CURAÇAO
| 3e JAARGANG | NUMMER 1 | FEBRUARI 2020
CURAÇAO INTERNATIONAL FILM FESTIVAL: 21-26 APRIL
_____________
MINISTER BLOK: MET Z’N VIEREN STAAN WE STERKER
AJAX SCOORT
AMBASSADEUR PETE HOEKSTRA: ‘I LOVE CURAÇAO’ ____________
100% GROENE STROOM IN 2033
VOOR CURAÇAO
‘WIJ ZIJN VRIENDEN DUS HELP JE ELKAAR’ RAFFINADERIJ KAN NOG NIET GEMIST | KLM EN CURAÇAO AL 85 JAAR WIN-WIN | KUNSTENAAR MARTHA: IK BEN EEN GROOT KIND | NGRANE: ZAKELIJK EN SOCIAAL | 65 JAAR KONINKRIJKSBANDEN
Inhoud
4
9
COLOFON
INHOUD Tijd om te oogsten.................................................................................................................................................................................................................................................................................................................3 Pete Hoekstra: ‘I love Curaçao’...............................................................................................................................................................................................................................................................4 Raffinaderij kan nog niet gemist........................................................................................................................................................................................................................................................9 Op weg naar 100% groene stroom........................................................................................................................................................................................................................................ 12 KLM en Curaçao al 85 jaar win-win..................................................................................................................................................................................................................................... 15 ‘Met z’n vieren staan we sterker’................................................................................................................................................................................................................................................. 16 Ajax scoort voor Curaçao.............................................................................................................................................................................................................................................................................. 20 Tirzo Martha: ‘Ik ben een groot kind’............................................................................................................................................................................................................................. 21 Ngrane: Zakelijke vriendengroep............................................................................................................................................................................................................................................... 24 65 jaar koninkrijksbanden............................................................................................................................................................................................................................................................................ 26
CURAÇAO is een uitgave van het Kabinet van de Gevolmachtigde Minister van Curaçao. Aan deze uitgave werkten mee: Thessa Fleming, adviseur voorlichting KGMC Paco Nuñez, fotograaf Casimir Roosje, fotograaf Elroy van Sloten, fotograaf Kick Smeets, fotograaf Nico van der Ven, fotograaf René Zwart, interviews Coördinatie: ADCaribbean BV Vormgeving: B.made Druk: Printbookers
12
16
Informatie: Kabinet van de Gevolmachtigde Minister van Curaçao Prinsegracht 63-65 2512 EX Den Haag T: 0703066111 E: info@kgmc.nl W: kgmc.nl Auteursrecht: Het is niet toegestaan artikelen of delen daarvan en foto´s over te nemen zonder schriftelijke toestemming van de auteur/fotograaf.
21
02 |
24
Inhoud
Voorwoord
TIJD OM TE OOGSTEN Door Anthony Begina
Anthony Begina is sinds 1 juni 2017 Gevolmachtigde Minister
Als trotse vertegenwoordiger van de regering van Curaçao in Nederland kijk ik vooruit naar een bijzonder boeiende periode die ons te wachten staat. 2020 wordt het jaar waarin we gaan oogsten. Juist in de tijd waarin we werden geconfronteerd met grote - buiten het eiland veroorzaakte - tegenslagen heeft Curaçao hard gewerkt aan de toekomst van Dushi Kòrsou.
van Curaçao in Den Haag.
Met het Regeerakkoord als uitgangspunt heeft het Kabinet Rhuggenaath zich ingezet om de prachtige kansen die Curaçao onder andere op economisch gebied te bieden heeft in Nederland onder de aandacht te brengen. In juni 2018 hebben we de kick-off investeringsconferentie ‘Bon Bini for Business’ georganiseerd in Den Haag waar het bedrijfsleven van Curaçao en dat van Nederland elkaar hebben ontmoet. In januari 2019 vond de tweede editie van Bon Bini for Business plaats in Willemstad. Een grote delegatie van ruim zestig Nederlandse ondernemers heeft onder aanvoering van minister-president Rutte deelgenomen aan de conferentie waar ze in contact zijn gebracht met hun Curaçaose counterparts en gezamenlijk investeringskansen hebben besproken. De conferentie heeft de basis gelegd voor mooie projecten die zich dit jaar gaan realiseren. Een digitale versie van Curaçao, een zogeheten Digital Twin, begint dankzij TNO en de University of Curaçao met de dag meer vorm te krijgen. Samenwerking met Port of Rotterdam, TNO en een consortium van grote Nederlandse bedrijven gaat zorgen voor een stevige impuls in het verder ontwikkelen en moderniseren van ons havengebied en het realiseren van duurzame projecten die van Curaçao een koploper maken op het gebied van energietransitie. Ons toerisme zal ook dit jaar weer fors groeien, mede dankzij de opening van nieuwe hotels. De Nederlandse markt doet het goed, maar onze focus ligt ook op de andere Europese landen. Onze samenwerking met het Curaçao Toeristen Bureau is voortreffelijk en dit maakt de promotie van het eiland als toeristische bestemming zo succesvol. Met het aangaan van een partnerschap met voetbalclub Ajax wordt de naamsbekendheid van Curaçao in Europa en de rest van de wereld verder uitgebouwd. Dit is de negende editie van het magazine CURAÇAO. Ik ben trots op de inhoud van dit en de voorgaande nummers en dank alle geïnterviewden voor hun bereidwillige medewerking. De negen covers vormen een indrukwekkende galerij. Uiteraard zijn we ook onze sponsoren CTB en CINEX erkentelijk dat zij door te adverteren deze uitgave mogelijk maken. In deze editie van CURAÇAO licht interim-directeur Marcelino de Lannoy van Refineria di Kòrsou toe waarom de overeenkomst met de Klesch Group als nieuwe exploitant van de raffinaderij goed is voor Curaçao. Koninkrijksminister Stef Blok legt uit hoe hij in het buitenlandbeleid rekening houdt met de belangen van het Caribisch deel van het Koninkrijk. En VS-ambassadeur Pete Hoekstra wil zich graag inzetten om Curaçao te promoten in de VS, onder meer bij investeerders voor wie Curaçao aantrekkelijk kan zijn als hub. Ik wens u veel leesplezier.
Voorwoord
03 | CURAÇAO
Buitenlandse Betrekkingen
I LOVE CURAÇAO VS-ambassadeur Pete Hoekstra
,,I love Curaçao”, zegt ambassadeur Pete Hoekstra nog voordat we onze eerste vraag hebben kunnen stellen. En om zijn woorden te onderstrepen: ,,Bij mijn benoeming in januari 2018 tot ambassadeur voor de Verenigde Staten in het Koninkrijk der Nederlanden heb ik mijzelf de plicht opgelegd een kennismakingsbezoek aan alle provincies en de eilanden in de Cariben af te leggen. In twee jaar tijd ben ik al drie keer op Curaçao geweest.”
Het eerste bezoek was in juli 2018, in maart 2019 tekende Hoekstra in Willemstad een samenwerkingsverdrag en in november greep hij de herdenking van de First Salute op Sint Eustatius aan om ook nog even langs Curaçao te gaan.
Was u er bij uw aanstelling bewust van dat u de belangen van de VS niet in één, maar in vier landen moest gaan behartigen? ,,Ik heb aan de wieg gestaan van de Dutch Friendship caucus in het Amerikaanse congres. In deze contactgroep spraken we geregeld over Nederland dus ik was ervan op de hoogte dat zes eilanden in de Cariben deel uitmaken van het Koninkrijk. Voor mijn kennismakingsbezoek in 2018 was ik er niet eerder geweest, op geen van de eilanden. Mijn vrouw en dochters wel. Die zijn een keer op vakantie naar Curaçao geweest - ik kon niet mee omdat ik werk te doen had in het Congres - en kwamen enthousiast terug en vertelden dat het er heel Nederlands was. Ik prijs mij gelukkig dat de overzeese delen van het Koninkrijk in de Cariben liggen. Dat is prettiger dan een stukje Nederland op de Noordpool.” Wat was uw eigen eerste indruk van Curaçao? ,,Ik dacht dat ik naar Klein Nederland in de tropen zou gaan. Het eerste wat mij opviel was dat het meer Midden-Amerikaans en Caribisch is dan Nederlands. Natuurlijk kun je de invloed van de Nederlanders zien, bijvoorbeeld aan de architectuur en de namen van de straten. Maar het is toch een eiland met een heel eigen gezicht en cultuur. Ik hield aan dat eerste bezoek een positief gevoel over, ook al door de warme manier waarop ik ben ontvangen door de minister-president, de gouverneur en anderen die ik heb ontmoet. Ik wist meteen dat ik het niet erg zou vinden er vaker naar toe te gaan.”
VS-ambassadeur Pete Hoekstra: ,,Ik prijs mij gelukkig dat de overzeese delen van het Koninkrijk in de Cariben liggen en niet op de Noordpool.”
04 |
Buitenlandse Betrekkingen
Over premier Rhuggenaath gesproken: ik hoorde dat hij u onlangs hier op de ambassade heeft opgezocht. ,,Wij hebben een uitstekende relatie. Ik ben onder de indruk van hoe hij en zijn kabinet omgaan met de grote uitdagingen waarvoor Curaçao zich als klein land geplaatst ziet. Ik was blij te horen dat het gelukt is nog voor het vertrek van PdVSA een nieuwe exploitant voor de raffinaderij te vinden en dat daardoor het merendeel van de banen behouden kan blijven. Na jaren van bijna geen productie zal het nog wel even duren voordat de
volle capaciteit wordt bereikt. Er is achterstallig onderhoud dus er zal voorzichtig moeten worden opgestart. Veiligheid staat voorop. Ik heb begrepen dat de nieuwe exploitant, de Klesch Group, bereid is te investeren in de modernisering van de raffinaderij. Dat is goed nieuws, met PdVSA was dat perspectief er niet. Als er eenmaal weer volop wordt geproduceerd zal dat ook voor de regering inkomsten genereren waarmee goede dingen voor het eiland kunnen worden gedaan.”
