katern softdrugs

Page 1

Illegale drugs: hasjiesj en

marihuana, opiaten en

opwekkende middelen


2

‘Verslaving’ is waarschijnlijk het beste woord om het gevoel van verloren zijn, dat in onze hedendaagse maatschappij zo vaak voorkomt, duidelijk te maken. Door onze verslaving klampen we ons vast aan dingen die we beschouwen als middelen tot zelfontplooiing: rijkdom en macht , status en aanzien, overvloedige consumptie, eten en drinken, seksueel genot waarbij het eerder gaat om lust dan om liefde. We verwachten van deze dingen dat zij onze diepste behoeften zullen bevredigen, maar dat kunnen ze nooit. Zolang we echter in deze waan leven, zijn we verslaafd en dolen we rond in ‘het verre land’, op zoek naar iets wat daar nooit te vinden zal zijn. Wij krijgen een eindeloze reeks teleurstellingen te verwerken en ons verlangen naar zelfontplooiing blijft onvervuld. In deze tijd, waarin het aantal verslavingen steeds toeneemt, zijn we ver afgedwaald van ons vaderhuis. Leven in een ‘ver land’, dat is leven als een slaaf van de dingen van de wereld, met altijd die innerlijke hunkering naar vrijheid. Uit: Henri Nouwen, Eindelijk Thuis In deze katern behandelen we hasjiesj en marihuana, heroïne en cocaïne. Wat zijn de effecten op korte en lange termijn als iemand deze middelen gebruikt. En hoeveel mensen doen dat in Nederland?

Hasjiesj en marihuana

Het gebruik van hasjiesj en marihuana door jongeren heeft met name de laatste tien jaar in Nederland een grote vlucht genomen. ‘Softdrugs’, zoals deze producten worden genoemd, worden door jongeren gezien als relatief onschuldige, ‘softe’ genotmiddelen. Het drinken van alcohol is schadelijker, zo stellen zij vaak. En is cannabis immers geen natuurproduct? Dus waar zouden we ons druk over maken. De jongeren worden in deze denkwijze nog wel eens bijgevallen door bepaalde deskundigen die pleiten voor een veel vrijere omgang met softdrugs. Maar er kunnen wel wat kanttekeningen


gemaakt worden bij hun opvattingen.

Herkomst Laten we eerst kijken waar de softdrugs vandaan komen. Grondstof voor softdrugs vormt de hennepplant. De Latijnse naam van de hennepplant is Cannabis Sativa. Hasjiesj en marihuana worden daarom ook wel met cannabis aangeduid. Naast de legale teelt van deze plant (bijvoorbeeld voor de productie van touw en zangzaad), is er de laatste jaren een enorm leger aan thuiskwekers van de Nederlandse variant van cannabis, de Nederwiet, opgekomen. Illegaal natuurlijk, maar zo moeilijk is het nu ook weer niet om op je slaapkamer wat plantjes te kweken... Wanneer de hars van de vrouwelijke plant wordt verzameld en geperst, ontstaat hasjiesj. Dat wordt vervolgens in kleinere of grotere plakjes op de markt aangeboden. Hasjiesj wordt ook wel hasj of stuff genoemd en ziet eruit als een bouillonblokje. Marihuana of weed (wiet) bestaat uit de gedroogde toppen van de vrouwelijke hennepplant. Het is een mengseltje dat bestaat uit kleine takjes, blaadjes en zaadjes (1). In cannabis zitten ongeveer 400 chemische stoffen. Het bevat meer dan zestig zogenaamde cannabinoĂŻden, waarvan de meest bekende en meest werkzame delta-9tetrahydrocannabinol, of kortweg THC, is. Het THC-gehalte - en daarmee de uitwerking die cannabis kan hebben op de gebruiker - kan nogal variĂŤren (2).

Gebruik Je kunt hasjiesj en marihuana op verschillende manieren gebruiken. Het wordt soms gerookt in een speciale pijp maar meestal in een shaggie, dat dan een stickie of joint wordt genoemd. Hoewel deze begrippen langzamerhand hun oorspronkelijke betekenis verliezen, kun je zeggen dat een stickie klein is en bedoeld voor eigen gebruik en dat een joint groot is en wordt gedeeld met anderen. Het komt ook voor dat hasjiesj wordt verwerkt in bakproducten. Spacecake en hasjtruffels zijn daar voorbeelden van. Cannabis wordt verkocht onder exotische namen die vaak verwijzen naar

3


het land van herkomst. Voorbeelden daarvan zijn Schimmel Afghaan (Afghanistan), Zwarte Paak (Pakistan) en Gele Liep (Libanon). In Nederland wordt door cannabis-consumenten echter voornamelijk de ‘eigen’ Nederwiet gekocht.

Effecten

4

De werking van cannabis is per persoon verschillend. De effecten zijn namelijk niet alleen afhankelijk van de eigenschappen van het middel zelf (hier: cannabis), maar ook met de eigenschappen van de gebruiker en de omgeving waarin het wordt gebruikt. Hasjiesj en marihuana zijn drugs en - zoals we zagen in hoofdstuk één - definiëren we drugs als middelen die een invloed hebben op het bewustzijn en d‑‑rom gebruikt worden. Dat geldt onverkort ook voor cannabis. Bij roken werkt cannabis binnen enkele minuten. Na twee tot vier uur verdwijnt langzamerhand de roes (3). Cannabis heeft een licht kalmerend effect. Muziek wordt intenser ervaren en in kunstvoorwerpen worden dingen gezien die anders nooit zouden zijn waargenomen. Situaties die in zichzelf doodnormaal zijn, worden zeer grappig gevonden. Zo’n giechel- of lachaanval wordt lachkick genoemd. Omdat de hoeveelheid suiker in het bloed daalt, krijgt de cannabisgebruiker behoefte aan eten, vooral zoetigheid. Deze zucht naar eten wordt wel vreetkick genoemd. Verder worden de ogen rood en gaan ze een beetje tranen. De mond wordt droog. De benen voelen zwaar aan.

“Mijn eerste blowtje was het helemaal. Ik was weg. Het was anders dan in die saaie rot wereld waar ik in leefde. Dat was een wereld die me alleen maar verplichtingen oplegde waar ik niet aan kon voldoen. Ik wilde dat ook niet. Ik was heel negatief. Overal had ik commentaar op. Mijn ouders hebben altijd geprobeerd om door gesprekken achter beweegredenen van mijn gedrag te komen. Ik was een gesloten boek, ik sprak niet met mijn ouders. Ik dacht dat


ze het toch niet zouden begrijpen.” Sander, ex-cannabisverslaafde Dit zijn grofweg geschetst de gevolgen van het gebruik bij de gunstige voorwaarden dat de gebruiker evenwichtig is en geen problemen heeft. De omgeving moet ideaal zijn en niet bedreigend. Als mensen echter cannabis gebruiken om aan de werkelijkheid en de problemen te ontsnappen werkt het óf niet óf zelfs tegengesteld. Onderliggende problemen kunnen vergroot aan de oppervlakte komen, angsten kunnen onbeheersbaar worden en onzekerheid kan omslaan in ziekelijke achterdocht (paranoia). Dit versterkende effect van cannabis verklaart waarom veel mensen na een eerste kennismaking besluiten het middel voorgoed te laten voor wat het is. Anderen worden na de eerste keer blowen zo ontzettend misselijk, dat ze het de volgende keer wel laten.

Gevaren Men heeft in Nederland heel lang gedacht dat hasjiesj en marihuana relatief ongevaarlijke genotmiddelen waren. In de jaren zeventig werd daarom door de overheid een onderscheid gemaakt tussen drugs met een aanvaardbaar risico (‘softdrugs’: hasjiesj en marihuana) en drugs met een onaanvaardbaar risico voor de gezondheid (‘harddrugs’: heroïne, cocaïne etcetera). Dit onderscheid werd in de Opiumwet van 1976 nog eens formeel vastgelegd en geldt tot op heden als een van de grondslagen van het Nederlands drugsbeleid. De regering redeneerde in de jaren zeventig dat softdrugs als hasjiesj en marihuana niet verslavend waren en ook niet schadelijker voor de gezondheid dan bij voorbeeld alcohol. Door het cannabisgebruik en de kleinhandel niet meer streng te vervolgen, hoopte men cannabis uit het misdadige milieu van de handel in en het gebruik van harddrugs te halen. Handel in harddrugs, vond de regering, moet wèl streng worden aangepakt. Harddrugs zijn vaak zeer giftig, soms zelfs dodelijk en bovendien veel meer verslavend. Het tij lijkt echter een klein beetje te keren. Als iemand vandaag de

