DELVA - verrassende oplossingen voor actuele vraagstukken - CG concept

Page 1

DELVA LANDSCAPE

ARCHITECTURE/URBANISM/

Verrassende oplossingen voor actuele vraagstukken

Des solutions surprenantes aux problèmes actuels

DELVA Landscape Architecture | Urbanism is een gevierd bureau voor landschapsarchitectuur met affiniteit voor stedenbouw. DELVA is opgericht in 2008 en uitgegroeid tot een toonaangevend bureau met een team van 25 enthousiaste professionals in hartje Amsterdam. Een team dat altijd bezig is om betekenis te geven aan de nieuwe functie van het landschap en de beleving hiervan te versterken.

DELVA Landscape Architecture | Urbanism est un bureau d’architecture du paysage réputé, spécialisé dans les questions d’urbanisme. Fondé en 2008, le bureau DELVA, situé au cœur d’Amsterdam, jouit d’une réputation de premier plan et emploie une équipe de 25 professionnels enthousiastes, sans cesse occupés à donner un sens à la nouvelle fonction du paysage et à en améliorer le vécu.

28 29 >>>
DELVA Landscape Architecture/Urbanism Paul Geerts Casino Middelkerke

DELVA Landscape Architecture Urbanism wordt geleid door oprichter Steven Delva, samen met Sander van den Bosch, Jeroen Jacobs, David Sullivan en Emiel Swinnen. Vanuit Amsterdam werkt het team van landschapsarchitecten, stedenbouwkundigen, ontwerpers en culturtechnici aan grote actuele uitdagingen zoals duurzame verstedelijking, natuurontwikkeling en de veranderende betekenis van het publieke domein. Hierbij staat een multidisciplinaire aanpak centraal, die wordt gekenmerkt door co creatie en samenwerking.

Steven Delva (Roeselare, 1978) studeerde tuin en landschapsarchitectuur aan de Hogeschool Gent en behaalde zijn master aan de Academie van Bouwkunst in Amsterdam, waar hij vandaag zelf doceert. Op enkele jaren tijd heeft hij zich ontpopt tot een van de meest vernieuwende landschapsarchitecten van zijn generatie door telkens weer met verrassende oplossingen te komen voor actuele vraagstukken zoals biodiversiteit, klimaatrobuustheid, mobiliteit, circulariteit en leefkwaliteit in een verstedelijkte context. De opdrachten van bureau DELVA omvatten zowel strategische visies en masterplannen voor grootschalige gebiedsontwikkelingen in en rond de stad, als concrete projecten op alle schaalniveaus, van klein tot zeer groot.

DELVA Landscape Architecture | Urbanism est dirigée par son fondateur Steven Delva, assisté de Sander van den Bosch, David Sullivan et Emiel Swinnen. Basée à Amsterdam, l’équipe d’architectes paysagistes, d’urbanistes, de designers et de techniciens culturels travaille sur les grands défis actuels tels que l’urbanisme durable, le développement de la nature et l’évolution de la signification du domaine public. Leur approche multidisciplinaire se caractérise par la création conjointe et la collaboration.

Steven Delva (Roulers, 1978) a étudié l’architecture de jardin et de paysage à la Hogeschool de Gent et a obtenu sa maîtrise à l’Académie d’architecture d’Amsterdam, où il enseigne désormais. En quelques années à peine, Steven Delva est devenu l’un des architectes paysagistes les plus innovants de sa génération en apportant des solutions surprenantes aux problèmes actuels tels que la biodiversité, la vulnérabilité climatique, la mobilité, la circularité et la qualité de vie dans un contexte urbanisé.

Les missions de DELVA comprennent à la fois des visions stratégiques et des plans directeurs pour des développements de zones à grande échelle dans et autour de la ville, ainsi que des projets concrets à tous les niveaux d’échelle, du plus petit au plus grand.

van eisen levert deze gedegen landschapsanalyse ons het materiaal om het landschap te ordenen en in te richten voor gebruik en beleving en zo weer bekend te maken aan iedereen die verblijft, bezoekt of voorbijkomt. Bij onze projecten gaat verdichting altijd hand in hand met vergroening en duurzaamheid. Met bouw of transformatieprojecten zetten we sterk in op vergroening, klimaatbestendigheid en woonkwaliteit. We zien het landschap als de ruggengraat van een plek en zijn altijd op zoek naar bijzondere synergieën tussen de open ruimte en de gebouwde omgeving.”

Steven Delva wil naar eigen zeggen actuele uitdagingen integreren en de verbinding maken tussen verschillende disciplines en tussen ecologie en economie. “Groen moet een onlosmakelijk onderdeel van elke businesscase zijn”, zegt hij hierover. Dus niet als een sausje bij ontwikkelingen maar als onderdeel van het economisch model van de plannen, onlosmakelijk verbonden met klimaatdoelen, waterkwaliteit, biodiversiteit, leefkwaliteit… “Wij proberen binnen de gestelde opgaven kosten te reduceren door af te wijken van traditionele uitgangspunten. Innovativiteit brengt ons tot betaalbare en mooiere alternatieven voor bijvoorbeeld lokale wateropvang of energiewinning die daadwerkelijk antwoord geven op de actuele opgaven zoals klimaatverandering.”

