13 minute read
Staf Coertjens, coördinator van 35-jarige Velt Noorderkempen
Leren verlangen naar de eindeloze zee...
VERENIGING - Staf Coertjens heeft als voorzitter van de Vereniging voor Ecologisch Leven, Koken en Tuinieren, kortweg VELT, een druk feestjaar voor de boeg. In de loop van zijn leven nam hij vele voorzittershamers in de hand, al noemt hij zich eerder een coördinator. Hij stond aan het roer van het gebuurte den Buizelhoek, nu aan het roer van Amnesty International, de mondiale raad en Velt. Hij citeert de Saint Exupéry om zijn aanpak te illustreren: “Als je een schip wil bouwen, roep dan geen mannen en vrouwen bij elkaar om hen bevelen te geven, om ze elk detail uit te leggen, om ze te vertellen waar ze alles kunnen vinden. In plaats daarvan, leer ze verlangen naar de eindeloze zee.”
Druk feestjaar
DHM: Velt is 50 jaar actief in België en Nederland en de afdeling Noorderkempen blaast 35 kaarsjes uit. Wat betekent dit voor een voorzitter?
Staf : Het is nog nooit zo druk geweest. Ik denk dat ik zes weken op een rij een activiteit heb gehad. Onlangs hadden we vier activiteiten op één voormiddag: zadenophaling in Wortel en in Brecht, een workshop ecostoof in Hoogstraten en de start van de cursus ecologisch tuinieren in Brecht. Op één bestuurslid na was iedereen ergens bezig. Op iedere activiteit is telkens minstens één bestuurslid aanwezig.
Verder hadden we dit voorjaar nog een lezing over permacultuur, de film ‘Sur le champ’ over agro-ecologie, een workshop waskracht en twee snoeilessen. Onze vereniging doet het goed. Alle activiteiten zijn volzet. Meer zelfs. Voor de snoeiles waren 15 plaatsen voorzien. Een bericht in de krant maakte geen vermelding dat vooraf inschrijven nodig was, zodat we uiteindelijk met 25 waren. Enkele deelnemers kwamen meer dan 10 km ver met de fiets, maar waren niet ingeschreven. Dan zeg je geen neen. Volgend jaar opnieuw. Er waren opvallend veel jonge mensen, ook niet-Velt leden. De cursus biologisch tuinieren telt 17 deelnemers die een heel jaar een zaterdag per maand vrijmaken. Dat is hoopvol.
DHM: Jullie slagen erin jonge leden en deelnemers aan te trekken, maar lukt dit ook voor het bestuur?
Onlangs stopte een bestuurslid. Ze was verantwoordelijk voor de communicatie. Ze had dit een jaar vooraf aangekondigd. We moesten dus op zoek naar nieuw bloed. Dan vormen mijn vrouw Bieke en ik een goed team. Bieke is een enthousiaste herboriste. Ze sprak een collega van haar aan, een jonge vijftiger. Michèle was ook net bestuurslid geworden van Natuurpunt en ze wilde onmiddellijk meedoen. Twee weken later stuurde ze een berichtje dat Inge, haar vriendin van 35 jaar, ook mee wilde doen. Toevallig met de zelfde familienaam als ik? zodat ik de vraag kreeg of we aan inteelt doen. (lacht) Zo hadden we op korte tijd twee jonge bestuursleden en dat geeft een enorme schwung.
Inge doet nu onze sociale media. Dat gaf een enorme boost. Vele nieuwe mensen op onze activiteiten komen via die weg. Een post was 400 keer bekeken. Ze heeft ook sjablonen gemaakt voor vergaderingen en agenda’s. Tien jaar geleden kwamen René, Rie en ik bij het bestuur en ook dat gaf nieuwe ideeën. Nieuwe mensen willen nieuwe dingen doen en dat is interessant.
Het begin
DHM: Wie zijn jullie leden?
