Blondes houden met oog voor koeien en klanten
Haspengouwse prijskamp viert gouden jubileum
Voordeel halen uit internationale maisveredeling
Blondes houden met oog voor koeien en klanten
Haspengouwse prijskamp viert gouden jubileum
Voordeel halen uit internationale maisveredeling
Futé x Larron d’Yvoir
Op 63 mnd.:
1357 kg en 149 cm (+4)
Ki-code: 945128
⊲ Top vruchtbaarheid
⊲ Lichte kalfjes die heel goed uitgroeien
⊲ Voor gestalte met behoud van kwaliteit Vrouwelijk gesekst beschikbaar
Wilt u sperma van Cachemire of andere stieren bestellen, bezoek dan onze webshop op shop.crv4all.nl of shop.crv4all.be
RUBRIEKEN
5 Van de redactie
7 Fokkerijnieuws
15 CRV-coöperatienieuws
16 In beeld: de weg van aardappelpersvezels
23 Managementnieuws
27 Managementnieuws
32 Marktinfo voer
33 Marktinfo vee
34 Agenda
35 CRV-bedrijfsnieuws
HOOFDARTIKEL
8 Voordeel halen uit internationale kweekprogramma’s voor mais
REPORTAGE
12 Blondefokker Marcel Gerritsen heeft oog voor koeien en klanten
KEURING
18 Vijftig jaar Haspengouwse topkwaliteit in Sint-Truiden
MANAGEMENT
20 Hoe bedreigend is de Mercosur-deal voor de vleesveehouderij?
31 Infographic: hoe oud zijn de witblauwen?
INTERVIEW
24 Volgens Jan Roefs is mest geen afval, maar waardevolle grondstof
DE BOERIN
28 Een kijkje in de mineralenkeuken
BIJ DE COVER
Geen mais, maar vooral natuurhooi. Dat staat dagelijks op het menu van deze blondes (foto: Harrie van Leeuwen)
Marcel Gerritsen: ‘Kwaliteit zie je terug in fijnheid in het skelet, een elegante kop en lengte’
Jan Roefs: ‘Renure kan de helft van het kunstmestgebruik in Nederland vervangen’
Eigenschappen:
Uw melkpoederexpert
Jean-François Lericq +32 (0) 484/11.86.38 jf.lericq@starmilk.be www.starmilk.be
Zevenhonderd euro, exclusief btw en per 100 kg koud karkasgewicht. Dat is de prijs – 7 euro per kilo geslacht – die in de laatste prijsnotering van de Vlaamse overheid vermeld stond in 2024. Daarmee ging de prijs voor koeien van het S-type voor het eerst boven de zevenhonderd euro. Ter vergelijking: in de eerste week van 2021, drie jaar geleden dus, was dat voor dezelfde dieren 497,07 euro per 100 kilo. In drie jaar tijd steeg deze prijs dus met 40 procent. Misschien nog tekenender voor deze prijsboost is dat de U2-koeien momenteel duurder zijn dan de goede witblauwen begin 2021. Het aantrekken van deze prijzen wordt grotendeels verklaard door het spel van vraag en aanbod. De krimp in de sector, zowel in aantal veehouders als in aantal dieren, is al jaren gaande. Zo was in 2020 de zelfvoorzieningsgraad in België nog 144 procent, terwijl die drie jaar later is teruggevallen naar 132 procent. En voor velen voelde het alsof die vorig jaar nog meer is teruggelopen. De laatste maanden wordt dit nog wat versterkt doordat ook in onze buurlanden de sector krimpt. Politieke keuzes spelen daarin een rol, maar ook maat-
WIM VEULEMANS HOOFDREDACTEUR
schappelijke druk en het oprukken van onder meer EHD en blauwtong versterken dit e ect. De trends zijn een simpel feit, alleen moeten we ook bese en dat deze nagenoeg onomkeerbaar zijn, al zeker in het aantal dieren. Te vaak hoor ik politici dit gegeven negeren, zeker wat veehouders betreft. Die komen niet zomaar terug.
Internationale handel dan maar, opperen sommigen. En dan verwijst men naar de recente Mercosur-deal. Gaan we dan voortaan meer Zuid-Amerikaans rundvlees eten? Zoals blijkt uit het verhaal over Mercosur in dit nummer (pagina 20) ligt dat nogal complex. Zelf ben ik niet zo bevreesd voor de invloed op de prijs van onze vleesdieren, eerder heb ik problemen met het verhaal achter het vlees. Waarom zouden wij investeren in duurzaamheid, dierenwelzijn, klimaat-e ciëntie en dergelijke als Europa naar het Mercosur-vlees kijkt als eindproduct en alleen daar normen voor oplegt. Alsof we samen een cross rijden, maar wij met een driewieler door de modder moeten plodderen.
Race De Mehogne x Paravent D’Izier
Op 21 mnd.:
863 kg en 136cm (+7)
Ki-code: 945175
⊲ Past op elke hedendaagse bloedlijn
⊲ Geeft gestalte met bespiering
⊲ Moeder was een zware koe van 1.043 kg
Wilt u sperma van Cabotin of andere stieren bestellen, bezoek dan onze webshop op shop.crv4all.nl of shop.crv4all.be
De vleesveekeuring in Enter krijgt een nieuwe locatie. Voortaan heeft deze jaarlijkse keuring voor verschillende rassen in een lokale manege plaats. De keuring zal op zaterdag plaatsvinden.
De Stichting Vleesvee Commissie Enter heeft recent besloten om de jaarlijkse keuring van locatie te verplaatsen van het centrum van het dorp naar een lokale manege. Als reden voor dit besluit verwijst de organisatie naar de beschikbaarheid van vrijwilligers en naar de veiligheid van de bezoekers en de dieren. Twee jaar terug, in 2022, diende de organisatie door de heersende hitte de keuring al
De Enterse kampioenen verhuizen vanaf 2025
eens uit te stellen en te verplaatsen. De locatie van dienst toen, manege ’t Leijerweerd, beviel organisatie en deelnemers zodanig dat ze nu definitief daarnaartoe verhuizen.
De keuring Enter 2025 vindt plaats op zaterdag 16 augustus 2025 in manege ’t Leijerweerd, Wierdenseweg 31, 7468 PX Enter.
Met alle antwoorden correct en de hulp van de onschuldige hand wist lezer Matthijs Vandewalle uit Torhout de hoofdprijs van de recente kerstquiz van VeeteeltVlees te verzilveren. Deze jonge vleesveehouder, met een koppel witblauwen en ook actief op de
Tabel 1 – Antwoorden VeeteeltVlees-kerstquiz 2024
vraag antwoord editie (pagina)
1 B juni, pagina 17
2 B januari, pagina 23
3 A februari, pagina 6
4 B september, pagina 22
5 B januari, pagina 7
6 B augustus, pagina 17
7 C november, pagina 9
8 A maart, pagina 27
9 B mei, pagina 11
10 B augustus, pagina 8
11 C juli, pagina 9
12 C februari, pagina 9
13 B juni, pagina 21
14 A juni, pagina 18
15 A maart, pagina 16
schoolhoeve van Torhout, wint maar liefst 5 hectare mais uit het Boost-gamma, aangeboden door KWS.
De tweede prijs gaat ook naar de provincie West-Vlaanderen. De 250 kilogram mineralen Optimin Beef, een prijs aangeboden door Aveve, werd gewonnen door Gino Vangelder uit Snellegem. De derde prijs is voor een vleesveehouder uit Nederlands Limburg. Bas Beusmans had ook alle vragen correct en wint 15 rietjes SiryX, aangeboden door CRV. De andere prijswinnaars staan in tabel 2. De voorwaarden voor het aanduiden van een sterkoe Belgisch witblauw, vraag 13, was duidelijk de struikelvraag in deze quiz. Een op
de tien van de deelnemers beantwoordden deze foutief. Op pagina 15 leest u in Coöperatienieuws nog eens alle voorwaarden. Vraag 6 kreeg elke lezer, door een foutje van de quizmaster, gratis cadeau. Elk antwoord werd dan ook goedgekeurd, maar B was wel het juiste.
Ook de mooiste cover konden de deelnemers uitkiezen. Met bijna een op de drie van de stemmen werd gekozen voor de twee witblauwe koeien op de cover van oktober. Ook de cover van juli verkozen vele lezers. Tot slot bleek ook de algehele appreciatie van de deelnemers voor de opzet en de inhoud van uw vakblad in het voorbije jaar.
Tabel 2 – Prijswinnaars van de VeeteeltVlees-kerstquiz 2024
prijs aangeboden door winnaar
1 5 ha mais Boost-maisrassen KWS Matthijs Vandewalle, Torhout
2 250 kg nr. 474 Optimin Beef Aveve Gino Vangelder, Snellegem
3 15 rietjes SiryX naar keuze CRV Bas Beusmans, Noorbeek
4 15 rietjes conventioneel sperma naar keuze CRV Willy Zelderloo, Dilbeek
5 10 rietjes conventioneel sperma naar keuze CRV Karlijn Neve, Hengstdijk
6 kledingpakket (overall, bodywarmer, muts) CRV Jaap de Vos, Ooltgensplaat
7 dronefoto VeeteeltVlees Ronald Wolters, Lievelde
Droogteresistentie, een korter groeiseizoen en stikstofe ciëntie. Het zijn nieuwe onderwerpen voor Nederlandse en Vlaamse maistelers. Maar niet voor maisveredelaars. In hun internationale kweekprogramma’s is al de nodige jaren ervaring opgedaan, waar telers in de Lage Landen van kunnen profiteren.
TEKST QUINTEN DEN HERTOG, JAAP VAN DER KNAAP EN GRIETJE DE VRIES
‘Tien jaar geleden dacht ik nog: veredelen op droogteresistentie? Dat is leuk voor Zuid-Europa, maar niet voor hier. Maar de meerwaarde ervan heeft zich inmiddels al bewezen; in de laatste vijf jaar hadden we in Nederland en Vlaanderen drie droge maisjaren.’ Jos Groot Koerkamp, commercieel manager Limagrain Nederland, geeft met zijn uitspraak aan hoe belangrijk het voor maiskwekers is om bij het veredelen van maisrassen te profiteren van kennis uit andere landen. ‘Dankzij een internationaal netwerk kun je leren van elkaar. Welke plantenziekten treden er op in andere klimaatzones, hoe reageren rassen op droogte? Daar kun je met veredeling op inspelen door robuuste maisrassen te kweken, die onder Nederlandse en Vlaamse omstandigheden goede opbrengsten en goede kwaliteit blijven opleveren.’ Afgelopen maisjaar bleek een tekort aan vocht geen probleem, maar was het meer de vraag of de mais wel op tijd rijp zou worden als gevolg van een verlate voorjaarsinzaai. ‘Elk
Het is goed dat internationale maisrassen worden getest onder praktijkomstandigheden in de Lage Landen
seizoen is weer anders. Daarom is het goed dat we de maisrassen blijven testen onder Nederlandse praktijkomstandigheden’, legt Jos Groten uit. Groten is maisonderzoeker bij Wageningen Universiteit & Research Open Teelten. ‘Die resultaten komen tot uiting in de maisrassenlijsten die we jaarlijks publiceren. Wetgeving, klimaatverandering en verdere verbetering van opbrengst, kwaliteit en resistentie zorgen ervoor dat er nu andere maisrassen op de lijsten staan dan tien jaar geleden.’
Bladvlekkenziekte verdwenen
Volgens Groten spelen maiskwekers continu in op nieuwe ontwikkelingen. ‘Neem de bladvlekkenziekte. Die dook ruim vijftien jaar geleden op en kon tot wel vijftig procent aan opbrengstderving veroorzaken. Dankzij veredeling vormt de bladvlekkenziekte nu geen bedreiging meer. Sterker nog, het kenmerk is zelfs van de rassenlijst verdwenen, omdat nage-
noeg alle rassen er niet meer gevoelig voor zijn en de ziektedruk sterk is verminderd.’ Mais is na gras het belangrijkste ruwvoergewas. Internationaal wordt er daarom veel veredelingswerk in verricht. Maiskwekers proberen daarbij vooruit te kijken naar veranderingen in het klimaat en de behoefte per land vanuit de wetgeving.
Verschillende reacties op droogte
Bij klimaat wordt al snel gedacht aan efficiënt omgaan met water. Maisrassen rangschikken op efficiënt omgaan met water is volgens Groten waardevol, maar niet eenvoudig. ‘Het is duur en praktisch moeilijk uitvoerbaar onderzoek. Daarnaast reageren maisrassen verschillend op droogte’, legt hij uit. Een onderzoek van meerdere wetenschappers uit Wageningen naar de klimaatbestendigheid van gewassen in 2022 wees uit dat maisrassen verschillend reageren op droogteperiodes. De volgorde in opbrengst van korrelmaisrassen bij een goede vochtvoorziening ging aardig op zijn kop toen er sprake was van een seizoen met droogte. Gemiddeld bleek dat op goede vochthoudende zandgrond elke 50 mm neerslagtekort per hectare circa een ton droge stof aan korrelopbrengst kost.
Een reden daarvoor zou het verschil in beworteling kunnen zijn, maar ook afwijkende reacties van maisrassen op droogte. ‘Bij sommige rassen gaan de bladen krullen, terwijl bij andere rassen juist de onderste bladeren afsterven’, vertelt Groten. ‘Afhankelijk van het tijdstip en de duur van de droogte kan een plant daar meer of minder zijn voordeel mee doen.