Delva maakte als jonge ontwerper in 2012 samen met andere (landschaps) architecten furore met het vooruitstrevende plan voor De Ceuvel, een circulaire broedplaats met een Zuiverend Park in Amsterdam Noord. Op een oude, vervuilde scheepswerf ontstond daar een stedelijke vrijhaven van bouwers, kunstenaars en ondernemers. De principes van dat project liggen ook aan de basis van twee andere grootschalige stadsuitbreidingsprojecten ‘nieuwe stijl’ in Amsterdam: het voormalige havengebied Buiksloterham en het Strandeiland.

le catalogue d’exigences, cette analyse approfondie nous fournit le matériel nécessaire pour organiser le paysage afin de pouvoir l’utiliser, le vivre et le faire ainsi connaître à tous ceux qui séjournent, visitent ou passent par là. Dans nos projets, la densification va toujours de pair avec l’écologisation et la durabilité. Dans le cadre de projets de construction ou de transformation, nous mettons fortement l’accent sur l’écologisation, la résistance au changement climatique et la qualité de vie. Nous considérons le paysage comme l’épine dorsale d’un lieu et nous sommes toujours à la recherche de synergies particulières entre l’espace ouvert et l’environnement bâti ». Selon ses propres termes, Steven Delva veut intégrer les défis actuels et faire le lien entre les différentes disciplines ainsi qu’entre l’écologie et l’économie. « L’espace vert doit faire partie intégrante de toute entreprise », dit il. Cet espace ne doit pas être pensé comme une finition, mais comme une partie essentielle du modèle économique. Il doit être inextricablement lié aux objectifs climatiques, à la qualité de l’eau, à la biodiversité, à la qualité de vie, etc. « Nous essayons de réduire les coûts dans le cadre des tâches fixées en nous écartant des points de départ traditionnels. L’innovation nous amène à trouver des alternatives abordables et plus attrayantes pour la collecte locale des eaux ou la production d’énergie, par exemple, qui répondent réellement aux défis actuels tels que le changement climatique ».

En 2012, en tant que jeune designer, Delva, en collaboration avec d’autres architectes (paysagistes), a fait fureur avec le plan progressif du projet De Ceuvel, un incubateur circulaire entouré d’un parc d’épuration à Amsterdam Nord. Sur un vieux chantier naval pollué, un port franc urbain de constructeurs, d’artistes et d’entrepreneurs a vu le jour. Les principes de ce projet constituent également la base de deux autres projets d’expansion urbaine « nouveau style » de grande envergure à Amsterdam : l’ancienne zone portuaire Buiksloterham et la Strandeiland.

Visie

Wij gebruiken een specifieke werkwijze in ons ontwerp en onderzoek, zegt Steven Delva. “Onderzoek wordt gevolgd door duidelijke concepten die visueel vormgegeven worden om breed te kunnen communiceren. Ze vormen de basis van strategische interventies en krachtige ontwerpen. Het bureau benut de kracht van bestaande plannen of ontwikkelingen en processen om de huidige kwaliteiten te versterken en een nieuwe context en betekenis te geven. Ons doel is om betekenis te geven aan de nieuwe functie van het landschap en de beleving ervan te versterken.”

“Een belangrijk uitgangspunt en voeding voor onze ideeën en ontwerpen is de eigenheid van de plek. Wij geven onszelf daarom de taak om het landschap door en door te leren kennen en te beleven. Naast het programma

Vision

Nous utilisons une méthode de travail spécifique dans notre conception et nos recherches, explique Steven Delva. « La recherche est suivie par des concepts clairs qui sont conçus visuellement afin de pouvoir communiquer à grande échelle. Ils constituent la base d’interventions stratégiques et de solides projets. L’entreprise utilise la puissance des plans ou des développements et des processus existants pour renforcer les qualités actuelles et leur donner un nouveau contexte et un nouveau sens. Notre objectif est de donner un sens à la nouvelle fonction du paysage et d’en améliorer l’expérience ». « Le caractère unique du lieu est un point de départ et une importante source d’enrichissement pour nos idées et nos projets. Nous nous donnons donc pour tâche de connaître et de vivre le paysage de bout en bout. Outre

30 >>>
Nieuwe Baan 5 - 2430 Eindhout-Laakdal - 014 86 74 00 - www.houtmeyers.be
JARDINERIE
PLANTENCENTRUM - BOOMKWEKERIJ
- PÉPINIÈRE
De medewerkers van DELVA Landscape Architecture / Urbanism

Raamwerk Buiksloterham

Het voormalige havengebied Buiksloterham aan de noordelijke IJ oevers transformeert van een gebied voor zware productie en havengebonden bedrijvigheid naar een circulaire en productieve wijk van Amsterdam waar gewoond en gewerkt wordt.

Het Ruimtelijk Raamwerk dat opgesteld is door DELVA vertelt het verhaal van Buiksloterham en de visie op de toekomstige ontwikkeling. Deze visie is integraal, waardoor een breed scala aan onderwerpen is bekeken, elkaar raken en versterken. Er zijn negen leidende principes toegevoegd die de ambities van Buiksloterham benadrukken en de toekomstige ontwikkelingen sturen, zodat deze samen een leefbare, klimaatbestendige en productieve wijk zullen vormen. Metropolitaan groen wordt verbonden en de leesbaarheid van het gebied wordt vergroot door het aanwijzen van hoofdstructuren, zoals het oeverpark, de kanalen, straten en groene strips. “We creëren een bijzondere samenkomst tussen overheden, investeerders en grondeigenaren. Maar ook tussen groen, water, ecologie, huisvesting, mobiliteit, economie. Moeilijke aspecten worden omgebogen naar kostenreducerende, maatschappelijke en ecologisch interessante aspecten om te kunnen komen tot een financieel haalbaar plan. Het unieke van het raamwerk is dat het tot stand is gekomen in co design met het grondbedrijf van de gemeente Amsterdam. Ontwerp en rekenen liep gelijk op. Dit met een ongekend resultaat dat er een plan uitgekomen is dat realistisch is, betaalbaar en nog eens alle doelstellingen haalt qua beleid.”

Binnen het Ruimtelijk Raamwerk wordt er gefocust op een aantal hoofddoelen:

– Bijdragen aan de grote en dringende behoefte aan woningen in Amsterdam, met meer dan 8.000 woningen. Dit samen met het toevoegen van werkgebouwen, locaties voor passende bedrijvigheid en ruimte voor experiment.

