RUIMTELIJK RAAMWERK
BUIKSLOTERHAM
DECEMBER 2019
BUIKSLOTERHAM Ruimtelijk raamwerk Opdrachtgever Gemeente Amsterdam Opdrachtnemer DELVA Landscape Architects / Urbanism In samenwerking met Studioninedots, Space and Matter, Workshop en Civic.
December 2019
1 _ INLEIDING
INHOUDSOPGAVE 2 _HET VERHAAL
Ruimtelijk Raamwerk Buiksloterham
2.
HET VERHAAL
Beleid, DNA en hoofdstructuur
2.1 _
Beleidskaders Buiksloterham
2.2 _
Buiksloterham in transitie
2.3 _
Hoofdstructuur van Buiksloterham
4 _ UITWERKING
3 _ STRUCTUURBEELD
1. INLEIDING
3. STRUCTUURBEELD Doorkijk naar 2040
3.1 _
Structuurbeeld, doorkijk naar 2040
3.2 _
Buiksloterham in zijn context
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
4. UITWERKING
Opgaven per thema
4.1 _
Mobiliteit
4.2 _
Groen
4.3 _
Ecologie
4.4 _
Bodem
5.
LEIDENDE PRINCIPES
Voor toekomstige ontwikkelingen
1
RUIMTELIJK RAAMWERK
1
INLEIDING
RUIMTELIJK RAAMWERK BUIKSLOTERHAM
Buiksloterham is in beweging en transformeert in een rap tempo van een gebied voor zware productie en havengebonden bedrijvigheid naar de circulaire en productieve wijk van Amsterdam waar gewoond en gewerkt wordt. Verschillende initiatieven geven het gebied identiteit en bekendheid. Dit raamwerk vormt in belangrijke mate de ruimtelijke onderlegger voor de Herijking van het Investeringsbesluit Buiksloterham (HIB) en dient ter inspiratie voor de verdere uitwerking in het vervolg. Het investeringsbesluit uit 2006 was een eerste stap in de doorontwikkeling van Buiksloterham, maar de oude regels voldoen voor een belangrijk deel niet meer. Daarom wordt er gewerkt aan aangepaste uitgangspunten en regelgeving. De gemeente Amsterdam werkt aan een herijking van het investeringsbesluit dat het toetsingskader wordt voor ontwikkelplannen van particulieren en erfpachters in de toekomst. Om tot deze herijking te komen is het voorliggend werkboek voor Buiksloterham opgesteld. Het werkboek vertelt het verhaal van het raamwerk voor Buiksloterham
en de visie op de toekomstige ontwikkeling. Deze visie is integraal, waardoor een breed scala aan onderwerpen worden bekeken, elkaar raken en versterken. Ook is dit raamwerk voor Buiksloterham tot stand gekomen aan de hand van verschillende cocreatiesessies waarbij verschillende stakeholders en professionals betrokken zijn. Hierdoor zijn afgewogen keuzes gemaakt en de ideeĂŤn in een vroeg stadium gecommuniceerd en getoetst. Voorbeelden van deze cocreatie is het architectenatelier waarin Studioninedots, Workshop, Civic en Spaceandmatter, de gemeente Amsterdam en DELVA van verschillende gebieden uitwerkingen hebben gemaakt. Deze zijn gebuikt voor het vormen van dit Raamwerk. Parallel hieraan heeft een participatietraject plaatsgevonden waarbij inwoners en belangstellenden hebben bijgedragen aan de vormgeving van de groenstructuur en de onderwerpen die hieraan gekoppeld zijn.
-
-
2
HET VERHAAL BELEID, DNA HOOFDSTRUCTUUR
Het tweede hoofdstuk beschrijft het verhaal van Buiksloterham. Vertrekkend vanuit beleid en historie zal het verhaal van Buiksloterham worden verteld wat resulteert in de elementen van de hoofdstructuur.
2.1 _ BELEIDSKADERS BUIKSLOTERHAM
PRODUCTIEF
PRODUCTIEVE WIJK
Buiksloterham wordt in de visie ‘Ruimte voor de Economie van Morgen’ aangewezen als productieve wijk. Gezien de druk op de woningmarkt komen er veel woningen bij in BSH, maar het overheersende karakter blijft die van een ‘productieve wijk’. Er wordt uitgegaan van 70% wonen en 30% niet wonen. Van deze 30% is circa 1/3e bestemd voor maatschappelijke voorzieningen en detailhandel, en is 2/3e bestemd voor productieve bedrijvigheid. Productieruimte wordt op blok- en/of gebouwniveau gemengd met woonprogramma. De te realiseren bedrijfsruimte kan worden gebruikt voor bijvoorbeeld productie, reparatie, op- en overslag van goederen.
CIRCULAIR
Figuur 26: Kansrijke locaties productieve wijken
De gemeente heeft op 5 maart 2015 het Manifest Circulair Buiksloterham ondertekend en hiermee de ambitie gesteld om Buiksloterham circulair te ontwikkelen. Met het Manifest Circulair Buiksloterham is uitgesproken dat BSH het voorbeeld dient te worden van ontwikkeling van de toekomstige en circulaire stad. In het stedelijk innovatieprogramma circulaire economie, welke is vastgesteld door B&W en door gemeenteraad, staat Circulair Buiksloterham als één van de prominente projecten waarmee we Amsterdam als circulair ecosysteem in de praktijk brengen. Hierin spelen rainproof, natuurinclusiviteit, energie, herbruik en grondstoffen een belangrijke rol.
46
Ruimte voor de Economie van Morgen
VERDICHTING In Koers 2025 en het Woningbouwplan 2018-2025 die voortbouwen op de Structuurvisie-ambities, is BSH aangewezen als ‘gemengde stadsbuurt’. De buurt is zeer geschikt om de hoge verstedelijkingsambities van o.a. Koers 2025 mede een plek te geven, zowel door de ontwikkeling te versnellen als door de dichtheid te verhogen. Om bij te dragen aan de doelstelling van Koers 2025 en de woningbouwambities van het gemeentebestuur, is het vertrekpunt om in BSH in totaal circa 8.400 woningen te realiseren. Dit is inclusief de 1.800 al gebouwde of gecontracteerde woningen maar exclusief de zone langs het IJ die nu nog buiten de HIB valt. Dit getal is gebaseerd op vele aannames: volledige ontwikkeling van alle particuliere kavels, ontwikkeling van de westelijke kavels, daadwerkelijke realisatie van de beoogde mengverhouding tussen wonen en nietwonen, van de beoogde verdeling tussen verschillende woonsegmenten, en uiteraard geen grote economische, beleidsmatige, maatschappelijke of juridische schokbewegingen. De kans is dus bijzonder klein dat dit aantal precies wordt gehaald, laat staan dat duidelijk is wanneer dat zal gebeuren. Daarom zou ‘woningbouwpotentie’ hier een passender woord zijn dan ‘woningbouwprogramma’. Toch is zo’n indicatief maximum nuttig bij de globale planning van bijvoorbeeld detailhandel, groen, maatschappelijke voorzieningen en parkeren. Buiksloterham
6
1 __ INLEIDING KRAAMKAMER
GEZOND
4 _ UITWERKING
De agenda groen is een uitwerking van de afspraak in het coalitieakkoord om met groen de stad aantrekkelijker te maken om in te wonen, te werken en te verblijven. Het vele groen dat er al in Amsterdam is, krijgt er nieuwe functies bij om het vestigingsklimaat, de toenemende drukte en de effecten van klimaatverandering te faciliteren, terwijl bestaande functies zoals biodiversiteit, recreatie en ondersteuning van de gezondheid moeten worden versterkt.
