Katern Alcohol

Page 1

Verslaving dichtbij huis:

alcohol en

tabak


2

‘Verslaving’ is waarschijnlijk het beste woord om het gevoel van verloren zijn, dat in onze hedendaagse maatschappij zo vaak voorkomt, duidelijk te maken. Door onze verslaving klampen we ons vast aan dingen die we beschouwen als middelen tot zelfontplooiing: rijkdom en macht , status en aanzien, overvloedige consumptie, eten en drinken, seksueel genot waarbij het eerder gaat om lust dan om liefde. We verwachten van deze dingen dat zij onze diepste behoeften zullen bevredigen, maar dat kunnen ze nooit. Zolang we echter in deze waan leven, zijn we verslaafd en dolen we rond in ‘het verre land’, op zoek naar iets wat daar nooit te vinden zal zijn. Wij krijgen een eindeloze reeks teleurstellingen te verwerken en ons verlangen naar zelfontplooiing blijft onvervuld. In deze tijd, waarin het aantal verslavingen steeds toeneemt, zijn we ver afgedwaald van ons vaderhuis. Leven in een ‘ver land’, dat is leven als een slaaf van de dingen van de wereld, met altijd die innerlijke hunkering naar vrijheid. Uit: Henri Nouwen, Eindelijk Thuis Voor heel veel mensen is verslaving iets dat zich buiten hun belevingswereld afspeelt. Toch moeten we in alle eerlijkheid vaststellen dat juist twee legale drugs, alcohol en roken, zorgen voor de grootste schade, meer dan alle andere drugs bij elkaar. Maar zoals de bekende psychiater J.H. van Epen stelt over alcohol: “De alcoholbalk in ons eigen oog zal ons niet beletten de drug-splinter in het oog van de ander te zien” (Van Epen 1997). In deze katern behandelen we de middelen die we meestal van nabij kennen: alcohol en tabak. Andere legale middelen dichtbij huis behandelen we in een ander katern: gokken, medicijnen, koffie en thee. Wat is het ‘verslavingsgehalte’ van deze middelen? En hoeveel mensen kampen met problemen door het gebruik ervan?


Alcohol

Alcoholgebruik heeft oude papieren. Er is waarschijnlijk geen periode in de geschiedenis van de mensheid dat alcohol niet gebruikt werd (1). Vandaag de dag moeten we vaststellen dat alcohol, samen met tabak, de meest gebruikte en meest schadelijke drugs vormen. Pure alcohol (ethylalcohol of ethanol) is het werkzame bestanddeel van bier, wijn of de borrel. Meestal echter wordt ‘alcohol’ gebruikt als de benaming voor de alcoholische dranken zelf (2). Als alcohol in het lichaam komt, wordt een klein gedeelte verteerd maar een groot gedeelte komt direct in het bloed en wordt vervolgens verdeeld over het lichaam. De hoeveelheid alcohol in het bloed wordt uitgedrukt in promillages: het bloedalcoholge­halte (BAG). Een promillage van 0,5 wil zeggen dat één milliliter (cc) bloed een halve milligram pure alcohol bevat. Van persoon tot persoon kan dit percentage verschillen. Het gaat namelijk niet alleen om de hoeveelheid drank die iemand nuttigt, maar het heeft ook te maken met het lichaamsgewicht van de persoon. Hoe zwaarder iemand is, des te meer lichaamsvocht er is waarover de alcohol verdeeld wordt. Vrouwen kunnen in vergelijking met mannen minder alcohol verwerken (3). Verder speelt de maagvulling een belangrijke rol. Als je maag goed gevuld is, duurt het langer voordat de alcohol in het bloed komt. Ook wordt de werking van alcohol beïnvloed door de lichamelijke conditie van de drinker, zijn gemoedstoestand en eventueel medicijngebruik. De lever is het orgaan dat de alcohol in het lichaam afbreekt. De lever ‘herkent’ alcohol als een gif. De afbraak van alcohol in het lichaam kan niet versneld worden, ook niet door een kopje koffie aan het einde van een feestavond. Hetzelfde geldt voor koude douches, vitaminen, ontnuchterings­middel­tjes en buitenlucht (4). Bij matig alcoholgebruik heeft de lever geen enkele moeite om de alcohol uit het lichaam te laten verdwijnen (5). “De meeste alcoholisten zijn onherkenbaar in de samenleving. Zelfs mijn ouders hadden het na jaren absoluut niet in de gaten dat ik alcoholist was. Wel dat ik af en toe proble-

3


men had, maar dat werd toegeschreven aan mijn karakter. Twee jaar ben ik bij het Riagg in behandeling geweest, maar niemand heeft iets gemerkt. Je wordt ongelofelijk slim in het camoufleren van je verslaving. Ik weet zeker dat niemand mij ervan verdacht. Zelfs met twee flessen jenever in mijn kraag liep ik kaarsrecht over de witte streep.” Johan, ex-alcoholist

Overmatig alcoholgebruik en dan...

