ‘Zie je ze zo mooi glimmen? Dat komt door de verse spruiten die ik ze voer’, zegt Driek Bos over zijn koeien. Hij neemt de verzorging van de runderen op zich.

Akkerbouw en vleesvee combineren

Het landbouwbedrijf van de familie Bos in Zeeland dateert al van vijftig jaar terug. Maar de oorsprong van het bedrijf ligt in Zoetermeer, waar Driek en Mariens vader eerst boerde. Hij streek uiteindelijk met zijn akkerbouw en melkvee in Ouwerkerk neer. De vleeskoeien kwamen pas later. In 1989 begon Driek samen met zijn vader met het houden van dikbillen. Op de top hadden ze er wel honderd, waarvan zo’n 90 procent Belgisch witblauwen en zo’n 10 procent verbeterd roodbont. ‘Ons bedrijf ligt niet ver van België, dus Belgisch witblauwen waren makkelijker aan te kopen’, licht Bos toe. Het financiële plaatje van het vleesvee was echter niet goed. De familie besloot daarom om de akkerbouwtak uit te bouwen. Daarvoor hadden ze ruimte nodig, want de boerderij was oorspronkelijk niet zo groot. Ook heeft Drieks broer Marien niks met koeien.

In 2002 deden de broers alle Belgisch witblauwen weg. Bos: ‘Ik heb toen tegen mijn broer gezegd dat als ik ouder werd, ik weer koeien wilde houden.’ En dat gebeurde. De broers bouwden in 2012 een nieuwe schuur voor de spruiten en de machines, waardoor er ruimte kwam om de vleesveestapel uit te breiden. De oude schuur werd omgebouwd tot potstal. In 2020 bouwden ze een extra schuur, waardoor de veestapel verder uitgebreid kon worden tot een acceptabel niveau. Er staan nu zeventig dieren, groot en klein, in de stal. ‘De koeien zijn maar een druppel van ons bedrijf. Van vleesvee word je niet rijk. Je moet eerst zelf “vet” zijn, dan pas kun je vette beesten houden’, stelt Bos. De meeste inkomsten komen uit de teelt van spruiten, knolselderij, uien, aardappels en wortels. Hij houdt er niet van om het aantal hectares te noemen. ‘Je hoeft niet veel hectares te hebben om veel te verdienen. Het gaat erom dat ze veel opbrengen.’

De broers verdienen wel aan de koeien. Dat komt volgens hen doordat de combinatie koeien en akkerbouw kringlooplandbouw mogelijk maakt. Zo krijgen het jongvee en de fokkoeien afvalspruiten tijdens de spruitenoogst en wordt de stalmest op het land uitgereden. Na de teelt van de vroege uien, die in juli worden geoogst, zaaien de broers het land in met gras, dat uiteindelijk aan de koeien en het jongvee wordt gevoerd als kuilgras. En een deel van het stro komt van hun eigen granen.

Alle kalveren zelf afmesten

De broers hebben een gesloten vleesveebedrijf. Alle kalveren die hier geboren worden, 25 per jaar, worden er afgemest. Het vlees van de stieren gaat voor 85 procent weg via vleespakketten en voor 15 procent via een regionale slager. ‘Ik ben van mening dat je het als vleesveehouder moet hebben van vleespakketten en rechtstreekse verkoop, omdat daar niemand tussen zit’, vertelt de veehouder. De broers slachten uitsluitend stieren voor de vleespakketten om een constante kwaliteit bij hun klanten af te kunnen leveren. ‘We hebben enkel eigen fokmateriaal en meststieren en we kunnen daardoor een reeks dieren met dezelfde vader slachten. Alle stieren worden op een leeftijd tussen de 22 en 24 maan-

BEDRIJFSPROFIEL

eigenaren Marien (51) en Driek (47) Bos aantal dieren 70 verbeterd roodbonten grondgebruik spruiten, aardappelen, uien, knolselderij, wortels, grasland en granen

Ouwerkerk

den geslacht. Daardoor kunnen we een constante kwaliteit vlees garanderen’, licht Bos toe. Alle kalfjes worden meteen na de geboorte gescheiden van de moeder. Ze krijgen twee keer biest van een melkveehouder uit de buurt en gaan daarna over op speciaal melkpoeder voor dikbillen. De stierkalfjes krijgen dit drie maanden, aangevuld met 1,5 kilo muesli van frietsnippers, bierbostel en erwtenvezels in het begin tot 7 kilo in de laatste driekwart jaar. Ook krijgen ze een handje spruitjes gevoerd. ‘In de afgelopen twee jaar hebben we hiermee een gemiddeld gewicht van 611 kilo op 22 tot 24 maanden gerealiseerd.’

Bovendien hebben de dieren volgens de veehouder zo een constante groei en lekker vlees. ‘Onze klanten waarderen de smaak van het vlees door de aardappelproducten die we voeren meer dan vlees van koeien die mais krijgen’, stelt hij.

Jaarrond stier bij de koe

De stieren worden op maandag geslacht op zo’n 25 kilometer van het bedrijf. De slagers van Vleesboerderij Boot, een vleesveebedrijf dat ook op Schouwen-Duiveland ligt, maken het vlees klaar. De vleespakketten zet Bos zelf af, zonder winkel. De verkoop gaat via mond-tot-mondreclame. Op dinsdag stuurt Bos whatsappjes rond met de mededeling dat er weer vleespakketten te koop zijn. Binnen twee dagen is de hele stier in zo’n 28 pakketten van 15 kilo verkocht. Iedereen krijgt hetzelfde pakket, met alles van de stier van kop tot staart. De pakketten brengt Bos op vrijdagmiddag bij de klanten thuis. Daarvoor rijdt hij de N59 af, van de kop van het eiland tot aan Willemstad. Komen mensen van verder weg, dan spreekt hij af op een carpoolplaats.

‘Waarom zelf thuisbrengen? Dan hoef ik niet te wachten op mensen, heb ik geen koelcel nodig en weet ik zeker dat het vlees niet te lang uit de koeling staat’, vertelt Bos. Naast regionale klanten kopen ook toeristen regelmatig vleespakketten.

‘Die komen uit Noord-Holland, Groningen, België en Duitsland. Sommigen rijden er zelfs later voor op en neer. Als ze het vlees geproefd hebben, willen ze niks anders meer.’

Het jongvee en de stieren staan het hele jaar op stal. De koeien hebben een uitloop van een hectare en worden het hele

Linksonder: de spruitenteelt vormt een groot onderdeel van het landbouwbedrijf

Linksboven: de stier loopt jaarrond tussen de koeien

Middenboven: de stieren worden zelf afgemest

Rechts: vorig jaar investeerden de broers in een nieuwe kalvingsruimte op het bedrijf

jaar binnen gevoerd. ’s Winters hebben ze een kleinere uitloop op beton. Tussen de koeien en het jongvee loopt jaarrond een stier. ‘We hebben twee fokstieren op stal staan, een voor het jongvee en een voor de koeien.’ Bos koopt elke jaar een pinkenstier, vaak afkomstig uit zijn kennissenkring. Het liefst koopt hij stieren zonder ki-naam erachter. ‘Ik wil vreemd bloed houden, zodat ik altijd nog kan teruggrijpen op ki-stieren.’ De veehouder kiest voor stieren met 60 tot 85 procent verbeterdroodbontbloed. Bos is al zijn hele leven gek van roodbonte koeien, maar kruist de dieren in met Belgisch witblauw om er meer gewicht en luxe in te krijgen. Geeft de stier goede nakomelingen bij de pinken, dan gebruikt hij de stier na tweeënhalf jaar bij de koeien. ‘Ik fok geen keuringskoeien, maar een koe die met weinig groeidagen veel gewicht kan geven in combinatie met massa, fijnheid en lengte. Tegelijkertijd wil ik wel de kwaliteit van verbeterd roodbont in de dieren houden. Ik fok geen bodybuilders.’

De broers kiezen er bewust voor om de stier het hele jaar bij de koeien te laten. ‘Vanwege drukte op het land willen we geen pieken in het afkalven. Daarnaast willen we het hele jaar stieren kunnen slachten voor de vleespakketten. Om de stieren tussen de 22 en 24 maanden te slachten hebben we een zo gespreid mogelijk afkalfseizoen nodig. En zo hebben we altijd kalfjes aan de melk, dat is ook hartstikke leuk.’

Vrije

rol voor dierenarts

De tussenkalftijd van de koeien ligt op zo’n elf maanden en gemiddeld kalven ze drie keer voordat ze worden afgemest. Bos haalt de koeien dan direct na het afkalven van de stier om ze binnen vier maanden te kunnen laten slachten. De afgelopen twee jaar wogen de afgemeste koeien gemiddeld 519 kilo. Koeien met een gewicht onder de 500 kilo gaan naar de Keurslager, koeien boven de 500 kilo gaan naar een grossier die ze slacht voor slagers. Soms kalven de koeien vaker. Dat komt door hun goede fokkoeien en door hun

goede dierenarts. Acht jaar geleden hadden ze voor het laatst een vergroeiing op het bedrijf en alle dieren zijn vrij van bvd, ibr en leptospirose. Bos: ‘De dierenarts heeft de vrije rol op ons bedrijf. Hij houdt zelf alles bij, van onthoornen tot bloedtappen en enten. Als hij denkt dat het nodig is, dan komt hij langs. Dat is fijn, want wij hebben zelf geen tijd om dat bij te houden.’

Vanwege hun drukke planning vinden de broers de keizersnedes makkelijk. ‘Dat kun je plannen. Als er een koe kalft terwijl ik op het land zit, probeer ik de afspraak met de dierenarts bijvoorbeeld in onze koffiepauze te plannen.’ Vorig jaar investeerden de broers in een nieuwe kalvingsruimte op het bedrijf. Hoewel de keizersnedes geen heikel punt zijn voor Bos, werkt hij wel mee aan bekkenmeten. ‘Ik ben er wel voor om die data te gebruiken voor onderzoek.’ Wat de klanten vinden van de keizersnedes? ‘Als ze er commentaar op hebben, verwijs ik ze door naar de Jumbo. Ik ga er niet om liegen. Dit vlees moet je hebben voor de smaak. Ik heb geen weidevlees of poldervlees, maar kwaliteitsvlees’, stelt Bos.