3 _ STRUCTUURBEELD
GROEN
2 _HET VERHAAL
De Amsterdamse beweeglogica, onderdeel van het programma ‘Bewegende Stad’, biedt handvaten om de stad zo in te richten dat Amsterdammers worden gestimuleerd om meer gaan bewegen. De Beweeglogica geeft ‘stadsmakers’ van binnen en buiten de gemeente meer houvast om bewegen op te nemen in een ontwerp of bij de herinrichting van buurten, parken, straten en pleinen. Dit zowel in bestaande buurten als bij nieuwbouw. Voorbeelden hiervan zijn autoluwe buurten, bredere stoepen om op te spelen, meer open zwemwater, voorzieningen voor outdoor sporters, alternatieve fietsroutes en gebouwen waarin trappen beter zichtbaar zijn.
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
ONGEDEELD In het beleid van de gemeente Amsterdam om ongedeelde wijken te creëren wordt er gestreefd naar een goede inbedding in de context. Het gaat hier om het creëren van zachte fysieke en sociale overgangen naar omliggende wijken. Daarnaast wordt er ingezet op goede langzaam verkeersverbindingen met omliggende parken, scholen en voorzieningen, zodat bewoners van BSH en andere Noorderlingen deel gaan uitmaken van dezelfde wereld.
De analyse van het beleid in relatie tot Buiksloterham heeft geleid tot de definitie van het DNA van Buiksloterham. We zien Buiksloterham als een productieve, circulaire wijk.
Klaproos en Schoonschip hebben mede de identiteit van Buiksloterham bepaald en dergelijke initiatieven zullen ook een belangrijke rol spelen bij het vormgeven aan de toekomst van BSH. Collectieven zijn bij deze ontwikkelingen belangrijk, om zo de gestelde doelen op het gebied van circulariteit te behalen en een interessant stuk stad vorm te kunnen geven.
Hieraan voegen we een tweede regel: gevormd door collectieven en experiment. Het experiment wordt toegevoegd om het huidige vernieuwende karakter te benadrukken en kracht mee te geven in de toekomstige ontwikkelingen. Initiatieven zoals Atelier Volten, de
7
RUIMTELIJK RAAMWERK
2.2 _ BUIKSLOTERHAM IN TRANSITIE
19E EEUW EN DAARVOOR De stad is een plek waar een divers pallet van functies samenkomen. Zo vond van oudsher een groot deel van de productie plaats in de stad, waar het samen ging met wonen, werken en recreëren. In Amsterdam zijn het GWL-terrein en de Hallen voorbeelden van plekken waar productie aanwezig was, te midden van gebieden waar gewoond werd. De productie was vervuilend, en creëerde overlast en brandgevaar voor omwonenden.
20E EEUW Door deze overlast en door de groeiende vraag naar woningen, trok de industrie en havenactiviteit uit de stad. Buiten de stad was meer ruimte om te ontwikkelen en deze locaties waren beter te bereiken. Daardoor trok ook een groot deel van de productie uit de stad naar Buiksloterham, een voormalige droogmakerij, waar voornamelijk zware industrie en havengebonden bedrijvigheid ontstond. Voor bedrijven was het interessant zich te vestingen in Buiksloterham, mede door de lage grondprijzen en de gunstige ligging aan het water.
21E EEUW Met de groeiende woningvraag en de centrale ligging van Buiksloterham dicht bij het centrum, is het de opgave om wonen te introduceren in Buiksloterham. De productie wordt hierbij niet uit het gebied wordt gedrukt, maar behoudt een volwaardige plek in deze nieuwe wijk. Dit is mogelijk door de steeds schoner wordende vormen van productie en doordat productie steeds minder ruimte nodig heeft. De combinatie tussen wonen en productie is op verschillende manieren interessant. Enerzijds doordat er een interessant interactiemilieu wordt gecreëerd waarbij er wordt ingespeeld op de groeiende vraag van bedrijven om zich te vestigen in een stedelijk milieu, maar ook omdat er multifunctionele gebieden ontstaan die de hele dag door interessant zijn, door de continue aanwezigheid van mensen en activiteiten.
Buiksloterham
8
1 __ INLEIDING KRAAMKAMER 2 _HET VERHAAL
3 _ STRUCTUURBEELD
4 _ UITWERKING
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
RUIMTELIJK RAAMWERK
9
2.3 _ DE HOOFDSTRUCTUUR VAN BUIKSLOTERHAM
METROPOLITAAN GROEN Buiksloterham ligt op een plek waar twee belangrijke metropolitane groenstructuren samen komen. De eerste is de scheg van het Noorderpark die het grootschalige open landschap met het IJ verbindt. De tweede is de groene scheg langs het Zijkanaal/Nieuwe Gouw, die Buiksloterham verbindt met het landschap van het Twiske. Deze twee groenstructuren ontmoeten elkaar aan de westzijde van Buiksloterham, waar ze verbonden worden door een nu nog ontoegankelijk deel. Bij de herontwikkeling worden de twee metropolitane structuren verbonden door het doorzetten van de IJpromenade, waardoor er langs BSH een groot Oeverpark ontstaat, die een interessante recreatieve verbinding vormt en een grote kwaliteit aan Buiksloterham toevoegt. Tussen deze twee scheggen ligt momenteel één verbinding die gevormd wordt door de groenstructuur langs de IJdoornlaan. Kansen voor een tweede en derde groenverbinding liggen ter hoogte van de Buiksloterbreek en het Johan van Hasseltkanaal.
Buiksloterham
10
1 __ INLEIDING KRAAMKAMER
METROPOLITAAN GROEN De twee scheggen kennen een verschillende identiteit en programmering. Het Noorderpark is een meer traditioneel stadspark, die gekenmerkt wordt door aaneengeschakelde parkruimtes, een elegante padenstructuur en ruimte voor sport. Het verder te ontwikkelen Oeverpark wordt gekenmerkt door de openheid en relatie tot het IJ, dit in combinatie met een rechtlijnige vormentaal.
2 _HET VERHAAL
NOORDERPARK EN OEVERPARK
3 _ STRUCTUURBEELD
De kanalen en de kades vormen de centrale groenblauwe openbare ruimtes in Buiksloterham. De parken functioneren op de schaal van de buurt en staan in het teken van ontmoeten en verblijven.
GROENE STRATEN Tussen de Kanaalparken ligt een netwerk van straten. Deze straten staan in het teken van stromen en definiĂŤren de voorzijde van de blokken. De straten krijgen herkenbaarheid een eenduidig profiel en worden zo groen mogelijk ingericht met bomen en groenstroken; met in achtneming van technische mogelijkheden en beperkingen.