Was er een concrete aanleiding voor de ontmoeting? ,,Minister-president Rhuggenaath was hier om met mij te brainstormen. De economie is hard geraakt door de crisis in Venezuela. Pete, zei hij, kunnen we dingen samen doen die onze economie op gang brengen? Ik vind dat de regering goed bezig is, maar hij is ervan doordrongen dat er nog een hoop werk te doen is. Hij is erg gefocust op het scheppen van werkgelegenheid. Wij zullen niet nalaten te helpen waar we dat kunnen. Wij zijn vrienden, dus help je elkaar.” Wat denkt u te kunnen doen? ,,We gaan kijken of we bedrijven kunnen interesseren op Curaçao te investeren. Het eiland is gunstig gelegen en beschikt over een goede infrastructuur met een grote haven en goede vliegverbindingen. Curaçao is daardoor interessant als hub. Er is niet veel voor nodig om de economie een boost te geven. Het is, met alle respect, een klein land. Je hoeft maar aan een paar touwtjes te trekken om een groot verschil te maken. Je hoeft geen homerun te slaan. Verder lijkt het mij goed te proberen Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen ertoe te bewegen meer directe vluchten naar Curaçao uit te voeren. En wellicht kunnen wij Amerikanen overhalen een tweede huis op Curaçao te kopen. Wij kunnen misschien ook de operaties en missies die wij nu al in dat deel van de wereld hebben vaker samen met Curaçao doen. Tussen de kustwachten is al een intensieve samenwerking, er zijn vast meer mogelijkheden.” Zo belangrijk kan een kleine eilandstaat toch niet zijn voor een grootmacht als de VS? ,,Kijkend naar de verhoudingen is Curaçao een voetnoot in de Amerikaanse betrekkingen, maar ik wil dat veranderen. Als je maar met 150.000 man bent kun je wel een beetje aandacht gebruiken van die big guy ten noorden van je, of het nu om investeringen op het gebied van energie gaat, data, toerisme of wat dan ook. Ik wil Curaçao in mijn land op de kaart zetten, met name bij potentiële investeerders. Ik hoop dat minister-president Rutte als hij in april met een handelsmissie naar Texas reist ook mensen uit Curaçao uitnodigt mee te gaan. Ik zie goede kansen
voor samenwerking tussen Texas en Curaçao, bijvoorbeeld op het gebied van energie. Met de herstart van de raffinaderij is er een reële kans dat de nieuwe exploitant ruwe olie in Amerika zal willen kopen.”
Speelt het een rol dat Curaçao met Nederland deel uitmaakt van het Koninkrijk? ,,Dat telt zeker mee. Nederland en de VS werken al heel lang op heel veel terreinen nauw samen, bijvoorbeeld op het gebied van de internationale veiligheid. We hebben een geweldige relatie die we van beide kanten voortdurend blijven verbeteren. Voor ons geldt: als je Nederlander bent ben je oké. Dan werken we graag met je! Curaçaoënaars zijn Nederlanders dus zijn zij voor ons oké. Ik signaleer dat onderdelen van de overheid in de VS zeer genegen zijn met Curaçao samen te werken en dat die samenwerking altijd in een positieve sfeer plaatsvindt.
‘Wij zijn vrienden dus help je elkaar’ Ik denk dat het goed is onze gezamenlijke geschiedenis meer onder de aandacht te brengen. In de Tweede Wereldoorlog hebben Amerikaanse militairen Curaçao beschermd tegen aanvallen van het Duitse leger dat de raffinaderij wilde vernietigen. De diesel die generaal Patton door Europa heeft geholpen was afkomstig van de raffinaderijen op Curaçao en Aruba. Er zijn een heleboel interessante verhalen te vertellen over hoe verweven de geschiedenis van de VS en het Koninkrijk is. Het verhaal van verzetsheld George Maduro is ook bij ons bekend. En dan is er ook nog de First Salute. 16 november 1776 was voor mijn land een belangrijk moment, een big deal. De Nederlanders op Sint Eustatius toonden met de First Salute hun steun aan ons nieuwe land en dat was een moedige stap. Het verklaart waarom de VS een langere, ononderbroken vreedzame relatie met het Koninkrijk der Nederlanden heeft dan met welk ander land in de wereld.”
U en minister-president Rhuggenaath hebben vorig jaar een verdrag getekend dat de VS toestaat Curaçao te gebruiken als hub voor humanitaire hulp in Venezuela. ,,Dat verdrag bevestigt de betekenis van de strategische ligging van Curaçao. Zodra het door de Venezolaanse autoriteiten wordt toegelaten kunnen de hulpgoederen die door US Aid op
05 | CURAÇAO
Buitenlandse Betrekkingen
de luchthaven van Curaçao zijn opgeslagen naar Venezuela worden gebracht. Wij hebben grote waardering voor het feit dat Curaçao de benodigde faciliteiten beschikbaar heeft gesteld.”
Hoe beoordeelt u de risico’s van de crisis in Venezuela voor Curaçao? ,,Ik ga niet ontkennen dat er risico’s zijn, maar die hebben vooral te maken met de economische gevolgen en de toestroom van migranten. Die vormen zo’n tien procent van de eigen bevolking, dat veroorzaakt uiteraard spanningen in de samenleving en legt een zware druk op de lokale autoriteiten en diensten. Maar voor zo ver ik het kan overzien doet de regering er alles aan dat zo goed mogelijk te managen.” Als er dreiging ontstaat vanuit Venezuela, kan Curaçao dan rekenen op de VS? ,,Dat hangt er vanaf om wat voor dreiging het zou gaan. Ik denk niet dat iemand op dit moment militair wil ingrijpen via de eilanden. Maar bij alles waarvan Curaçao en het Koninkrijk zeggen dat ze de hulp van de VS nodig hebben zullen wij ons best doen. We hebben dat laten zien bij de orkaan op Sint Maarten en bij het draaiend houden van de elektriciteitsproductie op Curaçao en Bonaire waarvoor Venezolaanse olie nodig is en ons ministerie van Financiën toestemming heeft gegeven die ondanks de sancties te importeren. Je wil het uiteraard niet op je geweten dat je vrienden zonder energie en water komen te zitten. Het is duidelijk dat de ABC-eilanden door hun ligging worden geconfronteerd met problemen, maar we zullen er in samenwerking met de Nederlandse regering alles aan doen ze te helpen die het hoofd te bieden. Nu is er vooral aandacht voor de negatieve gevolgen van de situatie in Venezuela. Maar als het tij daar keert - en dat gaat een keer gebeuren, hopelijk zo snel mogelijk - zijn er volop mogelijkheden waarbij de strategische ligging van de eilanden juist weer een groot voordeel is.” Curaçao heeft besloten zich aan te sluiten bij een verdrag dat de toegang regelt van Amerikaanse militairen tot Curaçaos grondgebied. ,,Het belang daarvan is meer humanitair dan militair. Ons leger is vaak betrokken bij humanitaire hulpacties. Als de noodzaak er is - en we hebben dat gezien toen orkaan Irma grote verwoestingen had aangericht op Sint Maarten - moet er snel kunnen worden opgetreden. We zijn in staat in korte tijd bijvoorbeeld een zwaar beschadigde luchthaven operationeel te krijgen. Dat kan alleen als je voor die tijd al afspraken hebt gemaakt over de regels waaraan iedereen zich heeft te houden
06 |
Buitenlandse Betrekkingen
,,Minister-president Rhuggenaath was hier om met mij te brainstormen. Pete, zei hij, kunnen we dingen samen doen die onze economie op gang brengen?”
als zich ooit situaties voordoen waarin snel hulp nodig is. Het zou niet goed zijn als je na een natuurramp eerst moet gaan bespreken of onze vliegtuigen met hulpgoederen mogen landen. Het verdrag met Curaçao zegt simpelweg wat de richtlijnen zijn voor als acute omstandigheden er om vragen dat militairen of goederen uit de VS worden ingevlogen. In verreweg de meeste gevallen zal het verdrag betrekking hebben op humanitaire acties zoals op Sint Maarten waar we hulp naar binnen brachten en gestrande toeristen evacueerden.”
Toch bestond er in het Nederlandse parlement argwaan. ,,Wij hebben met dit verdrag geenszins de intentie troepen op Curaçao te stationeren om Venezuela in de gaten te houden. Het gaat primair om natuurrampen en dat soort dingen. Voor de Curaçaose regering waren de ervaringen op Sint Maarten
aanleiding de wens uit te spreken zich bij het verdrag aan te sluiten.”
U roemt de relatie tussen uw land en het Koninkrijk en toch is er in Nederland veel kritiek op uw president. Hoe gaat u daarmee om? ,,Eerlijk gezegd: het interesseert me niet. Ik ben hier om het beleid van de president, het ministerie van Buitenlandse Zaken en de regering van mijn land in Nederland uit te dragen. En of men dat nu wil toegeven of niet, het eindresultaat van dat beleid is zeer gunstig voor Nederland. Het economisch beleid van deze president brengt reële groei en voorspoed in de Verenigde
‘Ik zie goede kansen voor samenwerking’ Staten. Als twee na grootste buitenlandse investeerder in de VS profiteert het Nederlandse bedrijfsleven daar ook van. De president heeft geïnvesteerd in de wederopbouw van Amerika’s nationale veiligheid en militaire macht. Dat is echt in het voordeel van Europa, de NAVO en Nederland. Nederland is een geweldige bondgenoot in het bestrijden van drugssmokkel,
onder meer in het Caribisch gebied. Nederland is ook een geweldige partner in de strijd tegen Al Qaida en Isis. Op het gebied van internationale veiligheid delen we heel veel informatie. Objectief gezien is het eigenlijk heel verrassend dat sommigen in Nederland zo veel kritiek hebben op de president. Zijn beleid is gunstig voor Europa en voor Nederland en toch mogen ze hem niet.”
Maar dat zit u niet dwars? ,,Natuurlijk zou ik willen dat men de president aardig vindt, maar het is wat het is.” Is er enige kans dat uw president ooit een bezoek aan Curaçao brengt? ,,Het reisschema van de president is het reisschema van de president. De president bepaalt waar hij heen gaat en wanneer. Ik zou het geweldig vinden als de president of de vicepresident een keer voet op Koninkrijksbodem zet, of dat nu Curaçao, Den Haag of Sint Eustatius is. Ik denk dat de Nederlanders daar uiteindelijk wel blij mee zouden zijn.” Dat was mijn laatste vraag. Hartelijk dank voor uw tijd... ,,Wat jullie ook maar kunnen bedenken waar wij mee kunnen helpen, laat het me weten. Ik weet zeker dat er mensen in Amerika zijn die geïnteresseerd zijn in Curaçao. Ik hoop te kunnen helpen een paar van de juiste mensen te bereiken om een kijkje te nemen. Het is dan verder aan Curaçao de deal af te ronden.”
07 | CURAÇAO
ONTDEK MEER OP CURACAO.COM
Economie
RAFFINADERIJ KAN NOG NIET GEMIST Interim-directeur Marcelino de Lannoy
Het vertrek van het Venezolaanse staatsolieconcern PdVSA als exploitant leek het moment bij uitstek om de Isla-raffinaderij te ontmantelen. Maar dat kan Curaçao zich nu nog niet veroorloven; daarvoor zijn de bijdrage aan de economie en het belang voor de werkgelegenheid te groot. Dat neemt niet weg dat aspecten als verduurzaming en het milieu nadrukkelijk hebben meegewogen bij de onderhandelingen met de Klesch Group waarmee in december een principe-overeenkomst is getekend om de al twee jaar stilliggende raffinaderij nieuw leven in te blazen.
