Veeteeltvlees juni 2014

Page 1

JA A RG A N G 13

NR. 6

J UN I 2014

I N D I T N U M M ER

TO E K O MS T VIS IE

FO KKERIJ

D IERG EZONDHEI D

LTO zet bakens uit voor vleesveehouder캐

Opu-ivp-techniek brengt versnelling in fokker캐

Vliegenbestr캐ding start vaak veel te laat

VV06_Cover.indd 2

12-06-14 14:29


MELKTAXI: KALVEREN VOEREN WORDT EEN PLEZIER!

TORREX VOOR VLEES VAN Voordelen: • Programmeerbaar verwarmingselement = altijd de juiste temperatuur • Programmeerbare doseerpomp = altijd de juiste hoeveelheid • Krachtige mixer = perfect opgelost melkpoeder • Elektrische aandrijving (2 x voor- en achteruit) = arbeidsvreugde • Optioneel: pasteurisatie voor volle melk • Gemakkelijk te reinigen dankzij het reinigingsprogramma • Gezondere kalveren

TOPKWALITEIT

Verkrijgbaar in 80 L, 150 L of 260 L

Interesse?

Vraag gratis een vrijblijvende demonstratie aan: info@distrifarm.be Tel 056/75 31 70 Exclusief importeur: DISTRIFARM bvba

Bezoek onze website!

Dé voedingsaanpak vleesvee

Ga voor meer informatie naar: www.forfarmershendrix.nl

• ACTUELE BERICHTEN • AGENDA • VLEESPRIJZEN • DISCUSSIEPLATFORM www.veeteeltvlees.nl of www.veeteeltvlees.be 2

V E E T E E LT V L E E S

VV06_p02NED.indd 2

JUNI

2014

Boeren met ambitie

20140512 FFHX ADV TORREX 88x256 mm staand.indd 1

12-5-2014 11:23:56

12-06-14 15:03


I NHOUD

RUBRIEKEN

3 4 9 28 30 31

Van de redactie Vleestelex Uit de dierenartspraktijk Voer voor vleesboer Agenda Anders bekeken R E P O R TA G E S

10 Ardense smaak met Vlaams vakmanschap bij de familie Hanselaer te Zele 24 Roel van Dijk zet met zijn afgemeste Belgische blauwen in op streekproduct DIERGEZONDHEID

20 Vliegenbestrijding start vaak te laat FOKKERIJ

6 Opu-ivp brengt fokkerij in hogere versnelling 26 Frank Steukers, serie witblauwadviescommissie ECONOMIE

14 Met de Week van het Vleesvee onderstrepen Nederlandse bedrijven het belang van consumenten in eigen regio 16 Bank en hulporganisatie pleiten voor een copernicaanse omwenteling voor meer rendement 22 Visietekst LTO zet krijtlijnen uit voor een mooie toekomst van de Nederlandse vleesveehouderij

Roel van Dijk ‘Ik wil na twaalf weken weer naar een nieuwe kop kijken.’ 24

Reageren op dit editorial kan via een brief aan de redactie, via e-mail (guy.nantier@crv4all.com) of via het discussieplatform veeteeltforum.nl (topic ‘efficiëntiegroei’).

Guy Nantier Groeien in efficiëntie is het credo

I

n het verweer moet je marketeer zijn. Dit schreef ik al eens eerder op deze plek neer naar aanleiding van talrijke bedreigingen waarmee de sector steeds weer werd (wordt) geplaagd. Met de Week van het Vleesvee in Nederland gaf men aan producentenzijde een passende reactie op de recent aan het licht gekomen vleesfraude. Meer dan dertig vleesveebedrijven over heel Nederland met heel verschillende rundveerassen hebben hun staldeuren breed opengezet tijdens het weekend van 14 en 15 juni (zie verslag in dit nummer). Guus Laeven, federatievoorzitter van de Nederlandse vleesveestamboeken, verwoordde het initiatief als volgt: ‘Vleesveehouders laten met het initiatief zien dat vleesvee een passie is, dat ze zich continu bekommeren om het welzijn van de dieren, de gezondheid, het milieu en de vleeskwaliteit. Dat resulteert in een mooi en gezond product. En dat alles in de ei-

Fokkerij Opu en ivp

6

Laboratoriumtechnieken spelen een steeds grotere rol in fokkerij.

gen streek waar deze bedrijven het landschap met vleesvee verfraaien en alzo bijdragen aan het behoud van de natuur.’ Goed zo Nederland. Het is voor het toekomstig rendement inderdaad goed om na te denken over de toegevoegde waarde voor de eigen achtertuin, ja het is zelfs van levensbelang. In die toegevoegde waarde staat niet het eten van vlees binnen een gezond en gevarieerd voedingspatroon ter discussie, wél de hoeveelheid. In de retail denkt men daar zo over: een teruglopend volume hoeft niet direct zorgwekkend te zijn. Liever 70 gram per persoon verkopen met winstmarge dan 100 gram zonder verdienste. Aan producentenzijde moet daarom het credo zijn: een goed verhaal maar met groei in efficiëntie, niet in volume. Dit kan enkel met meer professionalisering. Zo kijken bank en hulporganisatie er ook tegenaan in een dubbelinterview verder in dit nummer.

Economie Marge opkrikken

16

Amateuristische aanpak in de vleesveehouderij houdt de veehouders in armoede.

V E E T E E LT V L E E S

VV06_Inhoud.indd 3

J UN I

2 0 1 4

3

12-06-14 15:36


V L E E S T E L E X

De Wilde en Claeys-Cowporation grossieren in excellente limousins De Nederlandse limousins hebben er acht excellente koeien en acht preferente stammoeders bij. De met 90 punten en meer ingeschreven koeien zijn Elcke (v. Mozart), Emprise (v. Champion) en Fostine (v. Caporal) van Gert Jan de Wilde uit Anerveen, alsook Vanessa (v. Sander), Esmee (v. Bacchus), Eclaire (v. Bacchus) en Duviene (v. Adelaar) van Claeys-Cowporation. De preferente stammoeders zijn Theresia (v. Irakou) van Adri Mol uit Hoek, Urbel (v. Mas du Clo) van Limousinhof te Biervliet, Pirella (v. Dauphin) van maatschap Smit uit Anwerd, Petronella (v. Géant) van De Wilde, Ramona Ho (v. Evert) en Abia (v. Utah) van maatschap Buist uit Eelde en Vera (v. Ruben) en Omanda (v. Gouverneur) van maatschap Bensink-Allersma uit Bunne. De Nederlands gefokte Eclaire (v. Bacchus) kreeg 90 punten voor exterieur

Fokstal Van ’t Herent succesvol te Bocholt

Uiterst links: Jamiro (v. Sheriff), kampioen stierkalveren

Tijdens de veeteeltshow voor het witblauwras op de landbouwschool Biotechnicum te Bocholt legden Raymond en Lutgarde Thijs uit Neerpelt beslag op de helft van de kampioenstitels. De drie maanden oude Jamiro van ’t Herent (v. Sheriff) won het tricolorelint bij de stierkalveren. Stalgenote Indi van ’t Herent (v. Adajio) volgde bij de vaarzenmiddengroep. Net als Jamiro is Indi afkomstig uit moeder Ann van ’t Herent. Deze Etnadochter is geen onbekende in het keuringscircuit met haar provinciale titel te Aldenbiesen en haar deelname aan de nationale keuring op Agribex in 2011. Verder was er eindwinst voor de jonge vaars Izah van Tervoort (v. Germinal) van Benny Neven uit Wellen en voor Chianti van Bellis (v. Heroique) van Jos Warnants uit Kortessem.

Tweeddale Hamish algemeen kampioen te Carlisle Op de befaamde lenteshow en veiling in het Britse Carlisle veroverde Tweeddale Hamish het algemeen kampioenschap bij de stieren. De 26 maanden oude stier behoort toe aan Redhead & Watson uit Berwick-upon-Tweed. Hamish is langs vaderszijde een kleinzoon van Blak du Baty d’Eprave en langs moederszijde een kleinzoon van Empire d’Ochain. In de daaropvolgende veiling kreeg Hamish het tweede hoogste bod van 15.500 euro achter zijn naam. In het vrouwelijk vee ging het kampioenschap naar de tweejarige vaars Blue Mount Honey (v. Boherard Cantona) van Deric Noble uit Lanarkshire. Tweeddale Hamish

4

V E E T E E LT V L E E S

VV06_Telex.indd 4

JUNI

2014

12-06-14 14:27


Marc Van der Lee, woordvoerder Vion:

‘Consumenten kunnen de smaak van vlees niet missen. De meeste vegetarische producten moeten eruitzien als vlees, smaken naar vlees en hetzelfde mondgevoel geven als vlees.’ UIT

V L E E S M A G A Z IN E ,

M E I

2 0 1 4

Gingerspice kampioene ‘alle rassen’ te Balmoral Op de Noord-Ierse Royal Ulster-show te Balmoral veroverde Milbrook Gingerspice het algemeen kampioenschap bij de limousins. Gingerspice (v. Wilodge Vantastic) werd geboren in januari 2011 en is eigendom van William Smith uit Oldcastle. Gingerspice won vorig jaar ook al het nationaal limousinkampioenschap te Tullamore. In het witblauwras kreeg de Gitan du P’tit Mayeurdochter Springhill Golden Girl van de gebroeders Martin uit Newtownards het algemeen kampioenschap toegewezen. Algemeen reservekampioen werd Timoney Garnet (v. Empire d’Ochain) van Trevor Dodds uit Newry. Gingerspice veroverde op de Royal Ulster-show ook de kampioenstitel voor alle rassen. Hiermee zette het limousinras voor het derde jaar op rij dit kampioenschap achter de naam. Milbrook Gingerspice (v. Vantastic), algemeen kampioene in het limousinras

Geboortegemak Franse blondes zwakt af Over een periode van zes jaar is het geboortegemak in het blonde d’Aquitaineras met twee indexpunten gedaald. Dat valt op te maken uit de evolutie van de gemiddelde Franse fokwaarden die het Franse stamboek opmaakte over de periode 2005-2010 (zie tabel 1). Groei en skeletontwikkeling kenden over dezelfde periode een duidelijk stijgende tendens.

Voor bespiering en finesse is de tendenscurve minder duidelijk. Andere, gelijklopende vaststelling door het stamboek: 464 bedrijven of 41 procent van de 1100 stamboekleden heeft in 2013 minimaal één afkalving gehad met keizersnede; bij 133 fokbedrijven of 12 procent liep het percentage keizersneden zelfs op tot meer dan 5 procent.

Tabel 1 – Gemiddelde indexen per geboortejaar van de stieren met kwalificatie INS, RRJ, en IBOVAL en stieren zonder stamboekkwalificatie

geboortejaar geboortegemak

groei

bespiering

skeletontw.

fijnheid

speenindex

IFNAIS 97,2 95,5 97,9 96,8 95,5 95,0

CRsev 98,1 98,3 99,3 102,3 104,0 104,2

DMsev 94,4 91,5 97,3 99,1 96,0 100,9

DSsev 101,2 103,4 101,4 103,9 108,7 108,8

Fos 98,3 97,1 101,3 100,6 97,5 97,2

ISEVR 94,0 92,6 97,2 101,0 101,9 104,1

2005 2006 2007 2008 2009 2010

V E E T E E LT V L E E S

VV06_Telex.indd 5

J U N I

2 0 1 4

5

12-06-14 16:33


H O O F D A RT I K E L

Sybrand Merton: ‘Tijd is bela ngrij

Opu-ivp brengt fokk er Laboratoriumtechnieken spelen een steeds grotere rol in de fokkerij. Door genomics weten ki-organisaties en fokkers al vroeg of ze veel nakomelingen willen van een dier. Ivf, ofwel opu-ivp, biedt daarvoor veel mogelijkheden. tekst Ivonne Stienezen

D

e vooruitgang in fokkerij is voor een groot deel afhankelijk van de lengte van het generatie-interval. Hoe sneller generaties elkaar opvolgen, hoe sneller de vooruitgang. Om het generatie-interval kort te houden, worden verschillende vruchtbaarheidstechnieken ingezet. Een belangrijke daarvan is opu-ivp, dat staat voor ovum pick-up en in-vitroproductie van embryo’s (zie kader ‘Wat is opu-ivp?’). Bioloog Sybrand Merton promoveerde onlangs op de ontwikkelingen in deze techniek. Zijn werk bij CRV – Merton werkt inmiddels bij kwaliteitsborgingsorganisatie Qlip – leverde de gegevens op die hij voor het onderzoek gebruikte. ‘De kracht van ons onderzoek is het grote aantal dieren waarop opu-ivp onder praktijkomstandigheden is toegepast. We hebben daarmee onder meer kweektechnieken fors verbeterd’, legt Merton uit. De techniek van opu-ivp is overigens niet nieuw. Merton vertelt dat door de komst van genomic selection de techniek opnieuw wint aan populariteit (tabel 1). ‘Een tweede revolutie’, noemt hij het. ‘Door genomic selection weet je op vroege leeftijd van welke donoren je embryo’s wilt. Met opu-ivp kun je het snelst veel nakomelingen krijgen van die donoren. Dat zie ik als het grootste voordeel van deze techniek. Tijd is immers een belangrijke factor in de fokkerij.’