Bij krullen sluiten de huidmondjes en stopt de productie. Als er dan regen komt, gaat de plant weer verder met het volledige blad als productieapparaat. Bij afsterven van de onderste bladeren zie je dat de productie van de overige bladeren tijdens de droogte in bepaalde mate doorgaat. Maar als er weer regen komt, produceert de plant niet meer maximaal, omdat de plant bladeren is kwijtgeraakt. Op die verschillende eigenschappen zou je kunnen veredelen.’ Groten wijst ook op de omvang en de gezondheid van het wortelstelsel. Ook daar zijn verschillen tussen rassen te zien. ‘Er zijn rassen die erg gevoelig zijn voor wortelverbruining.
Die wordt veroorzaakt door een complex van bodemschimmels, waarbij aan het eind van het groeiseizoen het hele wortelstel kan zijn weggerot’, legt hij uit. ‘Voor ons is het nu lastig en duur om dat mee te nemen in ons onderzoek, maar wellicht dat daar in de toekomst met nieuwe dna-technieken wel meer mogelijkheden voor komen.’
Mais e ciënt met water
Op de onderzoeksvelden van Limagrain in Europa werden duidelijk rasverschillen gezien in droge periodes. Rassen die beter presteren onder droge omstandigheden krijgen daarom van Limagrain het predicaat Hydraneo. ‘Mais gaat in vergelijking met gras eigenlijk al heel efficiënt om met water’, stelt Groot Koerkamp. ‘Mais is een tropisch gewas en heeft jaarlijks maar 450 mm water nodig, terwijl gras minimaal 750 millimeter nodig heeft. Bij mais zagen we in droge jaren tot wel twee ton droge stof aan opbrengstverschillen. Via het predicaat Hydraneo maken we die verschillen nu inzichtelijk.’
Ook Wouter Wijnhout van Syngenta geeft aan dat een goede beworteling bijdraagt aan droogteresistentie, maar dat veredeling daarop niet eenvoudig is. Hij wijst daarom op het belang van rassen die langer groen en daarmee vitaler blijven. ‘Gezonde mais telen is belangrijk, maar opbrengst en kwaliteit zullen boven aan het wensenlijstje van veehouders blij-
Wetgeving zal de teelt van ultravroege maisrassen stimuleren
ven staan’, stelt Wijnhout. ‘De kaders worden ruimer, maar grond is in Nederland en Vlaanderen te duur om daar niet efficiënt mee om te gaan.’
Syngenta heeft selectievelden in verschillende klimaatzones om op die manier rassen te selecteren die goed presteren in warme, koude, droge en vochtige omstandigheden, legt Wijnhout uit. ‘Door uitgebreid te testen krijgen we een duidelijk beeld van stresstolerantie en stevigheid van onze nieuwe rassen.’
Volgens Groten hoort stevigheid inderdaad ook bij een duurzame maisteelt. ‘De plant kan op drie momenten omvallen met elk een andere vorm van legering: bij vroege groei tot een halve meter, ook wel de greensnap genoemd. Daarnaast heb je zomerlegering rond de bloei, waarbij de plant met wortel en al omgaat, wat een negatieve invloed kan hebben op de bestuiving.’ Als laatste is er nog eindlegering, vertelt Groten. ‘Dat is het omvallen
of knikken van de plant vlak voor de oogst. Voor al deze momenten zien we rasverschillen.’
Wetgeving stimuleert ultravroege mais
Welke rassen veehouders uiteindelijk zaaien, wordt ook mede bepaald door beleid, merkt agroservicemanager
Arjan Lassche van KWS op. ‘Ik verwacht een toename van ultravroege maisrassen als gevolg van wetgeving in Nederland’, legt hij uit.’ Veehouders op zand- en lössgronden zullen eens per vier jaar een rustgewas moeten telen met een vanggewas dat uiterlijk 1 september moet zijn gezaaid. Dat geeft kansen voor ultravroege maisrassen die na een groeiperiode van 120 tot 130 dagen oogstrijp zijn.’ Deze rassen worden al in Scandinavië ingezet, omdat het groeiseizoen daar korter is dan in Nederland en Vlaanderen. ‘De opbrengsten liggen ongeveer 15 procent lager dan gangbare rassen, maar veel veehouders zijn niet ge-
Piet Winkelmolen: ‘Sinds ik gezonde maisrassen gebruik, is de gezondheid van de veestapel verbeterd’
Melkveehouder Piet Winkelmolen (56) uit Heythuysen is scherp op zijn maisrassenkeuze. Het rantsoen van zijn 90 melkkoeien bestaat voor 70 procent uit mais. Dit maakt de drogestofopbrengst per hectare een belangrijke factor. Winkelmolen oogst gemiddeld 20 ton droge stof per hectare op 15 hectare land. Maar in de raskeuze is niet de opbrengst, maar de builenbrandresistentie doorslaggevend. ‘In het verleden hebben we problemen gehad met de weerstand van onze koeien door mycotoxinen in de maiskuil. Een gezonde veestapel is voor mij het allerbelangrijkst. Daarom kies ik alleen maisrassen met een builenbrandresistentie van minimaal een 8.’
De afgelopen drie jaar teelde de veehouder het maisras SY Dakini. Door dit te combineren
met een mycotoxinebinder ziet hij een duidelijke verbetering in de gezondheid van zijn koeien. Omdat mais een groot deel van het rantsoen uitmaakt, kiest Winkelmolen bewust voor een ras met een gemiddeld tot laag zetmeelgehalte en een zeer goede verteerbaarheid. ‘Zo voorkom ik dat een te hoog zetmeelgehalte het vetgehalte in de melk drukt,’ licht hij toe. De verteerbaarheid bepaalt de veehouder op basis van de drogestofopbrengst en de vem-opbrengst per hectare. De vem-opbrengst moet gelijk aan of hoger zijn dan de drogestofopbrengst. Ook kiest hij voor maisrassen met een FAO-getal voor vroegrijpheid rond de 230, zodat de mais voor oktober rijp is. ‘Zo filter ik de rassen die het best bij mijn bedrijfsvoering passen.’
Gerald Folbert: ‘Een ultravroeg maisras telen scheelt reparatiekosten
Vorig jaar zaaide Gerald Folbert, kalverhouder in Vriezenveen, het ultravroege maisras KWS Nevo, dat vóór 1 september werd geoogst. ‘Daarmee kunnen we voldoen aan de eisom eens per vier jaar een rustgewas te telen. Maar dan zonder dat we een gewas telen waar we geen verstand van hebben’, verklaart Folbert de keuze. ‘Daarnaast past mais nou eenmaal het beste in het rantsoen.’
In totaal heeft de kalverhouder, die 150 rosékalveren van twee leeftijden heeft, 23 hectare in gebruik. ‘Ik teel meer mais dan ik nodig heb, maar de rest verkoop ik aan mijn neef, die een groter kalverbedrijf heeft. Hij bracht me vorig jaar ook op het idee van deze oplossing voor de rustgewasregelgeving.’
wend om rustgewassen als graan, luzerne of sorghum te verbouwen.’
Nog een onderwerp dat als gevolg van wetgeving aandacht heeft, is stikstofefficiëntie en de rol van mais in het bouwplan of het rantsoen. ‘Zeker met het strengere mestbeleid wordt het belangrijker om naar het hele bouwplan te kijken’, aldus Wijnhout van Syngenta. ‘Je moet meer planmatig werken aan een bouwplan voor de lange termijn. In een rustjaar kun je overwegen om aan de slag te gaan met vroegrijpe gewassen als hybride wintergerst, die je eerder kunt oogsten zodat ook een goede nateelt mogelijk is. Een hoge bemesting kan teeltfoutjes verbloemen, maar dat wordt steeds lastiger.’ Ook voor stikstofefficiëntie is er al de nodige kennis in het buitenland, vult Lassche aan. ‘Er zijn regio’s in bijvoorbeeld
Wat begon als experiment, blijkt voor Folbert erg goed te werken. ‘Op een derde van de percelen teelden we het ultravroege ras, dat we eind augustus oogstten. Dat leverde 35 ton mais per hectare op, met een drogestofgehalte van 35 procent en een vevi-waarde van 1000. Helemaal niet slecht’, vindt de veehouder. Hij levert iets in op de gewone 40 à 45 ton mais per hectare, maar dat wordt gecompenseerd met andere voordelen. ‘Vroeg oogsten betekent ook dat de weersomstandigheden beter zijn. Bij natte oogst in het najaar komt de mais er wel af, maar krijg je daarna kosten om het perceel weer zaaiklaar te maken. Vroeg oogsten scheelt reparatiekosten van structuurschade.’
Oost-Europa waar een tekort is aan mest. Om op deze gronden toch nog goede gewassen te kunnen telen zijn jaren geleden al veredelingsprogramma’s voor snijmais opgestart waarin bewust wordt gekeken naar een hoge efficiëntie van de opname van mineralen.’
Op de rassenlijst van Platform Mais Onderzoek Nederland wordt de stikstofopname al in een aparte kolom weergegeven. Volgens Groten zijn daar bij een gelijke bemesting al verschillen in stikstofopname tussen rassen te zien van 40 kg per hectare.
Lassche is positief over de rol van mais als voedergewas. ‘Het maisareaal in Nederland en Vlaanderen stelt internationaal gezien niet veel voor. Maar we kunnen profiteren van de kennis uit internationale veredelingsprogramma’s.’ l
Simon Geraerts: ‘Droogtetolerante rassen kunnen het verschil maken in droge jaren’
Melkveehouder Simon Geraerts (56) uit Hapert kiest sinds drie jaar bewust voor maisrassen die beter tegen droogte kunnen. Zijn melkveebedrijf met 110 koeien ligt op de Kempense hoge zandgronden. Volgens Geraerts kunnen droogtetolerante maisrassen in droge jaren het verschil maken. ‘Als we minder hoeven te beregenen, scheelt dat in de portemonnee,’ zegt hij.
Gemiddeld haalt Geraerts 21 tot 22 ton droge stof per hectare van zijn 20 hectare mais. Hij teelt de rassen LG 31.206 en LG 32.257 en houdt bij de keuze rekening met de specifieke omstandigheden van zijn percelen. ‘De hoge zandgronden maken vroeg zaaien mogelijk. LG 32.257 past daar goed bij, omdat dit ras meer groeidagen nodig heeft om rijp te
worden. Zo is de mais gelijktijdig rijp met de percelen die later zijn ingezaaid,’ legt hij uit. De droogtetolerantie van deze Hydraneorassen biedt bovendien een extra voordeel: ze zijn volgens de veehouder gezonder. ‘Een plant die bestand is tegen droogte hoeft niet voortijdig af te rijpen. Dat voorkomt stress en maakt de plant minder vatbaar voor ziektes. Dat is een win-winsituatie.’
Naast droogtetolerantie zoekt Geraerts hoogproductieve rassen met een hoog zetmeelgehalte, een hoge vem-opbrengst en een goede drogestofopbrengst. Vroegrijpheid is daarbij ook belangrijk. ‘Slechte rassen zijn er eigenlijk niet meer. Het is kiezen uit veel goede opties. De rassen LG 31.206 en LG 32.257 passen het best bij mijn bedrijfsvoering.’
Blondefokker Marcel Gerritsen is al jaren succesvol in de keuringsring. Hij wil koeien fokken met rastype om daarmee zijn uitgebreide klantenkring te voorzien van kwaliteitsvlees. ‘Consumenten vinden een goed verhaal over hoe je dieren houdt belangrijk, maar als je geen kwaliteit levert, ben je je klanten snel kwijt.’
TEKST JAAP VAN
Hap, hap. Hap, hap. Met haar brede muil vreet een royaal ontwikkelde blondekoe zich een weg in de berg maismeel die voor het voerhek ligt. ‘Gemiddeld vreten koeien in de afmestgroep ruim 18 kilo meel per dag, naast onbeperkt toegang tot grof natuurhooi. Dat werkt hier heel goed, na drie maanden zijn ze slachtrijp.’ Tevreden kijkt Marcel Gerritsen (54) hoe de volwassen koe met smaak het voer vreet. ‘Het is een complete maismix met 13,8 procent eiwit die ook een gist als buffer bevat’, legt hij uit. Dat hij tot in detail weet wat de koe vreet, verraadt dat Gerritsen naast vleesveehouder in Maurik ook vier dagen actief is als ruwvoerspecialist bij Agrifirm.
Gerritsen groeide op op een melkveebedrijf waar zijn ouders Thijs en Jo Gerritsen in 1989 startten met het houden van vleesvee. Daarvoor importeerden ze drie
niet in het stamboek ingeschreven blonde d’Aquitainekoeien uit Frankrijk. ‘Rastypische dieren vol met kwaliteit. Van een van die drie lopen nog nazaten in de stal’, herinnert Gerritsen zich. Na zijn studie kwam hij in de veevoedingssector terecht en ontwikkelde hij samen met zijn ouders de vleesveetak verder. In 2010 nam hij het bedrijf en de in 1976 gebouwde ligboxenstal over, waarin plaats is voor 110 tot 120 dieren.
Marcel Gerritsen is regelmatig succesvol op keuringen, was in 2003 al eens Blondefokker van het jaar en wordt internationaal regelmatig gevraagd als jurylid.