– Een voorbeeld zijn in hergebruik en duurzaamheid. Op allerlei manieren: energie, materiaalgebruik, sanitatie, natuur, water, verkeer en vervoer enzovoorts. Zo wordt er op gebiedsniveau gestreefd naar het zoveel mogelijk verwerken van de vrijkomende vervuilde grond in Buiksloterham en een slim mobiliteitssyteem. Op kavelniveau wordt er natuurinclusief en circulair ontwikkeld.

– Behoud en doorontwikkeling van een de productieve wijkeconomie; ruimte voor bestaande en nieuwe bedrijven en menging van functies. Hierbij verandert de ruimte voor productieve bedrijvigheid niet.

– Een ongedeelde wijk door het verbinden van Buiksloterham met de omliggende buurten. Hierbij gaat het naast verbinding ook om het bereikbaar maken van voorzieningen in Buiksloterham voor inwoners van de omliggende wijken.

Cadre d’aménagement de Buiksloterham

L’ancienne zone portuaire Buiksloterham, sur les rives nord de l’IJ, se transforme d’une zone fortement axée sur les activités de production et les activités portuaires en un quartier circulaire et productif où les résidents d’Amsterdam et des alentours peuvent vivre et travailler.

Le cadre d’aménagement territorial raconte l’histoire de Buiksloterham et présente son développement futur tel que le voit DELVA. La vision qu’en a DELVA est intégrale. Autrement dit, un large éventail de sujets sont abordés, se touchent et se renforcent mutuellement. Neuf principes directeurs ont été ajoutés pour souligner les ambitions de Buiksloterham et guident les développements futurs, afin qu’ensemble ils forment un quartier productif, paré pour résister au changement climatique, où il fait bon vivre. Un lien est

établi avec les espaces verts de la périphérie et la lisibilité à la zone est accrue par la désignation des structures principales, telles que le parc des berges, les canaux, les rues et les bandes vertes. « Nous nous efforçons de stimuler une rencontre spéciale entre les autorités publiques, les investisseurs et les propriétaires fonciers, mais aussi entre les espaces verts, l’eau, l’écologie, le logement, la mobilité et l’économie. Nous compensons les points d’écueil avec des éléments de réduction de coûts, socialement et écologiquement intéressants, afin que le plan soit financièrement réalisable. La particularité de ce cadre est qu’il a été créé en collaboration avec la société foncière de la municipalité d’Amsterdam. Conception et arithmétique sont allées de pair. Un plan réaliste et abordable, atteignant une fois de plus tous les objectifs

politiques, a ainsi pu voir le jour ».

Le cadre d’aménagement territorial se concentre sur un certain nombre d’objectifs clés :

– Contribuer au besoin important et urgent de logements à Amsterdam par la création de plus de 8 000 logements en plus des bâtiments de travail, des aires d’activités et des espaces d’expérimentation.

– Être un exemple en matière de réutilisation et de durabilité dans divers domaines : énergie, utilisation de matériaux, assainissement, nature, eau, circulation et transport, etc. Au niveau de la région, par exemple, l’objectif est de traiter un maximum de terres contaminées de Buiksloterham et de créer un système de mobilité intelligent. Au niveau de la parcelle, l’objectif

est de développer la nature de manière inclusive et circulaire.

– Préserver et développer une économie de quartier productive par la mise à disposition d’un espace pour les entreprises, tant existantes que nouvelles, et par le mélange des fonctions, sans toutefois modifier l’espace disponible pour les activités de production.

– Former une zone indivise en reliant Buiksloterham aux quartiers voisins. Il s’agit dans ce cadre non seulement d’assurer la liaison, mais aussi de rendre les installations de Buiksloterham accessibles aux habitants des quartiers voisins.

32 33 >>>
Buiksloterham ‘Gouden Kade’, Amsterdam

Strandeiland en Het Oog

Strandeiland behoort met 8.000 woningen tot de grootste toekomstige stadswijken van Amsterdam. Gelegen aan de IJburgbaai moet dit kunstmatige eiland, met een 750 meter lang stadsstrand en aan de zuidzijde een ruige natuurrand aan het IJmeer, een nieuw stuk van Amsterdam worden. DELVA

Landscape Architecture / Urbanism heeft het Stedenbouwkundig Plan en het schetsontwerp voor het binnenwater, Het Oog, opgemaakt. Het 150 hectare grote Strandeiland bestaat uit twee eilanden die worden gescheiden door een centraal gelegen binnenwater. De twee eilanden verschillen van elkaar in karakter en kennen een verscheidenheid in architectuur en stedenbouw.

De formele stedenbouw van de Pampusbuurt wordt aangevuld met stadsparken, bomenrijen, harde kades en een rechtlijnige vormentaal. De Pampusbuurt kenmerkt zich door robuuste buitenranden en een besloten groene bebouwing in de buurt zelf. Via de groene straten, parken

en pleinen is het grote water altijd dichtbij en gemakkelijk te bereiken. De Muiderbuurt krijgt een drietal landschappelijke inprikkers die het landschap de wijk intrekken, geclusterde boomgroepen en een vrijere vormgeving. De Muiderbuurt opent zich op deze manier naar het landschap van de baaien.

Het binnenwater, Het Oog, vormt de centrale figuur binnen de stedenbouwkundige opzet van Strandeiland. Het reageert op beide identiteiten van de eilanden en brengt deze samen en vormt zo het blauwe hart van Standeiland: een plek van verblijven, ontmoeten en activiteit voor de bewoners met watergerelateerde recreatieplekken, maar ook voor ecologie en diverse stadsnatuur (het creëren van een robuuste, ecologische stapsteen voor fauna en flora) en waterkwaliteit (natuurlijke zuivering van het regenwater afkomstig van het eiland). De noordelijke zijde wordt uitgewerkt als een

stedelijke kade waarlangs men naar hartenlust kan fietsen, wandelen en zitten aan het water.