Aantal eiblaasjes erfelijk Merton verwacht niet dat er nog grote verbeteringen mogelijk zijn in de kweektechniek, maar naar verfijning wordt continu gezocht. Niet alleen bij CRV, maar ook bij het Nederlandse bedrijf Hurkmans ET en het Amerikaanse Trans Ova Genetics. Mark Allen, marketingdirecteur bij Trans Ova, vertelt dat Trans Ova in het onderzoeksprogramma voortdurend bezig is met het verhogen van het aantal embryo’s en het aantal drachten. Trans Ova is een grote speler op de Amerikaanse markt met drie eigen laboratoria en ruim twintig zogenaamde satellietbedrijven waar de eicellen voor klanten (par-

6

V E E T E E LT V L E E S

VV06_Opu ivp.indd 6

JUNI

2014

12-06-14 14:30


bela ngrijke factor in de fokkerij’

kk erij in extra versnelling ticulieren en fokkerijorganisaties) worden geoogst. Op dit moment hangt het succes van opu-ivp vooral af van het aantal eicellen dat per sessie wordt geoogst. ‘Het aantal eiblaasjes, ofwel follikels, op een eierstok is deels genetisch bepaald’, legt Merton uit. ‘Een dier dat veel eicellen levert, blijft dat ook doen. Uit ons onderzoek blijkt overigens dat dieren met meer follikels op een eierstok niet vruchtbaarder zijn bij een normale dracht.’ Ook voeding heeft een grote invloed op het aantal follikels, maar daarover is weinig bekend. Merton heeft dat ook niet onderzocht. ‘Voeding is eigenlijk nog een grote “black box” en effecten bestrijken soms meer generaties. Zo weten we wel dat de voeding van de moeder van het donordier rond en na de conceptie, het moment dat de eicellen van de donor worden aangelegd, invloed heeft op de eicelproductie van de donor.’

Meer combinaties Naast de snelheid van opu-ivp noemt Merton andere voordelen: ‘Je kunt bij elke sessie kiezen voor een andere stier, zo kun je dus meer combinaties maken. En bij donoren die niet reageren op een hormoonstimulatie bij et, zo’n twintig procent, is opuivp het alternatief.’ Hans Hurkmans van Hurkmans ET noemt dezelfde voordelen van ivp, maar vult aan: ‘Ook bij drachtige dieren is het mogelijk om eicellen te oogsten met opu-ivp.’ Hurkmans heeft een servicebedrijf voor de productie van embryo’s. Hij ziet dat het aantal sessies voor et en ivp groeit. Omdat zijn klanten betalen per sessie, kiezen ze bij opu-ivp veelal voor hormoonstimulatie, dat levert per sessie de meeste embryo’s op (zie kader ‘Spoelen of prikken?’). Ook Trans Ova werkt op die manier. De embryoteams van CRV produceren veel embryo’s voor het eigen fokprogramma. Ook CRV kiest daarbij vaker voor opu-ivp. In 2009-2010 was het aantal geproduceerde embryo’s voor het fokprogramma ruim 6200, waarvan 25 procent via opuivp. In 2012-2013 werden bijna 8800 embryo’s geproduceerd, waarvan 33 procent via opu-ivp. Om zo veel mogelijk embryo’s te winnen, kiest CRV veelal voor prikken zonder hormonen. Tabel 1 – Wereldwijde embryoproductie bij rundvee via et (in vivo) of via opu-ivp (in vitro), bron: International Embryo Transfer Society, IETS)*

embryo’s in vivo embryo’s in vitro

2008

2009

2010

2011

2012

746.000 331.000

702.000 377.000

732.000 450.549

732.862 453.471

699.586 443.533

* Niet alle geproduceerde embryo’s worden gemeld bij IETS

V VE EE ET TE EE EL LT T JVAL NE U E SA RJ IU N 1 I/ 22 02 10 40 9

VV06_Opu ivp.indd 7

7

12-06-14 14:30


H O O F D A RT I K E L

Wat is opu-ivp? De afkorting opu-ivp staat voor ovum pick-up en in-vitroproductie. Het betekent dat de eicellen (eicel = ovum) die continu groeien op de eierstokken van koeien, worden opgezogen en ‘in vitro’, letterlijk ‘in glas’, dus onder laboratoriumomstandigheden, worden gerijpt, bevrucht en opgekweekt tot embryo’s. Voor het ‘aanprikken’ van de eicellen wordt gebruikgemaakt van echografie. Op het beeld van de scanner komen de eiblaasjes (follikels) in beeld en met een holle naald worden de blaasjes van de donor vervolgens aangeprikt en opgezogen. Het aanprikken van de eicellen is mogelijk op elk moment van de cyclus. Het kan met of zonder stimulatie door hormonen. Ook is het mogelijk om bij

drachtige koeien op deze manier eicellen te oogsten, tot ongeveer honderd dagen dracht. Bij pinken is het zonder hormoonstimulatie mogelijk om te beginnen vanaf het moment dat ze voor het eerst tochtig worden, met stimulatie kan dit al eerder. De aangeprikte eicellen moeten eerst nog verder rijpen, ongeveer een dag, voordat ze bevrucht kunnen worden. De eicellen van meer dieren, ongeveer vijf, kunnen met één rietje sperma worden bevrucht. Na de bevruchting worden de embryo’s ongeveer zes dagen verder opgekweekt in het laboratorium voordat ze worden teruggeplaatst in een ontvangsterkoe. De ontvangster moet zeven dagen daarvoor tochtig zijn geweest (natuurlijk of door hormoonstimulatie).

Ook veehouders kunnen de CRV-specialisten inhuren voor het produceren van embryo’s van eigen dieren. Ook dit aantal sessies neemt gestaag toe. ‘Bij veehouders is hormoonstimulatie wel mogelijk’, geeft CRV-onderzoeker Erik Mullaart aan. ‘Onze specialisten komen met hun apparatuur en het laboratorium op wielen naar het rundveebedrijf. Veehouders hoeven dan niet met hun dieren te slepen.’ Hurkmans ET werkt ook op locatie, maar Hurkmans geeft er de voorkeur aan dat de donoren op zijn donorstation worden gestald. ‘Dat is logistiek gezien veel praktischer.’ Hurkmans ziet voor ivp ook kansen voor de verwaarding van duur of exclusief sperma. Een goed voorbeeld is de holsteinstier Supershot. Fokkerijorganisatie Cogent biedt de eerste duizend rietjes sperma aan voor 865 euro per stuk. Vanaf 1 augustus komt het sperma regulier beschikbaar. De eerste kopers hebben dan een voorsprong van drie maanden. ‘Voor het gebruik op één koe is zo’n rietje veel te duur’, vindt Hurkmans. ‘Bij ivp kun je eitjes van meer donoren met één rietje bevruchten. Dus als je dat dure sperma voor zes of zeven koeien gebruikt, met de kans op meer embryo’s per koe, dan kan zo’n investering uit.’ Daarom bood Hurkmans klanten aan om de kosten onderling te delen.

Ki blijft gangbaar

Spoelen of prikken? Voor de productie van embryo’s zijn twee gangbare technieken in gebruik: embryotransplantatie (et) en opu-ivp. In de praktijk wordt et meestal aangeduid met ‘spoelen’ en ivp met ‘prikken’. Bij et rijpen door hormoonstimulatie meer eicellen dan normaal. De koe wordt geïnsemineerd met twee tot drie rietjes en de embryo’s die in de koe ontstaan, worden uit de baarmoeder gespoeld en zijn klaar voor plaatsing in een ontvangster of om in te vriezen. Bij ivp worden de eicellen aangeprikt en in het laboratorium bevrucht en opgekweekt. Bij ivp is het mogelijk om twee keer per week eicellen te oogsten, gedurende een lange periode. Bij et zitten er minstens zes weken tussen twee sessies. Daardoor is het mogelijk om via ivp in korte tijd meer embryo’s van een

8

V E E T E E LT V L E E S

VV06_Opu ivp.indd 8

JUNI

donor te kweken en steeds voor een andere stier te kiezen. Hans Hurkmans van Hurkmans ET geeft aan wat de gemiddelde resultaten van spoelen en prikken zijn. ‘Een etsessie levert gemiddeld zes embryo’s op, het drachtigheidspercentage is gemiddeld 55 procent. Ovu-ivp zonder hormoonstimulatie levert gemiddeld twee embryo’s op, met hormoonstimulatie is veelal een dubbele hoeveelheid mogelijk. Het drachtigheidspercentage is gemiddeld 50 procent.’ Bij deze gemiddelde resultaten liggen de kosten bij spoelen op ongeveer 75 tot 80 euro per embryo, bij prikken op 150 euro per embryo. Maar Hurkmans benadrukt dat dit gemiddelde resultaten zijn. ‘Een individuele sessie kan slechtere, maar ook betere resultaten opleveren.’

Hurkmans, Allen en Merton verwachten niet dat embryo’s ki gaan vervangen op het boerenerf. ‘Het is veel lastiger en duurder om genoeg embryo’s te maken voor de gehele veestapel dan genoeg sperma’, stelt Merton. ‘Maar in fokprogramma’s is het gebruik van embryo’s niet meer weg te denken. Wereldwijd gebruiken alle grote fokkerijorganisaties embryo’s, als je niet meedoet, loop je achter.’ ‘In de toekomst, misschien over tien of vijftig jaar, is het mogelijk om hele generaties in het laboratorium te kweken’, schetst Merton. ‘Door te werken met stamcellen uit embryo’s zal het mogelijk zijn om zowel eicellen als spermacellen te maken. Daaruit groeien embryo’s, waarvan weer nieuwe stamcellen en vervolgens nieuwe eicellen en zaadcellen kunnen worden gemaakt, die weer kunnen uitgroeien tot nieuwe embryo’s.’ Op deze manier zouden generatie-intervallen kunnen worden gerealiseerd van slechts enkele weken. ‘En dat bepaalt uiteindelijk hoe snel we vooruitkomen met de fokkerij’, zegt Merton. ‘Het is toekomstmuziek die er wel voor zorgt dat de fokkerij volledig in het laboratorium zou plaatsvinden.’ l

2014

12-06-14 14:31


U I T

D E

D I E R E N A RT S P R A K T I J K

P I E T

D E

M E U T E R

Aan de hand van voorbeelden uit hun dagelijkse praktijk schrijven drie dierenartsen over diergezondheid in de vleesveehouderij. Om en om beschrijven John Campe, Piet De Meuter en René Bemers maandelijks vastgestelde ziektebeelden, uitgevoerde behandelingen en/of mogelijke preventiemaatregelen.

Vrij plotse dood door scherpe ijzerdraad in het hartzakje

Scherp in bij jong dier M

idden in het kalfseizoen contacteerde een vleesveehouder me voor griepproblemen op zijn bedrijf. In een groep waar de afgelopen week al enkele griepgevallen waren, zat een kalf van ongeveer driehonderd kilo dat acuut ziek was geworden. Het kalf ademde erg moeizaam, zo gaf de veehouder aan. Toen ik op het bedrijf kwam, viel het jonge dier meteen op door zijn erg kreunende, bijna klagende ademhaling. Nader onderzoek toonde dat het dier behoorlijk hoge koorts had van ongeveer 40 graden Celsius. Ondanks de kreunende ademhaling was bij het beluisteren van de longen geen specifieke longruis te horen. De pijnproeven gaven echter niet echt een positieve indruk. Omdat ik geen vertrouwen had in de toestand van het dier, besloot ik het jonge rund toch maar met pijnstillers en antibiotica in het bloed te behandelen. Helaas, het kalf was al na drie uur dood. Het was opvallend dat een dier dat ’s morgens nog goed had gevreten, na slechts een aantal uren ziekte al was gestorven. Met dat verloop in het achterhoofd besloot ik een sectie uit te voeren om de precieze doodsoorzaak te achterhalen. Bij die sectie vond ik al snel een stukje gebogen ijzerdraad die door de wand van de netmaag precies tot in het myocard of hartzakje prikte. Deze priem in het hart had zo – zonder enige ontsteking — het dier het leven gekost. Wellicht was het ijzer afkomstig uit een partij hooi van een afgelegen weiland. De veehouder heeft daarop die bepaalde partij hooi afgevoerd om nieuwe gevallen te voorkomen.