Velt heeft niet echt een ledenbestand per afdeling. Je bent lid van Velt Nationaal en je kan inschrijven voor een nieuwsbrief van om het even welke afdeling. Als we uit de nationale ledenlijst de leden filteren van de gemeenten van de Noorderkempen (Hoogstraten, Rijkevorsel en Brecht) komen we op ongeveer 250 leden. In vergelijking met Natuurpunt Markvallei is dat niet veel. Het is een ander soort lidmaatschap. De leden van Velt zijn actieve tuiniers. 88 mensen bestelden zaden en plantgoed. Wel is er een grote overlap tussen beide verenigingen. Ze delen dan ook dezelfde interesses: milieu, natuur, biodiversiteit, bodemleven, …
DHM: Hoe ben jij erin gerold?
Als zeventienjarige was ik milieuverantwoordelijke in jeugdhuis den Tinnen Pot. Zwerfvuil was ook toen al een probleem. Cel Verschueren en ik vroegen de gemeente om een wagen om zwerfvuil in te zamelen met een aantal vrijwilligers. De gemeente wilde dit toen niet doen. Via een boer hebben we een wagen geleend. We hadden een volle wagen zwerfvuil die we voor het gemeentehuis onder grote persbelangstelling hebben leeggekieperd. Het bestuur was woedend. Dat was in 1971 of ‘72.
We kwamen ook regelmatig samen met Leefbare Noorderkempen of LENK. We bespraken milieuproblemen en werkten acties uit. De rechttrekking van De Mark, het golfterrein, de Mosten… Als we niet hadden opgetreden was de Mosten nu een Center Parcs geweest. Een paar jaar terug vroeg het museum naar het archief van LENK. Ik was vroeger secretaris. We hebben dat dan op de zolder bij Lea Fransen opgehaald. Het is nu bewaard in het archief van het museum. Daar in den Tinnen Pot en bij LENK lagen de roots voor mijn verder engagement.
Het zit in de familie
DHM: Velen kennen jou ook als een van de drijvende krachten achter Begijntjes Laat Besluit.
Ook ons gebuurte bestaat dit jaar 45 jaar. Ik ben 15 jaar bestuurslid geweest van het gebuurte den Buizelhoek. We vergaderden onlangs met de ex-voorzitters. Ik kwam erbij in de jaren ‘80.
Vroeger werkte men met verkiezingen op het geburenbal. Mijn broer Walter woonde toen ook nog in het gebuurte. Ik was gaan voetballen met de ploeg van Mintjens, mijn werkgever op dat moment. We waren na de match nog wat blijven hangen en was dus niet op tijd op het geburenbal. Als ik daar aankom, zeggen ze allemaal: “ah proficiat, je zit in het bestuur”… Ik reageerde verbaasd. Ze zegden dat er niet genoeg kandidaten waren. Onze Walter had zich wel kandidaat gesteld en gezegd dat ik dat ook wel zou willen doen. Zo ben ik daarin gerold. Dan ben ik drie jaar secretaris geweest, drie jaar penningmeester en dan zes jaar voorzitter. Marleen Van Ginkel volgde mij op en dan ben ik nog drie jaar gewoon bestuurslid geweest. Ik zei nog dat heb ik nog nooit gedaan, gewoon bestuurslid - dat wil ik dan ook nog doen.
Op een bepaald moment hadden Bieke en ik bijna een dubbelbaan in het gebuurte. Bieke leerde het toneeltje aan voor Begijntjes Laat Besluit. Zelf heb ik ooit nog het verhaal geschreven van Samson en Gert. Bieke naaide mee de kleren en coördineerde de voorbereidingen. Ik ging aan de wagen werken en als ik ’s avonds thuiskwam, zaten hier achttien vrouwen te naaien. Ik zei ’s anderendaags nog tegen mijn maten “ik zal nog eens terug naar mijn harem gaan kijken”.
Onze kinderen deden alle drie mee en nu doen ook onze kleinkinderen al zes of zeven jaar mee, ook al wonen ze niet in Hoogstraten. Mila is nu zes jaar en toen we enkele weken terug in Brussel waren, begon ze plots het lied van Begijntjes Laat Besluit te zingen. Onze kinderen komen dan ook steeds naar het optreden kijken. Ik zag bij ons Lies de tranen over haar wangen rollen, toen Alex, haar oudste zoon, voor de eerste keer meedeed. Dat zijn al vier generaties: ons vader, ik, onze kinderen en nu de kleinkinderen. Dat overspant een periode van 100 jaar.
DHM: Jullie zijn gepokt en gemazeld in het verenigingsleven.
Bieke was negen jaar voorzitter van de Gezinsbond van Hoogstraten. Daarnaast geeft ze nog workshops in de Kleine Boerderij en voor Femma en Ferm, de gemeente Rijkevorsel, de Universiteit Antwerpen. Dat sociaal engagement geef je ook door aan je kinderen. Nele is vrijwilligster voor het begeleiden van kinderen die het moeilijk hebben. Maarten werkt in Brussel in de bibliotheek aan activiteiten om kinderen te leren lezen.
Taken
DHM: Hoe vul je de taak van de voorzitter in? Is dat anders in verschillende verenigingen?
Dat hangt vooral af van het aantal en het soort activiteiten. Bij de mondiale raad is dat vooral de voorbereiding van de vergaderingen en de opvolging van de stedenband met Za-kpota in Benin. Bij Velt is dat veel intensiever. We vergaderen om de twee maanden, nu met het jubileum bijna elke maand. Ik combineer bovendien de taak van voorzitter met die van penningsmeester.
Daarbij zijn er de twee samentuinen: elke vrijdagvoormiddag bij Den Ouden Koolhof, elke zaterdagvoormiddag bij Bonenakkers. De begeleiding daarvan is dan weer heel anders dan wanneer je activiteiten organiseert bij Velt. Je maakt afspraken wie wat doet. Bij samentuinen vergaderen we een tweetal keren per jaar, het is vooral actief werken in de tuin en af en toe een uitstap organiseren. Bijvoorbeeld met zijn allen naar de opentuinendag van één van de leden of naar het vrijwilligersontbijt van de gemeente. In beide samentuinen organiseren we ook elk jaar een etentje. Iedereen maakt dan iets klaar, zo veel mogelijk met eigen groenten en kruiden. Het is altijd heel gezellig, het stimuleren van verbondenheid tussen mensen is er heel belangrijk.
DHM: Hoe zou jij jezelf als voorzitter typeren?
In de lijn van Velt zie ik me eerder als een coördinator dan als voorzitter. Naar aanleiding van het 45- jarig bestaan van het gebuurte zaten we met de ex-voorzitters van den Buizelhoek samen en stelden we de vraag wat ieder het belangrijkste vond van zijn bestuursperiode als voorzitter. Ik kreeg van mijn opvolger Marleen Van Ginkel teruggekoppeld dat ik erin slaagde om iedereen zijn ding te laten doen. De ene is goed in dit, de andere in dat. Dat moet je goed aanvoelen.
Bij samentuinen kreeg ik hetzelfde te horen. Onlangs zegden we: het loopt als een trein. Een van de leden zei toen: je hebt wel een goede machinist nodig om een trein te laten rijden. In Den Ouden Koolhof zijn een aantal mensen met weinig tuinervaring maar ik weet intussen wel wat ze graag doen. Sommige beginnen zelf ergens aan en anderen kan je stimuleren. De essentie van vrijwilligerswerk is voor mij dat iedereen na een activiteit met een goed gevoel naar huis gaat.
Goesting
DHM: Heel wat verenigingen worstelen met het vinden van nieuwe leden en bestuursleden. Heb jij een gouden raad voor hen?