Streefgewicht van 600 kilo per karkas
Jaarlijks kalven er in Maurik 45 dieren af en afgelopen jaar werden er dertien afgemeste koeien via vleespakketten verkocht. ‘Door het maismeelrantsoen groeien de
koeien heel goed, en het zorgt ook voor kwaliteitsvlees. Dat is voor mij belangrijk. Consumenten vinden een goed verhaal over hoe we onze dieren houden belangrijk, maar als je geen kwaliteit levert, dan ben je je klanten snel kwijt.’
De selectie van de dieren die in het afmesthok komen, hangt mede af van de beschikbaarheid van de dieren. ‘Ik houd ongeveer vijftien fokdieren die zich na tweemaal afkalven hebben bewezen als goede fokkoe. Zij mogen vaker afkalven. Maar het kan ook zo zijn dat zo’n koe na twee keer insemineren nog niet drachtig is en ze, omdat er een koe nodig is voor de vleespakketten, in het afmesthok terechtkomt. Daarmee zorg ik er ook voor dat vruchtbaarheid tot mijn selectiecriteria behoort. In de fokkerij heb ik geleerd dat je ellende moet opruimen.’
Afgelopen jaar liep het aantal inseminaties door blauwtong iets op, maar gemiddeld waren er 1,4 rietjes nodig per dracht en lag de tussenkalftijd op 384 dagen. De vaarzen kalven voor de eerste keer af op 2,8 jaar en dat mag volgens Gerritsen nog wel iets omlaag. ‘Idealiter slachten we de koeien op vierjarige leeftijd wanneer ze twee kalveren hebben gehad. Mijn streefgewicht is dan 600 kilo per karkas. Afgelopen jaar zaten we op 585 kilo.’
Roterend standweiden
Gerritsen heeft veel cijfers paraat en is – hoe kan het ook anders? – nauwlettend bezig met het rantsoen. Zo heeft hij de huiskavel van 7 hectare in de zomer opgedeeld in zes percelen, waarop hij de koeien met kalveren via roterend standweiden houdt. ‘Elke twee dagen krijgen de koeien een ander perceel. Ze kunnen naar de stal om bijgevoerd te worden en door elke twee dagen nieuw gras aan te bieden blijven ze goed in conditie’, legt hij uit. Hij boert op rivierklei en houdt het jongvee en de niet-lacterende koeien in ruigere weiden in de uiterwaarden. Ook wint hij natuurhooi dat goed past bij het kwaliteitsgras van de eerste en tweede snede dat hij in pakken inkuilt.
Voor de zogende kalveren is een apart strohok gemaakt waarin ze schoon kunnen liggen. De lacterende koeien kunnen daar niet komen en redden zich prima in de ligboxen. De kalveren blijven zes maanden bij de koe, waarna het overgrote deel van de stiertjes wordt verkocht. Een paar potentiële dekstieren voor de verkoop worden aangehouden, maar zelf zet Gerritsen geen natuurlijk dekkende stieren in. Wel kocht hij samen met Dick Ruessink 25 jaar geleden de stier Nimbus, maar ondanks het succes kreeg die aankoop geen vervolg. ‘De kans dat je een topstier fokt of een aan kunt kopen, is niet groot’, legt hij uit. Dat is ook waarom hij alle dieren sinds 2005 via ki drachtig maakt.
Oefenen met ‘buddykoe’
Over het fokdoel raakt Gerritsen niet uitgesproken. ‘Een blonde moet rastype bezitten, fijn zijn in het bot en vel en ruimte hebben voor bespiering. Ik wil wel dieren van 150 centimeter en groter, maar hoogtemaat is niet het allerbelangrijkste. Ik wil mijn klanten kwaliteitsvlees aanbieden. Die kwaliteit zie je terug in fijnheid in het skelet, een elegante kop, lengte van de rug en een breed, hellend bekken.’
Maar daarvoor de juiste stierkeuze maken is niet gemakkelijk, beaamt hij. ‘Het aanbod is momenteel groot, zon-
eigenaar Marcel Gerritsen aantal dieren 110 blonde d’Aquitaines grondgebruik 35 ha grasland huisverkoop elke maand een koe
der dat er achter de cijfers van de jonge stieren heel veel betrouwbare data zitten’, geeft hij aan. Daarom kijkt hij ook naar koefamilies en probeert hij door regelmatig keuringen en fokkers in Frankrijk te bezoeken te horen welke stieren daar ingezet worden. ‘Frankrijk blijft vooroplopen, hoe hard we hier qua fokkerij ook ons best doen’, zo is zijn nuchtere analyse. Door het grote aanbod gebruikt hij diverse stieren: voor de laatste 22 drachtigheden zijn er tien verschillende stieren gebruikt. In het verleden werden goede resultaten geboekt met Barbes en Fromant en nu staat Louis al meerdere jaren op het inseminatielijstje. Niet voor niets, want begin
Louisdochter Uliana Malo werd dagkampioene tijdens de jongveekeuring in Koekange
vorig jaar werd Louisdochter Uliana Malo dagkampioene tijdens de jongveekeuring in Koekange. ‘Als een stier hier goed werk verricht, zet ik hem gerust wat langer in’, aldus Gerritsen, die ook in 2022 tijdens de nationale keuring NVM met Sarah Malo (v. Iodelys) de dagzege opeiste. ‘We nemen graag deel aan keuringen, en bereiden ons dan ook goed voor. Mijn doel is om ooit nog eens met een volwassen koe de hoogste plaats te behalen’, zo klinkt het. In de voorbereidingen werkt hij met een ‘buddykoe’. ‘We selecteren bewust op karakter. Maar wanneer we ze voor de eerste keer aan het halster hebben ter voorbereiding van een keuring, knopen we ze vast aan een ervaren koe die al vaker naar de keuring is geweest. Dat werkt perfect, de oudere koe corrigeert de jongeling. Een rondje samen over het erf en ze weet wat wel en niet mag.’
Hamburger-drive-in groot succes
De keuringen zijn hoogtijdagen, maar economie blijft ook voor Gerritsen een belangrijke drijfveer. Heel bewust investeert hij in zijn uitgebreide klantenkring die regelmatig vleespakketten afneemt. ‘We hebben een vaste klantenkring, waarvan ik meer dan duizend mailadressen heb verzameld. Wanneer een koe slachtrijp is, vraag ik via de mail wie er interesse heeft. De koe wordt vervolgens geslacht en verdeeld in vleespakketten die op een vaste dag kunnen worden opgehaald en afgerekend. In één middag hebben we dan de koe aan gemiddeld 45 klanten verkocht’, legt hij uit.
Die klantenkring breidt nog altijd uit, mede dankzij het initiatief van de ‘Hamburger drive-in’, die hij samen met zijn vriendin Annemijn van den Eerenbeemt tijdens coronatijd voor het eerst organiseerde. Bezoekers mogen dan met hun auto een route over het erf en in de stal rijden, waar ze informatie krijgen over dieren en het bedrijf. Aan het eind van de rit kunnen ze een bestelling met hamburgers en friet opnemen. Hamburgers van de eigen blondekoeien uiteraard. ‘Het bleek een ongekend succes’, zo blikt Gerritsen terug op de eerste editie. ‘De hele dijk stond vol met auto’s. De 500 hamburgers
waren helemaal uitverkocht. Het was echt een uitje.’
Er werden mailadressen van de bezoekers verzameld en met behulp van vrijwilligers is het werk rondgezet. Half januari volgt de vijfde editie, wat voor Gerritsen een hoogtepunt is van het jaar. Om de toestroom in goede banen te leiden is het nu zelfs een tweedaags evenement. ‘Het is reuze gezellig, je komt echt in contact met je klanten. We zorgen dat we een kwaliteitsburger bakken, zodat mensen proeven wat echt goed vlees is om ze te verleiden om ook eens een vleespakket aan te schaffen.’
Of hij dit jaar weer zoveel mensen verwacht? ‘De eerste keer verklaarden ze me voor gek dat ik meer dan vijfhonderd hamburgers had ingevroren. Nu heb ik er voor de zekerheid ruim duizend laten klaarmaken …’ l
Voeding krijgt volop de aandacht: de lacterende koeien krijgen eersteklaskuilgras en -natuurhooi
Voor meer details over de huisvesting, het rantsoen en de succesvolle drive-in zijn diverse foto’s te zien op de website van VeeteeltVlees.
Young CRV organiseert samen met jongeren van een groot aantal andere agrarische coöperaties op 12 februari de Agrarische Jongerendag 2025.
Voor deze dag zijn topsprekers vastgelegd, zoals de minister van LVVN Femke Wiersma, toekomstdenker Ruud Veltenaar, luitenant-generaal b.d. van de Koninklijke Landmacht Mart de Kruif, gamechanger Lucas Talsma en de thuiscabaretier van de Zwarte Cross Thijs Kempering. Deze sprekers staan garant voor prikkelende workshops en inspirerende verhalen.
Daarbij is de Agrarische Jongerendag 2025 een uitgelezen gelegenheid om collega’s te ontmoeten. Dankzij de aanwezigheid van foodtrucks en een ‘food & fun-court’ is festivalgevoel gegarandeerd.
Mis deze dag niet, meld je aan en kom naar de Agrarische Jongerendag 2025 op 12 februari van 14.00 tot 20.30 uur in de Midden-Nederland Hallen in Barneveld. Kijk voor het volledige programma en bestellen van (gratis) tickets op: www.agrarischejongerendag.nl of scan de QR-code
Nevenstaande aanvragen voor stalnamen zijn in het laatste kwartaal van 2024 binnengekomen bij de afdeling stamboek van CRV. Als veertien dagen na publicatie geen bezwaren tegen deze stalnamen zijn ingediend, krijgen ze de officiële status.
stalnaam naam woonplaats
Overtoom mts. Hamstra-Loogman Purmerend
Doornhorst mts. Fontaine-Tiemes Giesbeek
’t Schöttinck ’t Schöttincksflier Stegeren
Olhoofster melkveebedrijf Sikkenga Oldehove
Leden van Coöperatie CRV kunnen vanaf 11 februari stemmen op nieuwe kandidaten of opnieuw verkiesbare kandidaten voor de vijf CRV-regiobesturen. Omdat de regiobesturen de ledenraad benoemen, zijn dit indirect ook verkiezingen voor het hoogste bestuurlijke orgaan. De bestuursverkiezingen worden
volledig online gehouden. Leden ontvangen hiervoor van hun regiobestuur een uitnodiging. Hierin worden ook de kandidaten voor de eigen regio voorgesteld. Alle kandidaten zijn ook terug te vinden op de website van Coöperatie CRV. Kijk op: www.coöperatie-crv.nl of scan de QR-code
Coöperatie CRV en CRV Vlaanderen introduceerden afgelopen jaar het predicaat Sterkoe voor Belgisch-witblauw. Voor dit predicaat komen Vlaamse en Nederlandse koeien in aanmerking die het Vlaamse fokdoel uitmuntend belichamen.
Voor het predicaat Sterkoe zijn de volgende voorwaarden vastgelegd:
1. Vrouwelijk en stamboek hoofdsectie (A1-gekeurd), ingeschreven in het CRV-stamboek.
2. In leven op het moment van aanvraag.
3. Minimaal 37 maanden oud op het moment van aanvraag.
4. Twee eigengedragen kalveren hebben voor de leeftijd van 37 maanden.
5. Eigen inteeltcoëfficiënt lager dan 3,25 (te vinden op de bwb-stamboekkaart).
6. Lineaire beoordeling:
• met eindbeoordeling: ≥ 89 punten
• beenwerk: ≥ 85 punten
• hoogtemaat: ≥ 85 punten
• bespiering: ≥ 89 punten
7. Vrij zijn van alle actueel bepaalde erfelijke gebreken in het Belgisch-witblauwras (dus ook Meat+ zijn).
Koeien die aan deze eisen voldoen en hun kalveren hebben laten zogen, krijgen het predicaat Sterkoe+.
Heeft u een koe waarvan u denkt dat ze sterkoe kan worden? Meld dit bij het stamboek. Het stamboek checkt of de aangemelde koei-
en voldoen aan de voorwaarden. Sterkoeien krijgen een vermelding in VeeteeltVlees. Bij het stamboek melden kan via: registratie.be@crv4all.com
Opeline van de Schoolhoeve werd al Sterkoe
Aardappelen zijn niet alleen goed voor een Vlaams frietje of een stamppot, het zetmeel en het eiwit van aardappelen worden ook verwerkt in voedingsmiddelen, industriële toepassingen en diervoeding. Tijdens de campagne verwerkt coöperatie Royal Avebe ongeveer 10.000 ton aardappelen per dag. Daarbij ontstaat het voedzame coproduct aardappelpersvezel.
De weg van aardappelpersvezel start bij het verwerken van de aardappelen in een van de fabrieken van Avebe. Van ruim 2000 leden wordt in Nederland meer dan 2,5 miljoen ton aardappelen verwerkt. De campagne start in augustus. De vrachtwagens met aardappelen komen bij aankomst op de weegbrug. Er worden monsters genomen om het zetmeelgehalte en het percentage tarra – grond en stelen – te meten.
De aardappelen worden vanuit de vrachtwagens direct in bunkers gestort. Via een trechter in de bunkers belanden ze op een transportband, die de aardappelen vervolgens naar de grote opslagruimte verplaatst.
Via de grote opslagruimte komen de aardappelen in de fabriek terecht.
In de fabriek worden de aardappelen in verschillende stappen gewassen en worden onder andere plantresten en stenen verwijderd. De schone aardappelen gaan verder het proces in.