De encyclopedie scherp in ‘Scherp in’ is een aandoening waarbij ijzerdraad of een ander scherp voorwerp in de magen van een rund terechtkomt. Het scherpe voorwerp kan dan door de honingraatstuctuur en het sterke samentrekken van de netmaag bij het begin van de penscontractiecyclus de dunne netmaagwand aanprikken. De duidelijkste symptomen ontstaan als het draadje door de wand heen prikt en op die manier buikvliesontsteking veroorzaakt. Het kan echter ook gebeuren dat het draadje door de wand heen het hartzakje aanprikt en daar een hartzakontsteking veroorzaakt. De symptomen lijken op

die van een acute peritonitis of buikvliesontsteking. Het dier heeft pijn, een verhoogde buikspanning, positieve pijnproeven. Het dier kreunt, heeft een stijve of voorzichtige gang en heeft koorts. De aandoening komt niet vaak voor bij dieren van een jonge leeftijd zoals in bovenstaand geval. Vaak duurt het ziekteverloop langer en treft deze aandoening vooral oudere dieren. Bij oudere dieren kan het opschieten van een magneetbolus in de pens voorkomen dat het scherpe voorwerp naar andere magen migreert. Dit dier had nog geen magneetbolus. Magneetbolussen worden vanaf de leeftijd van vijftien maanden geadviseerd, zelf houd ik de grens op 300 kg lichaamsgewicht, eigenlijk vanaf ongeveer een jaar. In de loop van het weideseizoen is het in elk geval raadzaam om alert te zijn op zwerfafval of stukken ijzerdraad in de weide. Ook bij de ruwvoerwinning is het goed om aandacht te hebben voor vreemde voorwerpen.

V E E T E E LT V L E E S

VV06_DAP.indd 9

J UN I

2 0 1 4

9

12-06-14 14:19


B E D R I J F S R E P O RTA G E

Steven Hanselaer: ’Enkel zonder ongemakken kan een rund optimaal uitgroeien’

Ardense smaak Bijna de helft van het geproduceerde vlees in België betreft vrouSteven en Jos Hanselaer Op het Bookhamershof zweert de familie Hanselaer al 35 jaar voor topkwaliteit vlees bij vrouwelijke witblauwrunderen uit de Belgische Ardennen. Activiteiten: Ras: Aantal stuks:

welijke runderen. In dat segment speelt de Vlaamse familie HanZele

mesterij en fokkerij Belgisch witblauw 2000 vrouwelijke afmestdieren en 100 fokkoeien

selaer uit Zele een niet onbelangrijke rol met zeventig slachtingen per week. Ze hebben een uitgesproken voorkeur voor dieren uit de Ardennen en mesten de dieren af in drie stappen. tekst Guy Nantier

D

e laadklep van de veetransporteur gaat naar beneden. Tweeënveertig vrouwelijke runderen tussen drie en zes jaar oud worden gelost en netjes aangebonden in de ingestrooide opvangstal. Daarna start onmiddellijk het scheren van de dieren, het wassen, de behandeling tegen schurft en luizen, het ontwormen, het bloed tappen, de vaccinatie tegen ibr, het tuberculineren en, indien nodig, het onthoornen. Ook krijgen de dieren een magneet op tegen scherp in de pens. Het geheel is standaardprotocol op het afmestbedrijf ‘de Bookhamershof’ van de familie Hanselaer in het Oost-Vlaamse Zele. ‘Zo gaat het hier bij elke aanlevering’, vertelt Steven Hanselaer. ‘Daar wijken wij geen millimeter van af. Het vormt de basis voor een gezond, kwalitatief superieur eindproduct.’ Om elk ongemak voor het rund te vermijden worden de dieren nadien om de zes weken tot op slachtleeftijd gewassen, geschoren en behandeld tegen schurft en gaan ze wekelijks door een pootbad tegen klauwinfecties. ‘Enkel zonder ongemakken kan een rund optimaal uitgroeien.’

Om de dieren gezond te houden worden zij bij aankomst en om de zes weken geschoren, gewassen en behandeld tegen schurft

Familiale business Jaarlijks worden op het bedrijf in Zele zo’n 2000 magere vrouwelijke dieren aangevoerd uit de Ardennen. Deze worden door vader Jos Hanselaer (59) aangekocht bij een vaste veehouderskring. ‘Vader is de aankoper,’ legt Steven (33) de bedrijfsstructuur uit, ‘en de probleemoplosser. Ikzelf ben samen met mijn

10

VVEEEETTEEEELLTTVVLLEEEESS J O U KN TI O2B0E1R4 2 0 0 9

VV06_bedrijfsrep Hanselaer.indd 10

12-06-14 14:22


Ardense witblauwen in een van de drie sorteerparken. Wit, kalkachtig poeder moet de loopvloer droog houden tegen mortellaro

vriendin Melissa De Vleeshouwer en één arbeider verantwoordelijk voor het levend vee. Dat zijn, naast de afmestdieren, ook een kleine honderd zoogkoeien waarmee we zelf fokken.’ Moeder Hanselaer doet de bedrijfsboekhouding. Stevens broer Stijn is verantwoordelijk voor de uitsnijzaal in Anderlecht, zus Liesbeth verzorgt er de administratie en broer Jeff verzorgt de public relations voor de familiale business. Hij bezit tevens een eigen restaurant waar uiteraard witblauwvlees op de menukaart staat. Maar terug naar het vee. Vader en Steven Hanselaer zweren al sinds jaar en dag bij graatmagere dieren uit de Ardennen voor hun afmestactiviteiten. Jos Hanselaer: ‘Ardense runderen zijn beduidend interessanter om mee te werken, omdat deze in de eerste levensjaren enkel hooi en gras hebben gekregen. Die runderen zie je zo veranderen als ze krachtvoerachtigen krijgen. Voor de aankoopprijs hoef je het niet te doen. Vandaag zijn ze eigenlijk te duur geworden.’

Raszuivere origine geeft groei Vader Hanselaer verhaalt dat vroeger boer en afnemer de veemarkten in Bastogne en Neufchâteau als referentiemarkt hadden. ‘Die prijsregulering in functie van vraag en aanbod is er nu niet meer. Dat speelt bij rechtstreekse afname in het nadeel.’ Ook bij runderen van het Belgisch-witblauwras zweren vader en zoon. Alhoewel ze heden ten dage nog af en toe een kruising parthenais x witblauw binnenhalen, was dit enkele jaren terug bedui-

dend meer. ‘De hype van het kruisen lijkt gelukkig voorbij. Wij hadden er niet zo’n goede ervaringen mee. Tegenover raszuivere witblauwen mis je al vlug honderd kilogram levend gewicht voor eenzelfde leeftijd en boet je snel vijf procent en zelfs meer in qua slachtrendement. Raszuivere origine geeft groei.’

Regelmatig scheren Vader Hanselaer laat zich daarbij ontvallen dat de ki-stieren Langoureux de Fooz en Heros du Peroy heel dankbare afmestdieren geven. Zoon Steven voegt eraan toe: ‘Voor de eigen fokkerij gebruiken we de ki-stieren Naif de Hotte en Edifiant du Pont de Messe.’ Na drie à vier weken quarantaine verhuizen de dieren naar een van de drie sorteerparken met weidebeloop. Hier hebben de dieren volop ruimte om te bewegen en krijgen ze ruwvoer zoals voordroog, mais en voederbieten, geen krachtvoer. ‘Het is een inloopperiode. We pogen qua ruwvoer ook zo veel mogelijk zelfvoorzienend te zijn.’ Het vervolgtraject geschiedt in ingestrooide groepsboxen met een bezetting van zeven tot negen dieren. De dieren, zo’n dertig à veeertig per week,worden geselecteerd op basis van hun evolutie in de sorteerparken. ‘De dieren die naar de eigenlijke afmestfase gaan, moeten voldoende pensontwikkeling hebben.’ Stokpaardje van Steven zijn de bronstige dieren. Die worden steevast onmiddellijk afgezonderd in individuele boxen gedurende twee dagen om de rust in de box te bewaren en ongeluk-

ken met koppelgenoten te vermijden. De mest wordt om de twee dagen verwijderd uit de loopgang aan de voederkrib die wordt ingestrooid met een kalkachtige poeder, een bijproduct van een steenslijpbedrijf in de Gentse kanaalzone. ‘Het product houdt de loopvloer droog en voorkomt mortellaro’, zegt Steven. ‘De dieren regelmatig scheren om ze gezond te houden, de stallingen netjes houden, dagelijks 20 ton voer mengen, de dieren controleren en uniforme groepen maken. Dat is in het kort samengevat wat wij dagdagelijks doen.’

Vijf voerregimes De afmest verloopt in twee stappen: de vleesaanzet en de afwerking. In de afwerking spelen lijnzaadschilfers een belangrijke rol. Over de voerregimes wil Steven verder niet veel kwijt. ‘Dat is ons bedrijfsgeheim. Wel kan ik zeggen dat er elf ingrediënten, die met een mengvoerwagen worden afgewogen en gemengd, in de rantsoenen zitten: kuilmais, ccm, lijnschilfers, draf, perspulp, pulp, aardappelsnippers, aardappelen, stro, hooi en soja.’ Volgens Steven is het belanrijk dat de overgang tussen de drie voerregimes – ruwvoer, vleesaanzet en afwerking – geleidelijk aan geschiedt. Hij maakt dan ook vijf rantsoenen waarvan twee overgangsrantsoenen. ‘De meest kritieke fase is de overgang van vleesaanzet naar afwerking. De penswerking moet op gang worden gehouden. Daartoe verstrekken we onder meer gisten.’ De dieren wegen bij slachtrijpheid tus-

V E E T VE E EL T V E EL LE TE V S LO E EK ST OJ U B EN RI

VV06_bedrijfsrep Hanselaer.indd 11

2 0 1 04 9

11

16-06-14 10:12


B E D R I J F S R E P O RTA G E

Gedurende de afmestfase worden de dieren gehuisvest in groepsboxen van zeven tot negen dieren. Bronstige dieren worden steevast afgezonderd

sen de 520 en 550 kilogram geslacht. ‘Jonge dieren doen over het hele traject, van aanvoer tot slacht, gemiddeld vier à vijf maanden, koeien gemiddeld zo’n 110 dagen.’

Innovatieve rijpingskamer Zodra de dieren slachtrijp zijn, gaan ze richting het slachthuis te Anderlecht waar ook de uitbeen- en versnijdingszaal Havian van de familie Hanselaer is gevestigd. Wekelijks worden er zo’n 70 dieren geslacht, uitgebeend en versneden.

Zo’n veertig dieren komen van het eigen afmestbedrijf, de overige dieren komen van veehouders die volgens ‘de Hanselaermethode’ werken. Van daaruit gaat het vlees – op been of versnijdingsklaar – via een eigen transportvloot naar een vaste kring van dorpsslagers en keurslagers en restaurateurs. ‘Bij de huidige marktprijs van 5,2 euro per kilogram geslacht is het onmogelijk de extra toegevoegde waarde die wij creëren uit de verkoop te halen op een veemarkt. Wij werken daarom rechts-

Met deze driejarige vaars gaat de familie Hanselaer voor de hoogste podiumplek bij het vrouwelijk slachtvee te Ath

12

V E E T E E LT V L E E S

VV06_bedrijfsrep Hanselaer.indd 12

JUNI

reeks met slagers en restauranthouders die bereid zijn een hogere prijs te betalen.’ Om zijn afnemers nog beter van dienst te zijn, beschikt Havian sinds januari 2012 over een rijpingskamer. Hier wordt de punt in been of côte à l’os ‘gerijpt’ gedurende zes weken bij een constante temperatuur en een optimale luchtvochtigheid. Jos Hanselaer: ‘De langere rijping geeft een surplus in termen van intensere smaak aan het vlees.‘

Vakmanschap uitdragen De familie Hanselaer is een begrip in de afmestwereld, in het bijzonder in de categorie vrouwelijk slachtrijp vee. Zo is ze sinds dertig jaar steevast aanwezig op de Vette Os te Antwerpen en de prijskampen te Zomergem en te Ath, de drie grootste events voor slachtvee in België. De laatste paar jaren staat de familie er aan de absolute top. Vorig jaar kaapte Hanselaer de kampioenstitel in Antwerpen weg met een slachtkoe van 992 kilogram. Dit jaar waren ze de beste met een slachtdier van 905 kilogram op voet. Jos Hanselaer: ‘Aan de haak leverde de vaars 665 kilogram geslacht op. Een rendement van bijna 74 procent. Dat is bij mijn weten nog nooit eerder behaald.’ Ook voor de komende slachtveekeuring in het Waalse Ath, in het kader van de week van het vlees, hebben Jos en Steven wat speciaals aangemeld: een driejarige vaars van om en nabij de 800 kilogram op voet met uitbundige vleespartijen in de achterhand. Steven Hanselaer: ‘We gaan voor de hoogste podiumplek. Het moet ons vakmanschap onderstrepen en onze klantenkring bevestigen in hun goede keuze. Voor minder doen we het niet.’ l