Waarom het een goede deal is voor Curaçao kan interimdirecteur Marcelino de Lannoy van Refineria di Kòrsou, de overheidsnv die de raffinaderij en olieoverslagterminal Bullenbaai beheert, uitleggen: ,,Om te beginnen wordt de werkgelegenheid van duizend werknemers veiliggesteld alsmede drieduizend indirecte banen. Dan is er nog de contributie aan de economie die, als de raffinaderij weer volledig produceert, op zo’n twaalf procent wordt geraamd. Voor de overheid betekent het bovendien een continuering van inkomsten.”
Milieunormen
Er is nog een niet onbelangrijk bijkomend voordeel: ,,Het terrein dat PdVSA huurde was zevenhonderd hectare waarvan een deel niet werd gebruikt. Dat deel, zo’n tweehonderd hectare, komt vrij voor andere activiteiten die bijdragen aan de economie van het land. TNO en het Havenbedrijf Rotterdam zijn betrokken bij het ontwikkelen van plannen voor dat gebied.” De vraag hoe het zit met het milieu gaat De Lannoy niet uit de
Dat Marcelino de Lannoy eind 2018 werd gevraagd het complexe overnameproces van de raffinaderij te leiden was geen verrassing. Na zijn studie aan de TH Delft te hebben afgerond werkte hij nog drie jaar in Nederland om in 1991 terug te keren naar Curaçao waar hij als consultant aanvankelijk vooral in de oliesector opdrachten uitvoerde. Na zich in de VS te hebben bekwaamd in quality management verbreedde zijn werkterrein zich. Zestien jaar geleden begon hij zijn eigen bedrijf Quality Council NV. Ten tijde van de overgang van het land Nederlandse Antillen naar het land Curaçao was hij betrokken bij de reorganisatie van onder meer de politie en de douane. ,,In november 2018 kreeg ik de vraag of ik interim-directeur wilde worden van Refineria di Kòrsou. Het zou voor zes tot tien maanden zijn. Inmiddels zit ik er vijftien maanden”, aldus De Lannoy. Interim-directeur Marcelino de Lannoy van Refineria di Kòrsou.
Economie
09 | CURAÇAO
Economie
weg. ,,Geen emissie betekent simpelweg geen raffinaderij. De Isla ligt ongunstig, grenzend aan woonwijken. Er is een uitspraak van de rechter die hoe dan ook zal moeten worden nageleefd, maar wij willen verdergaan dan dat. Met Klesch worden afspraken vastgelegd wanneer de uitstoot aan de normen moet voldoen. Dat vergt een enorme investering. We denken daarom aan een termijn van maximaal vijf jaar.”
Opnieuw
De overeenkomst met de Klesch Group kan als een narrow escape worden gezien. Een jaar geleden zag het er naar uit dat het doek voor de ruim honderd jaar oude Isla definitief was gevallen. De leaseovereenkomst met PdVSA was per 31 december 2019 opgezegd en de na een jarenlange zoektocht beoogde nieuwe exploitant haakte op het allerlaatste moment af. ,,Dat was twee maanden nadat ik was benaderd interimdirecteur te worden met de opdracht de al ver gevorderde onderhandelingen af te ronden. Het ging om Motiva, de Amerikaanse dochter van het Saudische Aramco, een reus in
‘Werkgelegenheid veiliggesteld’ de oliewereld. Kat in het bakkie, dacht ik. Een nummer twee om mee te praten hadden we niet. Het hele proces om kandidaten te traceren kon opnieuw beginnen met als deadline 31 december 2019. In de wetenschap dat een verouderde raffinaderij in deze tijd niet zo goed in de markt ligt. Het was een nare tijd vol onzekerheid. Iedereen was nerveus. De belangen waren groot, voor de werknemers en voor het land.”
Zoekproces
,,We hebben een Project Management Organization ingericht, een team van competente en integere mensen dat het zoekproces heeft begeleid. Op basis van een aanbesteding is een groot Amerikaans/Brits consultancybureau ingehuurd dat de internationale oliesector door en door kent. Het bureau heeft een lijst van meer dan honderd bedrijven samengesteld die we zijn gaan benaderen. We hoopten natuurlijk de Shells en BP’s van deze wereld te kunnen interesseren, maar die hadden geen belangstelling. Vanuit Nederland is een ervaren expert aangetrokken om mee te helpen.” Er werd een zogeheten virtual data room opgezet waar belangstellenden alle relevante informatie over de raffinaderij
10 |
Economie
De geschiedenis van de Isla Raffinaderij gaat terug tot 1912 toen Shell interesse kreeg voor de olievelden die in Venezuela waren ontdekt. Aanvankelijk viel het oog op Curaçao om daar de gewonnen olie op te slaan, maar in 1915 werd besloten er een raffinaderij te bouwen. Daarvoor werden terreinen rond het Schottegat - de natuurlijke binnenhaven van Willemstad - aangekocht waaronder plantage Asiento. De opening in 1918 leidde tot een toestroom van buitenlandse arbeiders uit de regio. Hoger personeel uit Nederland werd gehuisvest in de nieuwe wijken Julianadorp en Emmastad. Met de gezinnen kwamen Nederlandse leerkrachten mee en er werden scholen geopend voor de ‘Shell-kinderen’. Er kwamen een zwembad, een bioscoop, een zeilclub, een golfbaan etc. In de Tweede Wereldoorlog was de Isla een van de belangrijkste leveranciers van brandstof voor de geallieerden. Werkten er rond 1930 meer dan tienduizend arbeiders, in 1965 was dat aantal al gehalveerd. In 1985 trok Shell zich terug. De Curaçaose overheid nam de installaties over voor het symbolische bedrag van een gulden. Het Venezolaanse staatsolieconcern Petrólas de Venezuela (PdVSA) nam de exploitatie over. In 1994 werd het leasecontract verlengd tot en met 2019. In de laatste decennia is het aandeel in het bruto nationaal product gedaald van 25 procent naar twaalf procent en sinds de raffinaderij als gevolg van de Amerikaanse sancties tegen Venezuela en de eigen precaire situatie van PdVSA grotendeels stilligt naar vier procent. De regering besloot de overeenkomst met PdVSA niet te verlengen omdat het bedrijf financieel niet bij machte is de installaties te onderhouden.
konden vinden. ,,Wij konden op die manier volgen welke partijen echt interesse hadden. In juli hebben we deze uitgenodigd een non-binding proposal in te dienen. Hoewel niet bindend moesten de bedrijven om zo’n proposal op te stellen kosten maken en commitment tonen. Zo kregen we de bevestiging of ze serieus waren.”
Mandaat
,,Wat hielp was dat de regering ons een ruimer mandaat had gegeven. Als het alleen een optie zou zijn geweest een nieuwe
huurder te vinden was het niet gelukt. Niemand wil investeren in achterstallig onderhoud als hij niet de eigenaar is. Een tweede scenario was het aangaan van een partnership. Maar ook dat was niet realistisch omdat je dan als overheid mee moet investeren. De derde mogelijkheid was de verkoop van de opstallen en de terreinen in erfpacht geven. Die was het kansrijkst.”
‘Bijdrage aan de economie is groot’ De regering had nog wel extra eisen: de constructie moest een duurzaam economisch karakter hebben en de geldende milieunormen moeten worden gerespecteerd. Daarvoor werd commitment gevraagd van de kandidaten. ,,Tot onze opluchting kregen we van meerdere partijen een proposal. Aan de hand van een lange lijst criteria hebben we vervolgens gekeken wie het beste scoorde. Daarbij kwam de Klesch Group duidelijk naar voren.”
Tijdsdruk
De tijdsdruk was groot. Klesch stuurde een team naar Curaçao, maar onderhandelingen over dit soort ingewikkelde transacties met al hun juridische aspecten doe je niet even in een paar maanden. Intussen kwam de deadline steeds dichterbij. Ook al zou er snel een akkoord komen, een overdracht per 1 januari was niet langer haalbaar. ,,We zijn daarom met PdVSA gaan praten of ze wat langer wilden blijven totdat Klesch klaar zou zijn de operatie over te nemen. Eerst wilde PdVSA niet, toen weer wel, maar uiteindelijk konden we het niet eens worden over de voorwaarden. We hebben toen in overleg met de regering een gewaagd besluit genomen door zelf tijdelijk als operator op te treden. We hebben alle werknemers in dienst genomen en betalen de komende maanden hun salaris. Daarmee hebben we voorkomen dat mensen zouden weglopen. Er zijn honderden professionals die elders gewild zijn. Als ze eenmaal weg zijn krijg je ze nooit meer terug terwijl zij straks heel hard nodig zijn om de raffinaderij op te starten.”
Transitie
Er is nog veel werk te doen om de principe-overeenkomst uit te werken. Het gaat nu om de details en er moeten contracten komen met onderaannemers en dienstverleners. ,,Intussen loopt
er al een managementteam van Klesch rond om de overdracht voor te bereiden. Afgesproken is dat dit uiterlijk op 30 juni gebeurt, maar we streven er naar het naar voren te halen. Hoe eerder, des te beter dat voor alle partijen is.” De herstart van de Isla maakt deel uit van een transitiefase naar een meer duurzame economie. ,,Niemand die er vanuit gaat dat de raffinaderij over zestig jaar nog bestaat. Maar nu sluiten zou te vroeg zijn.”
De Klesch Group is 1990 opgericht door de Amerikaan A. Gary Klesch die daarvoor onder meer bij het ministerie van Financiën van de VS had gewerkt. Hij maakte al snel naam als expert op het gebied van het reviltaliseren van kwakkelende ondernemingen. Hij kocht ze op (onder meer DAF Trucks in Nederland), maakte ze weer winstgevend en verkocht ze of hield ze als de activiteiten in de groep pasten. De Klesch Group met de hoofdzetel in Genève is in zestien landen actief in de staalindustrie, mijnbouw, olie, gas en chemie, heeft 4.500 werknemers en een jaaromzet van 5 miljard dollar. Tot de bezittingen behoort onder meer een olieraffinaderij in Duitsland. Omdat Klesch niet van plan is op Curaçao Venezolaanse olie te raffineren zal de Isla geen last hebben van de Amerikaanse sancties tegen Venezuela.
11 | CURAÇAO
Wetenschap
OP WEG NAAR 100% GROENE STROOM
Richenel Bulbaai: ,,Curaçao hoort bij de koplopers.”