Raspen vermalen de hele aardappelen tot moes. Door het vermalen komt het zetmeel uit de aardappelen. De vermalen aardappelen gaan vervolgens het scheidingsproces in. Het aardappelsap wordt van het zetmeel en de vezels gescheiden. Zeven scheiden de vezels en het zetmeel van elkaar. Uit het sap wordt het eiwit gehaald voor menselijke voeding en diervoeding. De processen worden in de controlekamer bijgehouden.
De vezels gaan in een centrifuge, waardoor de aardappelpersvezels ontstaan. Vroeger werd dit met persen gedaan. Daar komt ook de naam aardappelpersvezel vandaan. Jaarlijks levert Avebe zo’n 300.000 ton van deze vezels in Nederland. De aardappelpersvezels worden opgeslagen in een bunker boven de verlaadplaats.
De aardappelpersvezels worden gelost in vrachtwagens van onder meer Bonda, dat als een van de distributeurs de verkoop van aardappelpersvezels als veevoeder regelt. De aardappelpersvezels van Avebe worden voor 99 procent in de veehouderij afgezet.
Bij de veehouder lost de chauffeur de aardappelpersvezels in de sleufsilo of in een slurf. Door de goede conserveringseigenschappen wordt het product ook gebruikt om bijvoorbeeld graskuilen, maiskuilen en stapelbare vochtrijke diervoeders mee af te dekken.
De aardappelpersvezels kunnen direct worden gevoerd. Ze zijn een goede krachtvoervervanger met een hoge energie-inhoud, een hoog gehalte aan bestendig zetmeel en een hoge eiwitkwaliteit.
Vijftig jaar bestaan ze als organisatie, negenenveertig edities hebben
ze op hun conto. Deze editie van de jaarmarkt in Sint-Truiden was bijzonder en sterk, al helemaal voor Roggen en Robberechts.
TEKST WIM VEULEMANS
Hun vijftigjarig bestaan vierden de organisatoren van de Haspengouwse jaarmarktprijskamp voor Belgisch witblauw in stijl. Er was een nieuwe locatie met een prachtige aankleding in een gewezen militaire loods inclusief enkele straaljagers, een keur aan ruim honderd witblauwen en een talrijk opgekomen publiek. Opvallend daarbij is dat deze keuring een bijzonder breed publiek lokt van ook toeschouwers buiten de landbouw.
Beperkt aantal stieren
De driekoppige jury met Laurent Leleux, Karel Gillis en Clement Daxhelet keurde vlot, een enkele rubriek diende een derde jurylid de knoop door te hakken. In tegenstelling tot veel andere winterprijskampen ligt het gewicht op deze keuring bij de vrouwelijke dieren. Net geen derde van de ingeschreven dieren was van het manne-
lijke geslacht. De oudste kampioensstier was de klassevolle, zwarte Jet-Setzoon Rex van de Bremberg. De stier, die naar de Waalse fokkerij van Piret trekt, overtuigde met sterk beenwerk en een prachtige bespiering. Hij haalde het in het kampioenschap van de stieren ouder dan 15 maanden van Turtle van Terbeck. Ook deze Ecussonzoon van Jan Roggen in mede-eigendom met Roy en Jos Havermans showde stevige vleespartijen en was sterk in de schouders. Een stier uit de Terbeckstal van Roggen-Schotsmans lv won dan wel weer het jongste kampioenschap. Uefa van Terbeck is een negen maanden oude Darkozoon met veel vleesexpressie en finesse. Zijn volle zus Tornade won later op de dag ook haar rubriek. De concurrentie in het kampioenschap van stieren tot 10 maanden kwam van Usher van de Sluizenweg van Marc Peters en Anny Meers. De Feelingzoon toonde breedte en veel
Tabel 1 – Overzicht van alle rubriekswinnaars van de jaarmarkt in Sint-Truiden (kampioenen vetgedrukt)
diepte in de borst. De finesse van Uefa gaf bij de jury echter de doorslag.
Een interne strijd werd het dan weer in het kampioenschap van de stieren tussen 10 en 15 maanden. Vanagro commvlo, het bedrijf van de broers Vanhees, had immers twee stieren in dit kampioenschap. Enerzijds was dat de brede, zware Wandor van de Scholierenhoeve. De zoon van Ramos van de Scholierenhoeve showde ook veel lengte. Dat kan ook gesteld worden van Vito van de Scholierenhoeve. De Magnumzoon toonde een mooi gevulde achterhand en veel breedte. Dit alles in combinatie met breedte in de schouderpartij deed de jury voor Vito kiezen.
Tweemaal prijs voor debutant
De twee oudste kampioenen van de Haspengouwse jaarmarkt staan ten minste voor een jaar in de stal van Ludo Robbe-
rubriek naam dier geb. datum vader m. vader eigenaar, woonplaats stieren onder 10 mnd. Usher van de Sluizenweg 01-06-2024 Feeling Hercul Marc Peters en Anny Meers, Millen
Uefa van Terbeck 07-04-2024 Darko Esperanto Roggen-Schotsmans lv, Kersbeek stieren 10 tot 15 mnd.
Wandor van de Scholierenhoeve 04-02-2024 Ramos Jet-Set Vanagro commvlo, Zoutleeuw
Vito van de Scholierenhoeve 22-10-2023 Magnum Hannibal Vanagro commvlo, Zoutleeuw stieren boven 15 mnd. Turtle van Terbeck 25-09-2023 Ecusson Vison Roggen-Schotsmans lv, Kersbeek, Havermans
Rex van de Bremberg 10-07-2023 Jet-Set Vuiton Bart Willems, Tielt-Winge vrouwelijk onder 10 mnd. Dalida van de Bremberg 14-06-2024 Feeling Futé Bart Willems, Tielt-Winge
Ultratop van Terbeck 12-05-2024 Darko Courtois Roggen-Schotsmans lv, Kersbeek
Princess van de Breehoeve 09-05-2024 Kai Darko Gert De Coninck, Wolvertem
Utopia van Terbeck 06-04-2024 Atomique Esperanto Roggen-Schotsmans lv, Kersbeek
Unique van het Bareelhof 21-03-2024 Brillant Darko Stijn Veulemans, Glabbeek vaarzen van 10 tot 20 mnd. Usanne van de Wolvendreef 04-02-2024 Olympien Zougar Roggen-Schotsmans lv, Stijn en Paul Veulemans
Urkane van Terbeck 05-01-2024 Baigneur Esperanto Roggen-Schotsmans lv, Kersbeek
Vitesse van de Scholierenhoeve 02-12-2023 Oulare Black Beard Vanagro Commvlo, Zoutleeuw
Tiana Ten Dreve 12-11-2023 Oasis G-Star Schuppen fv, Velm
Teppanyaki van Terbeck 03-11-2023 Darko Esperanto Roggen-Schotsmans lv, Kersbeek
Le Secret Maike 09-09-2023 Jet-Set Casper Paul Verpoorten, Louis en Seppe De Coninck
Danoise du Cortil Gayot 12-06-2023 Diamant Attribut Philippe Melotte, Lathuy vaarzen van 20 tot 32 mnd. Tornade van Terbeck 22-02-2023 Darko Esperanto Roggen-Schotsmans lv, Kersbeek
Stien van Terbeck 26-05-2022 Lego Darko Roggen-Schotsmans lv, Kersbeek gekalfde vaarzen van 32 tot 44 mnd. Dianthus van het Kerkemshof 07-09-2021 Courtois Wilmots Ludo Robberechts, Perk koeien Onica van de Hemelrijkehei 27-12-2020 Darko G-Star Ludo Robberechts, Perk
rechts. Deze Perkse witblauwfokker nam voor het eerst deel aan deze prijskamp. Bij de vaarzen tussen 20 en 44 maanden won zijn bij Michiel Gilleman aangekochte Dianthus van het Kerkemshof het kampioenschap. De jury prees deze dik drie jaar oude Courtoisdochter om haar breedte en massa. Ook haar diepe bevleesdheid in de onderbil viel de jury meer dan op. Dianthus werd verkozen boven twee vaarzen uit de Terbeckstal. Legodochter Stien van Terbeck bood daarbij misschien wel de meeste tegenstand omwille van haar ontwikkeling, breedte en massa. Macht en massa waren ook het kenmerk van Darkodochter Tornade van Terbeck. De volle zus van kampioensstier Uefa, showde ook macht en massa, aldus het derde jurylid dat in de rubriek de knoop diende door te hakken.
Voor Robberechts was Dianthus niet het enige succes bij zijn debuut in Sint-Truiden. Zijn Onica van de Hemelrijksehei, gefokt door Constant Oostvogels, won bij de koeien. Deze vrij complete Darkodochter toont zich misschien niet de meest fijnbelijnde, maar compenseert dit uitermate met veel maat en breedte.
Roggen verzilvert
Maar liefst zeven vaarzen gingen de strijd aan om de titel in het kampioenschap vrouwelijk van 10 tot 20 maanden. Het was Teppanyaki van Terbeck, die daarbij aan het langste eind trok. De dochter van opnieuw Darko etaleerde zich met meer klasse en uitstraling boven haar concurrentes. Breedte in haar voorpartij, maar ook een sprekende, ronde achterhand typeerden haar op deze keuring. Roggen had nog twee andere ijzers in het vuur. Baigneurdochter Urkane van Terbeck was er daar een van. Zij showde onder meer diepte in de borst en een sterke bouw in de voorhand. Usanne van de Wolvendreef showde evenzeer een prachtig plaatje. Deze Olympiendochter werd gefokt door de familie Theunis en aangekocht door de drie vrienden Jan Roggen en Stijn en Paul Veulemans. De jonge vaars excelleerde in haar rubriek met breedte en ronding in de rib.
Naast hun twee rubriekswinsten bij de stieren wonnen de broers Vanhees ook een rubriek bij de vaarzen. Oularedochter Vitesse van de Scholierenhoeve toonde een enorme ontwikkeling met veel puurheid in haar bouw.
Na meerdere tweede plaatsen wist de familie Schuppen met Tiana Ten Dreve alsnog een rubriekswinst te halen. De Oasisdochter showde haar fijne, belijnde, maar ook brede achterhand en overtuigde zo de jury vrij eenvoudig. De twee oudste vaarzen die hun rubriek wonnen in deze leeftijdsgroep, waren Le Secret Maike en Danoise du Cortil
Uefa van Terbeck (v. Darko), kampioen stieren onder de 10 maanden
Vito van de Scholierenhoeve (v. Magnum), kampioen stieren 10-15 maanden
Gayot. Gewicht, ontwikkeling en een complete bouw waren daarbij de doorslaggevende eigenschappen voor de winst van Jet-Setdochter Maike, aldus de jury. Maike is eigen aan Paul Verpoorten en de broers Seppe en Louis De Coninck. Maat was ook voor Danoise, een dochter van Diamant, een kenmerk dat haar naast finesse en breedte de winst opleverde. Zij is gefokt door Philippe Melotte.
Dochter volgt moeder
Van de vijf jongste vaarzen, de leeftijdsgroep tot 10 maanden, wist Unique van het Bareelhof het meest te overtuigen. Deze Brillantdochter van Stijn Veulemans volgt daarbij het voorbeeld van haar moeder. Een enorme voorhand met veel breedte achteraan en ontwikkeling overtuigden de jury. De sterk ontwikkelde Feelingdochter Dalida van de Bremberg was de jongste in deze groep. Zij bracht een tweede winst voor haar eigenaar Bart Willems. Goed in de schouder, massa en mooi in balans waren de kwaliteiten van Princess van de Breehoeve De Kainakomeling bracht rubriekswinst voor Gert De Coninck.
Ook in deze leeftijdsgroep had Jan Roggen tweemaal winst te pakken. De acht maanden oude Ultratop van Terbeck was daarbij de jongste van de twee. Deze Darkodochter showde een fijne bespiering met ook een fijne expressie van de staart. Een dikke maand ouder en een wat andere type is stalgenote Utopia van Terbeck. De Atomiquedochter toonde veel breedte in de borst en de voorhand, maar ook voldoende bevleesdheid en expressie. l
van
Teppanyaki van Terbeck (v. Darko), kampioen vaarzen 10-20 maanden
de
Dianthus van het Kerkemshof (v. Courtois), kampioen vaarzen 20-44 maanden
Onica van de Hemelrijkehei (v. Darko), kampioen koeien
Van de vers beklonken Mercosur-deal kregen rundveehouders kippenvel op de armen. Volgens landbouworganisaties zou Europa door de deal overspoeld worden met goedkopere en minder duurzame voedingsproducten. Maar is dat wel zo? VeeteeltVlees bekijkt hoe groot de impact is voor de rundvleessector.
Na 25 jaar onderhandelen sloot Europa op 6 december 2024 met het Mercosur-akkoord haar grootste vrijhandelsakkoord ooit. Het Mercosurakkoord moet handel vergemakkelijken tussen de Europese lidstaten en de Latijns-Amerikaanse landen die zijn aangesloten bij de douane-unie Mercosur: Brazilië, Argentinië, Paraguay, Uruguay en Bolivia. Importheffingen op goederen en administratieve procedures om handel te voeren vallen daarmee weg of worden lager of makkelijker.
Volgens Klaas Johan Osinga, strategisch beleidsspecialist bij LTO Nederland, wordt dit pact gesloten in geopolitiek moeilijke tijden. ‘Denk daarbij aan de komst van Trump met zijn “America First” of de spanningen met China en de oorlog in Oekraïne’, zegt hij. ‘Europa moet alle zeilen bijzetten om internationaal relevant te blijven. Haar economisch gewicht in de wereld neemt namelijk af.’