4

Onder jongeren zijn nieuwe alcoholische dranken in korte tijd populair geworden: de zogenaamde mixed drinks, ook wel shooters of alcopops genoemd. Het lijken frisdrankjes maar ze bevatten aanzienlijk veel alcohol, soms meer dan vijftien procent. Jongeren komen zo op steeds jongere leeftijd in aanraking met (soms zwaar) alcoholische dranken. Uit onderzoeken is vast komen te staan dat hoe jonger iemand begint met drinken, hoe groter de kans dat hij een alcoholist wordt. Jongeren die voor hun vijftiende levensjaar met drinken beginnen, hebben een vier keer zo grote kans om een alcoholist te worden in vergelijking met iemand die op 21-jarige leeftijd begint. Hoe jonger iemand begint met alcohol (maar hetzelfde geldt voor tabak en drugs), hoe moeilijker het wordt om te stoppen. Gescheiden en ongehuwde mannen zoeken vaker het gezelschap van een borrel in vergelijking met mannen mét een relatie. Het aantal ‘zware drinkers’ onder de eerste groep mannen is ongeveer anderhalf maal zo groot. Vooral in de jaren zeventig is dit aantal behoorlijk gestegen. Sommige mensen beschouwen alcohol als een opwekkend middel maar het is juist een dempend middel. Het verdooft de natuurlijke remmingen. Het stimulerende gevoel dat de drinker ervaart, is maar een idéé. Er zijn ook alcoholgebruikers die merken dat na het drinken van alcohol hun problemen of spanningen verdwijnen, of beter gezegd, tijdelijk onderdrukt worden. Alcohol functioneert hier als ‘probleemoplosser’. Degene die alcohol om die reden gebruikt, zal gaan merken dat hij steeds méér alcohol nodig heeft om de proble-


men en spanningen te ‘verdrinken’. Maar steeds grotere hoeveelheden alcohol doen een enorme aanslag op het lichaam. Bij een promillage van 0 tot 0,5 (één à twee glazen) treedt er een versnelling van de polsslag en de ademhaling op. Door de verwijding van de bloedvaten krijgt de drinker een warm gevoel, hij gaat wat makkelijker praten en zijn verlegenheid verdwijnt. Bij een promillage van 0,5 tot 1,5 (drie tot acht glazen) komt het verdovende effect van de alcohol duidelijk naar voren: remmingen verdwijnen, zelfoverschatting treedt op. Het geheugen wordt minder, het op een goede wijze beoordelen van een situatie wordt moeilijker en de reactiesnelheid loopt terug. Links en rechts van de gezichtsas wordt minder waargenomen (het zogenaamde ‘tunneleffect’). Bij een promillage van 1,5 tot drie (negen tot zestien glazen) treden bovengenoemde effecten in veel sterkere mate op. Het gedrag wordt overdreven emotioneel. Zelfkritiek, de kritiek op het eigen doen en laten, verdwijnt. Het gezicht wordt rood en zwelt op, de pupillen verwijden zich. De kans op misselijkheid en braken is groot. Er zijn spraakstoornissen, van woordvergissingen tot het ‘lallen’, en lichte tot zware motorische stoornissen (‘de waggelende gang’). De drang tot urineren is groot. “Ik wilde niet buiten de boot vallen. Ik ervoer al snel bij mijn eerste pilsje dat alcohol een bepaalde ontspannende werking heeft. Ik voelde me daardoor in gezelschap wat makkelijker. Van nature was ik best wel verlegen. Toen ik in de pubertijd kwam, kreeg ik meer en meer problemen. Thuis kon ik er moeilijk over praten. De problemen loste ik niet op maar ging ze min of meer met drank te lijf. Ik onderdrukte mijn gevoelens in plaats van ergens doorheen te worstelen. Ik dacht dat mijn huwelijk mijn problemen wel zou oplossen. Maar ze werden juist groter. Alles wat ik nooit verwerkt had, moest ik blijven verdringen. Het drankgebruik werd alleen maar erger.” Evert, ex-alcoholist

5


6

Bij drie tot vier promille (16 tot 22 glazen) raken de zintuigen verdoofd en belandt iemand in een situatie van verdoving en verwarring. Tijd en plaats zeggen hem niets meer. Vanaf vier promille is er een grote kans op bewusteloosheid, vanaf vijf promille is er zelfs sprake van acuut levensgevaar. Doordat de alcohol inwerkt op de hersenen, kunnen juist díe gedeelten aangetast worden die de ademhaling regelen en zelf lam gelegd worden waardoor de persoon sterft. Onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek uit 1997 leert dat jaarlijks zeshonderd mensen komen te overlijden als direct gevolg van overmatig alcoholgebruik. Het grootste deel, zeventig procent, heeft dan nog niet de leeftijd van 65 bereikt. Als doodsoorzaken worden leveraandoeningen en hartkwalen aangegeven. Sommige personen kunnen zelfs door het drinken van enkele glazen alcohol sterke gedragsstoornissen krijgen (bijvoorbeeld bij reeds hersenbeschadigde mensen). Bij hoge uitzondering zijn dat zelfs acute hallucinosen, psychische stoornissen die gepaard gaan met zinsbegoochelingen. Ook bekend is de zogenaamde alcoholparanoïa, met als kenmerk achterdocht en vooral ideeën over ontrouw van de partner. Drank stimuleert vaak het seksuele verlangen, maar heeft een negatief effect op de potentie. “Het heeft vijf jaar moeten duren voordat ik wilde accepteren dat ik een alcoholprobleem had. Ik wilde gewoon niet aannemen dat ik verslaafd was. Anderen hebben heel vaak gezegd dat ik er wat aan moest laten doen, omdat het anders fout zou gaan. Dan beloofde ik wat minder te zullen drinken. Maar als ik dan thuis kwam, dacht ik bij mijzelf: Ach, bij mij loopt het wel los. Ik zag wel eens een ander dronken over straat lopen en dacht: tsjonge, die is er erg aan toe! Maar zelf liep ik die avond ook dronken over straat. Ik heb wel gehad dat ik ‘s avonds patat ging halen maar dat ik niet wist hoe ik er kwam en hoe ik weer thuisgekomen ben.” Maarten, ex-alcoholist