Waar Nederland worstelt met het realiseren van de klimaatdoelen staat Curaçao niets in de weg de energievoorziening uiterlijk in 2033 volledig te hebben verduurzaamd en en passant de CO2-uitstoot met 92 procent te reduceren. ,,Dat is geen utopie, het is met de huidige stand van de technologie en qua benodigde investeringen volstrekt haalbaar”, zegt dr.ir. Richenel Bulbaai MBA, universitair hoofddocent aan de University of Curaçao. Dat Curaçao over dik tien jaar het eerste land in de wereld kan zijn dat zijn elektriciteit geheel uit zon en wind genereert is hem duidelijk geworden tijdens zijn promotieonderzoek dat hij in oktober aan de Universiteit Twente afrondde. ,,Mijn insteek was
12 |
Wetenschap
te onderzoeken in welke mate het energieproductiesysteem duurzaam zou kunnen worden gemaakt, maar gaandeweg ontdekte ik dat honderd procent binnen bereik ligt. De techniek is reeds voorhanden en de prijzen van zonnecollectoren en windturbines dalen. Ook voor het vraagstuk van de opslag zijn inmiddels betaalbare oplossingen.”
Platteland
De interesse voor duurzaamheid is op jonge leeftijd bij Bulbaai gewekt. ,,Ik ben opgegroeid in Westpunt, op het platteland. Er was niet veel anders te doen dan met vriendjes een beetje fietsen, zwemmen en vissen. Wat er wel veel is: natuur.” Na de lagere school ging hij naar de havo. ,,Dat betekende vroeg
opstaan om met de schoolbus van half zes naar Willemstad te gaan. Daarna heb ik aan wat toen nog de Universiteit van de Nederlandse Antillen heette de HBO-opleiding elektrotechniek gedaan. Mijn vader was elektrotechnicus en ik vond dat hij een leuk vak had.” Duurzaamheid was in die tijd (rond 1986) nog geen dagelijks gespreksonderwerp. ,,Over de klimaatverandering hoorde en las je weinig. Op de universiteit waren wel wat kleine projecten met zonne-energie en een windturbine, maar pas veel later ontstond er aandacht voor de gevolgen van de opwarming van de aarde.” Na zijn hbo-opleiding te hebben afgerond zette Bulbaai zijn studie energietechniek in 1990 voort aan de Technische Universiteit van Eindhoven. ,,Voor mij heeft altijd vast gestaan dat ik na mijn afstuderen zou terugkeren. Het eiland heeft in mij geïnvesteerd dus, vind ik, moet je ook iets teruggeven. Ik heb eerst enkele jaren bij een elektrotechnisch adviesbureau gewerkt en nu geef ik alweer 24 jaar college op de universiteit.”
Bijzonder
,,Terug uit Nederland raakte ik meer en meer geïnteresseerd in duurzame energie. Dat werd onder meer gestimuleerd door vragen die ik van mijn studenten kreeg en een stagiair die erg bezig was met duurzame energiebronnen. Op Curaçao kwamen een windturbinepark en een zonneproject. Dat was voor die tijd nog bijzonder. Het thema begon mij steeds meer te boeien. Ik vroeg mij af hoe ver Curaçao zou kunnen komen met wind en zon.”
‘Het is vooral een kwestie van doen’ Een honderd procent fossielvrije elektriciteitsproductie hield Bulbaai echter niet voor mogelijk. ,,Wind en zon zijn er genoeg, maar het aanbod is niet stabiel en je hebt te maken met pieken in de vraag. Aanvankelijk was er ook nog geen mogelijkheid voor opslag en toen die kwam was het duur. Pas de laatste jaren zijn de prijzen omlaag gegaan en is de techniek sterk verbeterd waardoor het rendabel is geworden. Gedurende mijn promotieonderzoek ben ik er steeds meer in gaan geloven dat honderd procent toch haalbaar zou zijn.”
Besparen
,,Ik heb uiteraard ook gekeken naar de mogelijkheden het energieverbruik te verlagen. Uit mijn onderzoek blijkt dat er ten
Promovendus Bulbaai met zijn promotor prof.dr.ir. Joop Halman.
opzichte van de huidige situatie dertig procent kan worden bespaard. Maar dat is veel lastiger dan de transitie naar nieuwe technologie. Mensen met een hoger inkomen kunnen zich de hogere aanschafprijs van energiezuinige apparatuur veroorloven, maar voor hen is kostenbesparing geen motief om zuiniger aan te doen met energie. Voor mensen met een lager inkomen drukken energiekosten zwaar op het huishoudbudget, maar die hebben weer niet het geld voor nieuwe apparatuur. Dit kun je oplossen door enerzijds meer voorlichting te geven en anderzijds subsidie te verstrekken op energiezuinige apparaten. Hier ligt nadrukkelijk een rol voor de overheid en de privésector.” Energiebesparen is moeilijker te realiseren dan het aanbod van energie te verduurzamen, is de conclusie van Bulbaai. ,,Dat laatste wil iedereen. De kostprijs van elektriciteit wordt in belangrijke mate bepaald door de prijs van olie. Dat is voor niemand gunstig, niet voor het energiebedrijf, niet voor de gebruikers, niet voor de economie en niet voor het milieu. Dus er is veel draagvlak voor het vergroten van de inzet van hernieuwbare energie.”
Kort dag
Zon en wind hebben op dit moment een aandeel van 35 procent in de elektriciteitsproductie. 2033 lijkt daarom wel heel erg dichtbij om deze volledig te hebben verduurzaamd. ,,Het is kort dag, maar toch is het realistisch. Ik heb onderzocht wat er voor nodig is en dat is te overzien. De helft van de productiecapaciteit van Aqualectra moet in de komende jaren sowieso worden vervangen. De bestaande dieselcentrales die nog niet zijn afgeschreven zijn relatief eenvoudig om te bouwen naar biogas. Biogas kunnen we op Curaçao produceren uit afval. Als we niet
13 | CURAÇAO
Wetenschap
Promotor prof.dr.ir. Joop Halman van de Universiteit Twente: ,,Met 35 procent aan duurzame energiebronnen loopt Curaçao op dit moment al ver voor op Nederland waar nog maar zes procent van de energiebronnen duurzaam is. Met de uitvoering van de voorstellen uit het proefschrift van Richenel Bulbaai zal de energievoorziening op Curaçao in 2033 volledig kunnen bestaan uit duurzame energiebronnen (zonnepanelen, wind en biogas). Bovendien leidt dit tot een afname van de uitstoot van CO2 met maar liefst 92 procent.”
genoeg afval mochten hebben kunnen we dat uit andere eilanden in de regio importeren. We kunnen ook sargassumwier gebruiken dat in bepaalde perioden van het jaar in grote hoeveelheden aanspoelt. We hebben duurzame energie, lossen het afvalprobleem op en het levert ook nog eens werkgelegenheid op.”
‘Het draagvlak voor duurzame energie is groot’ De belangrijkste stap op weg naar 2033 is het investeren in opslag. ,,De kosten dalen de komende jaren verder terwijl de capaciteit steeds groter wordt. Die honderd procent bereiken is technisch gezien niet zo ingewikkeld. Het is nu vooral een kwestie van doen. Het vergt ook geen grote investering van Aqualectra. Het komt steeds vaker voor dat particuliere ondernemingen wind- en zonneparken bouwen en de opgewekte energie verkopen aan distributiebedrijven. Dat gebeurt nu ook al op Curaçao.”
Tarieven
,,Het is niet alleen goed voor het milieu, deze ontwikkeling zal ook een gunstig effect hebben op de tarieven. Zon en wind zijn gratis en windturbines en zonnepanelen hebben veel minder onderhoud nodig dan conventionele generatoren. Goed voor de burgers en voor ondernemers - de cost of doing business gaat omlaag - en daarmee voor de gehele economie. Of Curaçao de eerste in de wereld zal zijn met een volledig duurzame elektrici-
14 |
Wetenschap
teitsproductie durf ik niet te zeggen. We behoren zeker tot de koplopers, maar andere landen hebben soms meer duurzame energiebronnen tot hun beschikking zoals hydro-elektriciteit.” Rest de vraag hoe energiezuinig Bulbaai zelf leeft: ,,We zijn als gezin energiebewust. Alle apparaten zijn energiezuinig, de binnen- en buitenverlichting zijn LED en de buitenverlichting werkt op timers, we hebben stekkerdozen tegen sluipverlies, ons huis is op de wind gebouwd dus we hebben in de woonkamer geen airco of ventilator, de airco’s die we wel hebben worden op tijd onderhouden en de filters maken we tussendoor schoon, het dak steekt over, de ramen zijn licht getint, de kleur van de buitenmuren en het dak is licht, rond het huis zorgen bomen en struiken voor verkoeling en de tuinverlichting werkt op zonne-energie. De kinderen leren we, als ze iets uit de koelkast pakken, de deur niet lang open te laten staan, de verlichting uit te doen in ruimtes waar ze niet hoeven te zijn en apparaten niet op standby te laten staan, etc.” En de auto? ,,Ik rij nog niet elektrisch. De infrastructuur zoals de beschikbaarheid van laadpalen en goede monteurs voor het onderhoud en eventuele reparaties ontbreken nog. Ik denk dat we daar nog een jaar of vijf op moeten wachten.”
Verkeer & Vervoer
KLM EN CURAÇAO AL 85 JAAR WIN-WIN Als er iets is waar sprake is van een win-win situatie is het wel de samenwerking die de KLM en Curaçao al 85 jaar met elkaar hebben. Het bereiken van die mijlpaal was aanleiding voor de overhandiging door gevolmachtigde minister Anthony Begina van een herinneringsplaquette aan directeur Harm Kreulen van KLM Nederland.
belangrijke bijdrage geleverd aan deze groei. Wij danken u voor het vertrouwen dat u in ons stelt en hopen u nog vele jaren als zo’n belangrijke partner te houden.” Minister Jesus-Leito: ,,Ik ben trots op deze 85 jaar voortdurende verbinding tussen Curaçao en Nederland via de KLM. Ik ben ook dankbaar dat het onze toegangspoort tot Europa is en toeristen in heel Europa ons dushi-eiland kunnen bezoeken.”
Op Curaçao International Airport viel een KLM-bemanning een bijzonder welkom ten deel. In het bijzijn van collega’s van de Curaçaose KLM-vestiging en vertegenwoordigers van onder meer de luchthaven en het toeristenbureau onderstreepten de ministers Giselle Mc William (Economische Ontwikkeling) en Zita Jesus-Leito (Verkeer, Vervoer en Ruimtelijke Planning) het belang van de relatie. ,,Luchttransport is de sleutel tot de groei van onze toerismesector,” aldus minister Mc William, “en onze partner KLM, met dagelijkse vluchten tussen ons land en Nederland, heeft een
De bemanning van de KLM-vlucht die precies 85 jaar na de Snip op Curaçao landde kreeg een bijzonder welkom.
