8 minute read

Mekaar na en voor het werk op de trap passeren...

Romaan Christiaensen, bakkersgast en Kristine Jespers, zorgverpleegkundige

Romaan Christiaensen en Kristine Jespers wonen in Merksplas, net voorbij de grens met Wortel.  Romaan bracht zijn jeugdjaren door in Hoogstraten, terwijl Kristine opgroeide in Meerle. Beiden weten ze maar al te goed wat nachtwerk is, want Romaan was 21 jaar actief als bakkersgast en Kristine werkt nu al 14 jaar als nachtverpleegkundige in een woon- zorgcentrum in Merkplas.

Meerle

DHM: Koos jij al van jongsaf voor de bakkersstiel, Romaan?

Romaan: Eigenlijk behaalde ik mijn diploma middelbaar onderwijs in de tuinbouwschool van Hoogstraten. Maar mijn broer Jan ging naar de bakkersschool, thuis bakte hij zelf lekker brood en patisserie. Dat wekte ook mijn interesse en zo besloot ik om nog 2 extra jaren bakkersschool en een specialisatiejaar patisserie te volgen. Mijn ouders stimuleerden dat ook, ze zegden dat ik als bakker of bakkersgast een job met werkzekerheid zou hebben want ‘eten moet iedereen elke dag doen’. Ook het loon oogde heel aantrekkelijk.  Zo begon ik als bakkersgast bij bakkerij Van Gestel in de Kerkstraat in Meerle. Elke werkdag startte ik om 4 uur ’s ochtends, om door te werken soms tot 18 uur ’s avonds. Eerst zorgde ik ervoor dat alles op tijd gebakken was en daarna ging ik mee op de broodronde. Op zaterdagen, zondagen en feestdagen was er veel meer werk, dan begonnen we al om 19 uur ’s avonds tot 12 uur de volgende middag. Ik vond het werk zelf wel leuk om te doen. Ook de goede samenwerking met Robert, Sabine en Sandra, de kinderen van de bakker, apprecieerde ik heel erg. En natuurlijk vond ik in Meerle ook de vrouw van mijn leven: Kristine.

DHM: Hoe kwam je dan in Merksplas terecht?

Na een carrière van 10 jaar, besloot ik om iets dichter bij huis te zoeken. Zo werd ik bakkersgast bij bakker Jef Geysen in Merksplas. Jef volgde vroeger ook opleiding in de bakkersschool en zat een jaar hoger dan ik. Wij waren alle twee van Hoogstraten afkomstig en kenden elkaar al van vroeger bij het voetbal. Jef was een heel vriendelijke mens, wij hadden direct een klik samen.

Ik werkte vooral in de bakkerij waar ik zelfstandig het deeg moest verwerken. Jef vertrouwde mij volledig, ik werkte alleen en zorgde ervoor dat al het brood voor die dag om 7 uur klaar was. Dat maakte dat ik al om 3 uur ’s nachts begon en dat werd elk jaar wat vroeger. Vanaf 6 uur kwam Jef mij dan helpen. Tijdens het weekend waren er enkele jobstudenten van de hotelschool in Hoogstraten om mij wat bij te staan.

Plakbriefjes

DHM: Wat waren de voor- en nadelen van nachtwerk voor jou persoonlijk, Romaan?

Romaan: Het grootste nadeel van nachtwerk was dat ik mijn gezin dikwijls op de tweede plaats moest zetten. De baan en de goede verloning boden me echter de kans om iets op te bouwen voor mezelf en mijn familie. Dat was de drijfveer om ermee door te gaan. Toen ik op 18-jarige leeftijd als bakkersgast begon, had ik me voorgenomen dit werk vol te houden tot mijn veertigste. Maar naarmate de jaren verstreken, werd het steeds moeilijker om genoeg nachtrust te krijgen.

Achteraf besef ik wel dat er toch heel wat opofferingen nodig waren en beperkingen. Maar toen ik in dat ritme van nachtwerk zat, dacht ik dat het allemaal maar gewoon was. Vooral communicatie was wel een uitdaging. Het gebeurde regelmatig dat Kristine en ik elkaar op de trap kruisten, wanneer de één naar boven ging om te slapen en de ander naar beneden om te gaan werken. ‘Goed werk!’ zei de ene, ‘Slaapwel!’ zei de andere… en dat was dan de communicatie. We schreven toen wel boodschappen op plakbriefjes, iets als ‘Maak mij om 21 uur wakker’.

Zo heb ik de twee oudste kinderen eigenlijk nooit echt zien opgroeien als een ‘normale’ vader en dat vind ik achteraf gezien toch een groot gemis. Toen ik bijna 40 was, zei ik tegen mijn vrouw dat ik genoeg had van het nachtwerk en nog één keer opnieuw vader wou worden, maar dan eentje die een normaal leven zou leiden. Ik wou tijd en vrij hebben voor de kinderen wanneer zij thuis waren van school. Ik begon overdag te werken in een boomkwekerij en enige tijd later werd onze tweeling geboren…

Topcollega

DHM: Kristine, wanneer en waarom heb jij de stap gezet naar nachtwerk?