‘Cars for cows’-akkoord
Giel Boey, internationaal adviseur bij Boerenbond, zegt daarover: ‘Met dit pact zoekt Europa bondgenoten en wil een extra markt creëren voor industrie. Europa tracht zo ook kritieke minerale grondstoffen veilig te stellen, ten koste van gevoelige landbouwsectoren.’ Denk daarbij maar aan nikkel, koper, aluminium, germanium en gallium, die nodig zijn voor de energie- en digitale transitie. China beschikt over grote hoeveelheden van deze grondstoffen, maar deelt deze niet langer meer met het Westen.
Voor de industrie betekent dit akkoord een stap vooruit. Maar landbouworganisaties zijn er niet over te spreken. Zij noemen het ook wel het ‘Cars for cows’akkoord’. Europa mag auto’s exporteren naar Zuid-Amerika in ruil voor de import van rundvlees. Met andere woorden: de Europese landbouwer betaalt de prijs. Vooral de suiker-, pluimvee- en rundvleessector zouden slagen krijgen.
Om dat te staven haalt Boey cijfers aan van het JRC, het onderzoekscentrum van de Europese Commissie. ‘De handelsbalans van de Europese agrovoedingssector zou door het akkoord met 1 miljard euro verslechteren, waarvan 430 miljoen euro voor rundvlees. Mercosurlanden zijn al concurrentieel op onze markt en zullen nog meer en goedkopere markttoegang krijgen. Tegelijkertijd worden onze boeren en consumenten bedrogen met minder duurzame producten.’ Zo zijn de normen op het gebied van onder meer traceerbaarheid, voedselveiligheid, biodiversiteit en dierenwelzijn in de Zuid-Amerikaans landen van een heel andere orde. Gewasbescher-
mingsmiddelen en hormonen die hier al jaren verboden zijn, worden daar nog steeds gebruikt. ‘Er zit geen enkele voorwaarde in het akkoord dat de Europese standaarden afdwingt. Enkel het eindproduct wordt bekeken, niet het productieproces’, aldus Boey. Ook de CO2-voetafdruk van een Zuid-Amerikaanse steak is volgens landbouworganisatie Boerenbond dubbel zo hoog. Zo bedraagt de koolstofvoetafdruk van een Belgische steak 21 kilo CO2-equivalenten, maar die van een Braziliaanse steak 45 kg CO2-equivalenten. In die optiek is de Mercosur-deal tegenstrijdig met de Europese duurzaamheidsambities. Het is een van de redenen waarom Poolse en Franse boeren dit najaar gingen staken. ‘Om boeren te beschermen kunnen er vrijwaringsclausules ingeschakeld worden op hoeveelheden en tarieven’, vervolgt Boey. ‘Maar dat vraagt politiek kapitaal, tijd en inzicht. Er is dus geen enkele garantie.’
Nog steeds quotum voor rundvlees
Jan Leyten, landbouweconoom bij KBC, wil de zogenoemde bedreiging van de deal, specifiek voor Belgisch rundvlees, niet overdrijven. ‘Er blijft een quotum voor rundvlees en de importtarieven gaan niet helemaal weg.’ Een Europese factsheet over het akkoord bevestigt deze stelling. Zo voorziet het akkoord een quotum van 99.000 ton rundvlees dat tegen een lager tarief van 7,5 procent mag worden geïmporteerd. Zo’n 55 procent daarvan is vers of gekoeld vlees en 45 procent bevroren vlees van een lagere waarde. Geïmporteerd vlees boven dit quotum krijgt te maken met hogere tarieven. Dit quotumvolume is volgens de factsheet minder dan de helft van de huidige import vanuit de Mercosur-landen, die in 2023 zo’n 196.000 ton bedroeg. Met deze cijfers ziet Leyten dat de impact van het akkoord specifiek voor de rundvleessector meevalt. ‘Met dit akkoord zal er op termijn wellicht wat meer ZuidAmerikaans rundvlees naar Europa komen, maar Europa is België niet’, zegt hij. ‘De impact van dit akkoord zal voor elk Europees land anders zijn.’
Zo importeert Duitsland van oudsher al relatief veel Zuid-Amerikaans rundvlees. België daarentegen heeft weinig behoefte aan buitenlands rundvlees. ‘Het ZuidAmerikaanse rundvlees is niet het type vlees dat de Belgische consument wil’, verklaart de landbouweconoom. ‘Het is vetter, rijper vlees en komt vooral diepgevroren Europa binnen. De Belg grijpt graag naar het verse, magere, lichtgekleurde vlees.’ Over het Mercosur-akkoord hoeven veehouders van Belgisch witblauw zich volgens hem geen zorgen te maken. Leyten ziet wel andere be-
Mercosur-akkoord nog niet helemaal rond
Voordat de Mercosur-deal van kracht wordt, moet die eerst nog goedgekeurd worden door de lidstaten en het Europees Parlement. ‘De Europese Commissie heeft jarenlang onderhandeld over het Mercosur-pakket in naam van de lidstaten’, legt beleidsspecialist
Klaas Johan Osinga van LTO Nederland uit.
‘Recent werd dat pakket beklonken en dat moet nu gejuridiseerd en vertaald worden.
Ik schat dat dit zo’n zes maanden zal duren. Daarna wordt het voorgelegd aan de lidstaten via de Raad en het Parlement. Zoiets als: dit is de tekst en zet jullie handtekening eronder.’ Het blijft afwachten of het akkoord effectief van kracht zal gaan. ‘Als minimaal vier lidstaten met minimaal 35 procent van de Europese bevolking tegen het akkoord zijn, gaat er een streep door’, weet Osinga.
Polen en Frankrijk hebben zich al tegen het akkoord uitgesproken. Oostenrijk is op dit moment tegen, maar er komen verkiezingen aan. Duitsland is grote voorvechter en Italië is verdeeld. België lijkt zich van stemming te willen onthouden en Nederland beraadt zich, in afwachting van een studie door Wageningen Universiteit. Die moet de gevolgen van het akkoord in kaart brengen.
Volgens een Europese factsheet gaat de goedkeuring van de deal niet zorgen voor toename van Zuid-Amerikaans rundvlees. In 2021 produceerden de Mercosur-landen zo’n 13,8 miljoen ton rundvlees, waarvan
Brazilië 9,8 miljoen ton, Argentinië circa 3 miljoen ton, Uruguay 0,6 miljoen ton en Paraquay 0,5 miljoen ton rundvlees. De export naar Europa is daar slechts een fractie van. Het quotum van 99.000 ton rund-
dreigingen. ‘De vleesconsumptie daalt al dertig jaar. Dat heeft meer impact op de prijszetting dan het Mercosur-akkoord.’
Toch was de rendabiliteit van vleesvee afgelopen jaar hoger dan normaal. ‘De consumentenvraag naar vlees daalde, maar de productie van rundvlees in België daalde nog harder door de vele stoppers. Dat werkt prijsverhogend’, aldus Leyten.
Zuivelsector is voorstander
Dat een akkoord niet altijd zwart-wit is, weet ook Klaas Johan Osinga van LTO Nederland. ‘Europa importeert veel soja uit Zuid-Amerika. Sojaschroot is belangrijk voor de intensieve veehouderijsectoren’, geeft hij aan. ‘Door het akkoord worden mogelijke exportbelastingen voor Zuid-Amerikaanse soja weg-
vlees – dat aangeeft hoeveel er maximaal tegen een lager tarief Europa binnen mag komen – vertegenwoordigt in de overeenkomst circa 0,7 procent van de totale Mercosur-productie.
genomen.’ Volgens een Europese tekst kan dat voordelig zijn voor de prijs van sojaschroot. Anders dan de rundveevleessector juicht de zuivelsector de deal toe. Door de vrijhandel vallen de huidige hoge tarieven van 28 of 18 procent voor bepaalde zuivelvolumes helemaal weg. Die volumes omvatten 30.000 ton kaas, 10.000 ton melkpoeder en 5.000 ton babymelkpoeder. Dat biedt kansen voor export. ‘Momenteel staat geen enkel Mercosur-land in de top twintig van niet-EU-bestemmingen voor Belgische zuivel’, deelt Lien Callewaert, directeur van de Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie (BCZ ), mee. ‘Daarnaast zullen zuivelproducten met een geografische aanduiding beschermd worden tegen imitatie.’ Dat ruikt naar kansen voor de Belgische Herve-kaas en de Franse Comté-kaas. l
Het vleesveeras nelore in Brazilië, het grootste rundvleesproducerende land van de Mercosur-landen
GEZONDHEID – De start van de wettelijk verplichte bestrijding van ibr in Nederland wordt uitgesteld tot 1 januari 2026. Ook de bestrijding van bvd loopt vertraging op en zal niet eerder starten dan in januari 2027. De invoering van een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) die de nationale bestrijding van ibr wettelijk regelt, loopt door verschillende oorzaken vertraging op. Zo zijn nieuwe vragen over de uitvoering gerezen en moet de regeling nog worden voorgelegd aan de Europese Commissie. Hierdoor voorziet de minister dat de AMvB niet eerder dan op 1 januari 2026 in werking kan treden. Aanvankelijk was het de bedoeling dat het ibr-bestrijdingsprogramma op 1 juli van start zou gaan.
Minister Wiersma verwacht dat een nationaal bestrijdingsprogramma voor bvd niet eerder dan in januari 2027 van start kan gaan. Ook dit zal via een AMvB geregeld moeten wor-
ECONOMIE – Door de impact van blauwtong in de veehouderij wil Vlaams landbouwminister Brouns een voorschot betalen op de premie voor de duurzame zoogkoeienhouderij. In het najaar van 2024 werden in Vlaanderen al voorschotten van 70 procent uitbetaald voor basisinkomenssteun, de aanvullende
herverdelende inkomenssteun en de aanvullende inkomenssteun voor jonge landbouwers. Het saldo van deze premies werd eind december tot maximaal 90 procent uitbetaald.
Nu volgt er eind februari dus ook een vervroegde voorschotbetaling voor de premie
GEZONDHEID – Acht op de tien jonge kalveren heeft de eerste 24 uur van het leven (ruim) voldoende biest gehad voor een goede weerstandsopbouw. Dit blijkt uit een analyse van de resultaten van de GD Biestopnamecheck uit de periode augustus 2023 tot september 2024. Met de biestopnamecheck meet GD de hoeveelheid immuunglobulines (antistoffen) in het bloed van kalveren van twee tot zeven dagen oud. Deze immuunglobulines heeft het kalf in de eerste 24 uur van het leven opgenomen uit biest. De opname via de darmen is meteen na de geboorte het hoogst, maar daalt dan snel. Na 24 uur worden er geen of nauwelijks meer antistof-
De biestopnamecheck meet de hoeveelheid antistoffen die een kalf in de eerste 24 uur na de geboorte uit biest heeft opgenomen
voor de duurzame zoogkoeienhouderij. Dat zijn de zoogkoeienhouders die voldoen aan de instapvoorwaarden en die een geldige premieaanvraag hebben ingediend via de verzamelaanvraag 2024. Zij krijgen bij uitzondering een voorschot van 70 procent op de premie voor de premiegerechtigde dieren.
fen opgenomen door het pasgeboren kalf.
GD hanteert vier categorieën voor de hoeveelheid immuunglobulines in het bloed: te laag, attentie, goed en uitstekend. Over afgelopen jaar scoorde slechts 4 procent van de monsters in de categorie ‘te laag’ en 16 procent in de categorie ‘attentie’. Daarentegen kreeg 45 procent van de monsters de uitslag ‘uitstekend’ en nog eens 35 procent de uitslag ‘goed’. Dit betekent volgens GD dat voor 80 procent van de kalveren de biestvoorziening goed was, maar ook dat in 20 procent van de gevallen nog verbetering mogelijk is. Een goede biestvoorziening betekent dat het kalf voldoende biest heeft gehad. Maar ook dat de kwaliteit van de biest (concentratie immuunglobulines) goed was, dat de biest snel na de geboorte is verstrekt en dat hygiënisch is gewerkt. den en de minister voorziet dat minimaal twee jaar nodig is om zo’n AMvB in te voeren. Dit betekent dat Nederland op zijn vroegst op 1 januari 2032 de officiële Europese vrijstatus voor bvd kan aanvragen. Afgelopen zomer riepen de Kamerleden Harm Holman (NSC) en Eline Vedder (CDA) minister Wiersma in een motie op om vóór 1 januari 2026 of zo spoedig mogelijk een verbod in te stellen op de handel in bvddragers. Volgens de minister kan zij dat pas doen als een landelijk bestrijdingsprogramma is goedgekeurd door de Europese Commissie. Ze wijst er echter op dat de verschillende sectoren binnen de rundveehouderij gezamenlijk hebben besloten een privaat bestrijdingsprogramma voor bvd op te zetten. De opzet hiervan sluit aan bij het bestrijdingsprogramma voor bvd binnen de melkveehouderij. Dit programma kan dan worden aangepast aan de eisen die Europa stelt.
naam Jan Roefs leeftijd 55
opleiding HAS Green Academy, Wageningen Universiteit Animal Sciences, NIMA C, MBA Nyenrode Business Universiteit functie directeur Nederlands Centrum voor Mestverwaarding (NCM), vennoot vof Roefs landbouwbedrijf vorige functies mede-eigenaar N-xt Fertilizers bv, exportmanager KSE Proces Technology vorige bestuursfuncties (o.a.) voorzitter vakgroep vollegrondsgroenteteelt LTO, bestuurslid ZLTO, lid raad van commissarissen Vion, lid raad van toezicht Helicon Opleidingen
‘Renure kan ongeveer de helft van het kunstmestgebruik in Nederland vervangen als de criteria iets praktischer worden’
Hij kent de statistieken en scenarioberekeningen als geen ander. De Nederlandse veehouderij kampt met een mega-mestoverschot. Toch weigert Jan Roefs van het Nederlands Centrum voor Mestverwaarding mest enkel te zien als een probleem. ‘Mest is waardevol, maar het ontbreekt de rundveesector aan oriëntatie op de markt’, stelt hij.