Op het niveau van waterecologie worden de kademuren ingericht met visstenen en onderwaterkabels verankerd aan de steigers. De zuidelijke zijde wordt uitgewerkt als een brede en gevarieerde natuurlijke oever waar maximaal ingezet wordt op waterkwaliteit, waterrecreatie en waterecologie. Door het inzetten van specifieke planten kan de kwaliteit van het water op natuurlijke wijze goed gehouden worden.

“Het (onder)waterlandschapspark moet inwoners van Strandeiland uitdagen om steeds iets nieuws te willen verkennen. Natuurlijke speelinstallaties (zoals half verzonken boomstammen, stapstenen, specifieke vlonders...), natuurpaden en verschillende waterdieptes laten jong en oud het park op spelenderwijze ontdekken. Op natuurlijke wijze wordt de bezoeker langsheen de belangrijkste plekken in het park geleid.

Meer verscholen, afgelegen plekjes zijn er om te ontdekken via meer avontuurlijke natuurpaden, en zorgen ervoor dat bewoners van Strandeiland steeds weer nieuwe plekjes in het park kunnen ontdekken of om even helemaal te ontsnappen aan het bruisend stadsleven. Voor de padenstructuur wordt gekozen voor een eigen vormentaal, die een combinatie is tussen een meer romantische en traditionele benadering die teruggevonden wordt in de Engelse landschapsarchitectuur, en een strakke, moderne eigentijdse benadering van rechte lijnen en scherpe hoeken. Dit levert een speelse vormentaal op met korte, rechte stukken en afgeronde hoeken die de bezoeker steeds een nieuw beeld of perspectief biedt. De padenstructuur bestaat niet enkel uit paden, maar ook uit iconen, kleine natuurpaden en speelelementen. Elk bijzonder element zit dus verwerkt binnen dezelfde vormentaal zodat alles één coherent geheel vormt.”

Cityplot methodiek

In Buiksloterham maakte DELVA gebruik van de zogenaamde Cityplot methodiek, een samen met het Amsterdamse architectenbureau Studioninedots ontwikkeld concept. Dezelfde methodiek hebben DELVA en Studioninedots intussen ook toegepast in andere grootschalige (her)ontwikkelingsprogramma’s voor voormalige bedrijventerreinen, zoals De Melkfabriek in Arnhem, Wisselspoor in Utrecht, Campina in Eindhoven en Nieuw Suiker in Groningen.

Cityplot is ontstaan uit de behoefte om de conventionele stadsplanningsstrategieën te herbekijken om tot meer flexibele ontwikkelingsmodellen te komen. Het concept stelt compacte, kleinschalige stadsblokken voor gemengd gebruik voor die flexibel kunnen ingevuld worden. Op deze manier worden de verschillende functies en ervaringen die normaal verspreid zijn over de stad, samengeperst tot een intensief stadsperceel. Het model sluit op voorhand geen ontwikkelingen in of uit. Door de schaalverkleining en de flexibiliteit wordt verandering geleidelijk in de tijd mogelijk gemaakt, waardoor de stad op een economisch rendabelere manier kan blijven vernieuwen.

Het concept is gebaseerd op een ideale kavelmaat van 100×100 meter. Deze kavels, onderverdeeld in kleinere percelen die in de loop van de tijd individueel kunnen worden ontwikkeld, zorgen voor een gevarieerde stadsontwikkeling met een diversiteit aan bouwformaten en gebouwtypologieën (kleine en grote bedrijven, diverse woningtypes…), wisselende dichtheden, programma’s en functies (wonen, werken, ontspannen… maar ook openbare ruimte, natuurontwikkeling, wateropvang…). De omvang van de kavels laat ook toe dat ze zowel vanaf de straat als intern kunnen worden ontsloten.

Méthodologie du Cityplot

Strandeiland et Het Oog

Avec 8 000 logements, Strandeiland est l’un des plus grands quartiers à venir d’Amsterdam. Située sur la baie de l’IJ, cette île artificielle, avec sa plage urbaine de 750 mètres de long et, sur le côté sud, sa bordure naturelle accidentée sur le lac de l’IJ, va devenir une nouvelle composante d’Amsterdam. DELVA Landscape Architecture | Urbanism a établi le plan d’urbanisme et l’avant projet de la voie d’eau intérieure, Het Oog. D’une superficie totale de 150 ha, Strandeiland se compose de deux îlots séparés par une voie navigable intérieure centrale. Les deux îlots se distinguent l’un de l’autre par leur caractère unique et la diversité de leur architecture et de leur urbanisme. L’urbanisme formel du premier îlot, baptisé Pampusbuurt, est complété par des parcs urbains, des rangées d’arbres, des quais en revêtement dur et un style rectiligne. Le Pampusbuurt se compose d’un bâti vert compact, enceint par une solide bordure périphérie. Grâce

aux rues vertes, aux parcs et aux places, la grande surface d’eau n’est jamais très loin et toujours facile d’accès. De conception moins formelle, le deuxième îlot, baptisé Muiderbuurt, est formé par trois artères paysagères qui font entrer le paysage dans le district et par des concentrations de groupes d’arbres. Le Muiderbuurt s’ouvre ainsi sur le paysage de baies.

Het Oog, le plan d’eau intérieur, est l’élément central de l’aménagement territorial de Strandeiland. Il souligne l’identité propre des deux îlots et réunit ceux ci pour former le cœur bleu de Strandeiland et en faire un lieu où il fait bon vivre, se rencontrer, travailler et se détendre, caractérisé par son écologie, la diversité de la nature urbaine (créant un solide tremplin écologique pour la faune et la flore) et la qualité de ses eaux (purification naturelle des eaux de pluie de l’île). La partie nord se présente sous la forme d’un quai urbain le long duquel on peut

circuler à vélo, marcher et flâner au bord de l’eau. Les murs du quai sont équipés de pierres à poissons et de câbles sous marins ancrés aux jetées. La partie sud est aménagée en tant que rive naturelle large et diversifiée où l’accent est mis essentiellement sur la qualité de l’eau, les loisirs aquatiques et l’écologie aquatique. L’utilisation de plantes spécifiques permet de maintenir la qualité de l’eau de manière naturelle.

«  Le parc paysager (sous )aquatique a pour but d’encourager les habitants de Strandeiland à tendre vers la découverte, l’expérimentation et l’innovation. Des installations de jeux naturelles (telles que des troncs d’arbres semi immergés, des tremplins, des terrasses spécifiques, etc.), des sentiers de découverte de la nature et des profondeurs d’eau variées permettent aux petits et aux grands de découvrir le parc de manière ludique. Le visiteur est guidé naturellement le long des endroits les plus importants du

parc. Des endroits plus cachés et isolés peuvent être découverts grâce à un réseau de sentiers de découverte de la nature plus aventureux. Les habitants de Strandeiland peuvent ainsi découvrir sans cesse de nouveaux endroits dans le parc ou échapper à la vie urbaine trépidante. La structure des chemins combine une approche à l’anglaise de l’architecture paysagère, plus romantique et traditionnelle, avec une approche moderne et contemporaine, basée sur des lignes droites et des angles vifs, ce qui se traduit par un jeu de lignes courtes et droites et de coins arrondis qui offre au visiteur une image ou perspective à chaque fois différente. La voirie n’est pas composée que de sentiers, mais abrite aussi un nombre d’icônes, de petits sentiers naturels et d’éléments de jeu. L’ensemble forme un tout cohérent ».

À Buiksloterham, DELVA a eu recours à la méthode dite du « Cityplot », un concept développé en collaboration avec le bureau d’architectes Studioninedots d’Amsterdam. Depuis lors, DELVA et Studioninedots ont appliqué cette méthodologie dans plusieurs autres programmes de (re)développement à grande échelle d’anciennes zones industrielles telles que De Melkfabriek à Arnhem, Wisselspoor à Utrecht, Campina à Eindhoven et Nieuw Suiker à Groningue.

La méthode du Cityplot est née de la nécessité de revoir les stratégies d’urbanisme conventionnelles afin d’arriver à des modèles de développement plus flexibles. Le concept propose des îlots urbains compacts, à petite échelle et à usage mixte, qui peuvent être occupés de manière flexible. Les différentes fonctions et expériences qui sont normalement réparties dans la ville sont ainsi comprimées en une parcelle urbaine intensive. Le modèle n’inclut et n’exclut d’emblée aucun développement. La réduction d’échelle et la flexibilité rendent le changement possible au fil du temps, ce qui permet à la ville de continuer à innover d’une manière plus rentable.

Le concept est basé sur une taille de parcelle idéale de 100 × 100 m. Chaque parcelle est elle même subdivisée en parcelles plus petites qui peuvent être aménagées individuellement au fil du temps, ce qui permet un développement urbain varié avec une diversité de formats et types de bâtiments (petites et grandes entreprises, logements mixtes, etc.), densités, programmes et fonctions variables (habitat, travail, détente, etc., mais aussi espace public, aménagement de la nature, collecte des eaux, entre autres). La taille des parcelles est telle qu’il est possible d’y accéder tant de l’extérieur, en partant de la rue, que de l’intérieur.

34 35
Suikerpark Veurne Profiel van de ontwikkeling van ‘Het Oog’

StadsBuiten

Recent heeft DELVA (samen met Houben/Van Mierlo architecten, Synchroon en Staatsbosbeheer) met ‘StadsBuiten’ een concept uitgewerkt om de stadsranden te transformeren tot ecologische, landschappelijke structuren én waardevolle woongebieden. StadsBuiten ontwikkelt een visie op de gefragmenteerde stedelijke rafelranden, op aan de stad grenzende (en vaak verouderde) industriegebieden, op landbouwgebieden met (vaak in onbruik geraakte of herbestemde) boerderijen. Voor al deze gebieden wordt bekeken hoe de ontwikkeling van stadsranden natuur met een grote biodiversiteit kan versterken, collectiviteit kan vergroten en een meerwaarde voor de stad kan vormen.

Het terugbrengen van verbinding en samenwerking tussen stad en land door de bestaande landschappelijke waarden te versterken en te versmelten met hedendaagse functies, vormt een rode draad door heel wat projecten van Steven Delva. “Het landschap is geen blanco, ‬onbeschreven blad Een mooi voorbeeld van die aanpak is het Ruimtelijk Raamwerk Harmelerwaard dat onder leiding van DELVA in opdracht van de verenigde eigenaars van het gebied werd uitgewerkt. Harmelerwaard is al 20 jaar een glastuinbouwconcentratiegebied. Op diverse vlakken is die toekomst onzeker of niet mogelijk. De tuinders in het gebied zitten aan hun maximale capaciteit en kunnen niet uitbreiden, terwijl schaalgrootte cruciaal is om te kunnen concurreren. Bovendien is fossielvrije bedrijfsvoering en verduurzaming onvoldoende mogelijk. Volgens de eigenaarsvereniging is transformatie van het hele gebied de enige oplossing: verplaatsing van de glastuinbouw naar locaties waar wel uitbreiding en verduurzaming mogelijk is. “Tegelijkertijd geven we nieuw perspectief voor de omgeving; veel meer landschap en een antwoord op de behoefte aan meer, betaalbaardere en duurzamere woningen in de regio.”

In het rapport ‘Harmeler Hout – Een stadsbuurt in het landschap’ wordt een scenario geschetst voor de geleidelijke transformatie van de Harmelerwaard van een monofunctioneel kassengebied naar een groen woonlandschap. “Door de transformatie van het kassengebied naar een compact woonmilieu in het landschap verandert het landgebruik van een plek met veel verhard oppervlak naar een plek waar groen domineert en er meer ruimte is voor water. Een landschap waarin geleefd wordt en dat tegemoetkomt aan verschillende ruimtevragen zoals de wateropgave, het vergroten van de biodiversiteit en meer recreatiemogelijkheden. Hierbij wordt naar een systeem gezocht waarbij ontwikkeling (woningbouw, energie en mobiliteit) hand in hand gaat met de ontwikkeling van het landschap (voedselvoorziening, landschapsbouw en klimaatadaptatie) om zo gezonde

woonomgevingen te creëren die antwoord bieden op actuele vragen naar biodiversiteit en duurzaamheid. Ambitie is dat de helft van het plangebied groen wordt, nu is dat bijna nihil. Hierdoor komen de nieuwe bewoners praktisch in het landschap te wonen.”