11
RUIMTELIJK RAAMWERK
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
De drie kanalen vormen belangrijke ideniteitsdragers van het gebied, te weten het Tolhuiskanaal, het Johan van Hasseltkanaal en het Papaverkanaal. Ze delen het gebied op in verschillende strips en zorgen voor een heldere structuur.
4 _ UITWERKING
KANALEN EN OEVERS
GROENE STRIPS Tussen de kanaalparken en de straten worden groene strips geĂŻntroduceerd. De strips leggen de verbinding tussen beide structuren en worden ingevuld als bijzonder groene verbindingen die de doorwaadbaarheid van het gebied verhogen. De brede strips bieden ruimte aan kleinschalig sport, spel en ontmoeten, maar hebben tevens een belangrijke rol in de klimaatadaptatie. Ze zijn enkel toegankelijk voor voetgangers, fietsers, nooddiensten en uitzonderlijk logistieke stromen. De posities en het aantal aangegeven op de diagram zijn indicatief.
PLEKKEN EN EXPERIMENT Binnen Buiksloterham zijn er een aantal plekken waar het experiment wordt gevierd, zoals Atelier Volten en De Keet. Dit zijn de smaakmakers binnen het gebied en definiĂŤren voor een groot deel de identiteit van Buiksloterham. Binnen de nieuwe ontwikkelingen moet ruimte geboden worden voor nieuwe gelijksoortige plekken. Belangrijk is dat deze plekken een publieke programmering kennen, experimenteel van karakter zijn en de identiteit van het gebied versterken.De posities en het aantal aangegeven op de diagram zijn indicatief.
Buiksloterham
12
BINNENWERELD
straat
verblijven en ontmoeten
stromen voorzijde
informele routes groene strips
stadniveau
productie en maken
doorwaadbaar blokniveau
groene pleinen
2 _HET VERHAAL
FORMELE ZIJDE
1 __ INLEIDING KRAAMKAMER
VERBONDEN
3 _ STRUCTUURBEELD 4 _ UITWERKING
B U H
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
INFORMELE ZIJDE programma in het water groene kade
buurtniveau
informele zijde
De hiervoor geschetste hoofdstructuur is sturend voor de indeling op blokniveau, zij het dat de positie en het aantal van de groene strips en experimentele plekken indicatief is. Aan de straatzijde zal programma worden ontwikkeld dat een publieker karakter heeft of een goede bereikbaarheid vereist voor gemotoriseerd verkeer. Dit omvat bijvoorbeeld de mobiliteitshubs, parkeergarages en maakgebouwen. De straat kent een strakke rooilijn versterkt door een continue laanstructuur. Door middel van de groene strips wordt de straat verbonden met het kanaalpark, waar een verspringende rooilijn en een groene inrichting resulteert in
aangename verblijfsplekken die een sterke relatie hebben met het water. Dit komt met name tot uiting aan de kades in het noorden, omdat deze een goede oriĂŤntatie hebben op de zon. Ook is er ruimte voor plekken op het water, zolang deze de ruimtelijkheid van het kanaal niet aantasten. De open ruimtes in de blokken zijn veelal publiek, maar worden geprogrammeerd door de bebouwing die er omheen ligt en zullen daardoor voornamelijk functioneren op buurtniveau. De verschillende binnenwerelden worden aaneengeregen door een dwaalroute, wat ten goede komt aan de doorwaadbaarheid van het gebied. 13
RUIMTELIJK RAAMWERK
-
3
STRUCTUUR BEELD DOORKIJK NAAR 2040
Het structuurbeeld geeft een mogelijke invulling van het raamwerk weer, binnen de regels gesteld in het HIB en in lijn met de hoofdstructuur hiervoor beschreven. Dit geeft een beeld van de verbindingen met de context en de maat en schaal van de beoogde ontwikkeling. Het hoofdstuk hier opvolgend zal een uitwerking van dit raamwerk beschrijven.
Ruimtelijk framework voor Buiksloterham in 2040, 1:8 000 Buiksloterham
16
1 _ INLEIDING
3.1 _ DOORKIJK NAAR 2040
2 _HET VERHAAL 3 _ STRUCTUURBEELD
Kanaalpark met groene kade, bodemverontdieping en waterprogramma
Gemengde straat met bomenrij, 30km/uur
Groene strip die de straten met de kanaalparken verbindt
Langzaamverkeersroute door het oeverpark
Buurtpark met interessant publiek programma
Plek voor grootschalig sport, spel en activiteiten
Mobiliteitshub met bijvoorbeeld een sportfunctie op het dak met geprogrammeerd groen plein (binnenwereld)
Suggestie van mogelijke stedenbouwkundige invulling van het raamwerk, aan de hand van de regels in het HIB
School
17
RUIMTELIJK RAAMWERK
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
Wijkontsluiting met losliggende fietspaden en bomenrij, 50km/uur
4 _ UITWERKING
Oeverpark met stedenbouwkundige kartelrand
PRINCIPE JOHAN VAN HASSELTLAAN Buiksloterham
18
1 _ INLEIDING
2 _HET VERHAAL
3 _ STRUCTUURBEELD
4 _ UITWERKING
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
PRINCIPE IJ-OEVERPARK
RUIMTELIJK RAAMWERK
19
Buiksloterham
20
1 _ INLEIDING
2 _HET VERHAAL
3 _ STRUCTUURBEELD
4 _ UITWERKING
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
RUIMTELIJK RAAMWERK
21
Buiksloterham
22
1 _ INLEIDING
2 _HET VERHAAL
3 _ STRUCTUURBEELD
4 _ UITWERKING
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
RUIMTELIJK RAAMWERK
23
3.2 _ BUIKSLOTERHAM IN ZIJN CONTEXT
Ruimtelijk framework voor Buiksloterham, 1:20 000 Buiksloterham
24
1 _ INLEIDING
2 _HET VERHAAL
3 _ STRUCTUURBEELD
4 _ UITWERKING
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
RUIMTELIJK RAAMWERK
25
4
UITWERKING
OPGAVEN PER THEMA
Dit hoofdstuk laat een uitwerking zien van het raamwerk dat in het vorige hoofdstuk wordt getoond. De uitwerking is opgesplitst in vier onderwerpen, waaraan verschillende tools zijn gekoppeld die gebruikt zijn om het raamwerk vorm te geven. Deze vier onderwerpen lijken opzichzelfstaand, maar vormen samen een robuust systeem waarin geen enkel element op zichzelf staat.
4.1 _ MOBILITEIT
Buiksloterham als woon en werkgebied kan alleen een succes worden als het goed verbonden is met zijn omgeving, het centrum en het achterland. Dit betekent uitstekende bereikbaarheid met verschillende modaliteiten en een vanzelfsprekende doorwaadbaarheid.