Na een avond flink doorzakken, worden de volgende morgen de gevolgen zichtbaar en voelbaar: de beruchte kater treedt op. Braken, misselijkheid, slechte eetlust, hoofdpijn, duizeligheid, slapeloosheid en soms hartkloppingen zijn allemaal resultaten van overmatig alcoholgebruik. Wat er de avond tevoren precies gebeurd is, kan de persoon in kwestie zich vaak niet meer herinneren. We noemen dit een black out. Als zulke black outs veel voorkomen, kan dat een aanwijzing zijn voor naderend alcoholisme. “Zo herinner ik mij een patiënt die onder invloed een Mercedes ter waarde van ongeveer 30.000 gulden in een café verkocht had voor 5.000 gulden. De volgende dag kwam de koper bij hem thuis aanzetten met een, door hem ondertekend, voorlopig koopcontract. De eigenaar van de wagen kon zich noch het bezoek aan het café, noch het gezicht van de koper, noch het proefritje dat ze gemaakt hadden, herinneren. In dit geval was de koper bereid de eigenaar van de wagen te geloven, zodat hij even later vertrok zonder auto, maar met een ‘fooi’ van duizend gulden!” Hans van Epen, psychiater (Van Epen 1997) Juist die organen die betrokken zijn bij de opname en de verwerking van alcohol hebben het bij chronisch alcoholgebruik zwaar te verduren: de maag, de lever, de alvleesklier, de hersenen en ook het hart. Vervetting van de lever is één van de meest kenmerkende verschijnselen die optreden bij overmatig alcoholgebruik. Voortgaand alcoholmisbruik kan ervoor zorgen dat iemand levercirrose krijgt. Dit houdt in dat werkende levercellen worden vernietigd en bindweefsel de plaats inneemt van de afgestorven cellen. Deze leveraandoening is niet te genezen en veroorzaakt op haar beurt weer andere stoornissen. Levercirrose is levensbedreigend. “Op het laatst moest ik echt een combinatie hebben van alcohol en pillen. Want alcohol alleen deed mij niet zoveel

7


meer. Die combinatie was juist mijn kick om de dag uit te kunnen zingen. Ik werd er minder angstig van, maar als het uitgewerkt was, kwam die angst dubbel zo hard terug. De angst werd alleen maar erger. Op een gegeven moment werd ik langzamerhand kanariegeel. Toen zei m’n vrouw: Je moet toch eens naar de huisarts gaan, want er klopt iets niet met je lever. Er zal vast iets aan de hand zijn. Ik stond voor de spiegel en kon heus wel zien dat ik geel was, maar ik zei: Ach, het valt eigenlijk toch wel mee. De huisarts heeft toen de lever onderzocht. Een paar dagen later kwam hij in z’n vakantie zeggen dat het heel slecht was. Letterlijk zei hij: Jongen, jij loopt met de dood in je schoenen. Je moet stoppen met pillen en stoppen met drank, want het gaat zo niet langer.” Frans, ex-alcoholist 8

Het maagslijmvlies van een chronisch alcoholgebruiker kan gaan ontsteken (gastritis), wat resulteert in brandend maagzuur, braken en zelfs maagbloedingen. Ook de alvleesklier wordt aangetast: een chronische ontsteking kan optreden die pancreatitis wordt genoemd. Hartspierzwakte en een verhoogde bloeddruk zijn het resultaat van alcoholmisbruik. Daardoor neemt de kans op hartinfarcten toe. Ook is er een verband tussen overmatig alcoholgebruik en kanker aan mond, keel en slokdarm. Een andere ziekte die kan optreden is de zogenaamde alcoholhepatitis (geelzucht) waarvan de symptomen zijn: koorts, ontbrekende eetlust en hevige buikpijn. Een alcoholist die afkickt, krijgt te maken met trillingen (van de vingers en van de tong), spierkrampen, angst- en depressietoestanden, waanvoorstellingen en soms zelfs acute krankzinnigheid (het zogenaamde delirium tremens, dat zich uit in gezichts- en gevoelshallucinaties). De alcoholist voelt een alles overheersend verlangen naar alcohol omdat hij weet dat door het drinken van alcohol de onthoudingsverschijnselen zullen verdwijnen. Er zijn ook alcoholisten die tranquillizers (‘rustbrengers’) als valium en librium innemen. Vele


alcoholisten zijn op deze manier ook nog medicijnverslaafd geworden. Geneesmiddelen die ondersteunen bij de afkick van alcohol zijn Refusal of Antabus. Nadeel van deze middelen is de werkzame stof Disulfiram dat ernstige leverbeschadiging kan aanrichten. Een recent middel tegen alcohol, Acamprosaat geheten, belooft wat dat betreft meer. Uit onderzoek blijkt dat gebruikers van dit middel veel minder behoefte aan alcohol hebben.