De ruimte voor het landschap wordt gecreëerd door het gebied op te delen in vier bebouwingsclusters en de compacte opzet van de buurten, wat de voordelen van het wonen in stedelijke milieus met zich meebrengt. De openbare ruimtes in de clusters wordt zo veel mogelijk ingericht als collectieve ruimte waar buren elkaar ontmoeten en samenkomen. Het stedelijk weefsel wordt gevormd door een combinatie van grondgebonden woningen en urbane bouwblokken. Deze mix maakt een grote diversiteit aan woonvormen en typen mogelijk. Met het toevoegen van 2500 woningen is er voldoende draagvlak om een interessante functiemix te realiseren. Daarnaast faciliteert de ontwikkeling nieuwe vormen van werken. “Door deze interessante mix van functies is Harmeler Hout een fijne plek om te leven, in plaats van enkel te wonen. En door de diversiteit aan woningtypen, gecombineerd met veel goedkope en middeldure (huur)woningen, is er ruim aanbod voor alle doelgroepen.”

Onlosmakelijk verbonden met de wijk van de toekomst, zijn een goede bereikbaarheid voor langzaam verkeer en stimuleren van duurzame ontwikkeling. Harmelerwaard wordt een gebied dat is ingericht op voetgangers en het gebruik van de fiets. Op energiegebied wordt het een zelfvoorzienende wijk en CO2 neutraal. Om te anticiperen op de klimaatverandering wordt er slim met water omgegaan, maximaal onthard en ruimte gecreëerd om het vast te houden.

De transformatie van het gebied zet in op het introduceren van een nieuw parkachtig oeverwallenlandschap met open delen en een lommerrijk en besloten karakter. Hierbij vormt de slotenstructuur een bepalende basis voor de stedenbouwkundige opzet. De introductie van bossages, bomenlijnen en sloten resulteert niet alleen in een interessant landschap om in te wonen, maar is ecologisch ook interessant. In het nieuwe landschap kunnen bewoners hun eigen groenten kweken of sporten en recreëren, en genieten van de rust en ruimte van de natuur dicht bij hun huizen.

“Er wordt een bijzondere wijk en een nieuw landschap gerealiseerd, met een focus op duurzaamheid. Hierdoor komen de nieuwe bewoners praktisch in het landschap te wonen. Een woonmilieu dat nagenoeg niet bestaat, zeker niet op deze schaal.”

StadsBuiten

Récemment, DELVA (en collaboration avec les architectes Houben/Van Mierlo, Synchroon et Staatsbosbeheer) a mis au point un concept transformant les périphéries urbaines en structures écologiques et paysagères et en zones résidentielles de valeur : StadsBuiten . Ce concept se concentre sur les périphéries urbaines fragmentées, les zones industrielles adjacentes à la ville (et souvent obsolètes) et les zones agricoles abritant des fermes (souvent désaffectées ou réaménagées). Pour tous ces domaines, le bureau examine comment le développement des périphéries urbaines peut contribuer à renforcer la nature avec une grande biodiversité, à accroître la collectivité et à créer une valeur ajoutée pour la ville.

La restauration du lien et de la coopération entre la ville et la campagne en renforçant les valeurs paysagères existantes et en les fusionnant avec des fonctions contemporaines est un fil conducteur que l’on retrouve dans de nombreux projets de Steven Delva. « Le paysage n’est pas une feuille blanche et vierge. Notre objectif est de donner un sens à la nouvelle fonction du paysage et de renforcer son pouvoir expérientiel

Un bon exemple de cette approche est le cadre d’aménagement territorial d’Harmelerwaard qui a été développé sous la direction de DELVA pour le compte des propriétaires réunis de la région. Harmelerwaard est une zone de concentration de l’horticulture sous serre depuis 20 ans. L’avenir y est incertain, voire impossible dans divers domaines. Les horticulteurs de la région sont au maximum de leurs capacités et ne peuvent pas se développer, alors que la compétitivité impose une production d’échelle. De plus, les objectifs d’exploitation sans énergie fossile et de durabilité sont difficilement compatibles avec les activités de cette région. Pour l’association des propriétaires, l’unique solution est la transformation de l’ensemble de la zone en relocalisant l’horticulture sous serre aux endroits où l’expansion et la durabilité sont possibles. « Parallèlement, nous donnons à la région une nouvelle

perspective en ouvrant le paysage et en répondant à la demande de logements abordables et durables dans la région. »