5


6

dag beweert dat cannabis ook (zeer) negatieve kanten heeft, wordt dit niet direct als moraliserend aan de kant geschoven. De praktijk leert namelijk dat hasjiesj en marihuana eveneens schadelijk zijn voor de gezondheid en bovendien tot geestelijke afhankelijkheid kunnen leiden, net als bij harddrugs. Het langdurig roken van hasjiesj en marihuana veroorzaakt opeenhoping van fijn afvalmateriaal in de bovenste luchtwegen wat tot een chronische bronchitis kan leiden. De zogenaamde vitale capaciteit van de longen (de hoeveelheid lucht die kan worden ingeademd) wordt kleiner. Na een joint neemt de vitale capaciteit van de longen net zo veel af als na het roken van zestien sigaretten! Verder zijn in de rook van cannabis, net als in de rook van tabak, kankerverwekkende stoffen maar wel in hogere mate. Onderzoekers schatten dat bij de verbranding van cannabis ongeveer vier tot zes keer zoveel kankerverwekkende stoffen vrij komen. De afweersystemen in de longen tegen bacteriĂŤn zijn na het roken van cannabis minder werkzaam. Er zijn aanwijzingen dat de vruchtbaarheid van mannen en vrouwen minder wordt als gevolg van langdurig cannabisgebruik. Ook blijkt uit onderzoek dat lichaamscellen van rokers van marihuana ernstige beperkingen hebben waar het gaat om hun vermogen bacteriĂŤn en tumorcellen te doden. Overigens, de hoeveelheid teer en het niveau van carbonmonoxide bij rokers van marihuana is drie tot vijf keer zo groot als bij tabak-rokers. Dit kan te maken hebben met het feit dat marihuanagebruikers veel dieper inhaleren en de rook langer vasthouden in hun longen. Frequent cannabisgebruik kan de hormoonhuishouding van zowel mannen als vrouwen negatief aantasten, het kan de aanvang van de puberteit vertragen en heeft bij mannen een negatieve uitwerking op de sperma-productie. Bij vrouwen kan de menstruatie-cyclus en de ei-sprong verstoord worden. Cannabis kan het bewustzijn zodanig veranderen zodat de gebruiker waandenkbeelden krijgt (4). Het gebruik van hasjiesj en marihuana kan onderliggende psychiatrische problemen vergroten, waardoor zogenaamde psychosen kunnen ontstaan. Bij een psychose wordt de


lijder angstig en haalt hij zich allerlei dingen in het hoofd die niet in overeenstemming zijn met de (door anderen ervaren) realiteit. Een acute cannabispsychose duurt hooguit enige uren. “Ik werkte op een kantoor in de stad en in de middagpauze ging ik dan naar de coffeeshop. Kocht ik een voorgedraaide joint of een stukje stuff voor een geeltje. Dan maakte ik een blow, dat was wel lekker. Maar als ik dan terug was op kantoor kon ik me echt niet meer concentreren. En ik werd achterdochtig, dacht dat iedereen aan me kon zien dat ik geblowd had. En het werk interesseerde me ook niet meer. Ik werd heel erg duf en melig. Na een paar maanden rookte ik van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat. Ik moest altijd wat in huis hebben. Ik verloor m’n interesse in dingen die ik eigenlijk heel leuk vond. Ik begon me te vervelen. Begon te dagdromen. Als ik geen stuff meer had voelde ik me beroerd. Ik gaf er al mijn geld aan uit. Ik ben er mee gestopt maar dat heeft wel moeite gekost. Hasjiesj is verslavend. Mij maken ze niks meer wijs.” Eric, ex-hasjroker Sommige jongeren experimenteren een of twee keer met cannabis en houden het daarna voor gezien. Ook komt het voor dat iemand zo nu en dan een stickie rookt. De laatste jaren echter zien we een duidelijke toename van het aantal jongeren dat met cannabis experimenteert en er daarna mee dóórgaat. Is dat al verontrustend, nog verontrustender is het dat de gemiddelde leeftijd waarop door jongeren wordt begonnen met het gebruik van cannabis steeds lager wordt. Juist in de cruciale leeftijdsfase van de pubertijd, de groei van kind naar volwassene, is het gebruik van bewustzijnsveranderende middelen niet vrijblijvend! “Ik was dertien toen een klasgenoot me vroeg of ik weleens geblowd had. ‘Natuurlijk’, antwoordde ik heel stoer. Dat was

7


helemaal niet waar, maar ik rookte wel sinds mijn tiende. Hij gaf me toen een blowtje. Ik merkte er weinig van. Ik voelde me alleen een beetje moe en liep niet meer zo vast op de weg. Eigenlijk vond ik het niet lekker, maar dat gaf ik natuurlijk niet toe. Na een tijdje werd het blowen echt leuk; ik lag af en toe dubbel van het lachen en beleefde alles heel heftig. Het gaf me een soort kracht.” Sander, ex-cannabisverslaafde Jongerenwerkers, docenten en ouders zien meer en meer jongeren die niet meer vooruit te branden zijn. Jongeren met dalende schoolprestaties, die veel spijbelen, een beetje verveeld rondhangen en met geen mogelijkheid tot enige activiteit te prikkelen zijn. En ze draaien een jointje (5).

8

“Ik kon hele dagen op een bankje zitten en voor me uit staren, met een blowtje erbij. De eenzaamheid die ik van binnen voelde, werd ook zichtbaar naar buiten. Ik trok me terug en was behoorlijk zwaarmoedig.” Af en toe probeert hij te stoppen, maar wordt dan agressief, heeft het warm en koud tegelijk en voelt zich rot. “Heel lang heb ik gedacht dat blowen niet verslavend was en dat ik geen probleem had. Maar ondertussen had ik het spul gewoon nodig om te zijn wie ik dacht dat ik was.” Sander, ex-cannabisverslaafde Het huidige cannabisgebruik heeft eigenlijk niets meer te maken met het hippie-streven van de jaren zestig: peace, love and understanding. Cannabis wordt door jongeren gerekend tot de categorie genotmiddelen waarin ook tabak en alcohol zich bevinden. “Het was voor mij een leuke, onschuldige tijd toen ik hasjiesj rookte. Dat was aan het einde van de jaren zestig. Ik voelde me wel aangetrokken tot de jongens die hasj rookten. Dat


waren tenminste niet van die alledaagse figuren. Daar wilde ik gewoon bij horen. We zetten ons af tegen het saaie en bezadigde burgerdom. Dat brave gedoe. We voelden ons ook geen drop outs, maar een soort intellectuele elite. Ver verheven boven de domme rest. Er werd ook veel gelachen, veel gepraat. Tegenwoordig weten die neohippies helemaal niet meer waarom ze blowen. Ze hebben geen idealen meer, ze willen alleen nog maar stoned zijn. Het heeft geen sfeer meer, geen inhoud.” Carla, ex-gebruikster Langdurig gebruik van cannabis kan de persoonlijkheid van de gebruiker nadelig beïnvloeden. De persoonsverandering kan soms dramatisch zijn. Sommige jongeren veranderen in veeleisende dwarsliggers die graag anderen de schuld geven van hun onvrede en onder invloed van cannabis in alle toonaarden ontkennen dat ze een probleem hebben. Anderen kruipen weg in hun eigen wereldje en worden neerslachtig, lusteloos en vooral onbereikbaar. Het is moeilijk vast te stellen in hoeverre cannabisgebruik daaraan schuldig is, maar dat het zijn steentje bijdraagt, dat staat wel vast. “Het is verbazingwekkend te constateren hoe gek je kunt worden van weed of hasj. De patiënten zijn achterdochtig, verward, agressief, extreem angstig, stellen zich dreigend op. Ik schat dat vijf procent, misschien iets meer, van alle inbewaringstellingen in ons ziekenhuis uitsluitend het gevolg is van cannabisgebruik. Ongeveer het dubbele aantal wordt hier opgenomen vanwege door cannabis uitgelokte psychotische verschijnselen, maar kan binnen drie dagen weer naar huis. Tijdens mijn studie in de jaren zeventig heb ik altijd gehoord dat cannabis even verslavend was als snoep. Als je als modern, ruimdenkend psychiater wilt waarschuwen voor de gevaren van hasj, word je toch al gauw met de EO geassocieerd. Het past niet in de ideologie.”

9


H. Kramer, psychiater

Sociale gevaren Cannabis kan overigens ook de agressie versterken. Het is bekend dat sommige vandalen onder de voetbalsupporters voor de wedstrijd een blowtje roken en een pilsje drinken om in de juiste stemming te komen voor de confrontatie met de supporters van de tegenpartij, die zich ongetwijfeld op dezelfde manier voorbereiden. Hierbij moet worden opgemerkt dat cannabis en alcohol elkaar onderling versterken wat hun werking betreft.

10

“Ik werd van blowen heus niet ineens passief, maar had wel alleen nog maar zin om op dat basketbalveldje rond te hangen. Ik raakte ook opgesloten in mijn eigen gedachtenwereldje. Constant was ik er in mijn gedachten mee bezig hoe ik iemand neer kon slaan. Op een dag ramde ik ook letterlijk iemand op die manier in elkaar. Aan het eind van dat gevecht leek het even net of die jongen verlamd was. Daar ben ik flink van geschrokken. Het is wel weer goed gekomen met die jongen, maar het was voor mij het punt om te besluiten niet meer te vechten. Een volgende keer zou het misschien echt verkeerd aflopen.� Sander, ex-cannabisverslaafde Het gebruik van cannabis terwijl men nog moet deelnemen aan het verkeer, is zeker af te raden. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het beoordelingsvermogen van de cannabisgebruiker vermindert. Verder heeft men een verband gevonden tussen de hoeveelheid THC en het rijgedrag. Wel is het zo dat de cannabisgebruiker zijn rijgedrag aanpast en voorzichtiger wordt, waarmee de negatieve effecten voor een gedeelte worden opgeheven. Uit verkeersongevallen blijkt dat naast alcohol ook cannabisgebruik regelmatig een rol heeft gespeeld. Het gebruik van cannabis kan daarnaast een negatieve invloed hebben op de arbeidsprestaties. Hoe complexer


de opdrachten, hoe slechter de cannabisgebruiker die uitvoert. Uit Amerikaans onderzoek blijkt tevens dat cannabisgebruikers 55 procent vaker industriële of bedrijfsongevallen veroorzaken en 85 procent vaker afwezig zijn wegens ziekteverzuim.

Verslaafd aan cannabis? Dat je verslaafd zou kunnen raken aan cannabis, wordt nog altijd door velen (niet in de laatste plaats de gebruikers zelf) hartgrondig ontkend. Maar de feiten wijzen anders uit. Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat de progressie van het eerste cannabisgebruik naar regelmatig cannabisgebruik net zo snel ging als bij tabakgebruik en zelfs veel sneller dan alcoholgebruik. De verslavingshulpverlening heeft in toenemende mate te maken met personen, vooral jongeren, die om hulp aankloppen puur en alleen vanwege hun cannabisgebruik. Ze klagen over ontwenningsverschijnselen bij het stoppen met marihuanagebruik zoals geïrriteerdheid, angst en onzekerheid over hun gezondheid en over relaties. Ook geven ze aan dat het gebruik van marihuana een negatieve invloed heeft op hun rijgedrag, schoolprestaties, werk en het gezinsleven. Verslaving aan cannabis? Dat is zeker mogelijk.