Wernicke-Korsakov-syndroom Omdat alcohol vrijwel direct op de hersenen inwerkt, is bij overmatig gebruik de kans op schade aan de hersenen aanzienlijk. Vooral bij hen die een levercirrose hebben ontwikkeld, is de kans op vergiftiging van de hersenen groot. Daarnaast treden verlammingsverschijnselen en ge­voelloos­heid op. De meest extreme vorm van hersenbeschadiging als gevolg van alcohol is het Wernicke-Korsakovsyndroom, een ernstige geestelijke aandoening waarbij blijvende opname in een psychiatrisch centrum voor de alcoholist noodzakelijk is. Steeds meer mensen, en wat zorgwekkender is, steeds meer jongeren krijgen dit syndroom. Het overmatig alcoholgebruik heeft dan het centrale zenuwstelsel in de hersenen aangetast. Het zogenaamde korte-termijn geheugen functioneert niet meer naar behoren. Hierdoor kunnen Korsakov-patiënten zich niet oriënteren en zijn ze vaak in de war. Familieleden, kennissen of groepsgenoten worden niet herkend. Gaten in hun geheugen worden opgevuld met fantasieën. Meestal weten ze dingen van vroeger nog wel goed te herinneren. Maar vraag niet wat iemand een uur geleden gedaan heeft... Onder alcoholisten ligt het sterftecijfer veel hoger dan onder matige of niet-drinkers. Vroegtijdige sterfte van alcoholisten, opgenomen in klinieken, ligt twee à drie maal zo hoog als onder de bevolking in het algemeen. Bij personen onder de veertig jaar is de sterfte zelfs negen keer zo hoog. Voor zwangere vrouwen levert het gebruik van alcohol onverantwoorde risico’s op voor het ongeboren kind. Vroegtijdige geboorte, verstandelijke tekorten en lichamelijke afwijkingen komen veel méér voor bij kinderen van alcoholverslaafde

9


moeders dan bij ‘normale’ moeders. Ook is er een verhoogde kans op spontane abortus.

Maatschappelijke schade

10

De maatschappelijke schade als gevolg van overmatig alcoholgebruik kost de Nederlandse samenleving per saldo zo’n 253 miljoen gulden per jaar. Aan de ene kant int de overheid via accijnzen en BTW enorme bedragen, maar anderzijds moet zij ook veel uitgeven. In 1994 gaf de overheid maar liefst 1294 miljoen gulden uit aan kosten in verband met alcoholmisbruik. Daaronder vallen de kosten in verband met gezondheidszorg, uitval van arbeidskrachten, inzet van politie en justitie en verkeersongevallen. Aan inkomsten kwam binnen: 2266 miljoen gulden. Dat levert economisch gezien voor de overheid een positieve balans op van 972 miljoen gulden. Maar via het verzekeringsstelsel betaalden de burgers in 1994 nog eens 1266 miljoen aan kosten voor gezondheidszorg, politie, justitie en verkeersschade. En dan is de balans negatief: de al genoemde 253 miljoen gulden.

Tabak

Qua aantal is tabak, na alcohol, drug nummer twee in Nederland. Hoewel er sprake is van een daling sinds de jaren zestig, is het aantal huidige rokers in Nederland nog altijd heel hoog. Ondanks een ochtendhoest en kortademigheid denken de meeste rokers nog steeds dat tabak tot hun levensvreugde bijdraagt. Een dubieuze opvatting.

Geschiedenis Het roken van tabak kan, net als alcohol, bogen op een lange geschiedenis. Ook roken vormde een onderdeel van godsdienstige rituelen. Zo inhaleerden de oude Mayapriesters in Peru de rook van brandende tabaksbladeren om bij het uitvoeren van magische handelingen en godsdienstige ceremoniën in hogere sferen te geraken. De Indianen die Columbus bij het betreden van Amerikaanse


bodem aantrof, rookten hun tabakspijpen als zij met tegenstanders de vrede wilden bezegelen. Tabak werd ook als geneeskrachtig kruid toegepast. Na verloop van enige tijd werd de tabak geïntroduceerd in Europa. Het gebruik bleef in het begin beperkt tot Spanje, maar verspreidde zich later over grote delen van het continent want ook vanuit andere landen werd de Nieuwe Wereld bezocht. Sindsdien is tabak niet meer van het wereldtoneel verdwenen (6). Er zijn verschillende redenen voor het sterk toegenomen tabaksgebruik. De menging van verschillende tabakssoorten en de toevoeging van smaak- en geurstoffen verzachtten de oorspronkelijk scherpe smaak. De introductie van filtersigaretten en de verlaging van het nicotinegehalte zorgden er vervolgens voor dat mensen meer moesten gaan roken om dezelfde hoeveelheid nicotine binnen te krijgen. Hun lichaam was inmiddels gewend aan een bepaalde hoeveelheid nicotine. Als het lichaam minder nicotine binnenkrijgt, levert dat ontwenningsverschijnselen op, zoals zenuwachtigheid, geïrriteerdheid en een gevoel van onbehagen. Na de Tweede Wereldoorlog zorgde het stoere imago van de roker ervoor dat het roken erg populair werd. ‘Er is geen man die niet roken kan’, was de slogan. Negentig procent van de volwassen mannelijke bevolking rookte in de jaren vijftig. In de daarop volgende jaren begonnen de vrouwen aan een inhaalrace en steeg het tabaksgebruik onder vrouwen enorm. Jongeren beginnen vaak met roken omdat ze ‘erbij willen horen’. De meesten van hen beginnen tussen hun 10e en 14e jaar, voornamelijk uit nieuwsgierigheid. Roken wordt gezien als begerenswaardig, stoer, spannend, avontuurlijk, gezellig, sportief en ontspannend. Nog steeds wordt roken door de meeste rokers beschouwd als een gemakkelijke manier om je een houding te geven en als middel om het sociale contact te bevorderen. Dit positieve beeld wordt niet in de laatste plaats veroorzaakt door tabaksreclame. “En hoe meer we zeggen dat je het niet moet doen, des te harder groeit het aantal rokers. Jonge mensen vinden