Le rapport « Harmeler Hout – Een stadsbuurt in het landschap » décrit un scénario de transformation progressive de Harmelerwaard, passant d’une zone de serres monofonctionnelles à un paysage résidentiel verdoyant. « La transformation d’une région de serres en un environnement résidentiel compact dans le paysage entraîne une modification de l’affectation des sols où les surfaces en revêtement dur s’effacent au profit de la verdure et de l’eau pour donner naissance à un paysage dans lequel il fait bon vivre et qui répond à diverses demandes d’espace, notamment pour l’absorption d’eau, la biodiversité croissante et les possibilités de loisirs. Ce faisant, on recherche un système dans lequel le développement résidentiel (logement, énergie et mobilité) va de pair avec le développement paysager (approvisionnement alimentaire, aménagement du paysage et adaptation au climat) afin de créer des milieux de vie sains qui répondent aux besoins actuels en matière de biodiversité et de durabilité. À terme, la moitié de la surface du plan devrait être verte, alors que cette surface est quasiment nulle aujourd’hui. Cela permettra aux nouveaux résidents de vivre pour ainsi dire dans le paysage. » L’espace réservé au paysage est créé en divisant la zone en quatre groupes de bâtiments et en aménageant les quartiers de manière compacte, ce qui entraîne des avantages en termes de vie en milieu urbain. Les espaces publics des groupes d’habitats sont aménagés autant que possible en tant qu’espaces collectifs où les voisins se rencontrent et se rassemblent. Le tissu urbain est formé par une combinaison de logements de plain pied et de blocs de construction urbains. Ce mélange est propice à une grande diversité de formes et de types de logement. L’ajout de 2 500 logements permettra de réaliser un mélange intéressant de fonctions. Le développement facilite en outre de nouvelles formes de travail. « Cet intéressant mélange de fonctions transforme le Harmeler Hout d’un endroit où vivre en un endroit où il fait bon vivre. Compte tenu de la diversité des types de logements, combinée à de nombreuses habitations (locatives) à loyer modéré et moyen, il existe un large éventail de possibilités pour tous les groupes cibles ». Une bonne accessibilité en véhicule lent et la stimulation du développement durable sont des conditions sine qua de cette région de demain. La zone de Harmelerwaard sera conçue pour les piétons et les cyclistes. Sur le plan énergétique, elle est autosuffisante et neutre en CO2. Afin d’anticiper le changement climatique, les eaux seront traitées de manière intelligente et adoucie, tandis que des infrastructures seront créées pour les contenir.

La transformation de la zone se concentre sur l’introduction d’un nouveau paysage de berges aménagées en parc avec des sections ouvertes et des sections plus touffues et privatives. La structure à fossés constitue une base déterminante pour l’aménagement urbain. L’introduction d’arbustes, de rangées d’arbres et de fossés permet de créer un paysage intéressant non seulement pour y vivre, mais aussi sur le plan de l’écologie. Dans ce nouveau paysage, les habitants peuvent cultiver leurs propres légumes, pratiquer des sports et des loisirs ou encore profiter du calme et de l’espace de la nature à proximité de leur domicile.

« Un quartier spécial et un nouveau paysage sont créés en mettant l’accent sur la durabilité. Cela permettra aux nouveaux résidents de vivre pour ainsi dire dans le paysage un milieu de vie plutôt rare, assurément à une telle échelle ».

36 37
Harmelerwaard Ruimtelijk Raamwerk Harmelerwaard

Belgische projecten

Ook in ons land heeft DELVA heel wat projecten en realisaties, waarover we in CGConcept geregeld verslag hebben uitgebracht. Zoals onder meer de herbestemming van de Leopoldskazerne in Gent, het Vlaspark in Kuurne, het Suikerpark in Veurne en de Delva site in Ieper, de dorpskern van het West Vlaamse Spiere, de in een landschapspark geïntegreerde bergingssite voor nucleair afval in Dessel, het CO2 neutrale bedrijventerrein Kristalpark in Lommel, de omgevingsaanleg van het nieuwe hoofdkantoor van de Europese Commissie in de Brusselse Wetstraat en recent het nieuwe Casino van Middelkerke.

DELVA was en is in ons land ook betrokken bij heel wat stedenbouwkundige en landschappelijke studies en masterplannen. Zo maakte het bureau (samen met Tritel) het herinrichtingsplan en de toeristisch–recreatieve visie van de vallei van de Grote Nete tussen Lier en Geel. In het kader van het project ‘Stadsontwikkelingen aan de Zenne’ werkte het bureau (samen met Maat Ontwerpers) aan een ruimtelijk inrichtingsplan en het inpassen van infrastructurele vraagstukken in Halle. Een slimme dialoog tussen infrastructuur en landschap zorgt ervoor dat restruimtes tot een minimum worden herleid en verkeersgroen kan bijdragen tot de kwalitatieve beeldvorming van de ruimere omgeving, waardoor een ‘infrastructureel stadslandschapspark’ moet ontstaan.

In het masterplan ‘De tuinen van Puurs’ ontwikkelde DELVA (samen met Plusoffice Architects en Atelier Ruimtelijk Advies) een samenhangend stedenbouwkundig en landschappelijk concept voor vier projectgebieden in het centrum van de gemeente Puurs met 3 bestaande en 6 nieuwe tuinen als verbindend element. In Dendermonde was het bureau (samen met Maat Ontwerpers) betrokken bij het stadsvernieuwingsproject Stationsomgeving.

In Genk ontwikkelde het (samen met Plusoffice Architects) in het kader van het onderzoek ‘Het Multiproductief Kolenspoor’ een aantal concrete ruimtelijk projecten voor het spoor en zijn omgeving. Eveneens in Genk stelde het bureau (samen met Plusoffice Architects) een masterplan op voor de ontwikkeling van het natuurgebied Kattevennen als attractief scharnierpunt tussen de stad en het Nationale Park Hoge Kempen.

Voor de stad Gent realiseerde DELVA (samen met Plusoffice Architects, Witteveen + Bos en OSA) een studie over de ontwikkeling van 8 groenklimaatassen en hoe het bestaand openbaar domein (al dan niet gefaseerd) getransformeerd kan worden. Die klimaatassen moeten een nieuwe, herkenbare groene stadsstructuur vormen die via bestaande landschappelijke structuren groen, koelte en biodiversiteit van het landschap naar de stad brengen, en mensen van de stad naar het landschap.

In Oudenaarde werkt DELVA (samen met Plusoffice en Vectris) aan een masterplan voor een Circulair Scheldepark op de linker Scheldoever, waarin alle ruimtelijke ambities (industrie, landbouw, mobiliteit, ruimte voor water en groen…) op elkaar worden afgestemd. Uitgangspunt is dat al deze activiteiten een meerwaarde moeten bieden aan de ecologie, watercapaciteit, recreatieve ruimte en doorwaadbaarheid van het park.