2014

12-06-14 14:23


Te koop: wegens bedrijfsbeĂŤindiging: Belgisch witblauwe vaarzen, kalveren en dekstieren. Ibr- en bvd-vrij. Regio Leerdam. Tel.: 06-51578282

Te koop: dekrijpe zoogkoeien. Piemontese zelfkalvend. Geen status. Kalveren van 6 maanden lopen nog bij de moeder Tel.: 06-10868973

Wilt u ook een vleesveesnipper plaatsen? Bel dan voor informatie naar tel.: 026-3898806 of stuur een e-mail naar advertenties@crv4all.com

V E E T E E LT V L E E S

VV06_p13.indd 13

J U N I

2 0 1 4

13

12-06-14 14:39


D E

W E E K

VA N

H E T

V L E E S V E E

Nederlandse vleesveehouders geven kijkje in de stal tijdens de Week van het Vleesvee

Passie en trots Meer dan 35 vleesveebedrijven met verschillende rassen en verspreid over heel Nederland hielden tijdens de Week van het Vleesvee open dagen voor het grote publiek. Het was een initiatief van de Federatie Vleesveestamboeken Nederland. ‘Burgers uit de eigen regio zijn immers meer dan ooit van levensbelang voor het voortbestaan van de vleesveehouderij,’ zo luidt het bij federatie voorzitter Guus Laeven. Een impressie op drie bedrijven over passie en trots. tekst Florus Pellikaan, Ivonne Stienezen, Tijmen van Zessen

FA M I L I E

VA N

T E L G E N ,

L E LY S TA D

Op Hoeve Vredeveld zijn bezoekers welkom en is het eigenlijk dagelijks ‘open dag’ Ras: Aantal dieren: Aantal kalvingen: Aantal hectare:

Vanwege de open dag neemt Marc de bezoekers hier ook mee naartoe. ‘Eigenlijk had ik de nieuwe stier al bij dit koppel willen jagen, maar vanwege de open dag doe ik dat maar na het weekend.’ Jaarlijks laat de familie Van Telgen acht dieren slachten voor verkoop in de eigen boerderijwinkel. Dat loopt goed, er is

hereford 40 14 40

inmiddels een behoorlijk vaste klantenkring opgebouwd. Om te zorgen voor een zo constant mogelijke vleeskwaliteit, worden de meeste stierkalveren afgemest als os. ‘Op deze manier is de kwaliteit vergelijkbaar met het vlees van de vrouwelijke dieren’, legt Marc uit.

Het bedrijf van Marc en Astrid van Telgen-Groot in Lelystad heeft bijna dagelijks ‘open dag’. Het bedrijf Hoeve Vredeveld telt niet alleen 40 herefords, maar doet ook dienst als zorgboerderij, heeft een boerderijwinkel en zelfs een tak met kinderopvang. ‘Omdat we overdag altijd open zijn, was het voor ons logisch om mee te doen aan de open dag’, vertelt Astrid. ‘Maar we hebben er niet veel ruchtbaarheid aan gegeven, dus het aantal extra bezoekers voor de open dag was beperkt. Wel hebben we collega-herefordfokkers over de vloer gehad.’ Een klein koppel van de herefords loopt altijd op het bedrijf, vooral vanwege de zorgboerderij. De rest van de dieren loopt in een natuurgebied in de polder.

14

V E E T E E LT V L E E S

VV06_WeekVanHetVleesvee.indd 14

JUNI

2014

16-06-14 15:00


REMCO DE HEUS EN GERT SNITSELAAR, WERKHOVEN

Gert Snitselaar: ‘Ik geloof in het concept om de consument erbij te betrekken’ Hoewel hij nog geen jaar geleden startte met zijn vleesveebedrijf, meldde Gert Snitselaar (31) uit Werkhoven zich direct aan voor de open dag. Ruim 150 mensen kwamen uiteindelijk een kijkje nemen op het kersverse vleesveebedrijf. ‘Ik wil me inzetten voor een goed, betrouwbaar en duurzaam Nederlands product, dat geproduceerd wordt op een bedrijf waar een consument ieder moment van de

FA MI L I E

dag binnen kan lopen’, klinkt Snitselaar gepassioneerd. ‘Ik geloof in het concept om de consument erbij te betrekken.’ Op hetzelfde erf heeft Snitselaar ook een grote ontstoffings- en verpakkingslijn van hooi en stro voor knaagdieren. ‘De restproducten hiervan zet ik in op het vleesveebedrijf. Dit vergroot de marge bij het vleesvee en dergelijke kringlopen spreken de consument aan.’

H I S S IN K ,

Ras: Aantal dieren: Aantal kalvingen: Hoofdtak:

blonde d’Aquitaine en dikbil 385 (excl. 200 rosés) 60 productie van kleinverpakkingen hooi en stro

De jonge vleesveehouder is momenteel bezig met het aanvragen van het tweesterrenlabel voor een van de stallen. Ook vervangt hij de laatste dikbildieren in verband met de keizersnedediscussie en startte hij met eigen vleesverkoop. Tijdens de open dag had Snitselaar zich voorbereid op kritische vragen. ‘Maar ik merk bij consumenten geen grimmige houding, eerder misvattingen en gebrek aan kennis. Ze denken bijvoorbeeld dat blondes het kruisingsresultaat van holstein en dikbil zijn. Of weten niet welke rassen wel of niet natuurlijk afkalven.’

N I J B R O E K

Gerrit Hissink: ‘De vleesveesector staat te vaak negatief in de publiciteit’ ‘De Romeinen hebben dit ras als trekdier laten overkomen uit Azië. Kijk maar naar die zware voorhand, dat maakte deze runderen geschikt voor zwaar werk op het land. Maar de marchigiana werd ook benut voor de melk en het vlees.’ Aan het woord is Gerrit Hissink (64). De vleesveehouder uit Nijbroek vertelt een bezoeker over de herkomst van het ras waar hij zo graag mee fokt. Begin mei bezocht hij nog een nationale show in de Italiaanse regio Marche, de streek waar het ras is gefokt tot wat het nu is. Samen met zijn zoon Wouter (19) heeft Hissink in totaal zo’n twintig marchigiana’s. Zaterdag 14 juni stelden ze in het teken van de Week van het Vleesvee hun zoogkoeienbedrijf open voor publiek. ‘We willen de mensen laten zien dat we goed omgaan met ons vee. De vleesveesector

Ras: Aantal dieren: Aantal kalvingen: Aantal hectare:

staat te vaak negatief in de publiciteit, wij willen open zijn over de wijze hoe vleesvee wordt gehouden’, zegt Gerrit Hissink. De veehouder verwacht dat bezoekers daarmee inzien dat ze een vertrouwd stukje vlees op tafel krijgen. Wouter is van plan om te gaan studeren aan het CAH Vilentum in Dronten. Hij wil de vleesveehouderij van zijn ouders voortzetten en combineren met een inkomen buitenshuis. ‘Ik wil graag naar de vijftien moederdieren, op dit moment zitten we rond de tien. We gaan meer fokken met Italiaanse ki-stieren; in de toekomst wil ik op keuringen meedoen met de top. Maar eerst moeten we een nieuwe schuur zetten. We denken aan een hellingstal.’

V E E T E E LT V L E E S

VV06_WeekVanHetVleesvee.indd 15

marchigiana 20 7 7

J U N I

2 0 1 4

15

16-06-14 15:00


I N T E RV I E W

Amateuristische aanpak in de vleesveehouderij houdt veehouders in armoede

Copernicaanse omwenteling nodig in de vleessector Het gaat niet zo best in de vleesveehouderij. Jan de Keyser van kredietverstrekker Fortis en Ricci Focke van hulporganisatie Boeren op een Kruispunt laten hun licht schijnen over de gezondheidstoestand van de sector. Er is voor het veilig stellen van de toekomst een radicale omwenteling nodig. tekst Annelies Debergh, Guy Nantier

H

et jaar 2005 is het laatste geregistreerde jaar met een normale rentabiliteit in de rundveesector. In 2012 had ongeveer tachtig procent van de vleesveehouders geen positief inkomen. Maar hoe kijkt een bank tegen de sector aan en hoe beleeft een hulporganisatie voor boeren in nood de lage rentabiliteit in vleesveehouderij? VeeteeltVlees zette Jan de Keyser en Riccy Focke tegenover elkaar aan tafel. Jan de Keyser is in het dagelijkse leven agra-

16

V E E T E E LT V L E E S

VV06-interview keyser,focke.indd 16

JUNI

risch directeur bij BNP Paribas Fortis en staat zo nauw in contact met de groeibedrijven en dynamische bedrijven in de

landbouwsector. Tegelijk neemt Riccy Focke het als directeur van hulporganisatie Boeren op een Kruispunt op voor de

Jan de Keyser: ‘Naast een goede omvang moet ook de verkoop op het bedrijf geprofessionaliseerd zijn’

2014

12-06-14 16:35


bedrijven die moeite hebben om hun verhaal financieel rond te krijgen en die te kampen krijgen met allerhande leed. Ook Riccy Focke beschikt over een bancaire achtergrond.

Moeilijke evaluatie 2013 De vraag om het voorbije jaar 2013 te evalueren, blijkt moeilijk. Als eerste tracht Jan de Keyser dit te doen. ‘Banken beoordelen de landbouw niet op sectorniveau’, begint hij. De Keyser legt uit hoe dat dan wel gebeurt. ‘Banken monitoren een aantal bedrijven die representatief zijn voor de gezonde groeiers in de sectoren, want we zijn eigenlijk geïnteresseerd in die bedrijven die we gefinancierd hebben.’ Wanneer Jan de Keyser toespitst op de

Riccy Focke: ‘Belgisch-witblauwvlees is het beste product om te verkopen, maar uiterst moeilijk om geld aan te verdienen’ eerste geld in de lade komt. Wanneer de overnemer de kosten bij de overname heeft onderschat, dan komt een dergelijk bedrijf al snel in liquiditeitsproblemen.’ Riccy Focke van Boeren op een Kruispunt kijkt vanuit een andere hoek tegen de vleesveehouderij aan. Hij beaamt net als Jan de Keyser dat vleesveehouders van alle sectoren het meest emotioneel gebonden zijn met hun productiefactoren. ‘Vleesvee is passie en liefde en dat is geen economie.’ Focke gaat rechttoe rechtaan nog een stap verder. ‘Het Belgisch-witblauwras levert het meeste kwaliteitsvlees, het vlees is bovendien gezond en mals. Het is het beste product om te verkopen, maar uiterst moeilijk om er – als producent – geld aan te verdienen.’

voor duidelijk betere cijfers aan het einde van de rit.’ De trend voor 2013 is volgens De Keyser dan ook positief. ‘Het laatste jaar was voor vleesveehouders beter dan het jaar voordien.’

Afrikaanse economie Riccy Focke kijkt sceptisch naar de bedrijfsresultaten in de totale vleesveehou-

Professionals versus hobbyisten

Riccy Focke

vleesveesector, dan weerklinkt zijn antwoord erg duidelijk. ‘Vleesveehouderij scoort het laagst in rendement op het eigen vermogen. Het is een zeer extensieve en emotioneel gebonden sector met een bovengemiddelde vraag naar kapitaal. We zien dat vooral de jonge bedrijven het verschrikkelijk lastig hebben om de lange cyclus van kalf tot afzetproduct te dragen.’ Hij verklaart zich nader. ‘Het duurt doorgaans twee jaar voor het

Als het over rentabiliteit van de sector gaat, maakt Focke een eenvoudige rekensom. ‘Vreemd vermogen kost drie tot vier procent, maar dat rendement halen slechts enkele uitzonderingen – variabele kosten, bank en arbeidsloon afgetrokken – met het houden van vleesvee op gronden van meer dan 35.000 euro per hectare’, klinkt het nuchter. ‘Dat gebeurt dus wanneer passie en liefde spelen in plaats van economie.’ Jan de Keyser kijkt wel positief naar de vleesveehouderij, met name de professionele vleesveehouderij. Die staat er volgens hem anders in. Hij wijst op de groep ondernemers die wel geld verdienen aan vleesveehouderij. ‘Er zijn bedrijven waar dat rendement wel gehaald wordt. Ik spreek weliswaar over een klein segment, maar die bedrijven hebben schaalgrootte en ze bezitten ook marktmacht.’ Juist in het aspect marktmacht schuilt volgens De Keyser het verschil met de hobbybedrijven. ‘Aan de opbrengstzijde zit een groot verschil. Er zijn bedrijven die erin slagen om hun dieren beter te vermarkten met meer rendement. Vaak zijn op die bedrijven ook de technische resultaten beter. Die bedrijven hebben een kortere tussenkalftijd, hebben meer levende kalveren en krijgen hun product ook nog eens beter verkocht. Dat zorgt