Ik grijp graag terug naar de quote van Antoine de Saint Exupéry. Toen de buxustuin in het Begijnhof zoals op vele plaatsen er helemaal aan was, vroeg Piet van Deun als museumverantwoordelijke of ik het zag zitten om daar een tuin in te richten zoals het vroeger in de tijd van de begijnen was. Ik sprak een aantal mensen aan, maar er kwam weinig reactie. Piet besloot toen om het te vragen aan Natuurpunt, net toen ik van een drietal mensen toch reactie had gekregen. Dus toch nog wat mensen aanspreken, en op hun beurt brachten die weer iemand aan…
Uiteindelijk kregen we op korte tijd een heterogene groep bij elkaar met veel goesting om eraan te beginnen. Gisteren ben ik nog een vijgenboom gaan halen bij Guy en hij zei dat hij een flexi-job had aangenomen omdat hij na zijn pensioen zijn draai nog niet echt had gevonden. Hij had wel als voorwaarde gesteld dat hij maandag mee kon blijven werken met de beheersploeg van Natuurpunt en vrijdag met de samentuin. Als mensen zich goed voelen in vrijwilligerswerk hebben ze daar veel voor over.
DHM: Gaat het altijd zo makkelijk?
Met samentuin Bonenakkers ging het op een vergelijkbare manier: in 2015 kwam het idee bij Velt op om te werken rond samentuinen. Ik had een studiedag gevolgd en erover gelezen. Ik dacht dat het boeiend zou zijn om dat ook in Hoogstraten te doen. We organiseerden een infoavond met iemand van Velt op het stadhuis. Er was niet echt veel belangstelling. Ik had via het OCMW gehoord dat we naast de Mouterij een stuk grond konden hebben. Raymond had daar al een tuintje, samen met enkele bewoners van de Mouterij, maar het enthousiasme was er een beetje uit. Twee maand na het infomoment kregen we geen respons, tot er ineens op 14 dagen 7 à 8 mensen reageerden en we zo konden opstarten.
Jong en dynamisch
DHM: Lukt het om zo’n verschillende mensen samen te laten werken zonder conflicten?
Een voorzitter moet goed rondkijken en kunnen luisteren. Ook in een vereniging krijg je immers soms moeilijkheden. Het is belangrijk om conflicten tussen mensen te ontmijnen en niet te laten etteren. Want dat kan diepe wonden slaan.
DHM: Kan je dit voorkomen door reglementen en statuten of hangt het dan af van de kwaliteiten van een voorzitter of een bestuur?
Reglementen en goede afspraken kunnen helpen. In ons gebuurte wisselen de bestuursleden om de drie jaar. Voor een voorzitter zie ik zes jaar als een ideale termijn. Je hebt een jaar nodig om in te werken en dan je gang te gaan. Daarna is het wel tijd om te wisselen. Na mij is iedereen zes jaar gebleven als voorzitter. Als je je vereniging jong wil houden ben je wel verplicht om dit te doen, maar dat is niet altijd gemakkelijk.
DHM: Jullie hebben het geluk dat jullie een aantal jonge mensen hebben kunnen aantrekken. Dat is niet voor alle verenigingen zo.
Als ik naar de laatste activiteiten van Velt kijk, zie ik wel veel jongere deelnemers en dat stemt me hoopvol. Andere verenigingen slagen er niet in jongeren aan te trekken. De mondiale raad waar ik co-voorzitter ben, is een groep van hoofdzakelijk 65+-ers. Bij de gezinsbond van Hoogstraten, heeft Bieke het voorzitterschap doorgegeven aan een jongere collega. Onlangs vroeg ze aan Katrien, een jonge 30er, of ze voor de Gezinsbond Facebook en Instagram up to date wil houden. En die zei enthousiast ja!
Studies over vrijwilligerswerk wijzen uit dat mensen nog wel een engagement willen aangaan, maar beperkt in tijd en afgelijnd. En daarna willen ze iets anders gaan doen. Vroeger kwamen mensen bij een vereniging voor het leven, dat lijkt nu anders. Het vrijetijdsaanbod is ook enorm uitgebreid. Mensen reizen meer, gaan naar musea, … je moet keuzes maken. Je kan geen twee dingen tegelijk doen.
Wie kennis wil maken met de werking van VELT kan op 1 mei mee komen feesten in de zaal van Café in Holland van 13 tot 18 uur. Er zijn o.m. workshops voor kinderen en volwassenen, wandelingen, infostands, plantenruil of -aankoop. Meer info: https://velt.nu/activiteit/feest-velt-noorderkempen-35-jaar (hr)