Wekkertje opwinden

Hoewel Bos er niet mee te koop loopt, is het welzijn van zijn dieren belangrijk voor hem. ‘Onze beesten moeten staan te blinken op stal. Mijn slogan is: niet voeren kost meer dan wel voeren. En dat geldt ook voor stro. Als een stier met een dikke laag stro tevredener is, dan groeit hij ook makkelijker. Als je vastgezogen staat in de stront, maak je mij niet wijs dat je hard groeit.’ Bovendien kunnen de broers de mest goed gebruiken op het land. De broers hoeven door hun eigen stalmest geen andere vormen van vaste mest aan te wenden. ‘Voor de grond is onze ruige stalmest zó goed.’

Vooral de veelzijdigheid van het bedrijf vindt Bos leuk. ‘Ik vind koeien leuk, maar aan het financiële gedeelte van koeien vind ik helemaal niks. De spanning van het ondernemen vind ik bij de akkerbouw. Maar bij de koeien vind ik weer mijn rust, daar kan ik mijn wekkertje opwinden.’ l

Save the date: winterfestival agrarische jongeren

In februari 2025 organiseren de jongeren van een groot aantal coöperaties weer gezamenlijk het nationale agrarische jongerenevenement. Natuurlijk is ook Young CRV hierbij betrokken. Dit keer is gekozen voor de opzet van een festival met naast een

groot aantal inspirerende sessies ook ontspannende activiteiten en foodtrucks. Meer informatie over het programma volgt snel. Het winterfestival vindt plaats op 12 februari 2025 in de Midden Nederland Hallen in Barneveld en duurt van 14.00 tot 20.30 uur.

Bezoek het vleesveecongres 2024 en laat u bijpraten

Samen met het Vlaams Agentschap Landbouw en Zeevisserij en een groot aantal partners uit het bedrijfsleven organiseert CRV ook dit jaar een tweetal congressen voor vleesveehouders. Tijdens deze congressen informeren experts u over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van onder andere voeding, methaan en stikstof en het belang van vlees in het menselijk dieet.

Koen De Bleecker van DGZ praat u bij over blauwtong en namens CRV zal Sam Van de

Voorde, teamleider KI en ET in Vlaanderen, een inleiding houden over vruchtbaarheid. De titel hiervan is ‘Goede vruchtbaarheid legt de basis voor arbeidsvreugde’. Het congres wordt afgesloten met een bezoek aan een bedrijf.

De congresdagen starten om 9.30 uur en zijn rond 17.00 uur afgelopen. Tussen de middag is een lunch met broodjes en soep voorzien. Aanmelden voor dit interessante congres is noodzakelijk.

Tabel 1 – Data en locaties van de vleesveecongressen

datum locatie bedrijf dinsdag 17 dec. 2024 Feestzaal Vogelzang, Leuvenselaan 534, Tienen familie Vandermeulen donderdag 19 dec. 2024 Sparrenhof, Brugsesteenweg 183, Eeklo familie Vanhaelemeesch

Laatste kans

De deelnameprijs bedraagt 25 euro per persoon, te betalen via overschrijving op rekeningnummer BE 78 4437 6254 4186 (t.n.v. CRV BV België) met vermelding van ‘naam + locatie + vleesveecongres 2024’ Betalen kan ook via een QR-code die u ontvangt bij het inschrijvingsformulier.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Laurence Hubrecht (0473-83 70 60, e-mail: laurence.hubrecht@lv.vlaanderen.be) of Elke Vrancken (0477-98 74 41, e-mail: elke.vrancken@lv.vlaanderen.be). Kijk voor het volledige programma en inschrijvingsformulier op: www.cooperatie-crv.nl of scan de QR-code

op plaatsing finale Kijk op keuren

Leden van Young CRV die kans willen maken op deelname aan de finale van Kijk op keuren, hebben nog één mogelijkheid. Op zaterdag 30 november is de laatste cursusmiddag op het bedrijf van Jan Roggen in Kersbeek-Miskom. Deelnemers krijgen deze middag van een inspecteur van CRV-stamboek instructies over het lineair beoordelen. Daarna gaan ze zelf aan de slag met het punten en op volgorde plaatsen van dieren. De vijf beste cursisten plaatsen zich voor de finale op vrijdag 17 januari op Agriflanders. De finalisten keuren dan live langs de ring mee en hun oordeel wordt vergeleken met dat van de jury. De deelnemer wiens plaatsing het best overeenkomt met dat van de jury in de ring, is de winnaar van Kijk op keuren 2024.

Het aantal deelnemers voor deze laatste cursusmiddag is gelimiteerd tot vijftien. De middag start om 12.30 uur en wordt om 15.30 uur afgesloten met een hapje en een drankje.

Alle informatie over Kijk op keuren is te vinden op de website van CRV. Hier vind je ook een aanmeldformulier.

Kijk op: www.cooperatie-crv.nl/young-crv of scan de QR-code

De finalisten van Kijk op keuren in 2023

Overname moeilijker door rendement en grondwaarde

Bedrijfsovername is niet vanzelfsprekend, het is door de jaren heen juist uitdagender geworden. Niet elk bedrijf is zomaar over te nemen. Of overname mogelijk is, hangt vooral af van het rendement op het bedrijf en de uiteindelijke overnamesom die de overdrager verwacht.

TEKST GRIETJE DE VRIES

Het is niet onmogelijk om een bedrijf over te nemen, maar een makkelijk proces is het niet. Het vraagt om gedegen voorbereiding en goede communicatie tussen de overnemer en overdrager. ‘Je merkt dat het ouderwetse “gewoon overnemen” er al jaren uit is’, vertelt Anne-Marie Vangeenberghe, consulent bij het kenniscentrum bedrijfsopvolging, een samenwerking van Boerenbond, Groene Kring, KBC en SBB om opvolgers en overlaters te helpen in het proces.

‘De vanzelfsprekendheid dat een kind ook opvolger is, hebben we achter ons gelaten’, geeft Vangeenberghe aan. ‘Het overnameproces begint door als opvolger goed te kijken naar wat je wilt en wat bij je past. Denk aan de grootte van een bedrijf en of je je liever specialiseert of graag een gemengd bedrijf zou runnen. Wil je je op iets toespitsen, of heb je graag diverse werkzaamheden? Niet elk bedrijf past bij je wensen. Soms kun je daarnaartoe werken, soms vind je als opvolger een betere match met een ander bedrijf.’

Rendement is de basis

Is er een bedrijf dat voldoet, dan is overname nog altijd geen gedane zaak. Niet elk bedrijf is namelijk even gemakkelijk over te nemen. ‘De verschillen tussen bedrijven zijn heel groot en daarom is een bedrijfsovername ook altijd een puzzel. Welke vorm van overname ga je aan, hoe plan je de verschillende fases van de overname? En ook de staat van het bedrijf speelt een rol’, vertelt Marijn Dekkers, sectormanager melkveehouderij bij Rabobank. Volgens hem is er een breed scala aan factoren die bepalen of en hoe een bedrijf is over te nemen. Als het gaat om een familiebedrijf, is de familie een belangrijke speler in het overnamespel, maar het gaat uiteindelijk ook om de rendabiliteit van het bedrijf. ‘Je hebt in de basis een bepaalde mate van omzet nodig. Hoe je die precies haalt, via melk- of vleesopbrengsten, bepaalde concepten of keurmerken, neventakken of andere opbrengsten, dat maakt in feite niet uit.’ Volgens Dekkers is het dan ook niet eenvoudig aan te wijzen welke bedrijven het meeste toekomstperspectief hebben of het beste zijn over te nemen. Christel Covens, senior agrarisch bedrijfsadviseur bij SBB accountants en adviseurs, sluit zich daarbij aan. ‘Rendabiliteit van het bedrijf is belangrijk, en daarbij is het niet zo dat grootte allesbepalend is. Denk ook aan afzet in de korte keten of rechtstreekse afzet van dieren naar de beenhouwerij’, aldus Covens. De staat van het bedrijf is ook relevant. ‘Wanneer een bedrijf sterk verouderd is, betekent dat vaak zware investeringen na overname. Dat is wel iets om rekening mee te houden.’ De financiële lasten van de overdrager zijn in feite niet voor de overnemer: een schuld zal de overdrager moeten aflossen uit de overna-

mesom. Worden ze wel meegenomen, dan betekent dat vaak een lagere overnamesom. ‘Maar dat wil niet zeggen dat de overnemer niet met financieringslasten te maken kan krijgen. Wanneer de resultaten die vandaag gehaald worden goed zijn, dan is dat vaak een goede start voor de overnemer. Toch is dat niet een zekerheid: er kunnen nieuwe kredieten bijkomen na overname, voor bijvoorbeeld renovatie, of kosten door pachtgelden bij in de nieuwe situatie.’

(Niet) genoeg financieringsruimte Sommige bedrijven hebben een hogere opbrengst dan ze kwijt zijn aan kosten. Dat zijn vaak bedrijven waar opvolging makkelijker rond te zetten is. Anders is een inkomen uit andere hoek, bijvoorbeeld nevenactiviteiten of een baan buiten de boerderij, belangrijk voor voldoende omzet. Hans Scholte, bedrijfsadviseur en sectorleider melkvee bij Flynth adviseurs en accountants, ziet in de melkveehouderijsector dat een groter bedrijf niet per se meer kans heeft op een gemakkelijke overname. ‘We zien dat melkveebedrijven in de afgelopen decennia flink zijn gegroeid. En als absoluut inkomen ziet dat er goed uit: een miljoen liter melk maal de melkprijs is meer dan wanneer je acht ton melk produceert. Maar per liter melk ben je niets opgeschoten, want de kosten die je per liter melk maakt, zijn helemaal niet zoveel lager dan bij kleinere bedrijven.’