In het kader van het Europese Interreg project ‘FRAMES– Climate adaptive neighbourhoods’ maakte DELVA (samen met Plusoffice Architects en witteveen+bos) een strategische visie op waterbestendigheid in de Dendervallei in Ninove en Geraardsbergen. Acties om het risico op wateroverlast te verlagen en de ecologische kwaliteit van het gebied te verhogen, worden gecombineerd met ideeën om de sociale infrastructuur van de stad en de kwaliteit van het landschap te vergroten en om langzame verbindingen tussen buurten toe te voegen.

In het kader van de studie Horizon+ Zoniënwoud van de provincie Vlaams Brabant, onderzoekt DELVA (samen met Plusoffice Architects) de mogelijkheden rond dorpskernverdichting en een robuust groen netwerk van open ruimte verbindingen die vanuit het Zoniënwoud de omliggende gemeenten dooraderen.

DELVA Landscape Architecture/Urbanism

Hoogte Kadijk 71 1018 BE Amsterdam

Nederland

+31 (0)20 220 90 78

Uitbreidingstraat 390 bus 4 2600 Antwerpen Belgie +32 (0)3 808 43 88 info@delva.la

Projets belges

DELVA a également beaucoup de projets et de réalisations dans notre pays qui ont régulièrement fait l’objet d’un reportage dans CGConcept. Citons, à titre d’exemple, le réaménagement de la Caserne Léopold à Gand, le Vlaspark à Kuurne, le Suikerpark à Veurne et le site Delva à Ypres, le centre du village de Spiere en Flandre occidentale, le site de stockage des déchets nucléaires de Dessel intégré dans un parc paysager, le parc d’activités neutre en CO2 Kristalpark de Lommel, la construction des environs du nouveau siège de la Commission européenne dans la rue de la Loi à Bruxelles et, récemment, le nouveau Casino de Middelkerke.

Dans notre pays, DELVA a participé et participe toujours à de nombreuses études et divers plans directeurs d’urbanisme et de paysage. Par exemple, le bureau a élaboré (en collaboration avec Tritel) le plan de réaménagement et la vision touristique et de récréation de la vallée de la Grote Nete entre Lier et Geel. Dans le cadre du projet « Développements urbains sur la Senne », le bureau a travaillé (en collaboration avec Maat Ontwerpers) à un plan de développement territorial et à l’intégration des questions d’infrastructure à Halle. Un dialogue intelligent entre les infrastructures et le paysage permet de réduire au minimum les espaces résiduels, tandis que l’écologisation du trafic permet de contribuer à l’image qualitative de l’environnement au sens large, en créant un « parc paysager urbain infrastructurel ».

Dans le plan directeur « De tuinen van Puurs », DELVA (en collaboration avec Plusoffice Architects et Atelier Ruimtelijk Advies) a élaboré un concept cohérent de développement urbain et de paysage pour quatre zones de projet dans le centre de la municipalité de Puurs qui sont reliées par trois jardins existants et six nouveaux jardins. À Termonde, le bureau a participé (en collaboration avec Maat Ontwerpers) au projet de rénovation urbaine Stationsomgeving. À Genk (en collaboration avec Plusoffice Architects), il a développé un certain nombre de projets territoriaux concrets pour la voie ferrée et ses environs dans le cadre de l’étude « Het Multiproductief Kolenspoor ». Toujours à Genk, le bureau (en collaboration avec Plusoffice Architects) a élaboré un plan directeur pour le développement de la réserve naturelle de Kattevennen en tant que point de charnière attrayant entre la ville et le parc national de la Haute Campine.

Pour la ville de Gand, DELVA (en collaboration avec Plusoffice Architects, Witteveen + Bos et OSA) a réalisé une étude sur le développement de huit axes verts pour le climat et sur la transformation (progressive ou non) du domaine public. Ces axes climatiques devraient aboutir à la formation d’une nouvelle structure de ville verte reconnaissable qui fait entrer la végétation, la fraîcheur et la biodiversité du paysage dans la ville et les habitants de la ville dans le paysage par l’intermédiaire des structures

paysagères existantes.

À Audenarde, DELVA (en collaboration avec Plusoffice et Vectris) travaille sur un plan directeur pour l’aménagement d’un parc circulaire sur la rive gauche de l’Escaut dans lequel toutes les ambitions spatiales (industrie, agriculture, mobilité, espace pour l’eau et la végétation, etc.) seront en accord les unes avec les autres. Le point de départ est que toutes ces activités doivent offrir une valeur ajoutée pour l’écologie, la capacité de rétention et traitement des eaux, l’espace récréatif et l’aptitude à la traversée au gué du parc.

Dans le cadre du projet européen Interreg « FRAMES – Climate adaptive neighbourhoods », DELVA (en collaboration avec Plusoffice Architects et Witteveen+bos) a élaboré une vision stratégique sur la résistance à la montée des eaux de la vallée de la Dendre à Ninove et Geraardsbergen. Les actions visant à réduire le risque d’inondation et à augmenter la qualité écologique de la zone sont combinées à des idées visant à accroître l’infrastructure sociale de la ville et la qualité du paysage et à ajouter des

connexions lentes entre les quartiers. Dans le cadre de l’étude Horizon+ Forêt de Soignes de la province du Brabant flamand, DELVA (en collaboration avec Plusoffice Architects) étudie les possibilités de densification du noyau de villages et de développement d’un solide réseau vert de connexions ouvertes donnant sur les communes avoisinantes en traversant la forêt de Soignes.

DELVA Landscape Architecture/Urbanism Hoogte Kadijk 71 1018 BE Amsterdam Nederland

+31 (0)20 220 90 78 Uitbreidingstraat 390 bus 4 2600 Antwerpen Belgie +32 (0)3 808 43 88 info@delva.la

38
Leopoldskazerne, Gent Delva Site, Ieper
WWW.DELVA.LA
Groenklimaatassen Gent

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.