12e jaargang • nummer 3 • Juli 2011
Horeb bode
Achter de schermen In deze serie geven we de medewerkers op Horeb een gezicht: Wat voor werk doen zij bij Horeb? Wat drijft hen in hun werk? In dit nummer een pensionaris: Theo van der Kooij. 1 juni 2011 nam hij tijdens een feestelijke receptie afscheid van Horeb. Techniek en mensen zijn zijn passie. “Als kind bouwde ik al apparatuur om. Ik maakte bijvoorbeeld van een oude trapnaaimachine een figuurzaag.” De HTS was voor Theo dus een logische keuze. Dat hij daarmee vooral aan een tekentafel zou komen te werken, viel hem echter tegen. In de werkplaats of op de bouwplaats samen met anderen dingen tot stand brengen, dat sprak hem meer aan. Theo: “Samen met mijn vrouw ben ik gaan bidden: ‘Here, wat wilt u dat wij met onze talenten doen?’ Ik was toen 22. Ja en dan moet je ook luisteren, natuurlijk. Dat besefte ik goed toen ik werd gewezen op een vacature voor een technisch medewerker in Nigeria.” Ruim twaalf jaar Afrika bepalen voorgoed Theo’s visie op leven en werken. “In Afrika zag ik kinderen sterven tijdens een burgeroorlog. Hoe kan ik dan streven naar meer en naar luxe?” Het is erg wennen, wanneer hij met zijn gezin definitief naar Nederland terugkeert. Ook was het zoeken naar een geschikte baan. Het onderwijs leek in eerste instantie het meest voor de hand liggend. Theo: “Dit bleek achteraf een goede voorbereiding op mijn volgende stap: bedrijfsleider bij De Hoop Metaal in Dordrecht en het in de praktijk opleiden van werkervaringdeelnemers. In deze functie en met deze doelgroep kwam ik veel beter tot mijn recht dan in het middelbaar onderwijs.”
Dan hoort Theo van Horeb. Theo: “Ik dacht: ‘daar moet ik heen’. Inmiddels was De Hoop Metaal een goed draaiend productiebedrijf. Ik had daar nog met plezier ‘100 jaar’ kunnen werken, maar Horeb… Zonder de luxe van geavanceerde apparatuur, met gebouwen, installaties en leidingen uit 1940 waaraan veel moest gebeuren, leek Horeb helemaal mijn plek.” Er is geen vacature, maar Theo’s sollicitatie wordt aanvaard. Daarmee voelt hij zich in zijn keuze bevestigd. Theo: “Ik geloof niet dat God je werk laat doen wat je niet ligt. Hij wil je juist optimaal met je talenten en passie inzetten.” Bij Horeb vult hij net als bij De Hoop een aanzienlijk deel van zijn dag met het begeleiden van cliënten bij het werk. “Moeilijke kwesties komen op de werkvloer soms eerder ter sprake dan face-to-face aan tafel,” vertelt Theo. “Regelmatig komen we ook terug op de dagopening en vertelt de bewoner iets over zijn relatie met God.” Of hij het werk gaat missen? Daarop antwoordt Theo met een volmondig ja. Wat hij vooral zal missen, zijn de mensen met wie hij te maken heeft: bewoners, collega’s en mensen van buiten. Een wens
voor Horeb heeft hij ook: Horeb moet een laagdrempelige plek blijven waar mensen tot rust kunnen komen.
Erik Jan: “Zingen tot eer van God is voor mij een verlossing!” Het stuklopen van zijn huwelijk kon hij niet verwerken en problemen probeerde hij op te lossen met drank. Iedere keer vroeg Erik Jan van der Bijl (40) zich weer af: “Waarom gebeurt mij dit?” Nu is hij terug bij Horeb. Deze keer om af te ronden wat bij zijn eerste verblijf in 2006 niet helemaal is gelukt. “Het verhaal ging over iemand met een drankprobleem. Dit greep mij zo aan dat ik diezelfde avond de fles heb neergezet en de volgende dag naar Horeb ben gegaan.”