Jan de Keyser

derij. ‘Met de huidige kosten krijgen we de klassieke vleesveehouderij vandaag niet rondgerekend.’ Toch meldt Focke dat er weinig problemen en vragen komen vanuit de vleesveehouderij bij Boeren op een Kruispunt. Het hobbymatige karakter dat aan de vleesveehouderij vastkleeft, is daar debet aan. ‘In tijdschriften zie je vooral artikelen over hobbyboeren. Dat toont hoe het de sector vergaat. In Vlaanderen zijn er 9000

V E E T E E LT V L E E S

VV06-interview keyser,focke.indd 17

J UN I

2 0 1 4

17

12-06-14 14:33


I N T E RV I E W

18

zoogkoebedrijven actief waarvan twee derde minder dan twintig dieren telt. Slechts 1500 bedrijven houden meer dan veertig zoogkoeien. De voorbeeldbedrijven die een economische activiteit uit vleesvee halen, komen zelden in beeld. Ze zijn een minderheid, ze bestaan bij wijze van spreken amper.’ Dat er weinig hulpvragen uit de vleesveehouderij komen, verwondert Riccy Focke niet. ‘Op de bedrijven wordt een vorm van Afrikaanse economie bedreven. Als er liquiditeiten nodig zijn, dan

vleesveehouders geen winstkansen meer zijn in de sector. Hij gaat uit van de kracht van het aantal. Jan de Keyser: ‘Omvang is een bepalende factor in het rendement. “Weeg ik zwaar genoeg in de markt?” is dé vraag die menig veehouder zich zou moeten stellen. Iemand met omvang weegt op de bank, op zijn voerfabriek, heeft meer mogelijkheden en weegt zwaarder op de periferie zoals de veehandelaar of de dierenarts. De omvang maakt ook het grote verschil aan de opbrengstzijde. Naast een goede om-

‘Voor investeringskredieten baseren we ons op de gemiddelden van de sector die we verder verfijnen met de eigen bedrijfsresultaten. De btw-listing bijvoorbeeld is een bruikbaar instrument om inzicht te krijgen in de financiële stromen van een bedrijf. We nemen ook de “afstamming” van de investeerder mee in het verhaal. Vaak gaat het over bedrijven die al langer een relatie hebben met de bank. Er moet ook een eigen financiele buffer zijn van minstens twintig procent. De slotsom is dat het een vrij com-

worden er dieren verkocht. Het grote voordeel van vleesvee is dat de veestapel vanzelf weer aangroeit. Twee jaar later heerst er dan het gevoel dat het kapitaal weer even groot is.’ Volgens Riccy Focke is de problematiek in de sector eenvoudig te herleiden. ‘Zolang er veel veehouders zijn die hun dieren verkopen zonder ze eerst te wegen en zonder vooraf ook duidelijke prijsafspraken te maken, kan er gewoon niet verdiend worden in de sector. De voorgespiegelde kans op winst – ‘ooit eens’ – weerhoudt mensen om van spoor te veranderen en houdt de gezinnen in problemen.’ Jan de Keyser spreekt tegen dat er voor

vang moet ook de verkoop geprofessionaliseerd zijn.’ Focke merkt wel op dat schaalvoordelen ook schaalnadelen kunnen inhouden: als je aan het verliezen bent met ‘veel’ vleesvee, kan het heel snel gaan. Kijk maar naar een paar voorbeelden in andere sectoren. ‘Het ene jaar een succesbedrijf, het volgende jaar een ramp.’

plex verhaal is, dit in tegenstelling tot andere landbouwsectoren.’ Volgens Riccy Focke gebeurt veel binnen gemengde structuren waar het voeren van een bedrijfsboekhouding vaak te wensen overlaat. Riccy Focke schat dat slechts twintig procent van de bedrijven een betrouwbare bedrijfsboekhouding voert. ‘Bovendien zit nog 48 procent van onze landbouwbedrijven in het forfaitair belastingsstelsel. Met een volledige boekhouding zou er een beter financieel inzicht kunnen ontstaan. Maar dat krijg je fiscaal niet verdedigd in Vlaanderen.’ Hij adviseert: ‘Reken voor uzelf en niet met mensen die te ver van uw bedrijf staan. Hou bij investeringskredieten – grond,

V E E T E E LT V L E E S

VV06-interview keyser,focke.indd 18

JUNI

Financieel inzicht onvoldoende Op de vraag of er ook wel voldoende financiële kennis in de vleesveesector aanwezig is, klinken de beide heren negatief. Hoe kunnen banken zich dan een goed beeld vormen over investeringsplannen van bedrijven? Jan de Keyser:

2014

12-06-14 14:33


stal, machines, veestapel, voeders, productierechten – een eigen financiële buffer van vijftig procent voor ogen.’

Meer beroepskennis nodig Dat technische cijfers evenzeer belangrijk zijn, zeker bij investeringsplannen, beaamt Jan de Keyser volmondig. Hij maakt wel een kanttekening. ‘Als we kijken naar andere sectoren, dan is met een grote betrouwbaarheid het inkomen te schatten aan vaste parameters, zoals het aantal biggen per zeug, het aantal gepro-

duceerde kilo’s tomaten of appels. In de rundveehouderij zijn parameters moeilijk meetbaar. Als een veehouder een slecht jaar achter de rug heeft, dan zijn er een hoop excuses voor de ondermaatse resultaten. Er bestaan nog veel uitvluchten. In andere sectoren komen ondernemers veel sneller bij zichzelf uit.’ Wat betreft de technische beroepskennis komt ook de rol van de periferie ter sprake. ‘Ik geloof in de vernieuwende rol van de dierenartsen’, zegt De Keyser. ‘De dierenarts neemt daarin een zekere verantwoordelijkheid op en kan een verbindende factor zijn.’ Riccy Focke beklemtoont: ‘In de praktijk zien we situaties waarin het korteter-

mijnrendement van erfbetreders primeert boven het duurzaam rendement van de boer.’ Jan de Keyser pareert en zegt bijvoorbeeld dierenartsen te kennen die meedenken met de boer. Focke: ‘Dat zijn dan wellicht de dierenartsen die zich blijven vervolmaken in bedrijfsbegeleiding van vleesveehouders.’ Jan de Keyser maakt zijn punt verder af: ‘Een voorwaarde ook om technisch beter te scoren, is voldoende transparantie in de sector krijgen. In de intensieve sectoren gaat het topsegment heel open met cij-

heid geeft. Tot slot moet de periferie, zowel voor als achter het bedrijf, haar verantwoordelijkheid opnemen.’ Riccy Focke: ‘Achttien procent van onze bedrijven, in alle sectoren, hebben drie jaar na mekaar een negatief inkomen. Niemand die op die bedrijven komt, zegt dat de boer zo niet verder kan en iets rendabeler kan gaan doen. Als straks het melkquotum vrijkomt, dan gaan de gemengde bedrijven hun vleesveenutriëntenemissierechten gebruiken voor melkkoeien.’

fers om. Vleesveehouders delen nog altijd erg weinig met elkaar.’

Riccy Focke denkt niet dat de daaropvolgende krimp van de vleesstapel een positief effect zal hebben op de prijs van het afzetproduct. ‘Ik maak mij grote zorgen, want de plaats in de schappen zal opgevuld worden met geïmporteerd vlees. Als een sector te klein wordt, verliest ze draagkracht. De mooiste kansen liggen bij mensen die de markt zelf in handen nemen: eigenhandige verkoop van fokmateriaal, rechtstreekse verkoop naar slagers die je foto in de winkel hangen, thuisverkoop, “crowdbutching”. Het aantal dieren is dan niet meer belangrijk, de eerlijke marge die per dier wordt gerealiseerd, des te meer. En dat was nu al jarenlang het knelpunt, toch?’ l

Welles-nietestoekomst Heeft de roodvleesproductie nog een toekomst rekening houdende met de steeds wijzigende maatschappelijke inzichten rond het eten van vlees en dierwelzijn? Volgens Jan de Keyser is er desondanks toekomstperspectief. Hij wijst op enkele bijzondere marktinitiatieven van ondernemers uit de vleesveesector en enkele succesverhalen van thuisverkoop. ‘We moeten ervoor zorgen dat de ondernemer voldoende technische kennis heeft, voldoende groot is en kan steunen op een overheid die voldoende rechtszeker-

V E E T E E LT V L E E S

VV06-interview keyser,focke.indd 19

J UN I

2 0 1 4

19

12-06-14 14:33


D I E R G E Z O N D H E I D

Wilko Dubbink: ‘Een larvendodend middel richt zich op 80 procent van de vliegenpopulatie’

Vliegenbestrijding start vaak te laat De kans op veel vliegen is volgens deskundigen dit jaar door het vroege voorjaar groot. Het bestrijden van alleen volwassen vliegen is echter te eenzijdig om de druk te verminderen. Verder onderzoek naar vliegenbestrijding in de toekomst is nodig. tekst Florus Pellikaan

O

p 9 maart tikte de thermometer dit jaar voor het eerst de twintig graden Celsius aan. Bijna een maand eerder dan gemiddeld. En het bleef niet bij deze warme dag, maar het gehele voorjaar was warmer en daardoor vroeger dan andere jaren. Ook de eerste vliegen leken zich dit jaar eerder aan te dienen. ‘We hebben in Nederland geen meetpunt voor insecten, dus we kunnen over de huidige mogelijk grotere vliegenpopulatie geen uitspraken doen gebaseerd op cijfers’, vertelt Willem Takken, hoogleraar medische en veterinaire entomologie (insectenwetenschap) aan de Wageningen Universiteit. ‘Maar omdat we geen winter hebben gehad, zullen er weinig vliegenlarven als pop door de kou zijn gestorven. In het voorjaar komen naargelang de temperatuur de poppen uit. Gezien de warmte is het niet ondenkbaar dat er echt eerder vliegen zijn.’

Extra generaties vliegen Bij een temperatuur van circa zestien graden duurt het generatie-interval van een vlieg volgens Takken ongeveer een maand. Bij hogere temperaturen kan dit korter zijn. Afhankelijk van hoe de zomer verloopt, is het door het vroege voorjaar mogelijk dat we dit jaar één of twee generaties meer vliegen krijgen en dat zal invloed hebben op de omvang van de populatie. ‘Een vlieg legt in zijn volwassen leven van twee tot drie weken zeker tweehonderd eitjes, waardoor de vliegenpopulatie in enkele generaties exponentieel kan groeien.’ Ondanks een eventuele vroege komst

20

van de vlieg is er op dit moment nog geen opleving in de handel van vliegenbestrijdingsmiddelen merkbaar. Dat stelt Wilko Dubbink, hoofd verkoop bij Bio Enterprise, toeleverancier van agrarische producten aan handelspartijen. ‘Veehouders beginnen pas met bestrijden als er sprake is van overlast, omdat vliegenbestrijding nu eenmaal vaak als een kostenpost wordt gezien.’ Henk Kuijk, dierenarts bij farmaceut MSD Animal Health, vult aan: ‘En daardoor is de vliegenbestrijding bij veel veehouders een beetje hapsnapbeleid. Maar als de overlast groot is, ben je eigenlijk al te laat.’

Verspreiden ziekteverwekkers De deskundigen benadrukken dat vliegenbestrijding als meer dan een kostenpost moet worden gezien. ‘Doordat vliegen steken en hinderlijk fladderen zorgen ze ervoor dat koeien minder aan rust en natuurlijk gedrag toekomen. Dat kost voeropname en daarmee productie’, stelt Linda van Wuijckhuise, dierenarts bij de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD). ‘Bovendien kunnen vliegen via de poten en mond ziekteverwekkers verspreiden. Bekend zijn wrang en de oogontsteking houw. Maar vliegen kunnen ook diarree en andere vormen van mastitis overbrengen.’ Ook sluit Van Wuijckhuise niet uit dat vliegen een rol spelen bij de verspreiding van de zogenoemde weidekoorts, met als symptomen langdurige koorts, dalende melkgift en soms dikke gewrichten en verwerpen. Bestrijden van vliegen is dus wel degelijk

van belang, maar de deskundigen wijzen allereerst op goede preventiemaatregelen. ‘Voerresten, mest en geknoeide melk zijn kweekplaatsen voor nieuwe vliegen’, stelt Van Wuijckhuise. ‘Vliegen in stallen zijn niet helemaal te voorkomen, want alleen de geur van koeien trekt al vliegen aan. Maar door hygiënisch te werken is vliegenoverlast zeker te verminderen.’ Nu onder invloed van premies en maatschappelijke druk mogelijk meer koeien naar buiten gaan, wil dat zeker niet zeggen dat koeien minder last van vliegen

V EVEETEETEELETL TJ V A LN EUEAS R JI U1N/ I2 22001049

VV06_Vliegenbestrijding.indd 20

12-06-14 14:21


Plaatsen waar vliegen voorkomen op het rund De afbeelding toont de voorkeursplaatsen van de diverse vliegensoorten die bij het rund voorkomen (bron: MSD Animal Health)

kleine weidesteekvlieg (Haematobia irritans) paardenluisvlieg (Hippobosca equina) stal- of steekvlieg (Stomoxys calcitrans)

Voor het bestrijden van vliegen zijn twee succesvolle manieren: voorkomen dat een larf een vlieg wordt door een larvendodend middel en volwassen vliegen bestrijden in de stal of op het dier. Dubbink: ‘In de melkveehouderij is de omzet van pour-ons en oorflappen voor bestrijding op het dier verreweg het grootst en die groeit sectorbreed ook nog steeds. De producten zijn zeker effectief tegen de overlast voor het dier, maar om de vliegendruk echt onder de knie te houden zijn ze te eenzijdig. Een larvendodend middel is de belangrijkste schakel in de vliegenbestrijding. Het richt zich op 80 procent van de vliegenpopulatie die niet zichtbaar is en als eitje, larf of pop in bijvoorbeeld de mestkelder verblijft.’

