10 minute read
Een groep met een maandagmissie
NATUURBEHEER - Wie maakt er deel uit van deze ‘maandaggroep’? We laten een aantal van hen aan het woord. Wat drijft hen? Wat vinden ze er zo leuk aan? Waarom? De groep bestaat uit mensen uit alle lagen van de bevolking en allemaal met een heel verschillende achtergrond. Directeurs, arbeiders, dokters, bedienden, onderwijsmensen, zelfstandige ondernemers… Allemaal vonden ze hun weg naar de maandagploeg en blijken ze het er echt naar hun zin te hebben.
Een goede conditietraining
Jan Vermeiren was er van in het begin bij. “In het totaal maak ik al vijftien jaar deel uit van de beheerploeg van Natuurpunt Markvallei. Ik herinner me nog de periode toen de beheerwerken op zaterdagvoormiddag werden georganiseerd. Dat ging er toen veel minder professioneel aan toe. Ik doe dit heel graag, ook in mijn jeugd was ik graag buiten in de natuur. Ik ben opgegroeid in de natuur in de vallei van het Merkske, vlakbij de Baarle Brug en de Kolonie. Mijn kennis over de natuur heb ik kunnen opdoen door de cursussen van vogels, planten, vlinders, insecten, bomen, paddenstoelen, beheer... te volgen. Zo ben ik ook beheerwerk gaan doen.
Ik werk nu eenmaal graag met mijn handen. Dat is iets dat ik van thuis heb meegekregen, in het land- en tuinbouwgebeuren. Ik haal er veel voldoening uit om met deze groep van gepensioneerden te kunnen samenwerken en het is een goede conditietraining. Zwaar vind ik het werk niet omdat je uiteindelijk zelf beslist over het werktempo. Soms stellen we ons al weleens vragen bij het nut van sommige beheerwerken, maar het is dan toch wel de positieve groepsdynamiek die de bovenhand haalt. Toch wel heel opmerkelijk vind ik dat we eigenlijk allemaal met de fiets komen, ongeacht de afstand! De eerste keer laten sommigen zich al eens vangen door met de wagen te komen. Maar dat doen ze geen tweede keer!”
Lekker buiten bezig
Dominiek Beerens is er ongeveer zes jaar bij. “Ik ben via de werking van Natuurpunt en als gids van Natuurpunt Markvallei in contact gekomen met de maandagploeg. Ik wil gewoon lekker buiten bezig zijn en nieuwe mensen ontmoeten. Ik wil ook graag iets terug doen voor de natuur, de gemeenschap en Natuurpunt. We zijn een toffe beheerploeg waar niks moet, maar veel kan en mag. Het plezantste werk vond ik het planten van bomen en het in orde brengen van Smisselbergen na de aankoop van het domein. De opening van Smisselbergen werd ook mijn project als Natuurgids. De ondersteuning vanuit de werkgroep beheer is dik in orde. We weten over het algemeen wel waarom we bepaalde werkjes uitvoeren. Wel vind ik dat het materiaal een update nodig heeft. De overgang naar elektrisch aangedreven bosmaaiers en kettingzagen mag in de toekomst op de agenda staan. We hebben binnenkort nood aan een maaibalk.”
Geniet er enorm van
Jef Leestmans maakt sinds drie jaar terug deel uit van de beheerploeg. Maar hij was natuurlijk al veel langer bekend met de werking van Natuurpunt. “Ik stond jaren voordien al met beide voeten in het beheer, toen van een maandagploeg nog geen sprake was. Maar ik las daar voortdurend over in het Bieteutje (het afdelingsblad van Natuurpunt Markvallei) en vond het verrekt spijtig dat ik niet kon meehelpen omdat ik in Schotland woonde. Maar als ik toevallig in Vlaanderen was, liet ik geen gelegenheid voorbijgaan om er bij te zijn. Toen ik op pensioen ging en ik besloot om halftijds in Vlaanderen te verblijven, heb ik me onmiddellijk weer aangesloten.