Leven en werken
Door de drank vereenzaamt Erik Jan steeds meer. Hij heeft geen zin om zijn moeder te bezoeken en ook zijn zus ziet hij steeds minder. Hij komt steeds vaker te laat op zijn werk en als ze daar in de gaten krijgen dat hij naar alcohol ruikt, wordt hij ontslagen. Dieper in de put zitten kan bijna niet. Gelukkig herkent zijn zus, die werkzaam is in het ziekenhuis, de symptomen.
Zij probeert hem over te halen hulp te zoeken. Op internet heeft zij De Hoop als hulpinstantie gevonden, mede vanwege de christelijke achtergrond. Erik Jan besluit zich in te schrijven bij Horeb. “De dag voor mijn opname zat ik, met een fles in mijn hand, ’s avonds een herhaling van het programma ‘Hoe doe jij dat.nu?’ van de Evangelische Omroep te kijken,” vertelt Erik Jan.
Na binnenkomst komt hij in de tuin en de bossen van Horeb te werken. “Dat vond ik heel prettig. Ik houd van de natuur en van het buiten zijn. Ik ben altijd in loondienst geweest en reed tractor voor boeren of werkte voor een hoveniersbedrijf.” Vanwege de rust die hij uitstraalt, wordt Erik Jan al snel opziener (de leider van een groep). Ruzies sust hij door rustig met beide partijen te praten en de meeste jongeren zien hem ook als een vaderfiguur, een voorbeeld. Later wordt hij zelfs als poortwachter gevraagd, een functie die hij met gepaste trots vervult. Erik Jan houdt van Horeb, van de omgeving, de rust en het zingen in de band. Vanaf zijn negentiende zingt hij al in een koor, maar sinds zijn verblijf bij Horeb is hij meer vanuit zijn hart gaan zingen. Enthousiast vertelt hij over bijeenkomsten in Biddinghuizen, die hij bezoekt, waar het niet gaat om het mooie zingen, maar het zingen mét elkaar voor de Here God. Hier in Beekbergen komt Erik Jan geen stress tegen. “Vergeleken met mijn leven voor Horeb leek mijn
Voorwoord “Kom, zie Iemand die mij alles gezegd heeft wat ik gedaan heb.” (Johannes 4:29). Verslaving is een probleem dat zelden op zichzelf staat. De wortel van verslaving is meestal het verkeerd omgaan met negatieve gebeurtenissen en teleurstellingen. Als hulpverleners van Horeb maken we het gedrag van bewoners inzichtelijk door te kijken naar hun levensverhaal. Dit is een proces en kost vaak tijd. Een trend in de huidige geestelijke gezondheidszorg is dat de behandeltijd zoveel mogelijk wordt verkort. Als we hier te veel in mee zouden gaan, lopen we het risico dat we alleen aan symptoombestrijding doen. Het verslavingsprobleem van de hulpvrager lijkt snel opgelost, maar de onderliggende problematiek is dan nog steeds aanwezig.
In de hulp die we bieden, willen we juist, samen met de hulpvrager, op zoek gaan naar de wortel van het probleem. Zoals de Here Jezus dit bijvoorbeeld deed bij de Samaritaanse vrouw. Ondanks haar verwrongen leven nam Hij de tijd om met haar in gesprek te gaan. Door te vragen naar haar specifieke levensverhaal werd haar ware probleem zichtbaar. Hoewel ze samen met een man leefde en al eerder met vijf andere mannen had samengeleefd, maakte Jezus haar duidelijk dat ze geen man had. Haar reactie hierop was: “Kom, zie Iemand die mij alles gezegd heeft wat ik gedaan heb.” Door dit gesprek met Jezus vond de vrouw innerlijke genezing en kreeg zij ruimte om haar leven verder vorm te geven. Met vriendelijke groet, Rob Meijer
behandeltijd bij Horeb soms op een verblijf in een bungalowpark.”