Resistentie op de loer zouden hebben. ‘Het is zelfs zo dat in heel luchtige, lichte en hygiënische stallen soms minder vliegen op dieren voorkomen dan in de wei. Het is ook een vergissing om te denken dat vliegen van buiten massaal mee naar binnen komen en omgekeerd’, stelt Henk Kuijk. ‘Bijvoorbeeld de huisvlieg, die niet bijt, is typisch een vlieg die binnen voorkomt, terwijl de kleine weidesteekvlieg vooral buiten op de dieren te zien is. Iedere vlieg heeft ook zijn eigen voorkeursgebied op het lijf van de koe’, zegt Kuijk (zie afbeelding rechtsboven).

Het aantal vliegenbestrijdingsmiddelen is de laatste tien jaar fors uitgedund. ‘Middelen tegen volwassen vliegen in de stal zijn er met een stuk of twintig producten nog ruim voldoende. Ook met twee soorten pour-ons en oorflappen is er op het dier nog voldoende langwerkende bestrijding mogelijk. De larvenbestrijding is wat mogelijkheden betreft het kritieke punt’, vertelt Dubbink. Neporex mag op het moment van schrijven niet meer worden verkocht. ‘Hopelijk komt het weer terug, maar momenteel is er voor de larvenbestrijding nog één werkzame stof beschikbaar.’

herfst- of oogvlieg (Musca automnalis) zweet- of bosvlieg (Hydrotaea irritans) huisvlieg (Musca domestica en Fannia canicularis)

Alhoewel de praktijk zich op dit moment met de bestaande middelen nog redt, luidt hoogleraar Takken de noodklok. ‘Insectenbestrijding loopt in de veehouderij ten opzichte van bijvoorbeeld de akkerbouw gigantisch achter. Er wordt nauwelijks onderzoek naar gedaan, hooguit door de industrie, maar dat is commercieel ingegeven. Wanneer er in Nederland, net als in Denemarken, resistentie optreedt, is er totaal geen vliegenbestrijding meer mogelijk.’ Takken breekt dan ook een lans voor sectorbreed onderzoek naar vliegenbestrijding, waarbij wat hem betreft de mogelijkheden van natuurlijke bestrijding worden onderzocht. ‘De tuinbouw maakt veel gebruik van parasitaire insecten voor de bestrijding van vliegen en in Israël blijkt dat ook bij de veehouderij goed te werken, ook in een open stal.’ Daarnaast loopt volgens Takken een internationaal onderzoek naar een bacterie die op biologische wijze vliegen doodt. ‘De West-Europese veehouderij zou hier ook in moeten investeren.’ Ongeacht de mogelijke komst van natuurlijke bestrijdingsmogelijkheden, is het volgens de deskundigen niet ondenkbaar dat de chemische vliegenbestrijding op termijn met regels te maken krijgt. Het is bijvoorbeeld al bekend dat veehouders vanaf 2015 voor het gebruik van muizen- en rattengif een cursus moeten volgen. l

V E E T E E LT V L E E S

VV06_Vliegenbestrijding.indd 21

J U N I

2 0 1 4

21

12-06-14 14:21


E C O N O M I E

LTO roept in visietekst op tot samenwerking in regionale ketens

‘De markt schreeuwt om ons vlees’ Marktkansen samen benutten en positieve punten meer uitdragen, dat zijn de boodschappen uit de toekomstvisie van LTO vleesvee. Voorzitter Leon Moonen: ‘We zijn in Nederland voor 56 procent zelfvoorzienend in rundvlees. En toch verdwijnt er prachtig rundvlees in het grijze circuit. Dat moet veranderen.’ tekst Alice Booij

22

VV06_LTOVisie.indd 22

V E E T E E LT V L E E S

JUNI

O

fficieel is de LTO-toekomstvisie vleesveehouderij in Nederland nog niet uit. Het was de bedoeling het eerste exemplaar aan staatssecretaris Sharon Dijksma uit te reiken in de Week van het Vleesvee, die van 12 tot en met 15 juni werd gehouden. Heel toepasselijk, echter de bewindsvrouw had een overvolle agenda en daarmee schuift de eerste uitreiking door naar juli. Toch wil LTO-vakgroepvoorzitter vlees-

2014

16-06-14 13:40


vee Leon Moonen al wel uit de doeken doen wat er in de visie met de titel ‘Eerlijk is (h)eerlijk’ staat geschreven. ‘De visie dient als leidraad voor ons LTO-beleid tot 2019’, zo geeft hij de contouren aan. ‘Dat is vijf jaar, tot aan de nieuwe Gmemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB). Het is dan ongetwijfeld weer tijd voor nieuwe bespiegelingen.’

Eerste toekomstvisie Nog nooit eerder publiceerde LTO vleesveehouderij een toekomstvisie. Dat werd dus hoog tijd, vond Moonen. ‘We moeten als sector een houvast hebben, een handvat voor onze inzet, aandachtsgebieden waar we energie in steken en een doel voor de toekomst.’ Driekwart jaar heeft het bestuur er samen met zijn leden aan gewerkt. ‘We hebben het aan de leden voorgelegd en na kritische vragen en discussies zijn er zaken aangepast en fijngeslepen, net zolang tot

Leon Moonen: ‘Vlees voor een paar euro per kilo uit het buitenland halen is niet zo moeilijk, maar wat als daar niets aan milieu wordt gedaan?’

er een plan lag dat breed gedragen is.’ Hij noemt de toekomstvisie een ‘kapstok met allemaal haken’ waar verschillende onderwerpen aan zijn gehangen. De rode draad in de visie is de markt. ‘Niet zozeer een thema waar we als LTO wat aan kunnen doen, maar wel belangrijk voor alle onderwerpen waar we op inzetten. Uiteindelijk bepaalt de markt.’ Naast verschillende marktpartijen zijn ook bedrijfsleven en overheid gevraagd naar verwachtingen en ontwikkelingen en zo zijn er vier thema’s ontstaan in de visie. ‘Die vier thema’s zijn duur-

zaamheid, ruimtelijke ordening, innovatie en internationaal’, somt Moonen op. Leidend is natuurlijk de markt en Moonen maakt de balans op. ‘Het verbaast me dat we in Nederland maar voor 56 procent zelfvoorzienend zijn in rundvlees en dat er kwaliteitsvlees in het grijze circuit verdwijnt.’ Zo’n grijs circuit betekent een anoniem verhaal en is zeker geen meerwaarde in de vorm van een hogere prijs. ‘Dat moet veranderen.’ Om daar beweging in te krijgen, wil LTO een verdere samenwerking stimuleren tussen ketenpartijen, bijvoorbeeld tussen vleesveehouders en slagers. ‘We willen ze met elkaar in gesprek brengen om zo korte regionale ketens op te zetten. Er komt vraag naar Nederlands rundvlees’, luidt de overtuiging. ‘En ja, dan komt er ook een betere prijs.’ Het Nederlandse rundvlees is van een hoge kwaliteit en vleesveehouders zouden dat echt veel meer moeten uitdragen. ‘We hebben een mooie sector met een exceptioneel laag antibioticagebruik, veel dierenwelzijn én een verhaal’, vat Moonen samen. ‘Dat moeten we aan onze omgeving vertellen en laten zien; in geen enkel ander land kunnen ze dat waarmaken.’ Over die internationalisering maakt LTO vleesvee zich dan ook terecht zorgen. ‘De Europese consument moet het doen met vlees uit Noord- en Zuid-Amerika. Maar wat weten we daar eigenlijk van?’ In Brussel probeert hij het wel onder de aandacht te krijgen. ‘Ik wil dezelfde condities voor dierenwelzijn, antibioticagebruik en registratie. Vlees voor een paar euro per kilo binnenhalen is niet zo moeilijk, maar wat als er voor dat vlees niets aan milieu wordt gedaan?’ De lobby is daarmee heel belangrijk. ‘Daar kunnen we niet tegen concurreren, we moeten onder de aandacht blijven brengen dat er duidelijk verschil is met vlees dat in Nederland is geproduceerd.’

Marktconcepten ontwikkelen Ondertussen legt LTO de focus op de Nederlandse consument. Want die is bereid meer te betalen voor duurzaam geproduceerd vlees, citeert Moonen uit onderzoek van Foodlog. ‘We hebben meerwaarde en kunnen dat ook realiseren. De helft van de consumenten wil en kan meebetalen om die 56 procent rundvleesproducten van een goede prijs te voorzien.’ Ook bij de overheid proeft Moonen bereidheid hierop in te spelen. ‘Er komt vanuit het ministerie geld beschikbaar

om nieuwe marktconcepten op te zetten, het is aan ons om dat op te pakken.’ Hij realiseert zich dat niet iedere vleesveehouder even gemakkelijk een slagerij binnenloopt. ‘Maar dat zijn wel stappen die je met drie of vier boeren samen kunt zetten. Je hebt het perfecte verhaal voor de consument en die wil de slager ook “verleiden”.’ Hoe gaan we de consument van de kiloknallers afhalen? Deze vraag heeft LTO bij het opstellen van de visie dan ook volop beziggehouden. ‘We moeten ook accepteren dat er mensen zijn met een smalle beurs die niet iedere dag vlees kunnen eten. Maar als we ons onderscheiden, moet die plus uit de markt te halen zijn.’ Eén van die overtuigende argumenten voor de consument in de houderij van vleesvee is duurzaamheid, benadrukt Moonen. ‘We werken met een zacht ligbed en stro’, noemt hij als voorbeelden. ‘Voor bodemleven, broedvogels en structuur van de grond is deze stromest van grote waarde.’ Kenmerken die ook benadrukt moeten worden in het kader van milieuvriendelijk werken. ‘De veel toegepaste hellingstallen hebben een veel lagere ammoniakemissie dan potstallen bijvoorbeeld.’ Hij noemt ook de natuurbegrazing een dikke plus voor de vleesveehouderij. ‘En de keizersnede is misschien een lastig onderwerp, maar dat wordt ambitieus opgepakt door de sector met als doel meer natuurlijke geboorten.’

Stal bij natuurgebied Het zijn typische eigenschappen van de vleesveehouderij die niet alleen bij consumenten, maar ook bij de overheden dicht bij huis onder de aandacht gebracht moeten komen. ‘Het moet ook mogelijk zijn om dicht bij natuurgebieden stallen te bouwen’, zegt Moonen. ‘En dan wel graag volgend jaar een vergunning en niet drie jaar wachten en vier kilo papier inleveren voordat er een stal gebouwd kan worden’, vervolgt hij. Daarbij voorziet hij ook dat er de komende jaren innovatieve bijzondere staltypes zullen komen, ook weer een uitdaging om de overheid hiervan te overtuigen. ‘Er is een omslag in denken nodig bij politici.’ Ook daarvoor is openheid nodig, benadrukt de LTO-vakgroepvoorzitter. ‘We moeten laten zien wat we doen. De Week van het Vleesvee is hiervoor een prachtig middel. Die gaan we straks goed evalueren en zeker voor volgend jaar weer goed op de agenda zetten.’ l

V E E T E E LT V L E E S

VV06_LTOVisie.indd 23

J UN I

2 0 1 4

23

16-06-14 13:41


B E D R I J F S R E P O RTA G E

Roel van Dijk zet met zijn afgemeste Belgische blauwen koeien in op streekproduct

Vol gas voeren Roel en Toke van Dijk Naast 90 melkkoeien mesten Roel en Toke van Dijk uit Rhenen Belgische blauwe koeien af. Ze verkopen het vlees onder de naam Vleesboerderij Het Binnenveld.