Op 22 december 1934 landde voor het eerst een vliegtuig van de KLM op Curaçao. Het was tevens de eerste trans-Atlantische vlucht die de maatschappij uitvoerde. De Fokker F-XVIII - de Snip - was een week eerder voorzien van extra brandstoftanks uit Amsterdam vertrokken. Curaçao liep er voor uit om de vlucht te verwelkomen. Gezagvoerder Jan Hondong en zijn bemanning werden na aankomst door de gouverneur geridderd. Het betekende de start van een lange en wederzijds vruchtbare samenwerking. Wekelijks zijn er tien vluchten tussen Amsterdam en Curaçao en de groei is er nog lang niet uit. Nu is de Boeing 747 in de bekende blauwe kleuren nog een vaste gast op Curaçao International Airport, maar deze zal geleidelijk aan vervangen worden door zijn moderne zusje, de 787 Dreamliner. Gevolmachtigde minister Anthony Begina bood directeur Harm Kreulen van KLM Nederland een herinneringsplaquette aan.
Verkeer & Vervoer
15 | CURAÇAO
Buitenlandse Betrekkingen
MET Z’N VIEREN STAAN WE STERKER Koninkrijksminister Stef Blok
Buitenlandse betrekkingen zijn - net als Defensie - een koninkrijksaangelegenheid, zo is in het Statuut vastgelegd. Dat betekent dat de minister van Buitenlandse Zaken van Nederland verantwoordelijk is voor het buitenlandbeleid van het gehele Koninkrijk. Reden voor de redactie Koninkrijksminister Stef Blok de vraag voor te leggen in hoeverre hij, gezien de grote Nederlandse belangen in de wereld, rekening houdt met de Caribische delen van het Koninkrijk.
Hoe legt u uw gesprekspartners in de wereld uit dat u als minister van Buitenlandse Zaken naast het ‘eigen’ Nederland nog drie andere autonome landen vertegenwoordigt? ,,In de Latijns-Amerikaanse en Caribische regio hoef ik meestal niet uit te leggen dat ik ook namens de Caribische landen van het Koninkrijk spreek en optreed. Het is echter wel zo dat de manier waarop we de bevoegdheden binnen ons Koninkrijk hebben geregeld niet altijd voor iedereen duidelijk is. Zo is economische ontwikkeling een autonome bevoegdheid, maar zien we dat er bijvoorbeeld wat betreft de relaties met China aspecten van buitenlands beleid bij komen kijken. Het komt ook regelmatig voor dat we als landen binnen het Koninkrijk gezamenlijk optrekken in die internationale contacten, bijvoorbeeld rondom de jaarlijkse algemene vergadering van de Verenigde Naties. Daarnaast vervangen we elkaar wanneer dat kan of gewenst is om het Koninkrijk te vertegenwoordigen, bijvoorbeeld om namens het Koninkrijk aanwezig te zijn bij de inauguratie van presidenten in de Latijns-Amerikaanse regio.” Heeft het koninkrijksverband meerwaarde voor de rol die Nederland graag op het wereldtoneel wil spelen? En wat is het voordeel voor Curaçao, Aruba en Sint Maarten dat Buitenlandse Zaken een koninkrijksaangelegenheid is? ,,Voor Curaçao, Aruba en Sint Maarten is het net als voor Nederland: met z’n vieren sta je sterker dan alleen. De diversiteit binnen het Koninkrijk is van grote meerwaarde. Zo zijn we niet alleen een Europees land, maar maken we ook deel uit van de Latijns-Amerikaanse en Caribische regio. Juist de
16 |
Buitenlandse Betrekkingen
Minister Stef Blok: ,,Namens het Koninkrijk op te mogen treden geeft deze baan een extra dimensie.”
verscheidenheid en onze aanwezigheid op twee continenten geven ons gezamenlijk betere toegang op het wereldtoneel. Zo kun je denken aan het aangaan van internationale verdragen en samenwerkingsovereenkomsten. Het ministerie van Buitenlandse Zaken onderhandelt over diverse verdragen waarbij de landen kunnen beslissen om aan te sluiten. Het opstellen van dergelijke teksten vergt veel tijd en inzet. Het spreekt dan ook voor zich dat we gezamenlijk sterker staan in de onderhandelingen dan wanneer we dit individueel zouden doen. Daarnaast beschikken we als Koninkrijk over een sterk en uitgebreid postennetwerk. Alle ambassades, permanente vertegenwoordigingen en consulaten zijn er voor iedere Nederlander. Dankzij dit netwerk zijn we in staat al onze belangen te behartigen. Ook voor de Caribische landen betekent het dat op politiek en economisch niveau deuren geopend kunnen worden.”
Vier landen vertegenwoordigen die verspreid zijn over twee continenten en onderling ook nog eens sterk verschillen lijkt mij behoorlijk complex. ,,Uiteraard kan het uitdagend zijn op afstand met elkaar te overleggen, maar gelukkig ben ik dat als minister van Buitenlandse Zaken wel gewend. De contacten zijn zeer regelmatig en goed, zowel op politiek als ambtelijk niveau. We weten elkaar snel te vinden als er zaken spelen en daarnaast is er dagelijks contact tussen mijn medewerkers en hun collega’s van de directies Buitenlands Beleid in Willemstad, Oranjestad en Philipsburg. Hierdoor zijn we altijd goed op de hoogte van wat er speelt en kunnen we ook rekening houden met de verschillen tussen de landen onderling. Zo is bijvoorbeeld de relatie met Frankrijk van cruciaal belang voor Sint Maarten, terwijl de verhoudingen met Venezuela voor Aruba en Curaçao belangrijk zijn. Onze relatief grote internationale rol op dat laatste dossier komt hoofdzakelijk voort uit de impact die deze uitdaging heeft op de Caribische delen van het Koninkrijk. Dit belang dragen we zeer actief uit in internationale settings, zoals de EU. In de regelmatige overleggen met de premiers wisselen we ideeën uit en zorgen we er gezamenlijk voor dat alle neuzen dezelfde kant op staan.” Tot voor kort hingen de Caribische landen er maar een beetje bij in het buitenlandbeleid, zo is mijn indruk. De crisis in Venezuela lijkt dat drastisch te hebben veranderd. ,,Het is uiteraard zo dat er door de crisis in Venezuela meer internationale aandacht is gekomen voor Curaçao en Aruba, maar dat betekent zeker niet dat er tot die tijd geen aandacht was van mij of mijn voorgangers voor de Caribische delen van
Koninkrijksminister Blok tijdens een werkbezoek aan Willemstad.
het Koninkrijk! Er gebeurt heel veel goed werk, weliswaar regelmatig aan het oog onttrokken achter de schermen, bijvoorbeeld omtrent de uitdaging van de kleine eilandstaten op
‘De diversiteit binnen het Koninkrijk is van grote meerwaarde’ het gebied van klimaat en veiligheid. Dat dit niet altijd direct aan de oppervlakte zichtbaar is betekent zeker niet dat de Caribische landen geen essentieel onderdeel zijn in het buitenlandbeleid.”
De Nederlandse regering heeft op enig moment met andere EU-lidstaten besloten tot sancties tegen de regering Maduro. Die strafte onmiddellijk Curaçao, Aruba en Bonaire met het sluiten van de grenzen waardoor de eilanden bijvoorbeeld verstoken bleven van groente en fruit. Was dat een ingecalculeerd risico? ,,We zijn ons continu bewust van de verhoudingen tussen Curaçao en Venezuela, en de uitdagingen die dit meebrengt voor Curaçao. Hier hebben we ook veelvuldig contact over. De situatie in Venezuela is echter nijpend. Miljoenen mensen zijn inmiddels het land ontvlucht, er vinden op grote schaal mensenrechtenschendingen plaats en de erosie van de rechtsstaat en de ontmanteling van democratische instellingen in het land baren ons ernstige zorgen. Als Europese Unie zagen we hierdoor geen andere keus dan het instellen van persoonsgerichte sancties tegen vooraanstaande Venezolanen. Na de sluiting van de grens hebben we er alles aan gedaan om dit weer ongedaan te maken, om o.a. het verkeer van goederen weer op gang te kunnen krijgen. Hiervoor heb ik me persoonlijk ingezet, bijvoorbeeld door in april 2018 naar Caracas te vliegen om de heropening rond te krijgen.” U besloot uit naam van het Koninkrijk oppositieleider Guaidó te erkennen als interim-president. Heeft u bij dat besluit meegewogen dat daarmee de verhoudingen tussen Curaçao en buurland Venezuela verder op scherp werden gezet? ,,Respect voor de democratie en rechtsstaat blijven erg belangrijke uitgangspunten in ons buitenlandbeleid. Waar Maduro via fraudulente verkiezingen aan de macht is gebleven in 2018 is Juan Guaidó daarentegen de voorzitter van het democratisch verkozen parlement. Hiermee is Guaidó de
17 | CURAÇAO
Buitenlandse Betrekkingen
hoogste democratisch verkozen volksvertegenwoordiger en daarmee de legitieme interim-president van Venezuela. We zijn in goed gezelschap, want naast het Koninkrijk hebben bijna alle democratieën van Latijns-Amerika en de meeste Europese staten Juan Guaidó erkend als interim-president van Venezuela.”
Duizenden Venezolanen hebben hun toevlucht, veelal illegaal, tot Curaçao en Aruba gezocht. De landen zijn daar niet op berekend. Er is onvoldoende opvang en de toestroom van migranten legt een enorme druk op de publieke voorzieningen, zoals de gezondheidszorg en het onderwijs. Er is bovendien sprake van verdringing op de arbeidsmarkt. De kritiek van internationale organisaties, maar ook van fracties in de Tweede Kamer is dat de Nederlandse regering te weinig doet om Curaçao en Aruba te helpen. ,,De instroom van Venezolaanse migranten baart ook de Nederlandse regering zorgen. Hoewel het toelatingsbeleid in eerste instantie een autonome aangelegenheid is van de landen
‘Buitenlandbeleid vooral pragmatisch benaderen’ heeft Nederland de afgelopen jaren niet stilgezeten. Het meest concrete voorbeeld daarvan is het totaalpakket van ongeveer 24 miljoen euro dat vorig jaar ter beschikking is gesteld in de vorm van materiële en technische hulp en bijstand voor Aruba en Curaçao. Hieronder valt o.a. een gedeeltelijke versterking van de kustwacht, assistentie om de beschermingsprocedures beter op orde te krijgen en er wordt gewerkt aan het verbeteren van de faciliteiten van de vreemdelingenbewaring. De invulling van deze elementen is in volle gang.”