Hoopvolle toekomst Weer terug in de maatschappij krijgt hij in 2009 een vriendin, maar door onopgeloste problemen uit zijn verleden strandt ook deze relatie. Deze keer verliest hij alles. Erik Jan heeft geen werk en geen woning meer en besluit Rob Meijer te bellen. Deze keer is hij er nog niet zo heel slecht aan toe en kan hij zelf bellen dat hij hulp nodig heeft. Tot zijn geluk kan hij weer bij Horeb terugkomen. Deze keer wordt hij direct voor de functie van Poortwachter gevraagd, iets wat veel voor hem betekent. Omdat hij verder geen mogelijkheden ziet om bij Horeb zijn talenten te ontplooien, is Erik Jan met zijn re-integratieplan begonnen samen met een medewerker van Horeb. Dit stappenplan werkt toe naar een datum waarop de bewoner weer terugkeert naar zijn werk in de maatschappij en soms ook naar een keuze voor een nieuwe arbeidsplek. Erik Jan is blij met deze mogelijkheid. Hij heeft al gezien dat er een kans is om als bedrijfsleider van een kringloopwinkel te solliciteren. Anders lijkt het hem ook leuk om als begeleider op een zorgboerderij te gaan werken.
Longziekte Erik Jan vertelt verder: “Veranderingen hebben er op Horeb wel plaatsgevonden sinds mijn eerste tijd bij Horeb, het is er nu veel ‘vrijer’. Vrijer in de zin van het gebruik van mobiel of internet, en regels wat betreft vrijheden. Het mogen roken heeft zeker
meegespeeld in de keuze om naar Horeb te gaan, zoals voor veel gasten.” Erik Jan lijdt echter aan COPD, een ernstige vorm van longziekte, wat sportieve activiteiten zoals fietsen en wandelen bemoeilijkt. Stoppen met roken is dus een must. Hoewel dit erg moeilijk is voor hem, wil hij het nu serieus gaan proberen. Hij beseft heel goed dat de gevolgen van het roken steeds grotere klachten zullen veroorzaken.
Zingen voor de Here God “Het leven en werken in een christelijke omgeving is voor mij heel belangrijk. Tijdens mijn eerste opname in 2007 heb ik mij laten dopen. Daarna is mijn relatie met God veel beter geworden. Ik weet nu waarom ik op de juiste weg wil doorgaan, wat ik wel en niet moet doen, maar vooral dat ik wil blijven werken aan een hoopvolle toekomst. ’s Avonds, voor het slapen gaan, leg ik mijn problemen bij de Heer neer. Ik bid vaak met een medegast, en ik vind het prettig mijn medegasten over de Heer en de Bijbel te vertellen. Door dagelijks te bidden voel ik mij geholpen, bij mijn werk en in het volharden in het vinden van een woning. Het leven met God is voor mij kostbaar geworden en zingen is voor mij een verlossing. Niet alleen het zingen voor mensen, maar ook het zingen voor mijn Heer!”
Wie wat bewaart, die heeft wat! “In de eerste jaren van het bestaan van Horeb kregen we een aanbod om een partij stoelen te kopen. Deze moesten voor een deel nog bewerkt en in elkaar gezet worden. De stoelen waren in China gemaakt van een mooie, tropische houtsoort en waren op hun reis naar Moskou in Rotterdam in beslag genomen omdat de maffia er tussen zat. Nadat iemand er een heleboel had opgekocht en bij een sociale werkvoorziening had laten maken, kregen wij ze aangeboden. Niet duur: een gulden per stuk. Maar het waren er wel tienduizend! We hebben ze gekocht en zodoende kwamen ze bij Horeb terecht. Wat is er van dit hout terecht gekomen? Het werd opgeslagen bij Horeb en vervolgens kwamen we er maar niet aan toe om er wat mee te doen. Het nam ook nogal wat ruimte in beslag die we eigenlijk voor andere doeleinden nodig hadden. Een verkoop zat er niet in: het hoogste bod was 500 euro voor de hele partij. We besloten de onderdelen van de stoelen te gebruiken om er vierhonderd kleine boekenkastjes van te maken. Dit heeft ons al ruim 4000 euro opgeleverd! De kistjes, waar de onderdelen in zitten, worden nu uitgepakt en alles wordt op onderdelen gesorteerd op pallets. Nu zijn verschillende bewoners inmiddels enthousiast begonnen met het aan elkaar lijmen en schaven van de onderdelen voor een volgende klus. Wie wat bewaart, die heeft wat!” Theo van der Kooij
Horeb en De Overbrugging behalen HKZ-certificaat Dit voorjaar hebben Horeb en De Overbrugging gezamenlijk het HKZ-certificaat behaald voor de zorgactiviteiten van beide afdelingen.