Ik ben altijd al geïnteresseerd of geobsedeerd geweest in natuurbeheer. Het is ook beter om de terreinen te beheren met plaatselijke vrijwilligers dan met een professionele ploeg. De betrokkenheid van de mensen is veel groter. Ik geniet er enorm van om de resultaten van het werk te zien: vogels die terugkomen of planten die verschijnen of uitbreiden. Het contact met gelijkgezinden geeft ook energie en vooral het gevoel dat je er niet alleen voor staat. Ik ben 73 en dan moet je natuurlijk je grenzen bewaken. Maar omdat je op je eigen ritme kan werken is het een gezonde ontspanning, veel leuker dan naar de gym te gaan om fit te blijven. Alhoewel noodzakelijk, vind ik het verwijderen van de exoot reuzenbalsemien niet leuk omdat het niet systematisch (grensoverschrijdend en stroomgebieddekkend) gebeurt. Daardoor vind ik het een beetje dweilen met de kraan open. Het zeisen is iets dat ik altijd graag heb gedaan, maar door een schouderblessure lukt dat niet meer.”
De pauze is heilig
Marcel Verschueren rolde in 2016 de maandagploeg binnen, bijna letterlijk met zijn tractor. “Door deel uit te maken van het overkoepelende beheerteam, ben ik automatisch betrokken geraakt bij de beheerwerken en de maandagploeg. Edwin Groenendijk woonde bij ons in de straat en ook Carlo van Boxel maakte deel uit van de maandagploeg.
Zij hebben mij beiden aangesproken. De beheerdagen op zaterdag hadden al langer hoe minder succes. Eerst dacht ik geen tijd te hebben op maandagmorgen, maar ondertussen is het een evidentie om dan te werken bij Natuurpunt. Nadat Edwin aangegeven had, na de opening van het wandelpad, om even de planning niet meer te doen, hebben we dat overgenomen (Carlo, Harrie Hendrickx en ik). Later, nadat Harrie verhuisde naar Antwerpen, is Ludo Quirijnen erbij gekomen om mee de planning te organiseren. Ik geniet enorm van de groepsgeest en het samen als groep werken in de natuur. De pauze om 10.30 uur is heilig en het gezelligste moment van de ochtend!
Daarnaast geeft het me een goed gevoel om actief aan natuurbeheer te doen en ook resultaat te zien van het geleverde werk. Regelmatig gebruiken wij mijn tractor en vermits ik die bestuur, is het zwaarste werk niet voor mij. Echt zwaar werk is, om medische redenen, ook niet meer voor mij weggelegd. Voor mij is het aanbrengen van heidemaaisel op de geplagde delen van Den Rooy en Smisselbergen een topmoment geweest. Heel snel bleek dat het onmiddellijk resultaat heeft opgeleverd. De heide schoot als paddenstoelen uit de grond. Toen we startten met het verwijderen van de rhododendrons in Den Rooy, had Edwin nog de leiding. Hij was absoluut tegenstander van motorische machines, alles werd met een kleine handzaag gezaagd... Daar hebben we nadien toch snel komaf mee gemaakt. Als je uitstekend materiaal ter beschikking hebt, zoals kettingzagen, dan gebruik je dat ook. Achteraf gezien was dat wel grappig… En ook de aankoop van de aanhanger voor ons materiaal was een mijlpaal in de geschiedenis van de maandagploeg. Voordien werd al het benodigde materiaal met de auto vervoerd, meestal zat mijn auto afgeladen vol!”
Er mag al eens gelachen worden
Carlo van Boxel sloot aan bij de beheerploeg naar aanleiding van de aankoop van Den Rooy. “Tijdens de cursus Natuurgids werd mijn interesse gewekt voor natuurbeheer. En ik wilde mijn steentje bijdragen aan de natuur. Door de maandagploeg kan ik buiten bezig zijn in de natuur en zo op interessante plaatsen komen om ook leuke en speciale fauna en flora te kunnen waarnemen. Het geeft me veel voldoening om in groepsverband een zwaar, groot of moeilijk werk tot een goed eind te brengen en daarna te zien dat het werk ook tot mooie resultaten leidt.