Een nieuwe strostal met een capaciteit van 300 koeien, verkoop aan huis en promotie als streekproduct. ‘De staldeuren openzetten en vertellen over je product’, luidt het motto van Roel Rhenen

Belgisch witblauw Aantal dieren: 30 Capaciteit af te mesten dieren: 300 Ras:

M

aar liefst 717 kilo woog de algemeen vrouwelijke kampioen van de paasveekeuring in Schagen. Haar mester Roel van Dijk glimlacht er nog bij. ‘Het was een superdag. We doen al zeven jaar mee in Schagen, nu haalden we het hoogste kampioenschap.’ Een andere zwartbonte – iets fijnere – vaars, die kampioene op de paasveekeuring in Rhenen werd, liet de weegschaal doorslaan naar 628 kilo. ‘Ze zijn beide naar

24

van Dijk van Vleesboerderij Het Binnenveld. ’We hebben zelfs een vegetariër in de stal gehad die met biefstuk het erf afreed.’ tekst Alice Booij

een slager gegaan die speciaal voor de paasdagen bij mij een koe koopt. Ik ben nu alweer op zoek naar de koe die ik volgend jaar ga meenemen. De kick blijft.’ De passie voor vleesvee heeft Van Dijk al van jongs af. ‘Mijn vader had het ook en ook mijn werk is niet compleet zonder dikbillen.’ Naast de ruim 90 melkkoeien mest hij jaarlijks zo’n 130 koeien af. ‘We willen alleen de hoogste kwaliteit’, vertelt hij over de Belgische blauwen die

in de nieuwe (helling-stro)stal van 2013 lopen. ‘We kunnen opschalen naar 300 afgemeste dieren per jaar.’ Het streven is om minimaal de helft van de magere koeien uit Nederland te halen. ‘Het liefst heb ik koeien uit Nederland, maar zo veel goede dieren kan ik niet vinden. De koeien uit België zijn beter, gewoon een klasse zwaarder en ja, ook duurder.’ Maar de marges zijn de afgelopen jaren ook beter geworden. ‘Al-

V EV ET EET E LE TE V L TL V E EL SE E O S KJ TUON BI E 2R 0 21 04 0 9

VV06_van dijk.indd 24

12-06-14 15:06


hoewel het verschil tussen een dikbil en een melkkoe natuurlijk te klein is, dat lijkt nergens op. De waardering voor het luxe vlees is veel te laag.’

Coöperatie met accountmanager De vleesveehouder steekt sterk in op het vermarkten van zijn vlees als streekproduct op markten en bij de huisverkoop. Van Dijk is medeoprichter van coöperatie ‘Boerenhart’ in de Gelderse Vallei, waarbij verschillende agrarische ondernemers hun krachten bundelen om de producten direct bij de consument af te zetten. ‘Samen kun je meer’, zegt Van Dijk. ‘Niet alleen voor het maken van promotiemateriaal zoals websites en folders, maar ook voor het bemensen van kraampjes op streekmarkten en het organiseren van afzet. Ik heb geen tijd om elke maand bij restaurants langs te gaan om vlees te verkopen, maar dat moet je wel doen om in beeld te blijven. Als coöperatie kunnen we een accountmanager aantrekken die dat gaat doen.’ De vleesveehouder streeft naar afgemeste koeien met minimaal 450 kilo geslacht gewicht. ‘Hoe zwaarder, hoe beter. Dat betekent meer vlees voor hetzelfde werk.’ De leeftijd van de dieren maakt hem niet zoveel uit. ‘Als het maar zware, fijne koeien zijn, met snel afmesten komt er jong vlees op, ook bij een oudere koe.’

De afstamming of fokkerijachtergrond van zijn koeien vindt hij niet van belang. ‘Nee, daar heb ik geen verstand van en het interesseert me ook niet. Een fokker en een mester zijn twee heel verschillende mensen’, analyseert hij. ‘Fokkerij duurt me te lang, ik wil na twaalf weken weer naar een nieuwe kop in de stal kijken.’

Gezonde dieren groeien hard Om de hoge gewichten te bereiken, mest Van Dijk de koeien in tien tot twaalf weken af. ‘We voeren vol gas’, omschrijft hij de strategie. Het begint bij binnenkomst op het bedrijf met een strak protocol. ‘We scheren de ruggen eruit, geven ze een jongveemineralenbolus, ontwormen de koeien en behandelen ze tegen schurft. Pas als de dieren gezond zijn, kunnen ze hard groeien.’ De mestperiode start hij rustig. ‘De koeien krijgen ruwvoer, waaronder hooi en de eerste twee weken bouw ik de krachtvoergift langzaam op tot uiteindelijk 12 tot 14 kilo allmash van Bovimex. Je moet durven voeren.’ Met de paasveekandidaten gaat Van Dijk nog een stapje verder. ‘Dan ga ik wel tot 20 kilo krachtvoer per koe per dag. De lat ligt hoog, dus ze moeten voor honderd procent goed klaar zijn.’ Daarnaast krijgen de koeien ook brood en broodkruimels van een nabijgelegen bakkerij. ‘De koeien zijn er gek

op.’ Met natte bijproducten zou het rantsoen wel wat goedkoper kunnen. ‘Maar met deze kleine aantallen houd ik de kwaliteit niet goed en dan moet ik soms wel een derde weggooien.’

Zelf zien en horen De consument krijgt steeds meer belangstelling voor voedsel, signaleert Van Dijk. ‘Die wil weten waar voedsel vandaan komt, zelf zien en horen hoe het zit. Bij ons mogen ze komen kijken.’ Zo zet Vleesboerderij Het Binnenveld elke maand twee koeien vanuit de winkel direct naar consumenten af, een afzet die groeit. En dat terwijl de boerderijwinkel maar één dag in de week is geopend, op zaterdag van 10.00 tot 16.00 uur. ‘Zolang we geen rij tot aan de weg hebben staan, denken we er niet over om die openingstijden te verruimen.’ Wel stoppen Roel en zijn vrouw Toke energie in het openstellen van het bedrijf. ‘Ik ben heel open, ook als het over minder makkelijke onderwerpen gaat, zoals de keizersnede. Het is prima uit te leggen, zo is mijn ervaring.’ Dat de koeien in de nieuwe stal heel rustig en dik in het stro liggen, spreekt de bezoekers aan.‘ Hij heeft daarover nog een bijzondere anekdote. ‘We kregen een keer een vegetariër op ons bedrijf, maar die ging wel met biefstuk naar huis aan het einde van het bezoek.’ l

In de nieuwe strostal kunnen jaarlijks 300 koeien afgemest worden

V EV E T E E T E LE TE V L TL V E EL SE E O S KJ TUON BI E 2R 0 21 04 0 9

VV06_van dijk.indd 25

25

12-06-14 15:06


S E R I E

V E R S C H I L L E N

B I N N E N

D E

E U

B W B - A D V I E S C O M M I S S I E

Eind november 2013 werd de rascommissie Belgisch witblauw binnen VRV officieel geïnstalleerd. In deze serie stellen we de zes commissieleden voor die het Vlaamse witblauwstamboek adviseren in de opdrachten. Deel 1: Kristof De Fauw (editie maart) Deel 2: Lieven Lameire (editie april) Deel 3: Marc Raemdonck (editie mei) Deel 4: Frank Steukers (editie juni) Deel 5: Georges Van Laere (editie juli) Deel 6: Bart Willems (editie augustus)

Voor Frank Steukers staat het buiten kijf dat vruchtbaarheid in het ras topprioriteit is

Focus op aanwas Het ‘gezicht’ van de voormalige CRV-rascommissie witblauw, Frank Steukers, adviseert nu onder de vlag van het Vlaamse

D

e recente aanstelling als lid van de adviescommissie van het Vlaams Belgisch-witblauwstamboek betekent voor veehouder en leraar veehouderij en landbouweconomie Frank Steukers eigenlijk een doorstart. Tot dan was de Limburger lid en voorzitter geweest van de rascommissie Belgisch witblauw binnen CRV. Die rascommissie is opgeheven sinds de opstart van het Vlaams stamboek binnen VRV. Met de collega-veehouders in de rascommissie had hij een blauwdruk gemaakt voor de rascommissie binnen het grote geheel van CRV. De eerste opdracht bestond erin om het aanspreekpunt te zijn voor veehouders en fokkers in Vlaanderen en in nauw contact en overleg te zijn met het Waalse stamboek te Ciney. Als tweede opdracht diende de commissie adviezen te verstrekken met betrekking tot de productontwikkeling en de dienstverlening binnen CRV. Een hogere penetratie in Vlaanderen van de verschillende stamboekactiviteiten was een derde actiepunt. En tot slot was er het bedenken en het creëren van een economische en maatschappelijke meerwaarde voor het stamboekvee.

Niet alles is gelukt Vanwaar die doorstart? Frank Steukers: ‘Er is enerzijds de politieke realiteit in België. Landbouw – en dus ook stamboe-

witblauwstamboek. Er is tot tevredenheid vooruitgang geboekt. Maar een nieuw doel dient zich aan: vruchtbaarheid. tekst Guy Nantier

kaangelegenheden – is een Vlaamse materie geworden, en geen Belgische meer. De oprichting van een Vlaams stamboek was bijgevolg een wettelijke noodzaak, maar dat viel slecht in Wallonië.’ En anderzijds? ‘Anderzijds liep het overleg tussen de rascommissie en het Waalse stamboek niet echt lekker’, legt Steukers uit. ‘We moeten er niet flauw over doen. De bedoeling was en is wat mij betreft nog steeds om in alle openheid nauw samen te werken met het moederstamboek in Wallonië. Maar dan wel op een volwaardige en volwassen manier met respect voor eenieders uitgangspunten. Dat is niet gelukt omdat men bezuiden Brussel ons slechts een tweederangsrol wou toedichten.’ De veehouder noemt als voorbeeld de te enge visie rond het berekenen van de karkasindexen. ‘In Vlaanderen wilden we verder gaan dan enkel een fokwaarde voor karkasgewicht voor afmeststieren en ook kwaliteitsaspecten meenemen.’ Steukers blikt niettemin tevreden terug op de afgelopen periode binnen de rascommissie. ‘Er werd al veel gerealiseerd

Met een bijkomende hellingstal gaat het bedrijf naar 90 kalvingen

26

op het vlak van dienstverlening,’ zegt de leraar en veehouder en hij somt op: ‘Het stieradvies inteelt is nu online beschikbaar, de inteeltcoëfficiënt wordt op de stamboekkaart gepubliceerd en het managementprogramma VeeManager voor vleesvee werd verder uitgebouwd. En er werden Vlaamse karkasindexen ontwikkeld.’

Vruchtbaarheid op één Ook over het in de steigers zetten van een label ‘beschermde geografische oorsprong’ of BGA is de Limburger tevreden en hoopvol. ‘We hebben op een positieve manier meegewerkt aan het dossier. Kijk, als veehouders zijn we te veel met het boerenvak bezig. De toegevoegde waarde geven we daardoor al te vaak uit handen.’ Nu het testen op de zeven gekende erfelijke gebreken bijna is ingeburgerd, staat het voor Frank Steukers buiten kijf dat vruchtbaarheid en vruchtbaarheidsmanagement het verbeterpunt nummer één is geworden. Zelf heeft hij tot schade op het bedrijf een tussenkalftijd gehad van 450 dagen vanwege witvuilers. De oor-

De beste moederlijnen stammen af van Tison de Wihogne

VVE EE ETTE EE EL LTTVVL LE EE ES S J O UK N TI O2 B0 E1 R4 2 0 0 9

VV06_BWB4Steukers.indd 26

12-06-14 14:25


D E E L

Kerniel

4 :

Leeftijd: Activiteiten: Bedrijfsareaal: Bwb-fokkerij sinds: Aantal kalvingen: Fokdoel: Favoriete stier:

F R A N K

S T E U K E R S

52 leraar veehouderij en landbouweconomie, veehouderij 47 ha ruwvoer (mais, weiland, spelt en voederbieten) 1994 70 hoogtemaat en gewicht Tison de Wihogne (v. Torrero), ki-stier BBG

‘Bullseye en Ovalert zijn twee handvatten voor het management. Nu nog de genetische componenten vinden met genomics’ zaak blijft tot op heden onbekend ondanks het inschakelen van verschillende specialisten. De tussenkalftijd ligt op het bedrijf inmiddels opnieuw op 400 tot 420 dagen. ‘De lange tussenkalftijd is verdwenen zoals die gekomen is’, verhaalt Steukers. ‘Bijzonder. Ooit was de tussenkalftijd hier 380 dagen. Dat was top. Daar moeten we opnieuw naartoe. CRV heeft op het vlak van management al een handvat aangereikt door het symbool Bullseye op de stierenkaart te plaatsen voor de namen van stieren die bovengemiddeld goede bevruchters zijn. Met Ovalert, het vruchtbaarheidsmanagementpakket, is een tweede voorzet gedaan. Nu nog de genetische componenten vinden met genomics.’