TEKST WICHERT KOOPMAN
Door de overvloedige regenval van de voorbije dagen is de grond in de eerste week van het nieuwe jaar op veel percelen nog volledig verzadigd. Plassen op het land weerspiegelen een bleek winterzonnetje. Aan bemesten hoeft niemand nog te denken, loonwerkers kunnen de kerstvakantie nog even verlengen. Niets verraadt nog dat 2025 hoe dan ook een spannend mestjaar gaat worden. Experts waarschuwen dat de mestproductie van minstens 40.000 melkkoeien boven de markt hangt. Vanuit zijn thuiskantoor op een akkerbouw- en voormalig varkensbedrijf in de vee-intensieve Noord-Brabantse Kempen overziet Jan Roefs van het Nederlands Centrum voor Mestverwaarding (NCM, zie kader op pagina 26) de complexe situatie op de mestmarkt. Als onafhankelijk adviseur is hij betrokken bij veel projecten rondom mest. Provinciale en landelijke overheden doen regelmatig een beroep op zijn expertise. Directeur NCM staat er op zijn visitekaartje. Zelf noemt hij zich liever ‘meewerkend voorman’.
NCM is in 2018 opgericht. Wat was hiervoor de aanleiding?
‘Over mest is er altijd gedoe. Toen ik in de jaren negentig in Wageningen studeerde, hadden we het al over zure regen en dertig jaar later leeft de mestproblematiek nog altijd. Mest is dan ook een complex en gevoelig onderwerp. Dat heeft natuurlijk
te maken met de negatieve aspecten van de productie en het gebruik van mest, zoals ammoniakuitstoot, verliezen van nitraat naar grond- en oppervlaktewater en emissies van broeikasgassen. Daardoor hebben we te maken met een woud aan wet- en regelgeving rondom mest. En wordt mest niet geheel ten onrechte door de buitenwereld regelmatig geassocieerd met fraude.’
‘Bovendien hebben we de kennis in Nederland zo georganiseerd dat projectbureaus op basis van uurtje-factuurtje moeten werken. En dus werkt niemand vanuit algemeen belang. Een onafhankelijke partij die dicht bij de praktijk staat en het complexe veld overziet, was er tot 2018 niet. Vandaar dat een breed consortium van sectorpartijen en overheden het initiatief voor oprichting van het NCM heeft genomen.’
Het thema mest is natuurlijk superactueel. Heeft NCM het druk?
‘We doen het werk met in totaal twee fte’s en we zijn inderdaad drukker dan ooit. Zo wordt mij vaak gevraagd om onafhankelijk expertise te leveren bij discussies of in projecten. Verzoeken komen onder andere van het ministerie en provincies, vanuit de sector, van wetenschappers, vanuit het buitenland en van de media. Omdat we kennis van zaken hebben en onafhankelijk werken, zijn we voor al deze partijen een geloofwaardige partner.’
Een voorbeeld van de complexiteit van de mestproblematiek is de toelating van renure, waarop al jaren met smart wordt gewacht. In hoeverre zal toelating verlichting brengen op de mestmarkt?
‘Positief is dat de Europese Commissie het in principe steunt en een concreet voorstel heeft gedaan. Hier zitten echter haken en ogen aan. En juist de exacte invulling van het voorstel zal bepalen of renure amper of enorm veel bij zal dragen aan verlichting van de mestmarkt. Als de criteria iets praktischer worden, kan renure ongeveer de helft van het kunstmestgebruik in Nederland vervangen. En dan is het mestoverschot weggewerkt. Maar als de gebruikslimiet op maximaal 100 kilo stikstof uit renure per hectare blijft staan, moet op ongeveer de helft van het grasland- en maisareaal renure worden toegepast om het mestoverschot te compenseren. Kortom, de potentie is enorm, maar of deze ingevuld kan worden, hangt af van de voorwaarden voor toepassing.’
In hoeverre kunnen andere vormen van mestverwerking en -export de markt voor rundveemest ontlasten? ‘Verwerking en export van mest zijn zeker kansrijk. Dat laat de pluimveehouderij wel zien. Pluimveehouders ontvangen meestal geld voor hun mest, omdat de sector bedrijven heeft opgebouwd die marktgericht organische meststoffen leveren aan tuinders en akkerbouwers in gebieden waar mest schaars is.’
‘De rundveesector heeft tot voor kort relatief weinig te maken gehad met mestoverschotten, dus mestexport en mestverwerking zijn daar nieuwe fenomenen. Waar het in mijn ogen vooral aan ontbreekt, is marktoriëntatie en bereidheid om op lange termijn samen te werken. Als de insteek van veehouders blijft: waar kan ik mijn mest nu zo goedkoop mogelijk kwijt, ontstaan er nooit goede ketens om de mest tot waarde te brengen. Ik roep veehouders en hun organisaties dan ook op om zelf initiatief te nemen en hun lot niet over te laten aan mesthandelaren. Deze bedrijven zijn
‘We moeten mest niet zien als afval, maar als grondstof voor waardevolle toepassingen’
namelijk veelal met de korte termijn en met eigenbelang bezig. En dit eigenbelang komt niet altijd overeen met het belang van veehouders.’
Maar droge pluimveemest is toch een heel ander product dan rundveedrijfmest?
‘Dat is zo en dat maakt het verwerken van rundveedrijfmest ook duurder. Maar rundveedrijfmest is zeker waardevol. Denk alleen maar aan de toenemende vraag naar groen gas die kan worden ingevuld met de winning van methaan uit mest. Voor de
organische fractie in mest zijn er buiten Nederland grote markten. En mineralenconcentraten of gestripte ammoniak uit dierlijke mest kunnen straks lokaal worden gebruikt als renure met een veel lagere CO2-footprint dan kunstmest.’
‘Het is dus vooral belangrijk om mest niet te zien als afval, maar als grondstof voor waardevolle toepassingen. Een complicerende factor bij investeringen in mestverwerking is dat deze voor een individueel bedrijf vaak relatief risicovol zijn en ook niet altijd rond te rekenen. Maar mestverwerking kan op sectorniveau wel degelijk
enorme winst opleveren. Een voorbeeld hiervan is BMC Moerdijk, waar ruim een kwart van de pluimveemest wordt verbrand. Het initiatief kwam pas na veel duwen en trekken tot stand, maar toen het zover was, profiteerde de hele veehouderij ervan: de pluimveemestprijzen daalden direct met 25 euro per ton en ook voor andere veehouders werd de mestmarkt ontlast.’
Heeft de terughoudendheid om te investeren in mestverwerking niet vooral te maken met onzekerheid over beleid?
‘Dat speelt zeker een heel grote rol. Renure is er zoals gezegd nog steeds niet, ondanks dat de huidige pilot mineralenconcentraat al sinds 2009 loopt. Er is onzekerheid over de omvang van de veestapel. De nationale politiek houdt boeren aan het lijntje met de suggestie dat Nederland mogelijk een nieuwe vorm van derogatie krijgt. Ik denk dat er heel goede redenen zijn om voor derogatie te pleiten, maar ik zie ook hoe de Europese Commissie zich opstelt. Een andere grote belemmering is dat de vergunningverlening voor mestverwerkingsinstallaties een drama is. Er zijn dus allerlei beperkingen en onzekerheden die het voor ondernemers ingewikkeld maken. Toch zou ik me als rundveesector niet laten ontmoedigen en aan de slag gaan. Mestverwaarding is kansrijk, ook voor de rundveehouderij.’
Is het niet gek dat ondanks een groot mestoverschot in Nederland ook nog mest wordt geïmporteerd?
‘Nee, dat verhaal is in de media en politiek enorm opgeklopt. De geïmporteerde hoeveelheid mest is echt maar een fractie van de geëxporteerde hoeveelheid, en ook is de import gedaald in plaats van gestegen, zoals sommigen beweerden. Bovendien, is het gek dat een akkerbouwer uit ZeeuwsVlaanderen mest afneemt van een veehouder net over de Belgische grens? En is het gek dat verwerkers van pluimveemest hun grondstoffen zoeken in België, omdat daar een gezonde markt voor bestaat? Ik vind van niet.’ l
Wat doet het Nederlands Centrum voor Mestverwaarding?
Stichting Nederlands Centrum voor Mestverwaarding (NCM) is in 2018 opgericht op initiatief van onder andere het ministerie van LNV, provincies, belangenbehartigers als LTO, POV en SBK en brancheorganisaties als Nevedi. NCM fungeert als centraal aanspreekpunt voor het bedrijfsleven, overhe-
den, de wetenschap en anderen op het thema mestverwaarding.
Door belanghebbenden met elkaar in contact te brengen en te voeden met kennis en visie faciliteert NCM initiatieven om mest tot waarde te brengen. Daarnaast bundelt en ontsluit NCM kennis op het gebied van mest, onder
andere via een kennisbank op de website www.mestverwaarding.nl.
NCM is een ona ankelijke stichting met een raad van toezicht, bestaande uit vertegenwoordigers van de oprichtende partijen.
NCM wordt gefinancierd uit vrijwillige bijdragen van deze partijen.
POLITIEK – Vlaanderen gaat 2025 in met mestactieplan 7, dat de Vlaamse overheid eind 2024 op de valreep goedkeurde. De goedkeuring van het mestactieplan kende een moeilijke weg. Mestactieplan 6 liep eind 2022 af en over MAP 7 werd pas een principeakkoord bereikt in maart 2023. Dat overleg liep daarna vast. Zo was een veelbesproken punt de nulbemesting in het Vlaams Ecologisch Netwerk-gebied (VEN). In het nieuwe MAP komt er geen algemene nulbemesting in VEN-gebied, maar bedrijven die vrijwillig niet bemesten in die gebieden, zouden een vergoeding krijgen. De tekst voorziet ook een bijsturing voor het probleem van de kalenderlandbouw. Zo is er een ‘afwijkingsmogelijkheid’ als het weer het niet toelaat het land te berijden. Anders dan MAP 6 heeft het nieuwe plan naast het verbeteren van de waterkwaliteit ook de ambitie om de bodemkwaliteit te verduurzamen. Wel blijven de gekende vier gebiedstypes 1, 2, 3 en 4 bestaan. Ook zullen
boeren minder gesanctioneerd worden bij bepaalde overtredingen.
Daarnaast worden ook niet-nitraatgevoelige teelten gestimuleerd door een beperkte bemestingsreductie op te leggen. Een gelijke aanpak wordt ook toegepast in de nieuwe uniforme bufferstrokenregeling van 3 of 5 meter, die gefaseerd ingevoerd zal worden. ‘Onze land- en tuinbouwers weten nu eindelijk waar ze aan toe zijn’, reageert Boerenbond-voorzitter Lode Ceysens. ‘Het plan
vraagt inspanningen van onze land- en tuinbouwers. Daarom is het belangrijk dat daartegenover ook flankerend beleid en correcte vergoedingen staan en dat landbouwers die het goed doen, beloond worden. We engageren ons om op een haalbare manier ervoor te zorgen dat mest bij de plant terechtkomt en er zo weinig mogelijk nitraat wegspoelt. Wij verwachten dat er voldoende tijd genomen wordt om deze maatregelen hun werk te laten doen.’
GEZONDHEID – Vlaamse veehouders hoeven volgend jaar niet volledig zelf op te draaien voor de kosten van het verplicht vaccineren tegen blauwtong. De commissie Begroting in de Kamer heeft besloten 40 miljoen
euro vrij te maken voor de vaccinatiecampagne tegen blauwtong. Boerenbond geeft aan tevreden te zijn met het besluit om een deel van de kosten van verplichte vaccinatie te vergoeden. Vaccineren zorgt ervoor dat er
RUWVOER – De voederwaarden van de najaarskuilen liggen dit jaar rond het gemiddelde, maar de kuilen hebben meer risico op een te hoog boterzuurgehalte. Zo ligt het
gemiddeld boterzuurgehalte op 3,0 g/kg ds. Dat tonen de cijfers van Eurofins Agro op basis van 3500 kuilanalyses. De oorzaak van een hogere kans op boter-
Met een gemiddelde drogestofgehalte van 39,2 procent, 886 vem en 172 gram ruw eiwit en 61 gram suiker liggen de voederwaarden voor de tijd van het jaar rond het gemiddelde
minder dieren ziek worden of sneuvelen, maar gaat ook de verspreiding van het virus tegen. Volgens landbouwminister Clarinval zijn er door blauwtong al 23.000 schapen en bijna 36.000 runderen doodgegaan.
zuurvorming is de natte septembermaand, waardoor er meer grond in de kuil terecht is gekomen. Eurofins Agro raadt aan om deze parameter op het kuilverslag goed in de gaten te houden. Het is dus belangrijk om hygienisch te werken.’