Van soft naar hard? Het is niet zo dat cannabisgebruik automatisch leidt tot harddrugsgebruik, zoals de door velen verguisde steppingstonetheorie beweert. Wel blijkt dat meer dan negentig procent van de harddruggebruikers zijn begonnen met softdrugs. Ook blijkt uit recent internationaal onderzoek door Spaanse en Amerikaanse wetenschappers dat cannabis dezelfde afkickverschijnselen kan veroorzaken als bij gebruik van heroïne, alcohol of nicotine. De onderzoekers stellen dat de middelen dezelfde reactie in de hersenen teweegbrengen als harddrugs. Zij schrijven dit toe aan het actieve ingrediënt van marihuana, THC, dat verdovend, kalmerend en hallucinerend werkt. Bij proefdieren veroorzaakte marihuana dezelfde dopaminegolf (genoegdoening, roes) als bij heroïne. Tevens werden grote hoeveelheden van de

11


stof CRF aangetroffen, veroorzaker van de ontwenningsverschijnselen. Italiaanse wetenschappers schrijven bovendien op grond van een ander onderzoek, dat de overeenkomsten tussen THC en heroïne een biologische basis bieden voor de theorie dat het gebruik van marihuana soms een voorstation van heroïneverslaving is. De hersenen zouden wel eens, zo stellen zij, al vast ‘lekkergemaakt’ door de marihuana, naar echte heroïne kunnen verlangen’. Degenen die de steppingstonetheorie verguizen, vergeten bovendien vaak dat cannabisgebruik wel degelijk de drempel naar gebruik van andere (soms veel zwaardere) drugs verlaagt. In het huidige uitgaansleven blijken jongeren zich in hun middelengebruik niet meer te beperken tot cannabis. Op het menu staan inmiddels ook XTC, speed, cocaïne en paddo’s.

Medische marihuana 12

Recent zijn de mogelijk medische kwaliteiten van cannabis nogal in de belangstelling. Het gebruik van cannabis zou heilzaam werken bij diegenen die kanker hebben en chemotherapie moeten ondergaan. Marihuana zou hierbij de misselijkheid als gevolg van die chemotherapie onderdrukken. Ook zou marihuana heilzaam zijn bij Aids, de oogziekte glaucoom en verder bij zeer uiteenlopende ziekten als epilepsie, multiple sclerose, migraine, chronische pijn, jeuk, depressie, menstruatiekrampen, astma en dergelijke. Een wondermiddel dus? Een commissie van de Nederlandse Gezondheidsraad adviseerde in 1997 negatief aan minister Borst van Volksgezondheid over ‘medische marihuana’. Borst had in augustus 1996 de Gezondheidsraad gevraagd “op basis van interna­tionaal literatuuronderzoek te informeren over de stand van de wetenschap met betrekking tot de geneeskundige toepassing van marihuana”. De commissie die de literatuur van de afgelopen 25 jaar bestudeerde, kwam tot de conclusie “dat er onvoldoende feiten zijn die geneeskundig gebruik van marihuana en cannabinoïden rechtvaardigen”. Artsen kunnen volgens de commissie ook geen verantwoordelijkheid nemen voor een product zonder kwali­teitscontrole en van onbekende samenstelling.


Dit geldt niet alleen voor het roken van marihuana maar ook voor andere consumptiewijzen, zoals in thee. Het kan natuurlijk zijn dat na wetenschappelijk onderzoek blijkt dat bij bepaalde ziekten een bepaalde vorm van marihuana wel effectief is. Overigens, er is een vorm van THC als medicijn beschikbaar in de vorm van Marinol, een gezuiverde vorm. Ondanks de verkrijgbaar­heid hiervan, wordt het maar op beperk­te schaal ge­bruikt omdat het in het algemeen niet werkt. Wil marihuana als medicijn erkend worden, dan zal de weg van elk geneesmiddel bewandeld moeten worden en dat is een langdurige weg. Er gelden in Nederland strikte richtlijnen wat als medicijn gekwalificeerd mag worden en aan welke veiligheids- en werkzaamheid-standaarden de stof dient te beantwoorden. Nu zijn de voorstanders van medische marihuana vrijwel allemaal te vinden in het kamp van degenen die ook het recreatieve gebruik van marihuana bepleiten. De kwestie medische marihuana wordt echter niet bepaald door voor- of tegenstanders van marihuanagebruik maar op basis van medisch-inhoudelijke gronden. Een farmacoloog zei hierover: “We moeten het roken van een ruwe stof als marihuana niet steunen net zo min als we het roken van tabak zouden aanraden om angst te verminderen en voor gewichtscontrole.”

Opiaten

“Heroin, it’s my wife and it’s my life, because a mainer to my vein leads to a center in my head. And then I’m better off and dead...” (6) zong de bekende popzanger Lou Reed jaren geleden over de geneugten van heroïne. Velen in Nederland en daarbuiten zeggen hem dat niet na. Hoewel verslaving aan heroïne in Nederland op de terugtocht lijkt - overigens in tegenstelling tot andere landen in de wereld - zijn er in Nederland toch nog vele duizenden aan heroïne verslaafd. Heroïne hoort tot de zogenaamde opiaten. Opiaten worden in de geneeskunde gerekend tot de pijnstillende en bewustzijnsverlagende middelen. Het zijn stoffen die het bewustzijn en de emoties dempen. We onderscheiden natuurlijke opiaten, zoals opium, half-synthetische

13


opiaten als morfine en hero誰ne en synthetische opiaten als palfium en methadon.

Inleiding

14

Onder de bewustzijnsverlagende middelen neemt opium een vooraanstaande plaats in (7). Opium wordt onttrokken aan de onrijpe zaadbol van de Papaverplant, de Papaver Somniferum. Met een mesje worden overlangs inkepingen gemaakt waarna uit de openingen een melkachtige vloeistof druppelt. De druppels drogen op en verkleuren bruin. Met een mesje wordt het goedje van de zaadbol geschrapt en verzameld: de ruwe opium. In dit ruwe opium zitten al de werkzame stoffen, de opiaten (8). In de vorige eeuw werden enige werkzame stoffen uit de opium ge誰soleerd. Zo ontstond morfine en hero誰ne. In het begin van deze eeuw werd een nieuw opiaat ontdekt. Duitsers zochten naar vervangingen van stoffen die nodig waren voor de productie van strategische fabrikaten, zoals benzine, rubber en morfine. Zo werd in de laboratoria een zuiver synthetisch opiaat ontwikkeld dat morfine als pijnstiller moest vervangen: methadon.

Morfine Morfine werd in 1803 ontdekt. Het middel werd snel populair als effectieve pijnstiller. Tijdens de Amerikaanse burgeroorlog werden vele gewonden in het veldhospitaal met morfine behandeld en raakten daaraan vervolgens (lichamelijk) verslaafd. Toen de oorlog afgelopen was, telde de Verenigde Staten talloze zogenaamde morfinisten, morfineverslaafden. Morfineverslaving of morfinisme komt nog steeds voor, hoewel het bijna nooit in de openbaarheid komt. Mensen met veel pijn aandoeningen, bijvoorbeeld als gevolg van brandwonden, worden vaak behandeld met morfine. Als dan de pijnbehandeling wordt gestaakt, kan de pati谷nt een sterke zucht houden naar morfine. Op de illegale markt wordt zo nu en dan morfine aangeboden die afkomstig is van inbraken bij artsen en apothekers. Verslaving vindt men soms onder artsen, verplegers en apothekers,


omdat deze groep beroepshalve toegang heeft tot de gifkast.

Heroïne Begin jaren zeventig werd de Nederlandse drugsmarkt overspoeld met goedkope Chinese heroïne. De Nederlandse drugsscene moest even aan het idee wennen maar stapte uiteindelijk toch massaal over van de opium en de speed op heroïne. “Vóór 1972 was er in Limburg geen korrel horse te krijgen. Niet dat ik weet in ieder geval. De scene rookte ‘n jointje, nam af en toe wat speed of acid, spuiten deed vrijwel niemand en behalve af en toe een flinke vechtpartij ging het er heel relaxed aan toe. Ik bedoel, je gebruikte met elkaar en je kon nog je beurs op tafel laten liggen zonder dat die meteen geklauwd werd. We hadden ook geen echte zorgen. We waren alleen ziek van het materialisme en het gehuichel. Een soort romantische helden, zo voelden we ons. We hadden onze idealen. Toen kwam ineens de horse in de scene. Ik weet ook niet waar die pusher vandaan kwam, maar hij was er elke dag, in het café waar we kwamen. Het ging met scheppen tegelijk. Het kon niet op. Ongelooflijke bergen “china” voor een geeltje of zo. Totdat de hele stuff- en pepscene zo hooked was als een balletje natuurlijk. Binnen een paar maanden lag iedereen op z’n gat. Het is eigenlijk nooit meer leuk geweest daarna.” Roel, druggebruiker. Streng politieoptreden onder druk van de Amerikanen en onderlinge machtsstrijd maakte een einde aan het Chinese avontuur waarna de Turken hun opwachting maakten. De Turkse voorstelling werd een daverend succes, niet in de laatste plaats omdat de heroïne die ze verkochten soms voor negentig procent zuiver was. De Turkse (heroïne nummer 4) wordt door Turken verhandeld, maar komt in feite uit Afghanistan en Pakistan. Ze wordt nog steeds op

15


de Nederlandse markt aangetroffen. De Chinese heroïne was duur en onzuiver (tien tot dertig procent zuiver). Zij werd vaak aangeboden in korrels, de zogenaamde rocks. De kleur was grijs/bruin en soms rose (pink china). De Turkse heroïne is donkerder, een stuk zuiverder (veertig tot negentig procent zuiver) en goedkoper. De Turkse kan alleen worden gespoten als zij eerst gekookt wordt in een mengsel van water en citroenzuur. Zonder citroenzuur lost ze niet op.