> Vergelijking tussen een regulier stratenpatroon en het weefsel van Buiksloterham
De hoofdstructuur van Buiksloterham is geënt op de huidige wegenstructuur, die gekenmerkt wordt door zijn grootschalige opzet. Waar stedelijk weefsel normaliter fijnmazig is, vertoont het weefsel van Buiksloterham een beduidend grotere korrel. Dit heeft met name te maken met de aanwezigheid van de kanalen en diepe kavels. Deze grootschalige opzet biedt mogelijkheden voor het ontwikkelen van een heldere wegenstructuur voor gemotoriseerd verkeer en fijnmazige en autoluwe langzaamverkeersverbindingen.
ri. Twiske
No
or
de
rp
ar
k
ri. Zaanstreek NDSM
ri. A10, Broek in Waterland
Pontsteiger
Stenen Hoofd
ri. IJ-tunnel Hamerkwartier
Buiksloterweg Centraal Station
Buiksloterham
28
IJ-plein
1 _ INLEIDING
Daarnaast is er binnen het raamwerk veel aandacht voor langzaam verkeersroutes. Door de IJpromenade door te trekken wordt er een aantrekkelijke fietsroute gecreĂŤerd die de verbinding legt met NDSM, het achterland en het Twiske. Ook zullen er meerdere aangename verbindingen worden gelegd met het Noorderpark, het Hamerkwartier, Volewijck, NDSM en het centrum. De potentiĂŤle toekomstige brug over het IJ zal een goede aanvulling vormen op de IJpontjes, en zal een snelle verbinding vormen tussen Buiksloterham en het centrum van Amsterdam.
2 _HET VERHAAL
De huidige wegen krijgen een nieuw profiel om de verschillende modaliteiten te faciliteren. Daarnaast worden er verschillende nieuwe verbindingen gelegd, met name ontbrekende verbindingen over het water. Hierdoor ontstaat een grootschalige gridstructuur waarover gemotoriseerd verkeer zich makkelijk kan voortbewegen. De Aster-, Ridderspoor- en Klaprozenweg vormen de hoofdontsluiting (50km/uur) waarop de andere straten aantakken (30km/uur).
3 _ STRUCTUURBEELD 4 _ UITWERKING
Langzaam verkeer - autovrij
30km/uur - gemengd
50km/uur - gescheiden
KAVEL Shared space - auto te gast
29
RUIMTELIJK RAAMWERK
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
KAVEL
Om de autobewegingen zo veel mogelijk te beperken tot de straten en de rest van het gebied zo autoluw mogelijk te houden, zullen alle autoafhankelijke functies een directe aansluiting krijgen op de straten. Dit betekent dat bijvoorbeeld parkeergarages en hubs hun entree aan de straten hebben.
MOBILITEITSHUB De inzet is om een aanzienlijk deel van de parkeerplekken op te lossen in mobiliteitshubs. Dit zijn gebouwen waar behalve traditionele parkeerplaatsen voor auto’s ook voorzieningen als deelauto’s en -fietsen en collectieve voorzieningen zoals een pakketafhaalpunt, werkplekken en ontmoetingsplekken zijn ondergebracht. Het oplossen van parkeren in een HUB bevordert een aangenaam leefklimaat op straat doordat deze direct aan hoofdwegen geplaatst worden, leidt tot wandelen en fietsen, zorgt voor zorgvuldig ruimtegebruik (dubbelgebruik), faciliteert het delen van mobiliteit en maakt het koppelen met energiediensten mogelijk. De hubs zijn in principe volledig bovengrondse voorzieningen, waardoor de gebouwen bij een afnemende vraag, getransformeerd kunnen worden tot woon/ werkgebouwen.
Buiksloterham
30
1 _ INLEIDING
OPENBAAR VERVOER 2 _HET VERHAAL
De randen van Buiksloterham zijn goed ontsloten door openbaar vervoer. Aan de IJzijde zijn dit de IJpontjes die door de hoge frequentie een goede verbinding vormen met de overzijde van het IJ en het centraal station. Aan de andere zijde is het de busbaan (op lange termijn op te waarderen tot HOV-Baan) die Metrostation Noorderpark met NDSM verbindt en die een aantal stops zal krijgen op de Klaprozenweg.
3 _ STRUCTUURBEELD 4 _ UITWERKING 5 _ LEIDENDE PRINCIPES
31
RUIMTELIJK RAAMWERK
Buiksloterham
32
1 _ INLEIDING
2 _HET VERHAAL
3 _ STRUCTUURBEELD
4 _ UITWERKING
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
RUIMTELIJK RAAMWERK
33
50KM/UUR - GESCHEIDEN De Asterweg, de Ridderspoorweg en de Klaprozenweg zijn de hoofdontsluitingswegen, waar een snelheidslimiet van 50km/uur geldt. Hierdoor worden de fietspaden los van de rijbaan aangelegd en waar mogelijk gescheiden door een groenstrook met bomenrij, afgewisseld met langsparkeren. De rijbaan wordt aangelegd in asfalt, waardoor er een duidelijke differentiatie wordt gemaakt met de 30km/uur wegen. Ook ontwikkelen deze straten zich tot stadsstraten met levendige plinten en plekken met verblijfskwaliteit.
Buiksloterham
34
1 _ INLEIDING
30KM/UUR - GESCHEIDEN 2 _HET VERHAAL
Op de overige wegen voor gemotoriseerd verkeer geldt een snelheidslimiet van 30km/uur, waardoor de fietser en automobilist in principe van dezelfde strook gebruik zullen maken (indien verkeerskundig noodzakelijk wordt hier van afgeweken). De rijbaan wordt bestraat met een klinker en krijgt een op verschillende plekken een brede groenstrook.
3 _ STRUCTUURBEELD 4 _ UITWERKING 5 _ LEIDENDE PRINCIPES
35
RUIMTELIJK RAAMWERK
LANGZAAM VERKEER - AUTOVRIJ Ten behoeve van een goede doorwaadbaarheid worden verschillende langzaamverkeersverbindingen gerealiseerd; onder meer in het IJ-Oeverpark, waar doorzetten van het reeds aanwezige pad voor de hand ligt. Dit is een parkachtig profiel, waar de fietser en voetganger van de zelfde strook gebruik maken. Op andere plekken kan ook een vrijliggend fietspad en een voetgangersstrook worden toegepast.
Buiksloterham
36
1 _ INLEIDING
SHARED SPACE - GEDEELD 2 _HET VERHAAL
Op kavel/blokniveau wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een shared-space principe, waarbij de auto te gast is. Het profiel wordt gekenmerkt door 1 uniform bestratingsmateriaal op 1 niveau. Deze ruimtes kunnen hierdoor sterk vergroend worden omdat de verschillende gebruikers dezelfde zone gebruiken en dus elk minder ruimte innemen.
3 _ STRUCTUURBEELD 4 _ UITWERKING 5 _ LEIDENDE PRINCIPES
37
RUIMTELIJK RAAMWERK
4.2 _ GROEN
Een van de bijzonderheden van Buiksloterham is dat het gebied wordt omrand door verschillende metropolitane groenblauwe structuren: het IJ, de groene scheg van het Zijkanaal en de scheg van het Noorderpark. De ontwikkeling van Buiksloterham zal bijdragen aan het versterken van deze structuren en deze op een aangename manier bereikbaar maken. Zo wordt de IJpromenade doorgetrokken langs de westzijde van Buiksloterham, waardoor deze verbonden wordt met de groene scheg van het zijkanaal. Hierdoor worden de twee scheggen aan elkaar geschakeld, en ontstaat er een fantastisch park aan de rand van Buiksloterham.