11


het leuk om rebels te zijn. En verboden vruchten zijn nu eenmaal het zoetst. Voor veel mensen representeert onder andere de tabaksbranche de terugkeer naar glamour en stijl. Nu alles geautomatiseerd, saai en zakelijk is geworden, krijgt men weer behoefte aan dat soort dingen.” Faith Popcorn, trendwatcher

Schadelijke gevolgen

12

De laatste tientallen jaren zijn de negatieve gevolgen van roken meer en meer duidelijk geworden. De meeste rokers weten welke negatieve lichamelijke gevolgen (overmatig) roken heeft en dat de consumptie van tabak zich ontwikkeld heeft tot ziekte- en doodsoorzaak nummer één. Nederland is zelfs (doods-)koploper in Europa. Nergens anders in Europa sterven zoveel mannen als gevolg van het roken van sigaretten als in ons land. Meer dan één op de drie sterfgevallen bij mannen is toe te schrijven aan het rookgedrag. Toch stoppen niet alle rokers direct met hun schadelijke gewoonte. Dat heeft er onder meer mee te maken dat deze negatieve gevolgen niet onmiddellijk zichtbaar zijn. Daar gaan meestal wat jaren overheen. Bovendien ervaren de rokers positieve kanten aan het roken: het geeft je iets om je op te concentreren als je onzeker bent, het wordt ervaren als een genot (na het eten, bij de koffie en dergelijke) en als ontspannend en kalmerend in perioden van spanning en stress. De negatieve kant van roken is echter: het kost (veel) geld. De nicotine in tabak zorgt voor de (fysieke) gewenning bij de roker. Vrijwel alle rokers zijn verslaafd. Roken veroorzaakt schade aan de gezondheid: chronische bronchitis, longemfyseem (zwelling van de longen), schade aan het hart_ en vaatstelsel en aan de longen. Onlangs is definitief wetenschappelijk aangetoond dat het roken van tabak één van de hoofdoorzaken is van het krijgen van longkanker. Op grond van onderzoek blijkt roken verantwoordelijk voor negentig procent van de longkankersterfte, 75 procent van de sterfte aan bronchitis en 25 procent van de zogenaamde coronaire hartziekten (hartziek-


ten die veroorzaakt worden door ‘vervetting’ van de kransslagaders waardoor zuurstoftekort voor de hartspier ontstaat). Een roker tussen twintig en dertig jaar oud heeft een vijf keer zo hoog risico een hartaanval te krijgen als zijn niet-roken­de leeftijds­ge­noten.

Mee-roken Roken treft ook degenen die helemaal niet willen roken. Dan gaat het om degenen die in de directe omgeving van rokers verblijven: zij roken passief mee. In Nederland zijn er ongeveer 200 sterfgevallen door mee-roken (passief roken). Er is bij onderzoekers naar de gevolgen van passief roken nogal wat onenigheid over de gevaren die verbonden zijn aan het blootgesteld worden aan de rook van anderen. Toch wijzen de meeste gegevens in de richting van een gevaar voor de gezondheid. Er lijkt toch een redelijk overtuigend verband te zijn tussen omgevingstabakrook en longkanker. Ook hebben mee-rokers een twee maal zo hoge kans op hartkwalen in vergelijking met mensen die altijd in rookvrije ruimten zitten. Ongeboren kinderen worden door het roken van de moeder vóór de geboorte al lastig gevallen met de negatieve gevolgen van tabaksgebruik. Het blijkt dat het nicotine-niveau bij de pasgeborenen van moeders die rookten even hoog was als dat van de moeders. Vrijwel alles wat zich aan stoffen in de bloedbaan van de moeder bevindt, wordt overgebracht naar de zich ontwikkelende foetus in de baarmoeder, dus inclusief de chemicaliën in tabaksrook. Blootstelling aan tabak in de baarmoeder zorgt voor belemmering van de groei van de foetus. Pasgeboren baby’s van rokende moeders hebben dan ook vaak een lager geboortegewicht. Ook ervaren ze de eerste dagen van hun leven afkickverschijnselen. Na de geboorte hebben deze baby’s een verhoogd risico op wiegendood en meer problemen met de longen en de gezondheid in het algemeen. Verder blijkt de verhoogde kans op kanker door roken ook te gelden voor het nageslacht van de rokers (7). Kinderen van rokende ouders hebben verder twee keer zo veel last van hoofdpijn en concentratieproblemen als kinderen van niet-rokers. Ook hebben ze meer last van

13


slaapproblemen.