Voor vleesveebedrijven is dat vergelijkbaar: zolang het verschil tussen opbrengsten en kosten klein is, is het inkomen per kilogram vlees niet groter op grotere bedrijven. Marge is uiteindelijk bepalend, ook voor de financieringsruimte op een bedrijf. ‘De marge vormt de bufferruimte die het bedrijf heeft om tegenvallers op te vangen en is daarnaast de ruimte voor extra lasten, zoals financiering’, legt Scholte uit. ‘Op veel bedrijven is de marge maar net genoeg om die bufferruimte te vullen. Maar is de marge hoger, dan heb je meer ruimte voor andere lasten, zoals financiering. In dat geval ligt een lening voor bijvoorbeeld stalrenovatie helemaal niet buiten bereik.’

Grondwaarde grote uitdaging

Een van de grootste knelpunten bij overname is volgens Dekkers, Covens en Scholte de grond die bij het bedrijf hoort. ‘Iedereen is het erover eens dat je vooral je slag moet slaan als het land van de buren te koop komt’, aldus Scholte. ‘Maar als je weet dat er een bedrijfsovername op de planning staat in de komende twee tot vijf jaar, is dat toch vaak niet de beste beslissing.’

Voor het bedrijf is het niet verkeerd om grond in gebruik erbij te nemen, maar het is een toevoeging van kapitaal die door de overnemer niet zomaar opgebracht kan wor-

Links: de grond die bij het bedrijf hoort, is een lastige factor in bedrijfsovernames

Rechts: bedrijfsomvang is niet doorslaggevend, marge is relevanter

den. ‘Het probleem is dat het rendement dat op grond te halen is, nooit de kosten van de investering dekt. Er komt geen geldstroom van grond zoals er geld uit melk komt, ook al heb je de grond nodig om die melk te kunnen produceren’, aldus Marijn Dekkers van Rabobank. ‘Hoe meer grond het bedrijf heeft, hoe meer die kosten en opbrengsten scheef lopen. En dat is voor een overnemende partij heel lastig. De grondwaarde is bij bedrijfsovername een grote uitdaging’, vervolgt Dekkers.

Marktprijs zit er niet in

De grond is een dusdanig knelpunt dat een overnemer nooit in staat is om de volledige marktwaarde op te brengen. ‘Als de overdragende partij de marktwaarde verwacht, dan wordt het niets. Waar een buurman wel 100.000 euro voor een hectare kan betalen, kan een overnemer dat nooit’, vertelt Dekkers. ‘Marktprijs zit er gewoonweg niet in als je het bedrijf door een ander wilt laten voortzetten.’

Wat voor prijs er dan wel op gezet moet worden, is de vraag. Volgens Hans Scholte van Flynth wordt er in diverse samenwerkingsovereenkomsten nog afgesproken dat de grond bij overname mag worden overgenomen voor de waarde in verpachte staat. ‘Dat is ruwweg 50 tot 70 procent van de vrije waarde van de grond. Maar in de praktijk is de waarde in verpachte staat voor de overnemer ook nog te hoog.’

Een beter vertrekpunt is volgens hem om vast te stellen bij welke waarde van grond nog een rendabel bedrijfsresultaat is te boeken voor de overnemer. Daarbij is het niet gek om te kijken naar andere vormen van grondoverdracht. ‘Overnemers moeten zich ervan bewust zijn dat het gebruiksrecht van de grond belangrijker is dan het eigendomsrecht. De zekerheid dat je de grond kunt gebruiken is veel waard, zeker op het moment dat je start’,

is Christel Covens van mening. ‘Je hebt dan de middelen niet om grond aan te kopen, en dat is op zich ook niet nodig voor je bedrijf. Je moet alleen zeker zijn dat je de grond kunt blijven gebruiken, maar daarvoor is bezit niet nodig.’ Een manier waarop dat mogelijk is, is door reguliere pacht, waarbij de grond eerst in eigendom blijft van de overdrager.

‘Je kunt grond ook helemaal in de familie houden, zie het dan als een belegging, weliswaar met laag rendement. En ook dan zijn er kosten aan de grond verbonden, maar die zijn altijd lager dan de financiering voor eigendom’, aldus Scholte. Lastig blijft dat wel. Volgens de bedrijfsadviseur blijven boeren graag zelf de eigenaar van grond. ‘Maar als je iets wilt, is het belangrijk om open te staan voor alternatieven.’

Huizenmarkt stuwt overnamesom

Bij de meeste bedrijfsovernames is de vaststelling van de overnamesom de grootste puzzel. ‘Je hebt daar te maken met verschillende factoren. Kijk bijvoorbeeld naar wat de overdrager nodig heeft. Die gaat vaak ergens wonen en waar je vroeger met 300.000 euro toekon, gaat het nu al snel om 600.000 euro of meer dat uit het bedrijf gehaald moet worden’, geeft Dekkers aan. ‘Tel daar ook bij op wat de overdragers verder aan inkomen nodig hebben. En bij overname binnen de familie is er de kwestie van andere kinderen en hoe die in de overname worden meegenomen. De grootste factor in de overnamesom is daarom de gunfactor. Die is binnen de familie ook vaak wat groter dan wanneer een opvolger van buiten de familie komt.’ Zelf heeft de overnemer ook ideeën van het inkomen dat uit het bedrijf moet komen en de overnemer heeft een maximum aan wat ingelegd kan worden in het bedrijf. Het liefst sluiten de wensen van overdrager en overnemer precies op elkaar aan, maar in de praktijk is dat vaak een

Factoren die van invloed zijn op overname

Rendement

De omzet op het bedrijf zegt wat over het toekomstperspectief. Een goedlopend bedrijf is makkelijker over te nemen, doordat er naast een financiële buffer ook ruimte blijft voor extra financieringslasten. 1

Staat van gebouwen

Om in de toekomst verder te kunnen ondernemen, moeten de stallen nog even meekunnen. Als de gebouwen aan vernieuwing toe zijn, betekent dat extra investeringskosten waar de overnemer rekening mee moet houden.

Grondwaarde

De marktwaarde van een hectare grond is in twintig jaar verdubbeld. Voor de overnemer is het onmogelijk om deze marktwaarde voor de grond te betalen. Toegang tot gebruik van land is voor de overnemer relevanter dan eigendom.

Huizenmarkt

De overlater moet vaak op zoek naar een nieuwe woning. Net als de grondwaarde is een huis tegenwoordig veel duurder. Dit heeft gevolgen voor de overnamesom. Daarbij komen de andere financiële wensen en behoeften van de overlater.

Communicatie

Voor een soepele overname is communicatie belangrijk, zodat een gedegen meerjarenplan opgesteld kan worden. Kijk naar het effect van grote investeringen en maak wensen duidelijk. De verwachtingen van overnemer en overlater zijn dan beter af te stemmen.

lastig gesprek. ‘Het vraagt om duidelijk communiceren van beide kanten en deze gesprekken horen al te beginnen voordat je de samenwerking start. En dat kan soms best even knetteren’, ervaart Scholte in de praktijk. ‘Je ziet te vaak automatisme wanneer een zoon of dochter toetreedt tot de maatschap. Er is vaak vooral aandacht voor fiscale voordelen en te weinig aandacht voor de verdiencapaciteit in verband met toekomstige overname.’

Rekening houden met onzekerheden

Komen er in het meerjarenplan investeringen zoals renovatie voorbij, dan is het goed dat ruim vooraf te weten, zodat de grote investeringen in de tijd kunnen worden verspreid. ‘En kijk ook naar het effect dat deze keuzes op de overname hebben. Het is een grote beslissing voor de toekomst van de overnemer en hoe beter erover gecommuniceerd wordt, hoe beter we de verwachtingen van de

Gunfactor

Met de huidige marktwaarde van bedrijven is het belangrijk dat de overlater de overnemer wat gunt. De marktwaarde is voor de overnemer niet te betalen. Bij overnames binnen de familie kan de gunfactor groter zijn dan bij overname door een buitenstaander.

overnemer en de overdrager op elkaar kunnen afstemmen’, geeft Scholte aan. Alles waar vooraf rekening mee gehouden kan worden, is mooi meegenomen, maar niet alles is vooraf in te kaderen. ‘Ook de stikstofproblematiek bepaalt of een bedrijf over te nemen is. De ligging van het bedrijf is belangrijker dan ooit en ook of er voldoende grond is waar je gebruik van kunt maken’, vertelt Anne-Marie Vangeenberghe. Volgens Marijn Dekkers zijn er nog altijd mogelijkheden, maar in zijn algemeenheid zijn er op het moment veel onzekerheden. ‘Wat is een goede locatie, welke vergunningen zijn nodig, in welke technieken moeten we investeren? Dat zijn allemaal vragen waarop geen duidelijke antwoorden zijn op het moment. Terwijl dat uiteindelijk bepaalt of je bedrijf rendabel blijft in de toekomst. Bedrijfsovername wordt er niet makkelijker door, maar gelukkig is het nog altijd niet onmogelijk.’ l

Christel Covens, agrarisch bedrijfsadviseur bij SBB: ‘Overnemers moeten zich realiseren dat gebruiksrecht

Nederlandse toppers

De nieuwste nationaal kampioenen van Nederland

voor witblauw en verbeterd roodbont luisteren

voortaan naar namen als Andringa 17, Marc, Jacob en Fiep de Kip. Zij schitterden in Staphorst.

TEKST WIM VEULEMANS

Twee stamboeken, van Belgisch witblauw en van verbeterd roodbont, sloegen na het annuleren van de NVM de handen in elkaar om op vrij korte termijn alsnog een nationale keuring te organiseren voor hun ras. Een locatie werd gevonden in een Staphorstse manege. Aan deze keuring met twee rassen namen zo’n 150 dieren van een veertig veehouders deel.