Groene strips leggen de verbinding tussen de Kanaalparken, de bouwvelden en straten. Deze, tenminste, 22 meter brede zones zorgen voor een aangename en groene doorwaadbaarheid in dit grootschalige gebied. De strips sluiten aan op de wegen, die aangezet worden met een stevige groenstructuur, die tot buiten het gebied rijken en de verbinding leggen met bijvoorbeeld het Noorderpark. Tot slot zijn er een aantal grotere buurtparken door de wijk verspreid die de groenstructuur versterken. In Buiksloterham heeft het groen altijd meerdere doelen en is het nooit alleen een esthetische grasveld met bomen. Groen is belangrijk voor recreatie, ecologie, het bufferen en natuurlijk infiltreren van water, het koelt de stad en faciliteert aangename mobiliteit. Daarom is het belangrijk de groenstructuur dusdanig te ontwerpen dat zoveel mogelijk doelen worden gekoppeld.
Binnen Buiklsloterham zullen de karakteristieke kanalen met de kades worden getransformeerd tot kanaalparken die de groenblauwe verblijfsruimtes zijn van de wijk.
Buiksloterham
38
1 _ INLEIDING
Oeverpark 2 _HET VERHAAL 3 _ STRUCTUURBEELD
Kanalen en oevers
4 _ UITWERKING
Groene strips
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
Buurtpark
Groene straten
KAVEL Binnenwereld
39
RUIMTELIJK RAAMWERK
OEVERPARK Het Oeverpark legt de verbinding tussen de twee metropolitane structuren en zal de nu vaak harde overgang tussen land en water verzachten en de gebruiker in contact brengen met het IJ. Door de schaal en ligging van het lineaire park, zal deze functioneren op het niveau van het stadsdeel en kan het park ook gebruikt worden voor grootschaligere activiteiten, zoals kleine evenementen, sport en spelen. Het park wordt dusdanig vormgegeven dat het een eenheid vormt met de IJpromenade en samen een lineair park vormen langs het IJ.
KANALEN EN OEVERS De kanalen zullen transformeren tot centrale groenblauwe ruimtes voor de buurt. Het vergroenen van de kade en het toevoegen van waterprogramma’s op bepaalde plekken, worden verschillende informele plekken gecreÍerd aan het water. Delen van het kanalen worden verondiept, waardoor er meer licht op de bodem valt en een interessanter watermilieu ontstaat met zuiverende (ondergedoken) waterplanten.
Buiksloterham
40
1 _ INLEIDING
GROENE STRIPS 2 _HET VERHAAL 3 _ STRUCTUURBEELD
Tussen de kanaalparken en de straten worden groene strips geĂŻntroduceerd. Deze, minimaal, 22 meter brede ruimtes zullen lucht scheppen in het stedelijk weefsel en zorgen voor een aangename doorwaadbaarheid. De lineaire structuren worden maximaal vergroend, waarbij er aandacht is voor het gebruik maar ook voor ecologie. De strips zetten in op kleine informele speelplekken en ruimtes waar de buurt elkaar ontmoet. Daarnaast zullen de strips regenwater vasthouden en het stedelijk weefsel koelen. Uitgangspunt is dat de strips autovrij zijn en alleen toegankelijk voor nood- en hulpdiensten.
4 _ UITWERKING
Op verschillende plekken in Buiksloterham liggen grotere groenruimtes, die functioneren op de schaal van de buurt, zoals bijvoorbeeld de Voltentuin en het buurtpark tussen kavel 39 en 40. Deze groenruimtes liggen verspreidt over het plangebied en bieden ruimte aan grootschaliger functies, zoals sport en spel. Deze parken zullen ingericht worden inspelend op de wensen van de omwonenden.
41
RUIMTELIJK RAAMWERK
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
BUURTPARKEN
BINNENWERELDEN Op blok/kavelniveau worden verschillende groene plekken geĂŻntroduceerd. Deze binnenwerelden zijn de ruimtes waar omwonenden elkaar ontmoeten en in dienst staan van het omliggend programma en de wensen van de omwonenden. Dit kan in de vorm zijn van een groen plein voor een hub, maar ook een groene deeltuin. De pleinen en binnentuinen worden openbaar en met elkaar verbonden door een dwaalroute, maar hebben door de specifieke programmatie een collectief karakter.
GROENE STRATEN De straten vormen lineaire groenstructuren die aangezet worden met bomenrijen. Het vergroenen van de straten vergroot niet alleen de leefbaarheid van de buurt, maar gaat ook het urban heat island effect tegen en biedt mogelijkheden voor ecologie. In de straten zal een groot pallet aan boomsoorten en variĂŤteiten worden toegepast en waar mogelijk een ecologisch bermbeheer worden toegepast.
Buiksloterham
42
1 _ INLEIDING
SPORT EN SPEL 2 _HET VERHAAL
In de openbare ruimte worden op verschillende schaalniveaus sport en spel aanleidingen tot stand gebracht. In de grotere parken en groenstructuren is plaats voor grootschaligere sportvoorzieningen, zoals een trapveld of basketbalveld. Echter, voor de grote sportvoorzieningen als een voetbalclub of tenniscomplex zal uitgeweken moeten worden naar Kadoelen of het Noorderpark. In de kleinere openbare ruimtes zal altijd gekeken worden naar het toepassen van speelaanleidingen waardoor de openbare ruimte voor alle doelgroepen interessant is. Deze speelaanleidingen zullen evenredig over heel Buiksloterham verspreid worden.
3 _ STRUCTUURBEELD
richting velden Kadoelen
4 _ UITWERKING
richting velden Noorderpark
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
Sport
43
RUIMTELIJK RAAMWERK
4.3 _ ECOLOGIE
Het verbinden van de IJpromenade en Noorderpark met de scheg van het Zijkanaal is vanuit het oogpunt van recreatie en mobiliteit interessant, maar het vormt ook de ontbrekende schakel in het ecologisch netwerk. Door deze verbinding te maken worden twee belangrijke biotopen met elkaar verbonden en de verbinding zelf is een interessante toevoeging aan de het pallet van groenruimtes.
Buiksloterham
Daarnaast ligt er een kans om de ecologische waarden van het Van Hasseltkanaal te vergroten en de doorkoppeling te maken naar het Noorderpark. In toevoeging op deze grote gebaren, vormen de straten en groene strips het fijnmazig netwerk binnen Buiksloterham en naar de gebieden buiten BSH.
44
1 _ INLEIDING
IJ-oevers 2 _HET VERHAAL 3 _ STRUCTUURBEELD
Kanaalzones
4 _ UITWERKING
Lineair groen
Groene ruimtes
Natuurinclusieve bebouwing
45
RUIMTELIJK RAAMWERK
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
KAVEL
IJ-OEVERS De IJoevers vormen het leefgebied voor een veelheid aan flora en fauna waaronder de zeldzame ringslang en de rivierdonderpad. Deze twee diersoorten gedijen goed in een oever die afgewerkt is met stortstenen waartussen verschillende typen vegetatie groeit. Daarom zal de stortsteenstrook bij Overhoeks worden doorgetrokken, zodat het leefgebied van bovenstaande doelsoorten wordt vergroot, maar ook een positief effect heeft op verschillende andere flora an fauna.