Met een gemiddeld drogestofgehalte van 39,2 procent, 886 vem, 172 gram ruw eiwit en 61 gram suiker liggen de voederwaarden voor de tijd van het jaar rond het gemiddelde. Wel maken het typische hogere eiwit- en lagere suikergehalte van najaarsgras het conserveren een stuk lastiger. Melkzuurbacteriën hebben suiker nodig om de kuil te conserveren. In dat conserveringsproces heeft eiwit een bufferende werking. Hierdoor worden de kuilen minder goed zuur voor de conservering.
Calcium voor de botten, jodium voor de schildklierhormonen en ijzer voor hemoglobine. Koeien en kalveren hebben net als mensen allerlei mineralen en spoorelementen nodig. Er is een hele lijst en ze hebben allemaal een belangrijke rol in het functioneren van het lichaam.
TEKST GRIETJE DE VRIES
Net als mensen hebben koeien behoefte aan bepaalde mineralen en spoorelementen.
Deze spelen een rol in allerlei processen in het lichaam, zoals groei of een goede weerstand. De koe kan mineralen niet zelf aanmaken. Alles wat ze nodig heeft, moet ze via het rantsoen binnenkrijgen. ‘We onderscheiden de mineralen die koeien nodig hebben in macromineralen en spoorelementen’, vertelt Ant Koopmans, veterinair voedingsdeskundige op de afdeling rundvee bij Royal GD. ‘In het geval van macromineralen heeft de koe er relatief veel van nodig, namelijk grammen per dier per dag. Bij spoorelementen heeft de koe genoeg aan milligrammen per dag.’
Ook kalfjes hebben mineralen nodig, maar kunnen
FUNCTIE
calcium zit in botten en tanden, nodig bij groei en de productie van melk fosfor zit in botten en tanden, nodig bij groei, melkproductie en in energiemetabolisme magnesium nodig bij spiercontracties, zenuwwerking en calciumstofwisseling natrium/kalium/chloor/zwavel spelen rol bij kation-anionbalans en vochthuishouding koper antioxidant, ijzeropname uit darm, weerstand, collageen- en pigmentvorming selenium antioxidant en betrokken bij jodiumstofwisseling zink antioxidant, functioneren witte bloedcellen, opbouw van eiwitten en gezondheid van huid en klauwen mangaan vorming van klauwhoorn, kraakbeen en beenderen en betrokken bij functioneren geslachtsorganen kobalt stimuleert groei van pensmicroben en aanmaak van vitamine B12 door pensmicroben jodium ingebouwd in schildklierhormonen, betrokken bij stofwisseling van lichaamscellen ijzer vormt hemoglobine, voor zuurstoftransport in het bloed *aspecifieke verschijnselen bijvoorbeeld lagere weerstand, lagere melkproductie, verminderde vruchtbaarheid en verminderde groei bij kalveren
die niet uit gras of brokjes halen. ‘De koe haalt vrijwel alles uit het voer, terwijl een pasgeboren kalfje alles uit melk moet halen’, vertelt Mariska van de Vosse, onderzoeker bij kalvermelkproducent Denkavit. ‘Op zich liggen de behoeften per kilo lichaamsgewicht niet heel ver uit elkaar: een koe heeft soms wat extra nodig voor melkproductie en een kalf juist om te groeien.’
Calcium en fosfor in de botten
De belangrijkste en bekendste macromineralen zijn volgens Ant en Mariska calcium en fosfor (zie tabel 1). Deze mineralen zijn voor een groot deel opgeslagen in botten en tanden. ‘Calcium en fosfor kunnen beide uit de botten worden gemobiliseerd als de koe extra nodig heeft’, geeft Ant aan. ‘Dit geldt bijvoorbeeld als ze melk produ-
ceert, want in melk is veel calcium en fosfor aanwezig.’ Als een koe problemen heeft in de periode rondom afkalven, ligt dat vaak aan de macromineralen. ‘Bij melkziekte hebben koeien een te laag calciumgehalte in het bloed. De behoefte aan calcium is dan groter dan de koe uit de botten kan mobiliseren en vanuit de darm kan opnemen. Fosfor speelt niet alleen bij melkproductie een rol, maar ook bij energiemetabolisme en het is een belangrijk nutriënt voor pensmicroben’, verheldert Ant verder. ‘Het is niet voor niets dat koeien die net weer aan de melk zijn, voldoende fosfor nodig hebben.’ Ook kalveren hebben de macromineralen calcium en fosfor nodig. ‘Zoals Ant al uitlegde, zijn volwassen dieren in staat om calcium en fosfor uit botten te mobiliseren. Een kalf heeft vooral veel calcium en fosfor nodig om botten op te bouwen’, legt Mariska uit. Naast calcium en fosfor zijn er nog meer macromineralen die belangrijk zijn voor het functioneren van het lichaam van de koe. Magnesium is van belang voor de werking van spieren en zenuwen. ‘We hebben het bij melkkoeien dan verder over natrium, kalium, chloor en zwavel. Deze mineralen bepalen tijdens de droogstandsperiode de kation-anionbalans. Dat is een mechanisme dat de zuurgraad in het lichaam bepaalt en belangrijk is bij de calciumhuishouding. Als de balans niet helemaal goed is, kan dat invloed hebben op het ontstaan van melkziekte bij de koe’, vertelt Ant.
De spoorelementen zijn de mineralen die in de kleinste hoeveelheden nodig zijn in het lichaam. De voornaamste spoorelementen zijn koper, selenium, jodium, zink, ijzer, mangaan en kobalt. Ze spelen onder meer een belangrijke rol bij de vorming van enzymen en bij een goede weerstand. Enzymen zijn moleculen die betrokken zijn bij chemische reacties in het lichaam. De meeste spoorelementen en de enzymen die ze vormen treden op als antioxidant. ‘Een antioxidant vangt agressieve stoffen weg die schade kunnen veroorzaken aan cellen en weefsels. Die agressieve stoffen noemen we vrije radicalen. Ze worden gevormd bij bijvoorbeeld immuunreacties en bij blootstelling aan bepaalde gifstoffen’, verduidelijkt Ant.
Naast een functie als antioxidant, hebben de spoorelementen een andere specifieke functie in het lichaam. ‘Jodium is bijvoorbeeld belangrijk bij het aanmaken van schildklierhormonen, die essentieel zijn voor de stofwisseling in lichaamscellen. Dat wil zeggen dat het bij aller-
Tabel 1 – Overzicht van mineralen en spoorelementen en hun functies en het e ect van een tekort of een teveel (bron: GD)
melkziekte komt niet vaak voor, want uitgescheiden melkziekte, energietekort komt niet vaak voor, want uitgescheiden kopziekte komt niet vaak voor, want uitgescheiden aspecifieke verschijnselen* zoutoverschot, uitdroging
aspecifieke verschijnselen*, ruig/dof/verkleurd haarkleed extreem overschot kan lever beschadigen aspecifieke verschijnselen* extreem overschot kan leiden tot onder meer gebarsten/misvormde hoeven grootste kans bij kalveren, verminderde voeropname en groei komt niet vaak voor zeldzaam, kan leiden tot minder vruchtbaarheid en klauwproblemen komt niet vaak voor aspecifieke verschijnselen* komt niet vaak voor aspecifieke verschijnselen* overschot kan leiden tot onder meer eetlustverlies, verhoogde temperatuur en hoesten bloedarmoede kan leiden tot verminderde opname van koper, mangaan en zink
lei lichaamsprocessen een rol speelt, bijvoorbeeld bij melkproductie, groei en ook de weerstand’, vult Ant aan. Selenium is vooral belangrijk als antioxidant en speelt ook een rol in de jodiumstofwisseling. Op die manier is het ook betrokken bij de aanmaak van schildklierhormonen.
Koper zit in diverse enzymen, die allemaal verschillende functies hebben. ‘Zo zijn koperenzymen betrokken bij transport van ijzer, de weerstand, collageenvorming in de botten en pigmentvorming van de haren’, vertelt Ant. Ook zink is volgens haar betrokken bij veel enzymen. ‘Die spelen onder meer een rol bij het functioneren van de witte bloedcellen, dus het afweersysteem, bij de eetlust en bij de opbouw van eiwitten. Dat is dan weer belangrijk voor de groei en de ontwikkeling van weefsels. Voor de gezondheid van huid en klauwen is zink een belangrijk mineraal.’
Dan hebben we nog mangaan, dat betrokken is bij de vorming van klauwhoorn, kraakbeen en beenderen. Mangaan is ook belangrijk voor het functioneren van geslachtsorganen en voor de koolhydraat- en vetstofwisseling. ‘Kobalt is een beetje anders, in de zin dat de koe zelf het niet per se nodig heeft, maar vooral de pensmicroben’, vertelt Mariska. ‘De pensmicroben maken van onder meer kobalt de vitamine B12. De pensmicroben maken veel B-vitamines en zijn essentieel voor de koe, omdat die ze zelf niet kan aanmaken. Voor kalveren is kobalt vanwege de onontwikkelde pens niet noodzakelijk: kalveren voeren we via melk direct vitamine B12.’
In het kort zijn dat de belangrijkste mineralen, maar ijzer verdient ook een momentje het spotlicht. ‘IJzer is belangrijk voor de aanmaak van hemoglobine in het bloed. Dat stofje zorgt ervoor dat zuurstof door het bloed wordt getransporteerd. Te weinig ijzer kan leiden tot bloedarmoede’, geeft Mariska aan. Bij kalveren is ijzer een belangrijk element om genoeg binnen te krijgen, want groei vraagt om voldoende zuurstof. ‘Je ziet verschil in hemoglobinegehalte bij kalveren die de eerste twee weken kalvermelk hebben gedronken of koemelk hebben gekregen. Koemelk is van nature arm aan ijzer. Kalveren met meer hemoglobine in het bloed zijn vaak sterker en gezonder en presteren op latere leeftijd beter.’
IJzer heeft niet alleen een positieve effect op het lichaam, maar kan ook neveneffecten hebben voor andere spoorelementen. ‘De manier waarop het lichaam mineralen opneemt, vindt in het geval van ijzer, koper, mangaan en zink plaats via hetzelfde transportmechanisme. In het lichaam is een beperkt aantal van die transporteurs aanwezig. Als er van één van deze mineralen heel veel in de koe of het kalf komt, dan neemt dat mineraal alle transporteurs in beslag en worden de andere drie niet opgenomen’, verheldert Mariska. Daarbij kun je denken aan te veel ijzer in drinkwater vanuit de waterbron. De verhouding waarin het dier mineralen binnenkrijgt, is relevant voor de opname van mineralen. Zo geldt bij de botopbouw van kalveren dat de ver-
houding calcium en fosfor moet kloppen. ‘Als er van een van beide te weinig is, kan het niet worden opgebouwd tot bot. Dat heeft als gevolg dat het mineraal dat er wel genoeg is, nu overtollig is en het lichaam weer uit moet. Vooral bij mannelijke dieren kan dat tot blaasgruis leiden’, aldus Mariska. ‘Een goede watervoorziening is daarom belangrijk, zodat er geen verzouting optreedt.’
Om calcium goed op te nemen is vitamine D ook erg belangrijk. ‘Vitamine D is belangrijk in het lichaam om calcium op te nemen uit voer. Het is geen mineraal, maar met te weinig vitamine D komt de opname van mineralen in gevaar’, aldus Mariska.
In sommige gevallen kan een te lage opname van mineralen leiden tot gezondheidsproblemen. Vaak zijn dat niet heel specifieke gezondheidsproblemen, zoals een verlaagde weerstand, lagere melkproductie, verminderde vruchtbaarheid of verminderde groei bij kalveren.
Een te hoge opname van bepaalde mineralen kan ook problemen opleveren. ‘De meeste problemen zien we bij een overmaat aan koper en selenium. Een langdurige overmaat van selenium kan een verminderde weerstand veroorzaken. Een ernstige, chronische overmaat kan leiden tot haarverlies of gebarsten en/of misvormde hoeven’, legt Ant uit.
Kopervergiftiging kan, net als een tekort aan koper, weerstandsvermindering veroorzaken. ‘Bij een ernstige koperovermaat hoopt de koper op in de lever, waardoor levercellen beschadigd kunnen worden. Dat kan bijvoorbeeld geelzucht, rode urine en nierschade veroorzaken.’
Voorraad inzichtelijk krijgen
Hoeveel van de mineralen en spoorelementen koeien en kalveren precies nodig hebben, is gelukkig bekend. ‘Daarbij houden we rekening met de toestand van het dier: een groeiend kalf, een drachtige of een melkgevende koe heeft andere behoeften dan een dier dat niet groeit, drachtig is of melk geeft. Bij het maken van een rantsoen is het belangrijk om van elk voedermiddel te weten hoeveel mineralen erin zitten, zodat er van alles de juiste hoeveelheid binnenkomt’, geeft Ant aan. ‘Wat er in ruwvoer te weinig zit, wordt aangevuld met krachtvoer of mineralenmengsels.’