Dubbel voor Vonk

De tien maanden oude Andringa 17 van de Grotewaard imponeerde in Staphorst. Ze won vlot het algemeen kampioenschap bij de vrouwelijke witblauwen. Andringa 17 van maatschap Vonk uit Noordeloos won ook de kampioenstitel bij de vaarzen van 6 tot 12 maanden oud. De Ronaldodochter showde een indrukwekkende vleespartij met diepte in de bil en veel lengte in de

Ook de jongste vaarzenkampioene staat in de stal van Bart Hoogeveen. Anastasia van EXTRA FOTO’S WWW.VEETEELTVLEES.NL

bouw. Dit complete plaatje maakte dat de jury haar koos als algemeen kampioene. De fijn belijnde Marloes 10 (v. Darko) van Bonestroo en de elegante Donnaydochter Van ’t Staverhul Rapsody, eigen aan maatschap Van Ginkel-van Dijk uit Uddel, wonnen in deze groep hun rubriek. Ook een stalgenote van Andringa, Casey van de Grotewaard, won een kampioenstitel. De Darkodochter deed dat bij de vaarzen van 12 tot 20 maanden met veel vlees en ronding in de achterhand. Beide dieren maakten ook deel uit van het winnende bedrijfslot oud van maatschap Vonk. Het andere winnende bedrijfslot kwam uit de stal van Mees van Laar uit Barneveld. Darkozoon Stal de Veluwe Marc was bij de stieren de meest complete. De brede en lange stier uit de stal van Jan Dijkhuizen won overtuigend het kampioenschap van

Tabel 1 – Alle rubriekswinnaars van de nationale witblauwkeuring (kampioenen vetgedrukt)

de stieren van 6 tot 12 maanden alsook het algemeen kampioenschap. De correcte Parmo van ’t Hul, ook een Darkozoon uit de stal van Bonestroo uit Nunspeet, won zijn rubriek in die leeftijdsgroep. Dijkhuizen had met de zeer fijne Stal de Veluwe Fien (v. Darko) nog een rubriekswinnaar. Ook voor maatschap Hunnekens was Staphorst een succesvolle ervaring. Hun Majestic van Maris won het kampioenschap van de stieren ouder dan een jaar. Deze Toscanzoon toonde ontwikkeling en finesse, ook in het beenwerk. Opvallend was dat ook een halfzus van deze stier, Bertha 473 (v. Oulare), haar rubriek won bij de koeien.

Twee op vijf voor Hoogeveen

Vader en zoon Hoogeveen uit Ochten wonnen vijf rubrieken, waaronder die van de zoogstellen met Bliss van Daisel (v. King) en Twix van het Waterland. De laatste was meteen ook de jongste winnaar bij de stieren. Twix, een vijf maanden oude zoon van Futé, deed dat door veel breedte te showen met een fijne staartinplanting. Obelix van de Voshof stond ook in deze kampioensrubriek. Dit jonge stierkalf is een mooi getypeerde Futézoon van de familie Lemmens uit Ingber.

categorie naam vader m.v geboren eigenaar mannelijk onder 6 maanden Obelix van de Voshof

Olympien Frans 12-08-2024

Twix van het Waterland Futé King 05-06-2024

G. M. W. A. Lemmens, Ingber

B. Hoogeveen, Ochten mannelijk 6-12 maanden Parmo van ’t Hul

Stal de Veluwe Marc

Darko Rudolf 01-04-2024

Darko Hazard 04-12-2023

G. Bonestroo, Nunspeet

J. Dijkhuizen, Doornspijk mannelijk 1-2 jaar Majestic van Maris

Toscan Occident 14-07-2023 mts. Hunnekens, Grashoek vrouwelijk onder 6 maanden Stal de Veluwe Fien

Darko Attribut 30-09-2024

Babet Email Futé 16-06-2024

Anastasia van het Waterland

Oulare Hazard 06-05-2024

J. Dijkhuizen, Doornspijk

R. B. J. Wolters, Lievelde

B. Hoogeveen, Ochten vrouwelijk 6-12 maanden Marloes 10

Darko Rudolf 01-04-2024

G. Bonestroo, Nunspeet Van ’t Staverhul Rapsody

Donnay Argan 13-02-2024 mts. Van Ginkel-van Dijk, Uddel

Andringa 17 van de Grotewaard Ronaldo Darko 20-12-2024 mts. Vonk, Noordeloos vrouwelijk 12-20 maanden Casey van de Grotewaard Darko Persan 10-09-2023 mts. Vonk, Noordeloos

Louange du Vieux Château Maurenne Avicii Usinger 30-08-2023

B. Hoogeveen, Ochten vrouwelijk 20-32 maanden Rifle de Saile

Courtois Hazard 18-11-2021 B. Hoogeveen, Ochten Grace van Krakehoeve Gonzales Darko 17-05-2022 Vleesveebedrijf Krakehoeve, Weert koeien Bertha 473

Oulare Occident 16-07-2021 mts. Hunnekens, Grashoek

Kanasai aan de Wolfsboom Jet-Set Fexhois 03-06-2018 Slagerij Kluytmans, Swalmen zoogstellen Bliss van Daisel King Caramel 09-05-2022

B. Hoogeveen, Ochten

Twix van het Waterland Futé King 05-06-2024 bedrijfsgroep vrouwelijk jong Mees van Laar, Barneveld bedrijfsgroep vrouwelijk ouder mts. Vonk, Noordeloos afstammelingen een koe Ellen van ’t Staverhul mts. Van Ginkel-van Dijk, Uddel

Alle kampioenen bij Belgisch witblauw op een rij het Waterland is een dochter van Oulare. Met haar fijne bespiering, veel ontwikkeling en diepte in de borst won ze het kampioenschap van de jongste dieren in Staphorst, dit van vaarzen tot 6 maanden. Niet alleen Fien was haar concurrente, ook Babet, een brede en diepe Emaildochter van Ronald Wolters uit Lievelde, won een rubriek. Aviciidochter Louange du Vieux Château Maurenne en Rifle de Saile (v. Courtois) vervolledigden de lijst van Hoogeveens zegereeks. Grace van Krakehoeve van vleesveebedrijven Krakehoeve uit Weert won de titel bij de vaarzen van 20 tot 32 maanden. De jury prees de dochter van Gonzales van Krakehoeve om haar uitstraling, breedte in de achterhand en correcte bouw.

Een verrassende, meer onbekende, verschijning won de titel bij de koeien. Kanasai aan de Wolfsboom, een enorm ontwikkelde, brede Jet-Setdochter, won de kampioenstitel voor slagerij Kluytmans uit Swalmen.

Prachtige verbeterd roodbonte

De nationale keuring voor verbeterd roodbont bracht op de manege in Staphorst een nationale titel voor Fiep de Kip van Ballendal van de familie Wagensveld. Fiep de Kip, een meer dan zes jaar oude dochter van William van Vredenburgh, bracht voor Chris

Wagensveld uit Ede een prachtig hoogtepunt in Staphorst. De massale, brede koe met veel ronding en lengte won zowel de titel bij de oudste groep koeien, boven 5 jaar, als het algemeen kampioenschap. Ook Johan van der Ven uit Wijk en Aalburg nam een titel mee naar huis. Zijn rastypische Judith 25 deed dit met rastype en fijn beenwerk. De Dagobertdochter won bij de koeien van 3 tot 4 jaar.

Opnieuw Jacob

Voor Jacob van de Loevesteinhoeve, een zoon van Maarten, was het dan weer de zoveelste titel op zijn palmares. Jacob, de vierenhalf jaar oude Maartenzoon van Evert Rozendaal uit Beilen, showde in Staphorst opnieuw veel rastype, massa en ronding in de bil. De stier werd zowel kampioen in de groep ouder dan 2 jaar als algemeen kampioen. De jury prees hem ook om zijn goede balans en verhouding tussen bevleesdheid en fokkerij.

Bij de stieren werden er nog drie titels uitgereikt. In de groep van 4 tot 12 maanden won de jonge Teun van de familie Van Zaanen uit Amsterdam. De complete zoon van Kouwhoeve Hans won met sterk beenwerk en een goede bespiering ook de titel Mister Toekomst. Teun kreeg in zijn kampioen-

schap concurrentie van Handsome Henk van Halfweg. Deze zoon van Jacob uit de fokkerij van Veerman uit Zuidoostbeemster won eerder zijn rubriek met veel rastype en ontwikkeling.

Naast stier Teun zorgde ook Teuntje 2, een Norbertdochter, voor een kampioenstitel voor de familie Van Zaanen. Deze tweeënhalf jaar oude koe showde maat, lengte met veel breedte en diepte, aldus de jury. De fijne en jeugdige Eibert van ’t Oosteinde (v. Edo van Vredenburgh) won voor Gerard Polinder uit Nunspeet het kampioenschap van stieren tussen 1 en 2 jaar. Deze stal won ook bij de bedrijfsgroepen, zowel vrouwelijk als mannelijk. De jongste kampioensstier kwam dan weer uit de stal van vof Nagel uit Putten. Hugo Nz is een goed bespierde en correcte Norbertzoon, hij won bij de stierkalveren tot vier maanden.

Kampioenen mooi verdeeld

Miss Toekomst en kampioene bij de vaarzen van 4 tot 12 maanden werd Hansje van het Graafschap van de familie De Graaf uit Amsterdam. De rastypische dochter van opnieuw Kouwhoeve Hans showde prachtige balans in haar bouw en veel ronding in de achterhand. Zij hield zo Saar Nz, een dochter van Zenard van vof Nagel, achter

Stal de Veluwe Marc (v. Darko), algemeen kampioen mannelijk
Andringa 17 van de Grotewaard (v. Ronaldo), alg. kampioen vrouwelijk

De kampioenen voor verbeterd roodbont op een rij

zich alsook Heide van Halfweg, een dochter van opnieuw Jacob uit de stal van Veerman uit Zuidoostbeemster.

Golden Betsie van Halfweg, een dochter van de kampioensstier Jacob, won de titel bij vrou-

welijk van 1 tot 2 jaar. Deze vaars van opnieuw Veerman demonstreerde veel elegantie, ontwikkeling en vlotheid in de stap.

De jongste vaarzenkampioene staat in de stal van Knedostables in Wijdewormer:

Tabel 2 – Alle rubriekswinnaars van de nationale keuring verbeterd roodbont (kampioenen vetgedrukt)

categorie naam

Knedo Honneponnetje. De drie maanden oude dochter van Hein van Vredenburg deed dit met finesse in bespiering en beenwerk.