KANAALZONES De kanaalzones zijn interessant voor verschillende typen vissen, garnalen en mosselen. Echter ligt de huidige bodem van het Van Hasseltkanaal vrij diep en kent voornamelijk harde nat-droog overgangen. Door het kanaal op plekken te ontdiepen en het introduceren van meer natuurlijke natdroog overgangen zal het kanaal interessanter worden voor flora en fauna. Door de ontdieping valt er meer licht in de bodem, waardoor er een interessante onderwaterbiotoop ontstaat met (ondergedoken) planten, die het leefgebied vormt voor verschillende dieren. Ook zal het ontstaan van waterplanten en het aantrekken van verschillende dieren de waterkwaliteit lokaal verbeteren, doordat zij het water zuiveren en het natuurlijk evenwicht verbeteren.
Buiksloterham
46
1 _ INLEIDING
GROENE RUIMTES
2 _HET VERHAAL
De groene ruimten zullen worden ontworpen voor het gebruik van de mens, maar ook met oog voor de natuur. Dit wordt gedaan door het toepassen van een divers pallet aan boom- en plantsoorten en er wordt gewerkt met waardplanten. Ook zullen niet alle plekken een zelfde onderhoudsintensiteit kennen, waardoor er delen verruigen en bijvoorbeeld bloemrijk grasland ontstaat.
3 _ STRUCTUURBEELD 4 _ UITWERKING
LINEAIR GROEN
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
De straten zullen worden aangezet met een stevige groenstructuur in de vorm van bomenrijen en groenstroken. Deze lineaire structuren vormen ideale biotopen voor vogels, insecten en vleermuizen. Er zal een rijk pallet aan boomsoorten worden toegepast die een hoge ecologische waarde hebben. Ook zullen de groenzones een extensief beheer kennen, waardoor deze interessant is voor insecten en vogels.
NATUURINCLUSIEVE BEBOUWING De gebouwen worden natuurinclusief ontwikkeld. Dit betekend dat de bebouwing ook voor fauna interessant is. Dit kan door het toepassen van groene daken en klimplanten tegen de gevels, maar ook door het inpassen van nestkasten in het metselwerk, een bijenkorf op het dak of een insectenhotel in de gevel.
47
RUIMTELIJK RAAMWERK
4.4 _ BODEM
Een van de relicten uit de historie van Buiksloterham zijn de grote volumes vervuilde grond die aanwezig zijn in het gebied. Door het aanleggen van ondergrondse voorzieningen (zoals parkeergarages) en het verplicht afvroeren van zwaar vervuilde grond, komt er veel vervuilde grond vrij. Voor een klein deel bestaat dit uit mobiele vervuiling (bijvoorbeeld olie), welke afgevoerd moet worden en verwerkt. Het grotere deel is lichte en sterke immobiele vervuiling (bijvoorbeeld zware metalen). De gemeente
Buiksloterham
heeft de ambitie om 80% van de immobiele vervuilde grond binnen het gebied te verwerken. De eerste maatregel is het beperken van het vrijkomen van vervuilde grond door minder ondergrondse voorzieningen te realiseren. Daarnaast worden er vijf tools voorgesteld hoe de grond verwerkt kan worden binnen het plangebied, waaruit bij de uitwerking een keuze gemaakt kan worden
48
Beperken van het vrijkomen van grond door minder ondergrondse voorzieningen toe te passen.
2 _HET VERHAAL
OPHOGEN MAAIVELD
VERONDIEPEN KANALEN
Op sommige plekken op het water kan een waterprogramma toegevoegd worden. Belangrijk is dat dit programma de ruimtelijkheid van het water niet wegneemt. Net als in bovenstaand voorstel, kan er vervuilde grond gebruikt worden, mits dit wordt afgedekt met een leeflaag van 1meter en er gebruik gemaakt wordt van een damwandconstructie.
LANDAANWINNING: AANLEG OEVERPARK Voor de aanleg van het Oeverpark is een grote hoeveelheid grond nodig. Voor de delen buiten de Oergeul is het toegestaan zwaar vervuilde grond te verwerken, mits deze wordt afgewerkt met een deklaag van minimaal 1m.
LANDMARK Een klein deel van de vervuilde grond kan worden gebruikt voor de creatie van een landmark die verwijst naar het historisch verleden en het verhaal vertelt van Buiksloterham. Deze installatie kan alle vormen aannemen en uitgewerkt worden door geĂŻnteresseerde bewoners onder de vorm van bijvoorbeeld een ontwerpwedstrijd.
RUIMTELIJK RAAMWERK
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
LANDAANWINNING: WATERPROGRAMMA
4 _ UITWERKING
Het Johan van Hasseltkanaal is erg diep, waardoor er weinig bodemleven aanwezig is. Door het ontdiepen van het kanaal zal er meer zonlicht de bodem bereiken en condities worden geschapen voor (ondergedoken) waterplanten. Voor deze ontdieping kan ook vervuilde grond gebruikt worden, mits ze worden afgewerkt met een afdeklaag van 1meter en er gebruik gemaakt wordt van een onderwater damwandconstructie.
3 _ STRUCTUURBEELD
Onbebouwde kavels ophogen en hierin de vervuilde grond in verwerken. De vervuilde grond zal worden afgedekt met een leeflaag van minimaal 1meter.
49
1 _ INLEIDING
MINDER ONDERGRONDSE VOORZIENINGEN
01 _
BUIKSLOTERHAM ONTLEENT ZIJN DNA UIT HET BESTAANDE
02 _
BUIKSLOTERHAM BIEDT BLIJVEND RUIMTE AAN VERSCHILLENDE TYPE MAKERS
03 _
WONINGBOUW ALS MIDDEL VOOR HET DOORONTWIKKELEN VAN BUIKSLOTERHAM.
04 _
BUIKSLOTERHAM STIMULEERT ONTMOETING
05 _
BUIKSLOTERHAM VERKIEST DELEN VAN VOORZIENINGEN
06 _
BUIKSLOTERHAM MAAKT DUURZAME MOBILITEIT MOGELIJK
07 _
BUIKSLOTERHAM IS EEN VEERKRACHTIG KLIMAATADAPTIEF EN NATUURINCLUSIEF SYSTEEM
08 _
BSH WAARDEERT RESSTROMEN
09 _
BUIKSLOTERHAM IS INCLUSIEF EN VERBONDEN
5
LEIDENDE PRINCIPES
VOOR TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN
Om het raamwerk extra kracht bij te zetten zijn er negen leidende principes toegevoegd die de ambities van Buiksloterham benadrukken en de toekomstige ontwikkelingen stuurt, zodat deze de dialoog aangaan met het raamwerk en samen een prettiger, leefbaarder en klimaatbestendigere wijk zullen vormen.
01 _ BUIKSLOTERHAM ONTLEENT ZIJN DNA UIT HET BESTAANDE
Buiksloterham ontwikkelt door op basis van nieuwe inzichten, maar zeker ook met inachtneming van bestaande kwaliteiten, zoals ruimtelijke karakteristieken, waardevolle cultuurhistorische elementen, de stoere identiteit en de werkfuncties in het gebied. Ook behoud en verdere ontwikkeling van experimenten, de relatie met het water en watergebonden productie behoren hiertoe. Vertrekpunt voor projecten •
Het zoveel mogelijk behouden van historische elementen, zoals de kaderrand, bestaande gebouwen, betonstructuren en kranen.