Rituelen en effecten

16

Het gebruik van heroïne in Nederland neemt duidelijk af en de gemiddelde leeftijd van de heroïnegebruiker neemt toe. Ook het spuiten van heroïne neemt af. Heroïnegebruik wordt verbonden met een ‘losers’-imago. Toch kent Nederland nog altijd zo’n 25.000 verslaafden aan heroïne. Heroïne (diacetylmorfine), ook wel horse, smack of bruin genoemd, wordt op straat aangeboden in poedervorm met een kleur die varieert van grijs tot bruin. De heroïne wordt op straat los verhandeld of verpakt in kleine balletjes plastic met een gemiddeld gewicht van 1/10 of 1/4 gram waar dan vijfentwintig en vijftig gulden voor betaald moet worden. Een gram heroïne kost tegenwoordig ongeveer 75 gulden. Een junkie gebruikt de ene dag veel en de andere dag weinig of niks. Zijn gebruik hangt af van het geld waarover hij beschikt. De meeste junkies kunnen toekomen met een kwart of een halve gram per dag, maar zij gebruiken over het algemeen zoveel als zij maar krijgen kunnen. Heroïne kan gesnoven, gerookt of gespoten worden. De laatste tijd is het chinezen populair: de heroïne wordt op een zilverpapiertje gelegd en verhit zodat olie ontstaat. Bij verdere verhitting van de olie komt rook vrij die door een buisje wordt ingeademd. Chasing the dragon, het jagen van de draak, wordt dat genoemd. Daar word je de eerste keer doodziek van, maar als je er aan gewend bent, word je stoned. Iemand die stoned is, is herkenbaar aan de vernauwde pupillen (speldekoppen), de eigenaardige kille blik en een slap gezicht met naar beneden getrokken mondhoeken. Van spuiten direct in de aderen


word je ook stoned maar eerst krijg je een geweldige rush. Een rush of flash is het sensationele gevoel dat een beginnend gebruiker krijgt nadat hij heroïne gespoten heeft. De verslaafde gebruiker waardeert de flash omdat de ontwenningsverschijnselen dan onmiddellijk en totaal plaats maken voor de pijnstillende werking. Heroïne geeft een algemeen gevoel van welbehagen en onverschilligheid. Pijn, verdriet en angst worden niet meer gevoeld. “De eerste keer dat ik heroïne gebruikte, herinner ik me nog goed. In die tijd rookte ik veel hasjiesj, maar ik verveelde me dood. Een vriend gaf me wat heroïne. Hij was er zelf helemaal weg van. Het lichaam wilde de heroïne eerst niet hebben, want het is gif, dus ik heb zo’n beetje m’n darmen uitgekotst. Maar ik voelde wel: dit is inderdaad waar ik altijd naar gezocht heb. Een drug die effectief aan alle rotgevoelens een einde maakt. Alsof ik verliefd was, zo voelde ik me. Ik ben nou al twaalf jaar aan het gas en ook al twaalf jaar bezig met afkicken. Af en toe een tijdje clean, maar meestal bezig. Ik ben er nog steeds niet vanaf. Ik kan het niet uit mijn kop zetten. Al ben ik een jaar clean, als het me gigantisch tegenzit en ik ben in de stemming van verrek allemaal maar, dan weet ik ineens weer hoe makkelijk je, voor één keertje maar, aan het getob een einde kunt maken. En dan zit ik er zó weer aan vast.” Peter, heroïneverslaafde

Werking en gevaren De eerste weken van de verslaving worden de honeymoon genoemd, de wittebroodsweken. De gebruiker heeft aan een relatief kleine hoeveelheid heroïne genoeg om zich goed te voelen. Maar al na enkele weken treedt de gewenning op. Het lichaam heeft steeds meer van de stof nodig om datzelfde prettige gevoel weer te ervaren. En de gebruiker merkt dat als hij het niet gebruikt, het lichaam gaat protesteren en hij zich ziek gaat voelen: de ogen gaan tranen,

17


de neus gaat lopen, hij gaat gapen, rillen, trillen, hij krijgt kippevel en wordt van binnen warm en van buiten koud en andersom. Hij heeft pijn aan spieren en botten. Vanwege de vaak heftige afkickverschijnselen (de zogenaamde junkziekte) vervalt de verslaafde in het onregelmatige ritme van hosselen (geld zoeken), scoren (dope halen) en gebruiken. Hij is alleen nog maar bezig met het bestrijden van de ontwenningsverschijnselen. Hij is hooked, hij zit ‘vast’ aan het middel. “Ik vond het allemaal geweldig en had naar mijn idee een flitsend bestaan. De waarheid was dat ik bezig was een gevoelloos persoon te worden. Ik leefde en handelde uit onmacht. Ik was op zoek naar erkenning en warmte, iets wat ik nergens vond.” Erik, ex-heroïnegebruiker

18

De gevaren van heroïnegebruik zijn vele. De gevaren hebben te maken met de stof zelf én met de wijze van toediening. Bij chronisch gebruik kunnen verstopping van de darmen en een geremde ademhaling optreden. Het gevaar is helemaal niet ondenkbeeldig dat een verslaafde bij een overdosis stikt, al of niet in zijn eigen braaksel. Ook kan bij overdosering plotselinge bewusteloosheid optreden. Impotentie komt voor en bij vrouwen kan de menstruatie uitblijven. Voortgaand heroïnegebruik eindigt onherroepelijk in heroïneverslaving. De gebruiker staat stil in de persoonlijke groei, hij vervlakt emotioneel en is lichamelijk en psychisch afhankelijk van de stof. Het spuiten van heroïne direct in de bloedbaan (mainlining) is riskant vanwege het gevaar van overdosering en vanwege het gevaar van besmetting met het hepatitus- en HIV- virus (9). Een besmetting kan plaatsvinden wanneer iemand de vuile spuit gebruikt van iemand die zelf besmet is. “Toen ik hoorde dat ik seropositief was dacht ik: dit kan niet, het moet een vergissing zijn! Later begon het tot me door te dringen, maar het enige wat ik vervolgens kon denken was: je gaat dus dood. Zo heb ik de eerste maanden in


een hel geleefd. En ik moest er helemaal alleen doorheen. Ik had niemand die me kon vertellen hoe je tegen doodgaan aan kon kijken. Niemand die zei: als je al een kortere levensverwachting hebt dan is het onzin om ook nog een half jaar te verliezen met het denken aan de dood. Iedere nieuwe dag behoor je tot de overlevenden. Het enige voordeel van het virus is dat er een proces op gang komt waardoor je je kunt gaan realiseren wat leven eigenlijk betekent. Vergelijk het met gevangenisstraf: pas wanneer je vastzit besef je hoe waardevol vrijheid is. Dat de essentie van vrijheid niet zit in het maken van wereldreizen of het eindeloos dope gebruiken, maar in de kleine dingen. Een lekker plekje in de zon kunnen uitzoeken. Op een kruispunt kunnen kiezen tussen links en rechts. Net zoiets leer ik nu ook van het seropositief zijn. Het gaat niet om het denken aan de dood van morgen maar om het besef dat je vandaag overleeft.” Pieter, drager HIV-virus Hoewel spuiten vanwege de gevaren van infectie en overdosering lichamelijk gezien schadelijker kan zijn dan het roken van heroïne, is ook dit laatste zeker niet gezond. Het inhaleren van de heroïnedampen kan, zo blijkt uit onderzoek, bij de mens ernstige schade toebrengen aan die delen van de hersenen die gebruikt worden bij het zich voortbewegen. “Drugs maken je kapot. Dat geloofde ik nooit. Maar je gaat heel langzaam dood en dat merk je ook echt. Vroeg of laat word je gek van het leven, pleeg je zelfmoord, neem je een overdosis, of koop je giftige dope. Uiteindelijk ga je er allemaal aan kapot. Om me heen zag ik veel vrienden doodgaan. Maar het deed me steeds minder. Je word zo hard als steen. Je vind het wel erg, maar je denkt dat het met jezelf nog wel gaat.” Irene, ex-verslaafde

19


De sociale gevaren bij heroïnegebruik zijn ook enorm. Heroïne is duur. Sommige verslaafden moeten stelen, roven, inbreken of zich prostitueren om genoeg geld te vinden voor hun dagelijkse doses chineesjes of shotjes, want al het geld gaat er aan op. Dat geld wordt bespaard op eten, kleding en huur. Sociale contacten blijven beperkt tot de scene: je bent een vriend als je kunt worden gebruikt voor geld of dope. Het resultaat is lichamelijke en emotionele verwaarlozing en verloedering. Om te kunnen overleven moet de junkie liegen, bedriegen en bedreigen. Hij denkt nog maar aan één ding en dat is zijn dope. Al deze verschijnselen samen worden het junkiesyndroom genoemd.

20

“Je houdt het niet voor mogelijk hoe stom de mensen kunnen zijn. Ik heb wel portefeuilles in mijn handen gehad, daar zaten niet alleen een stuk of twintig cheques in, maar ook het pasje en een briefje met de pincode. Netjes bij mekaar. En dan heb ik het niet over het geld. Een enkele keer ben je te laat bij de bank, dan is de rekening geblokkeerd, maar soms kun je de hele rekening plunderen en dan vervolgens alle cheques verzilveren. Het duurt trouwens toch vaak een hele tijd voordat de mensen aangifte doen, want meestal willen ze niet geloven dat ze beroofd zijn. Lopen ze twee dagen naar hun spullen te zoeken. Je maakt de gekste dingen mee. Je hebt mensen met een hele moeilijke handtekening. Die handtekening krijg ik altijd wel onder de knie. Beetje oefenen. Kom ik in een tankstation bijvoorbeeld, zegt zo’n meisje: nou, da’s een knappe handtekening. Zeg ik: ja, absoluut niet na te maken.” Arie, drugsverslaafde en chequevervalser

Synthetische opiaten Synthetische opiaten zijn stoffen die een opiumachtige werking hebben maar die via een zuiver chemische weg worden bereid. Methadon en palfium zijn daarvan de bekendste voorbeelden.