Werking

14

Het roken van tabak heeft een licht stimulerend effect en kan het gevoel van honger tijdelijk wegnemen. Bij het inhaleren wordt de nicotine snel in het lichaam opgenomen en bereikt binnen enkele seconden de hersenen. In hoge doseringen werkt nicotine als een gif. Per sigaret komt ongeveer drie milligram nicotine in het lichaam terecht. Ruim vijftig milligram in één keer is dodelijk. Bij ongevallen in de insecticidenindustrie volgde na inslikken van doses van meer dan vijftig milligram nicotine de dood binnen enkele minuten. Als dus de hoeveelheid gif in een pakje van twintig sigaretten in één keer in het bloed zou komen, zou dat dodelijk zijn. Symptomen die optreden bij acute nicotinevergiftiging zijn: verwarring, spierslapte en terugval van de bloedsomloop. Bij dodelijke doses: krampen, het hart geeft het op en verlamming van de ademhaling. De stoffen in tabak die het meest schadelijk zijn voor de gezondheid zijn nicotine, koolmonoxyde en teer. Nicotine heeft een vaatvernauwende werking. Ook zorgt nicotine voor een verhoogde werking van het hart. Deze twee zaken gecombineerd, zorgt voor een verhoogde bloeddruk én een slechte doorbloeding van het lichaam. Dit wordt nog eens versterkt door de koolmonoxyde, een bijproduct van tabaksrook. Koolmonoxyde zorgt voor een sterk verminderde zuurstofopname en is verantwoordelijk voor de slechte conditie van veel rokers. En dan teer. Teer pleegt een grote aanslag op de longen. Het tast het slijmvlies met de trilhaartjes in de luchtwegen aan, waardoor slijm en vuil dat in de longen zit niet meer via de trilharen kan worden afgevoerd, maar moet worden opgehoest, de bekende ‘rokershoest’. Het hoesten tast op een gegeven moment de longen aan.

Verslaving Roken is absoluut een vorm van druggebruik. Er is geen drug die vaker gebruikt wordt dan tabak. De meeste rokers beperken zich


namelijk niet tot één of twee sigaretten, maar roken per dag twintig tot dertig sigaretten. Minder roken zou het lichaam niet prettig vinden omdat dan de dagelijkse hoeveelheid nicotine die het gewend is te krijgen, uitblijft. Stoppen is moeilijk en levert gevoelens van onbehagen op. Het roken wordt volgehouden, niet om gevoelens van welbehagen op te roepen, maar om gevoelens van onbehagen te voorkomen. De meeste rokers zijn dan ook lichamelijk afhankelijk maar vooral ook geestelijk en dus verslaafd. Er blijkt een duidelijke samenhang te bestaan tussen roken en alcoholgebruik. Onder degenen die alcohol gebruiken, is het percentage dat eveneens rookt hoger dan onder degenen die niet drinken. Rokers hebben de neiging om andere drugs - vooral koffie en alcohol - meer en vaker te gebruiken dan degenen die niet roken. Eigenlijk is er maar één manier om met roken om te gaan: er gewoon helemaal niet aan beginnen! Voorkomen is beter dan genezen. Wat dat betreft is het zeer belangrijk welk voorbeeld kinderen in hun directe omgeving zien. Goed voorbeeld doet goed volgen. Ouders hebben de verantwoordelijkheid om hun kinderen het goede voorbeeld te geven door niet te roken. Want hoe kunnen ouders hun kinderen behoeden voor verslaving als zij zelf verslaafd zijn? Hetzelfde geldt voor leerkrachten in het basis- en middelbaar onderwijs. Bovendien is het belangrijk dat in het onderwijs aandacht wordt besteed aan roken, de oorzaken en schadelijke gevolgen daarvan en hoe je als jongere daar tegenover kunt staan.

Stoppen Voor degenen die al voor de verleiding bezweken zijn, is ‘stoppen’ de beste raad. Een moeilijke zaak, maar niet onmogelijk. Waar een wil is, is een weg. Maar dan zal de roker inderdaad ook moeten wíllen. Bij het stoppen met roken treden een aantal negatieve lichamelijke en geestelijke gevolgen op: de slaap is lichter, slapeloosheid komt vaak voor, een toename van het dromen, maag- en darmstoornissen kunnen optreden, stress, concentratiestoornissen, terugval

15


16

van de bloeddruk, nervositeit, vermoeidheid, innerlijke onrust en het gewicht kan toenemen, onder meer door verbetering van de spijsvertering en verhoging van de eetlust. Maar er zijn ook positieve veranderingen. De ademhaling verbetert, de zuurstofopname neemt toe, men krijgt een frissere smaak en reuk, de lichamelijke conditie verbetert aanzienlijk. Een geslaagde stoppoging bevordert het zelfvertrouwen. Handen en voeten voelen warmer aan door een betere doorbloeding. En de kans op ziekten en vroegtijdige sterfte neemt natuurlijk af! De meeste rokers hebben in het verleden wel één of meerdere pogingen gedaan om definitief te stoppen met roken. Vaak echter zonder het gewenste resultaat. Wanneer iemand definitief breekt met de tabaksverslaving is daar wat aan voorafgegaan: een afweging van de positieve aspecten van het roken ten opzichte van de negatieve aspecten. Pas als de negatieve aspecten zwaarder gaan wegen dan de positieve, zal stoppen een goede kans van slagen hebben. Heel belangrijk hierbij is ook hoe de omgeving aankijkt tegen roken. Wanneer deze negatief staat tegenover roken, zal stoppen eerder succes hebben. In het bijzonder de huisartsen kunnen door hun advies aan cliënten bevorderen dat velen met roken zullen stoppen. Ook is het mogelijk om een cursus ‘stoppen met roken’ te volgen. Hulpmiddelen als nicotine-kauwgum of nicotine-pleisters lijken aardig, maar zijn in de praktijk maar voor een heel klein deel van de rokende bevolking van nut bij het definitief stoppen. Het komt uiteindelijk en ten diepste altijd aan op de eigen motivatie (8). Hoe stopten ex-rokers met roken (in procenten) Geen hulpmiddelen of hulpmethoden Cursus / Groepstherapie Nicorette of nicotine-houdende kauwgom Nicotinell of nicotine-houdende pleisters Anti-rook preparaten Acupunctuur Hypnosetherapie

