fotostudio merkelbach
Onder redactie van Anneke van Veen met medewerking van Erik Schmitz Met bijdragen van Sylvia Alting van Geusau Nicky van Banning Maartje van den Heuvel Thunnis van Oort Anneke van Veen Uitgegeven door Uitgeverij Komma/ d’jonge Hond
Fotostudio Merkelbach Portretten 1913-1969
002 003
4
inhoud
6
Ten geleide
7
Merkelbach: een studio en zijn klanten Anneke van Veen
51
De vinger van Salomé. De theaterfoto’s van Fotostudio Merkelbach Sylvia Alting van Geusau
85
Geposeerde beweging. De dansfoto’s van Fotostudio Merkelbach Nicky van Banning
115
Le bonheur des dames. Fotostudio Merkelbach en de mode Maartje van den Heuvel, Anneke van Veen
157
Bobby’s diva’s. Filmfotografie en de glamourfactor Thunnis van Oort
191
Hollands Hollywood. Fotostudio Merkelbach en de film Anneke van Veen
201
Portretten uit het archief
292 296 298 301 304
Noten Literatuur Bijschriften portretten Fotocredits Register
10
Pagina uit Panorama over ‘Atelier Merkelbach’, 2 juli 1913. 11
De glasserre van het daglichtatelier, 1930. 12
De wachtkamer, 1913. 13
Mies Merkelbach in de kleurkamer, ca. 1940-1945. 14
Het daglichtatelier met het gordijnensysteem en rechts de houten camera, 1930.
14
studio
15
bij het overlijden van Jacob Merkelbach bleken er grote schulden te zijn.61 De malaise was begonnen met de beurskrach van 1929 en de neergang had zich doorgezet in de jaren dertig, zoals een steekproef uit de klantenadministratie leert.62 Het geïnvesteerde kapitaal werd in de loop van de jaren geheel afgeboekt en om aan contanten te komen, werd zelfs de technische uitrusting van de studio (op papier) verkocht. Met van vrienden geleend geld kon Mies de zaak overnemen.63 Ze ontwikkelde zich razendsnel en probeerde van alles uit, zoals blijkt uit een advertentie in Het nieuws van de dag waarin ‘vrouwelijke modellen voor portretstudies’ werden gevraagd.64 Vermoedelijk moesten de dames uit de kleren, want er zijn verschillende naaktstudies bewaard die bedoeld waren voor het tekenonderwijs.65 In deze foto’s weet ze de stijl van haar vader te integreren met Bobby’s lessen in ‘licht en lijn en schaduw’. Na 12 augustus 1944 was er geen briefverkeer meer mogelijk en tien lange maanden ontving Mies geen enkel levensteken uit Duitsland.66 Op 27 april 1945 werd Bobby in de gevangenis van Landsberg am Lech (Beieren) door de Amerikanen bevrijd, maar vanwege het ontbreken van hulp uit Nederland konden de gevangenen voorlopig niet naar huis. Samen met Cornelis (‘Kees’) van Rij (1896-1958) en twee andere vrienden, reisde Bobby uiteindelijk in een door de Amerikanen beschikbaar gestelde Opel Olympia via Straatsburg en Parijs naar Nederland.67 Op 3 juni arriveerde hij in Amsterdam, in het bezit van zijn dagboeken en het manuscript van de onvoltooide roman. Op het Leidseplein was de Flak ontmanteld en fotografeerde Mies nu Canadezen en andere geallieerden, onder wie de hoogste in rang, opperbevelhebber C. Foulkes (1903-1969) [p. 224]. Ook Bobby’s lotgenoten kwamen naar de studio en bezegelden hun vrijheid met een portret [p. 225]. Kik Pieron keerde echter niet terug; boek en film zouden nooit gerealiseerd worden.68 Een portret, daar moet je mee kunnen praten Terwijl in veel opzichten de vooroorlogse verhoudingen werden hersteld, was de rolverdeling in de studio voorgoed gewijzigd. De film-
68
Naaktstudie, ca. 1920. 69
Naaktstudie, 1943-1944. 70
Naaktstudie voor de a.b.c. Teekenschool, 1943-1944.