Methadon wordt ingezet om de heroïneverslaving te beteugelen. Oorspronkelijk, in de jaren zestig in de VS, werd methadon ontwikkeld met het oogmerk om de heroïneverslaving te beëindigen door ze een vervangingsmiddel te geven. Methadon lijkt op heroïne, maar heeft een aantal voordelen. Het kan door de mond worden ingenomen en het werkt aanzienlijk langer dan heroïne. Het kan dus worden verwerkt in een drankje en het hoeft maar eenmaal per dag te worden ingenomen, hetgeen voor de hulpverlening gunstig is: de verslaafde hoeft maar één keer per dag langs te komen en het innemen van een methadondrankje kan makkelijk gecontroleerd worden. Deze twee voordelen hebben ervoor gezorgd dat de verslaafde ambulant kan worden ‘behandeld’ met methadon, dat de heroïne moet vervangen. Het idee was mooi maar de praktijk leerde anders. Methadon wordt meestal niet meer ingezet om de verslaving te beëindigen maar wordt in de vorm van een onderhoudsdosis aan de verslaafde gegeven zodat hij in ieder geval geen ontwenningsverschijnselen zal krijgen. Methadon verzacht de pijn van het verslaafdenbestaan en zorgt daarmee voor uitstel van de hulpvraag. Het duurt vaak aanzienlijk langer voordat een verslaafde zich wil realiseren dat hij hulp nodig heeft. “D’r wordt een hoop onzin verteld over methadon. Op methadon kun je normaal functioneren, zeggen ze. Dat is hetzelfde als de alcoholist die zegt, ik drink een liter jajem op een dag, maar ik functioneer normaal. Het is maar wat je normaal noemt. Methadon is de grote goocheltruc van de overheid en de GGD. De overheid zit met de handen in het haar, de politie weet zich geen raad en de mensen roepen om beleid, maar niemand weet hoe dat beleid eruit moet zien. Toen werd methadon naar voren gebracht als dé oplossing voor alle problemen. Voor de criminaliteit, wat dus helemaal niet waar is, en voor de verslaafde, wat een pure leugen is. Beter iets dat niet werkt, dan helemaal niets. Methadon is gewoon een uiterst krachtige pijnstiller, te ver-

21


gelijken met morfine. Het is wel voorgekomen dat ik een dag mijn methadon moest missen, nou, ik kan je verzekeren, toen brak toch echt de hel los. ‘Meet’ is een smerig gif. En dan die verplichte gang naar de methadonbus, dag in dag uit. Zelfs al zou je ermee willen stoppen, je wordt elke dag met je neus op je verslaving gedrukt. Ik heb een hele tijd alleen methadon gebruikt, anders niets. In die tijd woonde ik samen. Op een gegeven moment zegt m’n vriendin: ik woon nu al twee jaar met je samen, maar ik weet eigenlijk nog steeds niet met wie.” Arie, drugsverslaafde

22

Wat voor heroïne geldt, geldt ook voor methadon. In elk opzicht. Met deze aantekening, dat methadondrank geleidelijk in het bloed wordt opgenomen en daarom niet zo’n heftig effect heeft als een shot heroïne. Maar het blijft een opiaat en een heel gemene bovendien. De onthoudingsverschijnselen van methadon zijn in het algemeen ernstiger dan die van heroïne en houden bovendien veel langer aan. Methadon is zeker geen noodzakelijk hulpmiddel. erschillende klinieken in Nederland eisen van de verslaafde dat hij radicaal met het gebruik van drugs stopt. De acute ontwenningsverschijnselen van heroïneontgiftiging, bekend als cold turkey, vallen in de regel mee en zijn vergelijkbaar met de symptomen van een flinke griep. “Eerst bleef het alleen bij heroïne, daarna kwam cocaïne erbij en uiteindelijk methadon. Dat laatste was helemaal een ramp. Je denkt dat je een uitkomst hebt, maar door methadon kom je nog dieper. Als ik terugkijk is het van kwaad tot erger gegaan.” Edwin, ex-verslaafde

Palfium De laatste jaren is in Nederland geëxperimenteerd met de verstrekking van palfium aan chronisch heroïneverslaafden met een gemiddelde leeftijd van 43 jaar en een gemiddelde verslavingsduur


van 21 jaar. Palfium is een krachtige pijnstiller - bijvoorbeeld tegen zeer ernstige hoofdpijnen bij hersenvliesontsteking - die ooit werd ontwikkeld als vervanger van morfine. Het is zeker zo verslavend als morfine. Het maakt voor het effect niet uit of palfium wordt gespoten of geslikt. Palfium is een opiaat en dus een stof met een verslavende werking die bij het stoppen met gebruik onthoudingsverschijnselen geeft. Palfium werkt minder intensief dan heroïne. Het heeft een relatief korte werkingsduur (anderhalf uur tegen heroïne circa vier uur). In de praktijk blijkt behandeling met palfium zeker niet voor alle heroïnegebruikers een oplossing. In Frankrijk is geëxperimenteerd met het middel Subutex, ook een vervangingsmiddel voor heroïne. Het is een heel sterke ‘painkiller’ met een hoge dosis buprenorphine als actief werkzaam bestanddeel.

Heroïneverstrekking In 1998 ging een experiment van start om aan langdurig verslaafden gratis heroïne te verstrekken. Het gaat om die verslaafden die ‘therapie-resistent’ zijn, waaronder de ‘bedenkers’ van het experiment verstaan personen die minimaal vijf jaar chronisch verslaafd zijn aan heroïne en zonder succes eerder behandeld zijn in een methadonbehandeling. Heroïne moet de hoofdverslaving zijn en de minimumleeftijd waarop deelgenomen kan worden is 25 jaar. Het doel van de verstrekking is medisch-wetenschappelijk. De verslaafde wordt gezien als patiënt en heroïne als een geneesmiddel. Wat is nu het medicamenteuze effect van heroïne op verslaafden? Heeft het een positief effect op de gezondheid van de verslaafde (fysiek, psychisch en/of sociaal) of niet? Die vragen moeten door het onderzoek beantwoord worden. Een commissie, de Centrale Commissie Behandeling Heroïneverslaafden (CCBH), kwam met een onderzoeksvoorstel waarin sprake was van 750 proefpersonen, waarvan er 650 gedurende een periode van een jaar gratis heroïne verstrekt krijgen. Deze aantallen waren het absolute minimum wilde er sprake kunnen zijn van wetenschappelijk verantwoorde resultaten. De onderzoekers verwachten een positief effect op de gezondheid van

23


de verslaafde: een verbeterde voedingstoestand, minder infectieziekten, minder spuitabcessen en andere huidziekten en psycho-∆sociale verbeteringen. Bezwaren tegen de heroïneverstrekking gelden met name het feit dat verslaving feitelijk doelbewust in stand wordt gehouden. Bij het kwalificeren van bepaalde groepen verslaafden als therapie-resistent en uitbehandeld, kunnen ook vraagtekens gezet worden. Een Nederlands onderzoek stelde zelfs dat het voorschrijven van heroïne zou kunnen leiden tot een toename van het gebruik van cocaïne. Negentig procent van degenen die methadon ontvangen, gebruiken ook heroïne en cocaïne. Met het voorschrijven van heroïne, zou deze cocktail misschien nog wel populairder worden.

Drugsverslaafde ouders

24

Een van de meest schrijnende probleemgebieden bij verslaving betreft de problematiek van drugsverslaafde ouders met kinderen. De gemiddelde leeftijd van verslaafden wordt hoger. Bij het ouder worden ontstaat ook bij hen vaak het verlangen naar kinderen, niet in de laatste plaats omdat zij denken dat het ouderschap hen zal motiveren om af te kicken en clean te blijven. Ik was 2I jaar en al vier jaar ver­slaafd aan heroïne.Toen de dokter bevestigde dat ik in verwachting was, ben ik de stad in gegaan. Overal zag ik kaarten met schattige babytjes erop. Zo’n kaart schreef ik vol met beloften aan mezelf, aan m’n vriend en aan ons kind. Alles zou veranderen.” Susan, ex-verslaafde Naast een bewuste keuze voor kinderen, komt ook ongewilde zwangerschap voor. Heroïnegebruik en een slechte gezondheidstoestand onderdrukken de ovulatie. De menstruatie blijft uit of is zeer onregelmatig. De vrouw gaat er dan vervolgens vanuit geen voorbehoedmiddelen nodig te hebben. Als er al voorbehoedmiddelen gebruikt worden, is dat de ene keer wel en de andere keer niet. De vrouw raakt dan onopzettelijk zwanger en besluit het kind te hou-


den als redmiddel om van de verslaving af te komen. Methadon is de derde factor die een rol speelt bij de toename van het aantal drugsverslaafde moeders met kinderen. Methadongebruik regelt het verslaafdenbestaan. Er ontstaat dan bij deze verslaafden de bedrieglijke indruk dat de psychische situatie stabiel is en ideaal voor het opvoeden van een kind. Dat is ook een verklaring voor de toename van het aantal verslaafde ouders met kinderen. “Ik werd, zoals alle verslaafde vrouwen die zwanger zijn, door het Consultatiebureau voor AI­cohol en Drugs doorverwezen naar een gynaecoloog. Die vertelde me dat ik niet plotseling met me­thadon mocht stoppen omdat de ongeboren baby dat niet aan zou kunnen. Ik was allang blij, want op dat moment was ik nog geen dag clean geweest. M’n vriend gebruikte gewoon door. Ik vond het steeds moeilijker om niet met hem mee te doen. Ik was jaloers op hem omdat hij niet met een kind in zijn buik zat en dus geen schuldgevoelens hoefde te hebben over zijn gebruik. De eerste keer dat ik toch weer een spuit in mijn arm zette, voelde ik me verschrikkelijk slecht tegenover mijn kind en tegenover mezelf. Om dat niet te voelen, wilde ik nog meer gebruiken. Zolang ik onder invloed was kon ik mezelf voorhou­den: als het kind er eenmaal zou zijn, dan zou ik de beste moeder van de wereld worden.” Susan, ex-verslaafde De kinderen worden geboren en zijn dan vaak verslaafd aan het middel dat door de moeder wordt gebruikt: heroïne, methadon of cocaïnebase. Na korte tijd krijgt de pasgeborene onthoudingsverschijnselen. Die verschijnselen zijn: verhoogde prikkelbaarheid, verhoogde zuigbehoefte, slecht drinken, slecht slapen, veel huilen met hoge stem, stuiptrekkingen en temperatuurverhoging. Om de ernstigste ontwenningsverschijnselen tegen te gaan worden de kinderen behandeld met luminal (fenobarbital). Dit medicijn wordt geleidelijk