U gaat over het visumbeleid. Speelt dat in deze kwestie een rol? ,,Ik begrijp de nijpende situatie waarin de landen verkeren heel goed. Het afgelopen jaar heb ik de wenselijkheid van het instellen van een Caribisch visum voor Venezolanen diverse keren besproken met de premiers van de landen. Mijn standpunt daarbij is steeds geweest dat ik bereid ben dit in te stellen, maar dan onder twee voorwaarden. Eén: we moeten met z’n allen deze maatregel willen, er komt geen verschillend beleid tussen bijvoorbeeld Aruba of Curaçao en twee: de landen dienen
18 |
Buitenlandse Betrekkingen
ook aanvullende stappen te nemen om controle en migratiebeperkende maatregelen in te stellen die vallen onder de landsinstrumenten. Daarbij denk ik bijvoorbeeld aan maatregelen als het advanced passenger information systeem (API) dat Curaçao aan het opzetten is, of het enigszins vergelijkbare A-ESTA in het geval van Aruba. Nu we het over bovenstaande punten eens zijn ben ik overgegaan tot het treffen van alle benodigde voorbereidingen om de visumplicht dit jaar nog gereed te hebben.”
Vorig jaar heeft Curaçao zich aan hulporganisaties aangeboden als hub voor humanitaire hulp in Venezuela. ,,Wij kregen vorig jaar inderdaad het verzoek van de VS een humanitaire hub in Curaçao te plaatsen. Het humanitair ondersteunen van de Venezolaanse bevolking is iets wat we als Koninkrijk graag doen en in goed overleg hebben we daarom besloten op dit verzoek in te gaan. Curaçao heeft de benodigde expertise ontwikkeld en bepaalde certificering gehaald waarmee internationale organisaties gebruik kunnen maken van de opslagfaciliteiten. We hebben onderstreept dat de hub alleen gebruikt kan worden als zowel oppositie als regime in Caracas het eens zijn over de spelregels. Als het moment daar is en er de juiste condities zijn voor grootschalige humanitaire hulp is het zeer goed mogelijk dat Curaçao een van de luchtbruggen kan zijn om in de eerste noden te voorzien. Dit is nu nog niet aan de orde.” Deelt u de zorg van partijen in de Tweede Kamer dat Amerika de hub zou kunnen gebruiken om vanuit Curaçao een poging te doen de regering van Maduro omver te werpen? ,,De hub is nadrukkelijk alleen voor humanitaire doeleinden. We hebben het over het distribueren van voedselpakketten, materiaal en medicijnen. Het idee is vergelijkbaar met de hulp na de verwoestende orkaan Irma, waarbij de luchthaven Hato als luchtbrug voor internationale noodgoederen heeft gefungeerd. We hebben heldere spelregels opgesteld. Deze spelregels hebben we vastgelegd in een verdrag tussen de VS en het Koninkrijk.” De crisis in Venezuela heeft ook haar weerslag op de Islaraffinaderij gehad. Bent u op een of andere manier betrokken bij het beperken van de gevolgen voor Curaçao van de sancties die de VS hebben ingesteld tegen de regering Maduro? ,,Als Buitenlandse Zaken hebben we de Refineria di Kòrsou via het postennet het afgelopen jaar zoveel mogelijk bijgestaan in het leggen van contacten met potentiële partners voor de raffinaderij.
Premier Rhuggenaath en minister Blok spreken elkaar geregeld over het buitenlandbeleid van het Koninkrijk.
De impact van de VS-sancties is een ander voorbeeld van de nauwe verwevenheid tussen economisch en buitenlands beleid. Ik heb diverse keren met minister-president Rhuggenaath gesproken over de raffinaderij en samen met hem heb ik afgelopen april het terrein bezocht. Het spreekt voor zich dat wij ons gezamenlijk hebben ingezet in Washington om een uitzonderingspositie te verkrijgen. Diverse keren zijn licenties afgegeven waarmee het mogelijk is bepaalde transacties met PdVSA door te kunnen laten gaan. Dit heb ik overigens ook gedaan voor Bonaire, waar een vergelijkbare situatie speelt. We hebben deze licenties kunnen verkrijgen omdat de VS het Koninkrijk als een belangrijke partner ziet, in de regio en daarbuiten. Dit was zeker niet eenvoudig: de VS heeft diverse sanctieregimes en vele bedrijven worden hierdoor geraakt. Het is dus geen automatisme dat de Amerikaanse regering dergelijke uitzonderingsposities toekent.”
Via uw bronnen zoals de Koninkrijksambassade in Caracas heeft u ongetwijfeld een goed inzicht in de actuele situatie in Venezuela. ,,Ik maak mij grote zorgen. Zowel op humanitair als politiek gebied zijn er weinig positieve ontwikkelingen. Wel geloof ik dat er perspectief is, maar dan vooral op de middellange termijn. Een eerste stap blijft het vinden van een politieke oplossing tussen het regime en de oppositie met als noodzakelijke stap het houden van vrije en eerlijke verkiezingen. Pas daarna kan er gewerkt worden aan het herstel van het land. Helaas is de afbraak van het grootste buurland van het Koninkrijk enorm en
zal de economische en sociale wederopbouw vele jaren in beslag nemen. Die wederopbouw zal echter ook kansen bieden voor Curaçao. De historische banden bestaan nog steeds. De economische contacten zullen snel weer opbloeien als de politieke situatie zich enigszins heeft genormaliseerd. Ik houd de situatie in de gaten en ben beschikbaar om assistentie te leveren waar dat gewenst is.”
Dat het buitenlandbeleid een koninkrijksaangelegenheid is is bij de totstandkoming van het Statuut bepaald. Ruim 65 jaar geleden dus. Wordt het niet tijd de Caribische landen meer ruimte te geven een eigen buitenlandbeleid te voeren? ,,Het is altijd goed te blijven evalueren hoe tevreden we zijn over de samenwerking. Ik vraag me echter af of een aanpassing van het Statuut de beste oplossing is. Ik denk dat we het buitenlandbeleid vooral pragmatisch moeten benaderen en ervoor zorgen dat we nauw in contact blijven staan, zowel politiek als ambtelijk. Zoals ik eerder in dit gesprek aangaf heb ik een goede, directe band opgebouwd met de premiers van de landen. Daarom aarzelen we geen van allen elkaar te benaderen als het nodig is en kunnen we altijd een open gesprek voeren, ook over buitenlandbeleid. Nogmaals: met z’n vieren staan we veel sterker dan alleen. De diversiteit binnen het Koninkrijk is van grote meerwaarde. Gezamenlijk kunnen we ervoor zorgen dat de koninkrijksbelangen in de wereld zo goed mogelijk vertegenwoordigd worden.”
19 | CURAÇAO
Toerisme
AJAX SCOORT VOOR CURAÇAO
Op de mouw van de Ajax-shirts prijkt de komende drie jaar het logo van Curaçao. De Curaçao Tourist Board is daartoe een partnership met de Amsterdamse club aangegaan. De overeenkomst strekt verder dan alleen het uitdragen van de naam Curaçao bij alle nationale en internationale wedstrijden die de landskampioen speelt en via de verkoop van shirts door de Ajax Fanshops her en der in de wereld. Zo is afgesproken dat de selectie een bezoek zal brengen aan Curaçao, evenals een ‘Ajax Legends team’. Tijdens deze bezoeken zullen verschillende promotionele evenementen op het eiland worden georganiseerd waarbij vooral ook de jeugd wordt betrokken.
minister Giselle Mc William van Economische Ontwikkeling - die vanwege een congres in Nederland op werkbezoek was uitgenodigd de wedstrijd bij te wonen. ,,Toerisme is een belangrijke pijler van de economische ontwikkeling van Curaçao. De samenwerking met Ajax is een goede manier om onze Nederlandse en internationale doelgroep meer over Curaçao als veelzijdige vakantiebestemming te vertellen”, aldus de bewindsvrouw. De Curaçao Tourist Board heeft jarenlange ervaring met sportmarketing over de hele wereld en een partnership met Ajax past vanwege het internationale bereik en de blik op de toekomstige generaties bij de doelstellingen. Geelen: ,,Voor Ajax betekent het partnership met de Curaçao Tourist Board een mooie uitbreiding van onze commerciële portefeuille. Wij gaan er met Curaçao Tourist Board voor zorgen dat hun marketingdoelstellingen mede dankzij deze samenwerking behaald worden. Wij kijken uit naar een langdurige en succesvolle samenwerking.” Minister Mc William zei er naar uit te zien de selectie op Curaçao te verwelkomen ,,zodat de spelers kunnen ervaren hoeveel er te beleven is op ons eiland.”
Aan de beslissing met Ajax in zee te gaan is een grondige verkenning van de Curaçao Tourist Board voorafgegaan om te bepalen hoe het marketingbudget dat de organisatie beschikbaar heeft om Curaçao als toeristische bestemming te promoten effectief kan worden besteed. Dat Ajax tot ver buiten Nederland een grote reputatie geniet heeft zwaar meegewogen. Op 19 januari speelde Ajax in de Johan Cruijff ArenA tegen Sparta Rotterdam voor het eerst met het logo van Curaçao op het bekende roodwitte shirt. Ter gelegenheid daarvan had commercieel directeur van Ajax Menno Geelen
20 |
Toerisme
Commercieel directeur Menno van Geelen, minister Giselle Mc William, algemeen directeur Edwin van der Sar en Hugo Clarinda van de Curaçao Tourist Board klinken op de samenwerking.
Kunst, cultuur & entertainment
IK BEN EEN GROOT KIND
Wilheminaring-winnaar Tirzo Martha
Wilheminaring-winnaar Tirzo Martha: ,,Ik kan wel iets in mijn hoofd hebben om te maken, maar vaak genoeg gaat het werk toch zijn eigen gang.”
Geveld door een gemeen virus dat zich rond zijn hart had genesteld moest de Curaçaose kunstenaar Tirzo Martha in mei 2018 liggend op de intensive care van een Colombiaans ziekenhuis de feestelijke première van een aan hem gewijd filmportret noodgedwongen aan zich voorbij laten gaan. De artsen leverden goed werk: Martha was op tijd hersteld om vorig jaar augustus in het CODA Museum in Apeldoorn de Wilhelminaring - de prestigieuze oeuvreprijs voor beeldhouwkunst - in ontvangst te nemen. Kunst, cultuur & entertainment
Een volgende mijlpaal ligt alweer in het verschiet. Samen met landgenoot en collega-kunstenaar David Bade is hij door het Rijksmuseum benaderd een project op te zetten in het kader van de grote slavernijtentoonstelling die in september wordt geopend.