Gebeds- en dankpunten: • Wilt u danken voor het getuigenis van Erik Jan (interview binnenzijde)? Wilt u bidden dat zijn verhaal voor velen tot bemoediging en zegen mag zijn? • Wilt u bidden dat Erik Jan verder mag groeien in zijn geloof en een geschikte baan mag vinden buiten Horeb?
HKZ staat voor Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorg. Een instelling krijgt het HKZ-certificaat als zij voldoet aan de landelijke norm van kwalitatief goede zorgverlening. Als een organisatie het HKZ-certificaat behaalt, betekent dit dat de organisatie volgens de certificatie-instelling: • goed georganiseerd is • cliënten centraal stelt • continu werkt aan optimalisering van het aanbod
• Wilt u danken voor Horeb als plek van herstel en verandering voor mannen? Wilt u bidden dat nog meer mannen die hulp nodig hebben, de weg naar Horeb weten te vinden?
Bedankt voor uw gift! De afgelopen maanden hebben we weer een groot aantal giften mogen ontvangen. Via ‘Horeb Algemeen’ is in april 4902 euro binnengekomen en in mei 3230 euro. Hartelijk dank hiervoor!
• betrouwbare resultaten presenteert • voldoet aan de eisen die vanuit de sector zelf, door financiers, cliënten en de overheid worden gesteld. We zijn als afdelingen trots en dankbaar dat we het certificaat konden behalen. Dat we het certificaat hebben ontvangen, betekent overigens niet dat we nu achterover kunnen gaan leunen. Het certificaat is drie jaar geldig en het is een continu proces om aan de eisen van de HKZ te blijven voldoen.
Donateur/lezer aan het woord:
“Ik probeer anderen ook warm te maken voor Horeb” “De Horeb Bode gaat bij ons niet zomaar bij het oud papier,” vertelt mevrouw De Jong.* “Ik probeer anderen ook warm te maken voor Horeb en geef de Horeb Bode aan een heleboel mensen door. Het is al mooi wanneer zij voor Horeb gaan bidden.” Mijnheer en mevrouw De Jong steunen Horeb al jaren. Onlangs ontvingen wij van hen een gift van 200 euro. Mevrouw de Jong: “Soms komt een goed doel op je pad en spreekt het je aan. Wij vinden het fijn om een project te steunen dat mensen helpt die je op straat kunt tegenkomen, of die wellicht je buren hadden kunnen zijn. We zijn blij dat we met onze steun iets kunnen doen aan de nood in Nederland.” Goed idee: vertel anderen over Horeb! * Achternaam is om privacyredenen gefingeerd.
12e jaargang • nummer 3 • Juli 2011 Redactie: Mariëlle de Jong Eindredactie: Rob Meijer, Cor van Dam Horeb is een christelijke woon- en leefgemeenschap voor mensen met een verslaving of psychosociale problemen en is onderdeel van De Hoop ggz.
In Horeb wonen en werken zo’n tachtig mannen die met elkaar en met de hulp van de Here God gaan voor een nieuw, gezond leven. Horeb Bode is een uitgave van Stichting Vrienden van De Hoop. Deze stichting is eindverantwoordelijk voor de fondsenwerving voor Horeb.
Voor meer exemplaren of voor regelmatige toezending kunt u contact opnemen met: Horeb, Kuiltjesweg 55, 7361 TC Beekbergen. T (055) 576 21 00 F (055) 576 21 03
Giften zijn van harte welkom via bankrekening 66.91.45.319 ten name van Horeb. Bezoek ons online: www.horeb.nl