25


afgebouwd. De baby’s vragen om veel troost en aandacht, maar laten zich slecht vertroetelen, reageren overgeprikkeld op aanrakingen en stoten met heel hun houding liefde en aandacht af. Dit versterkt de schuldgevoelens van de moeders en maakt het eerste contact erg moeilijk. Borstvoeding kan ervoor zorgen dat het kind, indien de moeder nog steeds gebruikt, via de moedermelk opiaten binnenkrijgt. Ook daarna zal de moeder professioneel geholpen moeten worden.

26

“Na de bevalling brachten ze mijn dochter gelijk naar een kinderafde­ling. Ik liep zes keer per dag naar haar toe om haar zelf te voeden. Het leek alsof ik droomde. Ik had totaal geen behoefte meer aan methadon of drugs. Ik wilde gewoon met haar naar huis. Mijn dochter kreeg het medicijn luminal toegediend. Ze had afkickverschijn­selen. Maar dat zou ik goedmaken. Zes weken lang bleef ik in die roze wolk. Toen ik met beide benen op de grond kwam te staan, was er niets veranderd. Het enige verschil was dat we een kind had­den. Ik ergerde me voortdurend aan mijn vriend. Hij gebruikte nog steeds en bovendien was hij niet de man en vader die ik me voorstelde bij mijn normale leven. AI mijn goe­de voornemens en plannen gooide ik in de wind. Liever samen ge­bruiken dan me zo ellendig te voelen.” Susan, ex-verslaafde

Polydruggebruik Het gecombineerde gebruik van heroïne, cocaïne, alcohol, methadon en medicijnen in uiteenlopende variaties wordt polydruggebruik genoemd. Alcohol speelt bij dit verschijnsel een bedenkelijke rol: alcohol vormt met andere middelen soms levensgevaarlijke verbindingen. Want hoewel het gebruik van te hoge doseringen heroïne en medicijnen in zichzelf riskant is, is het juist de combinatie met alcohol die gevaarlijke gevolgen kan hebben. Alcohol versterkt name-


lijk de werking van medicijnen en opiaten en geeft dan totaal onverwachte effecten. Dat kan leiden tot redeloos en gewelddadig gedrag. Soms heeft polydruggebruik een dodelijke afloop. Er zijn tegenwoordig nauwelijks nog pure heroïneverslaafden, in tegenstelling tot de jaren zeventig. De meeste verslaafden zijn polydruggebruiker.

Opwekkende middelen

Mensen streven naar steeds hogere prestaties, of dat nu bij sport, het zakenleven of in het uitgaanscircuit is. Het gebruik van opwekkende middelen is daarbij voor sommigen een normale weg. Onder deze middelen vallen stoffen die vermoeidheid verdrijven en/of de prestaties van het menselijk lichaam en de menselijke geest verhogen. Tot de opwekkende middelen rekenen wij speed, cocaïne, crack, koffie en thee. Ook de nicotine in tabak is een opwekkende stof.

Speed Speed (of pep) zijn afkomstig uit het laboratorium. Pepmiddelen worden in de geneeskunde ook wel wekaminen genoemd. Van de wekaminenen zijn de amfetaminen de grootste groep. Speed heeft recent weer aan populariteit gewonnen, met name in het uitgaanscircuit onder jongeren (10). Door het gebruik van speed voelen ze zich zeker en kunnen ze uren dansen. De grootste introvert wordt door speed een held op de dansvloer. In de geneeskunde werd het gebruik van speed - vanwege het opwekkende effect met name geschikt geacht voor de behandeling van patiënten met depressieve klachten. In de praktijk vielen de resultaten echter tegen. Een neveneffect van speedgebruik was de remming van de eetlust. Speed kreeg vanwege deze bijwerking grote populariteit bij vrouwen die zichzelf te dik vonden. Onder een andere naam is speed ook bekend of beter berucht in een andere tak van onze maatschappij: de sport. We gebruiken dan voor speed de benaming doping. De grote onrust in de Tour de France van 1998 vanwege het massale dopinggebruik, in dit geval met name EPO, ligt nog vers

27


in het geheugen. Dopinggebruik is niet zonder risico. Zo kreeg een aantal jaren geleden Simpson, de Engelse wielrenner een acute hartstilstand en viel hij dood van zijn fiets.

Effecten

28

Speed is qua uiterlijk een vuilwit poeder (11). Je kunt het slikken (bijvoorbeeld in een capsule of een vloeitje) maar ook snuiven of spuiten. Afhankelijk van de toedieningswijze is het effect van speedgebruik heftiger. Een gebruiker die speed direct in de aderen injecteert, krijgt een flash, zeg maar een korte, zeer heftige sensatie. Speed zorgt bij de gebruiker voor verhoogde intellectuele en lichamelijke vermogens: de gebruiker voelt zich zeer energiek, het concentratievermogen en de creativiteit nemen toe en vermoeidheid verdwijnt. Per keer wordt door een gebruiker ongeveer een kwart gram ingenomen. Een gram speed kost ongeveer 25 Ă 50 gulden. Iemand die speed gebruikt krijgt een droge mond waar geen drinken tegenop kan. Sommige speedgebruikers knarsen met de tanden. Honger verdwijnt. Een beetje goede speed, zorgt ervoor dat de gebruiker tot zes uur lang er tegen aan kan. Iemand die verslaafd raakt aan speed (met name psychisch, in mindere mate lichamelijk), is niet te benijden. De verslaafde die het gebruikt, wil zo veel mogelijk. Het resultaat is een persoon die ziekelijk, gestoord gedrag vertoont. De zogenaamde speedfreak is rusteloos, verward, angstig en hyperactief. Hij voert tot in het oneindige dwangmatig en zinloze handelingen uit. De meeste freaks maken onwillekeurige bewegingen, zoals kauwen op de tong. Nadat de speed is uitgewerkt, voelt de gebruiker zich hopeloos moe en vaak ook niet zo lekker. Het kan zelfs zo ver gaan dat de gebruiker zich depressief of paranoĂŻde voelt. Iemand die veel speed gebruikt, doet een aanslag op zijn natuurlijke reserves. Wanneer dit te lang voortduurt, kan speedgebruik leiden tot ondervoeding, groot gewichtsverlies, ernstig tandbederf en zelfs dood door uitputting. Hersenbeschadiging en ongeneeslijke longinfectie zijn niet denkbeel-


dig. Zelfmoord als gevolg van wanen en angsten komt voor. Afkicken van speed is een moeizaam gevecht. De chronische gebruiker die besluit af te kicken, gaat een moeilijke tijd tegemoet. De eerste dagen worden meestal in bed doorgebracht, slapend. Bij het ontwaken komt echter de keiharde werkelijkheid in alle heftigheid op hem af. Dat maakt hem somber en neerslachtig. Die stemming kan erg lang aanhouden, soms wel enkele maanden. “Speed is de grootste rotzooi die je je kunt voorstellen. Dat kun je ook ruiken. Het stinkt naar chemische troep. Je weet ook absoluut niet wat je in je handen krijgt. De dealer weet het vaak zelf niet. Dat is ook niet belangrijk. Het moet hard aankomen en niet te duur zijn. Niet duurder dan een geeltje voor een gram. En niet versneden met rommel graag, maar daar kun je op rekenen. De meeste junks moeten er ook niks van hebben. Ze vinden het smerig. Ik ging als een speer op de flash. Beetje heroïne erbij als dimmer. Je bent niet meer te stoppen. En maar doorgaan. Waar je de energie vandaan haalt? Daar kom je wel achter. Je kunt na een paar dagen geen pap meer zeggen. En denk nou niet dat er iets zinnigs uit je handen komt, dat je productief bent. Je bent alleen maar bezig met imbeciele dingen. Priegelen op de vierkante millimeter. De zenuwen krijg je ervan. En met al dat idiote gedoe vind je jezelf nog te gek ook. De afkick is afgrijselijk, doodsangsten heb ik uitgestaan. Je gaat er meteen of langzaam maar zeker aan kapot.” Rob, speedgebruiker

Cocaïne Ook cocaïne (12) kan zich ‘verheugen’ in een toenemende populariteit. Na jarenlang de drug voor de upperclass te zijn geweest, is cocaïnegebruik gedemocratiseerd en vinden we het gebruik in brede lagen van de bevolking. Voor drugsverslaafden is cocaïne de meest gewenste drug, maar door het prijskaartje dat er aan vastzit, ongeveer 125 gulden per gram, is cocaïnegebruik een luxe bezigheid.