88,1 0,5 2,1 2,4 0,3 1,4 0,2


Andere hulpmiddelen of hulpmethoden Weet niet / Geen opgave Bron: Stivoro 1997

2,3 3,4

Waarom stopten ex-rokers met roken (in procenten) Mijn gezondheid niet langer schaden 65,4 Mijn conditie ging achteruit 9,7 Ik vond het niet lekker meer 8,8 Mijn partner rookt niet 8,7 Zwangerschap (echtgenote) 8,2 Het goede voorbeeld geven 7,6 Roken kost me teveel geld 7,3 Geen overlast bezorgen 4,9 Op aandrang kinderen 3,9 Wil niet verslaafd zijn 3,7 Een familielid / bekende overleed aan long- / hartziekte 2,1 Weddenschap 1,7 Collega’s / vrienden roken niet meer 0,9 Religieuze / godsdienstige motieven 0,6 Op mijn werk is roken niet toegestaan 0,5 Vanwege waarschuwing op pakje 0,1 Andere reden 5,9 Weet niet / Geen opgave 3,3 Bron: Stivoro 1997 Van de rokers van de Nederlandse bevolking van vijftien jaar en ouder heeft 46 procent geen intentie tot stoppen met roken (mannen 50 procent, vrouwen 42 procent). In totaal 32 procent wil stoppen op lange termijn, namelijk binnen vijf jaar (mannen 27 procent, vrouwen 37 procent). De twijfelaars die geen antwoord geven op deze vraag vormen 22 procent.

Aantallen

Hoe ziet het er op dit moment uit met het aantal gebruikers van

17


alcohol en tabak?

Alcohol

18

Na het hoogtepunt in alcoholgebruik in 1979 is in de eerste helft van de jaren tachtig het alcoholgebruik per hoofd van de bevolking vanaf 15 jaar vrijwel elk jaar gedaald. Sinds het midden van de jaren tachtig en het begin van de jaren negentig schommelen de cijfers enigszins maar is er nog altijd sprake van een licht dalende lijn. We moeten ons daardoor echter niet in slaap laten sussen. Het is namelijk helemaal niet ondenkbaar, zo stellen wetenschappers, dat de dalende lijn zal omslaan in een stijgende. Alcohol wordt naar schatting door tachtig procent van de bevolking van 15 jaar en ouder gebruikt (86 procent van de mannen en 75 procent van de vrouwen). Jongeren drinken steeds méér alcohol. Van de jongens van 15 tot en met 24 jaar drinkt 87 procent, van de meisjes 74 procent. Stevig drinken (meer dan vijftien glazen per week) wordt bij 28 procent van de jongens gevonden en bij acht procent van de meisjes. Jongeren die veel drinken doen dat vooral in pieken. Als we kijken naar de totale bevolking dan zijn de schattingen dat ongeveer 700 duizend mensen dagelijks 8 tot 12 glazen alcohol drinken; 400 duizend daar­van drin­ken 12 glazen of meer. Het komt erop neer dat acht à tien procent van de Nederlanders van vijftien jaar en ouder problemen heeft door of met het eigen drankgebruik.

Tabak In 1996 rookte 35 procent van de personen van vijftien jaar en ouder ­tabak (39 procent van de mannelijke bevolking en 32 procent van de vrouwelijke bevolking). Zestien procent had ooit gerookt (mannen: 18 procent; vrouwen: 15 procent), 49 procent had nooit gerookt (mannen: 43 procent; vrouwen: 54 procent). Het overgrote deel van degenen die rookt, is eraan verslaafd. Onder jongeren stijgt het roken van tabak snel. De laatste gegevens wijzen uit dat in 1996 het percentage regelmatige rokers in de leeftijdscategorie 10 tot 19 jaar ten opzichte van 1995 is gestegen van 29 procent naar 31


procent, een stijging die volledig op het conto komt van de jongens, aangezien het percentage voor meisjes daalde (jongens: van 29 naar 33 procent; meisjes: van 30 naar 29 procent). Met name in de leeftijdscategorie 15 tot 19 jaar is het percentage rokers heel hoog: gemiddeld 48 procent (jongens: 52 procent, een stijging van zes procent ten opzichte van 1995; meisjes: 45 procent, een daling van twee procent). In Nederland sterven ruim 30.000 mensen per jaar aan de directe gevolgen van roken.

Noten (1) De oude Egyptenaren (3000 voor Christus) kenden het gebruik van wijn en (gerste)bier. Alcohol bereikte Griekenland via het Midden-Oosten rond 1200 voor Christus. Wijn behoorde in de Griekse oudheid tot het dagelijks voedsel. Ook werd wijn gebruikt als offerdrank, genotmiddel en als middel om contacten met andere mensen te leggen. De wijnbouw is door de Romeinen, die de wijn door de Grieken leerden kennen, verder in Europa verbreid en aangemoedigd. Rond het einde van de 15e eeuw werd het destillaat brandewijn als genotmiddel populair. De populariteit van gedestilleerd en andere vormen van alcohol is gebleven. (2) Alcohol ontstaat door natuurlijke of machinale gisting van vruchtensuikers en zetmeel van granen. In bier zit ongeveer vijf procent alcohol, in wijn twaalf procent en in gedestilleerd gemiddeld 35 procent. Als we uitgaan van de standaardglazen die gebruikt worden voor bier, wijn en gedestilleerd, krijgt de drinker per consumptie ongeveer dezelfde hoeveelheid pure alcohol binnen: 12 Ă 12,5 cc pure alcohol per glas. (3) Vrouwen zijn niet alleen vaak lichter dan mannen, per kilogram lichaamsgewicht bevat de vrouw ook nog eens minder vocht dan de man. Bovendien wordt bij de vrouw een veel kleiner gedeelte in de maag verteerd dan bij mannen. Hieruit volgt dat vrouwen lichamelijk gezien gemiddeld minder alcohol kunnen verwerken dan mannen. Overigens neemt het aantal vrouwen