SAP doorontwikkelen Een andere uitdaging ziet de veehouder in het doorontwikkelen van het huidige stieradvies (SAP) inteelt. ‘Op basis van de exterieurbeoordeling van de koeien en de exterieurfokwaarden van stieren moet hiermee een meerwaarde voor de stamboekwerking te realiseren zijn. En tot slot: het pwf-systeem voor ki-stieren moet efficiënter en sneller.’ Want het einddoel is voor Steukers duidelijk. Hij formuleert het als volgt: ‘Een witblauwe ruwvoerverwerker die probleemloos opgroeit zoals een Franse vleeskoe, maar met de kwaliteiten van een witblauwe.’ l Eigengemaakte kalverboxen

V E E T EVE EL ET TVELEELETSV LOEKETS O JBUE NR I 22000194

VV06_BWB4Steukers.indd 27

27

12-06-14 14:25


V O E R

V O O R

V L E E S B O E R

Dierwelzijn is contraproductief voor milieu Dierwelzijn en de CO2-voetafdruk conflicteren. Dat vertelde gewezen voorzitter Aalt Dijkhuizen van Wageningen UR bij de opening van het VIV Europe-congres. Volgens Dijkhuizen richt dierwelzijn zich op meer ruimte per dier en langzamere groei. ‘Beide aspecten verhogen de CO2-voetafdruk.’ Volgens Dijkhuizen is een hoge productiviteit op de beschikbare landbouwgrond de enige manier waarop genoeg voedsel geproduceerd kan wor-

den om de mensheid te (blijven) voeden. Een hoge productiviteit is bovendien gunstig als het gaat om de CO2-voetafdruk van de productie. ‘De uitstoot per eenheid product vermindert’, aldus Dijkhuizen. De benodigde hoge productiviteit kan volgens Dijkhuizen alleen maar bereikt worden als er gebruikgemaakt wordt van nieuwe technologieën, zoals genomics, precisielandbouw en het voorkomen van na-oogstverliezen.

Rode klaver geeft minimaal tien procent meeropbrengst Een mengsel van gras met rode klaver geeft zonder kunstmestgift minimaal tien procent meeropbrengst ten opzichte van maximaal bemest grasland zonder klaver. Dat is inzichtelijk gemaakt binnen het project Klaverklimaat. De totaalopbrengst van grasklaver was op zand met 10,9 ton droge stof 1,6 ton hoger dan de opbrengst van gewoon gras. Op klei was het verschil zelfs ruim 2 ton. De dve-opbrengst was bij een mengsel van gras en rode klaver op zand ruim 200 kilo per hectare hoger, voor klei was die ruim 250 kilo hoger per hectare. De eiwitopbrengst per hectare ligt bij rode klaver minimaal 200 kg hoger

Crowdbutching nieuwe hype in vleesland

Via internet is grafisch goed te volgen hoeveel van het rund al verkocht is

Crowdbutching is het samen kopen, delen, slachten en eten van het vlees van een koe. In Nederland ging deze vorm van groepsaankoop via de website www. koopeenkoe.nl van start in januari. Er zijn op die manier al ruim 120 koeien vermarkt. Het Nederlands initiatief kent in België navolging met de website www.deeleenkoe.be. Sinds de lancering begin mei is al een handvol koeien van het Belgischwitblauwras verkocht. Hoe werkt ‘crowdbutching’? Via een website kunnen consumenten een deel van de koe kopen. Als de hele koe is verkocht, wordt het dier geslacht en wordt ieder deel als vleespakket aan huis geleverd. Elk pakket is gelijk. Niemand koopt de slechte delen. Er gaan 30 tot 35 pakketten van gemiddeld 10 kilogram uit een koe. De prijs van het vlees is gelijk aan de prijs van de grootdistributie: ongeveer 13 euro per kilo.

Bvd-bestrijding gaat niet ver genoeg Volgens het Wetenschappelijk Comité van het Belgisch voedselagentschap FAVV gaat de ophanden zijnde verplichte bvd-bestrijding niet ver genoeg. Het comité ondersteunt wel het initiatief voor een bvd-bestrijdingsplan, aangezien de virale ziekte grote consequenties heeft op het gebied van diergezondheid, dierwelzijn en economisch rendement van de rundveehouderij. Maar het comité is van mening dat het Koninklijk Besluit in zijn huidige vorm weinig garanties biedt voor een doeltreffende bestrijding van bvd vanwege het ontbreken van echte risicobeperkende maatregelen voor de verspreiding. Persistent geïnfecteerde kalveren en runderen isoleren of in quarantaine plaatsen is volgens de wetenschappers weinig tot niet efficiënt bij het bestrijden van bvd. Ze dringen aan op de vroegtijdige detectie en snelle opruiming van bvd-dragers, iets wat nu ontbreekt. Deze dragers vormen een zeer groot risico op bvd-virusoverdracht.

28

VV06_VVVB.indd 28

V E E T E E LT V L E E S

JUNI

2014

12-06-14 15:58


E C O N O M I E

Toeslagprijzen

Veeprijzen

B RON: WAGE NI NGE N UR L I VE S TO CK RE S EA R C H ( N L . )

ST IER EN Tabel 1 – Energie- en eiwittoeslagprijzen rundveevoeders (in eurocenten, excl. btw)

3 juni 2014

5,5

tendens

12,3 115,8 15,0 90,9

S 2013

5,0 euro/kg koud geslacht excl. btw

kvem kg dve-toeslag kvevi kg dve-toeslag

B R ON : V E E MA R K T B R U G G E ( B .)

S 5,07

4,5

E 4,29

4,0

E 2013

U 3,63

R 2013

3,5

U2013

3,0

R 3,21

2,5 2,0

minimum-/maximumprijs 1

5

K O EIEN

10

15

20

25 30 week

35

40

45

50

B R ON : V E E MA R K T B R U G G E ( B .)

5,0 S 4,48

euro/kg koud geslacht excl. btw

4,5

Prijsmonitoring B RON: LEI- W UR ( NL . )

Tabel 2 – Prijsmonitoring van rundvee naar rundvlees Nederland

februari 2014 maart 2014 tendens

index API af-boerderij

index PPI verwerking

index CPI consument

120,8 125,3

107,9 109,0

114,8 113,4

S 2013

E 3,94

4,0

E 2013 U 2013

3,5

U 3,55

3,0 R 2,67 R 2013

2,5 2,0

minimum-/maximumprijs 1

5

10

15

20

25 30 week

35

40

45

50

Voor de meest actuele veeprijzen: ga naar www.veeteeltvlees.nl

Vleesprijsindex B R ON : F OD -E C ON OMIE ( B .) 120

vereenvoudigde ratio referentieratio (18 m.) ondergrens bovengrens

110 100

2005 = 100

90

80 70 60 50 40 ‘05 l ‘05 ‘06 l ‘06 ‘07 l ‘07 ‘08 l ‘08 ‘09 l ‘09 ‘10 l ‘10 ‘11 l ‘11 ‘12 l ‘12 ‘13 r ‘14 jan ju jan ju jan ju jan ju jan ju jan ju jan ju jan ju jan ap maand/jaar

V E E T E E LT V L E E S

VV06_VVVB.indd 29

J UN I

2 0 1 4

29

12-06-14 15:58


C O L O F O N

AGENDA Keuringen en prijskampen 29 juni: 2-3 juli: 6 juli: 12 juli: 19 juli: 23 juli: 25 juli: 25 juli: 26 juli: 26 juli : 31 juli: 2 augustus: 2 augustus: 8 augustus: 17 augustus:

Résistant d’au Chêne, eig.: ki BBG/CRV Foto: Harrie van Leeuwen

CRV-fokveedag witblauw Oost-Vlaanderen te St.-Lievens-Houtem Nationale show Belgisch-witblauwras, Birmingham (UK) CRV-fokveedag witblauw Limburg te Aldenbiesen Regiokeuring West Belgisch witblauw te Sluis CRV-fokveedag witblauw West-Vlaanderen te Wulpen Fokveeshow witblauw Oosterkempen te Geel ten Aard Nationale limousinkeuring te Libramont Nationale blonde d’Aquitainekeuring te Libramont Nationale charolaiskeuring te Libramont Nationale Belgisch-witblauwkeuring te Libramont Vleesveekeuring te Enter Vleesveekeuring te Stroe Grote Prijs Keukens Redant te Erpe-Mere Fokveeshow vleesvee te Zevendonk Fokveeshow Belgisch witblauw te Beveren

Ve i l i n g e n COLOFON VeeteeltVlees is een uitgave van CRV BV en verschijnt maandelijks.

redactie

hoofdredacteur Guy Nantier redactie Jorieke van Cappellen, Annelies Debergh, Inge van Drie, Florus Pellikaan, Jaap van der Knaap, Ivonne Stienezen en Tijmen van Zessen fotografie Harrie van Leeuwen, Kristina Waterschoot bureauredactie Mirjam Braam (chef), Lieke van den Broek, Ingrid Sevenster, Rogier van der Weiden vormgeving André Fris, René Horsman, Esther Onida aan dit nummer werkten verder mee Alice Booij hoofd uitgeverij Rochus Kingmans

redactie-adres

Nederland: postbus 454, 6800 AL Arnhem, telefoon 026 38 98 800 Vlaanderen: Van Thorenburghlaan 14, 9860 Oosterzele, telefoon 09 363 92 11 fax 09 363 92 06 E-mail veeteelt@crv4all.com

6 september: 17 september: 26 september: 27 september:

Veiling ‘Grand Cru’ limousinras te Limoges Veiling gegenotypeerde limousinvaarzen te Rennes Veiling Blonde Génétique te Casteljaloux (Frankrijk) COT-veiling

Beurzen, studievergaderingen, demodagen 3-4 juli: 25-28 juli: 9-12 september: 25 september: 1-3 oktober:

Livestock Event te Birmingham (UK) Landbouwbeurs te Libramont Landbouwbeurs Space te Rennes (Frankrijk) Open dag Blonde-opfokstation Casteljaloux (Frankrijk) Veehouderijbeurs Sommet de l’Elevage te Clermont-Ferrand (Frankrijk)

abonnementsprijs/jaar

Nederland en België € 47,10, overige landen € 91,50. In combinatie met abonnement op vakblad Veeteelt € 10 korting. Prijzen excl. 6% btw. Abonnementen zijn gebaseerd op kalenderjaar en worden jaarlijks in februari gefactureerd. Opzegging is mogelijk per kwartaal. Bel voor opgave van een abonnement: België: VRV-klantendienst (078 15 44 44) Nederland: CRV-klantendienst (088 00 24 440) E-mail klantenservice.nl@crv4all.com

advertentie-afdeling

Jannet Fokkert, Willem Gemmink, Froukje Visser postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon (+31)(0)26 38 98 820 fax (+31)(0)26 38 98 824 E-mail advertenties@crv4all.com

illustraties/foto’s

De foto’s zijn van de eigen fotodienst van Veeteelt. Uitzonderingen zijn foto’s van Cowporation (4), Wayne Hutchinson (4) en BLCS (5).

VOORUITBLIK

S p e c ial ab erd een an g u s Juni (19 juni) – Het Schotse angusras geldt als een van de oudste en meest verspreide vleesrassen in de wereld. In het juninummer schenkt de redactie speciale aandacht aan dit van nature hoornloos ras dat menig consument in binnen- en buitenland weet te bekoren. Wat is de oorsprong van het ras en is het ras vrij van shorthornbloed? Wat zijn de selectiecriteria? Over welke fokwaarden kunnen de veehouders beschikken? Hoe ver staat genomics in het ras? Deze en nog meer vragen worden in het komende nummer van VeeteeltVlees beantwoord.

Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed kan door de redactie geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsrechten ten aanzien van (de inhoud van) deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij CRV B.V. c.q. de betreffende auteur. Artikelen uit VeeteeltVlees mogen uitsluitend verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden na schriftelijke toestemming van CRV. Druk: Senefelder Misset Doetinchem ISSN 1570-3312

30

V E E T E E LT V L E E S

VV06_Agenda.indd 30

JUNI

2014

12-06-14 15:39


A N D E R S

V E E T E E L T V lee s

VV06_AndersBekeken.indd 31

B E K E K E N

J U N I

2 0 1 4

31

12-06-14 14:24


GOVEUR VAN HET VINKENHOF

KI-CODE: 76-7863

(Sauveur x Apache)

• OUTCROSS EN KILO’S: MAKKELIJKE BLOEDVOERING • ZEER VEEL GEWICHT EN GESTALTE • 1E KALVEREN BLINKEN UIT IN LENGTE, GROEI EN VOLDOENDE FIJNHEID

BETTER COWS | BETTER LIFE

211-14 Ad VV-JUL.indd 1

CRV4ALL.NL, CRV4ALL.BE

12-06-14 12:34


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.