•
Het verder ontwikkelen in het DNA van Buiksloterham, zoals het overnemen van de grootschalige gebouwstructuren en materiaalgebruik, behouden van de weidsheid van het oppervlakte water, inspelen op de relatie met het IJ etc.
•
Het hergebruiken van materiaal dat al in het gebied aanwezig is.
•
Het behouden van de relatie met het water, door het toevoegen van een interessant waterprogramma en het water toegankelijk te maken. Dit alles zonder het verliezen van de ruimtelijkheid van het oppervlaktewater.
•
Het blijvend faciliteren van ruimte voor experiment, door het te isoleren en gunstige condities te scheppen waardoor experimenteren mogelijk blijft. Te denken aan soepelere regelgeving met betrekking tot onder andere vervuilde grond, beheer.
•
Het blijvend faciliteren van productie binnen het gebied, door een interessant exploitatiemodel, waardoor de productie niet uit het gebied wordt gedreven door stijgende grondprijzen en speculatie.
Buiksloterham
52
1 _ INLEIDING
2 _HET VERHAAL
3 _ STRUCTUURBEELD
4 _ UITWERKING
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
RUIMTELIJK RAAMWERK
53
02 _
BUIKSLOTERHAM BIEDT BLIJVEND RUIMTE AAN VERSCHILLENDE TYPE MAKERS
Bedrijvigheid en productie krijgen letterlijk de ruimte. Meestal in hoge plinten, dan weer in aparte stoere werkgebouwen. Ruimten die zich onderscheiden in schaal, mate van menging en dichtheid, die ook qua uiterlijk onderscheidend en stoer mogen zijn. Belangrijke aandachtspunten zijn faciliteiten voor laden en lossen, hoge plinten tot 6 meter en flexibiliteit in gebouwen, zodat kan worden ingespeeld op veranderingen. Vertrekpunt voor projecten •
Het blijvend accommoderen van verschillende productieruimtes voor verschillende typen makers die zicht onderscheiden in maat, mate van mening en dichtheid (ook start-ups).
•
Inzetten op flexibel indeelbare blokken met overruimte, om een aanpassing mogelijk te maken om aan de wensen van nieuwe gebruikers tegemoet te komen.
•
Toepassen van een minimale plinthoogte van 6 meter voor ruimtes die bestemd worden voor productie.
•
Faciliteren van goede laad- en losvoorzieningen.
•
Inzetten op gemengde programma’s om efficiënt gebruik te kunnen maken van de ruimte en energie
•
Actieve programmering van pinten en de productie zichtbaar maken door middel van het ontwikkelen van een plintstrategie. Dit om grip te houden op de prijs en programmering van de werkruimtes.
•
Grondprijs/erfpacht afstemmen op het gewenste gebruik.
Buiksloterham
54
1 _ INLEIDING
2 _HET VERHAAL
3 _ STRUCTUURBEELD
4 _ UITWERKING
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
RUIMTELIJK RAAMWERK
55
03 _
WONINGBOUW ALS MIDDEL VOOR HET DOORONTWIKKELEN VAN BUIKSLOTERHAM
Er komt een grote woningproductie in Buiksloterham. De wijk gaat transformeren naar een wijk met uiteindelijk 64 procent wonen; woningen gaan hun stempel drukken op het karakter van de wijk. Een deel van deze woningproductie kan op separate kavels worden gerealiseerd, wat realisatie eenvoudiger en sneller maakt. Er komt ook ruimte voor experimentele woonvormen, zoals collectieve particuliere woonvormen, nieuwe typologieën, ouderen- en zorgwoningen en andere vormen waar in de standaard woningmarkt weinig ruimte voor is. Deze bijzonderheden moeten de kracht en het karakter van de wijk mede gaan bepalen. Vertrekpunt voor projecten •
Het evenwichtig en in samenhang ontwikkelen van diverse stedelijke activiteiten om een inclusieve en attractieve wijk te creëren.
•
Het aanwijzen van woonvelden waar in grote aantallen en snelheden woningen zijn te realiseren. Dit beantwoord aan de Amsterdamse woningvraag en geeft ruimte aan de ontwikkelaars en beleggers om grote aantallen woningen te bouwen. Deze velden mogen ontwikkeld worden mits ze bijdragen aan het realiseren van plekken met een hoge maatschappelijke relevantie.
•
Deze gemakkelijke manier van woningbouw draagt bij aan de realisatie van experimenten, plekken voor productie en buurtfuncties zoals de HUB, door verplicht te investeren in het realiseren van deze voorzieningen. Het zoet en het zuur wordt verdeeld onder de ontwikkelaars en beleggers.
•
Het vormen van collectieven, waarbij de verschillende onderdelen van elkaar profiteren. Bijvoorbeeld de woningbouw financiert een HUB, maar kan ook gebruik maken van de faciliteiten, waardoor er minder ondergrondse parkeerplaatsen gemaakt hoeven worden.
•
Productie, experiment en andere maatschappelijke functies isoleren en zichtbaar maken.
Buiksloterham
56
1 _ INLEIDING
2 _HET VERHAAL
3 _ STRUCTUURBEELD
4 _ UITWERKING
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
RUIMTELIJK RAAMWERK
57
04 _
BUIKSLOTERHAM STIMULEERT ONTMOETING
Zowel in de openbare ruimte als op de kavels en in de gebouwen wordt ontmoeting gestimuleerd. Dit uit zich in doorwaadbaarheid, het creëren van bijzondere plekken, pocketparkjes en gedeelde faciliteiten. Het draagt bij aan de sociale cohesie en leefbaarheid in de wijk en geldt als basis voor een gezonde stedelijke economie. Deze filosofie zal op elk schaalniveau, van cluster tot de plattegrond van een gebouw, tot uitdrukking komen. Vertrekpunt voor projecten •
Voetgangersstromen zullen zoveel mogelijk over het maaiveld lopen en directe inpandige verbindingen tussen bijvoorbeeld de parkeergarage en de woning zullen worden vermeden.
•
Binnenwerelden faciliteren spontane ontmoetingen en gemeenschappelijk gebruik door een prettige en interessante inrichting. Te denken aan gemeenschappelijke buurttafels, zitmogelijkheden, ruimte om een buurtfeest te geven etc.
•
Gedeelde faciliteiten toevoegen die ontmoeting en sociale interactie stimuleren.
Buiksloterham
58
1 _ INLEIDING
2 _HET VERHAAL
3 _ STRUCTUURBEELD
4 _ UITWERKING
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
RUIMTELIJK RAAMWERK
59
05 _ BUIKSLOTERHAM VERKIEST DELEN VAN VOORZIENINGEN
Buiksloterham wordt een productieve, circulaire wijk. Niemand kan in zijn eentje circulair zijn, daarom vormen collectieven en co-creaties de rode draad in de uitwerkingen. Buiksloterham realiseert gemengde milieus, wat de kansen voor meervoudig ruimtegebruik verhoogt. De realisatie van mobiliteitshubs wordt onderzocht. Op kavel- en gebouwniveau geven bijvoorbeeld het opvangen en het delen van water- en reststromen kansen om aan deze ambitie verder te werken. Condities in Ruimtelijk Raamwerk •
Realiseren van gemengde milieus om delen en uitwisseling uit te lokken. Denk aan het delen van parkeerplekken, het uitwisselen van warmte/ koude, het benutten van lokaal gezuiverd afvalwater, grondstoffen etc.