Voor kalveren doen de kalvermelkfabrikanten er alles aan om ervoor te zorgen dat er van alles precies genoeg in de melk zit. ‘Daar hoef je, als het goed is, als veehouder zelf niet meer over na te denken’, zegt Mariska. ‘Toch kan het nodig zijn om extra mineralen aan te vullen in situaties waarin de behoefte hoger is dan normaal, bijvoorbeeld bij herstel na ziekte.’ Zijn er gezondheidsproblemen die met mineralen te maken kunnen hebben? Via onderzoek naar bloed, melk en weefsel van de lever kun je ontdekken waar het aan ligt. ‘Niet elk mineraal kunnen we onderzoeken in bloed. Bij Royal GD doen we onderzoek naar mineralen in bloed, bijvoorbeeld calcium, fosfor en magnesium, maar ook de spoorelementen selenium, koper, jodium en zink’, vertelt Ant. ‘Om nog meer te achterhalen over de voorraad spoorelementen kun je leverbiopten nemen.’ De mineralenhuishouding van koeien en kalveren is vrij gecompliceerd, maar zo kun je toch een redelijk goed inzicht krijgen. l
Een kwart van de geregistreerde Belgisch witblauwen is jonger dan een jaar. Dat blijkt uit een analyse op basis van gegevens van CRV Stamboek. De cijfers in de onderstaande infographic zijn afgerond. Twee leeftijdsgroepen onder een jaar vormen in Vlaanderen samen een kwart van de populatie. Daarvan is de groep tussen 6 en 12 maanden het grootst met 12,55 procent. Dat is net wat groter dan de jongste groep. De groep jonge kalveren van 0 tot 6 maanden is goed voor 11,74 procent van de populatie. Dat kan opvallend zijn, gezien de potentiële
uitval bij opfok, maar wordt ook beïnvloed door het moment van het bepalen van de leeftijdsverdeling en het a alfpatroon in de populatie.
Iets meer dan 14 procent van de witblauwpopulatie situeert zich tussen de 12 tot 20 maanden. De grootste groep dieren zit in Vlaanderen tussen de leeftijd van 20 tot 32 maanden. Deze groep is tijdens onderstaande momentopname goed voor 22,67 procent van de Vlaamse witblauwveestapel.
De groep gekalfde vaarzen, tussen 32 en 44 maanden, omvat 19,32 procent van de veesta-
pel, nagenoeg evenveel als de populatie koeien in Vlaanderen. Deze laatste groep is ook goed voor een aandeel van 19,31 procent. De basis van deze infographic is de populatie van stamboekgeregistreerde dieren met een 100 procent bloedvoering voor Belgisch witblauw. Daarbij gaat het om nog levende dieren. De populatie omvat net meer dan 15.000 dieren en is daarmee een goede afspiegeling van de witblauwpopulatie in Vlaanderen. De leeftijdsindeling correspondeert met de indeling die op diverse keuringen wordt gehanteerd.
0-6 maanden
> 44 maanden
6-12 maanden 12-20 maanden 20-32 maanden 32-44 maanden
–
De huidige voederwaardeprijzen zijn berekend door Wageningen Universiteit (WUR) op 10 december 2024. De waarde van 1000 vem (kvem-prijs) daalt iets naar 21,0 eurocent, terwijl de waarde van eiwit na een sterke daling stijgt naar 79,7 eurocent per kg dve.
– In de onderstaande tabel met de voederwaardeprijzen staan verschillende producten opgesomd met bijhorende voederwaarde. De voederwaarde van het product wordt berekend aan de hand van de cijfers die WUR publiceert. Er wordt daarbij een vergelijking gemaakt tussen de marktwaarde en de voederwaarde. Belangrijk om te weten is dat men enkel producten mag vergelijken die vergelijkbaar zijn. Bij een voederwaardeprijs onder de 100 is het voedermiddel prijstechnisch interessant. Evalueer ook eerst welke producten in het rantsoen passen en kies binnen deze producten de goedkoopste optie.
– De eiwitprijzen zijn de afgelopen tijd behoorlijk volatiel en schommelen flink. Dit heeft meerdere oorzaken. Zo is er de wisselende euro-dollarkoers die een rol speelt, maar ook het weer in Argentinië heeft invloed. Het is daar momenteel heet en droog, waardoor verschillende partijen de opbrengsten al verlagen. Terwijl anderen verwachten dat het gaat regenen en daardoor de prijzen lager worden. Anderzijds lijkt Brazilië op een recordopbrengst af te stevenen.
– Raap blijft duur ten opzichte van soja, maar is afgelopen dagen wel weer wat gedaald. De verwachting is dat deze nog wat verder daalt, omdat de vraag naar raapzaadolie groot is en raapschroot een bijproduct zal blijven van raapcrush. DDGS blijft nu stabiel.
– De graanprijzen zijn de afgelopen weken stabiel gebleven. De komende week zal er met name gekeken worden naar de eindvoorraad van 2024 en wordt de balans opgemaakt. Vanuit Rusland en Oekraïne is er minder geëxporteerd, maar Australië en Argentinië hebben daarentegen meer tarwe geproduceerd dan een jaar eerder. Desondanks blijft de markt gespannen kijken naar de politieke kwesties in de wereld.
– De markt van de vulmiddelen blijft aantrekkelijk.
– Bijproducten zijn afgelopen weken stabiel gebleven in prijs.
(bron: Liba)
januari 2025
in eurocenten, excl. btw (bron: Wageningen Livestock Research)
januari
2025 m/m y/y
fokvee kvem 21,00 kg dve 79,70
mestvee kvevi 20,30 kg dve 75,20
m/m = vergelijking t.o.v. vorige maand y/y = vergelijking t.o.v. dezelfde maand vorig jaar
Voederwaardeprijzen geven de verhouding weer van de voederwaarde van mengvoer, grondstoffen en bijproducten in relatie tot de marktprijs. Bij een voederwaardeprijs onder de 100 procent is het voedermiddel prijstechnisch interessant.
bewaringsverlies(%) vevig/kgds dveg/kgds reg/kgds vemg/kgds %ds marktprijs(€/ton)
voederwaardeprijs (€/ton)vevi marktprijs t.o.v. voederwaardeprijs(%)
NUCHTERE KALVEREN
BROUTARDS LIMOUSIN
BROUTARDS
bron: Veemarkt Les Hérolles (Fr.)
Bron: veemarkt Les Hérolles (Fr.)
BELGISCH WITBLAUW BROUTARDS BLONDE D’AQUITAINE
KOEIEN BELGISCH WITBLAUW BROUTARDS BLONDE
Bron: Veemarkten België
Bron: veemarkten België
land waarde* november 2024 trend (m/m**)
Groot-Brittannië 634,47
Bron: European Market Observatories
Bron: European Observatories
Uruguay 375,97
Europa 530,54
Australië 367,62
Verenigde Staten 608,06
Nieuw-Zeeland 428,89
Argentinië 380,62
Brazilië 329,56
*euro/100 kg geslacht gewicht stieren
**m/m = vergelijking t.o.v. vorige maand
KEURINGEN EN PRIJSKAMPEN
26 januari Prijskamp Belgisch witblauw, Dilbeek
22 februari Nationale keuring Belgisch witblauw, Doornik
29 maart Paasveetentoonstelling, Rhenen
19 april Vleesveekeuring, Hulshorst
VEILINGEN
6 februari Veiling blonde d’aquitaine, Casteljaloux (Fr.)
6 maart Veiling blonde d’aquitaine, Casteljaloux (Fr.)
12-13 maart Limousinveiling opfokstation Lanaud, Boisseuil (Fr.)
29 maart BAC-stierenveiling, Laren
BEURZEN, STUDIEVERGADERINGEN, DEMODAGEN
25-28 juli Landbouwbeurs, Libramont
Raadpleeg de website veeteeltvlees.be of veeteeltvlees.nl voor een actuele en uitgebreide stand van zaken.
In het februarinummer is er plaats voor een jaarlijks terugkerend thema: bemesting. Deze editie duiken we met VeeteeltVlees in de kwaliteit van mest. Er is immers redelijk wat verschil in kwaliteit en samenstelling. Welke factoren spelen daar een rol in?
We blikken ook terug op de twee Vlaamse topkeuringen die midden januari georganiseerd werden tijdens Agriflanders in Gent. Uitgebreid beschrijven we er de diverse kampioenen. Een dikke week later had ook een andere keuring plaats voor Belgisch witblauw. Ook een relaas van deze Vlaamse keuring in Dilbeek leest u in dit nummer.
VeeteeltVlees is een uitgave van CRV BV in opdracht van Coöperatie CRV ua. De leden van de Coöperatie CRV ontvangen VeeteeltVlees gratis, als onderdeel van het lidmaatschap. VeeteeltVlees verschijnt maandelijks.
redactie
hoofdredacteur Wim Veulemans
redactie Inge van Drie, Jaap van der Knaap, Wichert Koopman, Grietje de Vries, Quinten den Hertog, Justine Poppe foto- en beeldbewerking Simone Smit, Rogier van der Weiden
vormgeving René Horsman, Esther Onida eindredactie Lieke van den Broek hoofd CRV-magazines Jaap van der Knaap
redactie-adres
Nederland: postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon 026 38 98 800
Vlaanderen: Buchtenstraat 7, 9051 Sint-Denijs-Westrem telefoon 078 15 44 44 fax 09 363 92 06 e-mail veeteelt@crv4all.com
abonnementsprijs/jaar
Nederland en België € 104,00, overige landen € 168,00. In combinatie met abonnement op vakblad Veeteelt bedraagt een abonnement € 173,00 per jaar, overige landen € 299,00 per jaar. Prijzen excl. btw. Abonnementen zijn gebaseerd op kalenderjaar en worden jaarlijks in februari gefactureerd. Opzegging is mogelijk per kwartaal. Bel voor opgave van een abonnement: België: CRV Klantenservice (078 15 44 44) e-mail klantenservice.be@crv4all.com
Nederland: CRV Klantenservice (088 00 24 440) e-mail klantenservice.nl@crv4all.com
advertentie-afdeling
Karen Dammer en Froukje Visser postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon (+31)(0)6 53 16 85 29 e-mail advertenties@crv4all.com
illustraties/foto’s
De foto’s zijn van de eigen fotodienst van VeeteeltVlees. Uitzonderingen zijn de foto’s van Harrie van Leeuwen (12-14), Theo Janssen (13), Eveline van Elk (24-26), MacGregor Photography (35) en BBG (35).
Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed, kan door de redactie geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij CRV BV c.q. de betre ende auteur. Artikelen uit VeeteeltVlees mogen uitsluitend verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden na schriftelijke toestemming van CRV.
Druk: Senefelder Misset, Doetinchem ISSN 01.68-7565
Per 1 februari 2025 stopt het voice-responsesysteem, waarmee veehouders in Nederland telefonisch ki-opgaven en registraties doorgeven. Dit is het gevolg van een andere leverancier. De nieuwe partij heeft besloten de dienstverlening niet langer voort te zetten. Vanaf 1 februari 2025 is het huidige voice-response-
systeem dan ook niet meer beschikbaar. Snel en gemakkelijk ki-opgave doen kan nu al met de app CRV Dier of CRV Dier Basis. Ook voor registraties en VKI-meldingen kunt u terecht in de CRV Dier-app. Scan de QR-code voor een handleiding. Op de CRV-website vindt u antwoorden op de
meestgestelde vragen. Scan daarvoor de QR-code. Staat uw vraag er niet tussen? Neem dan contact op met de CRVklantenservice: 088-00 24 440
geboren: 01-02-2023
schofthoogte: 21 mnd. 139 cm (+10) gewicht: 21 mnd. 910 kg 32 cm
Schofthoogte Besp.
DÉBARDÉ DE FOOZ
75 / 88 / 84 / 74 / 80/ 86
verkoper: Declerck commvlo, Gottem fokker: Declerck commvlo, Gottem haarkleur: wit-blauw
OCCIDENT DE NEUVE COUR
ACROPOLE DE FOOZ
IMPÉRIAL DE L’ÉCLUSE
OCÉANE VAN ’T GOED TER WALLEN
100 / 89 / 87 / 89 / 80 / 90
Toro heeft een uitzonderlijke moederlijn, die zorgt voor gestalte, lengte en bespiering. Zijn genoomfokwaarden zijn zeer goed.
LADY V ’T GOED TER WALLEN
JUVENTUS DE L’ÉCLUSE
JACINTHE NEUVE COUR
GROMMIT HOF TER ZILVERBERG
RAVIE DE FOOZ
GERMINAL DE FOOZ
D’ARQUENNES
WILMOTS DU FALGI
INSIGNIA V ’T GOED TER WALLEN
geboren: 20-03-2023
schofthoogte: 20 mnd. 131 cm (+3) gewicht: 20 mnd. 788 kg 28 cm
Schofthoogte
OULARE VAN DEN HONDELEE
85 / 90 / 86 / 75 / 90 / 89
4432 DE FERMINE
93 / 88 / 85 / 82 / 85 / 88
verkoper: Paquay Association, Izier fokker: Paquay Association, Izier haarkleur: wit-blauw
MAGLOIRE DE FONTENA
HARPER VAN DEN HONDELEE
G-STAR VD BREEHOEVE
8728 DE FERMINE
ARGAN DE L’ÉCLUSE
ADÉQUATE DE FONTENA
BENHUR DU CHAMP BOUVAL
ELLEN VAN DEN HONDELEE
BRIGADIER DE SOMME
ELISA DAVINA DU HAUT
TILOUIS D’ATRIVE
2988 DE FERMINE
Xenos is een stier met een super fenotype en veel vlees in de voorhand. Zijn moeder blinkt uit in bespiering en maat. Xenos heeft super genoomfokwaarden voor bespiering met een goede eindscore.
Vroeg (FAO 215)
Geschikt voor silomaïs, MKS, CCM en droge korrelmaïs
Goede jeugdgroei
Hoge voederwaardeopbrengst (korrelopbrengst)
Goede legervastheid
Voor meer productinformatie: www.kws.com/be