Samen met haar moeder Daisy Duke (v. Remco) won ze ook de rubriek zoogstellen. l

vader m.v geboren eigenaar mannelijk onder 4 maanden Hugo Nz

Norbert Latorro 28-08-2024 vof Nagel, Putten mannelijkl 4-12 maanden Teun

Hans Bram 12-05-2024

Handsome Henk van Halfweg Jacob Lautinus 22-02-2024

T. van Zaanen, Amsterdam

T. A. N. Veerman, Zuidoostbeemster mannelijk 1-2 jaar Eibert van ’t Oosteinde Edo Boy 06-05-2023

G. Polinder, Nunspeet mannelijk +2 jaar Jacob van de Loevesteinhoeve Maarten Groot Rassert 592 25-01-2020

E. Rozendaal, Beilen vrouwelijk onder 4 maanden Knedo Honneponnetje Hein Remco 02-08-2024 Knedostables.nl, Wijdewormer vrouwelijk 4-12 maanden Saar Nz Zenard Jorgen 08-05-2024 vof Nagel, Putten

Heidi van Hafweg Jacob Chance 22-02-2024 T. A. N. Veerman, Zuidoostbeemster

Hansje van het Graafschap

Hans Ronald 07-12-2023 C. de Graaf, Amsterdam vrouwelijk 1-2 jaar Golden Betsie van Halfweg Jacob Lautinus 06-02-2023 T. Veerman, Zuidoostbeemster vrouwelijk 2-3 jaar Teuntje 2 Norbert Kobus 7 08-05-2022 T. van Zaanen, Amsterdam vrouwelijk 3-4 jaar Judith 25 Dagobert André 14-03-2021 J. J. van der Ven, Wijk en Aalburg vrouwelijk +5 jaar Fiep de Kip van Ballendal William Sander 30-04-2018 Wagensveld, Ede (Gld.) zoogstellen Daisy Duke Remco Us Heit 29-11-2020 Knedostables.nl, Wijdewormer Knedo Honneponnetje Hein Remco 02-08-2024 bedrijfsgroep stieren

G. Polinder, Nunspeet bedrijfsgroep vaarzen

G. Polinder, Nunspeet

G. Polinder, Nunspeet afstammelingen van een stier Boef van de Jacobushoeve Norbert

Jacob van de Loevesteinhoeve (v. Maarten), algemeen kampioen mannelijk Fiep de Kip van Ballendal (v. William), algemeen kampioen vrouwelijk

Verplicht vaccineren tegen blauwtong in België

GEZONDHEID – De federale minister van Landbouw Clarinval verplicht Belgische melken vleesveehouders hun dieren in het voorjaar van 2025 te vaccineren tegen blauwtong type 3 en 8 en de nieuwe ziekte EHD. Hiermee geeft hij gehoor aan een oproep van boerenbelangenorganisaties, waaronder Boerenbond. Veehouders krijgen geen vergoeding voor de kosten van de vaccinaties. Wel mogen ze deze zelf uitvoeren. De vaccinatieplicht geldt ook voor schapen.

Lode Ceyssens, voorzitter van Boerenbond, reageert tevreden op het besluit van de mi-

Stopt Europa

nister. ‘De schade door blauwtong is voor de getroffen veehouders groot en een besmetting heeft ook schadelijke gevolgen voor de lange termijn’, stelt hij. Volgens Ceyssens dient vaccineren een dubbel doel. Het zorgt ervoor dat minder dieren ziek worden of sterven. Maar het gaat ook de verspreiding van virus tegen. ‘Het is de beste manier om onze veehouders in 2025 te behoeden voor nog meer schade’, vindt hij. ‘Voor ons is het wel essentieel dat de vaccins tijdig beschikbaar zijn en dat er ingezet wordt op het best mogelijke vaccin of combivaccin’, voegt Boeren-

bondvoorzitter Lode Ceyssens nog toe. De vaccinatieplicht geldt ook voor EHD. Deze nieuwe ziekte wordt net als blauwtong door knutten overgebracht en rukt vanuit Frankrijk steeds verder op richting België. Vaccineren moet een uitbraak in België voorkomen. Boerenbond vindt het jammer dat de federale overheid niet de groepsaankoop van vaccins wil faciliteren en er komt ook geen vergoeding voor de kosten. Om de kosten te drukken mogen veehouders de vaccinaties wel zelf uitvoeren.

met vleesimport van Braziliaanse runderen door hormonen?

POLITIEK – Europa stopt mogelijk de vleesimport van vrouwelijke runderen uit Brazilië. Dit land kan niet bewijzen dat de runderen niet met het hormoon oestradiol zijn behandeld, een hormoon waarvan het gebruik in Europa verboden is. Dat bleek uit een audit die afgelopen jaar werd uitgevoerd door het directoraat-generaal Gezondheid en Voedselveiligheid van de Europese Commissie.

Francie Gorman, voorzitter van Ierse landbouworganisatie IFA, reageerde op dit rapport. Alle discussies over rundvlees in de Mercosurdeal moeten volgens hem zo snel mogelijk worden stopgezet. ‘Het is al erg genoeg dat Europa bereid is om een handelsdeal te sluiten met een land dat veel lagere normen heeft op het gebied van milieu, diergezondheid, dierwelzijn en traceerbaarheid’, zegt hij in een persbericht van IFA. De uitslag van het rapport en het feit dat Europa niet kan rekenen op hormoonvrij Braziliaans vlees, vindt hij een stap te ver. Volgens de krant The Irish Independent krijgt Brazilië nu twaalf maanden de tijd om met een protocol te komen dat een andere aanpak omschrijft voor de certificering van onder andere rundvlees. Hiermee moet de import van hormoonvrij vlees naar Europa worden gegarandeerd.

Nieuw demonstratieproject met zoogkoeien

VLEESVEE – Twee vleesveebedrijven, Hoeve Kazan en de Koningshoeve-Ettingen, slaan de handen in elkaar en willen de komende drie jaren de mogelijkheden met het houden van natuurlijke zoogkoeien demonstreren aan collega’s, buren en bestuurders. Om hun demonstratieproject Zoogkoe Natuurlijk uit te bouwen kunnen de initiatiefnemers rekenen op een projectsubsidie demonstratiebedrijven uit de GLB-regeling. Het verdienmodel, storytelling, kruidenrijk grasland, grasgevoerd koeien houden en veel meer onderwerpen zullen in het project de revue passeren. ‘We richten ons zeker ook op zoogkoeienen vleesveehouders die mee willen kijken en ervaren wat mogelijk is naar de toekomst’,

geeft Saskia Joha-van Abswoude van Hoeve Kazan aan. ‘We starten met twee bijeenkomsten. Het doel van deze bijeenkomsten is niet alleen kennisoverdracht, maar ook het leggen van verbindingen tussen boeren. Door samen te werken vormen we een sterke gemeenschap die elkaar ondersteunt en inspireert.’ Hoeve Kazan is een jong, kleinschalig, biologisch bedrijf met limousinkoeien, 100 procent eigen afzet, en in verbinding met de maatschappij in het Groene Hart.

De Koningshoeve-Ettingen bv is een groot beheerbedrijf in het recreatiegebied Spaarnwoude, met limousinkoeien en melkkoeien en aanjager op het gebied van biodiversiteit.

Kazan en de Koningshoeve-Ettingen starten samen een demonstratieproject op

Hoeve
In Brazilië gebruiken boeren nog steeds het hormoon oestradiol voor een betere vleesaanzet, dat in Europa al jaren verboden is

leeftijd 61

carrière commercieel adviseur veehouderij, kredietadviseur bij bank KBC en directeur van Boeren op een Kruispunt huidige functie transitiemanager PAS bij het Vlaams Agentschap Landbouw en Zeevisserij

‘Een eventuele veestapelkrimp kan prijsverhogend werken, zoals gebeurd is in de varkenssector’

‘Stikstofdecreet vraagt om bezinning’

Nu het Vlaamse stikstofdecreet is vastgelegd in de wet, zitten veehouders met veel vragen. ‘Bedrijven moeten zich bezinnen op wat tegen 2030 haalbaar is’, zegt Riccy Focke, transitiemanager PAS, als hij over de verplichte ammoniakreductie spreekt. ‘De sectordoelstelling is met beperkte investeringen, zoals weiden en een lichte veestapelkrimp, haalbaar.’

TEKST JUSTINE POPPE

‘Toekomst na het stikstofdecreet.’

Onder deze titel gaf Riccy Focke, transitiemanager PAS bij het Vlaamse Agentschap Landbouw en Zeevisserij, dit najaar drukbezochte voordrachten verspreid over heel Vlaanderen. De massale opkomst liet zien dat dit onderwerp leeft onder de boeren. En dat is niet onlogisch. Begin dit jaar werd het Vlaamse stikstofdecreet, met als doel 5 procent minder ammoniak bij vleesvee tegen 2025, in de wet gegoten. Voor melkvee ligt de lat met een reductiedoelstelling van 25 procent tegen 2030 nog hoger. Veehouders zitten met veel vragen. ‘Binnen het departement is het mijn taak om de impact van het omgevingsbeleid op de bedrijven in beeld te brengen’, vertelt Focke. ‘Ik geef boeren mee welke rechten en plichten ze hebben. En vandaaruit zet ik ze oplossingsgericht aan het denken.’

Als voormalig directeur van Boeren op een Kruispunt begeleidde Focke dertien jaar lang bedrijven die voor moeilijke keuzes staan. Ondernemen in het huidige politieke milieu is dan ook niet gemakkelijk.

Welk type boeren doet een beroep op uw hulp?

‘Met mijn presentaties wilde ik vooral de vijftigplussers bereiken. In de media is er te weinig aandacht voor deze groep. Zij vragen zich momenteel af hoe ze – binnen deze nieuwe verplichtingen – de laatste fase van

hun carrière succesvol kunnen afronden. Sommige melkveehouders kunnen bijvoorbeeld met een extra investering in een mestrobot aan hun reductieverplichtingen voldoen. Zij zijn als het ware “safe” tegen 2030. Bij anderen zijn er zwaardere investeringen nodig. Ze vragen zich af of dit nog wel de moeite is.’