19


20

met alcoholproblemen binnen de ambulante en intramurale zorg toe. In vergelijking met mannen hebben vrouwen een wat kortere verslavingsduur, zijn ze ouder en hebben ze vaker een baan. Behandeling van vrouwen levert ook vaker succes op dan behandeling van mannen. Bovendien, hoe korter de verslaving (minder dan drie jaar), hoe groter de kans op een succesvolle behandeling. (4) Per uur wordt ongeveer 7,5 gram alcohol afgebroken. Als we er van uitgaan dat elk glas alcoholische drank ongeveer tien gram alcohol bevat, dan heeft het lichaam anderhalf uur nodig voor één glas. In principe zou het lichaam, zuiver rekenkundig, in staat moeten zijn om per 24 uur zestien glazen drank (d.i. ongeveer 200 gram pure alcohol) te verwerken. Maar uit de praktijk blijkt dat de lever er acht tot elf uur over doet om acht glazen drank te verbranden en dat deze hoeveelheid per dag op den duur een beschadiging van de lever te zien geeft. (5) Alcohol is ook een voedingsmiddel: één gram alcohol levert ruim zeven calorieën. In landen als Frankrijk en Italië hóórt alcohol gewoon bij de maaltijd. Gemiddeld 500 calorieën worden in deze landen door alcohol geleverd. In ons land gaat het om 200 calorieën per dag, maar dan veelal buiten de maaltijden om. Degene die drinkt heeft daar niet zoveel aan omdat de bouwstoffen die ons lichaam nodig heeft (eiwitten, mineralen en vitaminen) nauwelijks in alcohol voorkomen. Het zijn ‘lege calorieën’. Mensen die veel alcohol drinken en weinig eten, gaan ondanks de calorieën toch aan ondervoeding lijden. (6) In eerste instantie stimuleerde de opkomende medische school het gebruik van tabak als geneesmiddel voor alle mogelijke kwalen. De tabak werd in 1560 door een zekere Jean Nicot, de Franse ambassadeur in Portugal, in Frankrijk geïntroduceerd. Naar hem werd de tabaksplant Nicotiana vernoemd èn de stof die de lichamelijke afhankelijkheid veroorzaakt: nicotine. Via het snuiven en pruimen ontwikkelde het tabaksgebruik zich tot het pijproken en roken van sigaren. In de Engelse kolonies in


Noord-Amerika (Virginia) werden tabaksplantages aangelegd. Het invoeren van de handgerolde sigaret komt voor rekening van de Russen. Waarschijnlijk hebben de Fransen en Engelsen het roken van de sigaret tijdens de Krimoorlog (midden van de 19e eeuw) van de Russen overgenomen en verder verspreid. In Nederland werd het roken van sigaretten gestimuleerd door het voorbeeld van Engelse militairen die tijdens de eerste wereldoorlog in Nederland verbleven. Verbetering van productietechnieken zorgden voor grotere oogsten en lagere prijzen, wat een enorme stimulans betekende voor de tabaksindustrie. (7) Ongeveer vijftien procent van kanker in de kinderjaren blijkt gerelateerd aan het roken van de vaders. Vaders die twintig of meer sigaretten per dag rookten, hadden zelfs een verhoogd risico van 42 procent op het krijgen van kinderen met kanker. Voor hen die tussen de tien en twintig sigaretten per dag rookten, lag dat percentage op 31 procent. Zelfs voor hen die minder dan tien sigaretten per dag roken, geldt nog altijd een verhoogd risico van drie procent. (8) Recent hebben Franse wetenschappers de hersen-receptoren ontdekt die de nicotine-verslaving beheersen. De wetenschappers zijn ervan overtuigd dat eenmaal een pil op de markt zal komen die rokers zal helpen bij het beĂŤindigen van hun tabaksverslaving. Uit ander onderzoek is naar voren gekomen dat er ook een relatie ligt met alcohol. Het drinken van alcohol kan bij rokers onmiddelijk het verlangen naar een sigaret bewerken. De link ligt waarschijnlijk in het zogenaamde genotscentrum in de hersenen waar zowel de alcohol als de nicotine op inwerken.

21


22


23


Deze katern bevat de tekst van hoofdstuk 2 van het boek ‘Vraagbaak bij verslavingen’ (auteur: Frans Koopmans, uitgeverij: J.J. Groen, Heerenveen 1999, ISBN 90-5030-962-3, prijs 5 euro)

Evangelische verslavingszorg en hulpverlening Copyright 1999 Uitgegeven door De Hoop Media Voor meer informatie en/of vragen kunt u bellen of schrijven naar: Informatie Centrum De Hoop Provincialeweg 70 3329 KP Dordrecht Tel. (078) 6114 789 / Fax. (078) 6111 110 Email: info@dehoop.org Website: www.dehoop.org Voor giften: giro 38.38.38


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.