Over het algemeen is het wel zwaar werk, maar iedereen bepaalt zijn eigen werktempo. Omdat de sfeer in de groep altijd goed is en er al eens gelachen mag worden, zijn zelfs de vervelende werkjes leuk! Een keer zijn we iemand kwijt geweest tijdens het uittrekken van reuzenbalsemien langs de Heerlese loop in Den Rooy. Na lang zoeken en roepen zijn we uiteindelijk terug naar ons verzamelpunt gegaan en bleek dat meneer daar simpelweg al een hele tijd op ons zat te wachten. Hij was zich van geen kwaad bewust, maar wij waren toch wel wat ongerust geweest.”
Natuurbehoud en biodiversiteit
Stan Geysen sloot zich aan vanuit de afdelingsvergadering. “Enkelen sloegen de handen in mekaar en we waren vertrokken. Ik ben van mening dat aankoop van natuurgebieden en het beheer hiervan de beste manier is om het natuurlijk ecologisch patrimonium en de meest kwetsbare gebieden in onze regio te behouden. Door goed beheer van de natuurgebieden zorgen we ervoor dat de biodiversiteit behouden blijft en zelfs verhoogt.
Het gemeentebestuur van Hoogstraten stelt terecht dat de subsidiëring voor de aankoop van natuurgebieden de financieel meest voordelige en eenvoudigste optie is voor de gemeente om deze ecologisch waardevolle gebieden te bewaren. En dit is toch wat iedereen wil. Het verhogen van de biodiversiteit is bovendien de beste manier om ons te wapenen tegen de klimaatverandering, dit levert hierdoor waardevolle ecosysteemdiensten voor de maatschappij.
Ik vind het heerlijk om te mogen samenwerken, vriendschappen te smeden en ons in te zetten voor natuurbehoud en biodiversiteit. Het zware labeur bij het verwijderen van de rododendrons blijkt dan toch de moeite waard als je dan geleidelijk aan terug een mooi waardevol bos ziet verschijnen. Hetzelfde gevoel had ik met de heide die verscheen waar voorheen mastbos was. Vooral dat deze heide na amper een jaar al volop in bloei stond, was prachtig!”
Nooit te oud om te leren
Jos Braspenning had nog voor zijn pensionering goesting om bij de maandagploeg aan te sluiten. “Dat is drie jaar geleden. Ik had er al van gehoord terwijl ik nog werkte. Ik vind sociale contacten belangrijk en ben van mening dat je nooit te oud bent om iets te leren. Op het einde van de voormiddag ben ik toch altijd onder de indruk als ik zie hoeveel werk er gedaan is. Als je met veel mensen bent, gaat het werk ook goed vooruit. Ik was ook wel onder de indruk toen ik als vrijwilliger ben meegegaan naar Pepinster om er te helpen bij de opruim na de overstroming. En natuurlijk kijk ik met veel plezier uit naar de eerste maandag van het jaar. Dan komen we samen om nadien samen iets te drinken op het nieuwe jaar.”
Een mop werkt aanstekelijk
Marcel Adriaensen is direct na zijn pensionering begonnen, twee jaar geleden. “Ik kende de ploeg al wel omdat ik altijd al bij Natuurpunt aangesloten ben geweest. Ik doe dit soort werk graag en geniet van de resultaten. Bovendien ben je goed buiten bezig, in de gezonde lucht. De resultaten achteraf zorgen ervoor dat de goesting blijft, maar bramen te lijf gaan is echt pokkenwerk. Het liefst zie ik bij het hooien ‘pikkels’ (hooioppers) verschijnen. Het is net als vroeger. De beestjes vinden er een schuilplaats en ze sieren het landschap. Leuk is dat er in de groep een moppentapper huist die bijna bij elke situatie een mop weet op te diepen. Dat werkt aanstekelijk.”
Het meten van de bomen
Ludo Quirynen kwam in contact met de maandagploeg via een familielid. “Dat is nu ongeveer vijf jaar geleden. De combinatie van het buitenwerk met een goed doel spreekt me aan. Het werken in de natuur is iets wat ik echt graag doe. Het valt ook weleens tegen hoor, maar echt heel zwaar werk is er niet bij. Ik heb me echt geamuseerd bij het meten van de bomen in Smisselbergen. Dat moest gebeuren met het oog op een dunning in het kader van het bosbeheer. Soms erger ik me weleens aan het onderhoud van het materiaal. Daar kunnen we nog in groeien, vind ik.” (ao)