29


30

Vervelende bijkomstigheid voor de gebruiker is, dat het gebruik van cocaïne absoluut geen grenzen kent. Er is niet ergens een moment waarop de gebruiker zegt: “Ik heb genoeg gehad.” De gebruiker wil dezelfde kick beleven als de eerste keer met cocaïnegebruik maar dat effect krijgt hij nooit meer. Cocaïne (ook wel coke genoemd) wordt in de vorm van poeder aangeboden en heeft een witte kleur. In Amerika wordt het daarom wel snow genoemd, in Nederland ook wel wit. Coke kan gesnoven, gerookt of gespoten worden. De werking is kort. Door sommigen wordt het poeder op een vlakke, gladde ondergrond gelegd (spiegeltje), dan met een mesje fijngemaakt en in lijntjes samengebracht om te kunnen worden gesnoven door een dun buisje, soms een opgerold bankbiljet. De laatste tijd wordt cocaïne ook gespoten of gebased. Cocaïne wordt in water opgelost en vervolgens direct in de aderen geïnjecteerd. Het spuiten of shotten van coke geeft een flash, dat wil zeggen: een acuut optredend gevoel van welbehagen, een instant geluksgevoel. Het effect is echter kortstondig. De gebruiker voelt zich nog wel eventjes ontremd maar ook dat gevoel verdwijnt snel. Na een minuut of twintig is er alleen nog maar het gemis over en het enorme verlangen naar opnieuw het gebruik van cocaïne. Hij heeft een wanhopig verlangen naar de cocaïneroes. Hij ervaart dat hij gek wordt als hij geen cocaïne kan gebruiken. Die factoren zorgen voor een sterke zucht (craving) naar hernieuwd gebruik. Cocaïnegebruik heeft ook geen plafond. De gebruiker heeft nooit genoeg. Als een gebruiker honderd gulden heeft om te spenderen aan cocaïne zal hij dat doen, maar ook als hij 10.000 gulden heeft. De onthoudingsverschijnselen zijn abrupt en uitputtend.

Base Een andere manier om cocaïne te gebruiken is het zogenaamde basen (spreek uit: besen). Bij deze methode wordt de cocaïne op een lepel gemengd met water en maagzout (natriumbicarbonaat) of ammoniak (13). Vervolgens wordt het mengsel verhit. Hierdoor komt een wat olieachtige substantie aan de oppervlakte drijven: de betrekkelijk zuivere cocaïne. De pasta, de base, wordt met een


mesje verzameld en wordt hard. Nadat het gedroogd is, kan het in een pijpje of op een zilverpapiertje door een buisje opgerookt worden. Dat gaat gepaard met wat knetterend geluid. Het effect op de gebruiker is onmiddellijk. Een andere mogelijkheid is dat de droge pasta in een soort waterpijp gerookt wordt, waarbij het reservoir gevuld is met sterke drank, bijvoorbeeld Strohrum. De base wordt aangestoken met een soort wattip, die van tevoren wordt gedrenkt in alcohol of sterke drank. Op deze wijze krijgt de gebruiker niet alleen de zuivere cocaïnerook binnen, maar ook de alcoholdamp. Ook hier is het effect op de gebruiker onmiddellijk en heftig. Cocaïne is niet zozeer lichamelijk verslavend maar des te meer geestelijk. De schadelijkheid en het verslavingsgevaar hangen samen met de manier waarop de coke gebruikt wordt. “Als je hooked bent aan coke ben je de klos want je bent de hele dag als een zieke hond bezig met het zoeken van geld voor nog een shot en nog een. Je loopt de zolen onder je schoenen weg. Je wordt zo gek als een looien deur. Ik heb het meegemaakt dat we met z’n tweeën dagen achter mekaar hele dozen met linnegoed uit een verpleeghuis wegsleepten onder de ogen van het personeel. En die portier maar vriendelijk knikken. De vierde of de vijfde dag zei ik tegen mijn maat, we moeten stoppen want ze zijn daar niet achterlijk. Nee, zei die, nog één keer. Zaten ze hem inderdaad op te wachten. Heeft ie een vrijwilligster met een scherp stuk blik een paar keer gestoken. Helemaal over de rooie.” Ronnie, cokegebruiker

Crack Bij crack gaat het in feite om de hierboven al beschreven cocaïnebase. Base ontstaat door bewerking van de zoutzure cocaïne en kan worden gerookt. De base die in de Verenigde Staten op straat wordt aangeboden wordt op grote schaal door criminelen geproduceerd. De naam crack komt vanwege het al genoemde knetterende geluid bij het roken, de crackle. De prijs is heel laag en daardoor voor veel

31


(ook jonge) mensen makkelijk beschikbaar. Doordat cokebasen, het roken van de crackdamp, enorm heftige en onmiddellijke effecten oplevert, is het ook enorm verslavend.

32

“Ik weet niet waar ze het vandaan halen dat hier in Nederland geen crack te krijgen is. Man, ik rook al jaren crack en je kunt het tegenwoordig ook gewoon op straat kopen. Voor een joetje (tien gulden) heb je al een balletje voor een base. Want zo noemen we dat hier. Bees. Ik koop de coke bij m’n dealer en dan als een idioot in de taxi naar huis. Dan weet ik niet hoe vlug ik alles bij elkaar moet zetten. Mijn basepijp, spiegeltje, lepeltje, de hele reutemeteut. Asbak, sigaretje voor de as in de pijp. De eerste base, die is lekkerder dan alles wat ik ken. Dan wil ik nog een base en nog een. De hele dag ben ik er mee bezig. Man, wat voel ik me rot als ik geen base meer heb. Zit ik uren met mijn pijpje te emmeren om de olie eruit te krabben. Om toch te kunnen roken. Waardeloos. Durf ik me amper te bewegen. Denk ik dat er mensen achter de gordijnen staan. Hartstikke para word je er van en paniekerig. Maar de kick die je er van krijgt, die vergeet je gewoon niet. Die is gewoon te gek.” Maaike, cokegebruikster Crackgebruik door de moeder is heel erg schadelijk voor het ongeboren kind. Het gebruik tijdens de zwangerschap kan leiden tot miskramen, verlammingen, misvormingen en meer of minder ernstige ontwikkelingsstoornissen, zoals gebrekkige ontwikkeling van de geslachtsorganen en het hart. De crackbabies zijn psychisch minder stabiel en hebben een verzwakte afweer. Het sterftecijfer onder hen ligt zeer hoog.

Gevolgen Langdurig cocaïne- en crackgebruik kan leiden tot hersenbescha-


diging. Ook veroorzaakt het roken van crackdampen schade aan de longen. In de basepijp blijven kleine klontjes teer achter die vol zitten met giftige stoffen. Die rommel komt ook in de longen. Op den duur worden de longen ondoorlaatbaar, zodat de gebruiker last krijgt van kortademigheid. Hij wordt vatbaar voor allerlei longaandoeningen. Het hart krijgt óók de ene klap na de andere. Na elke base trekken de bloedvaten zich samen en omdat de bloeddruk en de hartslag stijgt, kan het hart het begeven. Het snuiven van cocaïne kan het neustussenschot aantasten, tot en met perforatie ervan toe.

Aantallen Qua aantallen laten de in dit hoofdstuk genoemde middelen het volgende beeld zien: onder jongeren valt niet alleen in Nederland maar ook in de meeste andere West-Europese en een aantal OostEuropese landen het stijgend cannabisgebruik op. De schatting van het Trimbos Instituut in Utrecht is dat er ongeveer 675.000 incidentele tot regelmatige gebruikers van cannabis (softdrugs) zijn. Dat komt neer op ongeveer vijf procent van de bevolking. Kijken we naar de jongeren, dan is duidelijk sprake van een normalisering van cannabisgebruik. In een onder­zoek van TNO worden de jaren 1990 en 1995 vergeleken. Dan blijkt er sprake van ruim een ver­dub­beling van het aantal scho­lieren dat wel eens cannabis heeft gebruikt (van respec­tievelijk zeven procent naar zeventien procent) en zelfs van ruim een vervier­voudi­ging van het aantal scholie­ren dat nog steeds regelmatig gebruikt (van respec­tievelijk twee naar negen procent). In 1996 kwam de GGD Groningen met een onderzoek onder scholieren in Groningen (maar representatief voor Nederland) waaruit blijkt dat het cannabisgebruik sinds 1992 verdubbeld is: dertig procent van de leerlingen in het voortgezet onderwijs had één of meer keren marihuana of hasjiesj gebruikt. Twintig procent van de leerlingen in het voortgezet onderwijs beschouwt zichzelf als regelmatige cannabisgebruiker. Onder 13-jarige cannabisgebruikers verviervoudigde het onder jongens en vervijfvoudigde het onder meisjes. In 1997 kwam het Trimbos Instituut met nieuwe cijfers. Ook daaruit

33


34

blijkt een sterke vermeerdering van het cannabisgebruik onder jongeren. Gebruikte in 1984 ‘slechts’ vijf procent van de scholieren van 12 jaar en ouder marihuana of hasjiesj, in 1996 is dit aantal gestegen tot ruim twintig procent: een verviervoudiging. Opvallend is de toename van het aantal meisjes dat cannabis gebruikt. Naar verhouding is die groter dan de toename bij jongens. Bij de meisjes is sprake van een verdubbeling in gebruik ten opzichte van 1992. In absolute aantallen zijn het echter nog steeds meer jongens dan meisjes die regelmatig (de afgelopen vier weken) hasjiesj en marihuana gebruiken. In vergelijking met Finland, Noorwegen, Denemarken en Portugal, gebruiken Nederlandse scholieren veel vaker cannabis. Alleen in Groot-Brittannië is het gebruik hoger. Leerlingen in het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) en deelnemers aan spijbelopvangprojecten vormen een duidelijke risicogroep voor druggebruik, drinken, roken en gokken. Uit een landelijk onderzoek in 1997 onder 1600 leerlingen uit het VSO (14) en 320 deelnemers aan spijbelprojecten (15) blijkt het voorkomen van druggebruik bij deelnemers aan de spijbelprojecten twee keer zo hoog te zijn als bij andere schooltypen. Zo ligt het cannabisgebruik bij leerlingen uit het VSO op vijftien procent voor jongens en negen procent voor meisjes. Bij de deelnemers aan de spijbelopvangprojecten is dat respectievelijk 39 procent en 29 procent. Zij gebruiken ook veel vaker XTC: vijftien procent tegenover vier procent van de VSO-leerlingen en twee procent van de leerlingen in het regulier onderwijs. Wat betreft harddrugs: de schattingen houden het op 25.000 tot 27.000 heroïneverslaafden (1,6 promille van de bevolking). Over het aantal cocaïnegebruikers c.q. -verslaafden in Nederland zijn onvoldoende gegevens beschikbaar. Hetzelfde geldt voor het aantal xtcgebruikers (-verslaafden), al kan gerust gesteld worden dat dit aantal gebruikers hoog is. Cannabisgebruik onder scholieren van twaalf jaar en ouder in 1996 was wat betreft life time gebruik 20,9 procent en voor recent gebruik (laatste vier weken) 10,7 procent; voor amfetamine was dat respectievelijk 5,1 procent en 1,8 procent, voor coca-


誰ne 2,9 procent en 1,1 procent en voor hero誰ne 1,1 procent en 0,5 procent.