‘Ook krijg ik dagelijks telefoontjes van veehouders die hun vergunning moeten vernieuwen, maar nog niet weten hoe dat moet. Daarnaast heeft de Vlaamse Landmaatschappij op 15 oktober een nieuw flankerend beleid toegelicht. In dit beleid kunnen veehouders hun activiteiten laten uitkopen en dus definitief stopzetten. De inschrijving begint op 1 november en loopt tot 15 januari. Dit is eenmalig. Veehouders moeten zich dus goed voorbereiden als ze zo’n beslissing willen overwegen.’

Is het PAS-decreet bedreigend voor de vleesveesector?

‘De melkveesector krijgt met een reductiedoelstelling van 25 procent tegen 2030 de meeste aandacht in het stikstofverhaal. Maar ook de vleesveesector moet 5 procent ammoniak tegen 2025 reduceren. Dat kan gevolgen hebben. Anders dan in de melkveesector is de vleesveestapel meer gespreid over verschillende bedrijven. Hierdoor zijn er ook minder gespecialiseerde bedrijven die ammoniakreducerende investeringen aankunnen. Zo telt Vlaanderen circa

6000 zoogkoeienhouders. Daarvan hebben 2000 bedrijven meer dan 20 zoogkoeien. En slechts 600 bedrijven hebben meer dan 50 zoogkoeien. Veel boeren houden vleesvee nog als hobby. Daarnaast zijn ook de oplossingen voor vleesvee op de PAS-lijst, in tegenstelling tot melkvee, zeer beperkt. Het kan drie à vier jaar duren voor er nieuwe PAS-technieken worden erkend. Tegen die tijd zal de sector al erg veranderd zijn.’

Zal de vleesveesector zijn reductiedoelstellingen dan wel halen?

‘Als je de cijfers bekijkt, dan zie je een ferme vergrijzing in de vleesveesector. Zo is zeventig procent van de zoogkoeienhouders ouder dan vijftig jaar. Daarnaast heeft slechts een achtste van de Vlaamse land- en tuinbouwers een opvolger. Persoonlijk denk ik dat we de sectordoelstelling van vijf procent met beperkte investeringen, zoals beweiding en een lichte veestapelkrimp, gaan halen.’

Als de veestapel krimpt, is het stikstofprobleem dan niet opgelost?

‘Stikstof zal er altijd zijn in Vlaanderen. Dat heeft voor een deel ook te maken met de geïndustrialiseerde en bebouwde omgeving. Wel biedt een krimp voordelen voor de blijvers. Zo worden melk en vlees schaarser. De zuivelindustrie en slachthuizen, maar ook bijvoorbeeld zaadveredelaars, zullen het met die paar rundveehouders moeten doen. Dat versterkt de onderhandelingspositie van de rundveehouder bij de prijszetting. Volgens mij kunnen boeren nog veel winnen met het aanleren van een onderhandelingsattitude. Langs de andere kant vermindert een veestapelkrimp wel het draagvlak voor de boeren. Welke politicus wil zijn nek nog uitsteken voor die paar bedrijven?’

Zorgt die eventuele veestapelkrimp dan voor een prijsverhogend effect?

‘Dat kan. Kijk maar wat er gebeurd is in de varkenssector. Niemand had kunnen voorspellen dat biggen en vleesvarkens zo duur gingen worden. Door die hoogconjunctuur zijn de verliezen van de voorgaande periode

‘Boeren kunnen zeker nog veel winnen met het aanleren van een onderhandelingsattitude’

relatief snel terugverdiend. Maar daarbij zijn er ook kanttekeningen te plaatsen. De prijs is afhankelijk van vraag en aanbod. Gaan de Mercosur-akkoorden bijvoorbeeld roet in het eten gooien? Hoe gaan de ZuidAmerikaanse exporteurs bewijzen dat hun runderen niet gevoederd zijn met soja van ontboste percelen? Gaat Europa voldoende handhavers kunnen sturen om de certificaten op hun waarheid te controleren? Een consument ziet namelijk weinig verschil tussen een buitenlands of een binnenlands stuk vlees op zijn bord.’

U stelt dat de stikstofwetgeving ook de waarde van een bedrijf aantast. ‘Rondom een bedrijf vinden er tegenwoordig processen plaats die de waarde van het bedrijf beïnvloeden. Zo is onroerend goed, zoals grond, door de wetgeving niet meer waardevast. Door nul bemesting bijvoorbeeld kan je eigendomswaarde of gebruikswaarde zomaar verdampen. Laat je het landbouwbedrijf over aan derden, dan romen ze je nutriënten-emissierechten met 25 procent af. Dat betekent dat je de stal niet ten volle kunt benutten. Dat geldt ook als de vergunning vervalt of wordt inge-

perkt. Op die manier zakt de terugverdiencapaciteit van gebouwen telkens. En sneller dan we vroeger gewend waren. Dit vormt een groter risico voor banken. Zij financieren gebouwen immers op basis van terugverdiencapaciteit. Op termijn verwacht ik dat er daarom meer financiering vanuit de keten komt door voorschotfinanciering en hogere premies.’

Wat bedoelt u als u zegt dat de markt leidend is boven het decreet?

‘Als het product plots heel duur wordt, dan zijn alle problemen oplosbaar. Dan zetten we als het ware appartementsgebouwen voor onze koeien. Hiermee bedoel ik: met een goed inkomen kunnen boeren aan alle maatschappelijke eisen voldoen. Dat schept al een heel ander milieu dan nu.’

Hebt u tips voor de veehouder binnen dit decreet?

‘De winst per emissierecht maximaliseren wordt steeds belangrijker. Net zoals dat met het melkquotum is gebeurd op basis van vet en eiwit. Volgens mij gaan meer melkveehouders hun jongvee-opfok aan derden uitbesteden. Op die manier zet je de emis-

sierechten enkel in voor de producerende en dus winstgevende dieren. Puur milieukundig kan dat. Maar in verband met ziekteoverdracht stel ik daar toch vragen bij. Ook samenwerken in de landbouw verloopt niet altijd zonder problemen.’

‘Daarnaast is een bedrijfseconomische boekhouding de beste basis om ondernemingsbeslissingen te nemen. Ook de gevolgen van het stikstofdecreet zijn daarmee te toetsen. Tijdens mijn voordrachten nam ik een bedrijf van honderd koeien als voorbeeld. Om de reductiedoelstellingen te halen voerde dat bedrijf vijf procent van de veestapel af. Bijgevolg daalde ook de omzet met vijf procent. In de berekening halveerde dit het bruto ondernemersloon met de helft. Veel boeren hebben daar geen zicht op. In Vlaanderen zijn er namelijk nog geen 3000 boeren met een bedrijfseconomische boekhouding.’

‘Veehouders moeten zich dus goed bezinnen op wat tegen 2030 met ammoniakreductie toe haalbaar is. Ken je uitgangssituatie goed en vraag jezelf af wat je als ondernemer belangrijk vindt. Alleen zo creëer je handvatten binnen de huidige wetgeving.’ l

Geen invloed van meer organische stof op de stiksto enutting

STIKSTOF – Een hoger gehalte organische stof in de bodem verbetert de benutting van stikstof uit kunstmest niet. Dit concluderen onderzoekers van Wageningen UR uit ver-schillende proeven en literatuurstudies. Volgens de onderzoekers zijn de kringlopen van koolstof en stikstof in de bodem nauw met elkaar verbonden. Hierdoor kan het toedienen van meer organische stof e ect hebben op de vastlegging en verliezen van minerale stikstof. Ze onderzochten dit verband in een aantal potproeven. Hierin bekeken ze hoe vers toegevoegde organische stof en in de bodem aanwezige oudere organische stof de benutting van stikstof uit kunstmest beïnvloedden.

Uit de proeven kwam onder andere naar voren dat verse organische stof met een hoge C-Nverhouding (bijvoorbeeld stro) zorgt voor een aanzienlijke verlaging van de hoge stikstofconcentratie in de bodem na toedienen van kunstmest. De verklaring hiervoor is dat deze stikstof in organische vorm wordt vastgelegd. Dat vermindert het risico op uitspoeling. Maar ook daalt de stikstofopname en daarmee de pro-

Langetermijnbeheer gericht op de opbouw van organische stof helpt volgens de onderzoekers niet om stikstofverliezen te verlagen

ductie van het gewas dat op deze bodem geteeld wordt. De mineralisatie van de organisch vastgelegde stikstof was te traag voor een goede gewasgroei. Ook lijkt het gebruik van stro het risico te verhogen op gasvormige stikstofverliezen uit kunstmest.

Meer organische stof in de bodem leidt tot meer schimmels en bacteriën. Bovendien is in bodems met meer organische stof meer potentieel mineraliseerbare stikstof en stikstof in microbiële biomassa aanwezig. Mogelijke

voordelen hiervan, zoals minder uitspoeling, een betere bodemstructuur en meer veerkracht bij weersextremen, leidden in geen van de proeven tot een hogere stikstofopname door het gewas of een hogere gewasproductie. ‘Een langetermijnbeheer gericht op de opbouw van organische stof helpt niet om stikstofverliezen te verlagen’, concluderen de onderzoekers. Deze conclusie wordt volgens hen ondersteund door de resultaten van eerder uitgevoerd onderzoek.