Pillen
We spreken Martha als hij op weg naar huis van een project in Parijs een tussenstop maakt in Amsterdam voor een gesprek
21 | CURAÇAO
Kunst, cultuur & entertainment
met het Mondriaan Fonds dat hem gevraagd heeft voor een adviseurschap. ,,Het gaat goed met me. Ik slik al aanzienlijk minder pillen. Ik heb nog wel therapie. Zes weken na mijn terugkeer op Curaçao uit Colombia mocht ik weer autorijden. Ik ben meteen naar mijn atelier gegaan.”
zaterdag naar boekhandel Van Dorp in Punda om naar muziek te luisteren, want geld om te kopen had ik niet. Een verkoopster wees mij op een nieuw album van Pink Floyd, The Wall. Ik vond de illustraties mooi en krachtig en dacht dat ik met tekenen ook stevig mijn meningen zou kunnen uitdragen.”
Mode
‘Captain Caribbean conquers the Netherlands’
De confrontatie met de eindigheid van het leven heeft geen vat op zijn werk gekregen. ,,Natuurlijk, toen ik bij de dokter kwam om de uitslag te horen van het onderzoek naar mijn moeheid schrok ik wel even. Hij gaf me een heleboel pillen en zette een glas water voor me met de mededeling dat ik meteen werd opgenomen. Na een maand in het ziekenhuis op Curaçao werd ik doorgestuurd naar Colombia. Ik was er slecht aan toe, maar voelde me niet ziek. Ik ben in die periode helemaal niet met de dood bezig geweest. Ik mocht mijn handen niet gebruiken, maar wel mijn hoofd. Een idee dat ik daar heb bedacht ben ik nu aan het uitvoeren: Het huis dat nooit af is.”
Weeshuis
Martha (1965) groeide op in de wijk Buena Vista. ,,Mijn ouders waren heel sociale mensen. Ik ben opgevoed in het bewustzijn dat er grote ongelijkheid bestaat in de wereld. In het weekend hadden wij soms kinderen uit een weeshuis over de vloer. We boden ze de warmte van een thuis. Als ze zondagavond weer weggingen vond ik dat helemaal niet leuk. Het knaagde aan me dat het bij weekendjes bleef, ik vond dat niet eerlijk. Ik vond dat ik er iets aan moest doen, maar wist niet hoe.” Door zijn ouders die in een koor zongen ontdekte hij dat muziek een vehikel is om aandacht te vragen voor maatschappelijke thema’s. Vooral de Tambú - waarin vaak de politiek wordt aangeklaagd voor het bestaan van sociale misstanden - sprak hem aan. ,,Ik zag mezelf echter niet de muziek ingaan. Ik ging bijna elke
22 |
Kunst, cultuur & entertainment
Martha zocht zijn weg aanvankelijk in de modewereld. ,,Op de middelbare school was ik al met mode mee bezig. Ik kleedde mij afwijkend, deed rare dingen door bijvoorbeeld mijn t-shirt niet onder maar over mijn blouse te dragen. Maar toen ik mij in de mode verdiepte kwam ik er al snel achter dat die richting voor mij te beperkend was: bij het ontwerpen moet je concessies doen aan het menselijk lichaam. Als je grote veranderingen teweeg wil brengen moet je grote dingen kunnen maken.” Na twee jaar Academia di Arte ging Martha naar de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. ,,Dat was nog een heel gedoe. Ik kwam niet in aanmerking voor een beurs omdat die studie geen uitzicht gaf op een baan, was de redenering. Via de Dienst Cultuur en Educatie kreeg ik alsnog een culturele beurs. Van die studie werd ik echter niet blij. Het ging er meer om of je goed was in het houden van verkooppraatjes dan om de kunst en de inhoud. Ik ben daarom weer teruggegaan naar de mode, bij Molenaar Fashion School.”
Performance
In 1991 keerde hij terug naar Curaçao. ,,Dat werd mij afgeraden, maar ik heb de context van Curaçao nodig, die voedt mij met ideeën. Het is bovendien altijd mijn bedoeling geweest meteen na mijn studie terug te gaan om bij te dragen aan de ontwikkeling van de gemeenschap. Ik heb klusjes hier en daar gedaan om te kunnen investeren in het maken van kunst. In 1993 had ik
‘Ik zoek liever het onbekende op’ mijn eerste groepsexpositie bij het Curaçaos Museum. Mijn werk is heel anders dan men gewend was. Kunst wordt als iets van de elite beschouwd, ik wilde werken op scholen, in buurten en de gevangenis. Ik nodigde mensen uit samen met mij op straat installaties te maken. Ik ben onder andere ook een performancekunstenaar en vind het proces van het maken net zo belangrijk als het eindresultaat.” Zijn subsidieverzoek bij het Prins Bernhardfonds voor het
project in de gevangenis werd afgewezen met de mededeling dat men alleen kunst subsidieerde. ,,Langzaam maar zeker kon ik steeds meer met kunst bezig zijn. Vanaf 1998 kon ik ervan rondkomen.”
Onbekende
In 2000 kreeg hij zijn eerste opdracht uit Nederland. ,,Dat was een buurtproject in Dordrecht dat eindigde met een tentoonstelling. Daarna volgden er meer exposities. Ik had mij niet eerder op Nederland gericht, al had dat misschien wel voor de hand gelegen. Curaçao heeft niet zoals Nederland de infrastructuur voor kunstenaars, maar ik ga nu eenmaal graag een andere kant op dan de gebruikelijke. Ik zoek liever het onbekende op.”
schap Ingrid van Engelshoven en haar voorganger Jet Bussemaker bezochten het IBB en toonden zich onder de indruk van de resultaten.
Erkenning
In 2009 werd Martha de Cola Debrotprijs toegekend, vernoemd naar de grondlegger van de Nederlands-Antilliaanse literatuur. ,,Uiteraard vond ik dat eervol, maar wat jammer is is dat er zo weinig mee wordt gedaan. Je krijgt de prijs uitgereikt en dat is het. Er zou veel meer omheen kunnen worden georganiseerd om de waarde van kunst en cultuur uit te dragen.”
‘Zonder kunst kan ik niet functioneren’ In 2018 diende zich een volgend hoogtepunt aan: Martha kreeg een plek in de galerij van Hollandse Meesters in de 21e eeuw. Ter gelegenheid daarvan werd een documentaire over hem gemaakt, maar de première kon hij wegens zijn ziekte niet bijwonen. De Wilheminaring kon hij vorig jaar wel persoonlijk in ontvangst nemen. Aan de onderscheiding is een geldbedrag van vijftigduizend euro verbonden dat besteed moet worden aan een kunstwerk dat in Apeldoorn komt te staan. ,,Ik ben van plan het samen met de Apeldoorners te maken.”
Speelsheid
‘Antillia non grata’
In 2006 richtte Martha samen met de op Curaçao geboren collega-kunstenaar David Bade het Instituto Buena Bista op waar jongeren uit alle lagen en achtergronden van de maatschappij onder meer ook drop-outs - les krijgen van professionele kunstenaars met de bedoeling door te stromen naar creatieve opleidingen in het buitenland. Het project is tot op de dag uiterst succesvol. Minister van Onderwijs, Cultuur en Weten-
De werken van Martha getuigen van speelsheid. ,,Ik kijk wel eens naar mijn zoon als hij aan het spelen is, vrij van belemmeringen en angsten. Ik ben misschien een groot kind. Uiteraard heb ik ook een zakelijke kant, omdat je als volwassene verantwoordelijkheden hebt en met anderen rekening te houden hebt. Het is zaak de balans te vinden. Zonder kunst kan ik niet functioneren. Ik breng om zes uur ‘s ochtends mijn zoontje naar school om de rest van de dag heen en weer te gaan tussen IBB en mijn atelier. In de weekeinden ben ik meestal ook in mijn atelier.” Martha denkt niet dat zijn werk beïnvloed is door zijn ziekte. ,,Het heeft mijn overtuiging dat het leven mooi is alleen maar sterker gemaakt. Ik wil mensen blij, kritisch en betrokken maken met mijn installaties, sculpturen en performances. Bovendien kan ik wel iets in mijn hoofd hebben om te maken, maar vaak genoeg gaat het werk toch zijn eigen gang. Wat er wel is veranderd is dat ik er nu vaker ben voor mijn gezin.” I: www.tirzomartha.com
23 | CURAÇAO
Young professionals
NGRANE: ZAKELIJKE VRIENDENGROEP De Curaçaose vrienden Stephen Garcia en David van Delden waren op de middelbare school geen modelleerlingen, maar desondanks - of misschien wel juist dankzij - hebben zij zich met hun in 2009 opgerichte digital agency Ngrane in Amsterdam ontwikkeld tot succesvolle ondernemers met een geheel eigen kijk op het werkgeverschap.
De twee raakten elkaar uit het oog nadat ze voor een studie naar Nederland vertrokken, maar hun gedeelde filosofie bracht hen
weer samen: je ontwikkelen doe je door jezelf te kunnen zijn, fouten te mogen maken en anders te durven denken.
Leren met een doel
Stephen (36) groeide op in een ondernemersgezin. Na de basisschool bleek er op de middelbare school niet veel ruimte te zijn voor zijn ‘ondernemende’ eigenschappen. Daar word je beloond door stil te zitten en goede cijfers te halen. Voor Stephen was er meer nodig om de lessen boeiend te vinden. ,,Pas door op de havo huiswerkbegeleiding te geven aan medeleerlingen kreeg leren voor mij een doel. Ik ben na de havo naar Nederland gegaan om biotechnologie te studeren. Na verloop van tijd bleek dat dit toch niet mijn richting was en ben ik bedrijfskunde gaan doen in Leiden.”
‘Plezier is de sleutel tot resultaat’ Ook David (38) kon niet uit het onderwijs halen wat hij nodig vond om zich te ontwikkelen. ,,Ik wilde mijn eigen ding doen, maar het traditionele onderwijssysteem is erop gericht je in vakjes te stoppen. De lessen sloten niet aan op wie ik ben en waar ik blij van word. Toch bleef ik het leren op zich leuk vinden. Ik ben naar Nederland gegaan voor een opleiding grafische vormgeving.”
Zelfde waarden
Stephen Garcia (links) en David van Delden: ,,Natuurlijk zijn we zakelijk, maar tegelijkertijd sociaal.”
24 |
Young professionals
De passie voor computers bracht Stephen en David samen in hun middelbare schooltijd. Het contact verwaterde na hun vertrek naar Nederland. ,,Tijdens een vakantie op Curaçao liepen we elkaar weer tegen het lijf en zijn we een bakkie gaan doen. Zo kwamen we erachter dat we over veel zaken hetzelfde denken, bijvoorbeeld dat het onderwijssysteem niet voor iedereen de juiste plek is het beste uit zichzelf te halen. Ook waren we het erover eens dat mensen beter presteren vanuit een veilige plek waar ze zich welkom voelen en plezier hebben in wat ze doen.