•
Realiseren van hubs, waarin diensten worden aangeboden, zoals deelauto’s, leenbakfietsen, pakketservices, buurtbatterij, waterberging etc. Maar ook de introductie van materiaalhub’s.
•
peelruimte om ook op blokniveau collectief te S zoeken naar duurzame oplossingen op het gebied van energie, water, reststromen en mobiliteit
•
edrijven aantrekken en belonen die openstaan B voor participatie in collectieven.
Buiksloterham
60
1 _ INLEIDING
2 _HET VERHAAL
3 _ STRUCTUURBEELD
4 _ UITWERKING
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
RUIMTELIJK RAAMWERK
61
06 _ BUIKSLOTERHAM MAAKT DUURZAME MOBILITEIT MOGELIJK
Buiksloterham wil een proeftuin blijven voor nieuwe vormen van mobiliteit. Er zijn vele kansen. In de structuur van de wijk wordt geanticipeerd op verdere keuzes voor duurzame mobiliteit, via ruimtelijke kwaliteit, meervoudig (ruimte)gebruik, hubs en deelmobiliteit. Vertrekpunt voor projecten •
Op blokniveau inzetten op een prettige doorwaadbaarheid en verbindingen naar openbaarvervoersknooppunten, om zo het gebruik van langzaamverkeer aan te moedigen.
•
Toepassen van mobiliteitshubs waar verschillende deelmobiliteiten gefaciliteerd worden, met een interessant nevenprogramma waardoor het gebruik van de hub extra gestimuleerd wordt. De parkeerfaciliteiten zijn collectief en elektrisch-ready.
•
Realiseren van aantrekkelijke fietsparkeerfaciliteiten zo dicht mogelijk bij de gebruiker, waaronder fietsenstallingen en bergingen maar ook bijvoorbeeld een fietsenmaker.
•
Inzetten op gemengde milieus met werken en wonen wat bijdraagt aan een hoge bezettingsgraad van de hubs gedurende de hele dag.
•
Het toepassen van de laagst geldende parkeernormen en onderzoeken van parkeernormreducerende maatregelen, zoals het aanbieden van deelmobiliteit.
Buiksloterham
62
1 _ INLEIDING
2 _HET VERHAAL
3 _ STRUCTUURBEELD
4 _ UITWERKING
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
RUIMTELIJK RAAMWERK
63
07 _ BUIKSLOTERHAM IS EEN VEERKRACHTIG KLIMAATADAPTIEF EN NATUURINCLUSIEF SYSTEEM
Zowel in de openbare ruimte als op kavelniveau is aandacht voor klimaatadaptatie en natuur-inclusiviteit. Denk aan groen op de kavels, benutting hemelwater op de kavel en in de openbare ruimte, koele verblijfplekken, regenbuffers in de openbare ruimte, projecten die bijdragen aan de vergroeningsopgave en vergroting van de biodiversiteit en een grote variatie aan openbaar groen. Een en ander wordt gekwantificeerd in de kaders voor herontwikkeling. Vertrekpunt voor projecten •
Hemelwater maximaal benutten, door het hergebruik voor toiletspoeling, bevloeiing van groen, het wassen van de auto etc.
•
Tot 90mm regenwater kunnen bergen per vierkante meter, zowel op de kavel als in de openbare ruimte en dit gefaseerd naar het oppervlaktewater kunnen leiden
•
Minimaal 40% van het bebouwd oppervlak is groen, dit mag op het dak en aan de gevel.
•
Nieuwe ontwikkelingen moeten minimaal 3 maatregelen uit het handboek natuur inclusief bouwen bevatten, waarbij gestimuleerd wordt om meer maatregelen toe te passen.
•
Het groen in de openbare ruimte draagt bij aan de vergroting van de biodiversiteit van Buiksloterham. De vegetatiekeuze wordt gedaan aan de hand van de ruimtelijke karakteristieken en de ecologische aspecten
Buiksloterham
64
1 _ INLEIDING
2 _HET VERHAAL
3 _ STRUCTUURBEELD
4 _ UITWERKING
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
RUIMTELIJK RAAMWERK
65
08 _ BSH WAARDEERT RESTSTROMEN
In het kader van circulariteit komt bij planuitwerkingen aandacht voor reststromen. Dit kan zich op verschillende schaalniveaus uiten. Vertrekpunt voor projecten •
Bestaande materialen worden maximaal hergebruikt op de locatie. Materialen die niet te plekke verwerkt kunnen worden opgeslagen in materialenhubs, waarna het verwerkt kan worden.
•
ealiseren van gemengde milieus. Dit biedt R kansen voor lokale uitwisseling: de reststroom van de een kan de grondstof zijn voor de ander.
•
oepassing van duurzame materialen voor aanleg T buitenruimte en nieuwe bebouwing.
•
Zoveel mogelijk collectieve gescheiden inzameling van reststromen en afval van bedrijven.
•
ieuwe gebouwen hebben een materiaalpaspoort N en het ontwerp van gebouwen en buitenruimte is gericht op waardecreatie. Beheer is gericht op waardebehoud en het financieel model gericht op restwaarde (in plaats van afschrijving).
•
nderzoeken of materiaal uit gedemonteerde O gebouwen en van opgebroken buitenruimte binnen of buiten het gebied herbruikbaar is (urban mining).
•
Slim omgaan met bouwlogistiek.
•
Faciliteren van scheiden van zwart-grijs water.
Buiksloterham
66
1 _ INLEIDING
2 _HET VERHAAL
3 _ STRUCTUURBEELD
4 _ UITWERKING
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
RUIMTELIJK RAAMWERK
67
09 _ BUIKSLOTERHAM IS INCLUSIEF EN VERBONDEN
Buiksloterham is fysiek en sociaal verbonden. Het ontwikkelt zich samen met de omliggende wijken tot een rijk palet aan plekken die van elkaar profiteren. Belangrijke aspecten hierin zijn goede verbindingen naar de omliggende wijken, bereikbaarheid voor iedereen, veel maatschappelijke voorzieningen, betekenisvolle openbare ruimte en nieuwe kunst en cultuur. Vertrekpunt voor projecten •
Focus op diverse doelgroepen en inspelen op de wensen van bewoners buiten het gehele gebied. Dit door het invoeren van een programmatiestrategie om grip te houden op de prijs en het type programmering van de ruimtes.
•
Zorgen voor een goede doorwaadbaarheid op plotniveau en vermeiden van afgesloten semiopenbare ruimtes.
Buiksloterham
68
1 _ INLEIDING
2 _HET VERHAAL
3 _ STRUCTUURBEELD
4 _ UITWERKING
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
RUIMTELIJK RAAMWERK
69
Fotos van de maquette tijdens het event We Make the City in Amsterdam Buiksloterham
70
1 _ INLEIDING
2 _HET VERHAAL
3 _ STRUCTUURBEELD
4 _ UITWERKING
5 _ LEIDENDE PRINCIPES
RUIMTELIJK RAAMWERK
71