Nederlander eet iets meer vlees dan voorgaand jaar

MAATSCHAPPIJ – De vleesconsumptie in Nederland nam in 2023 in beperkte mate toe vergeleken met 2022. Ook de hoeveelheid rundvlees die werd genuttigd steeg, maar niet veel. Dat blijkt uit jaarlijks onderzoek van Wageningen Economic Research, in opdracht van en gefinancierd door Wakker Dier. In 2022 werd er gemiddeld 75,1 kg vlees per

hoofd van de bevolking in Nederland verbruikt, in 2023 was dit 75,3 kg. Het grootste deel van het vlees dat wordt gegeten, is varkensvlees. Daarna volgt pluimveevlees en op de derde plaats staat rundvlees. In 2022 werd er 15,0 kg rundvlees gegeten, in 2023 was dit 15,2 kg. Volgens het onderzoek is dit vooral toe te wijzen aan de

ADVERTENTIE

gestegen verkoop van rundergehakt (+9,6 procent), die werd gecompenseerd door minder verkoop van rundvlees via andere retailkanalen (–7,7 procent).

In 2009 werd de grootste vleesconsumptie genoteerd, met 79,2 kg vlees, waarvan 16,3 kg rundvlees. Dat is één kilogram meer dan in 2023 werd verbruikt.

Panel CRV-symposium: ‘Geen toekomst zonder innovatie’

‘Een sector die niet innoveert, is ten dode opgeschreven.’ Met deze duidelijke stelling voedde André van Troost, CEO van Lely, de paneldiscussie tijdens het symposium ter ere van 150 jaar CRV. Zijn mede-panelleden waren het roerend met hem eens.

TEKST JAAP VAN DER KNAAP, WICHERT KOOPMAN EN JUSTINE POPPE

Lely-CEO André van Troost voorspelde op het symposium ter gelegenheid van het jubileum van CRV dat er roerige jaren aankomen. ‘Het is “survival of the fittest” de komende jaren. Maar voor de bedrijven die er over tien tot vijftien jaar nog zijn, voorzie ik een mooie toekomst. In 2050 moeten we op aarde zeventig procent meer voedsel produceren om de wereldbevolking te kunnen voeden. We zullen daarvoor maximaal moeten investeren in innovatie. Een sector die niet innoveert, is ten dode opgeschreven’, stelde hij.

Voor het internationaal opererende bedrijf Lely blijft de thuismarkt belangrijk als basis voor de ontwikkeling van nieuwe techniek. ‘Maar meer vergunningsruimte van de

Nederlandse overheid zou ons erg helpen’, moest Van Troost van het hart.

Overheidssteun voor onderzoek

De noodzaak om te innoveren werd door de overige panelleden volmondig beaamd. Joris Relaes, administrateur-generaal van het Vlaamse onderzoeksinstituut ILVO, zag hierbij ook een rol voor de overheid. ‘Sommige nieuwe ideeën lijken voor het bedrijfsleven in eerste instantie niet interessant, maar zijn wel het onderzoeken waard. Dan is het goed als wij dit met overheidssteun oppakken. Op het moment dat innovaties naar de praktijk kunnen, kan het bedrijfsleven het van ons overnemen.’

Joris Relaes, Mireille Einwachter, André van Troost en Jochem van der Starre in discussie onder leiding van dagvoorzitter Jan Arie Koorevaar

Mireille Einwachter, FrieslandCampina:

‘Alle kosten voor verduurzaming liggen bij de boer, maar dit moet worden opgelost in de keten’

Namens CRV nam vicevoorzitter Jochem van der Starre deel aan de paneldiscussie in Nijkerk. Hij haakte in op de opmerking over schaalgrootte, waar de Nederlandse consument een vooroordeel over heeft. ‘Schaalvergroting leidt tot lagere kosten. Maar waarom hebben we het over schaalgrootte?’, vroeg hij zich hardop af. ‘In de discussies over de toekomst moet het gaan over bijvoorbeeld dierwelzijn en methaanreductie. De sector moet en kan met die onderwerpen aan de slag, ongeacht bedrijfsomvang. En CRV kan daaraan bijdragen met fokkerij- en data-oplossingen.’

Niet wetgever maar consument bepaalt

Een grote meerderheid van de bezoekers was van mening dat wet- en regelgeving de meeste impact zal hebben op de toekomst. Volgens de panelleden wordt de toekomst van de melk- en vleesveehouderij echter meer bepaald door consumentengedrag. ‘Over tien tot vijftien jaar loopt het kalf bij de koe. Het is de wens van de consument die leidend is voor de manier waarop we hier nog melk kunnen produceren’,

Jongerenpanel:

stelde Van Troost. ‘De consument bepaalt en daaruit volgt wetgeving. Het is begrijpelijk dat boeren nu wetgeving als belemmering zien in hun bedrijfsvoering. Maar het is levensgevaarlijk om de consument uit het oog te verliezen.’

Van Troost stelde dat het belangrijk is om met de supermarktketens om tafel te gaan om de kostprijsverhogende maatregelen die boeren opgelegd krijgen, gezamenlijk te dragen. Mireille Einwachter, vanwege haar functie als directeur duurzaamheid bij FrieslandCampina aangeschoven aan de discussietafel, stelde dat de retail wel wil, maar niet weet hoe en waar ze moet beginnen. ‘Je zult doelen met elkaar moeten afspreken en met kleine stapjes opereren. Nu liggen alle kosten voor verduurzaming bij de boer, maar daar moeten oplossingen voor komen in de hele keten.’

Einwachter sloot positief af. ‘In deze discussie mis ik de trots op de veehouderijsector. We moeten komende jaren niet gaan reageren vanuit de verdediging. Ik hoop dat we over tien jaar nog altijd trots kunnen zijn en dat er nog steeds trotse boeren zijn.’ l

‘Na dal wordt toekomst rooskleurig’

‘We gaan nu door een dal, maar de toekomst wordt rooskleuriger.’ Dit zei Roy Meijer, voorzitter van het NAJK, in het panelgesprek met jonge boeren. Ook Justine Arkens, voorzitter van de Vlaamse jongeboerenorganisatie

Groene Kring, Geerke Sleurink, voorzitter van de CRV-jongerenraad Noord, en de jonge melkveehouder Wouter Neutel discussieerden mee.

Onder andere als gevolg van klimaatverandering ontstaat er in de toekomst volgens Roy Meijer voedselschaarste. Dat kan zorgen voor meer waardering voor de landbouwers. In de tussentijd hoopt hij dat ook bedrijven als zuivelorganisaties, fokkerij- en veevoederbedrijven jonge boeren ondersteunen in het verduurzamen van de veehouderij.

Justine Arkens vertelde dat Groene Kring in samenwerking met de leden de visietekst ‘Boer en toekomst’ heeft opgesteld. Ze hoopt dat de inhoud inspiratie biedt voor de nieuwe Vlaamse overheid. De minister van Landbouw wil namelijk ook een visietekst over de toekomst van de landbouw schrijven. Geerke Sleurink en Wouter Neutel brachten de discussie naar de dagelijkse praktijk. Zo benadrukten ze het belang van fokken op levensduur. ‘Koeien die de genetische aanleg hebben om probleemloos oud te kunnen worden, vormen de basis voor een duurzame veestapel. Als deze basis op orde is,

kun je gaan fokken op een kenmerk als voerefficiëntie’, stelde Neutel. De jonge boeren verwachten van toeleverende bedrijven dat ze hen helpen om duurzamer te produceren, bijvoorbeeld via de levering van fokmateriaal. Sleurink zag hierbij een belangrijke rol voor jongerenorganisaties, zoals

Young CRV. ‘Onze werkgroep duurzaamheid is een bron van inspiratie’, vertelde ze. Het panel van jonge boeren kon niet heen om de realiteit dat jonge boeren afhaken. ‘Uiteindelijk is en blijft het de survival of the fittest’, aldus Neutel. ‘Maar ik geloof in een mooie toekomst voor de blijvers.’

Justine Poppe leidde het gesprek met Justine Arkens, Roy Meijer, Wouter Neutel en Geerke Sleurink

Eiwit zakt hard in prijs

De huidige voederwaardeprijzen zijn berekend door Wageningen Universiteit (WUR) op 15 oktober 2024. De waarde van 1000 vem (kvem-prijs) stijgt behoorlijk naar 20,6 eurocent, terwijl de waarde van eiwit hard daalt naar 91,4 eurocent per kg dve.

In de onderstaande tabel met de voederwaardeprijzen staan verschillende producten opgesomd met bijhorende voederwaarde. De voederwaarde van het product wordt berekend aan de hand van de cijfers die WUR publiceert. Er wordt daarbij een vergelijking gemaakt tussen de marktwaarde en de voederwaarde. Belangrijk om te weten is dat men enkel producten mag vergelijken die vergelijkbaar zijn. Bij een voederwaardeprijs onder de 100 is het voedermiddel prijstechnisch interessant. Evalueer ook eerste welke producten in het rantsoen passen en kies binnen deze producten de goedkoopste optie.

– De eiwitprijzen zijn de afgelopen weken hard gedaald. Aan de voorkant is er op voorhand al veel ingekocht voor november en december. De verwachting is dat er voldoende aanvoer lijkt te komen vanuit de Verenigde Staten en er is momenteel bijna 90 procent geoogst. Ook de verwachtingen in Zuid-Amerika zijn goed: voldoende neerslag met correcte temperaturen. Er is de afgelopen weken veel vastgelegd voor het komende half jaar. De raap begint mee te dalen met de sojaprijzen, al staat de raap nog niet op het niveau van de soja door de krappe voorkant van de markt. De langetermijnhandel begint wel los te geraken. DDGS is wat gedaald, maar blijft nu stabiel.

– De energieprijzen zijn al enkele weken redelijk stabiel. De presidentsverkiezingen waren een belangrijk onderwerp van gesprek. Omwille van de mogelijke aantreding van Trump als president werd verwacht dat de prijzen zouden dalen. Deze daling is echter veranderd in een lichte stijging vanwege de stijgende dollarkoers. De export van granen uit Europa staat nog steeds op een laag pitje door de goedkope Russische granen. De vooruitzichten zijn wel beter qua exportaantallen, waarbij men met name verwacht dat Afrika zich meldt als koper.

– De markt van de vulmiddelen blijft stabiel.

– Bijproducten zijn afgelopen weken stabiel gebleven in prijs.