35


36

Noten (1) Naast hasjiesj en marihuana is ook hasjolie een cannabispro duct. Het is een aftreksel van hasjiesj en ziet er uit als appelstroop. Het is geconcentreerd en neemt minder plaats in dan hasjiesj. Om die reden was het populair bij smokkelaars (2) Het THC-gehalte van cannabis is afhankelijk van het gebied waar het verbouwd wordt. Wanneer cannabis in een warm klimaat en op grote hoogte wordt verbouwd (bijvoorbeeld in Nepal, de Libanon of in Turkije) kan cannabis een hoog THCgehalte hebben. Maar ook in Nederland is er sprake van een stijging van de kwaliteit en de opbrengst van Nederwiet. Dat heeft alles te maken met de vaak professionele teeltmethoden (klimaatbeheersing, veredelen, kruisen en klonen van vrouwelijke planten) waarvan gebruik gemaakt wordt. Het THC-gehalte van Nederwiet varieert van 1,5 procent tot drie procent met uitschieters tot maar liefst 27 procent. Volgens het Gerechtelijk Laboratorium was er in 1997 sprake van een gemiddeld THC-gehalte van 8,5 procent in Nederlandse cannabis en zes procent in geïmporteerde hennep. Sommige varianten van Nederwiet (‘Skunk’) kunnen hoge concentraties THC bevatten. Wanneer iemand cannabis met een hoog THC-gehalte gebruikt, kan dat leiden tot overdosering en tot paniekaanvallen bij de gebruikers. Hasj-olie kan een zeer hoog gehalte aan THC bevatten, wel tot negentig procent! Het kan gebruikt worden om het THC-gehalte van de andere producten te verhogen. (3) Bij eten van cannabisproducten gaat het anders. Dan kan het wel een uur duren voordat de werking begint. Het risico daarbij is dat de gebruiker onvoldoende in de gaten kan hebben wanneer hij genoeg heeft en vervolgens gevolgen kan ervaren die zeer onaangenaam en hevig zijn. (4) De gevoelens die iemand ervaart na cannabisgebruik lijken naast onder andere omgevingsfactoren - voor een deel ook met erfelijkheid samen te hangen. Uit onderzoek blijkt dat identieke mannelijke tweelingen meer dan niet-identieke man-


(5)

(6)

(7)

(8)

nelijke tweelingen dezelfde gevoelens toeschreven aan marihuana-gebruik. Dit wijst op een genetische basis voor hun gevoelens. Chronisch cannabisgebruik kan leiden tot het zogenaamde a_ motivationeel syndroom. A-motivationeel wil zeggen ongemotiveerd zijn, geen zin hebben. Dit syndroom gaat gepaard met onverschilligheid en vermindering van de intellectuele prestaties. Het korte-termijn-geheugen en het concentratievermogen worden aangetast. Vergeetachtigheid en een verward geheugen komen dan ook vaak voor. De perceptie is verstoord, het denken wordt bemoeilijkt en het probleemoplossend vermogen ondergraven. Er wordt door die jongeren regelmatig gespijbeld en de schoolresultaten zijn vaak ook beneden peil. “Heroïne, het is mijn vrouw en het is mijn leven, want een spuit in mijn ader leidt naar een centrum in mijn hoofd. En dan ben ik beter af en dood...” In de oudheid werd opium gebruikt, bij voorbeeld bij groepsgewijze godsdienstige oefeningen of als geneesmiddel. Later werd het vooral gebruikt om zijn roesverwekkende en verdovende uitwerking. Zijn grootste verspreiding als genotmiddel kreeg opium dankzij de inspanningen van de koloniale machten Engeland en Nederland in de 18e en 19e eeuw. China en Nederlands-Indië vormden enorme afzetgebieden voor de papaver die onder andere in Bengalen (Brits-Indië) werd gekweekt. Toen de Chinezen in de vorige eeuw beperkingen wilden opleggen aan de invoer van opium, braken de Engelsen gewapenderhand de blokkade open in twee achtereenvolgende opiumoorlogen die veel leed veroorzaakten. De Engelse regering werd daarmee de grootste drugsdealer uit de wereldgeschiedenis, want miljoenen Chinezen raakten zo aan de opium verslaafd. In Europa werd opium, vooral in de vorige eeuw, vaak gebruikt om allerlei kwaaltjes te bestrijden. Het was doelmatig, goedkoop en vrij verkrijgbaar. Dat gold zeker niet voor de gebruikelijke zalfjes

37


38

en poeders van die tijd. Door de enorme verbeteringen op het gebied van de geneesmiddelen en door ingrijpen van de overheid werd opium als geneesmiddel langzaam van de markt gedrongen. (9) De infectie met het HIV-virus onder drugsverslaafden is de afgelopen jaren afgenomen, mede doordat de verslaafden hun riskante gebruikersgewoonten hebben verminderd. Dit kan echter niet gezegd worden van de infectie met het hepatitis C-virus. Dit heeft te maken met het feit dat het hepatitis C-virus veel efficiënter via bloed wordt doorgegeven dan het HIV-virus. Bij druggebruikers geldt bovendien het gevaar van het zogenaamde ‘indirect delen’ van spuitattributen, zoals lepels en doekjes, of door het steken van de naald van een spuit in de naald van een andere (gebruikte) naald om drugs te verdelen. De lange termijn gevolgen van infectie met hepatitis C zijn ernstig. In 80 tot 85 procent van de gevallen van infectie, leidt het tot chronische hepatitis dat weer kan leiden tot levercirrhose en - soms - tot kanker. Dit proces wordt bij druggebruikers versneld door andere risicofactoren als hepatitis B en HIV maar ook door bijvoorbeeld alcoholgebruik. (10) Nederland was (en is feitelijk nog altijd) een belangrijk producent van illegale amfetaminen. In de jaren zestig vormde Scandinavië, met name Zweden, een belangrijk afzetgebied voor de illegale maar zeer winstgevende Nederlandse productie van speed. De smokkelwaar werd met behulp van vliegtuigjes in grote hoeveelheden letterlijk op de Zweedse markt gedropt. (11) Speed is er in verschillende variëteiten. Vroeger werd speed verkocht als zuivere kristalperf, bij voorbeeld als men pervitine bedoelde, of als amf (amfetamine), bennies (benzedrine) en dex (dexedrine). Tegenwoordig lijkt er geen onderscheid meer te worden gemaakt tussen de verschillende soorten. (12) De cocaplant (Erythroxylon coca) wordt al 5000 jaar gekweekt in het Andesgebergte van Zuid-Amerika. Het was de heilige plant van de Inca’s. De bladeren werden door de Inca-priesters


en edelen gekauwd vanwege het stimulerende effect. Toen de Europeanen op het toneel verschenen, werd met de beschaving van de Inca’s korte metten gemaakt en ontstond een uitgebuite klasse van arme boeren die massaal overging op het kauwen van coca, omdat het de zorgen en de honger verdreef. Coca bleek een hoge voedingswaarde te hebben. In de medische praktijk wordt cocaïne toegepast als plaatselijk verdovingsmiddel bij kleine chirurgische ingrepen. Tegenwoordig zijn er talloze synthetische verdovingsmiddelen (onder andere xylocaïne) die bijvoorbeeld in de tandheelkunde gebruikt worden in plaats van cocaïne. (13) Het gebruik van ammoniak als base in slecht geventileerde ruimten is de oorzaak van veel longklachten bij gebruikers. Ammoniakresten blijven namelijk makkelijk in de lucht hangen. (14) Het gaat hier om scholen voor moeilijk lerende kinderen (MLK), scholen voor kinderen met leer- en opvoedingsproblemen (LOM) en scholen voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen (ZMOK). (15) In Nederland zijn er ruim twintig van deze projecten waarin leerlingen uit alle bestaande schooltypen worden opgevangen.

39


Deze katern bevat de tekst van hoofdstuk 4 van het boek ‘Vraagbaak bij verslavingen’ (auteur: Frans Koopmans, uitgeverij: J.J. Groen, Heerenveen 1999, ISBN 90-5030-962-3, prijs 5 euro)

Evangelische verslavingszorg en hulpverlening Copyright 1999 Uitgegeven door De Hoop Media Voor meer informatie en/of vragen kunt u bellen of schrijven naar: Informatie Centrum De Hoop Provincialeweg 70 3329 KP Dordrecht Tel. (078) 6114 789 / Fax. (078) 6111 110 Email: info@dehoop.org Website: www.dehoop.org Voor giften: giro 38.38.38


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.