46
studio
47
Met een bezeten blik reikt Salomé naar de schaal met daarop het afgehakte hoofd van Johannes de Doper. Fotograaf Jacob Merkelbach heeft in de studio boven in het Hirschgebouw de lens scherpgesteld op haar gezicht, dat op dit moment suprême een mengeling van triomf en waanzin uitdrukt. Haar naar voren gestrekte arm is zorgvuldig uitgelicht en leidt de blik van de kijker naar het hoofd van de onfortuinlijke profeet. Dat hoofd is een knap stukje retoucheerwerk. De vinger van Salomé wees naar een lege plek op de studiovloer. Het hoofd op de schaal is, net als het interieur van het oriëntaalse paleis op de achtergrond, pas na de opname op het glasnegatief getekend. Zo werden fotografische middelen – compositie, belichting en retouche – ingezet om de illusie van het toneel opnieuw op te roepen. Het zijn theaterfoto’s, tot stand gekomen in de studio en niet op het toneel, waar fotografie door de ongunstige lichtomstandigheden nauwelijks mogelijk was.1 De foto’s van Merkelbach geven zowel een kijkje voor als achter de schermen van de theaterwereld in de eerste helft van de twintigste eeuw. Aan de hand van voorbeelden uit deze rijke collectie wordt in dit hoofdstuk besproken op welke wijze acteurs zich lieten portretteren en wat de mogelijke redenen hiervoor waren. Een wederkerige relatie Actrice Marie Gilhuys-Sasbach (1905-1998), die in 1919 als Salomé poseerde, was een van de vele toneelspelers die vanaf 1913 de lift nam naar het atelier van Merkelbach.2 De meesten van hen kwamen op eigen initiatief naar de studio. Ze lieten zich zowel in een specifieke rol vastleggen alsook ‘naturel’. Voor gezelschappen lijkt het bezoek aan de fotograaf een routinematige aangelegenheid te zijn geweest. Zo schreef cabaretier Jean-Louis Pisuisse (1880-1927) in 1912 vanuit Scheveningen aan zijn vriendin, de actrice Fie Carelsen (1890-1975): ‘Wij zijn weer gephotografeerd en trekken met de heele zaak naar de Club.’3 Publiciteit was de belangrijkste reden om zich te laten fotograferen; foto’s van acteurs hingen in vitrines van schouwburgen en andere openbare
01
Marie Gilhuys-Sasbach, Tooneel-Artisten-Album, 1918. 02
Marie Gilhuys-Sasbach als Salomé met het hoofd van Johannes de Doper, 1918.
52
t h e at e r
53
28-29
Rini Otte, 1936. 30
Fien de la Mar, 1920.
176
f i l m d i v a’ s
177
Komedie om geld (1936), één met Rosenboom – vooraan met ooglapje – en één zonder. De bebrilde jongeman met gekruiste armen op de tweede foto zou zijn assistent kunnen zijn. Het blijft echter gissen, bij groepsfoto’s van andere producties is de relatie minder eenduidig.11 De vooroorlogse Nederlandse film draaide goeddeels op buitenlands talent – regisseurs en cameramannen die hier op de vlucht voor het nationaalsocialisme korte of langere tijd verbleven [p. 160]. De samenwerking moet voor Rosenboom heel inspirerend zijn geweest en het heeft zijn fotografische blik ongetwijfeld verscherpt. In de dagboeken die hij in Duitse gevangenschap bijhield [p. 40], beschrijft hij zijn lotgevallen niet alleen met humor en distantie, maar ook met veel oog voor het ‘filmische’ van een scène, zoals bepaalde lichteffecten of de Anschnitt – kadrering – van een tafereel.12 De Belgische actrices uit Meisjes in vrijheid kwamen naar de studio aan het Leidseplein voor hun glamourportretten en kregen er een sterrenbehandeling, waarvoor ze Rosenboom erg dankbaar waren [p. 163].13 Ook bij latere films lieten acteurs, actrices, regisseurs, cameramannen en producenten hun portret maken bij Merkelbach. Het uitlichten van filmsets, waar Rosenboom met zijn neus bovenop zat, heeft een blijvend stempel gedrukt op het werk van de fotostudio. Bij De spooktrein (1939) zien we hoe hij de acteurs Louis Borel en Cissy van Bennekom aanlicht voor een publiciteitsfoto. De modernistische interieurs van Komedie om geld, waar alles buiten proporties is in vergelijking met de buitenwereld, zijn hel verlicht en de tot poppetjes gereduceerde mensen werpen lange schaduwen. Ook in Morgen gaat ’t beter (1939) lijkt naturalisme niet het streven. De projecties van schaduwen op de wanden spelen een belangrijke rol in de beeldcomposities.14 In studioportretten zien we de echo van deze beeldtaal terug, zoals in de portretten van Sara Heyblom en Joke Busch uit 1938 [p. 71, 159]. Voor de zedige en de glamoureuze Nellie van Loon, cruciaal voor de plotontwikkeling in Ergens in Nederland, gebruikte Rosenboom opnieuw de projectie van een raster voor de vulling van het beeldvlak. Het studiolicht inspireerde hem ook
10
Cast en crew van Komedie om geld, met op de voorste rij Bobby Rosenboom, 1936. 11
Cast en crew van Komedie om geld, 1936. 12
Bobby Rosenboom maakt still van Louis Borel en Cissy van Bennekom voor De spooktrein, 1939. 13
Still van Louis Borel en Cissy van Bennekom in De spooktrein, 1939. 14
Studioportret van Lies de Wind in opdracht van Neerlandia-Filmproduktie Maatschappij, 1938.
196
film
197
035
216
037
038 039
217
archief
036
076
230
078 079
080 081 082
083 084 085
231
archief
077
138 139 140
141 142 143
144 145 146
246
247
archief 147