VOEDERWAARDEPRIJZEN

(bron: Liba)

november 2024

vevig/kgds

ENERGIE- EN EIWITPRIJZEN VOER

in eurocenten, excl. btw (bron: Wageningen Livestock Research)

november 2024 m/m y/y

fokvee kvem 20,60

m/m = vergelijking t.o.v. vorige maand y/y = vergelijking t.o.v. dezelfde maand vorig jaar

Zoek, vervang en bespaar

Voederwaardeprijzen geven de verhouding weer van de voederwaarde van mengvoer, grondstoffen en bijproducten in relatie tot de marktprijs. Bij een voederwaardeprijs onder de 100 procent is het voedermiddel prijstechnisch interessant.

bewaringsverlies(%)

voederwaardeprijs (€/ton)vevi marktprijs t.o.v. voederwaardeprijs(%)

Bron: BVK

NUCHTERE KALVEREN

NUCHTERE KALVEREN

BROUTARDS

BELGISCH WITBLAUW BROUTARDS BLONDE D’AQUITAINE BROUTARDS LIMOUSIN

bron: Veemarkt Les Hérolles (Fr.)

bron: Veemarkt Agen (Fr.)

Bron: Veemarkten België

KOEIEN BELGISCH WITBLAUW BROUTARDS BLONDE

KOEIEN

Bron: Veemarkten België

Bron: veemarkten België

Bron: veemarkt Les Hérolles (Fr.) Bron:

STIEREN BELGISCH WITBLAUW

STIEREN BELGISCH WITBLAUW

KARKASPRIJZEN

KARKASPRIJZEN WERELDWIJD

land waarde* september 2024 trend (m/m**)

Groot-Brittannië 603,61

Bron: European Market Observatories

Bron: European Observatories

Uruguay 365,67

Europa 499,36

Australië 384,58

Verenigde Staten 577,32

Nieuw-Zeeland 407,90

Argentinië 365,67

Brazilië 237,77

*euro/100 kg geslacht gewicht stieren =

**m/m = vergelijking t.o.v. vorige maand

AGENDA

KEURINGEN EN PRIJSKAMPEN

10 januari Prijskamp Belgisch witblauw, Aat

11 januari Prijskamp Belgisch witblauw, Libramont

12 januari Jaarmarktprijskamp Belgisch witblauw, Sint-Truiden

17 januari Keuring Belgisch witblauw, Agriflanders, Gent

17 januari Keuring blonde d’Aquitaine, Agriflanders, Gent

18 januari Prijskamp Belgisch witblauw, Ciney

26 januari Prijskamp Belgisch witblauw, Dilbeek

19 april Vleesveekeuring, Hulshorst

VOORUITBLIK

VEILINGEN

12 december

Veiling blonde d’Aquitaine (online) (Frankrijk) 29 maart BAC stierenveiling, Laren

BEURZEN, STUDIEVERGADERINGEN, DEMODAGEN 16-19 januari Agriflanders, Gent

Raadpleeg de website veeteeltvlees.be of veeteeltvlees.nl voor een actuele en uitgebreide stand van zaken.

COLOFON

VeeteeltVlees is een uitgave van CRV BV in opdracht van Coöperatie CRV ua. De leden van de Coöperatie CRV ontvangen VeeteeltVlees gratis, als onderdeel van het lidmaatschap. VeeteeltVlees verschijnt maandelijks.

redactie

hoofdredacteur Wim Veulemans redactie Inge van Drie, Quinten den Hertog-van Ooijen, Jaap van der Knaap, Wichert Koopman, Justine Poppe en Grietje de Vries foto- en beeldbewerking Simone Smit, Rogier van der Weiden

vormgeving René Horsman, Esther Onida eindredactie Lieke van den Broek hoofd CRV-magazines Jaap van der Knaap

redactie-adres

Nederland: postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon 026 38 98 800

Vlaanderen: Buchtenstraat 7, 9051 Sint-Denijs-Westrem telefoon 078 15 44 44 fax 09 363 92 06 e-mail veeteelt@crv4all.com

abonnementsprijs/jaar

Nederland en België € 99,00, overige landen € 160,00. In combinatie met abonnement op vakblad Veeteelt bedraagt een abonnement € 165,00 per jaar, overige landen € 285,00 per jaar. Prijzen excl. btw. Abonnementen zijn gebaseerd op kalenderjaar en worden jaarlijks in februari gefactureerd. Opzegging is mogelijk per kwartaal. Bel voor opgave van een abonnement: België: CRV Klantenservice (078 15 44 44) e-mail klantenservice.be@crv4all.com

Nederland: CRV Klantenservice (088 00 24 440) e-mail klantenservice.nl@crv4all.com

advertentie-afdeling

Karen Dammer en Froukje Visser

postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon (+31)(0)6 53 16 85 29 e-mail advertenties@crv4all.com

illustraties/foto’s

De foto’s zijn van de eigen fotodienst van VeeteeltVlees. Uitzonderingen zijn de foto’s van KULeuven (6), Stamboek Verbeterd Roodbont (6), Olivia Germeau (7,35), Harrie van Leeuwen (8-9, 22-24), Dorien van Wesemael (9), ILVO (9),

DECEMBER KERST

Traditiegetrouw brengt VeeteeltVlees in het laatste nummer van het jaar een ietwat andere invulling van het hoofdverhaal. Minder technisch, maar we richten onze aandacht op een meer sociaal of maatschappelijk thema. Komend nummer hebben we zo aandacht voor zij-instromers, of mensen actief in de veehouderij maar zonder een veehouderij-achtergrond.

Verder is er in dit nummer aandacht voor de recente publicatie van fokwaarden voor het Belgisch-witblauwras en volgt er even traditiegetrouw een kerstquiz met een aantal mooie prijzen.

Joni Israeli (25), Regine Foket (26-28), Mark Pasveer (29), MacGregor Photography (34) en Lindsay Loterman (35).

Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed, kan door de redactie geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij CRV BV c.q. de betre ende auteur. Artikelen uit VeeteeltVlees mogen uitsluitend verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden na schriftelijke toestemming van CRV.

Druk: Senefelder Misset, Doetinchem ISSN 01.68-7565

Prijskamp Belgisch witblauw op Agriflanders

Nieuw: mailbox voor prijskampen

CRV ondersteunt de organisatoren van prijskampen en jongvee- en fokveedagen in Vlaanderen en Nederland. Om de communicatie hierover eenvoudig te maken zijn nu twee mailboxen geopend waar organisatoren terecht kunnen met vragen. Organisatoren die bekend zijn bij CRV ontvangen hierover nog persoonlijk bericht. Mail naar: prijskampen.be@crv4all.com (Vlaanderen) of fokveedagen-nl@crv4all.com (Nederland)

Tijdens de komende editie van de beurs Agriflanders in januari 2025 organiseert CRV op vrijdag 17 januari een keuring voor het Belgisch-witblauwras. Nieuw is dat nu ook jongere vrouwelijke dieren vanaf een leeftijd van negen maanden kunnen deelnemen. Ook is er een rubriek ‘kalf met koe’ voorzien. De twee nieuwe rubrieken leveren ook twee extra kampioenschappen op. Veehouders die vaker deelnemen aan prijskampen, krijgen inschrijvingsvoorwaarden voor Agriflanders toegestuurd. Inschrijven van dieren voor de Belgisch-witblauwprijskamp en informatie: prijskampen.be@crv4all.com

Inschrijven kan tot 9 december. De voorwaarden voor deelname zijn te downloaden van de website van CRV. Kijk op www.cooperatie-crv.nl of scan de QR-code

Dna-staal van moeder nodig bij et-spoeling

Met regelmaat worden koeien aangeboden voor embryotransplantaties. Voor bedrijven die deelnemen aan stamboek of afstammingsregistraties is het belangrijk dat van de spoelkoe dna-materiaal wordt bewaard, bijvoorbeeld in de vorm van een haarmonster. Dit is nodig om de afstamming van et-kalveren te kunnen controleren. Als de moeder bij de geboorte van een et-kalf al is afgevoerd en er is geen dna-materiaal beschikbaar, dan krijgt dit kalf een C-registratie. Veehouders kunnen een haarmonster zelf bewaren of laten bewaren door CRV.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de CRV-klantenservice: 078-15 44 44 (Vlaanderen) of 088-00 24 440 (Nederland)

Prijskamp blonde d’Aquitaines op Agriflanders

Naast een Belgisch-witblauwkeuring vindt er op vrijdag 17 januari op Agriflanders ook een prijskamp voor blondes plaats, georganiseerd door blonde d’Aquitaine Vlaanderen. Inschrijven voor deze prijskamp kan tot 20 december. Neem voor meer informatie en inschrijven contact op met Marnic Loterman: blondeaquitainevlaanderen@gmail.com of 0497 158430

Kampioenen van de blondekeuring op Agriflanders 2023

Roulette de Mahoney is de jongste sterkoe

Sterkoe nummer vijf in Vlaanderen is meteen ook de jongste Belgisch witblauwe sterkoe tot op heden. Roulette de Mahoney is ook de eerste sterkoe op het bedrijf van de familie Cocquyt uit het West-Vlaamse Pittem. Roulette is een dochter van Darko uit een Caramelmoeder. Ze is momenteel 45 maanden oud en kalfde ondertussen twee keer. Bij de geboor-

te van haar laatste kalf was ze net drie jaar oud. Met een inteeltgraad van 0,99% scoort ze vrij laag. Roulette haalde een lineaire eindbeoordeling van 89,7 punten, waarbij ze ijzersterk beenwerk (96) en een fijne bespiering (89,7) laat zien.

Roulette de Mahoney was net drie jaar oud toen ze voor de tweede keer kalfde

Smakelijk en goed drinkwater is een voorwaarde voor gezonde koeien. Water dat bij binnenkomst van goede kwaliteit is, kan toch afwijkend zijn op de drinkplek. Met de Drinkbakcheck controleer je eenvoudig de kwaliteit van het water op de plek waar jouw koeien drinken.

Meer weten?

www.gddiergezondheid.nl/drinkbakcheck

GD LOOPT VOOROP IN DIERGEZONDHEID VOOR GOED WATER EN VITALE KOEIEN

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.