‘Groei is niet het doel, maar de uitkomst van onze manier van werken’ We hadden een goede klik”, aldus Stephen. Terug in Nederland raakte hij betrokken bij de oprichting van een vereniging voor jonge ondernemers. ,,We hadden een logo nodig en ik moest meteen aan David denken.” Die was op zoek naar huisvesting. In het huis waar Stephen woonde was een kamer vrij. Met twee andere huisgenoten werden plannen gesmeed om samen iets te beginnen. ,,In 2008 zijn we onofficieel gestart met ondernemen en in 2009 is Ngrane officieel opgericht”, aldus David.
De mens centraal
Stephen: ,,Veel mensen zitten niet op hun plek in de arbeidsmarkt waardoor hun krachten niet vol benut worden. Dit terwijl plezier juist de sleutel is tot resultaat. Ook is het belangrijk dat je werkgever je de juiste handvatten aanreikt.
,,In een wereld die zich snel ontwikkelt vergeten we soms hoe belangrijk menselijk contact is. Want wanneer we samenkomen en werken aan een gemeenschappelijk doel zijn er geen grenzen aan wat we kunnen bereiken. De kern van Ngrane is vriendschap. Vriendschap betekent dat je er voor elkaar bent en de tijd neemt om te begrijpen wat iedereen gelukkig maakt. Wat ons verbindt is een passie voor digitaal, wat ons drijft is de beste werkervaring creëren. De juiste vriendschap mixt vrijheid en individualiteit met teamwork en dat warme gevoel van thuiskomen”, aldus de website van Ngrane.
Iemand met dyslexie kan bijvoorbeeld in een visuele rol best heel sterk zijn.” Ngrane is gevestigd in een Amsterdams coworking pand tussen zzp’ers, start-ups en innovatiehubs van grote bedrijven. Stephen en David ervaren het als een inspirerende omgeving die aansluit bij hun filosofie. Ze zien hun bedrijf als een community waar men met elkaar omgaat als in een vriendengroep en iedereen dezelfde drive heeft om het beste uit zichzelf te halen. Stephen: ,,De persoonlijke manier waarop we kijken naar werknemers passen we ook toe bij klanten. We leveren plannen en producten altijd op maat. Het is begonnen met het bouwen van websites. Dat is in de loop van de tijd uitgebreid naar het helpen van opdrachtgevers bij hun digitale transformatie. Onze expertise komt tot uiting in websites, digitale platforms en contentcreatie. We ondersteunen klanten zowel bij het opzetten van een nieuw businessmodel als met het tot leven brengen van hun ideeën.”
Ambities
,,Natuurlijk zijn we zakelijk, maar tegelijkertijd sociaal. Dat hebben we meegekregen van Curaçao. Daar zoeken mensen elkaar veel op en ligt de focus op anderen zich welkom te laten voelen. Dat doen we hier ook. Zo lunchen we altijd gezellig samen en daar mogen de medewerkers van andere bedrijven bij aansluiten. Kort samengevat: het is onze ambitie een werkplek te creëren waarin je wordt gestimuleerd en gefaciliteerd om jezelf in je eigen kracht te ontwikkelen. We willen in onze branche niet de grootste zijn, wel de organisatie met de gelukkigste medewerkers en klanten. Groei is niet het doel, maar de uitkomst van onze manier van werken”, aldus David. I: www.ngrane.com
25 | CURAÇAO
Opinie
DE KONINKRIJKSBANDEN ALS GEOPOLITIEKE KEUS Door Paul Comenencia, Staatsraad van het Koninkrijk
Reagerend op een uitnodiging van interim minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Raymond Knops aan de Caribische landen van het Koninkrijk om “in gezamenlijk overleg tot een nadere invulling te komen van de verantwoordelijkheden van de landen afzonderlijk en van het Koninkrijk als geheel” antwoordde premier Eugene Rhuggenaath in december dat het land Curaçao graag in gesprek gaat, maar dat als nieuwe staatkundige hervormingen het doel zijn van de evaluatie zijn regering belangrijkere prioriteiten heeft. De reactie van de Curaçaose premier is een verstandige. Want veel belangrijker dan verder sleutelen aan het Statuut is werken aan betere benutting van het bestaande instrumentarium, vanuit het besef dat meer autonomie er op dit moment niet inzit en de mondiale realiteit het lidmaatschap van het Koninkrijk met aansluiting bij de Europese Unie juist tot een geopolitiek voordeel maakt.
Integreren
Dat het succes van kleine landen sterk afhankelijk is van hun bereidheid te integreren en samen te werken met grotere verbanden is al jaren bekend. Soevereine, van niets of niemand afhankelijke staten - als die al ooit hebben bestaan - zijn er allang niet meer, constateerde de Raad van State van het Koninkrijk in 2003. De keus, schreef de Raad toen, is steeds vaker: meedoen aan een grensoverschrijdende rechtsorde en daarop (bescheiden) invloed uitoefenen of autonomie bewaken en (daardoor) steeds vaker overgeleverd zijn aan wat andere, meer invloedrijke staten eenzijdig of gezamenlijk beslissen. Ook wijlen Mito Croes schreef een paar jaar later, in zijn proefschrift ‘De herdefiniëring van het Koninkrijk’ dat het “in deze globaliserende wereld” niet meer in de eerste plaats gaat
26 |
Opinie
Staatsraad van het Koninkrijk Paul Comenencia.
om “de volkenrechtelijke verhoudingen tussen individuele soevereine landen. Er zijn nieuwe actoren, die vaak meer economische en politieke invloed hebben op de politieke en maatschappelijke processen. Er is een grensoverschrijdend krachtenspel tussen machtsblokken, individuele landen, grote
transnationale ondernemingen, lobbygroepen, enz. die niet alleen het internationale panorama trachten te beïnvloeden, maar ook invloed willen hebben op besluitvorming door de constitutionele staatsorganen binnen het staatsverband.”
Zegeningen
Hoe kleiner het land, met andere woorden, des te complexer de overlevings- en succeskansen. Owen Arthur, in 1998 premier van het sinds 1966 staatkundig onafhankelijke Barbados: “The capacity to assure good government to meet the needs of our people is slowly but surely spiralling out of reach of most individual Caribbean states. As small open societies, we need to have a vigorous, active presence in the fora of decision making across the global society. [But] few of us individually can afford it.” De Caribische landen doen er dus goed aan hun zegeningen te tellen, de koninkrijksrelaties en de aansluiting bij de Europese Unie te koesteren en deze de komende jaren veel intensiever te benutten, niet zo zeer vanwege - al dan niet toegankelijke - geldpotjes maar vooral vanwege het beschermende rechtsstatelijk kader waarbinnen de gewenste opbouw en ontwikkeling van de landen kan plaatsvinden. Uiteraard belet niets de eilanden zich toch af te scheiden van het Koninkrijk, als de bevolking daarvoor zou kiezen. Maar zo’n keus heeft voor de eilanden weinig zin als zij vervolgens toch het risico lopen verstrikt te raken in een web van andere - geopolitieke, particuliere of zelfs criminele - belangen.
Meer wegen
Studenten dekolonisatieleer zal het interesseren dat de Verenigde Naties in 1960 al vaststelden dat staatkundige onafhankelijkheid niet de enige uitkomst van dekolonisatie hoeft te zijn. Er zijn meerdere internationaal aanvaarde wegen naar zelfredzaamheid. Om met Minister van Staat Jaime Saleh te spreken: “Het gaat in de praktijk niet zozeer om de formele constitutionele status van een land/eiland, maar veel meer om de vraag op welke wijze in de praktijk invulling wordt gegeven aan die status... Daar gaat het primair om.” Geopolitiek slim denkende Caribische rijksdelen en een meer inclusief en strategisch denkend Nederland doen er, onder de omstandigheden, goed aan samen te concluderen dat onze gemeenschappelijke toekomst het best gediend is met een hecht koninkrijksverband, met wortels aan beide kanten van de oceaan. De stabiliteit en rechtszekerheid op de eilanden is ermee gediend, de bestuurlijke vrijheid wordt er niet minder door en waar verantwoordelijkheden gedeeld worden, zoals de buitenlandse betrekkingen en defensie, wordt ook de rekening
Op 15 december 1954 bekrachtigde koningin Juliana tijdens een plechtige ceremonie in de Ridderzaal het Statuut voor het Koninkrijk.
gedeeld, volgens een voor de Caribische belastingbetaler niet onvoordelige formule. En Nederland, op het wereldtoneel hoe dan ook een kleine speler, kan zich, mede door zijn aanwezigheid zowel in Europa als op het westelijk halfrond, blijven profileren als een geopolitiek relevante partner in de internationale verhoudingen.
Inhaalslag
Een eerste vereiste is wel een inhaalslag aan Caribische kant, waar de Koninkrijksrelaties veel te lang verwaarloosd zijn. Men zal veel actiever dan tot nu toe constructief moeten meedoen en meedenken met het gebeuren op koninkrijks- en Europees niveau, en wel zodanig dat beleidsmakers in Den Haag, in hun afwegingen, steeds vanzelfsprekender ook de Caribische dimensie van de koninkrijksbelangen betrekken. Aan de andere kant mag van Den Haag worden verwacht dat het, als koninkrijksregering, die rol waarmaakt door, in de ware geest van het Koninkrijk, de Caribische rijksdelen de ruimte te gunnen effectief in te spelen op en mee te bewegen met ontwikkelingen waar het Koninkrijk bij betrokken is. De verantwoordelijkheid voor het succes van het Koninkrijk ligt dus niet alleen bij de Caribische rijksdelen. Maar zolang Curaçao en de andere eilanden deel willen blijven uitmaken van het koninkrijksverband hebben zij wel het grootste belang bij het tegengaan van verdere verschraling van de koninkrijksbanden. Veel kansen daartoe zijn de afgelopen 65 jaar onbenut gelaten, maar er is gelukkig nog tijd.
Dit opiniestuk is afgeleid van een op 14 december jl. door de auteur op Curaçao gehouden lezing ter gelegenheid van 65 jaar Statuut voor het Koninkrijk.
27 | CURAÇAO
CINEX, UW VERTROUWENSPARTNER VOOR INVESTERINGSKANSEN OP CURAÇAO! PLETTERIJWEG 43 - AMIDOS BUILDING - PARERA - WILLEMSTAD T +599 9 4621444 - EXT 153 WWW.CURINVEST.COM - INFO@CURINVEST.COM