Kristine: Toen zij naar het eerste leerjaar gingen. In oktober 2010 besloot ik om de stap naar nachtwerk te zetten, zo was het werk beter combineerbaar met de werkuren van Romaan. Vroege en late shiften waren op dat moment geen optie. Ik werk momenteel in Merksplas in een vast team als één van de twee nachtverpleegkundigen in het woon-zorgcentrum. Ik werk dus altijd samen met dezelfde collega, waar ik een goede klik mee heb. Een topcollega voor mij. Om de week worden we afgelost door twee andere collega’s.

Onze shift begint om 21.45 uur en eindigt normaal om 6.45 uur ’s morgens. Ik werk in shiften van telkens 7 dagen. Gezien mijn leeftijd heb ik elke maand recht op 3 extra vrije dagen. Die probeer ik meestal tijdens de werkweek op te nemen. Dat maakt het wel wat comfortabeler om dit nachtwerk te blijven volhouden. De dagen dat ik vrij ben tijdens mijn werkweek springen andere collega’s in, die afwisselend ook vroege en late shiften voor hun rekening nemen.

DHM: Wat houdt dat werk in?

Tijdens de nacht hou ik me voornamelijk bezig met het klaarzetten van de medicatie voor elke bewoner voor de volgende dag. Daarnaast moeten wij steeds 3 vaste rondes doen in het hele gebouw. Bij de start van elke shift, na de briefing, gaan we om 22 uur een eerste keer op pad. Dan controleren wij alle kamers van onze 65 bewoners. Tijdens de tweede toer rond 1.30 uur, controleren wij alle kamers op de beschermde afdeling. Daarnaast gaan wij langs op de 2 andere verdiepen, bij bewoners die extra zorg of controle nodig hebben. Zo zorgen wij ervoor dat patiënten comfortabel en veilig in bed liggen, we verschonen hen ook als dat nodig is. En als er mensen stervende zijn, gaan wij bij hen ook vaak de kamer binnen voor een extra controle.

Ondertussen komen er ook altijd oproepen binnen van iemand die om hulp vraagt bv. omdat die gevallen is, hulp nodig heeft om naar toilet te gaan, een pijnstiller nodig heeft, ... Ook andere bewoners bellen wel eens omdat ze iemand in de nabijgelegen kamer horen roepen om bijstand. De derde toer starten we rond 4.30 uur. Dan controleren we weer elke kamer en worden de nodige zorgen op dat moment toegediend. In normale situaties kunnen we het werk aan met 1 nachtverpleegkundige en 1 zorgkundige.

Ritme

DHM: Doe je graag nachtwerk?

Kristine: Veel mensen hebben een verkeerd beeld van een nachtshift. Ze denken dikwijls dat wij tijd hebben om wat te slapen of rustig een boek te lezen. Dat is zeker niet het geval, het tegendeel is waar: ’s nachts zijn we voortdurend in de weer. Er zijn zelfs nachten waar we niet eens tijd hebben voor een eetpauze, maar dat weten we natuurlijk nooit van tevoren.

Het werk op zich doe ik graag, want anders hou je dat natuurlijk niet vol. Maar ik voel wel aan dat ik tijdens zo’n werkweek sociaal helemaal afgesloten ben. Eigenlijk word je tijdens die werkweek gewoon ‘geleefd’. Als je werkweek dan beëindigd is, probeer je terug in een normaal ritme te komen, uit ervaring weet ik ondertussen dat het vooral de tweede nacht heel moeilijk lukt om in slaap te geraken.  Tijdens mijn nachtdienstweek blijft het huishouden vaak liggen. Dan gebeuren er enkel de noodzakelijkste dingen. De week erna komt alles dan samen. Het kan behoorlijk zwaar zijn om alle taken op tijd af te krijgen, en vaak ook nog wat tijd te maken om extra klusjes te klaren. Zodra dat dan lukt, staat de volgende nachtdienstweek alweer voor de deur. Het voelt alsof we voortdurend bezig zijn en nauwelijks tijd hebben om echt tot rust te komen.

Romaan en Kristine

Maar nu verloopt de communicatie gemakkelijker en beter dan toen Romaan nachtwerk deed. Normaal gezien hebben we ’s morgens toch een half uur de tijd om wat met elkaar te praten. En ook ‘s avonds ben ik er als hij thuiskomt. Maar als er op het einde van mijn nachtshift iets ernstigs gebeurt, bv. een sterfgeval of een acute situatie, ben ik ook wel eens later thuis. Dan moet er bijvoorbeeld nog administratie in orde gebracht worden, en kan het zijn dat we elkaar toch nog missen. Maar dit gebeurt niet zo dikwijls, omdat de collega’s van de vroege shift dat meestal zo goed mogelijk proberen over te nemen.

Romaan heeft zijn pensioen aangevraagd voor volgend jaar. Dan zijn we om de week samen thuis. Hopelijk kunnen we dan echt beginnen te genieten van meer vrije tijd samen. We kijken er in ieder geval allebei enorm naar uit! (jl)

This article is from: