2020 5 december Waardvogel

Page 1

Waardvogel 59e JAARGANG | NUMMER 5 | DECEMBER 2020 WWW.NVWK.NL

Bij AndrĂŠ van Kleinwee op veldbezoek

14

Planten in de war

21

Natuurbeheer in de praktijk (1)

28

Stedelijk ecoloog en pionier in natuurlijk groenbeheer fo

to

va

n de

Twee nieuwe zuidelijke soorten ontdekt maand

Greppels en peilbeheer


Namen, telefoonnummers en e-mailadressen Bestuur

Voorzitter Secretaris Penningmeester Algemeen adjunct Coördinator plantenwerkgroep Coördinator vogelwerkgroep Coördinator PR

Jaap Graveland, jaap.graveland@nvwk.nl XX XXXXXXX XX XXXXXXX Frans van der Storm, info@nvwk.nl XX XXXXXXX Boschpolderstraat 14, 2807 LJ Gouda Jan de Boer, penningmeester@nvwk.nl XX XXXXXXX bankrekening NVWK: NL82 RABO 0127 2948 80 Vacant Stef van Walsum, planten@nvwk.nl XX XXXXXXX Vacant Joke Colijn, j.j.colijn@gmail.com XX XXXXXXX XX XXXXXXX

Werkgroepen Redactie Waardvogel voor kopij Maria Kuijf en Joke Colijn, nvwkredactie@gmail.com XX XXXXXXX XX XXXXX Foto’s t.b.v. de website Redactie, nvwkredactie@gmail.com Werkgroep Ruimtelijke Ordening Ton de Groot, werkgroepro@nvwk.nl XX XXXXXXX Mariëlla van Gemeren, werkgroepro@nvwk.nl 06 18365815 Coördinator vlinders- en libellen- werkgroep Gabrielle Heuvelman, vlinderwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator weidevogelbescherming Klaas de Mik, xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXX XX XXXXXXX Assistent weidevogelbescherming Joep Vermaat, weidevogels@nvwk.nl Coördinator werkgroep landschaps- onderhoud Patrick Heuvelman, landschapwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator wintervogeltellingen Peter Berger, xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXX Hans Kouwenberg, xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXX Coördinator uilenwerkgroep Stefan van der Heijden, uilenwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator erfvogelwerkgroep Jaap Graveland, erfvogels@nvwk.nl XX XXXXXXX XX XXXXXXX Coördinator zwaluwenwerkgroep Nico van Dam, xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXX Coördinator jeugdwerkgroep Kees Janssen, jeugd@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator Knotgroep Krimpen Jos de Nood, xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXX Coördinator roofvogelwerkgroep Henk Visser, roofvogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Jaap Jan Leeuwenburgh, roofvogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator waterwerkgroep Marc van Bemmel, waterwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX XX XXXXXXX

Andere belangrijke instanties Dierenambulance Gouda e.o. Dierenbescherming Afdeling Krimpenerwaard Meldpunt m.b.t. milieu en de jacht Politie Hollands Midden, Regionaal Milieu Team Melden van zwerfvuil Contact opnemen met de gemeente Krimpenerwaard Meldpunt Laagvliegen Krimpenerwaard Vogelasiel Vogelklas Karel Schot Meldpunt klachten onderhoud sloten, Hoogheemraadschap van Schieland en de bermen of dijken Krimpenerwaard, info@hhsk.nl Milieutelefoon Bij verstoringen van de natuur Illegale (roof)vogelvervolging Melden via www.natuurverstoring.nl of bij de politie Onderzoek doodsoorzaak dieren Dutch Wildlife Health Centre www.dwhc.nl/meldingsformulier Meldpunt invasieve plantensoorten In bermen N-wegen ter bestrijding en monitoring: zuidholland@pzh.nl Drie of meer dode watervogels Landelijk Meldpunt voor dierziekten

0182 529059 0180 510984 0900 8844 140182 010 4733333 010 4857847 010 4537356 0888 333555 0900 8844 045 5463188

Lid worden? Wilt u actief deelnemen aan de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard of wilt u de doelstellingen van onze vereniging steunen, word dan lid. Op onze website kunt u alles over ons vinden, wat we doen en waar we voor staan. Meld u aan op www.nvwk.nl onder ‘de vereniging’, of stuur een e-mail naar info@nvwk.nl met uw gegevens. U kunt ook de secretaris bellen: XX XXXXXXX. Zie de colofon voor de diverse lidmaatschappen.

2

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020


Van de voorzitter

Colofon De Waardvogel ISSN 1384-8240 Jaargang 59 verschijnt 5 x per jaar, februariapril-juni-september-december

Jaap Graveland

Onze vereniging bestaat 59 jaar. Er zijn al plannen in de maak voor het vieren van ons zestigjarig jubileum volgend jaar, we kunnen nog versterking gebruiken! Hopelijk zijn we dan grotendeels van de Kopij aanleveren corona-ellende af en kunnen we dit grootst en in levenden lijve met Vóór 15 januari, 15 maart, 15 mei, elkaar vieren. Een digitale jubileumviering levert geen feestje op. 15 augustus en 15 november Ik ben zelf net een jaartje ouder. Ik heb nog een vroege herinnering Oplage aan de jaren zestig. Ik ging een paar keer mee met mijn oom om te 950 exemplaren hooien, destijds nog met paard en wagen, vijf km door het land van de Steinsedijk in Haastrecht naar de Twaalfmorgen langs de Reeuwijkse Plassen. Daar lagen de vroeger E-mail redactie Joke Colijn zoveel voorkomende schrale graslanden, tjokvol weidevogels. ‘Vogeltjesland’ noemde mijn oom het. Maria Kuijf Hij was blij dat hij het later aan Staatsbosbeheer kon verkopen, want het lag ver van de boerderij en nvwkredactie@gmail.com de grasproductie was laag. Wie weet dat nog? Als er nu fietsers of wandelaars voor m’n huis langskomen, zeggen ze “Wat is het Website www.nvwk.nl mooi hier”, maar ze zeggen niet “Hé, er zit hier geen enkele weidevogel meer”. Want wat je niet kent, www.facebook.com/denvwk/ dat mis je niet. https://twitter.com/denvwk Ik denk dat gebrek aan kennis, bijvoorbeeld over welke soorten hier vroeger voorkwamen en dus nvwk.nl misschien weer terug kunnen keren, de grootste bedreiging voor natuurbehoud is. Daarom willen Secretariaat & ledenadministratie we heel graag jeugd en jongeren sterker bij ons werk betrekken. Er zijn kansen te over. Een groep Frans van der Storm bevlogen ouders onder de bezielende leiding van André Bloot heeft maar liefst honderd (!) kinderen Boschpolderstraat 14 op de lagere scholen geworven voor de Jeugdnatuurwacht Krimpen aan den IJssel. Als corona voorbij 2807 LJ Gouda info@nvwk.nl is kunnen we veel mooie activiteiten met hen samen doen: excursies, lezingen, nestkasten timmeren, enz. Contributie per kalenderjaar Maar, en ik blijf het zeggen: dat gaat alleen lukken als iemand zich aanbiedt om dit te coördineren. Het € 5,- voor een jeugdlidmaatschap, hoeft niet veel werk te zijn, we hebben de contacten en ideeën, maar het bestuur gaat dit er niet bij één kind t/m 16 jaar € 17,- voor een basislidmaatschap doen. Punt. Dus bied je aan. We helpen je graag op weg. Kennis is niet belangrijk, enthousiasme en € 22,- voor een gezinslidmaatschap 1-2 uurtjes gemiddeld in de week zijn voldoende. Gelukkig worden er ook lacunes opgevuld. Zo zijn er maar liefst vier (!) personen die na onze oproep een Bankrekeningnummer certificaat hebben gehaald om de maaibalktrekker te mogen bedienen. Hiermee wordt onder andere NL82 RABO 0127 2948 80 de Idylle in het Loetbos onderhouden. Ze hebben inmiddels goed geoefend en de orchideeënveldjes Lid worden gemaaid die de NVWK langjarig onderhoudt voor het waterschap HHSK. We zijn heel blij dat ze dit U kunt lid worden via www.nvwk.nl hebben opgepakt, waardoor de resultaten van jaren verschralen niet teniet zijn gedaan. In het voorjaar of door een e-mail met uw gegevens van 2021 is de officiële overdracht door Patrick aan deze kanjers gepland, daaraan zullen we ook in te sturen naar info@nvwk.nl de Waardvogel aandacht besteden. Op de voorpagina Maar we hebben nog meer vacatures! Je ziet dat ook deze Waardvogel weer vol staat met initiatieven, Europese hoornaar en dat die vaak succesvol zijn. Wij doen er toe. Help mee! d foto: Huig Bouter Foto van de maand: Roodborsttapuit foto: Menno Kuiper

In dit nummer

Belangrijke gegevens 2 Van de voorzitter 3 Even Noteren 4 Roestplaatsen ransuilen 5 Disclaimer Roodborsttapuit, foto van de maand 5 Artikelen of uitingen van ­derden in Papierwesp op de voorpagina 6 de Waardvogel geven niet noodzakelijkerwijs de mening van de Klussenbank: wie helpt mee? 8 redactie of van de Natuur- en Help! Bestuursleden gezocht 9 Vogelwerkgroep Krimpenerwaard Kerstwens 9 weer, maar zijn voor rekening van de Jaar van de Wilde Eend 10 auteurs, de geciteerden of de bron Vogelgriep 11 Drukkerij Klaas Weidewachter van het jaar 12 Efficiënta Weidevogelboer van het Jaar 13 Krimpen aan den IJssel Enquete hondenbeile 13 Zie advertentie Bij André van Kleinwee op veldbezoek 14 Voor advertenties Prachtlint Krimpenerwaard 19 nvwkredactie@gmail.com Herfst 19 Jaartarief (= vijf edities): Planten in de war 21 1/8 pagina: € 50,1/4 pagina: € 90,Euro Birdwatch 2020 20 1/2 pagina: € 150,Natuurbeheercollectief 23 Overname van artikelen Overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding

Actieplan boerenlandvogels 24 Onderzoek naar de torenvalk 26 Natuurbeheer in de praktijk (1) 28 Omgevingsvisie 31 Het wel en wee van onze uilen 32 Buitendijkse gebieden ZHL 34 De verborgen rietarchitect 38 Proeftuin Krimpenerwaard 40 Webinar Klimaatweken 40 Regionale Energiestrategie 41 Samenwerking JNW en NVWK 42 Vrijwilliger uilenwerkgroep gevraagd 43 Trends watervogels inzien 43 Algemene Jaarvergadering 2020 44 Opbrengst Rabo Clubsupport 45 Samen lekker buiten bezig 47 Gezond eten van de korte keten 48 Nationale Tuinvogeltelling 2021 50 Smient nog steeds niet veilig 50 BioBlitz 50 WAARDVOGEL | DECEMBER 2020

3


Even noteren In verband met het coronavirus zijn al onze activiteiten onder voorbehoud. We laten ons leiden door de berichtgevingen van het RIVM. Bij twijfel: neem gerust contact op met de excursieleider of contactpersoon of kijk op de site.

W

intervogeltellingen Het weekend van 12 december. Info bij Hans Kouwenberg, XX XXXXXXXXX of Peter Berger, XX XXXXXXXXX.

K

notten en snoeien bij de familie Ooms Zaterdag 12 december, 9.00-13.00 uur. De Landschapswerkgroep gaat knotten en snoeien bij de familie Ooms, Opperduit 14, achter nr. 22. Via oprit nr. 14 t/m 18. Het werkadres is onder enig voorbehoud, de nieuwe beheerder is nog niet bekend. Dit adres doen we jaarlijks aan. Voor ieder wat wils: een grote boomgaard met hoogstamfruitbomen omgeven door wilgen. I.v.m. de coronaregels werken we voorlopig in kleine ploegjes van vier d.m.v. een inschrijfsysteem. Wanneer u wil meewerken en u bent niet geïnformeerd via de e-mail hoe dit werkt, kunt u contact opnemen met Edith Kuijper, landschapswerkgroep.nvwk@gmail.com.

T

weede slaapplaatstelling grote zilverreigers Zaterdag 19 december: telling van aantallen grote zilverreigers op de bij ons bekende slaapplaatsen. Telling vindt plaats vanaf zonsondergang (half vijf) totdat het donker is. Voor deelname of info: Jaap Oosterom, xxxxxxxxxx@xxxxx.xx.

K

notten en snoeien Knotgroep Krimpen Knotgroep Krimpen gaat op zaterdag 19 december werken bij de familie Klein, Molendijk 166 en de familie Den Uyl, Molendijk 170, 2931 SG, Krimpen aan de Lek, ons wel bekend. Nr. 166 is nieuw voor ons, maar in het verleden toen er een andere eigenaar was, hebben we daar ook gewerkt. We starten zoals altijd om 9.00 uur. Voor de routebeschrijvingen, zie de site. Info: Jos de Nood; denoodros@telfort.nl.

T

raditionele Eindejaars Plantenjacht Eind december, 10.00-11.00 uur. Ook dit jaar organiseert FLORON weer de Eindejaars Plantenjacht. Onder leiding van Stef van Walsum maken we een wandeling van één uur en noteren daarbij alle planten die in bloei staan. Van jong tot oud, ervaren of onervaren, iedereen is welkom! De resultaten geven we door via plantenjacht.nl. Mochten we er geen genoeg van krijgen dan plakken we er nog een uurtje aan vast. We verzamelen om 10.00 uur. Later bijspringen of eerder afhaken kan altijd. De exacte datum en de locatie volgt op de site.

N

ieuwjaarswandeling Surfplas Reeuwijk Zaterdag 2 januari 2021 van 08.30 tot ongeveer 12.00 uur. Naar goed gebruik lopen we het rondje rond de surfplas (ca. 7 km), weer of geen weer. Onze voorzitter zal de

4

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020

excursie leiden. We hopen uiteraard op leuke vogels op en om de plas. Startpunt is de parkeerplaats bij het restaurant Paviljoen Reeuwijkse Hout aan de plas. Uiteraard is er na afloop weer gelegenheid voor koffie of warme kop soep. Voor nadere info: Frans van der Storm, info@nvwk.nl, of 06-55812250.

W

intertelling roofvogels 9 t/m 17 januari 2021. De roofvogelwerkgroep telt dan het aantal roofvogels in de Krimpenerwaard, waaronder de overwinteraars. Voor informatie en als je mee wilt doen kun je een mail sturen naar roofvogelwerkgroep@nvwk.nl of de coördinatoren bellen: Henk Visser 06-25173297 of Jaap Jan Leeuwenburgh 06-40726332.

K

notten/snoeien in boomgaard Ko de Vries Woensdagochtend 13 januari, 9-13uuur: de knotgroep Oost gaat knotten en snoeien bij Ko de Vries, Hooiland 2 in Stolwijk. I.v.m. de coronaregels werken we voorlopig in kleine ploegjes van vier d.m.v. een inschrijfsysteem. Wanneer u wil meewerken en u bent niet geïnformeerd via de e-mail hoe dit werkt, kunt u contact opnemen met Edith Kuijper, landschapswerkgroep. nvwk@gmail.com.

K

notten/snoeien op nog onbekend adres Vrijdagmiddag 15 januari, zaterdagochtend of -middag 16 januari: de knotgroep Oost gaat knotten en snoeien. Adres wordt nog bekend gemaakt. I.v.m. de coronaregels werken we voorlopig in kleine ploegjes van vier d.m.v. een inschrijfsysteem. Wanneer u wil meewerken en u bent niet geïnformeerd via de e-mail hoe dit werkt, kunt u contact opnemen met Edith Kuijper, landschapswerkgroep.nvwk@gmail.com.

W

intervogeltellingen Het weekend van 16 januari 2021. Voor informatie of meedoen/meelopen: Hans Kouwenberg, XX XXXXXXXXX of Peter Berger, XX XXXXXXXXX..

K

notten/snoeien in boomgaard Krimpen Woensdagochtend 27 januari, 9-13 uur: knotgroep Oost gaat knotten en snoeien in de bekende boomgaard, Boveneindselaan 100 in Krimpen aan den IJssel. I.v.m. de coronaregels werken we voorlopig in kleine ploegjes van vier d.m.v. een inschrijfsysteem. Wanneer u wil meewerken en u bent niet geïnformeerd via de e-mail hoe dit werkt, kunt u contact opnemen met Edith Kuijper, landschapswerkgroep.nvwk@gmail.com.

K

notten/snoeien bij fam. Van Zeben Vrijdagochtend 29 jan, zaterdagochtend en -middag 30 januari gaat de knotgroep Oost hier aan de slag op Benedenkerkseweg 133, Stolwijk. Wanneer u wil meewerken en u bent niet geïnformeerd via de e-mail, kunt u contact opnemen met Edith Kuijper, landschapswerkgroep.nvwk@gmail.com.


Nationale Tuinvogeltelling 2021 Tel op 29, 30 of 31 januari 2021 een half uur de vogels in uw tuin of op uw balkon! Het is leuk en gemakkelijk om mee te doen. De Tuinvogeltelling: jaarlijks tellen tienduizenden mensen de vogels in hun tuin, zodat Vogelbescherming en Sovon meer leren om ze beter te beschermen. Daarnaast is het ontzettend leuk én het is makkelijk, dus iedereen kan meedoen. Zie ook pag. 50.

W

intervogeltellingen Het weekend van 16 januari 2021. Voor informatie of meedoen/meelopen: Hans Kouwenberg, XX XXXXXXXXX of Peter Berger, XX XXXXXXXXX..

W

intervogeltellingen Het weekend van 13 februari 2021. Voor informatie of

meedoen/meelopen: Hans Kouwenberg, XX XXXXXXXXX of Peter Berger, XX XXXXXXXXX...

K

notten/snoeien op nog onbekend adres Vrijdagmiddag 12 februari, zaterdagochtend of -middag 13 februari: de knotgroep Oost gaat knotten en snoeien. Adres wordt nog bekend gemaakt. Wanneer u wil meewerken en u bent niet geïnformeerd via de e-mail, kunt u contact opnemen met Edith Kuijper, landschapswerkgroep.nvwk@gmail.com.

D

erde slaapplaatstelling grote zilverreigers Zaterdag 20 februari 2021: telling van aantallen grote zilverreigers op de bij ons bekende slaapplaatsen. Telling vindt plaats vanaf zonsondergang (half vijf) totdat het donker is. Voor deelname of info: Jaap Oosterom, xxxxxxxxxx@xxxxx.xx. D

Roestplaatsen ransuilen Robbert Koornwinder

De ransuil is de enige uilensoort in Nederland die tijdens de wintermaanden graag in groepen verblijft, op een zogenaamde roestplaats. Dit gezamenlijk roesten (=rusten) heeft als voordeel dat ze minder vatbaar zijn voor eventuele gevaren. Ook heeft een roestplaats een grote sociale functie: menig jonge uil vindt hier een partner. Een roestplaats kan overal zijn, maar er lijkt een lichte voorkeur voor bebouwd gebied. Een dichte haag of een conifeer ergens in een achtertuin kan zomaar een roestplek opleveren. Aantallen variëren sterk van slechts een aantal tot soms wel over de vijftig. z

M

ocht er een dergelijke roestplek bij u in de buurt zijn of bij u bekend zijn, dan zouden wij dit graag vernemen. Het doel is om inzicht te krijgen in de aantallen ransuilen die de Krimpenerwaard aandoen gedurende de wintermaanden. Alle tips worden discreet behandeld, locaties worden niet openbaar gemaakt. Dit is om geen verstoring van de uilen te veroorzaken bij de roestplaatsen en om de privacy van de bewoners van het erf of de omgeving te respecteren. U kunt uw tips of locaties sturen naar uilenwerkgroep@nvwk.nl. Let wel, meld uitsluitend waarnemingen in de Krimpenerwaard aub. z

Roodborsttapuit foto van de maand Maria Kuijf

De roodborsttapuit is een schaarse bezoeker van de Krimpenerwaard. Hij wordt voornamelijk in het voor- en najaar waargenomen. Het is een fotogeniek vogeltje, voorop deze Waardvogel door Menno Kuiper digitaal vereeuwigd. D Roodborsttapuiten zijn vogels van open tot halfopen landschap, vaak droge terreinen met wat struweel of hoog opschietende kruiden. Je vindt ze op heides, in de duinen, in ruige, open moerasgebieden en in halfopen boerenland. In lage aantallen doen ze de Krimpenerwaard aan. Op de broedplaatsen zijn roodborsttapuiten aanwezig van maart tot en met oktober. Vooral na een serie zachte winters zijn ook winterwaarnemingen niet uitzonderlijk. Zulke vogels overwinteren, niet zelden paarsgewijs, vaak in de omgeving van broedplekken, met name in agrarisch landschap. Of het om lokale broedvogels gaat, valt niet met zekerheid te zeggen. De wegtrekkers overwinteren vooral in ZuidwestEuropa en Noord-Afrika. Roodborsttapuiten eten voornamelijk insecten zoals langpootmuggen, maar ook wormen, rupsen, vlinders, spinnen, slakken, zaden en bessen. Bron: waarneming.nl D

Bron illustratie: http://www.planetofbirds.com/

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020

5


Papierwesp op de voorpagina Maria Kuijf

Insecten zijn het thema van de covers van dit jaar. In de laatste aflevering van dit jaar hebben we voor de papierwespen gekozen. De familieverbanden van wespen zijn een complexe materie. Marco Tanis heeft hier een samenvatting van geschreven, zie kader. Het is een grote familie en daarom wil ik me beperken tot de meest aansprekende soorten. D

D

e bekendste soorten zijn de wespen waarvan we in de zomer zo’n last hebben als we buiten iets lekkers willen eten, met name iets zoets. Dit zijn de zogenaamde limonadewespen. In feite krijgen we twee soorten wespen op ons bordje, de gewone wesp en de Duitse wesp. Ze behoren tot de papierwespen (Vespinae). Ze zijn zo genoemd omdat hun nest van papier gemaakt lijkt. Hiervoor kauwen ze houtvezels fijn. Daarom ziet men wespen vaak aan droog hout knagen.

P

apierwespen zijn sociale wespen, een volk met een koningin en werksters. Een volk leeft maar één jaar en sterft aan het begin van de winter. Aan het eind van de zomer worden er een aantal koninginnen geboren, die overwinteren in beschutte plaatsen. De koninginnen kunnen zelfs bevriezing overleven. In het voorjaar ontwaken de koninginnen en gaan een nieuw nest bouwen. Zij zijn in het najaar bevrucht en leggen de eieren in het nieuwe nest. De wat grotere wespen die je in het voorjaar ziet, zijn dus de jonge koninginnen.

W

espen hebben suikers nodig voor hun voeding. Suikers halen ze uit nectar, honingdauw van luizen, vruchtvlees en sap van vruchten en dus ook uit zoetigheden die wij op tafel zetten. Wespen maken geen voorraden van nectar. Eiwitten zijn nodig voor de opbouw van hun eigen lichaam en vooral voor de voeding van de larven. Wespen komen aan eiwitten door allerlei andere insecten, spinnen en larven te eten. Ook vlees van dode dieren wordt gegeten als de huid stuk is, want wespen kunnen niet door een intacte huid bijten. Doordat ze andere insecten eten zijn het belangrijke insectenbestrijders.

Alle wespen, bijen, mieren, bladwespen zijn lid van de Hymenoptera (vliesvleugeligen). Deze splitst zich in bladwespen en wespen met een taille (bladwespen hebben geen taille). Wespen met een taille (apocrita) splitst zich in zeer veel groepen, die we samen sluipwespen noemen, en een groep die aculeata, angeldragers wordt genoemd, omdat de vrouwtjes angels hebben. Aculeata splitst zich in een groot aantal families, de spinnendoders, goudwespen, mierwespen, plooivleugelwespen (met daarin de Duitse wesp, gewone wesp en hoornaar), de mieren, nog wat families, en de apoidea. Apoidea bevat alle graafwespen en de bijen, die uit graafwespen zijn geëvolueerd. Bron: Marco Tanis

A

lleen de vrouwtjes kunnen steken. Ze kunnen meerdere malen steken. Wespen worden vooral agressief wanneer men in de buurt van het nest komt. Ze kunnen zelfs de achtervolging inzetten! En ze steken als zelfverdediging wanneer ze klem komen te zitten. Sommige mensen kunnen een allergische reactie krijgen. Als je allergisch bent, kan een steek een anafylactische shock oproepen. Symptomen van een anafylactische reactie zijn jeuk, gezwollen gezicht, duizeligheid, flauwvallen, een lage bloeddruk, angst en braken. Directe medische hulp is dan noodzakelijk. Maar voor de meesten van ons verdwijnt de bult door de steek binnen 24 uur. Een steek in de mond of keel kan gevaarlijk zijn door de zwelling die hij veroorzaakt. Om minder last van wespen te hebben, kun je een wespenval kopen of zelf maken. Het kan echter ook zo zijn dat je daarmee juist wespen aantrekt. Kruidnagels schijnen wespen op een afstand te houden. Je kan kruidnagelolie verhitten of wierook

De Duitse wesp is onder andere te herkennen aan één tot drie zwarte puntjes aan de voorkant van zijn kop en het schoppenfiguur aan de voorrand zijn achterlijf; bron foto: natuur-dichtbij.nl 6

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020


roodachtig. De hoornaar komt niet in grote aantallen voor maar is ook niet heel zeldzaam. Hij is alleen agressief binnen een straal van vijf meter van het nest, maar valt dan ook alles aan wat beweegt.

A

ndere papierwespen zijn middelste wesp, rode wesp, boswesp, Saksische wesp en de Noorse wesp, die allemaal wat op elkaar lijken door hun geel/zwarte tekening. De koningin van de middelste wesp heeft veel rode delen en wordt soms verward met de hoornaar.

Van links naar rechts: Duitse wesp, Aziatische hoornaar en Europese hoornaar

branden met kruidnagelgeur. Het dichtstoppen van de uitvliegopening(en) van een nest heeft geen zin, omdat de wespen net zo lang zullen zoeken of knagen tot ze een andere uitgang hebben gevonden of gemaakt. Wanneer het nest zich in een gebouw bevindt, kan het zelfs averechts werken, omdat de wespen op deze manier in grote aantallen in het gebouw terecht kunnen komen. Wespen zijn een onderdeel van de inmiddels zo bedreigde natuur en daarom kun je je afvragen of je wespen echt wil bestrijden. In de regel steken wespen alleen wanneer ze ergens tussen komen, dus bijvoorbeeld wanneer ze (per ongeluk) in een kraag kruipen. Wild om je heen meppen is geen goede verdediging. Beter is rustig afwachten totdat de wesp verdwijnt.

D

e gewone wesp en de Duitse wesp zijn nauwelijks van elkaar te onderscheiden. Vrouwtjes van de gewone wesp zijn te herkennen aan de ankervormig zwart vlekje op de voorkant van de kop. De bovenste band van het achterlijf eindigt in een punt. De Duitse wesp heeft één tot drie zwarte puntjes aan de voorkant op zijn kop. Aan de voorrand van het achterlijf is een smalle zwarte figuur zichtbaar, die wel wat weg heeft van de schoppenfiguur in een kaartspel. Soms is echter bij de gewone wesp ook een figuurtje te zien wat daar op lijkt.

D

e Europese hoornaar is een gemakkelijk te onderscheiden wesp. Hij is duidelijk groter dan de andere wespen. De Europese hoornaar kan tot 3,5 centimeter lang worden en is hiermee de grootste wespachtige van België en Nederland. Hij heeft een rood/zwarte kop en borststuk. De poten zijn ook

D

e Aziatische hoornaar is een exoot. Deze komt van nature voor in Azië, maar hij rukt op vanuit het zuiden van Europa, (vermoedelijk is hij meegekomen met een lading uit Azië) en is in 2017 voor eerst waargenomen in Nederland. Het nest werd met een drone opgespoord en vernietigd. De Aziatische hoornaar is erg schadelijk omdat hij honingbijen eet. Sinds de berichten dat er Aziatische hoornaars zijn waargenomen komen er veel meldingen binnen, maar het zijn vrijwel nooit Aziatische hoornaars, want er zijn een aantal insecten, die veel op de Aziatische exoot lijken. De Aziatische hoornaar is iets kleiner dan de Europese hoornaar. Hij heeft een zwart borststuk, gele poten, een donker achterlijf met een gele ring. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is belast met het opsporen en bestrijden van de Aziatische hoornaar. Als je denkt dat je een Aziatische hoornaar ziet, maak een foto en geef je waarneming dan door via www.waarneming.nl of www. telmee.nl. Deze waarnemingen worden gecontroleerd en komen bij de juiste instanties terecht. Naast de Aziatische hoornaar is er ook een Aziatische reuzenhoornaar. Deze is echter nog nooit in Nederland gesignaleerd.

W

espen worden door veel andere insecten geïmiteerd. Deze insecten zijn zelf onschuldig, maar ze worden door vijanden aangezien voor wespen. Veel zweefvliegen imiteren wespen, bijvoorbeeld de stadsreus, die op een hoornaar lijkt. Maar ook de hoornaarvlinder, een vlinder, lijkt meer op een wesp dan op een vlinder. Bronnen: waarneming.nl; https://bergen-op-zoom.bijenhouders.nl/

D

Bij de gewone wesp zit op de voorkant van zijn kop een ankervormig figuur en eindigt de bovenste band van het achterlijf in een punt; bron foto links: natuur-dichtbij.nl; foto rechts: Marco Tanis

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020

7


Klussenbank: wie helpt mee?

De NVWK krijgt het steeds drukker. Dat is prachtig, want in de praktijk betekent het dat we als vrijwilligersvereniging meepraten bij de grote projecten die worden uitgevoerd in de Krimpenerwaard en daar het natuurbelang kunnen inbrengen, maar ook dat we uit eigen initiatief met projecten kunnen aankloppen bij de beide gemeenten, waterschap en provincie. Helaas schieten daardoor bepaalde klussen erbij in en hebben we voor de projecten extra handen nodig. Daarom hebben we een klussenbank opgericht; er staan ook klussen op de site onder Actueel. Vaak gaat het om kortlopende taken, soms komt een klus op herhaling. Wie helpt mee? D

Een windmolen in je achtertuin! Wat nu?

Laten we eerlijk zijn, bijna niemand wil hiermee geconfronteerd worden. En uiteraard willen we ook het open landschap in de Krimpenerwaard niet vervuilen met deze giganten. Toch moeten we ook in de regio Midden-Holland een flinke hoeveelheid fossielvrije stroom opwekken. Dat kan deels, maar niet alleen met zonnepanelen (en die komen hopelijk dan met gróte voorkeur op daken). Ziehier het dilemma. Dus: áls het er dan toch van moet komen, kun je maar beter actief meedenken over de minst schadelijke locatie van windmolens voor landschap, én voor natuur! Want voor vogels en vleermuizen zijn windmolens gehaktmolens. Uiteraard sta je er niet in je eentje voor, maar samen staan we sterker. Lees het artikel op pagina 41, en het RES-artikel van Jaap in het septembernummer. Raak je gemotiveerd? Bel of mail met Jaap Graveland, zie pagina 2.

Ben je weg van vlinders en libellen?

Dat komt goed uit, want de coördinator van de werkgroep vlinders en libellen stopt en gaat haar energie in andere zaken steken. Het is geen zware taak, je bepaalt zelf hoeveel tijd je ervoor reserveert. Er zijn jaarlijkse tellingen zoals in de Idylle, en voor de argusvlinder, en voor de groene glazenmaker. Die tel je natuurlijk niet allemaal zelf, maar je benadert de vaste tellers. Als je leuke ideeën hebt voor excursies of lezingen krijg je alle ruimte. Het Graslandvlinderplan zorgt voor nieuwe habitats en sommige verdwenen soorten zien we langzaam terugkeren, andere kunnen steun goed gebruiken. Kortom: het is echt een motiverende mooi-weer functie waarin je iets voor deze soortgroepen kunt betekenen! Interesse? Bel of mail Jaap Graveland, zie pag. 2.

Bouw een feestje voor de jarige NVWK!

In 2021 bestaat de NVWK 60 jaar. Uiteraard laten we deze mijlpaal niet zomaar voorbij gaan. Wie herinnert zich nog de feestelijkheden rond het 50-jarig bestaan? Iets dergelijks staat ons voor ogen, maar als je betere ideeën hebt: kom maar op! We zoeken tenminste nog één creatieve gangmaker, er is al iemand enthousiast geraakt. Er is een budget en je krijgt het oude draaiboek om uit te putten. We hebben al een paar ideeën, maar het wordt tijd om het raamwerk neer te zetten en plannen concreter te maken. We gaan er nog steeds vanuit dat corona niet meer ons hele feestjaar in de war zal sturen en zijn heel benieuwd waar jij mee komt! Vanzelfsprekend krijg je flinke ondersteuning vanuit het bestuur. Ook hiervoor moet je weer bij Joke Colijn zijn: haar gegevens staan op pagina 2. 8

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020

Coördinator materialen

De NVWK heeft in de loop der jaren heel veel materialen en naslagwerken aangeschaft om onze werkzaamheden goed te kunnen uitvoeren. Die spullen verblijven op werkkamers, in schuurtjes en in garages door de hele Krimpenerwaard. Het grotere materiaal staat bij het ZHL of bij SBB in de werkschuren. De bedoeling is dat de inventaris jaarlijks wordt gecheckt op functionaliteit en geteld, dat ontbrekende of kapotte zaken worden aangevuld en dat voor sommig materiaal een ARBO-controle wordt ingepland. Zo blijven we compleet, wordt er veilig gewerkt en kan er ook netjes worden afgeschreven door de penningmeester. Deze deeltaak schiet er vaak bij in, maar is mede gezien de toenemende waarde van de uitstaande materialen wel heel belangrijk. Voor deze klus heb je het hele jaar de tijd, tot het volgende boekjaar. Wie is die ordelijke persoon, wie vindt dit leuk om te doen? Zoek voor de eerste informatie contact met Joke Colijn, pag. 2.

Persoonlijke helpdesk redactie gevraagd

Het komt bij de redactie nogal eens voor dat we tegen een computerprobleem aanlopen. Ook voor andere digitale zaken, zoals het goed organiseren van onze gegevens en de fotobibliotheek in de cloud, zou het zóóóó handig zijn als we een vraagbaak ­hadden! We maken de Waardvogel in het Adobe programma InDesign en zouden soms ook best iets met Photoshop willen doen. Daarbij komt dat we ook nog eens op machines met verschillende besturingssystemen werken: Windows gestuurde apparatuur en een Apple, waardoor we ook elkaar niet altijd kunnen helpen. Wij zijn gebruikers, we hebben geen ambitie in de IT richting, maar nemen graag adviezen aan die ons verder helpen. Welke aardige alwetende nerd wordt niet ongeduldig als we onze vragen stellen? Informatie bij Joke Colijn, contactgegevens op pagina 2.

Landschapswerkgroep zoekt coördinator

Dit is niet zozeer een klus, dit is een taak. Maar omdat werken in het landschap ook heel bevredigend is, staat hij toch tussen de klussen. En omdat hij vacant is natuurlijk, want de werkgroep staat te springen om aan de slag te gaan! Want gelukkig kunnen we in deze coronatijd nog wel in het landschap werken. Het is een structurele bezigheid, maar denk nou niet dat je nergens anders meer aan toe komt. Bovendien is er voor subtaken ondersteuning vanuit de werkgroep. Je kunt ook een deeltaak voor je rekening nemen omdat deze vacature met meer mensen kan worden ingevuld, dat gebeurd soms al. Kijk op pagina 47 van deze Waardvogel voor meer informatie. Bedankt!


HELP! Bestuursleden gezocht! Frans van der Storm Inderdaad, een urgente oproep . We hebben na het vertrek van Stef van Walsum nog maar vier mensen in het bestuur. Jan, onze penningmeester stopt in maart. Herhaalde oproepen en het direct benaderen van geschikte mensen voor het bestuur hebben nog onvoldoende resultaat opgeleverd. Zonder versterking gaan wij onze huidige inzet niet volhouden. D

J

e bent lid van de NVWK, je kent de NVWK, je weet wat we doen, je merkt dat anderen steeds nadrukkelijker een beroep op ons doen (de gemeenten, inwoners van de gemeenten, erfeigenaren, de provincie, het Hoogheemraadschap, Stichting Zuid-Hollands Landschap, het NatuurBeheerCollectief). Dat is geweldig, we worden gewaardeerd om onze kennis en inzet voor natuur en landschap in de Krimpenerwaard. Onze inzet doet er toe: voor een groot deel door ons initiatief heeft de provincie alsnog € 1,4 M voor het Actieplan Weidevogels ter beschikking gesteld. Ons is vorig jaar gevraagd in het bestuur plaats te nemen van het NatuurBeheerCollectief, voor het beheer van 2250 ha NNN-gebied, in een voor Nederland unieke samenwerking. We hebben recent Prachtlint over de Lek gehaald en verwachten dit komend jaar te kunnen uitbreiden. Een nieuwe uitdaging vormt de regionale energiestrategie (RES). Je leest er allemaal over in deze Waardvogel. Het zou mooi zijn als onze mooie natuur en landschap vanwege hun waarde vanzelf voldoende beschermd worden. Maar dat is niet zo, het is hard werken, en de NVWK levert er een grote bijdrage aan. Met aan de basis plezier om buiten actief te zijn, planten en dieren te observeren en te tellen, op excursie te gaan, en er over te vertellen om anderen enthousiast te maken. 200 Vrijwilligers zijn daarvoor al actief, nu hebben we vrijwilligers nodig voor het bestuur. We hebben drie vacatures die hoogstnodig moeten worden vervuld, willen we als NVWK die mooie, aantrekkelijke, fijne, succesvolle vereniging blijven.

V

acature Penningmeester Per eind maart 2021 komt de bestuursfunctie van penningmeester vacant.

Jan de Boer kan deze functie niet meer combineren met zijn baan en stopt over een paar maanden. De nieuwe penningmeester stapt in een gespreid bedje. De financiën zijn op orde, de administratie is bij, de contributie wordt voor een steeds groter deel per automatische incasso geïnd, en er zijn binnen het bestuur meer leden met financieel bewustzijn.

V

acature Coördinator vogelwerkgroepen Al sinds maart 2019 ligt er een mooie klus op je te wachten. In samenwerking met de coördinatoren van de soortengroepen (weidevogels, roofvogels, uilen, zwaluwen, slaapplaatsentellingen enz.) zet je de lijnen uit voor onze vogelactiviteiten. Ook onderhoud je de contacten met bijvoorbeeld SOVON en het Zuid-Hollands Vogelaarsoverleg. Je versterkt het verenigingskarakter, onder andere door het (laten) organiseren van excursies.

V

acature Algemeen bestuurslid Je bent verantwoordelijk voor de organisatie van lezingen en de ALV, de rubriek Even noteren in de Waardvogel, voor de inkoop en beheer van eigendommen van de vereniging, en voor de coördinatie van de hybride, thema-overstijgende werkgroepen (water, jeugd).

K

om in actie, de natuur kan zich niet zelf beschermen Laat wat van je horen, bel of mail naar Jaap Graveland en/of Frans van der Storm (hun contactgegevens staan op pagina 2). Zij geven je alle informatie die je nodig hebt om te besluiten of je je in wilt zetten als bestuurslid van de NVWK.

We hebben je nodig!

D

Het bestuur van de NVWK wenst u goede Kerstdagen en een gezond en waardevol 2021 Merel, foto: Peter Stam

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020

9


Jaar van de Wilde Eend Kuikenoverleving in de Krimpenerwaard Erik Kleyheeg Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek Nederland hebben 2020 uitgeroepen tot Jaar van de Wilde Eend. Als onderzoeker bij Sovon ben ik één van de trekkers van dit project. Het jaar is nu bijna ten einde, en het wordt dus tijd om de balans op te maken. Wat heeft het jaar opgeleverd? D

V

erwachtingen temperen De Nederlandse broedpopulatie van de wilde eend gaat gestaag achteruit sinds de jaren negentig. Al een aantal jaren leeft de vraag wat er achter deze afname zit. In de beschikbare gegevens over de wilde eend konden hiervoor geen duidelijke verklaringen worden gevonden. Wel was duidelijk dat we weinig wisten over de kuikenoverleving. Om meer aandacht te vragen voor de wilde eend, werd besloten om 2020 het Jaar van de Wilde Eend te maken. In dat jaar zou met name de kuikenoverleving goed onder de loep genomen worden. Dat wil niet automatisch zeggen dat we daarmee de kern van het probleem te pakken hebben. De verwachting dat we na dit jaar op alle vragen een antwoord hebben, moeten we dus temperen. Er zullen ook na dit jaar nog vragen overblijven.

E

én op de vijf kuikens Maar hoe zit het dan met die kuikenoverleving? Door middel van een ‘citizen science’ onderzoek, waar iedereen aan kan meedoen, is in 2020 zoveel mogelijk informatie verzameld over eendenkuikens. Niet alleen van de wilde eend, maar ook van de soepeend en de krakeend. In de Waardvogel van september deed Hans Kouwenberg enthousiast verslag van zijn bijdrage aan het kuikenproject in Moordrecht. Hij is één van de 12 mensen die dit jaar in Nederland meer dan 100 eendentomen hebben ingevoerd. Ook binnen de grenzen van de Krimpenerwaard is actief meegedaan. In totaal werden 481 tomen van de wilde eend ingevoerd, 94 tomen van de soepeend en 29 van de krakeend. In 135 gevallen werd een toom meer dan eens gemeld, genoeg voor een voorzichtige berekening van de overlevingskans: in 2020 werd één op de vijf kuikens in de Krimpenerwaard vliegvlug (figuur 1).

Toom wilde eenden op 23 april 2020, foto: Erik Kleyheeg

H

alvering in de eerste week Wilde eenden maken meestal grote nesten met meer dan 10 eieren. Piepjonge tomen bestaan dus dikwijls uit een stuk of 12 kuikens. Binnen een paar dagen is hier nog maar weinig van over. Meer dan de helft van de kuikens wordt geen week oud. In figuur 1 is goed te zien dat kuikens een goede kans hebben om vliegvlug te worden als ze eenmaal een leeftijd van drie weken hebben bereikt. Dit sluit goed aan bij het landelijke beeld. Krakeenden krijgen gemiddeld iets meer kuikens groot, terwijl soepeenden het juist nog iets minder goed doen.

A

anwijzingen voor oorzaken De trend van de krakeend is veel positiever dan die van de wilde eend. Dat krakeenden een iets hogere kuikenoverleving hebben, suggereert dus dat dit een belangrijke rol kan spelen. Ook de vondst dat soepeenden het gemiddeld juist minder goed doen, geeft te denken. Zou de vermenging met soepeenden de wilde eend parten spelen? Landelijk zijn er aanwijzingen dat kuikens van wilde eenden die later in het seizoen worden geboren, een grotere overlevingskans hebben. Het steeds vroeger broeden van de wilde eend zou dus ook kunnen leiden tot meer kuikensterfte. Krakeenden broeden een stuk later (figuur 2). Een opmerkelijk resultaat van de landelijke analyse is bovendien dat kuikens in helder water een lagere overlevingskans hebben dan kuikens in troebel water of water met kroos. Zou verbetering van de waterkwaliteit negatief uitpakken voor de wilde eend? En zouden de piekaantallen van de soort in de jaren ’90 een symptoom geweest zijn van een minder goede waterkwaliteit? Het zijn vragen waar we de komende tijd verder in zullen duiken. Figuur 1. De relatie tussen de overleving en de leeftijd van kuikens van wilde eend en soepeend in de Krimpenerwaard in 2020.

10

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020


ook uitrekenen hoe gevoelig een populatie is voor veranderingen in deze factoren. In het Jaar van de Wilde Eend hebben we naast kuikenoverleving ook gegevens verzameld voor deze andere factoren. We vonden bijvoorbeeld dat het nestsucces de laatste jaren aan de lage kant is, een algemeen beeld voor grondbroedende vogels in het boerenland. Ook het aantal vrouwtjes is structureel lager dan het aantal mannetjes. Zouden vrouwtjes een lagere overlevingskans hebben, bijvoorbeeld door predatie op het nest? Het populatiemodel gaat ons vertellen op welke factoren we beter moeten letten en aan welke knoppen we het beste kunnen draaien om de afname te stoppen. Figuur 2. Timing van uitkomst van de eieren van wilde eend (blauw) en krakeend (oranje) in Nederland in 2020. De meeste kuikens van de wilde eend komen half april uit, terwijl de meeste kuikens van krakeenden pas rond 1 juni uit het ei komen.

P

opulatiemodel Als één op de vijf kuikens groot wordt, is dat dan genoeg voor een stabiele populatie? Dat hangt af van een aantal andere factoren. Hoeveel nesten worden er geproduceerd? Hoe groot is de kans dat eieren uitkomen? Hoeveel eenden overleven hun eerste winter? Al deze factoren samen bepalen de populatietrend. We werken momenteel aan een wiskundig model waar al deze factoren in zitten, een populatiemodel. Met zo’n model kunnen we

G

rootste winst Alle inspanningen in het Jaar van de Wilde Eend hebben een schat aan gegevens opgeleverd. In samenwerking met Vogelbescherming kijken we nu hoe we dit kunnen vertalen naar concrete acties om de achteruitgang van de soort te stoppen. De grootste winst in dit project is echter dat de wilde eend een jaar lang volop in de schijnwerpers heeft gestaan en er nu serieus wordt gekeken naar hoe de soort ervoor staat. Het beste voorbeeld hiervan zijn misschien wel de Kamervragen die zijn gesteld met betrekking tot de jacht op de wilde eend, een direct gevolg van de aandacht die het Jaar van de Wilde Eend heeft gegenereerd. Het jaar 2020 mag dan bijna afgelopen zijn, de wilde eend verliezen we voorlopig niet meer uit het oog! D

Vogelgriep bij wilde knobbelzwanen

J

Joke Colijn

Vogelgriep is een besmettelijke ziekte die bij pluimvee (zoals kippen of kalkoenen) en andere vogelsoorten (zoals duiven en zwanen) voorkomt. Vogelgriep is de verzamelnaam voor een ziektebeeld dat door veel verschillende griepvirussen wordt veroorzaakt. Na besmetting worden vogels snel ziek. Vaak al binnen enkele uren tot drie dagen. Dat uit zich in algehele sloomheid en doordat de dieren geen geluid meer maken. In een later stadium zijn klachten als ademhalingsproblemen, diarree en oogontstekingen de voorboden van sterfte. D

I

n zeldzame gevallen kunnen sommige virustypen overgaan van dier naar mens. Dit gebeurt alleen bij direct en intensief contact tussen besmette vogels en mensen. Bij mensen worden de klachten ervaren als een ‘gewone’ wintergriep: koorts, hoofdpijn, spierpijn, hoest enz.

H

et vogelgriepvirus (HPAI van het serotype H5N8) dat nu is vastgesteld bij dode knobbelzwanen in Kockengen en verder westwaarts trekt is een hoogpathogene variant, d.w.z. is een zeer besmettelijke ziekteverwekker van biologische oorsprong, dus een bacterie, virus of parasiet. Een geïsoleerde wilde knobbelzwaan die ziek is kan het virus nauwelijks verspreiden, maar als er een familiegroep met het virus besmet raakt zullen alle zwanen uit die groep naar verwachting sterven. Op dit moment wordt door de Rijksoverheid het risico in kaart gebracht voor een pluimveebedrijf om besmet te raken met het virus. We hopen uiteraard niet dat dit zal gebeuren, omdat dan hoogstwaarschijnlijk drastische vervolgstappen nodig zullen zijn.

O

p 15 november werden bij de wintervogeltelling zes dode en twee stervende knobbelzwanen in polder Beneden

Haastrecht aangetroffen. Zeer waarschijnlijk zijn deze zwanen getroffen door de vogelgriep. Nogmaals de oproep dus om alert te zijn en drie of meer dode vogels zoals eenden, zwanen of ganzen op dezelfde plek te melden, ook in de Krimpenerwaard. Dit kan bij het Landelijk Meldpunt voor dierziekten via telefoonnummer 045 - 54 631 88. Dit is belangrijk om verdere verspreiding van het virus te monitoren en indien mogelijk te voorkomen. D

Een van de zes dode zwanen, foto: Erik Kleyheeg

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 11


KlaasWeidewachtervan het Jaar Joke Colijn en Mariëlle Oudenes

Op het eind van de afsluitavond van de weidevogelwerkgroep werd coördinator Klaas de Mik uitgeroepen tot Weidewachter van het Jaar 2020. Het was nog een hele tour geweest om niet tevoren aan Klaas te verklappen dat hij Weidewachter van het Jaar zou worden.

K

laas moest de redactie bij doornemen van het digitale concept-Weidevogelverslag nog even wijzen op de ‘fout’ op de voorpagina, waar wordt verwezen naar de verkiezingen van zowel Weidevogelboer als Weidewachter van het Jaar 2020. Het ACK had Klaas namelijk wijsgemaakt dat er dit jaar i.v.m. corona geen Weidewachter zou worden verkozen, zodat de trofee twee jaar bij Hugo zou blijven. De opzet van het stiekeme gedoe is gelukt. Het bleef voor hem tot het laatste moment, toen Mariëlle hem woensdagavond tegen tienen de trofee overhandigde, een verrassing. Klaas was zelf al weken bezig om Rob Schmidt, de weidevogelboer, er in te luizen samen met Mariëlle, Bouw en Tineke. Intussen werd Klaas in de maling genomen, een grappig kat en Mariëlle Oudenes van het ACK overhandigt Klaas de trofee, foto: Joke Colijn muisspel. en andere noemenswaardige eigenschap van Klaas is arielle verwoordde de motivatie voor de verkiezing van dat hij verder kijkt dan het afgebakende gebied met Klaas als volgt: “Door het goede contact van Klaas met de beheerscontracten. Als hij in de naastliggende polder ziet dat agrariërs is er veel mogelijk als het gaat om het uitvoeren van er weidevogelactiviteit is, stapt hij naar de bewuste boer toe en het juiste beheer zoals het verlengen van de rustperiode of het spreekt vervolgens af dat hij de nesten lokaliseert zodat er omheen creëren van geschikt kuikenland door beweiding met vee. Mooi gewerkt kan worden. Het ACK krijgt vervolgens de mededeling is dat Klaas dit op de juiste manier bespreekbaar maakt zodat er dat ‘het geregeld is’, en dat klopt dan ook. Dat Klaas hiernaast gezamenlijk naar een oplossing wordt gezocht. Als de kuikenfase nog kans ziet zijn rol als coördinator weidevogelbescherming in is aangebroken is het altijd even kijken hoe de vogels hun weg te vullen, contact met weidewachters te onderhouden en jaarlijks zoeken in de polder. Klaas weet ook dit goed te volgen en blijft nieuwe weidewachters op sleeptouw te nemen, vinden wij zeer afstemmen met de boer wat de plannen zijn rondom maaien en/ bewonderenswaardig. Kortom, door zijn enthousiaste houding of beweiden. Zo blijft hij tot het einde van het seizoen betrokken en de goede samenwerking met de agrariërs is Klaas de titel en actief in zijn rol als weidewachter. ‘Weidewachter van het jaar 2020’ meer dan waard!!” D

M

E

Klaas weidevogelt op zijn eigen zeer succesvolle manier per kano, foto: Babette van der Wijst i.o.v. De Groene Motor

12

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020


Weidevogelboer van het Jaar 2020 Rob en Ingrid Schmidt krijgen Kristallen Kievit Tineke Hoekstra Op woensdag 4 november was de afsluitavond van de weidevogelgroep. Rob en Ingrid Schmidt werden dit jaar gekozen tot Weidevogelboer van het jaar. Helaas konden de agrariërs door de Coronamaatregelen niet aanwezig zijn op de afsluitavond. Een kleine delegatie, te weten Klaas de Mik als coördinator weidevogels, en Tineke, Bouw en Marielle, weidewachters van de groep Tussenlanen, togen die middag naar Rob en Ingrid Smidt. Ze reikten aldaar de Kristallen Kievit uit en overhandigden de bijbehorende oorkonde. Hieronder de lovende woorden van Tineke Hoekstra namens de hele groep: Sjaak van Buren, Jan Stout, Jan Vreugdenhil, Mariëlle Oudenes, Leen de Gier, Peter Sluisman, Bouw Breedveld en Ellen Breider. [red.] D

“I

k kom al drie jaar bij de familie Schmidt over de vloer. Robs bevlogenheid, enthousiasme en inzet voor de weidevogels is ongeëvenaard. Niet alleen heeft hij twee geweldige plas-drassen liggen, ook doet hij op zijn eigen grond aan slootkantenbeheer, slootschonen, kruidenrijk grasland, extensief beweiden en heeft hij uitgestelde maaidatum. Hij heeft echt alles qua ANLb en daarnaast is hij samen met z’n vrouw Ingrid nog fanatieker in het zoeken naar eieren – en niet alleen vanwege de vergoeding – en het redden van kuikens dan wij weidevogelbeschermers. En dat wil in mijn geval wat zeggen. Kom ik terug van het monitoren van zijn plasdras, dan heeft hij de tureluurs en grutto’s al ingevoerd. Niet zonder trots deelt hij zijn vondsten tijdens een goede kop koffie of hij stuurt ons filmpjes. En als er gemaaid moet worden, dan heeft hij ons ook niet nodig. ,,Die grutto herkent mij en blijft gewoon zitten op het nest, omdat ze weet dat ik om haar nest heen maai. Ze kijkt me aan alsof ze zeggen wil: Jij laat mij met rust, zo vertelde hij. Rob verdient eerlijk gezegd een gouden grutto, want zijn liefde voor de grutto is echt heel bijzonder. Als de eerste vogels eind februari/ begin maart weer arriveren krijgen we dat meteen te horen via de app. ,,Ik heb de eerste weer gehoord’’, is het dan. Maar ik denk datie ook wel blij zal zijn met de Kristallen Kievit.” D

Enquête hondenbeleid in natuur- en recreatiegebieden: denk mee Margaret Boer, communicatieadviseur Groenalliantie Midden-Holland

PERSBERICHT

Bezoekers met honden zijn trouwe gebruikers van de natuur- en recreatiegebieden van Groenalliantie Midden-Holland. Het wordt steeds drukker in de gebieden en er zijn wel eens problemen met honden. Met een nieuw hondenbeleid wil Groenalliantie dat regels voor hondenbezitters eenduidig en helder zijn in de natuur- en recreatiegebieden. Er komt een zonering met gebieden waar honden los mogen lopen, waar ze aangelijnd moeten zijn en waar ze verboden zijn. Met een enquête willen wij informatie verzamelen om de zonering en het vergunningenbeleid vorm te geven. Verder wil Groenalliantie regels maken voor het uitlaten van grote aantallen honden per begeleider. Omdat het door de corona maatregelen niet mogelijk is om nu een informatieavond te organiseren is een online enquête gestart. Onze relaties vragen wij mee te denken over het hondenbeleid. Hopelijk kunnen we ook op jou/jullie bijdrage rekenen. De vragenlijst is anoniem en het invullen duurt ongeveer 10 minuten. Via https://nl.surveymonkey.com/r/AhondenbeleidGA kan de enquête tot 15 januari 2021 worden ingevuld. [of via het desbetreffende nieuwsbericht op nvwk.nl, red] Het gaat om de gebieden: Gouwebos, ’t Weegje/Oostpolder, Reeuwijkse Hout, Goudse Hout, Twaalfmorgen, Elfhoeven, Krimpenerhout, Loetbos, Steinse Tiendweg, Lageweg en Elserkade. Je kunt per gebied aangeven waar bezoekers hun hond wel en niet zouden kunnen laten loslopen en waar je ze liever niet ziet. Ook kun je aangeven waar je misschien wel eens last hebt van honden. In de enquête vragen we ook aan hondenuitlaatservices en hondentrainers of ze in aanmerking willen komen voor een vergunning om in de gebieden van Groenalliantie te (blijven) werken. De resultaten van de enquête worden besproken in bewonersavonden, die in februari en maart 2021 worden georganiseerd, al dan niet digitaal, dit is afhankelijk van de dan geldende corona maatregelen. In juli 2021 stelt het bestuur van Groenalliantie de hondenverordening, zonering en het beleid vast. Meer weten over het hondenbeleid? Kijk dan op www.groenalliantiemiddenholland.nl/honden. Mocht u vragen hebben over dit bericht neem dan gerust contact op met Margaret Boer, communicatieadviseur Groenalliantie Midden-Holland via 0655327851 of m.boer@staatsbosbeheer.nl. WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 13


André van Kleinwee

Bij op veldbezoek Stedelijk ecoloog en pionier in natuurlijk groenbeheer Joke Colijn, foto’s Maria Kuijf en Jaap Graveland In juli jl. werd de gemeente Gouda door de Vlinderstichting uitgeroepen tot BovensteBesteBermbeheerder van 2020. Al vele jaren worden bermen hier op een natuurlijke manier beheerd zodat bloemen en daarmee ook vlinders en andere bestuivers goede leefomstandigheden hebben. De jury: “André van Kleinwee is de verpersoonlijking van het goede bermbeheer van de gemeente Gouda: hij zet zich al bijna veertig jaar in voor de natuur, insecten en vlinders. Op veengrond, dus extra moeilijk om resultaat te boeken. Maar het lukt wél en de aanhouder wint. Deze gemeente is een voorbeeld voor andere op rijke bodems!” Deze eervolle nominatie, in combinatie met aansluiting van de gemeente Krimpenerwaard bij het project Prachtlint waren een mooie reden voor een veldbezoek met deze ecoloog. Mogelijk zullen de gemeente Krimpen aan den IJssel en het waterschap HHSK zich binnenkort ook committeren aan Prachtlint, het initiatief dat startte in de Alblasserwaard (als voorheen Blauwzaam) om zoveel mogelijk natuurlijk ingerichte percelen te verbinden met bloemrijke kades, taluds en bermen die ecologisch worden beheerd. D

U

itleg en achtergronden groenbeheer Op vrijdag 9 oktober gingen vijf ambtenaren van de beide gemeenten, wethouder Janette Hofman van Krimpenerwaard, Richard Slagboom van Prachtlint, en van de NVWK Jaap, Maria en ik op zoek naar de biodiversiteit in Gouda. Gastheer André van Kleinwee ontving ons met koffie bij het Infocentrum aan het Heempad in Gouda. Dat Infocentrum ligt nogal verstopt achter

het bloemenstalletje bij de Prinsessenflat Marianne aan de Ridder van Catsweg, maar is de verborgen poort tot een wijd groen ecologisch netwerk door de stad, beginnend bij het Heempad. We krijgen eerst achterliggende informatie over de ontwikkeling naar het huidige groenbeheer. André kwam in dienst bij de gemeente Gouda in 1980. Het groenbeheer was toen traditioneel met veel spuiten en schoffelen. In 1981 is hij op verzoek van de gemeente gestart met natuurlijk groenbeheer. Samen met de tuinlieden werd dat een tijd van ‘trial and error’: gedurende vele jaren zijn allerlei mogelijkheden geprobeerd uitgaande van de potentie van het landschap, om te kijken hoe planten reageren. Aan het Heempad liggen verschillende landschapselementen die bij de streek horen. Het Heempad is geen verzameling van wilde planten uit heel Nederland, dus geen Heemtuin als bijvoorbeeld de Thijsse’s Hof in Bloemendaal (Noord-Holland). Een Heemtuin is duur, alleen al omdat allerlei typen bodems aangevoerd en onderhouden moeten worden. Het uitgangspunt in Gouda waren planten uit onze veenomgeving, uit het slagenlandschap, uit de oeverranden, uit voorkomend bosplantsoen, en dat bleek de makkelijkste insteek. André: “De aanleg gebeurde in fasen. Men was al begonnen in de 70-er jaren met inheemse wilde planten in een bosplantsoen. De wijk Bloemendaal was net aangelegd, men wilde snelle groeiers, makkelijk in onderhoud. Onze conclusie was dat op de rijke veenbodem àlles heel snel groeide. In tegenstelling tot het advies uit 14

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020

de boekjes van snoeien om de zeven jaar, moesten wij hier om de drie jaar snoeien. Met de bewoners van de omringende flats is nu afgesproken dat zicht belemmerende hoge elementen om het jaar worden gesnoeid, de rest gefaseerd om de drie jaar. We wilden af van de zwarte grond na schoffelen waar juist storingsoorten opschieten, dus werden er inheemse planten gezet en ingezaaid. Destijds waren er geen zaadleveranciers van deze soorten, dus verkreeg ik de zaden via contacten met Heemtuinen zoals die in Amstelveen en de Thijsse’s Hof in Bloemendaal. Het Heempad van in totaal 3 ha is de kraamkamer van al het ecologisch groen in Gouda, want met behulp van de zaaddragende planten hier is dit principe uitgebouwd elders in de stad. Na het bosplantsoen begon men langs het Heempad met graslanden in de bermen, en later nog oeverbeheer.” In dezelfde tijd dat André in Gouda begon met het meer natuurlijke beheer, startte men ook in Zoetermeer, waar hij nu nog steeds een paar dagen per week bij Stadsbeheer werkt. In Zuid-Holland waren dit de twee pionierende gemeenten. Opgedane ervaringen wisselden ze uit. Inmiddels is een hele ecologische structuur door de stad aangelegd van bermen die aansluiten op de groengebieden, beschreven in het Groenstructuurplan. Er lopen twee belangrijke lijnen door de stad: het droge ecologische netwerk (de bermen) en het natte ecologische netwerk (de oevers). Deze twee netwerken lopen bijna overal parallel aan elkaar. De meeste mensen die de stad binnenkomen vanaf welke hoofdader ook, zien de bermen, komen in de wijken waar parken liggen, en de parken zijn weer met elkaar verbonden door andere bermen. We starten onze wandeling over het Heempad.


E

cologische oevers André: “Halverwege de jaren negentig maakten we een ‘beslisboom’ voor de oevers. Overal waar een harde beschoeiing vervangen moest worden, vormden we die om tot ecologische oevers, mits... Want als er veel bomen staan zetten we een onderwaterbeschoeiing omdat je daar geen rijk bloeiende zonnige oever kunt creëren. Als het een hoofdwatergang van het waterschap betreft wordt het ook weer een harde (al dan niet onderwater)beschoeiing, omdat je bij de stroomsnelheid van zo’n hoofdwatergang niet met succes een ecologische oever op een slappe bodem kunt realiseren. En als zo’n plek een verzamelplaats van watervogels als eenden is, doen we het ook niet. Wij zaaien onze oevers het liefst in met een koekoeksbloem – dottermengsel. Eenden grazen de ontkiemde plantjes uit de grond. Ook meerkoeten grazen jonge planten, zelfs riet, gewoon af. Een paar vogels kan niet zoveel kwaad, maar als het een concentratie vogels is op een plek waar mensen ook voeren, dan moet je het gewoon niet doen. Grotere planten aanplanten kan wel, maar die moet je dan zelf opkweken omdat ze niet te koop zijn. Een van de betere planten om waterkanten vast te houden is gele lissen; die als volwassen plant aanplanten is zelfs heel goed mogelijk omdat die zich via wortelstokken uitbreidt. Waar het wel succesvol kan, moet je zeker natuurvriendelijke oevers realiseren. In Gouda hebben we zeker 200 km ecologische oevers, die we inzaaien met raszuiver zaad van Biodivers. Geen feestmengsels, want daar hebben de insecten niets aan. We schonen de sloten selectief, we halen niet alles er radicaal uit. Het waterschap houdt 40-60 cm diepte aan. Stel dat het een kale sloot is en er komt een strenge winter met ijs en sneeuw waardoor de sloot glad dichtvriest, dan komt er geen zuurstof meer in het water. Dat is slecht voor het waterleven! Als er nog planten boven het ijs uit staan met holle stengels zoals lisdodden en riet, dan zorg je toch voor lucht in het water.”

B

ermen en maaisel André: “Jullie zijn hier in eerste instantie voor de bermen. Begin met een pilot, en betrek de buurt. We gaan niet meer zoals vroeger het beleid bepalen zonder overleg. Zo hebben wij hier een speeltuin die in de 70-er jaren was aangelegd voor deze flatbewoners met jonge kinderen, twintig jaar later omgevormd naar dit bosplantsoen. De eerste jaren vonden de mensen die glad gazon gewend waren, het maar een zootje. Je moet ze positief benaderen en blijven praten, uitleggen wat men kan verwachten. Drie jaar geleden is bij de bewoners van deze huurwoningen een onderzoek gedaan naar de beleving van de omgeving, en de flats scoorden een 9,7! Men beleeft hier natuur naast de deur en voelt zich betrokken. Ik ben hier elke ochtend om 07.00 uur en als er iets is, staat de eerste bewoner om half acht voor de deur. Bereikbaar zijn en goede communicatie zijn de sleutels. Mijn advies aan jullie als collega-gemeenten: begin met een zonnige berm waar veel mensen langs rijden en vorm die om naar tweemaal per jaar maaien en afvoeren, of zelfs driemaal. De eerste drie jaar heb je alleen maar ruigtekruiden, zeker als er geklepeld is. Veel gemeenten denken dat ze met klepelen goedkoop uit zijn, maar dat is een misvatting. Klepelen t.o.v. maaien maakt in prijs niets uit, het afvoeren kost geld. Maar als je niet afruimt laat je steeds meer voederingsstoffen achter en wordt de berm steeds hoger t.o.v. de weg. Het regenwater kan dan niet meer weglopen in de berm en dan moet je afgraven of drainage aanleggen en ben je nog duur uit. Inmiddels wordt over hergebruik van bermgras landelijk nagedacht: als brandstof, in de landbouw, of fermenteren tot bokashi;

al blijven daarin alle - ook de ongewenste - zaden kiemkrachtig dus dat wil je niet gebruiken op met moeite verarmd land. Het meeste maaisel gaat dan ook naar de compostering in Waddinxveen.” Richard: “Het agrarisch Collectief Alblasserwaard/Vijfheerenlanden is de toepassing van bokashi uit bermmaaisel aan het uitproberen.” André: “Bermgras van openbare wegen bevat stikstof, CO2, zware metalen, blikjes. Er is onderzoek gedaan aan bermmaaisel van de A12: dat blijkt wél geschikt voor agrarisch gebruik. Er zitten nauwelijks schadelijke stoffen in en zwerfafval is daar niet zo’n probleem. Kruidenrijk ‘schoon’ gras van sommige percelen gaat naar de Kinderboerderij als voedsel, als er geen soorten als kruiskruid [=giftig voor sommige dieren, red] in voorkomen. Over al deze zaken moeten we nadenken.”

Maria: “Hoe lang duurt het voor je in een berm, dus niet op vol veen, meer kruiden krijgt met maaien en afvoeren?” André: “Dat is iets van de lange adem, een berm moet stabiel worden; ik schat zo’n vijf jaar. Vaak geklepelde dus zeer voedingsrijke bermen kun je beter drie keer maaien en afvoeren om te voorkomen dat de storingsoorten als brandnetel en distel zich opnieuw uitzaaien. Nieuwe bermen hebben we gelijk ingezaaid met een zaadmengsel van de gewenste kruiden.” Richard: “Maken jullie bermen ook schraler door er zand door te mengen?” André: “Wij dekken de bermen allemaal af met 10-15 cm zand en werken dat licht door. Denk aan de Goudse Houtsingel en de Bloemendaalseweg. De Bloemendaalseweg is een oud veenlint dat liep tussen Reeuwijkdorp door de polder zo naar het stadhuis van Gouda. Die weg heeft smalle, maar wel interessante bermen. Er groeit grote ratelaar die op grassen met bosjesvorm parasiteert (helaas niet op kweekgras, dat heeft een wortelstok), smeerwortel, en gevlekte en gewone rietorchissen.”

O

rchideeën en gentianen André: “Hier staan ook rietorchissen. Twee weken voor de geschatte maaidatum loop ik langs de bekende plaatsen, ik kijk naar de aantallen zodat ik de toename weet, en zet die weer erbij op de maaikaart. Als de voeding in de bodem terugloopt door verschraling, komen er schimmels in de bodem die de piepkleine orchideeënzaden juist nodig hebben. Die lichte zaden blazen kilometers ver weg, hebben geen reservevoedsel bij zich zoals zwaardere zaden wel hebben. Als de orchideeënzaadjes in de bodem komen gaan ze een verbinding aan met die schimmels om tot kiemen te kunnen komen. We hebben ze dus niet gezaaid! De postzegeltjes aan blauwgraslanden die nog over zijn in de Krimpenerwaard kennen ook nog orchideeën, naast gentianen en WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 15


zonnedauw. Zonnedauw hebben we hier niet.” Jaap: “Maaisel van goede gebieden verspreiden werkt ook. Zo is er maaisel van gentianenlandjes naar Oudeland gebracht, en daar groeien nu ook gentianen.” Richard: “Van Prachtlint hebben wij met het ZHL een afspraak gemaakt dat als gemeenten maaisel van bloemrijke bermen willen uitstrooien, dat het ZHL dat wil afstaan voor die doelen.” André: “In Zoetermeer hebben ze voor de Heemtuin in het Westerpark een maaisel uit Zuid-Limburg laten komen. Daar stond groeide harige ratelaar, die alleen in Limburg voorkomt op mergel! Ze staan nog in heel Zoetermeer in de bermen.”

B

eheer goed opnemen in bestek André: “Wij mensen willen maar beheren: bermen gaan wij maaien, bomen en struiken gaan wij snoeien. Wij hebben het oude moerasbos eerst omgevormd naar landbouw en hier inmiddels naar woonwijken, waarbij we de hele openbare ruimte hebben ingericht. Maar omgekeerd werkt het ook. Kale grond in Nederland bestaat niet, de natuur vult vanzelf in. Kijkend vanuit de plantengemeenschap is de successie op veen als volgt. Na omspitten tot kale grond krijg je eerst de pioniersoorten: de ruigtekruiden. Vervolgens in het tweede en derde jaar de distels, dan nemen de grassen over die een mat vormen waartussen zaailingen van bomen wel kans krijgen, en zo krijg je een opbouw naar bos; hier wordt dat moerasbos. De Winterdijk is nog een heel oud stukje Gouda, zo zou de hele stad er uit zien als we niks doen: moerasbos.” Maria: “Houdt u ook rekening met de machines die de berm bewerken? Te zware machines drukken de bodem in en dan kan hij niet meer draineren.” André: “Dat klopt, maar de trekkers van aannemers waarmee wij werken rijden op brede ballonbanden. Sporen maken ze niet met rechtuit rijden, maar met draaien. Er mag volgens ons bestek een maximale verdichting zijn tussen 1 en 1,5 cm. Alles wat meer wordt verdicht rekent de aannemer met ons af, dat is schade. Uiteraard is e.e.a. ook afhankelijk van de weersomstandigheden. In de natte voorzomer van een paar jaar geleden hebben we geïnstrueerd dat alleen gemaaid mocht worden wat vanaf de fietspaden en openbare weg bereikbaar was. Want bij elke beschadiging begin je weer vanaf nul.” Maria: “Een goed voorbeeld is het mooie stuk berm bij de kruising Voorwillenseweg en Goverwellesingel. Daar is een vrachtwagen ingereden en het hele jaar zag je die afdruk, ook in de vegetatie: er groeide geen kruidje!” We lopen verder. André: “De Van Reenensingel waar we nu staan is een van onze ecologische hoofdstructuren. Afgelopen zomer is de hoofdwaterleiding vernieuwd en ging de hele berm op de schop. We hebben zand erop gedaan als voorverschraling en er is begin september ingezaaid met margrietenmengsel, want afwachten duurt veel langer. We willen z.s.m. aansluiting bij bestaande bermen.” Richard: “Trek je dan storingsoorten als deze brandnetels nog uit?” André: “Nee, want dan woel je de grond weer om. Afmaaien kan wel: mogelijk een keer hoog afmaaien in het voorjaar om de rozetten van de waardevolle planten te behouden, verder normaal

16

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020

maaien en afzuigen. In principe maaien wij altijd pas in juni voor het eerst, dan zijn je voorjaarsplanten uitgebloeid en hebben zaad gezet. Dat laten we het zo’n drie dagen liggen zodat het zaad uit de zaaddoosjes kan vallen, met droog weer kan het maaisel al na twee dagen weg. De tweede maaibeurt is ongeveer half september. Joke: “Je ziet vaak dat de eerste maaironde al in mei gebeurt.” André: “Dat kan maar is sterk afhankelijk van het gewenste beeld. Je moet altijd blijven kijken, maatwerk doorvoeren in het maaien en daarvoor ruimte houden in je bestek.” Veldjes met kievitsbloemen en vijvers met libellen André: “Dit gebied bestond ooit uit gazons en een vaste plantentuin met een cirkel in het midden, haagjes erlangs en vaste planten in vakken. Maar Gouda zakt en dit deel zelfs 3-4 cm per jaar. Dat betekende dus planten er uit, ophogen met 150 m3 aarde, planten er weer in en na drie jaar alles herhalen. Dat is duur. Op een gegeven moment in juni zwommen de eenden in die cirkel tussen de planten. Toen zei ik: “Nou is het afgelopen. We gaan er wat anders mee doen.” Alle planten zijn eruit gehaald en door bewoners hergebruikt. Daarna is deze plek in 1987 op een ecologische manier ingevuld. Waar de cirkel was is een kikkerpoel gegraven, en verderop een vijver. De aarde is in de omgeving gebruikt. De gazons zijn erbij betrokken en we startten met tweemaal maaien en afvoeren. De eerste jaren stonden hier het Engels raaigras en de veldbeemd hoog. Er moeten vervolgens andere grassen tussen komen, het gebied moet de hele ontwikkeling doormaken en dat vraagt geduld. Dit is uiteindelijk een prachtige plek geworden, er zitten negen soorten libellen, soms tien als de witsnuit hier doortrekt. Het is een feest om hier met mooi weer op een bankje te zitten! In september is weer gemaaid, maar als je in april komt, staat het lage deel van het veld vol met kievitsbloemen. Ooit hebben we er 50 bolletjes in gestopt, de inheemse soort die bij de oudere Gouwenaars bekend stond als de ‘weidetulp’ en die vooral in de polder Stein werd geplukt en verkocht. Inmiddels staan er hier ruim 800 door goed beheer. Een hoge waterstand en hommels doen de rest. Zaad valt op de grond, na drie jaar is het een klein bolletje, na het vijfde jaar bloeit-ie. Nu zijn het er ieder jaar meer.” Jaap: “Ik weet al waar ik ga wandelen in het voorjaar!” Een stukje verderop staan we weer stil. Richard: “Is dit deel afgeplagd?” André: “Nee, dit deel is weggezakt en is veel natter. ’s Zomers staat het hier helemaal vol met twee soorten orchissen, dit is ook een hele mooie plek. Er staan moerasspirea’s, echte koekoeksbloem en adderwortel (op de foto nabloei). Het hoeft natuurlijk niet vlak te zijn! Daardoor krijg je gradiënten, dat geeft een afwisselend beeld en de planten zoeken daarin hun eigen weg. Op het hogere deel staan andere plan­ten als veldzuring, smalle weegbree, je ziet allerlei rozetten van bloeiende planten. Met nog steeds tweemaal maaien en afvoeren wordt dit beheerd, veel meer hoeven we hier niet te doen.” Jaap: “Hoe regelen jullie dat in contracten met uitvoerders?” André: “Vanzelfsprekend kijken wij ook naar de laagste prijs, maar de doelstellingen die in het contract staan moeten wel gehaald worden. Uiteraard zijn dat ecologische aspecten, en wij doen dus zaken


met ecologische hoveniers, die zijn er steeds meer.”

met ecologische hoveniers, die zijn er steeds meer.” Jaap: “Dus jullie leggen het beheer wel goed vast in het contract.” André: “Ja, en in het hele beheerplan. In de bestekken staat bijvoorbeeld dat de aannemers volgens de nieuwe Wet Natuurbescherming (voorheen de Flora- en Faunawet) gecertificeerd moeten zijn.” “En wij hebben zelf al de bijzondere planten die bij de eerste maaironde niet gemaaid mogen worden op kaart gezet, dat helpt enorm. Vroeger gingen hier ook dingen mis, werden soms per ongeluk orchideeën gemaaid. Toen moest die jongen op de trekker zo’n A0-tekening uitvouwen die dan helemaal voor z’n raam zat en voor hij het wist, ach jee, had-ie het stuk al gemaaid. Tegenwoordig hebben de maaiers een tablet waarop precies staat waar ze moeten stoppen. En de nieuwe trekkers met GPS stoppen vanzelf waar niet gemaaid mag worden!” Jaap: “Haal je ook het afgevallen blad weg?” André: “Ja, bladeren worden wel een paar maal weggeblazen in het bosplantsoen langs de randen om de korte vegetatie niet te verstikken én omdat we geen extra bemesting willen door rottend blad. Als je natuurlijk beheer voert, krijg je er ook heel veel voor terug. Als je vijftien jaar geleden het woord ‘biodiversiteit’ gebruikte, werd je niet voor vol aangezien. Nu is het heel actueel en praten we over de insectenafname. Wilde bloemen trekken veel insecten. Op een gazon met een madeliefje en een paardenbloem zul je niet veel insecten aantreffen.” Jaap: “De lezing die Marco Tanis hield bij ons was voor mij een echte eyeopener: veel bijen zitten maar op één plant, en omgekeerd is die plant afhankelijk van die ene bij. Daarom zijn inheemse soorten zo belangrijk!” André: “Ja, zo is het. Geen bij, geen koffie!” Op dat moment breekt er een zonnetje door.

P

retmengsels: voors en tegens André: “Pretmengsels raad ik af, want die ben je na een paar jaar kwijt en mensen willen die kleur van klaprozen en papavers dan houden en blijven zeggen: “Toen was het zo mooi!” Je kunt ze beter gelijk wennen aan de goede planten. In Woerden waar ik woon begint men net met wat ecologische maatregelen. Daar is een nieuwbouwwijk ingezaaid met kleurige mengsels van papavers en klaprozen, en mensen vinden het prachtig! Dan heb je wel wat uit te leggen als je naar meer biodiversiteit wilt, want daarvoor helpen die bloemen geen klap. De zaden halen we uit het buitenland, maar we nemen niet de insecten mee!” Jaap: “Ik zag uitheemse en diverse tuinsoorten in het Loetbos, zoals allerlei kleuren cosmos [cosmea] en de donkerpaarse kaasjeskruid [malva]. Die verdwijnen over een paar jaar maar zijn wel goed om het gesprek op gang te krijgen.”

Richard: “Pretmengsel creëert wel goodwill, goede communicatie kan dan helpen. Je komt in gesprek en vervolgens kun je dan uitleggen waar je naartoe wilt.” Janette: “Ik vind klaprozen óók mooi!” André: “Ze zíjn ook mooi! Langs het Heempad hebben wij een speciale akker daarvoor, gewoon omdat mensen het leuk vinden. Daar zaaien we elk jaar eenjarige akkerkruiden in. Het is arbeidsintensief en duur: elk jaar omspitten en nieuw zaad inbrengen.” Janette: “Zaaien die zichzelf dan niet?” André: “Nee, want er komen steeds meer grassen in de loop van het jaar en de concurrentie is voor die eenjarigen te groot, de klaprooszaden hebben er dan niets meer te zoeken. Dus: omspitten en opnieuw in de zwarte grond uitzaaien.” Janette: “Dat is nou weer jammer. Alles kost geld, je wordt er soms moedeloos van. Eigenlijk moeten we ook meer doen op scholen hè? Je wilt de kinderen het belang van het begrip biodiversiteit van jongs af meegeven zodat ze de verbanden gaan zien. Hoe meer ikzelf met natuur bezig ben ik deze functie, hoe meer ik me realiseer dat je bij de jeugd moet beginnen. Sommige scholen hebben al goede initiatieven als een natuurproject, een groen schoolplein of moestuintjes.”

‘G

roen moet je doen’ Jaap: “Is er betrokkenheid van bewoners of vrijwilligers bij het beheer?” André: “Nee, maar we hebben in Gouda wel het project ‘Groen moet je doen’. Er zijn zo’n 250 van deze projecten waarbij mensen uit een buurt zelf een stuk groen bijhouden. Die bewoners krijgen een vergoeding tot maximaal € 500,-. Daarvoor wordt een contractje opgemaakt en minimaal drie buurtbewoners moeten ­tekenen. Eén persoon biedt onvoldoende garantie dat het onderhoud ook echt gebeurt.” Job: “Als het echt op één persoon leunt en er zit iets tegen, dan mag de gemeente het weer opknappen.” André: “Het gáát ook wel eens mis. Als men het erbij heeft laten zitten, dan nemen wij het beheer weer over: opruimen en ­herinrichten.” Jaap: “In Krimpen aan den IJssel gebeurt iets dergelijks, maar hoe krijg je dat nou duurzaam?” André: “Ja, dat is lastig, maar het contact met de bewoners is daarin belangrijk. Vandaar dat we al die projecten eenmaal per twee jaar nalopen en er foto’s van maken, dat stimuleert. We kiezen daaruit dan een eerste, tweede en derde prijs, waaraan een extra financiële injectie hangt. Soms is het een stukje berm dat men zelf maait, soms een klein project als een boomspiegel waarin stokrozen of ander fleurigs wordt geplant, maar soms is het ook een groot project. Aan het einde van de Bloemendaalseweg hebben bewoners een takkenril aangelegd, een bijenhotel geplaatst, er zijn snipperpaadjes door het plantsoen aangelegd, men heeft er bolgewassen, vlinder- en bijenplanten aangeplant. En toevallig vanmiddag ga ik met de wethouder op stap naar een man die uit een berm de struiken heeft gerooid en er afgelopen jaar allerlei planten voor vlinders en bijen heeft gezaaid. Die wil er graag nog een stuk bij.”

H

oe gaan we hiermee verder? Jaap: “Hoe implementeer je nou kruidenrijkheid op veen in zo kort mogelijke tijd, i.p.v. in 30-40 jaar door maaien en afvoeren?” André: Je hebt de tijd mee; mensen zijn veel bewuster geworden van hun leefomgeving dan toen ik begon, de duurzaamheidsfactor in ecologisch beheer spreekt aan en je krijgt er biodiversiteit voor terug. Je moet het alleen wel goed communiceren. WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 17


André: “Je hebt de tijd mee; mensen zijn veel bewuster geworden van hun leefomgeving dan toen ik begon, de duurzaamheidsfactor in ecologisch beheer spreekt aan en je krijgt er biodiversiteit voor terug. Je moet het alleen wel goed communiceren. En kijk uit welke bomen je plant. Elzen binden stikstof in knollen in de grond, dus als je een berm met elzen beplant krijg je er allemaal brandnetels omheen. Ecologisch beheer waar al elzen staan is daarmee weinig kansrijk. En plant bomen ook niet te dicht op elkaar, want er moet zon tussen kunnen komen. Of plant groepen bomen met gradiënten er omheen. En gebruik zuivere zaden als je gaat inzaaien. Maar als je echt alleen vanuit het beheer dit doel wil bereiken duurt het gewoon heel lang. Monitoren is ook belangrijk, weten hoe zo’n berm of gebied zich ontwikkelt. Alles wat opkomt aan nieuwe planten in de stad zie ik als mijn diploma’s voor het ingezette ecologisch beheer.” Jaap: “Doen vrijwilligers van KNNV of IVN hier nog iets aan monitoring?” André: “Nee. Ik houd zelf in de gaten hoe delen zich ontwikkelen en hoe aantallen toenemen. Neem weer de rietorchis: die is per 2017 verdwenen uit de Flora- en Faunawet als beschermde soort en niet teruggekomen in de Wet Natuurbescherming. Maar voor de provincie is het een icoonsoort, dus hier in Zuid-Holland is hij beschermd. In Drenthe mag je hem afmaaien, hier niet.” Richard: “De Gedragscode Bestendig beheer en onderhoud, wordt binnenkort samengevoegd met de Gedragscode Ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, tot een nieuwe. Daarover moet ook een paragraaf komen in het beleid van de gemeenten. Dat is wel een kans om het beleid iets meer te borgen. Er moet alleen wel worden voorkomen dat de deskundigheid straks kan worden neergelegd bij de aannemers op basis van een cursus van een paar uur.” André: “De bedoeling is dat het eenvoudiger wordt. Nu zegt de ene afdeling dat iets niet mag en een andere zegt dat het wel kan. In de nieuwe situatie moeten we dat aan de voorkant dichttimmeren.” Richard: “Precies, dus doelstellingen als de duurzaamheid, de biodiversiteit, natuurinclusiviteit enz. kun je in de Gedragscode kwijt. Daarmee is het voor aannemers en elke derde partij gelijk duidelijk wat het beleid is van een gemeente of instantie.” Jaap: “Hopelijk helpt het. Bij Rijkswaterstaat waar ik werk beslaan de huidige Gedragscodes 20-30 pagina’s. Wie gaat dat lezen?” Richard: “Wij sturen mensen op cursus in het kader van Prachtlint.” Anneloes: “Daar kunnen we voor de gemeente Krimpenerwaard toch ons voordeel mee doen? We hadden het er net ook al over dat

in die nieuwe gedragscode dingen moeten samenkomen, en dat dit voor allerlei gebiedspartijen geldt. Het bestaande Groenoverleg is hierin niet actief, ik denk daarom echt dat het vanuit gebiedspartijen moet komen. Laten we dit vanuit Prachtlint oppakken, leren en profiteren! Kan ik jullie zo hierover spreken?” Richard: “Jazeker! Wij zijn Prachtlint een kleine werkgroep, maar er zijn heel veel andere partijen bij betrokken en wat ik leuk vind, is dat heel veel groenbeheerders zich eindelijk gehoord voelen; zij hebben ook de tijd mee. Maar belangrijker nog: wij waren altijd erg op kwantiteit, zoveel mogelijk mensen erbij betrekken. Pasgeleden hebben we de cursus Kleurkeur van de Vlinderstichting gedaan, gegeven door Anthonie Stip en Kas Veling. Nu gaan we ons ook meer op kwaliteit richten, meer de diepte in naar het uiteindelijke doel. Vervolgens moeten we het gaan uitbreiden, als een olievlek.” Janette: “Het lijkt mij heel leerzaam om mee te maken!” André: “Ik hoop dat het verhaal inspirerend was. Gebruik het momentum nu iedereen hier toch mee aan de slag moet en publiek ook steeds meer nadenkt over duurzaamheid en de wereld die wij nalaten. Neem het voorbeeld van thuiswerken. Werkgevers deden hier al jaren moeilijk over, hadden weinig vertrouwen in hun werknemers. Vanwege corona moest het opeens en kon alles binnen een paar weken geregeld worden. Hierover moeten we ook niet al te moeilijk doen, gewoon inzet van alle partijen verwachten! Bewoners willen best vaak meewerken. Vanwege de pandemie zijn veel mensen het belang van natuur anders gaan wegen. Ik werk nu in dit Infocentrum in plaats van op kantoor. De deur stond deze zomer open en ik zag veel mensen hier hun boterham opeten en een wandelingetje maken. Ik hoop echt dat ze op andere gedachten zijn gebracht en hun omgeving herwaarderen. Je hoeft niet naar het buitenland voor natuur! Planten trekken insecten, insecten trekken vogels en kleine zoogdieren, die trekken weer roofvogels en zo verder. Toen ik begon zag je nergens in de stad een grote bonte specht. Door het veranderde beheer en waar mogelijk eens een dode boom te laten staan, zijn er nu veel spechten in de stad.” Op dat moment lacht de groene specht op de achtergrond. André vertelt dat hij de groene specht vanuit de open deur regelmatig ziet foerageren langs het randje van het veld om de mieren op te likken. André: “Die vogel komt niet voor de gezelligheid langs, hij moet wat kunnen eten. Als je die relatie begrijpt, kun je uitbouwen.” Een mooi woord om mee af te sluiten. We kregen allemaal nog een boekje mee over de planten langs het Heempad, en een met acht wandelingen door ecologisch groen. D

Scan van Heempad Gouda onderaan, bron: boekje Wandeling op het Goudse Heempad, uitgegeven door Cyclus 18

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020


Prachtlint Krimpenerwaard Ondertekening van het Beheerconvenant Jaap Graveland Op donderdag 24 september ondertekenden wethouder Janette Hofman van de gemeente Krimpenerwaard en Jaap Graveland namens de NVWK het beheerconvenant Prachtlint. Een mooie stap vooruit voor de biodiversiteit in onze waard. D

P

rachtlint (www.prachtlint.nl) is een samenwerking van overheden, maatschappelijke organisaties en burgers voor vergroting van de biodiversiteit. De kern is samenwerking in het ecologisch beheer van bermen en ander groen in het areaal van de aangesloten organisaties. Een vorm van samenwerking is het gezamenlijk organiseren van cursussen en lezingen voor kennisvermeerdering. Op die 24e september organiseerde Prachtlint met De Vlinderstichting een cursus Kleurkeur. Op deze cursus leren de deelnemers de beginselen van het ecologisch beheer van bermen. Ongeveer 50 mensen namen deel: groenbeheerders en beleidsmedewerkers openbare ruimte van de gemeenten uit de Alblasserwaard, en van de gemeente Krimpenerwaard. Na afloop van de cursus ondertekenden de wethouders van vijf gemeenten in de Alblasserwaard het beheerconvenant Alblasserwaard. Daarmee kwam het aantal aangesloten organisaties op vijftien. De gemeente Krimpenerwaard bood begin dit jaar een mooie opening aan de NVWK om Prachtlint in de Krimpenerwaard te introduceren. Ze organiseerde een motiemarkt waarin burgers of organisaties voorstellen konden doen voor een motie. Lang verhaal kort: de NVWK stelde voor om in de raad te stemmen over een motie om als gemeente aan te sluiten bij Prachtlint. Zo geschiedde, en de motie werd met bijna unanieme stemmen aangenomen.

E

r is voor de Krimpenerwaard een apart beheerconvenant gemaakt. De eerste twee partijen die ondertekenden zijn dus de gemeente Krimpenerwaard en de NVWK. We spraken af dat we met de Prachtlintorganisatie nu ook andere partijen in de Krimpenerwaard gaan benaderen om aan te sluiten. De gesprekken daarover lopen al, en we verwachten dat de komende maanden meer partijen zullen ondertekenen. Met als motto: samen voor biodiversiteit. Voor meer informatie, zie het artikel in Het Kontakt: https://www. hetkontakt.nl/regio/alblasserwaard/232182/mooie-impulsvoor-biodiversiteit-in-regio-met-cursus-en-convenant D

Herfst

Tekst en illustratie: M. Bersma Een paadje vol verborgen schatten slingert door een ruig gebied met kamille, distels, wilgen en hoog opgeschoten riet. Bij de stille waterplas rusten eenden in het gras. ‘t Najaar komt met zon en regen, verft de bomen geel en rood, vogels trekken langs de hemel, kroos bedekt de boerensloot. Zachtjes draaiend in het rond valt een boomblad op de grond. d

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 19


Planten in de war Twee nieuwe zuidelijke soorten ontdekt Tekst en foto’s: Stef van Walsum Planten uit het zuiden rukken op naar het noorden. We merken dat door de klimaatverwarming nieuwe plantensoorten de Krimpenerwaard ontdekken en anderen ons juist verlaten. De eerste veranderingen zien we in de steden, dorpen en langs de rivieren. ‘Onze’ rivieren beginnen in Frankrijk, Zwitserland en het zuiden van Duitsland en komen stroomafwaarts onze kant op, zaden van planten die daar groeien liften mee. Twee van die zuidelijke soorten zijn de laatste jaren sterk in opmars en hebben nu ook de Krimpenerwaard bereikt: hopwarkruid en groot warkruid! v

Waarnemingen van groot warkruid en hopwarkruid in Zuid-Holland (2000 – 2020). Geel: groot warkruid en rood hopwarkruid

D

G

opwarkruid De naam warkruid zegt het al: de planten groeien nogal warrig. De draadvormige stengels zitten als een kluwen verstrikt in andere planten. Warkruiden zijn namelijk holoparasieten. Ze hebben geen

root warkruid Net als hopwarkruid haalt groot warkruid zijn voedsel en water uit een waardplant, in dit geval (meestal) grote brandnetel. Wie de Nederlandse namen van warkruiden heeft verzonnen was misschien niet helemaal bij de les. Anders dan hopwarkruid parasiteert groot warkruid namelijk wel regelmatig op hop! Dit jaar werd groot warkruid ontdekt in de Ammerstolse Buitenlanden, een maandje later een kilometer oostelijker nog eens. Groot warkruid is een onopvallende verschijning vergeleken met hopwarkruid. Hoogst waarschijnlijk komt hij al voor op meerdere plekken langs de Lek en misschien ook al langs de Hollandse IJssel. Brandnetels genoeg namelijk! v

Hopwarkruid parasiterend op dauwbraam. De rode kluwen van ­stengels is vanaf een afstand al zichtbaar.

Groot warkruid heeft kenmerkende compacte bloeiwijzen. Hier ­parasiterend op hop.

at de Krimpenerwaardse flora aan het veranderen is merken we heel goed. In de laatste vijf jaar hebben we veel plantensoorten gevonden die hier niet eerder bekend waren. Elke plant heeft zijn eigen strategie om zich te verspreiden. De één lift mee met vogels of andere dieren, de ander laat zich door de wind meenemen en weer een ander kiest een weg via het water. Hopwarkruid en groot warkruid kiezen beiden de waterweg.

H

20

bladgroen en geen wortels. Daarom zijn ze voor de voedselvoorziening dan ook geheel aangewezen op de waardplant. Anders dan de naam doet vermoeden is dat voor hopwarkruid niet de hop maar dauwbraam en wilg. Hopwarkruid is in het begin van de 20e eeuw voor het eerst in Nederland verschenen. Oorspronkelijk komt hij voor in (Zuid-) Oost-Europa. Via de Rijn is hij vermoedelijk ons land binnen gekomen. Langzaam heeft hij zich via de rivieren verder stroomopwaarts gevestigd. Pas sinds vorig jaar weten we dat hopwarkruid ook de Krimpenerwaard heeft bereikt. De schrijver van dit artikel vond de plant op dauwbraam onderaan de boulevard van Lekkerkerk. Al snel bleek dat het niet de enige groeiplaats was. Na gericht zoeken hebben we op zeven verschillende plekken langs de Lek en IJssel hopwarkruid gevonden! Ook hopwarkruid zien? Neem eens een kijkje buitendijks en let op bramen die in de vloedzone van het water staan, hier kan je hopwarkruid vinden!

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020


Euro Birdwatch 2020 groot verschil met het landelijk beeld Maria Kuijf Op zaterdag 3 oktober 2020 was het weer zover: duizenden vogelaars in heel Europa telden op diezelfde dag de trekvogels die zuidwaarts vlogen. Het gaat daarbij om miljoenen vogels, een spectaculair fenomeen. In Nederland coรถrdineert Vogelbescherming deze Euro Birdwatch voor de 25e keer, samen met de uitstekende website www.trektellen.nl. De Euro Birdwatch is een initiatief van BirdLife International. D

O

ok onze trektelpost De Hoekse Sluis werd bemand. De tellers waren: Max Ossevoort, Mieke Verwaal (07.40-10.00 u.), Paul Schrijvershof (08.00-11.00 u.), Jannie Monhemius (07.50-11.15 u.), Jaap Graveland (08.30-10.45 u.), Ton de Groot (09.00-11.30 u.).

M

ax had een partytent neergezet wat geen overbodige luxe was, want de regen was wel een spelbreker. Er vielen regelmatig regenbuien waardoor de trek duidelijk afremde. Ondanks de Coronaregels die in acht genomen moesten worden, was het gezellig om met elkaar vogels te spotten. Al met al vielen de aantallen helaas tegen. Bij de Bakkerswaal/Schuwacht werd geteld door Jonathan en Quinten, zie het verslagje hierna. Ter plaatse waren onder andere steenuil, ijsvogel en groene specht. Totaal werden er 1366 vogels geteld, 37 soorten trokken over en 11 soorten waren ter plaatse. Bijzondere waarnemingen waren koekoek, veldleeuwerik, grote lijster en grote gele kwikstaart.

Top 10 De Hoekse Sluis 1) Aalscholver 471 2) Vink362 3) Smient 98 4) Wulp 84 5) Zanglijster 64

6) Graspieper 49 7) Houtduif 44 8) Watersnip 28 9) Boerenzwaluw 23 10) Brandgans 18

Top 10 Bakkerswaal 1) spreeuw 532 2) vink 456 3) aalscholver 341 4) smient 172 5) brandgans 76

6) zanglijster 70 7) putter 41 8) holenduif 39 9) graspieper en kauw 38 10) veldleeuwerik 28

L

andelijk zag de Eurobirdwatch er heel anders uit. Qua aantallen vogels kwam Euro Birdwatch 2020 zelfs op de vierde plaats vergeleken met andere jaren. Spreeuwen, vinken en boerenzwaluwen vlogen landelijk erg goed, maar op De Hoekse Sluis kwam de spreeuw niet eens voor in de top tien.

Quinten van Erkel Om 06.00 uur begonnen Jonathan en ik met de telling. Het was toen nog donker maar we zaten daar zo vroeg voor de lijsters die je in het donker kon horen overvliegen. Rond half 7 uur begon het licht te worden.

W

e telden voor 07.00 uur ongeveer 30 zanglijsters en helaas maar een enkele koperwiek. Het was een regenachtige en een vrij stille morgen met maar weinig vogels. Rond 10.45 uur kwam er een gele kwikstaart langs, een vrij laat beest en erg schaars voor oktober. Om 11.00 uur hoorden we een gek roepje. Gelukkig hadden we een recorder die heel de telling draaide en het roepje opnam. Het bleek een geelgors te zijn! Helaas begon het steeds harder te regenen en het bleef verder erg stil. Om 12.30 uur kwam er een vrouwtje smelleken langs. Zo werd het uiteindelijk toch nog een leuke telling. Om 14.15 uur stopten we met tellen omdat het maar bleef regenen. Bij elkaar hebben we 1999 vogels geteld in acht uur. D WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 21


Te koop: uniek stukje natuur in het midden van de Krimpenerwaard Dit eiland is te bereiken via kade, weiland en roeiboot. Het betreft percelen bos en water van 5800 m2. Rust, vogels, prachtige omgeving. Vraagprijs: € 29.000, Informatie: 06-12281584. D

Verblijf in een ‘heidehuisje’ met een eigen vogelkijkhut grenzend aan een natuur- en stiltegebied. Nico de Haan ging u voor: ‘Als je niet aangestaard wordt door de Schotse Hooglanders dan word je wel begluurd vanaf de kale topjes van het struikgewas door de roodborsttapuiten’. Nieuw is een laadpaal voor elektrische auto’s. Kijk op: www.heidehuisje.nl of bel 06-81525089

WELKOM IN HET REESTDAL

De kracht van voeding  

Persoonlijke begeleiding Projecten duurzame & gezonde voeding Educatie, workshops & lezingen Arike Mijnlieff Voedingsdeskundige & therapeut

Tuinontwerp en hoveniersbedrijf

'Projecten in het groen' ontwerp beplantingen onderhoud

06 - 25 524 787 Van der Giessenweg 49 - 1ste etage 2921 LP Krimpen a/d IJssel info@praktijkdegroenling.nl

www.praktijkdegroenling.nl

www.projecteninhetgroen.nl

0 6 . 5 4 2 1 3 9 8 8


Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard opgericht - een belangrijke stap! Jaap Graveland Op 9 oktober 2020 zette Jaap Graveland zijn handtekening onder de statuten van het Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard (NBC). Een unieke organisatie waarin natuur- en landbouworganisaties samen het beheer op zich nemen van de 2250 ha van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) in de Krimpenerwaard. D

D

e deelnemende organisaties zijn het Zuid-Hollands Landschap (ZHL), de Vereniging Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer Weidehof, de agrarische Natuurcoöperatie Krimpenerwaard (NCK) en de NVWK. Mede-ondertekenaars waren Tineke Vermeulen-Rehorst en Mart-Jan Verkaik namens de agrarische organisaties en Teunis Jacob Slob namens het ZHL. Door de ondertekening van de statuten was de formele oprichting van het NBC een feit. Het NBC is door de deelname van natuur- en agrarische organisaties tamelijk uniek en we zijn blij dat het zover gekomen is. Ruwweg de helft van het areaal wordt natuur, de andere helft natuur met extensief agrarisch medegebruik. Het beheercollectief heeft een tweeledige opdracht van de provincie gekregen: 1) Het beheer van de provinciale gronden binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN) in de Krimpenerwaard. 2) Het vormgeven van de samenwerking tussen de verschillende beheerders van het NNN-gebied (één loket). In aanvulling moeten we het water- en oeverbeheer vormgeven, om te kunnen voldoen aan de eisen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) en voor ondersteuning van de biodiversiteit in ‘het droge deel’, zoals de weidevogels.

H

et NBC wil medio 2021 volledig operationeel zijn. Het bestuur is nog niet compleet: we zoeken naar een onafhankelijk voorzitter en verwachten dat we deze binnenkort kunnen benoemen. Inzet is dat de provincie Zuid-Holland haar gronden in erfpacht overdraagt aan het NBC, nadat de gronden zijn ingericht. Het beheer van de gronden door de NBC tijdens de inrichtingsfase wordt geregeld in een samenwerkingsovereenkomst tussen provincie en NBC. Het beheerplan vraagt veel aandacht, omdat hier o.a. mestgift en de inzet van bestrijdingsmiddelen voor storingssoorten

worden beschreven, uitdagende kwesties voor het realiseren van het dubbeldoel in een deel van het gebied: natuur en agrarisch medegebruik. Vanuit de samenwerking in het NBC gaan we in overleg met de provincie over de ruimte die nodig is in beleid en regelgeving om dit te kunnen waarmaken. Andere zaken die we gaan uitwerken met provincie en hoogheemraadschap zijn de benodigde Ondertekening door Jaap Graveland monitoring en het ontwikkelen van water- en oevernatuur. Parallel hieraan werken de provincie en de stuurgroep aan inrichtingsmaatregelen die nodig zijn om te komen tot de beoogde uitgangssituatie voor het beheer en spreekt de provincie met individuele eigenaren om te komen tot een uitvoeringsovereenkomst voor zelfrealisatie.

V

oor de langere termijn heeft het NBC de ambitie om verwante activiteiten te ontplooien die bijdragen aan een duurzame leefomgeving. Voorbeelden: afstemming met het agrarisch natuurbeheer buiten het NNN, vermarkting van producten, beheer van overige natuurgebieden en landschapselementen, betrekken van vrijwilligers, burgers en bedrijven bij het natuurbeheer, en andere maatschappelijke doelen, zoals klimaatadaptatie, waterbeheer en recreatie. Het collectief gaat op korte termijn ook praktische zaken regelen zoals huisvesting, ICT, communicatie (o.a. via een website) en een startbijeenkomst in het gebied (uiteraard Coronaproof). De inzet van het NBC is er op gericht de natuurdoelen 12 jaar na aanvang en inrichting, dus vanaf 2034 te bereiken, deels met agrarisch medegebruik. Met de realisatie kunnen we een mooi voorbeeld van natuurinclusieve Bij de notaris. Van links naar rechts: bestuurssecretaris NBC Bas Addink, Jaap Graveland, Teu- presenteren nis Jacob Slob, Mart-Jan Verkaik, notarieel medewerker Willy Kok-Meerkerk, notaris Leo van landbouw. Informatie: jaap.graveland@nvwk.nl. D Veen en Tineke Vermeulen-Rehorst. WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 23


Actieplan Boerenlandvogels Hoe staat het met de uitvoering? Joke Colijn In het voorjaar van 2019 kwam na werken onder grote druk en onder begeleiding van Paul Terwan het Zuid-Hollandse Actieplan Boerenlandvogels gereed. Paul heeft al meerdere provinciale Actieplannen geschreven (Noord-Holland, Gelderland, Groningen), dus bracht veel kennis en ervaring mee. De groepen die aan het samenstellen van ons Plan deelnamen zijn de grote terreinbeherende organisaties (TBO’s) Staatsbosbeheer (SBB), het Zuid-Hollands Landschap (ZHL), en Natuurmonumenten (NM), de acht agrarische collectieven voor natuurbeheer in Zuid-Holland waaronder het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard (ACK) verenigd in BoerenNatuur (BN), De Groene Motor (DGM) én alle organisaties van vrijwilligers die weide- en akkervogels beschermen, zoals de NVWK in de Krimpenerwaard. Omdat inzichten voor goed natuurbeheer en prioritering van de beste maatregelen bij al die organisaties lang niet altijd parallel liepen, is het een enorme prestatie geweest om op zo’n korte termijn dit Plan mét alle regionale bijdragen vól met mooie voorstellen uit elk gebied, op tijd af te krijgen. De gemene deler verbond ons: zorgen dat de dalende boerenlandvogeltrend wordt gekeerd. Het gaat zoals bekend in veel gebieden slecht met de weidevogels, maar akkervogels als patrijs, kwartel en veldleeuwerik hollen ook achteruit vooral vanwege het verdwijnen van goede biotopen, dus namen we al deze bedreigde grondbroeders mee onder de verzamelnaam ‘boerenlandvogels’. D

B

ij een doel hoort een plan De provincie Z-H bepaalde in 2017 samen met andere weidevogelprovincies dat het aantal weidevogels in 2027 minimaal gelijk moest zijn aan dat in 2015. Eerst hebben we met alle partijen gewerkt aan de Verbeterplannen, maar die kwamen door diverse oorzaken niet van de grond bij de provincie. Maar vaststellen van doelen heeft alleen zin als je een plan maakt om die doelen te halen; we schoven maar weer aan tafel en dat resulteerde toen in het Actieplan, met als bijlagen alle gebiedsplannen. Alle plannen staan op onze NVWK-website onder het Nieuwsbericht van 15 november, en onderaan op de pagina van de Weidevogelwerkgroep. De kracht van het Actieplan schuilt vooral in het feit dat het gedragen wordt door alle belanghebbende organisaties in Zuid-Holland (Z-H), iedereen werd er aan de oren bijgesleept. Het Plan heeft een doorlooptijd van 2019-2027 en er is per jaar ong. 3 miljoen nodig om alle plannen successievelijk te realiseren, naast eenmalig 8 miljoen. Niet alles tegelijk is juist prima, er is bij de diverse organisaties immers geen capaciteit om de plannen in één keer uit te werken, aan te besteden en uit te voeren. Elk jaar bezig zijn om een aantal mooie plannen uit te voeren zou juist prachtig zijn.

M

2019 waarvoor nog geen doelen waren gesteld, maar dat al wel gelabeld was voor het Actieplan. Daarvoor ging het Kernteam snel opnieuw projecten aandragen die het snelst goed resultaat zouden opleveren. Voor het ZHL werd dat de verbetering van de inrichting van De Nesse, met als doel optimalisering van beheer en vernatting. We waren blij toen in september de brieven met toezeggingen bij de aanvragers in de bus vielen, men kon van start!

G

een geld voor 2020 en verder… Echter: voor 2020 zelf kwam geen openstelling meer voor

ooi weer spelen in 2020 met geld uit 2019 Nadat het Actieplan begin 2019 in de laatste bijeenkomst van de vorige Provinciale Staten (PS) werd aangenomen, kwam er gelijk een geldbedrag bij: 3,1 miljoen voor datzelfde jaar. Er werd een Kernteam gevormd met vertegenwoordigers van alle partijen voor uitvoering van het plan. Van het geld zijn al mooie dingen gedaan zoals herinrichting en vernatting van gebieden Na de verkiezingen belandde het Plan onder de huidige Staten echter in de la. De openstelling van bijna € 1,5 miljoen die met zoveel tamtam werd aangekondigd in de pers afgelopen Grutto op een paal, een vertrouwd beeld. We doen ons uiterste best om dat zo te mei, was niets anders dan de ‘rest’ van het bedrag uit houden. Foto: Bernard de Jong

24

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020


subsidieaanvragen, en voor 2021 was er de zeer onzekere belofte van de nieuwe gedeputeerde van Groen Links om te bekijken of er geld kon worden gevonden… voorlopig had hij nog niets. Laat staan dat er structureel geld werd begroot voor uitvoering tot en met 2027. Dit is bijzonder ongelukkig, demotiverend en risicovol. Ongelukkig, omdat het vertrouwen in onze bestuurders wordt geschaad. Het Actieplan was immers aangenomen door PS in 2019. Demotiverend, omdat we zonder uitvoering van het Actieplan de afname van de weidevogelstand alleen vertragen en ons dus voor een verloren zaak inspannen. Terwijl alles wat tot nu is besteed, uiteindelijk weggegooid (belasting)geld is. Risicovol, omdat gebrek aan sturing en ondersteuning door de PZH de samenwerking van vrijwilligers met collectieven en TBO’s onder druk zet en kan leiden tot afhaken. We werken wel beter samen dan ooit, maar de verschillen van inzicht over de rol van predatie, over voldoende goed beheer, kruidenrijkdom en het voortetterende stikstofprobleem maken de relatie in elk gebied kwetsbaar. Onze voorzitter Jaap Graveland en ik besloten op de valreep dat ik ging inspreken in de Statencommissie voor Klimaat, Natuur en Milieu op 7 oktober jl,. waar de Najaarsnota werd behandeld. Vanwege de haastklus stelden we last-minute nog de Kernteamleden op de hoogte, het ACK en Alex Ouwehand, directeur van de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH). Naar aanleiding van het inspreken zijn er door diverse Statenleden kritische vragen gesteld aan de huidige gedeputeerde van Groen Links Berend Potjer, die meer affiniteit heeft met de energieopgave in Zuid-Holland dan met natuur. Mmm… ben je dan niet beter Grijs Links?

I

nspreken werkt! De inspraakronde bracht een balletje aan het rollen. Statenlid voor Groen Links Ariette Kasbergen wilde samen met mij een filmpje opnemen dat we zouden verspreiden via Social Media. Dat filmpje is o.a. te vinden op onze website in het Nieuwsbericht van 4 november (wel even bekijken!). Alex Ouwehand stelde een flink aantal uren beschikbaar van Louise Bokhoven, werkzaam bij de NMZH. Louise heeft een maand lang enorm goed werk verricht door (digitale) bijeenkomsten voor te bereiden, concept-teksten te schrijven, de onderlinge contacten strak te onderhouden, steeds updates rond te sturen, uitzoekwerk te verrichten en Statenleden te benaderen. Daardoor konden op 4 november opnieuw drie insprekers goed beslagen ten ijs komen in de commissie Klimaat, Natuur en Milieu van PS. Ze hebben impact gemaakt. Het door Ariëtte Kasbergen ingediende amendement om 1,4 miljoen uit de positieve begroting voor 2021 te bestemmen voor het Actieplan, werd ondersteund door maar liefst negen politieke fracties en hoefde niet eens in stemming te worden gebracht! Gedeputeerde Staten namen het over en daarmee is dat beklonken. Nu kan het Kernteam weer snel aan de bak om daarvoor goede plannen te selecteren.

E

n het Aanvalsplan Grutto dan? In 2019 lanceerde voormalig minister Pieter Winsemius (van Vrom, VVD) het Aanvalsplan Grutto. Hij schrijft: “Aanval is de laatste verdediging om de grutto te redden. Met het bestaande natuur- en landbouwbeleid redden we de grutto en andere weidevogels niet. Er is een frontale aanval op verschillende fronten nodig om de grutto te redden: in de grutto-kansgebieden moeten beheer en inrichting optimaal worden afgestemd op het behoud van de weidevogels.” En: “De weidevogelstand in ons land gaat zó hard achteruit dat Nederland aankoerst op lege weilanden zonder vogels. De grutto,

onze nationale vogel, dreigt uit ons land te verdwijnen. Overheden, rijk en zes weidevogelprovincies moeten nu de regie nemen om samen met boeren en natuurbeschermers weidevogels te behouden én om aan onze internationale verplichtingen te voldoen. Daar zijn stevige maatregelen en extra middelen voor nodig.” Hij heeft natuurlijk gelijk, want Nederland heeft internationaal een grote verantwoordelijkheid als broedgebied voor de grutto en de scholekster. Het aantal weidevogels is nu nog maar zo’n 40% van dat in de 70-er jaren, van soorten als patrijs en veldleeuwerik leeft hier nog maar 10% en veel soorten als kemphaan en watersnip zijn al helemaal verdwenen als broedvogel. Winsemius besloot dat de tijd opnieuw rijp is voor aandacht voor zijn Plan en bood het afgelopen woensdag 18 november aan minister van Landbouw Carola Schouten. Er was ook aandacht voor bij Vroege Vogels en o.a. in Trouw. Het staat boordevol goede ideeën om boeren een goed verdienmodel te garanderen met optimaal weidevogelbeheer. Met een gezamenlijke aanpak moeten landelijk 30 grote weidevogelgebieden worden geselecteerd van elk zo’n 1000 ha. Dit plan gaat uit van een overheid die uitvoert. Uiteindelijk zou zo’n sterke aanpak sneller werken en ook onze voorkeur genieten, maar omdat de overheid blijft decentraliseren waardoor problemen in elk gebied opgelost moeten worden, is het toch weer aan de organisaties in de gebieden om met voorstellen te komen. Het Aanvalsplan Grutto sluit natuurlijk het Actieplan Boerenlandvogels niet uit! Het onderbouwt des te meer hoe hoog de nood is voor de vogels, dus is het prima om de druk ook van die kant hoog te houden.

S

tructureel geld voor Actieplan haalt meer doelen Wij zijn allemaal heel blij dat het onderwerp Actieplan Boerenlandvogels in elk geval weer op de politieke agenda staat! De provincie heeft met de Visie Rijke Groenblauwe Leefomgeving een ambitieuze invulling gegeven voor natuur en water in de Omgevingsvisie, waar ook de NVWK veel inzet en input voor heeft geleverd. Ook heeft de PZH als doelstelling natuurinclusieve landbouw geformuleerd voor 2050. De PZH moet op korte of langere termijn meer doelen halen: klimaatdoelen, biodiversiteitsdoelen, stikstofreductie, CO2-reductie, verminderen bodemdaling, KaderRichtlijn Waterdoelen… en al deze doelen kosten vele tientallen miljoenen meer dan ons Actieplan. Hoe mooi is het dan dat met alle goede plannen uit het Actieplan ook deze doelen zijn gediend? Het is toch nauwelijks voor te stellen dat hierover nog moeilijk gedaan moet worden! Inmiddels staan we voor de benodigde financiering van de uitvoering van de plannen uit het Actieplan met ruim 4,5 miljoen achter (2020 € 3 en 2021 € 1,6 miljoen), bovenop de eenmalige 8 miljoen. Er staat gelukkig bij de toelichting van het amendement wel dat er de coalitie-afspraak voor het Programma Groen is om structurele financiering voor langer lopende programma’s te vinden. Wij nemen nu even adempauze, maar gebruiken dit opstapje en er zal waarschijnlijk bij de voorjaarsnota opnieuw actie nodig zijn voor structurele inbedding van het benodigde budget. Ik besluit maar met mijn slotzin uit de inspraakreactie van 7 oktober: Voor de geloofwaardigheid van de provincie, voor blijvende inzet en samenwerking van alle genoemde organisaties, voor behoud van akker- en weidevogels én voor bredere CO2, stikstofen biodiversiteitsdoelen in Zuid-Holland, dient de provincie commitment te tonen en tenminste het benodigde budget voor het Actieplan ter beschikking te stellen. D

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 25


Onderzoek naar de torenvalk De eerste resultaten Tekst en foto’s voor zover niet anders vermeld: Dirk-Jan Saaltink Zoals eerder vermeld in de Waardvogel van februari, is de roofvogelwerkgroep dit jaar gestart met onderzoek naar de torenvalk. Doelstelling van dit onderzoek is meer te weten te komen over het broedsucces van de torenvalk in de Krimpenerwaard. Dit jaar hebben we de eerste kasten bezocht met onze camerastok. Graag vertellen we hier over onze eerste ervaringen en resultaten. D

D

e torenvalk is een roofvogel die van oudsher bij het veenweidelandschap hoort. In de Krimpenerwaard is de torenvalk als broedvogel nog een goede bekende, maar nationaal gezien gaat het hem niet goed: de torenvalk staat sinds 2017 op de Rode Lijst en blijft in aantal afnemen. Deze kleine valken jagen op veldmuizen boven open grasland en broeden vaak rondom erven in oude kraaiennesten, holtes of nestkasten. Op de buizerd na is de torenvalk de meest algemene roofvogel in de Krimpenerwaard. We weten echter weinig van het broedsucces van de torenvalk. Hoeveel broedparen zijn er in de polder? Hoeveel eieren leggen zij en wanneer start de eileg? Hoeveel jongen vliegen er vervolgens uit? Waar gaan die jongen uiteindelijk naar toe?

D

e roofvogelwerkgroep is in drie teams opgedeeld die elk alle bekende kasten in eenderde van de Krimpenerwaard inventariseren. Om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden hebben we nesten bezocht met een glazenwassersstok van 8 meter met daarop een compact camera

Inhoud van de rugzak voor het veldwerk. Naast de stok en camera ook papieren nestkaarten, kompas, registratiebewijs van Sovon, fototabel met leeftijden van torenvalkkuikens en handschoenen voor tijdens het ringen. 26

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020

Het vroegtijdig inspecteren van het broedsel geeft informatie over het legbegin en legselgrootte.

met wifi. Via een app op de smartphone kan de camera op afstand bestuurd worden. Zo kunnen we vanaf de grond in de torenvalkkast kijken en foto’s nemen van de inhoud. We hoeven zo niet naar de nestkast te klimmen en kunnen het bezoek aan de kast zo kort mogelijk houden, waardoor het torenvalkpaar zo min mogelijk gestoord wordt. De gegevens noteren we op een papieren nestkaart van Sovon. Thuis worden die gegevens ingevoerd naar digitale nestkaarten op nestkaart.nl, waar een aparte omgeving is aangemaakt voor de NVWK-werkgroep. Zo kunnen we de gegevens eenvoudig doorsturen naar Sovon. Naast het bijhouden van de nestinhoud, zijn waar en wanneer mogelijk de jongen geringd door de ringers van Nebularia. Uiteraard gaat dit niet zonder de gastvrijheid van terreineigenaren met een torenvalkkast op hun erf. Gelukkig staan zij bijna altijd positief tegenover het bezoeken van de kasten. Door het gebruik van de camera kan ook de eigenaar live meekijken naar de actuele stand van zaken in de kast. Ook het ringen kan rekenen op brede belangstelling. Wij kunnen daarentegen vaak weer gebruik maken van een ladder ter plaatse. Dankzij de telescoopstok is een ladder


Vijf of zes jonge torenvalken?

Nest met vijf jonge torenvalken in het Beijersche, bijna klaar om uit te vliegen

alleen nog nodig als de jongen in de kast geringd worden, maar die is dan wel cruciaal. De kasten hangen op zo’n 5-6 m hoogte, dus een keukentrapje voldoet niet! Er zijn behalve een beschikbare ladder nog andere factoren die meespelen op het kritische moment dat de vogels geringd kunnen worden: is er een ringer die tijd heeft, en is het gelukt om de erfeigenaar tijdig te informeren.

Een tweede leuke verrassing was een door Erik Kleyheeg getipt boomnest met torenvalken. Hoewel we op basis van territoriumwaarnemingen wel vermoeden dat er ook paren zijn die niet in kasten broeden, blijft het vinden van die nesten toch best lastig. Gelukkig hebben we dit nest een aantal keer kunnen bezoeken. Er zijn uiteindelijk twee jongen uitgevlogen. In totaal hebben we vijftien nestkasten bezocht in opgeteld vijfenzestig bezoeken. Dertien kasten hebben succesvol jongen groot gebracht (N=55, gemiddeld 4,2 jongen per nest). Twee kasten zijn voortijdig mislukt. Van acht kasten zijn de jongen geringd (N=33). Op basis van het aantal eieren per bezoek in vijf kasten hebben we een gemiddeld legbegin kunnen berekenen. Dit was 26 april 2020. Het gemiddelde legselgrote is gebaseerd op zes nesten en komt uit op 4,5 ei per nest. Al met al geen slechte score.

O

p 17 april hebben we de eerste twee eieren aangetroffen. Ruim vijf weken later troffen we ook de eerste jongen aan. In de vroege kuikenfase is het nog best lastig om op basis van een foto het aantal kuikens dat in een kluitje op elkaar zit, goed te schatten. Gelukkig gaat dit naarmate ze groter worden veel beter, al is het ook dan af en toe nog goed kijken. Het is sowieso iedere keer weer een verrassing wat er te zien zal zijn. Als er geringd wordt kunnen we het aantal kuikens pas echt goed tellen. De eerste jonge torenvalken zijn op 11 juni geringd. Soms is het bezoek teleurstellend. In twee gevallen was de kast plotsenling leeg. Geen eieren of kuikens, terwijl het nog veel te vroeg is voor uitgevlogen jongen. Het blijft speculeren als er geen enkel spoor meer is te vinden van de eieren en kuikens, maar predatie is de meest voor de hand liggende verklaring.

W

r zijn ook hele leuke verrassingen, zoals het zien van een mannetje torenvalk met kleurring. De ring is uitgelezen door de terreineigenaar en de betreffende torenvalk man bleek te zijn geringd in 2018 nabij Purmerend. Wij hopen volgend seizoen onze torenvalken ook te kunnen voorzien van kleurringen, zodat het terugmelden van ringen ook bij leven van de vogels mogelijk is.

e hebben veel geleerd van dit eerste jaar. We hebben het bezoeken van nesten met een camerastok kunnen uitproberen. Tevens is het digitaal verzamelen van gegevens mogelijk gemaakt en toegepast. We hopen volgend jaar met meer camerastokken en alle teams het veld in te trekken om zoveel mogelijk kasten te bezoeken. Er hangen namelijk meer dan 80 torenvalk kasten verspreid over de hele Krimpenerwaard. Gelukkig hebben we subsidie ontvangen van het IJsvogelfonds en de gemeente Krimpenerwaard zodat we meer stokken, camera’s en telescoopladders kunnen aanschaffen. Deze materialen zijn bepalend om met zo weinig mogelijk verstoring in de torenvalkkasten te kunnen spieken en de gewenste data te verzamelen. Ook kan dan elk team van de werkgroep in alle gevallen naar een te ringen kast klimmen. D

Twee torenvalkpullen in een boomnest Een dergelijk nest is minder droog dan een kast met dak...

Het ringen van een torenvalkjong met een metalen ring. Foto: Max Ossevoort

E

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 27


Natuurbeheer in de praktijk (1) Greppels en peilbeheer Tekst en foto’s: Rudi Terlouw Tijdens de recent gehouden ledenvergadering van de Natuur- en Vogelwerkgroep werden o.a. vragen gesteld over het uitvoerend natuurbeheer. De vraag werd gesteld in de context van de positie die de vereniging inneemt bij het recent opgerichte Natuurbeheer Collectief Krimpenerwaard. Duidelijk werd dat er onder de leden belangstelling is voor informatie en achtergronden met betrekking tot dit onderwerp. Meer informatie geeft meer inzicht in het hoe en waarom. Zoals: waarom wordt de ene oever wel gemaaid en blijft de andere overstaan. Waarom wordt soms al in het broedseizoen gemaaid en wat bepaalt de keuze tussen weiden of maaien. D

I

n de komende Waardvogels willen we algemene informatie verstrekken over het waarom, hoe en wanneer, maar ook de soms lastige keuzen die moeten worden gemaakt toelichten. Informatie ook in de breedte, waarbij onderdelen soms in het beheer binnen de natuurbegrenzing (NNN) of binnen gebieden met Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer (ANLb) toepasbaar zijn. Maar ook bespreken we verschillende onderdelen die prima in gangbaar agrarisch beheer kunnen worden geïntegreerd en die soms ook al worden toegepast. We richten ons wel specifiek op veenweiden-grasland beheer. Beheer op en kleibodems zal in veel gevallen heel anders moeten plaatsvinden. De basis voor de beoogde artikelen zal bestaan uit een aantal Factsheets uit onze bedrijfsvoering. Deze zijn opgesteld in de periode 2013- 2018, waarbij we voor een tweetal grotere terrein beherende organisaties vier themagerichte coaching dagen per jaar hebben verzorgd voor de terreinbeheerders van veenweiden grasland reservaten. De gedachte is om de artikelen te laten aansluiten bij het seizoen. Thema’s kunnen zijn: mesten, maaien en weiden, oeveren slootbeheer, soortspecifieke werkzaamheden en kleine elementen, etc., etc. Als eerste thema kijken we specifiek naar inrichting en beheer van greppels met hier en daar wat uitstapjes naar het aanpalende peilbeheer. Greppels zijn misschien wel het meest ondergewaardeerde element vanuit natuurbeheer, zelfs bij sommige overheden wanneer het aankomt op de inrichting en op beheersubsidies voor greppels. Iets waar wij al tegen aan liepen tijdens onze periode als beheerder, maar wat ook nu in onze dagelijkse praktijk nog regelmatig tot discussie leidt.

Het frezen van greppels

N

iet iedere greppel is een ‘greppel’ grep·pel (de; v(m); meervoud: greppels) 1 ondiepe gegraven

28

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020

geul, veelal voor het afvoeren van regenwater (bron: onze taal). Over greppelaanleg en onderhoud is in het natuurbeheer soms veel te doen. In natuurinrichtingsplannen wordt soms de aanleg of het herstelbeheer aan greppels buiten de subsidiabele kosten gehouden. Greppelbeheer wordt nog te vaak geïnterpreteerd als een werk dat ten dienste staat van het agrarisch (mede)gebruik, waardoor het niet wordt toegestaan of de uitvoering van deze werkzaamheden wordt verlegd naar de grondgebruiker van het perceel. Een gemiste kans. Een greppel in een graslandgebied met natuurfunctie kan zoveel meer zijn dan een ondiepe gegraven geul voor het afvoeren van regenwater. In alle gevallen, of het nu het agrarisch grasland of natuurgrasland betreft, geeft een greppel een stukje extra bodemreliëf. Mits de greppelranden niet te steil zijn en de greppel niet te diep is maken kuikens van weidevogels dankbaar gebruik van de beschutting en bescherming die greppels bieden. Dat de veelal onbegroeide bodem en talud van de greppel ook regelmatig huisvesting biedt aan spinnen en kevertjes geeft extra voedselbeschikbaarheid. In het bijzonder bij somberder weer als er minder insecten vliegen, is er in de beschutting van de greppel hierdoor voedsel beschikbaar. Door de in grote delen van het jaar wat nattere bodem zit het bodemleven hoger, waardoor ook volwassen weidevogels hier makkelijker voedsel kunnen vinden. In het bijzonder de soort tureluur maakt hier regelmatig gebruik van. Naast weidevogelkuikens maken ook hazen en hun jongen gebruik van greppels om beschutting te zoeken en is de omgeving van de greppel vaak net wat kruidenrijker. Als hierop wordt geanticipeerd door de greppelranden niet geheel mee te maaien bij de eerste snede neemt de waarde snel toe. Kortom in alle gevallen, ook bij een agrarische aanleiding, dragen greppels bij aan extra structuur, voedselbeschikbaarheid en aanvullend habitat in graslandgebieden. Maar er kan zoveel meer wanneer de greppel als onderdeel van de natuurinrichting en het natuurbeheer wordt beschouwd. Van belang is dat de greppels iets anders worden aangelegd en beheerd dan traditioneel agrarisch. Aspecten die daarbij van belang zijn, zijn o.a. diepte, afwateringsrichting en profiel van de greppel. Ook aanleghoogte, in relatie tot het voorgenomen waterpeilbeheer, afschot en afschotrichting van de greppelbuis bepalen de werking en natuurfunctie van de greppel. Helaas is hier nog steeds weinig aandacht voor bij zowel de inrichting als het beheer van natuurgebieden.


W

at voorbeelden:

1. Traditionele greppel Greppel smal, talud 1:1, diepte 0.20-0.30m . Profileren onder afschot naar greppelbuis, de greppelbuis boven oppervlaktewaterpeil aanbrengen en greppelbuis met een afschot van 0,5 cm per 2.00 m1. 2. Geprofileerde greppel, al dan niet met greppel plasdras in enig seizoen Nadat de greppel is gefreesd wordt de randzone over een breedte van 2.00 meter in flauw talud geprofileerd met een wallenfrees of graafmachine, zodat flauwe gradiëntrijke ‘greppeloevers’ ontstaan. 3. Afvoer vertragende greppel De greppel maaiveld volgend of in vlak profiel frezen, al dan niet voorzien van flauwe oevers. Afwatering vertragend doordat niet onder afschot is gefreesd. Hierdoor zal op delen water bij geringe neerslag lokaal stagneren en in lager tempo afstromen bij grotere hoeveelheden neerslag. 4. Waterhoudende greppel, al dan niet seizoengebonden en/of waterpeil gestuurd De greppel is (geheel of gedeeltelijk) met het afschot van de greppelbuis af gefreesd, waardoor neerslagwater wordt vastgehouden in de middelste delen van de greppel en in de bodem kan infiltreren. Hierdoor is er frequenter een nattere gradiënt en vochtige tot natte bodem rond greppeldelen

aanwezig. Aandacht: in veel veengebieden met een fosfaatrijke bodem bestaat het risico op pitrus ontwikkeling. Het maaibeheer dient hierop te worden afgestemd bij de keuze voor dit type greppel. 5. Water aanvoerende greppel, jaarrond of seizoengebonden Greppel kan zowel afwaterend, vlak, als inwaterend worden gefreesd afhankelijk van doel detaillering. De positionering van de greppelbuis is in deze situatie van bijzonder belang. Deze dient te zijn afgestemd op het beoogde peilbeheer. Indien in zomer en najaar vanuit beheerdoelstellingen een snelle afvoer van regenwater van belang is en de greppel ’s winters een ‘natte voet’ mag hebben (denk bijvoorbeeld aan weidevogelbeheer) dient de greppel afwaterend te worden gefreesd en de greppelbuis boven het zomerpeil, maar onder het winterpeil te worden aangelegd. De greppelbuis krijgt een beperkt afschot in de richting van de watergang. Bij het winterpeil kan water infiltreren terwijl in de periode van vegetatiebeheer neerslagwater vrij kan afstromen. 6. Kwel aansnijdende greppel In gebieden waar kwel net onder de oppervlakte aanwezig is kan de bodemweerstand worden verkleind door bij het aanleggen van greppels een extra ‘woeler’ of ‘bodem insnijdende strip’ onder de schuifbak van de greppelfrees aan te brengen. Doordat hiermee de bodem weerstand wordt verkleind kan de greppel ‘kwel aansnijdend’ worden, wat in het bijzonder bij botanische doelstellingen, een extra kwaliteitsimpuls voor de natuurdoelen kan toevoegen.

Van links naar rechts en van boven naar beneden: ‘volle’ greppel; actieve aflaat greppelwater voorafgaand aan beheer; greppelbuis onder waterpeil geeft permanente inundatie; aansnijden van kwel in greppel

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 29


B

eheer Wanneer op bovenstaande manier vooraf over de aanleg wordt nagedacht krijgt de greppel in natuurgebieden een heel andere betekenis dan de landbouwkundige functie die vanuit het verleden gebruikelijk was. Het heeft naast nadenken over de inrichting en de doelstelling bij de inrichting echter ook consequenties voor het beheer. Het natuurbeheer is bij veel terrein beherende organisaties in de afgelopen decennia in hoog tempo veranderd van uitvoering in eigen beheer, naar aannemersbeheer en het verleggen van werkzaamheden naar grondgebruikers. Hierbij is het systeem van ‘resultaatgestuurd beheer’, deels verschoven naar ‘kostengestuurd beheer’ mede onder invloed van bezuinigingen op het natuurbeheer. Het betekent echter ook dat sterk is ingeleverd op maatwerk, flexibiliteit en natuurkwaliteit. Dit geldt overigens ook voor het beheer bij oeverschoning, verdiepingswerken aan watergangen en maaibeheer, al is dit laatste moeilijker via direct eigen beheer te managen voor natuurbeheerders. Het eenvoudigweg in het pachtcontract opnemen dat “de slootoever jaarlijks met de maaikorf of ecoreiniger conform de keur van het waterschap moet worden geschoond” is veel te kort door de bocht, evenals de vermelding in veel pachtcontracten dat “greppelwerken zijn voor verantwoording en rekening van de pachter”. Bij het schonen van de oever kan bijvoorbeeld een jaar overslaan zeer gewenst zijn. Ook het toepassen van de in natuurkringen verguisde kantenfrees (hemos) kan in sommige gevallen een prima aanpak blijken te zijn. De veel gepromote maaikorf is op oevers met dotterbloemen daar en tegen een zeer slechte keuze. Niet het type machine, maar de situatie waarin, de wijze van toepassen van de machine in combinatie met de aansturing van de machinist en niet in de laatste plaats de periode van uitvoering in relatie tot weer, seizoen en/of jaar-specifieke omstandigheden bepaalt het ecologisch resultaat. Het is pachters van natuurgebieden met verlegde werkzaamheden en machinisten van loon- en aannemersbedrijven niet aan te rekenen dat zij, bij de omschrijvingen zoals die in de meeste pachtcontracten en opdrachtverleningen worden vermeld, deze werkzaamheden traditioneel en dus op agrarische wijze uitvoeren.

natuurkwaliteit van de graslanden in hoge mate. Door een strook langs de greppels niet mee te maaien in combinatie met goed greppelbeheer ontstaat kwalitatief hoogwaardig kuikenland in weidevogelgebied. Om dit te realiseren dient de begeleiding zich sterk te richten op een constante communicatie over het hoe en waarom werkzaamheden worden uitgevoerd.

P

eilbeheer in relatie tot greppelsystemen Naast de machinekeuze en de uitvoeringswijze is in het specifieke geval van greppels (maar ook bij oeverinrichting en -beheer) het begeleiden van het oppervlakte waterpeil van groot belang. Als er wordt gekozen voor actief water afvoeren bij grote hoeveelheden neerslag moet de greppelbuis wel boven het waterpeil staan. In het bijzonder bij neerslag in de maaien naweideperiode is het van belang dat dit tijdig kan worden uitgevoerd zodat de percelen kort gemaaid of begraasd de winter in kunnen gaan. Opzetten van het peil is dus niet iets van datum X, maar dient te worden gerelateerd aan de mate van gewashoogte in de graslanden, voortgang van de werkzaamheden aan greppels en oevers en de gewenste functie van de greppels. Bij een klimaatontwikkeling waarin de gewasgroei langer in het najaar aanhoudt, zal ook de datum van peilopzet naar het winterpeil later in het seizoen moeten gaan plaatsvinden. Anderzijds is het van belang dat het peilbeheer bij greppelsystemen die in het voorjaar moeten inunderen is afgestemd op de hoogteligging van de greppelbuis. Deze moeten niet te snel droogvallen in het voorjaar omdat het effect op inundatie met oppervlakte water daarmee teniet wordt gedaan. Hoewel het belang van peilbeheer in natuurgebieden nergens ter discussie staat is de interpretatie en uitvoering van het peilbeheer in veel natuurgebieden matig tot lokaal zelfs slecht. Soms komt dit doordat het peilbeheer vanuit het waterschap gevoerd blijft worden en de betreffende waterschapmedewerker dit logischerwijs vanuit zijn professie en opdracht als waterschapper toepast (prioriteit voor bebouwd gebied en productieland, daarna pas natuur). Veelal is het peilbeheer vanuit het waterschap ook juridisch gestuurd door de systematiek van peilbesluiten en de rechten die hieruit door derden kunnen worden geclaimd.

H

oe dan wel? Voor het beheer van graslandreservaten is het van belang dat regie wordt gevoerd vanuit de natuurdoelstelling. Hierbij levert het extra natuurresultaat op als bij essentiële werkzaamheden de regie in eigen beheer blijft. Minimaal de aspecten verdiepen van watergangen, schonen van oevers van watergangen en het greppelbeheer worden idealiter buiten de verlegde werkzaamheden aan pachters gehouden en in eigen beheer uitgegeven en aangestuurd op basis van maatwerk naar doelstelling en perceelsituatie. Vaak horen we dat dit ‘veel werk’ is, maar bij een goede kennis van de percelen (dat is niet alleen waar ze liggen, maar ook grondsoort, drooglegging en actuele en potentiële natuurkwaliteiten), de mogelijkheden van de machine en de communicatievaardigheid naar de uitvoerders, én nadat het eenmaal systematisch is opgezet, is dit niet het geval. Eén persoon kan voor circa 500 tot 700 hectare aan werkzaamheden op één werkdag in beeld brengen. Bij voorkeur wordt ook het maaibeheer actiever aangestuurd. Anticiperen op vogels, maar ook op plaagsoorten en stimuleren door regelmatige een aanhoudende communicatie dat steeds op hoge stoppel moet worden gemaaid, verbetert de

30

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020

Een stukje indrogend plas-dras, ideaal voor foeragerende steltlopers

Anderzijds is het peilbeheer bij veel natuurbeheerders die zelf de hand aan de waterknop kunnen hebben veel te traditioneel en wordt veelal datumvolgend gewerkt; peilcontrole en peilbeheer vormt geen vast (dagelijks) onderdeel van de werkzaamheden. Wanneer er een flexibel peilbeheer is vastgesteld dan mag en kan de ruimte tussen hoog- en laag peil volledig worden benut. Hierdoor kan er worden geanticipeerd op de vegetatieontwikkeling, het weer en specifieke situaties. De gedachte dat ‘het peil hoog staat en dus wel goed is’, is ook hier


Dit beheer dient dus steeds op basis van maatwerk te worden gedetailleerd en uitgewerkt in relatie tot de verschillende doelen bij het opstellen van de inrichtingsplannen. Al met al verdient ook het peilbeheer in gebieden met een hoofdfunctie natuur, veel meer aandacht dan alleen het instellen van een hoog waterpeil met een datumlijstje wanneer het moet worden omgezet. Het heeft permanente aandacht nodig van de man in het veld. Daarnaast kunnen greppelaanleg en greppelbeheer hier niet los van worden gezien. Zoals voor alle inrichtingsmaatregelen ten bate van natuur geldt ook hier: ‘inrichten levert slechts 30% van de doelstelling op. Het uiteindelijke doelresultaat wordt voor 70% bepaald door het opvolgend beheer’. D

Peilbeheer in natuurgebieden behoeft permanente aandacht van de man in het veld en blijft een zaak van maatwerk en ‘fingerspitzengefühl’.

weer veel te kort door de bocht. Peilbeheer in natuurgebieden is dan ook een zaak van permanente aandacht (minimaal eenmaal per twee weken een check op actuele situatie en noodzaak tot anticiperen), ‘fingerspitzengefühl’ en dagelijks volgen van het middellange termijn weerbericht. Hoe vaak wij ’s avonds of in het weekend nog even het terrein in zijn geweest om een afsluiter open of juist dicht te draaien of een negentig graden bochtstuk iets om te zetten is niet te tellen.

W

at lastig is bij het natuurbeheer in veel veenweidengebieden, is dat in veel situaties meerdere natuurdoelen worden nagestreefd binnen één ‘peilgebied’. Ecologisch is deze mozaïek zeer waardevol, maar in de praktijk soms lastig te beheren, zeker in gebieden met een bij aanvang al kleinere drooglegging. Wanneer er bijvoorbeeld voor een botanische doelstellingen is afgeplagd om de fosfaatverzadigde laag te verwijderen is er in veel veenweidengebieden (te) weinig ruimte over om de gewenste peilflexibiliteit te kunnen realiseren om een optimaal greppelbeheer te kunnen voeren. Ook kan de afvoer van verzurend neerslagwater in de zomermaanden van deze botanische percelen soms minder goed worden gefaciliteerd in relatie tot de gewenste waterpeilen in de weidevogelgebieden. Anderzijds bieden ook hier greppelsystemen toegespitst op botanische al dan niet geplagde percelen mogelijk juist een oplossing. Hiervoor is meestal wel een bepaalde mate van compartimentering binnen het peilgebied noodzakelijk. En ja, dat vraagt weer extra aandacht en alertheid voor het beheer om tijdig te anticiperen.

Omgevingsvisie ter inzage Frans van der Storm, secretaris

Sinds 2 december ligt de Omgevingsvisie van de gemeente Krimpenerwaard ter visie. Hierin heeft de gemeente vastgelegd welke toekomstige ontwikkelingen zij zien voor de leefomgeving. Deze visie geeft richting aan ruimtelijk-maatschappelijke ambities en opgaven. Tot en met 19 januari 2021 heb je de gelegenheid een zienswijze in te dienen. Ook de NVWK zal de visie beoordelen en zo nodig haar visie indienen. Maak gebruik van de kracht van de vereniging en laat ons weten wat je vindt van de visie, zodat we onze zienswijze nog sterker maken. Via de nieuwsberichten op de site kun je gemakkelijk de pdf ‘omgevingsvisie Krimperwaard’ vinden. Stuur je reactie naar werkgroepRO@nvwk.nl D WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 31


Het wel en wee van onze uilen Wisselende resultaten in 2020 Bas ‘t Hart

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: 2020 was voor de uilen in de Krimpenerwaard ronduit een mager jaar. Natuurlijk leert Corona je onder meer om te relativeren, er het beste van te maken en dat geldt eigenlijk ook voor de uilenwerkgroep. We hebben dit jaar ondanks de lockdown(s) best veel kunnen doen, mede omdat we dit jaar versterkt zijn met een aantal nieuwe enthousiaste leden! z

R

oestplekken ransuilen Erg leuk aan het eind van 2019 en het begin van dit jaar was uiteraard de roestplek van ransuilen in het Loetbos, waar een tijd lang zo’n 20 tot 25 ransuilen (en ook één velduil) verbleven. Ze zorgden voor veel bekijks en lokale publiciteit. We hebben ons wel wat zorgen gemaakt over de aanloop die dit opleverde, maar het leek niet echt voor verstoring te zorgen. Van ransuilen is bekend dat ze in de winter in kleinere of grotere groepen bij elkaar zitten (soms met meer dan 100 uilen tegelijk), om na de winter weer uit te zwerven. Vaak is zo’n roestplek niet ver van de bebouwde kom of daar zelfs middenin, zonder dat de uilen zich al te veel van langslopend volk aantrekken. Net buiten de Krimpenerwaard zat een tijdlang ook zo’n groep. Deze plek was niet in het bos maar aan de rand van een dorp. Die groep was bijna twee keer zo groot en kon van echt heel dichtbij bewonderd worden. Om meer te weten te komen over de roestplekken van deze prachtige dieren roepen we ook dit jaar weer uw hulp in bij onze zoektocht naar deze plekken in de Krimpenerwaard (zie de oproep van de uilenwerkgroep op pagina 43).

N

estkastcontrole steenuilen Met inachtneming van de coronaregels hebben we in de loop van het voorjaar alle locaties van de steenuilen goed kunnen nalopen. Het scheelt natuurlijk dat die locaties (nestkasten) zich altijd buiten bevinden en afstand houden goed te doen is. En een mondkapje (toen nog geen regel) en handen wassen is trouwens ook niet zo’n gek idee als je ziet wat er zoal in een nestkast ligt:

Ransuil, foto: Robbert Koornwinder

G

een goed muizenjaar Eerlijk is eerlijk, na het topmuizenjaar 2019 was ook wel te verwachten dat er minder uilen zouden broeden en dat het broedsucces lager zou zijn. Ook hadden we te maken met slechte weersomstandigheden aan het begin van het jaar, met de natste februarimaand ooit in Nederland (we zijn het al bijna weer vergeten), die vooral voor jonge kerkuilen funest bleek te zijn. Zij zwerven in de winter uit en hadden het in de harde wind en de bijna dagelijkse regen erg moeilijk. Veel muizen verdronken letterlijk in kletsnatte velden. Daarna werd het zoals bekend heel erg droog en warm, wat ook niet leidde tot verbetering van met name het aanbod van muizen. Genoeg geklaagd. Verderop iets meer over de ‘statistieken’, maar nu eerst wat andere zaken.

32

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020

Bas met de vijf jonge steenuilen, foto: Paulette Prins


dode muizen, andere prooiresten, poep en als je echt pech hebt een stinkend nest met jonge spreeuwen ! Helaas was het wat de steenuilen betreft echt een heel matig seizoen. Ik had zelf dan wel het geluk om in mijn deelgebied een nest met maar liefst vijf jongen aan te treffen, maar dat kon de rest niet goedmaken. Voor steenuilen is vijf kuikens overigens geen extreem aantal, hoewel twee tot vier jongen het meest voorkomt. Voor mij was dit in vijftien jaar voor het eerst.

N

achtelijke fietstochten Het was geloof ik in 2014 dat Jaap Graveland voor het eerst met fietstochten in de avond en nacht er op uit ging om broedende ransuilen te inventariseren, omdat we van het broeden van deze uilen betrekkelijk weinig wisten en de jongen luidruchtig en goed herkenbaar zijn (de ‘piepende schommels’). In de jaren daarna zijn we dit blijven doen. Vanaf half juni zijn bijna alle leden van onze werkgroep weer regelmatig tegen zonsondergang er op uit getrokken met de fiets (een van de meer luie werkgroepleden met een cabrio). Het blijft een wat merkwaardige maar erg leuke ervaring.

(Jonge) ransuil in de nacht, foto: Bas ’t Hart

Behalve ransuilen levert dit als ‘bijvangst’ ook andere uilen op en zo nu en dan een bunzing of een wezel. In juni en juli is het nog lang licht en het leuke is dan dat je in de schemering veel kunt zien. Zelf had ik mazzel met jonge ransuilen die je goed kon zien zitten in een wilg en een ransuil die op een paar meter afstand in alle stilte voorbij kwam vliegen. Ook een ransuil op een hek die rustig bleef zitten toen ik op een meter of tien langs liep was erg bijzonder om te zien.

D

Ook jonge kerkuilen hebben al sterke klauwen; deze houdt de tang vast waarmee hij geringd is, foto: Jannie Monhemius

D

e statistieken Voor de steenuil was het gewoonweg een slecht jaar, bovendien aansluitend bij het beeld van een jarenlang langzaam maar zeker dalend aantal broedparen, alle inspanningen met de nestkasten, maar ook voorlichting en erfvogelprojecten, ten spijt. Duimen voor 2021, want met 6 bekende broedgevallen waarvan maar 4 geslaagd zijn, was het erg, erg mager. Bij de ransuilen was het minder dramatisch. Niettemin een matig seizoen, met voor zo ver ons bekend 21 territoria waar in 15 gevallen jongen zijn gehoord en/of gezien, goed voor naar schatting zo’n 25 jonge ransuilen. Bijzonderheid was dit jaar dat er twee ransuilen geringd konden worden (zie het artikel van Jannie Monhemius in de Waardvogel van september). Van de kerkuil zitten we dit jaar op 17 bij ons bekende territoria, waar in iets meer dan helft (8) is gebroed en in 7 gevallen geringd. Een jaar of wat geleden hadden wij bij dit soort aantallen een gat in de lucht gesprongen, nu was het niet best. Omdat de kerkuil in goede jaren soms wel twee of zelfs drie keer per jaar broedt en sowieso bezig is met een opmars in de Krimpenerwaard hoeven we ons waarschijnlijk over de kerkuil niet al te veel zorgen te maken. Geen zorgen ten slotte, zijn er over de bosuilen; zij zijn de meest algemene onder de uilen, ook in onze regio. We schatten nog steeds tussen de 40 en 50 broedparen/territoria, mede omdat de bosuil minder gevoelig is voor weer en muizenaanbod. Vooral de roep van het mannetje is erg bekend. Minder luid en verdragend dan dat van de jonge ransuilen is het geluid van jonge bosuilen; moeilijk te omschrijven maar onmiskenbaar, een soort knarsend, schrapend gepiep. Al met al een terugblik met gemengde gevoelens. Qua aantallen op zijn best matig. Positief is wel zonder meer de bezetting en het enthousiasme van de uilenwerkgroep en ook dit jaar was er toch genoeg moois en leuks op uilengebied te zien. z

e kerkuil, een sterke blijver Kerkuilen beginnen wat later in het jaar met broeden en gaan wel door tot begin november. Ook broeden ze soms meerdere keren per jaar, terwijl andere uilensoorten doorgaans maar één keer per jaar broeden. Op een nieuwe locatie in het westen van ons gebied zijn in de loop van oktober drie jonge kerkuilen geringd. Het waren pittige beestjes die al goed raad wisten met snavel en klauwen. Doorgaans valt dat trouwens wel mee, de meeste jonge uilen zijn verrassend rustig. Vooral jonge steenuilen zijn meestal erg relaxt (of onder de indruk?) en kijken om zich heen wat er allemaal gebeurt. Jonge kerkuilen van tussen de 41 en 51 dagen oud, foto: Jannie Monhemius

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 33


Buitendijkse gebieden ZHL Toeren langs de Lek met Siebe van Rijn Joke Colijn De rechtenstudie op HBO-niveau was toch niet wat hij ambieerde, Siebe wil liever buiten in de natuur bezig zijn. Een vacature voor ‘leerling-boswachter uitvoering’ bij het Zuid-Hollands Landschap (ZHL) gaf de doorslag. Dat betekent één dag in de week naar Velp voor de opleiding Bos- en Natuurbeheer en vier weekdagen maaien, afvoeren, zagen, knotten, wandelpaden en kaden onderhouden, maar ook genieten van het resultaat, zien waarmee je bezig bent. Siebe is getrouwd, woont in Berkenwoude en heeft een dochtertje van 14 maanden. Hij werkt pas sinds september 2019 bij het ZuidHollands Landschap in de regio Veenweiden, maar voelt zich er helemaal op zijn plek. Mijn voorstel om samen de buitendijkse ZHL-gebieden langs de Lek te bekijken vond hij prima, maar Siebe vertelde tijdens ons veldbezoek dat zijn favoriete gebied eigenlijk de Berkenwoudse Driehoek is. “Dat is zó’n bijzondere plek, gelegen tussen de plasoevers en natte stukjes met grote soortenrijkdom van de polder Berkenwoude, en De Nesse als groot weidevogelgebied. In de Berkenwoudse Driehoek krijg je snel een beeld van landschappen in de Krimpenerwaard. Tijdens de rondwandeling zie je als het ware op miniatuurschaal hoe de ZHL-gebieden in de Krimpenerwaard zijn ingericht.” Hij vertelt dit met zoveel enthousiasme, misschien moeten we de Berkenwoudse Driehoek nog maar een andere keer doen! Siebe heeft zich immers nu voorbereid op een tochtje langs de Lek. D

B

uitendijkse gebieden onderdeel NNN Alle buitendijkse gebieden langs de Lek zonder bebouwing zijn onderdeel van het NatuurNetwerk Nederland (NNN). Een paar daarvan zijn in eigendom van het ZHL, andere zijn eigendom van Rijkswaterstaat en worden in erfpacht beheerd door het ZHL. Hieronder vallen bijvoorbeeld De Snakkert, Het Korte Zand en ook De Grote Zaag, waarover boswachter Gerard eerder vertelde. Verder zijn er nog gebieden die Rijkswaterstaat zelf extensief beheert. De NNNgebieden dienen als ecologische verbindingszones voor allerlei dieren die langs de rivier trekken. Vogels en bijvoorbeeld ook de bever maken er gebruik van. Er zijn in alle buitendijkse gebieden al knaagsporen gevonden en op sommige plaatsen een burcht. Het is nog slechts wachten tot de otter die immers recent in de Hollandsche IJssel is gezien, ook deze Lekbiotopen ontdekt! De bebouwde buitendijkse gebieden zijn voornamelijk in particulier of gemeentelijk eigendom. We ontmoeten elkaar bij het meest oostelijke buitendijkse gebied van het ZHL op een nevelige vrijdag. Het is wel droog, maar de grijze atmosfeer dempt geluiden en schept een haast mystiek sfeertje in de rietlanden.

Iconische oude wilgen in de Buitenlanden van Ammerstol. Deze worden nog wel geknot omdat ze anders uitscheuren; jongere wilgen mogen nu doorschieten.

B

uitenlanden van Ammerstol Vanaf de lager gelegen parkeerplaats lopen we van de dijk verder naar beneden en komen bij ‘het strandje’, waar Max en ik afgelopen

34

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020

Terugblik vanaf de dijk over deze Buitenlanden met griend, rietakkertjes en de hoge notenbomen.

zomer een paar keer met onze kleinzoontjes van toen nog 4 en 2 jaar een fijne middag hebben doorgebracht. De jongste vraagt nu nog, met temperaturen rond het vriespunt, wanneer we weer naar ‘het strandje’ gaan om te spelen in het zand en te ‘zwemmen’! Ook de zuigende werking van het water die wordt veroorzaakt door voorbijvarende schepen, heeft veel indruk op ze gemaakt. De Buitenlanden van Ammerstol zijn ontstaan uit een zandplaat waarop rivierklei werd afgezet. Tot in de twintigste eeuw was er commerciële rietcultuur en de wilgen leverden wilgentenen. Toen productie niet meer rendabel was kon de natuur haar gang gaan. Inmiddels heeft het gebied zich ontwikkeld tot een zoetwater vloedbos met prachtige natuurwaarden. Dit soort getijdennatuur is uniek in Nederland en België. Het pad loopt door langs rietkragen en bramen naar een inham van de rivier waar een paar oude, enorme knotwilgen staan. De vloedlijn is goed zichtbaar als het donkere onderste deel van de rietstengels. Een boot die op de rivier achter de rietkraag voorbij vaart, zuigt met veel wervelingen het water decimeters weg en stuwt het even later met kracht terug. Het is niet moeilijk voor te stellen dat dit geweld een flinke put in de oever kan zuigen. Het is een bewuste keuze van het ZHL om het water, de getijden en de natuur zelf het gebied vorm te laten geven. Een Cetti´s zanger laat zich keihard horen. Iets verderop is een grasveld met zes grote oude walnotenbomen. Siebe noemt ze bij de oude naam ‘okkernootbomen’. De noten worden geraapt door de aanwonenden


die dit mooie plekje natuurlijk al lang hebben ontdekt. Opnieuw komt een schip voorbij waarachter het water met kracht en veel geruis wordt terug gesmeten. Het riet langs het 10 ha. grote gebied loopt nog een aardig stuk verder door langs de rivier, tot een griend die niet meer bij het ZHL in eigendom is. Het pad in die richting loopt dood tegen het riet. Het riet wordt niet meer gemaaid en het stevige, overjarige riet biedt goede schuil- en broedmogelijkheden voor vogels als blauwborst en rietgors die hun nest op kunstige wijze ophangen tussen de stengels. Wij nemen een pad naar de dijk en klimmen de betonnen trap op die in het talud is aangebracht. Bovenaan hebben we een mooi uitzicht over het gehele gebied met de voormalige griendakkertjes, het riet en de oude bomen. We lopen via de weg terug naar de parkeerplaats.

D

e Snakkert Het voormalige 9 ha. grote bedrijfsterrein van Zanen en Verstoep is in het kader van Ruimte voor de Rivier door Rijkswaterstaat afgegraven en ingericht als zoetwaternatuurgebied. Voor dit het baggerbedrijf was hier een zalmvisserij gevestigd die ‘De Snakkert’ heette, hier is het terrein nu naar vernoemd. We parkeren langs de weg op de dijk. Als we uitstappen springt Stef van Walsum van zijn fiets. Hij werkt sinds september bij Floron, maar vrijdag is zijn vrije dag waarop hij de Krimpenerwaard blijft inventariseren op spannende en mogelijk nieuwe plantensoorten. Zodra het licht is gaat hij van huis om pas als het donker is weer thuis te komen. [Zie hiervoor ook zijn bijdrage op pagina 20 over de parasitaire planten hopwarkruid op bramen en groot warkruid op hop; red. ] We lopen gedrieën de dijk af. Stef vertelt dat hij hier afgelopen voorjaar gestreepte klaver, een nieuwe soort voor de Krimpenerwaard heeft ontdekt. En er groeit aardbeienklaver, wat hij een erg mooie plant vindt. We gaan op zoek, misschien vinden we nog de uitgebloeide bolletjes die op aardbeien lijken; om ons te helpen vertelt hij dat het blad veel lijkt op dat van witte klaver. Al speurend komt ter sprake dat in De Snakkert zal worden ingezaaid in het kader van het Graslandvlinderplan. Stef zegt dat het niet in dit lage deel gebeurt en dat is ook niet nodig, het voorheen soortarme grasland ontwikkelt zich heel mooi naar een grote diversiteit aan bloem- en kruidenrijk grasland, mede door de verschillende natte en minder natte biotoopjes. Afgelopen jaar bij een kilometerhoktelling had Stef meer dan 300 soorten! Het hoge deel aan de oostkant heeft vooral grassen en wordt wel ingezaaid, omdat de ontwikkeling naar de gewenste stroomdalsoorten uitblijft. We stoppen bij smalle rolklaver, een bijzondere soort die in de Krimpenerwaard alleen buitendijks groeit. De plant lijkt volgens Stef op gewone rolklaver en moerasrolklaver, maar de blaadjes zijn wat scherper… Stef kan mij alles wijsmaken, aan mij is geen botanist verloren gegaan! Maar als ik beter kijk, zie ik opeens overal dit plantje groeien. Vervolgens ziet hij plat beemdgras, “Een echte plant van de rivierduingraslanden”. Maar we vinden geen aardbeiklaver; we spreken af hier komende zomer de aardbeiklaver te gaan zoeken. Achter ons vliegt

Het lage, vochtige grasland onderaan de dijk ontwikkelt zich heel mooi soortenrijk. Stef telde in dit gebied al meer dan 300 soorten!

een ijsvogel langs met een geluid dat ik niet vaak hoor, een hoge scherpe toon. Siebe vertelt dat hij regelmatig probeert om paddenstoelen op naam te brengen en vraagt of Stef daar ook wel eens mee bezig is. Siebe en Stef raken hierover in gesprek en ik vang het volgende op: Bloeiende inheemse berenklauw eind november microscoop nodig; twee dagen laten liggen en dan gaan ruiken; kijken op welke bodem of hout ze groeien; op waarneming.nl kijken bij houtsoorten welke paddenstoelen erop groeien sluit al veel opties uit; een spiegeltje op de grond leggen om een foto te maken van de onderkant - dat vind ik wel een slimme; ik ‘pluk’ paddenstoelen nooit en dan toch een goede foto van de onderkant maken is mij nog nooit gelukt. Stef geeft uiteindelijk als antwoord dat hij het soms probeert, maar dat toch zó moeilijk vindt…! We stellen Stef gerust: kijk Stef, dat hebben wij nou ook bij planten! Maar het determineren van paddenstoelen blijkt echt lastige materie, bovendien komen er volgens Siebe elke week wel zo’n vijf nieuwe soorten bij. Wij nemen afscheid van Stef die zijn route vervolgt, en gaan het vlonderpad op. Al snel steken we met een brug een gegraven geul over. De waterpartijen in het gebied zijn verbonden met de Lek en staan dus onder invloed van eb en vloed, waardoor er zowel rietgorzen zijn als landriet op de hogere delen. We speuren de bramen af naar hopwarkruid en vinden een inheemse berenklauw prachtig in bloei. Ik dacht aan engelwortel, maar Siebe laat me een foto zien van het engelwortelblad en dat lijkt wat op vlier, terwijl dit blad behaard is en ‘vingers’ heeft. Kijk Stef, ik leer nu ook van Siebe! Dan vertelt Siebe dat toen hij begon bij het ZHL, hij nog geen drie planten bij naam kende. Ik stel de vraag hoe het dan komt dat hij nu wel parate kennis heeft, terwijl die interesse er blijkbaar voorheen niet was. “Ik vind het gewoon leuk om veel te weten van waar ik mee bezig ben. De andere boswachters weten ook veel: Gerard weet veel van diverse onderwerpen, Rolf heeft met zijn hoveniersachtergrond ook brede kennis en Sietse weet heel veel van vogels - dat wil ik ook! Die interesse is dus gegroeid. Het is veel leuker om te weten waar je mee werkt en hoe meer je weet, hoe leuker het wordt. En wat men kent, men bemint.” “En waar je van houdt, daar ben je vaak goed in en omgekeerd. Dit kan dus ook, je hoeft deze interesse blijkbaar niet van jongs af aan te hebben om dit vak leuk te vinden.” “Ja, zo ging het bij mij. Maar ik denk wel dat je natuur moet kunnen waarderen zoals het komt. Ik ging graag op vakantie in berggebieden, een basis-interesse was er wel. En door dit werk heb ik de natuur dicht bij huis ontdekt, je hoeft niet ver om wat moois tegen te komen.” “Bijzonder is dat, hè? Het lijkt er trouwens op dat veel mensen in deze coronatijd hun omgeving hebben leren herwaarderen.” “Dat vermoed ik ook. Veel mensen leren nu de gebieden van het ZHL opnieuw waarderen, omdat ze bij wijze van spreken in hun achtertuin liggen en toch pure natuur bieden. We zien nu niet alleen meer de mensen uit de omliggende dorpen in onze gebieden, maar ook steeds meer mensen van buiten en ik vind het heel fijn om door mijn werk als WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 35


boswachter aan hun beleving bij te kunnen dragen.” We komen achter de eerste rietkragen op een open gedeelte dat bewust wordt gemaaid om de bramen in toom te houden. Daar zien we lage plantjes met smalle blaadjes die in mijn optiek lijken op de smalle rolklaver die Stef noemde, maar het is toch Canadese guldenroede volgens de determinatieapp van Siebe. Zucht… Siebe vertelt dat de doelstelling van dit gebied rietveld is. In principe worden bomen die ertussen opschieten elk jaar verwijderd om te voorkomen dat houtopslag de overhand krijgt en het gebied moerasbos wordt. Tussen het meer dan manshoge lichtbruine riet staan veel lange zwarte stengels, die ook uitgebloeide guldenroede blijken. Ze ogen toch echt heel anders dan de kleine plantjes van net met lichtgroene blaadjes. Leer ik dit ooit? Woekerende bramen zijn op De Snakkert wel een probleem om onder controle te houden. We komen te spreken over een nieuwe methode om invasieve soorten als Japanse duizendknoop te bestrijden: door het koken en onder stroom zetten van de wortels. Siebe: “Die methode is al door collega´s op de Zuid-Hollandse eilanden geprobeerd: eerst maaien, dan de wortels volblazen met stoom en vervolgens elektrocuteren, maar daar zien ze nu de scheuten alweer opkomen. Er is dure apparatuur voor nodig, en als het dan ook nog niet helpt…” Wat jammer, ik had juist begrepen dat je die methode ook op bramen kon toepassen! Siebe: “In theorie geef je die wortels wel een ontzettende klap. De Japanse duizendknoop heeft een holle stengel, dus ik kan me voorstellen dat de stoom zich daarin verplaatst, maar bramen hebben bij mijn weten geen holle stengel, dan zou het nog minder effectief zijn.” We lopen nu op het achterste deel langs de Lek waar veel bramen tussen de basaltblokken zijn opgeschoten. Maaien is hier geen optie, met een maaibalk kun je er niet op komen en met de bosmaaier kost het messen. We blijven speuren op de bramen naar het hopwarkruid waarvan Stef zei dat het er als een kluwen bovenop moet liggen. We eindigen bij de krib en lopen nu terug de andere kant op richting het hoge gedeelte waarover we het eerder hadden – daar groeien op de achterrand ook veel bramen. Toen ik Siebe ontmoette op de parkeerplaats bij de Buitenlanden van Ammerstol was hij daar juist klaar met een klus. Ik vraag hem of hij zo in z’n eentje werken niet een beetje eenzaam vindt. “Nee, ik vind het niet erg om alleen te zijn, dat hoort ook bij dit werk. Zo had ik net nieuw gaas op een van de houten vlonders getimmerd waarover we gelopen hebben. Ze zijn zeker in dit jaargetijde spekglad, anders hadden we misschien wel een schuiver gemaakt! Maar ik ben vaker met collega’s en vrijwilligers bezig dan alleen, dus het valt best mee. En ik houd van dit werk. Ik woon in Berkenwoude, centraal in de Krimpenerwaard. Werk en privé gescheiden houden zou ik niet eens willen. Ik vind het heerlijk om na mijn werk thuis te komen en dan te kunnen blijven genieten!” “Dat is wel een voorrecht! Niet iedereen heeft het geluk om te werken in een vakgebied waar ook zijn liefde ligt. Mooi ook dat je dit nog ziet, dat je de Krimpenerwaard als referentiekader niet ‘gewoon’ vindt.” “Dat klopt, maar ik denk wel dat je de Krimpenerwaard in z’n volle breedte moet leren kennen om het mooie te blijven zien. Oppervlakkig zou je kunnen denken dat er veel melkveehouderijen zijn, met weilanden en fietspaden er doorheen. Maar dit soort buitendijkse stukjes zijn pareltjes, de Krimpenerwaard heeft veel verschillende biotopen met elk grote natuurwaarden. Het is daarnaast ook een enorm stuk cultureel erfgoed met een rijke geschiedenis van met de hand gegraven sloten, bebouwingslinten en noem maar op.” We komen bij het hogere deel dat ingezaaid gaat worden. Ervoor staat een hondsroos vol prachtige bessen. Siebe twijfelt of het wel een hondsroos is, er zijn veel meer wilde rozen met puntige bottels zoals de egelantier. We komen langs een teunisbloem met dikke knoppen die op opengaan staan – het zachte weer dit najaar heeft blijkbaar voor dit soort verrassingen gezorgd. Siebe vertelt dat er dit jaar veel 36

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020

De hondsroos (?) vol bottels op het talud voor het hogere deel dat komend voorjaar wordt ingezaaid, zodat het kruidenrijker wordt.

zaailingen van voorjaarsbloemen nog laat bloeien, of dat planten voor de tweede keer gaan bloeien. Op een dotterbloemhooilandje in de polder Veerstalblok zijn de dotterbloemen massaal voor de tweede keer gaan bloeien; het hele perceel was in september geel! We lopen de bramenzoom langs en besluiten als het niet op de bramen groeit die we al afgezocht hebben, dat we het hopwarkruid dan hier moeten kunnen vinden, we laten het niet op ons zitten Stef! We zien verdroogde stengeltjes die om bramentakken zijn gekruld… zou dat niet gewoon haagwinde zijn? Dan vindt Siebe een bes-achtig vruchtje, haagwinde heeft meer een droog doosje… Er zit een donker zaadje in dat hij met zijn vingers tussen de bramen schiet. Als je echt hopwarkruid bent: doe je best op deze bramen, parasiet! Maar word niet invasief alsjeblieft. We lopen niet gelijk naar de dijk, maar via een vlonderpad door het riet terug naar de auto. Overal groeit weer Canadese guldenroede tussen het riet. Langs het pad groeit ook Canadese fijnstraal die zich met zijn duizenden pluiszaden niet alleen uitzaait op deze kleiige bodem, maar ook al groeit tussen het riet langs het Paddenpad en in de Hooge Boezem, en massaal opkomt in woonwijken en op zandige bermen langs wegen. Ik vind de uitruil van dit soort Canadezen voor emigranten naar Canada, absoluut geen goede deal! Siebe: “Volgens mij staat de fijnstraal nog niet als invasief bekend, maar we moeten de ontwikkeling wel in de gaten houden.” Ik: “Maar ben je dan niet te laat? ‘In de gaten houden’ houdt hem niet tegen!” Siebe zegt nuchter: “Dat klopt, dan zal er vaker gemaaid en afgevoerd moeten worden, dat is een kwestie van geld.” Opeens zien we in de bramen meer besjes zoals Siebe zojuist vond, en hier oogt de verdroogde plant ‘warriger’. Dan was dat ene besje van zojuist waarschijnlijk ook hopwarkruid. Toch nog gevonden! Siebe memoreert het maaien van het pad met vrijwilligers op een bloedhete dag afgelopen zomer; er stond geen zuchtje wind tussen het hoge overjarige riet en de opgejaagde muggen roken bloed… Ik: “Het riet is hier toch zeker vier meter hoog, denk je niet?” Dat prikkelt Siebe en hij stapt naast het pad omlaag: “Dat


weet je pas als je het probeert!” We maken er 3,5 m van. “Dit hoge riet lokt veel vogeltjes, daar doen we het voor. Een enkele braam ertussen is niet erg, dat maakt het riet nog meer ondoordringbaar en aantrekkelijk om in de schuilen en te broeden, en een boompje als zang- en uitkijkpost is ook ideaal. Deze situatie behouden vraagt echter wel onderhoud.” Bovenaan de dijk kijken we nog eens terug over het gebied.

B

uitenlanden Bergambacht Dit terrein begint ten westen van Bergambacht na de waterzuivering en bestaat uit een groot langgerekt rietland langs de dijk. Er is niet echt een goede mogelijkheid om te parkeren, dus we zetten de auto’s maar zoveel mogelijk rechts van de weg. Ook dit terrein is vanaf de dijk te overzien, maar er zijn geen paden doorheen. Het is daarmee een ideale, zeer rustige plek met riet en wilgen voor o.a. diverse kwetsbare vogelsoorten. We horen gelijk de bevestiging van de Cetti´s zanger. Siebe: “Hier was nooit industrie, dit rietland is origineel en blijft zo om de rivier de ruimte te kunnen geven bij extreem hoog water. Aan de rivierzijde van de dijk is er wel een strook gebied afgegaan ten gunste van de laatste dijkverzwaring. Voorheen werd hier wel gemaaid uit cultuurhistorische overwegingen, dat doen we nu niet meer. De doelstelling is eigenlijk rietland, dus te zijner tijd zullen de hoge wilgen die er in staan een keer worden aangepakt. We vragen ons af waarom er in zo’n uitgestrekt waterrietgebied geen grote karekieten nestelen. We komen er op uit dat die misschien niet van getijden houden en waterriet verkiezen dat in stilstaande plassen groeit, zoals de Loosdrechtse Plassen en de noordelijke Randmeren waar hij nog voorkomt. Ook in de Beulaker- en Belterwijde in de kop van Overijssel was de grote karekiet niet al te lang geleden algemeen. Vervolgens benoemen we een paar vogels die zich aanpassen aan veranderende omstandigheden: de merel die van bosvogel nu ook een echte vogel van de bebouwde kom is, de grutto die van de openheid en kruidenrijke weilanden nu soms tegen bosgebied aan broedt, of in pitrusvelden met zuring. Tja, met een kleine aanpassing in zijn eisenpakket kan de grote karekiet ook hier in het wiegende riet langs deze getijderivier terecht hoor! Maar wellicht is zelfs dit rietveld nog niet uitgestrekt genoeg naar zijn zin. We zien vanaf de dijk dat de overzijde van de rivier ook prachtige rietkragen heeft. Die behoren eveneens tot het NNN, waarmee de mogelijkheden voor dieren om te verblijven of door te trekken nog aantrekkelijker worden.

H

et Korte Zand Het kunstwerk ‘Golf’ (van de Belgische kunstenaar Luk van Soom) is hier aan de Opperduit geplaatst in het kader van de dijkversterkingen langs de Lek. Het Korte Zand is net als De Snakkert een voormalig buitendijks bedrijventerrein. De gebieden zijn in hetzelfde jaar 2002 door Rijkswaterstaat ingericht en opgeleverd als gebied met getijdennatuur in het kader van hoogwatermaatregelen. Binnendijks ligt de buurtschap Opperduit, we bevinden ons nog steeds ten oosten van Lekkerkerk. Door het Korte Zand zijn twee geulen gegraven die

aangetakt zijn op de rivier, waardoor ze met hoog water vol lopen en met laag water weer (gedeeltelijk) leeg. Het aangelegde wandelpad loopt over een hoger deel met een brug over een geul naar het achterliggende deel; zo kunnen wandelaars genieten van slikken, rietgors, stroomdalvegetatie en de vogels die daarin leven en foerageren. Het meest zuidwestelijke deel is pas een paar jaar gelegen toegevoegd, het gebied is in totaal 8 ha. groot. We lopen de dijk af en een vlonder over waarna het pad opsplitst in een T. Wij gaan rechtsaf. Siebe heeft zich goed verdiept in de materie en vertelt verder: “Het Korte Zand is tegelijk met De Snakkert via een beheerovereenkomst in 2005 overgedragen aan het ZHL. Het onderhoud bestaat voornamelijk uit het vrij maaien van de wandelpaden, ook hier blijft het overjarig riet staan. Door de getijdewerking in de geulen ontstaat er geen houtopschot op plaatsen die steeds onder water lopen.” We wandelen verder richting de rivieroever. Er duiken links en rechts vogeltjes het riet in, ik meen nog een rietgors te herkennen maar helaas kunnen we uit de korte piepjes weinig opmaken. Dan volgt een schattig melodietje – weer een Cetti´s zanger! Even verder zien we flinke meeuwen op de krib in de rivier, vooral zilvermeeuwen. Een aalscholver zit model op een bord aan het eind van de krib, helaas te ver weg voor een foto. De verwildering van bramen tussen de basaltkeien doet zich ook hier voor, het blijft een probleem hoe die te beheren. Verder zien we op dit wandelpad langs de oever ook de Canadese fijnstraal in flinke aantallen opkomen. Schepen die voorbijvaren maken dat het water met elke golf tegen de basaltkeien klotst en vervolgens met zacht geruis terugstroomt de rivier in. Het geluid van water heeft iets hypnotiserends, ik blijf het magisch vinden. Het is pas een uur of drie en het wordt al schemerig. We komen aan het punt waar het pad doodloopt tegen de grote geul. Er vliegt een eend op met plonsgeluiden. Siebe wijst me op de pakketten uitgespoeld dood riet opzij van het pad en aan de overkant van de geul, die daar door het hoge tij zijn neergelegd. Omdat Het pad loopt dood tegen deze geul. Aan het water zo hoog de overzijde is de vloedlijn zichtbaar aan de komt, kunnen ook de donkere markering onderaan het riet. bramen hier zich in elk geval niet verder uitbreiden – een groot voordeel van deze inrichting met geulen. Siebe heeft nog niet meegemaakt dat het hele gebied onder water staat bij springtij, dat lijkt hem spectaculair om te zien. Ik vraag hem of er geen ganzen in het gebied verblijven. Siebe: “Nee, want ganzen eten alleen jong riet en gras, ze hebben hier niets te zoeken. Ze eten vaak in de polders en een groot deel overnacht in de polder Kattendijk. Ze hebben een vrij vast ritme. Soms rijd ik langs de Nesse en dan zitten er geen vogels, en eenmaal toen ik op een ander tijdstip kwam zaten er wel vijftigduizend!” We lopen langs de rivieroever terug en dan door in oostelijke richting, vanwaar het pad een lus vormt en via een brug terug naar de dijk voert. Bij de T-splitsing schiet ik in de lach: er staat een enkel paaltje met een blauwe kop. Volg de blauwe route? Kun je hier verdwalen dan? Zag men na het eerste paaltje in, dat iedereen met gemak zelf uit het gebied kan komen? Wij gaan door naar de volgende stop! WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 37


V

isschersplaat In een grote landinwaartse bocht van de Lek ligt binnendijks eendenkooi De Bakkerswaal, waar we de auto´s parkeren. Als we het hellende pad naar de dijk oplopen wordt onze aandacht omhoog getrokken: grote groepen overvliegende kauwen communiceren heftig met elkaar, op weg naar hun slaapplaatsen. Ik vraag Siebe of er geen spreeuwen overnachten in de rietlanden langs de Lek. Ze slapen immers ook massaal in het riet langs de Hollandsche IJssel! “Dat is mij niet bekend, er zijn wel gebiedjes in de polder waar ze slapen. Maar je hebt gelijk, dit is ook een rivier, het zou ook ideaal gebied kunnen zijn!” Het terrein van De Bakkerswaal heeft grote cultuurhistorische- en natuurwaarden, maar het voert te ver om er hier op in te gaan. De eendenkooi levert voldoende stof op voor een apart bezoek en het is bovendien geen buitendijks terrein.

Buitendijks ligt in de bocht de Visschersplaat, een grote rietgors van zo´n 7 ha. die wordt doorsneden door een geul en ook in het verleden is ontstaan op een zandplaat. Siebe: ”Wat de naam met vissers te maken heeft weet ik niet, ongetwijfeld heeft het iets met visserij van doen. Deze plaat is nooit bebouwd geweest, hier was altijd al rietcultuur, en die wordt door het ZHL in stand gehouden. Het riet van de productieakkertjes wordt nog elk jaar in februari-maart gemaaid om zowel de cultuurhistorie in stand te houden als voor de rietproductie. Dat is altijd een spectaculaire klus waarvoor het hele ZHL-team en alle vrijwilligers pas kort te voren kunnen worden gemobiliseerd, omdat het maaien alleen kan gebeuren als en zolang het tij echt laag is. Het gemaaide riet wordt vooral gebruikt voor rietmatten van eendenkooien, niet alleen voor deze in de Bakkerswaal.’’ “Dan is het onderhand weer zover zeker?” Siebe: “Dat is maar de vraag tijdens deze corona pandemie. Het zou voor zover ik weet de eerste keer in de geschiedenis van het ZHL zijn als we komend voorjaar niet zouden maaien.” Vervolgens wijst hij me op binten waar ooit een brug lag en waar men de plaat op gaat om te maaien. Er zijn delen met lang overjarig riet, en akkertjes met lichter riet. Dat laatste is het nieuwe riet, dik en recht en bijzonder geschikt voor het vlechten van de matten. Op de diepliggende plaat in de bocht van de rivier groeit dit riet verdekt voor de westenwind waardoor het niet krom wordt. De zandplaat is doorsneden met greppels die het riet van natte voeten voorzien, een voorwaarde voor goede rietkwaliteit. Inmiddels wordt de kwaliteit langzaamaan minder, zodat op termijn de geulen weer op diepte moeten worden gebracht. Ik kende Siebe tot nu nog niet; hij blijkt zeer onderhoudend gezelschap! Terug bij de auto’s bedank ik hem voor de leuke, leerzame middag. D

De verborgen rietarchitect Tekst en foto: Menno Kuiper

In deze regio hoort je ze nauwelijks meer in rietvelden van watergangen en plassen. Daarvoor moet je naar grotere waterrijke gebieden in ons land. Maar in mei van dit jaar klonk opeens weer de onmiskenbare zang in een rietkraag in de Reeuwijkse Plassen: KarreKarreKieKie... Terwijl ik luisterde gingen m’n gedachten terug in de tijd... D

I

k groeide op in de buurt van het Amsterdamse Bos. Daar ging ik op zoek naar vogels en ontdekte o.a. de tropisch gekleurde wielewaal, die ik nafloot om ze uit de boomkronen te lokken en zo dichterbij te kunnen zien. Ik zal ongeveer 13 zijn geweest toen ik vanuit het riet de krakende zang hoorde van m’n eerste grote karekiet. De vogel zelf zag ik pas weken later toen deze met voer in de snavel vanuit het omringende bos naar de rietkraag in de watergang vloog, exact tegenover een witte

berk op de oever. Dat fascineerde me. Wat zou daar te zien zijn? Ik had inmiddels gelezen dat ze ingenieuze nesten maakten opgehangen aan rietstengels en dat deze eenmalig werden gebruikt. Op een warme dag in september nam ik mijn zwembroek en zakmes mee en verkleedde me in het bos. Voorbij de rietkraag ging ik het water in en zwom buitenom door de watergang langs de brede rietkraag tot ik ter hoogte kwam van de berk. Daar wurmde ik mij het riet in en ontdekte al vrij snel het nest tussen de rietstengels. Ik sneed de stengels onder en boven door en ging met m’n trofee terug door de watergang naar de oever. Het nest kreeg in m’n slaapkamer een prominente plaats in een vitrinekast met o.a. schedels, veren en uitgeplozen braakballen. Later heb ik het met haarlak ingespoten om het beter te behouden. Toen ik het ouderlijk huis verliet ging de verzameling mee.

T

huisgekomen ga ik naar zolder en haal voorzichtig het bijna 60 jaar oude nest van de grote karekiet uit een verhuisdoos. Als een kind zo blij ga ik naar benedenwaarmijnvrouwverbaasdopkijktalsikhaartriomfantelijkmethetnest in de hand vertel dat ik net de zang van die vogel heb gehoord in de Reeuwijkse Plassen. De volgende dag is ze meegegaan om dat ook te beleven. Het nest staat nu weer als jeugdherinnering te pronken in een glazen accubak op m’n bureau. Zou Naturalis misschien geïnteresseerd zijn in dit meesterwerkje uit het Amsterdamse Bos...? Ik weet nog exact waar het was en op Street View kan ik vanaf een brug net zien dat de rietkraag er nog steeds is! D

38

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020


Kinderopvangboerderij 'Achter 't Potdeksel'        

opvang van 07.00 tot 19.00 uur verticale groep van 0 tot 4 jaar (max. 16) optimale zorg en aandacht ervaren en gediplomeerde leiding in landelijke en agrarische omgeving unieke accommodatie in voormalige koeienstal buitenspeelruimte in openlucht en overdekt natuur-educatieve visie en uitgangspunten

www.kinderopvangboerderij.nl potdeksel.kinderopvangboerderij@kpnmail.nl Aad van der Meijden & Netty Brussee Benedenberg 66 - 2861 LH Bergambacht

 0182-353183

Landschap Cultuurhistorie––Ecologie Ecologie Landschap –– Cultuurhistorie Advies – Realisatie – Educatie

Advies – Realisatie – Educatie

“Wij willen doorpakken, zeggen wat wij doen en doen wat wij zeggen”.

Wij kunnen u helpen door middel van:

Wij kunnen u helpen door middel van:

• Advies, ontwerp en directievoering bij inrichting van

• Advies, inrichting en beheer (boeren) erf, natuurterreinen, groen, landgoederen en landgoederen enopenbaar natuurterreinen. (boeren)erf.maken van bestekken en directievoering • Adviseren, bij (her)inrichting van grote en • Opstellen van beheerplannen enkleine gebiedsvisies. (natuur)terreinen. Ecologische landschappelijke inventarisaties. •• Aanplant enen onderhoud (hoogstam)fruitbomen. •• Monitoren van natuurwaarden. Lezingen, excursies en cursussen m.b.t. Natuur en • Leveren van streekeigen plantmateriaal en oude Landschap. rassen fruitbomen. • Lezingen, excursies en cursussen m.b.t. Natuur en Landschap.info@bureau-schildwacht.nl

www.bureau-schildwacht.nl info@bureau-schildwacht.nl Beukendaal 3, 2831 VA Gouderak www.bureau-schildwacht.nl Beukendaal 3, 2831 VA Gouderak 06-22978424 06-22978424

Uw duurzame drukker in de Krimpenerwaard FSC® gecertificeerd en premium partner


Proeftuin Krimpenerwaard Kruiden bijzaaien in agrarische percelen Jaap Graveland In de Proeftuin Krimpenerwaard experimenteren boeren met aanpassingen in de bedrijfsvoering om in te spelen op bodemdaling en wensen m.b.t. diergezondheid, natuur en milieu. Een breed samengestelde expertgroep van bewoners, boeren en andere ondernemers adviseert over de projecten. D

E

en van de projecten is ‘Weidebuffet met kruiden’. Hierin wordt geëxperimenteerd met het doorzaaien van kruiden in agrarische percelen. De kruiden kunnen de gezondheid van het vee bevorderen, vervangen mogelijk (een deel van de) snijmais en vergroten de biodiversiteit (insecten, weidevogels). Jaap Graveland nam als lid van de expertgroep het initiatief om bij te zaaien op een perceel met een lager gehalte aan voedingsstoffen dan in een doorsnee agrarisch perceel. Het doel van deze proef is om te zien of de kruiden zich langer handhaven of zich misschien zelfs blijvend vestigen. Op meer voedselrijke percelen verdwijnen in veel gevallen de kruiden weer, doordat ze de concurrentie met grassen zoals Engels raaigras niet aankunnen.

kan bijzaaien het bereiken van de natuurdoelen met agrarisch medegebruik versnellen. De kruiden werden in september ingezaaid, vlak voor een regenrijke periode. De eerste zaden kiemden in de weken erna, dus de start was goed. D

H

et resultaat van de proef is ook van belang voor natuur en agrarisch medegebruik in het NNN-gebied. Mogelijk

Webinar Klimaatweken ‘natuurinclusief renoveren en vergroenen van de tuin’ Inzaaien van de kruiden, foto: Pedro Janssen

Jaap Graveland Een webinar is een lezing met na afloop vragen, die wordt uitgezonden via het internet. De gemeente Krimpen aan den IJssel en de NVWK organiseerden dit webinar als onderdeel van de Krimpense Klimaatweken. Ik vertelde tijdens het webinar hoe je je huis kunt verduurzamen met behoud van de biodiversiteit. En hoe je de tuin groen én aantrekkelijk kan maken voor vogels en insecten. Ik kon daarbij dankbaar gebruik maken van eerdere presentaties over deze onderwerpen en de kennis en ervaringen opgedaan in het erfvogelproject. D

H

et webinar werd opgenomen. Dus je kunt het terugkijken en gebruiken voor eigen plannen. Terugkijken kan via de link op onze website nvwk.nl in het nieuwsbericht van 14 november. Gebruik daarvoor het wachtwoord: kt7*Jvr? In het nieuwsbericht staat ook de bijbehorende powerpointpresentatie als pdf. Dat is handig als je in je eigen tempo de informatie op de dia’s wilt bekijken. Sommige dia’s verwijzen naar informatie op andere sites. Daarvoor is de presentatie in gebruik wat handiger dan de video.

S

ubsidie groene daken en groene gevels Het tweede gedeelte van het webinar ging over de subsidie voor groene daken en groene gevels. Je kunt deze subsidie aanvragen bij de gemeente Krimpen aan den IJssel. De gemeente heeft een aantal vragen die veel bewoners stellen beantwoord: -Is er schimmel- of vochtvorming onder het groene dak of gevel? Nee. Groene daken of groene gevels werken als een waterbuffer, maar overtollig vocht wordt op tijd afgevoerd. Daardoor ontstaat er geen vocht of schimmel onder het groene dak of groene gevel.

40

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020

-Hoe lang blijft de dakbedekking in tact onder een groen dak? Een van de grootste voordelen van een groen dak is dat de onderliggende dakbedekking twee tot drie keer zo lang meegaat. Door het groene dak is de dakbedekking veel minder onderhevig aan temperatuurschommelingen, UV-straling en weersverschijnselen. Daardoor droogt de dakbedekking minder snel uit en gaat langer mee. Daarnaast werkt een groen dak verkoelend en isolerend. -Is er een vergunning nodig voor een groen dak of gevel? Groene daken liggen doorgaans niet in het zicht vanaf de straat. Daarom is een vergunning niet nodig. Een groene gevel is doorgaans wel onderdeel van het straatbeeld. Daarom raden wij je aan om voor een groene gevel de commissie ruimtelijke kwaliteit (welstandscommissie) te raadplegen.

V

erdere vragen Voor vragen over de verduurzaming van je huis of groene daken en gevels kun je contact opnemen met Martijn Morsink: martijnmorsink@krimpenaandenijssel.nl. D


Regionale Energiestrategie Beperken effecten windmolens op vogels wie denkt mee? Jaap Graveland In de vorige Waardvogel beschreef ik wat er gaat gebeuren in het kader van de Regionale Energiestrategie (RES) MiddenHolland. We zoeken iemand die met vertegenwoordigers van andere natuurwerkgroepen, de Natuur en Milieufederatie en Vogelbescherming wil kijken waar molens kunnen worden geplaatst met het minste risico voor vogelaanvaringen. D

T

wee keer per jaar overleggen de vogelwerkgroepen in ZuidHolland, Sovon en Vogelbescherming over actualiteiten en samenwerking in het zogenaamde Zuid-Hollands Vogelaarsoverleg (ik blijf het een mooie geuzennaam vinden). Ik had voor het overleg van 15 oktober de RES-sen geagendeerd. Bij de bespreking gaf Sovon aan binnenkort met een landelijke risicokaart te komen: een kaart die het aanvaringsrisico van vogels met windmolens aangeeft. Dat risico wordt bepaald door vogelconcentraties, bijvoorbeeld in belangrijke watervogelgebieden of langs drukke trekroutes. Dat is ook voor de Krimpenerwaard relevant: met name langs de Lek trekken veel trekvogels langs, en de Krimpenerwaard is rijk aan watervogels. We kregen niet voor niets recent de aanduiding Important Bird Area (IBA, zie Waardvogel februari 2020). Sovon stelt die kaart beschikbaar voor de vogelwerkgroepen, zodat zij die de kaart kunnen gebruiken voor hun inspraak in de RES-sen en het kunnen aanvullen met hun kennis over vogelconcentraties.

E

r rezen twee vragen: - hoe combineren we deze kaart met kaarten met mogelijke of beoogde locaties voor windmolens, en met kaarten met andere relevante kenmerken - en hoe organiseren we als vogelwerkgroepen onze inbreng?

E

en gesprek met de Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH) bracht uitkomst: de NMZH is sterk betrokken bij de RES-sen in onze provincie en heeft daarvoor een GIS-omgeving ingericht. De NMZH heeft aangeboden in overleg met Sovon de Sovon-kaart in deze GIS-omgeving te ‘laden’. Zo kunnen betrokkenen vlot inzicht krijgen in risicolocaties. De komende maanden moeten we ons organiseren rond de

Onthoofde meeuw door windmolen, foto: Anton van der Linde

RES-sen, met nadruk natuurlijk op de twee RES-sen die voor ons van belang zijn: de RES Midden-Holland (met gemeente Krimpenerwaard) en de RES Rotterdam-Den Haag (met gemeente Krimpen aan den IJssel). Dus de vraag: wie zou er namens de NVWK willen meekijken naar de risicokaart en willen meedenken over locaties voor windmolens met zo laag mogelijk aanvaringsrisico? Je staat er niet alleen voor, elders in de provincie wordt een zelfde oproep gedaan. Wij kunnen misschien samen optrekken met iemand van de werkgroep Ruimtelijke Ordening van de Natuur- en Vogelwacht Alblasserwaard (NVWA). Er zijn meer risicogroepen, zoals vleermuizen. Als je daarover informatie hebt of iemand kent, is die uiteraard ook zeer welkom! Heb je belangstelling of vragen, neem dan even contact met me op: jaap.graveland@nvwk.nl, 06 53579285

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 41


Samenwerking JNW en NVWK Samen vullen we de voorraad steenuilenkasten aan Stefan van der Heijden De voorraad nieuwe steenuilenkasten van de uilenwerkgroep van de NVWK is door de jaren heen geslonken. In 2020 raakten ze helemaal op. Tijd dus voor nieuwe kasten! z

2

020 is een bewogen jaar voor iedereen door het rondwaren van het bekende virus. Hoewel veel activiteiten van de uilenwerkgroep ‘gewoon’ doorgingen (zie ook op pagina 32 voor meer info daarover) was één doel niet behaald: een activiteit optuigen met jeugd. De afgelopen jaren hebben we geringd met schoolklassen en dit wilden we dit jaar weer doen. Maar dat mocht helaas niet op de momenten dat er ringbare jongen waren. Een alternatief was snel bedacht: laten we met jeugd steenuilkasten in elkaar gaan zetten om zo de voorraad aan te vullen. Begin 2020 is André Bloot als nieuwe vrijwilliger binnen de uilenwerkgroep actief geworden. André is al jaren voorzitter van de Jeugdnatuurwacht Krimpen (JNW). Zodoende kwamen de gesprekken op gang over een (intensievere) samenwerking tussen de JNW en NVWK. We legden het idee bij André neer om uilenkasten te gaan maken met jeugd van de JNW. André was meteen enthousiast. Aan jeugd geen gebrek bij de JNW, ze hebben momenteel meer dan 100 leden!

D

e uilenwerkgroep had in de begroting voor 2020 (nog) geen budget aangevraagd voor nieuwe kasten. Na het opvragen van een offerte voor het benodigde materiaal (betonplex plaatmateriaal, schroeven e.d.) is een voorstel naar het bestuur gestuurd. Hierop kwam snel akkoord omdat de noodzaak duidelijk was en het voorstel om kasten met jeugd te gaan maken goed in de smaak viel. Zodoende kon het materiaal besteld worden. Het materiaal is bij een erkende leverancier gehaald tegen een zeer scherpe prijs. Het uitzagen van de elementen (elke kast bestaat uit 12 losse elementen) uit de platen betonplex werd gratis en volledig geautomatiseerd, machinaal gezaagd. Dus perfect haaks en super strak. Een lust om mee te gaan bouwen! Net voor de herfstvakantie is het opgehaald. Het pakket met alle elementen woog circa 350 kg. Dan is een grote, stevige kofferbak erg handig. Kon er toen gelijk gebouwd gaan worden? Nee! De invliegopening kon niet machinaal worden uitgezaagd. En de zaagkanten (kopse kanten) moesten nog behandeld worden om het betonplex volledig weerbestendig te 350 kg aan materiaal in de kofferbak

42

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020

maken. Steenuilkasten hangen altijd buiten, in tegenstelling tot bijvoorbeeld kerkuilkasten. Daarom is weerbestendigheid een must. Deze voorbereidende werkzaamheden zijn gedaan door leden van de timmerwerkgroep van de NVWK zelf. We hebben het plaatmateriaal bij Ab Bongers gebracht, Alle voorbereide elementen bij elkaar, hier is in het verleden klaar om in elkaar gezet te gaan worden al vaker getimmerd. In een paar ochtenden heeft Ab samen met Ber Verbeek en Ewoud Benschop alle voorbereidingen gedaan. Waarvoor vanuit de uilenwerkgroep veel dank! Ze hebben ook een kast in elkaar gezet, als voorbeeld voor de kinderen.

N

adat de elementen waren opgehaald waren we klaar voor de eerste timmersessie. Kinderen konden zich inschrijven toen we een datum met de JNW waren overeengekomen. Omdat we nog niet met veel volwassenen - voor begeleiding van de jeugd tegelijk bij elkaar mogen komen, hadden we bepaald dat er twee kinderen (vijf tweetallen; om elkaar te helpen) tegelijk konden arriveren. Het inschrijven liep als een trein: voor de tien plekjes schreven zich ruim 60 (!) kinderen in. En dus werd er geloot. p vrijdag 27 november was het zover. Om circa 16.00 uur verzamelden de vrijwilligers van de uilenwerkgroep en JNW zich en werden alle spullen klaargezet. Om 16.30 uur kwamen de kinderen om aan de slag te gaan. Van te voren waren er voldoende accuboormachines geregeld zodat elk tweetal Opperste concentratie bij het maken kon schroeven. van het deksel met behulp van de mal

O


Na een korte uitleg gingen de kinderen uiterst geconcentreerd aan de slag. Voor het maken van het deksel was een mal gemaakt. Hiermee is het eenvoudig om de latjes gemakkelijk en op de juiste plek te schroeven. Deze latjes zorgen dat het deksel er niet af kan schuiven. Doordat er één mal was kon één team met het deksel beginnen, de rest ging enthousiast met de kast zelf aan de slag. Nadat de kasten klaar werden kwam het spannendste moment: past het deksel….? Uiteindelijk is dat bij iedereen gelukt. Zowel JNW als ook de uilenwerkgroep zijn enthousiast over het resultaat. Ook de kinderen vonden het heel leuk. Het idee is om de overige kasten ook door de jeugd van JNW in elkaar te gaan zetten. Deze activiteit wordt dus vervolgd…

I

n totaal beheert de uilenwerkgroep circa honderd steenuilkasten. Deze hangen verspreid door de hele Krimpenerwaard. De nieuwe kasten zijn niet bedoeld om meer kasten op te hangen. De huidige spreiding is goed en het is veel werk om jaarlijks alle kasten te controleren, schoon te maken etc. De kasten worden gebruikt om bestaande kasten, die de strijd met het weer verloren hebben, te vervangen. z

Er wordt door iedereen hard gewerkt

Vrijwilliger uilenwerkgroep gevraagd Stefan van der Heijden We zijn op zoek naar een vrijwilliger die wil helpen met het controleren van uilenkasten rondom Schoonhoven. z

D

oor intern schuiven zitten we dringend verlegen om iemand die het team wil versterken dat rondom Schoonhoven actief is. Bij voorkeur iemand die afkomstig is uit Schoonhoven of Schoonhoven goed kent en daar makkelijk kan komen. Het gaat om het helpen met controleren van de uilenkasten en de bijbehorende administratie. Het werk concentreert zich in de maanden mei-juli en rond september. In het winterseizoen worden soms kasten vervangen of verplaatst. Heb je zin om mee te draaien in deze enthousiaste werkgroep neem dan contact op met Stefan van der Heijden, contactgegevens vind je op pag. 2. z

Trends watervogels inzien Aantallen in de Krimpenerwaard van 1980-heden Jaap Graveland Vijftien NVWK-leden tellen in het winterhalfjaar maandelijks de watervogels in de Krimpenerwaard. Het gaat om vogels die hier het hele jaar verblijven en om wintergasten, dus niet om aantallen broedvogels. Een aantal gebieden en soorten worden al sinds de jaren 70 (!) op gestandaardiseerde wijze geteld. Sovon verzamelt de gegevens en berekent daaruit trends voor de hele Krimpenerwaard. Ontbrekende gegevens worden met geavanceerde statistiek ‘bijgeschat’. Bioloog Cas Dekker uit Krimpen aan den IJssel heeft aangeboden een artikel te schrijven waarin hij deze trends probeert te verklaren en uitleg geeft over de methode. D

A

ls je nu al een kijkje wilt nemen, de trends zijn hier te vinden: https://s1.sovon.nl/gebieden/gebieden_trendsnw.asp?gebnr=307 Bij elke soort kun je doorklikken op ‘grafiek’. Je ziet dan de trend in de Krimpenerwaard, de landelijke trend en het gemiddelde aantalsverloop in de Krimpenerwaard van september tot oktober. Sovon berekent standaard alleen trends voor soorten die van belang zijn vanuit de internationale Vogelrichtlijn, zoals de grauwe gans, grote zilverreiger en smient. Dus exoten zoals de Canadese gans en een aantal ‘minder belangrijke’ soorten ontbreken. Meer informatie volgt in het artikel dat Cas voor de volgende Waardvogel zal schrijven.

E

en paar deelgebieden in de Krimpenerwaard worden nog niet geteld. Als je een keer mee wilt lopen om te zien of het wat voor je is, of als je direct al mee wil gaan doen: neem contact op met een van de coördinatoren, Peter Berger of Hans Kouwenberg. De contactgegevens staan op de binnenzijde van de front cover. Ik waarschuw je, ik spreek uit ervaring: het tellen is leuk en verslavend. WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 43


Algemene Jaarvergadering 2020 Frans van der Storm, secretaris

Nog niet eerder in het bijna zestigjarig bestaan van de NVWK heeft de organisatie van de algemene vergadering zoveel voeten in de aarde gehad. Twee keer namen we de aanloop naar een algemene vergadering voor de NVWK. Hadden we eerst zoals gebruikelijk de laatste woensdag van maart in de agenda staan, door de intelligente lockdown vanaf half maart mochten we niet meer met zo veel mensen bijeenkomen. In afwachting van de ‘normalisatie’ besloten we het even aan te zien en bedachten we dat de vrijwilligersbijeenkomst begin september en de algemene vergadering heel mooi samen zouden gaan. Maar toen in de loop van augustus duidelijk werd dat de besmettingscijfers weer hard opliepen, en kijkend naar onze doelgroep, leek een vrijwilligersbijeenkomst toch wel erg riskant. Niettemin, onze ervaringen met Zoom, MS Teams, Google Hangout, Skype enz. waren nou ook niet zo positief dat een digitale vergadering ons enthousiast maakte. Na een geslaagde pilot begin september met een workshop voor de mensen die aan de nieuwe website werken, durfden we het aan toch een live vergadering te beleggen: op 7 oktober in De Zwaan. Weliswaar voor een beperkt aantal leden, en daarom ook een digitale opvolgsessie een week later voor iedereen die dát liever wilde. D

V

ergadering in De Zwaan, 7 oktober 2020 In de grote zaal met ruimte voor 30 personen zaten acht leden keurig op hun plek, op minstens anderhalve meter van elkaar, en bijna letterlijk met de rug tegen de muur de vijf leden van het bestuur. Vlak na acht uur opent Jaap Graveland de vergadering met een korte inleiding, met onder meer de mededeling dat exclusief in de live-vergadering de formele zaken van een ALV worden afgehandeld. En zo gebeurt het dat bijna in één moeite door zowel het verslag van de vorige ALV van 27 maart 2019 als het Jaarverslag 2019 van de vereniging worden vastgesteld.

Keurig werd de 1,5 meter afstandregel in acht genomen, wat wel eigenaardig aanvoelde, foto: Joke Colijn

In het kader van de verantwoording over 2019 werden vervolgens de balans en winst- en verliesrekening besproken. Ten opzichte van 2018 is de vermogenspositie van de NVWK sterker geworden, zij het dat we er rekening mee moeten houden dat we een deel van de ontvangen betalingen van de provincie moeten terugbetalen als we dat geld niet volledig gebruiken voor het graslandvlinderproject. Verder wordt aandacht gevraagd voor de kosten van de Waardvogel. Deze beginnen weer op het oude niveau te komen, en dat is een te groot deel uit het budget van de vereniging. Het bestuur is al in gesprek met de drukker om tot kostenverlaging te komen, en ook andere maatregelen worden overwogen. Als gevolg van de Corona-maatregelen zijn de werkzaamheden van de kascontrolecommissie (KCC) nog niet helemaal afgerond. Dat zal op korte termijn na de ALV alsnog gebeuren en dan zal de KCC het bestuur daarover informeren (en via het bestuur de leden).

44

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020

De formele goedkeuring zal dan plaatsvinden bij de volgende algemene vergadering, hopelijk eind maart 2021. En nu we het toch over geld hebben: de begroting voor 2020 wordt goedgekeurd, net zoals het voorstel van het bestuur om met ingang van 2021 de bijdrage in de portokosten voor leden die de Waardvogel per post ontvangen volledig door te berekenen (namelijk € 18,50 per jaar in plaats van in 2020 nog € 10).

B

ij het punt Samenstelling bestuur aanvaardt Joke Colijn haar herbenoeming voor een volgende termijn. Stef van Walsum komt ook in aanmerking voor een volgende termijn, maar… van hem moeten we afscheid nemen. Werken in Nijmegen en bestuurswerk in de Krimpenerwaard gaan nu eenmaal niet samen. Jaap Graveland memoreert hoe Stef ruim vijf jaar geleden al actief werd en dan vooral op het gebied van planten. Over de afgelopen jaren kan je geruststellen dat hij planten letterlijk en figuurlijk op de kaart heeft gezet en dat hij veel leden heeft geënthousiasmeerd. Stef werkt nu bij Floron, dat hem eerder ook al had gevraagd bij hen een stage te doen! Als blijk van onze waardering krijgt Stef, naast een zittende ovatie, het boek over ecologisch beheer in Gouda van zijn oude leermeester André van Kleinwee (met opdracht van de meester zelf), een nog steeds actueel boekje over zaaien en maaien in bermen en een cadeaubon. Tot slot deelt Jaap mee dat hij verwacht bij de volgende ALV een opvolger voor Stef te kunnen presenteren. En dat hij hoopt dat dan ook voor de vacatures ‘coördinator vogelwerkgroepen’ en ‘bestuurslid algemene zaken’, zich leden Stef van Walsum neem afscheid als coördinahebben gemeld. tor van de plantenwerkgroep, foto: Joke Colijn


T

er afsluiting van het formele gedeelte wordt nog even stilgestaan bij de vernieuwing van de website. Vooral aan Joep Vermaat en Brigitte Voerman wordt veel dank toegezegd voor hun vele en goede werk om het project succesvol uit te voeren en te implementeren. Er moet heus nog wel wat aan de site worden gedaan, maar dat is vooral punten op de i, bijpoetsen en inhoud aanvullen.

G

edachtewisseling met de leden Mart-Jan de Jong vraagt aandacht voor de ontwikkelingen op het gebied van niet-fossiele energie, en dan met name wind en zon. In het hele land en ook in onze regio wordt gewerkt aan de RES (Regionale Energie Strategie) en in onze omgeving is onder meer de hoogte van windmolens een punt van zorg. Worden het molens van 35 of van 15 meter hoog? Voor én tegen beide opties valt een en ander in te brengen, maar ook hóe en vanuit welke perceptie je naar windmolens kijkt, én hoe ze zijn ingepast in het landschap, is bepalend voor hoe je ze waardeert. Hetzelfde geldt voor zonnepanelen. Daarover is de vergadering meer eensluidend, namelijk laten we altijd eerst kijken of daken kunnen worden belegd met panelen voor we zelfs maar willen dénken aan zonneweides. Een volgend niet te veronachtzamen aspect is welke bestemming de opgewekte energie heeft. Als bron en gebruik dichtbij elkaar liggen, is de waardering heel anders dan wanneer een groots windmolenpark een datacenter bedient. Mart-Jan vraagt over het beheer van de oevers en onderhoudsstroken in het Loetbos en meer in het algemeen over het bermbeheer, ook langs de wegen. Hiermee ontwikkelt zich een geanimeerd gesprek, waarin de contacten met de provincie, de gemeenten en HHSK de revue passeren én niet te vergeten het project Prachtlint. De NVWK is al langere tijd volop in gesprek en in de samenwerking met genoemde partijen om het feitelijke beheer te doen verbeteren. De (on)tucht van de aanbestede meerjarencontracten vergt dat we ook de uitvoerders goed op weg krijgen, en dat de overheden op hun beurt kort op die bedrijven zitten. Conclusie van dit gesprek is dat we komend jaar in de Waardvogel ruim aandacht gaan besteden aan bermbeheer en maaien. We hopen met duidelijke en goede informatie te laten zien dat er meerwaarde zit in niet glad, strak en netjes.

H

ans Mulder brengt het gesprek op de weidevogels. Binnenkort is de slotavond en worden de resultaten van het broedseizoen gepubliceerd. Voor nu gaat het om de financiële kant. Hij waarschuwt dat het verschil tussen kosten voor de boer en opbrengst vanuit de vergoedingen voor agrarisch natuurbeheer steeds verder uit elkaar lopen: de boeren komen er eenvoudigweg niet mee uit. Het toeval wil dat we zeer recent hebben ingesproken bij de behandeling van de najaarsnota door Provinciale Staten. De gedeputeerde Potjer (Groen Links) richt zijn aandacht en financiële ruimte meer op energie dan op natuur. Dat gaat ten koste van eerder gemaakte afspraken in het kader van akker- en weidevogels. Via verschillende kanalen en met meerdere partners zetten we druk op de provincie om ervoor te zorgen dat op zijn minst de eerder gesloten convenanten worden nagekomen. Hans suggereert om het beheren van landschap te zien in relatie tot bevordering van het toerisme. Dat gaat dan twee kanten op. Ten eerste: zie de weidevogels als je (camping)gasten en zorg dus dat het hen aan niets ontbreekt. Ten tweede: zet toerismebudget ook in voor het leveren van diensten voor beheer en behoud van het landschap. Deze aanpak sluit heel mooi aan bij de denklijn van BoerenNatuur, waarover bij de start van het weidevogelseizoen Alex Datema een lezing heeft verzorgd voor de NVWK.

V

oortzetting gedachtewisseling digitaal, 14 oktober 2020 Met zes leden en vijf leden van het bestuur vond een week na de live vergadering in Berkenwoude via Zoom de digitale sessie plaats. Deels komen dezelfde onderwerpen aan de orde als een week geleden. Nieuw ten opzichte van de vorige keer is de vraag hoe de NVWK het verenigingskarakter invulling geeft, vooral voor nieuwe leden. In ‘normale’ jaren gaat dat vrijwel vanzelf. Als je meedoet aan excursies, aan cursussen, je gezicht laat zien bij een of meer werkgroepen, je handen uit de mouwen steekt, naar lezingen komt en bijvoorbeeld ook de ALV, dan heb je behoorlijk wat gelegenheid je in te werken in de vereniging. Dat vergt dus ook van het lid zelf initiatief. D

Opbrengst Rabo ClubSupport, een mooi bedrag Frans van der Storm Ook dit jaar heeft de sponsoractie van de Rabobank onze vereniging weer een mooi bedrag opgeleverd, € 1.232,11. Daarom allereerst heel veel dank aan de leden van de Rabobank die bij de ClubSupport actie hun stemmen op de NVWK hebben uitgebracht. D

M

et jullie stemmen hebben we net zoveel geld ontvangen als de contributie voor 72 leden. Weliswaar is het bedrag weliswaar lager dan vorig jaar, maar… wie bekend is met de natuur weet dat groei (en achteruitgang) zich daar ook niet steeds in rechte lijn ontwikkelt. Zoals ook bij de actie vermeld, willen we de opbrengst besteden aan het 60-jarig bestaan van de NVWK in 2021 en daarmee de vereniging extra bekendheid geven bij de inwoners en bedrijven van de Krimpenerwaard. D

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 45


Voor al uw boekhoudzaken, belastingadviezen, belastingaangiften en loonadministraties Ook over uw privĂŠ-aangiften geven wij u graag advies.

Meidoornstraat 3-F 2861 VH BERGAMBACHT

Telefoon : 0182 - 351240 E-mail

: info@verwaaladministratie.nl

Benedenkerkse weg 41a 2821LA Stolwijk www.groenehart-tuinenparktechniek.nl

Uw Stiga dealer voor de krimpenerwaard


Samen lekker buiten bezig Landschapswerkgroep zoekt versterking Jaap Graveland De landschapswerkgroep is een heel actieve werkgroep van de NVWK. Jaarlijks organiseert de werkgroep ca. tien werkdagen in de winterperiode om te knotten en om fruitbomen te snoeien. Daarnaast zijn er nog een paar zomerse dagen nodig voor maaien en afvoeren van orchideeënlandjes en Vlinderidylles. Je bent lekker buiten bezig voor het goede doel en er is uiteraard ook tijd voor gezelligheid. D

D

e werving van nieuwe leden voor deze werkgroep is er door al het werk de laatste jaren bij ingeschoten. Door vergrijzing is er ook verloop. Begin dit jaar nam Patrick Heuvelman, overall coördinator, afscheid na zich jarenlang te hebben ingezet. Kortom, de werkgroep zoekt nieuwe leden en een algemeen coördinator. Uiteraard kan het coördinatiewerk onder meer mensen worden verdeeld, dat gebeurt al gedeeltelijk. Dus, wil je je inzetten voor natuur en landschap en houd je van samen de handen uit de mouwen steken, meld je dan aan als lid en geef aan of je interesse hebt voor coördinatiewerk.

L

andschapswerkgroep belangrijk De werkzaamheden van de werkgroep hebben twee doelen: behoud van karakteristieke landschapselementen zoals hoogstamfruitboomgaarden en rijen knotwilgen, en behoud en herstel van biodiversiteit. Knotwilgen hebben niet alleen landschapswaarde, maar ook grote natuurwaarde: na de eik herbergen wilgen het grootste aantal insectensoorten. Diverse soorten wilde bijen zijn bijvoorbeeld helemaal afhankelijk van de wilgennectar. In de stam en knot broeden wel twintig soorten vogels, van bosuil tot winterkoning en wilde eend. Hoogstamfruitbomen hebben grote waarde voor insecten en voor holenbroedende vogels, zoals de steenuil en de grauwe vliegenvanger. De schraallandjes in het Loetbos hebben een grote plantenrijkdom: ze vormen belangrijke groeiplaatsen voor ronde zonnedauw, diverse soorten orchideeën, Spaanse ruiter en andere zeldzaam geworden plantensoorten. En de Vlinderidylles zijn niet alleen belangrijk voor vlinders, maar ook voor andere soorten insecten waaronder wilde bijen. Het onderhoud hieraan krijgt bovendien steeds meer waarde, omdat de overheden zich geleidelijk meer gaan inspannen voor biodiversiteit. Zo worden steeds meer bermen ecologisch beheerd, waardoor de kruidenrijkdom toeneemt. Dat is goed voor insecten en muizen. Een bosuil, steenuil of ringmus die broeden in een holte van een goed onderhouden wilg of fruitboom, kan voor zijn voedsel daarom steeds vaker terecht in een nabij gelegen berm.

na afloop vaak nog kan worden verdeeld onder de deelnemers. Uiteraard werken we volgens de Arboregels. Een aantal deelnemers kan tegen geringe kosten een cursus kettingzagen volgen. Het meeste zaagwerk gebeurt met de hand, maar voor hele dikke takken en stammen, en klein zagen gebruiken we een kettingzaag.

C

orona Uiteraard houdt de landschapwerkgroep zich aan de regels. Sinds 17 november mag er met maximaal vier mensen worden gewerkt. De werkgroep laat zich niet uit het veld slaan en heeft daarvoor een ’ploegendienst’ georganiseerd.

O

rganisatiewerk Voormalig coördinator Patrick beschreef in het februarinummer (2020) van de Waardvogel de gang van zaken tijdens een werkdag en hoe de dagen worden voorbereid en georganiseerd. Het organisatiewerk bestaat uit de volgende onderdelen: het leggen en onderhouden van contacten met eigenaren van locaties waar de groep aan het werk gaat, het plannen van de dagen en organiseren van de werkzaamheden op de dag zelf, administratie en materiaalcontrole voor Arboconform werken (klinkt groter dan het is, wel belangrijk), communicatie en contact met bestuur, en het organiseren van cursussen. Deze klussen kunnen en zullen over meer mensen worden verdeeld, kies wat je aanspreekt. Je wordt niet in het diepe gegooid: er is veel kennis en ervaring in de ploeg en de huidige mensen die coördineren zijn graag bereid je op weg te helpen. Je bepaalt zelf hoeveel tijd je er in wilt steken. Het is immers vrijwilligerswerk. Heb je vragen over het werk zelf, neem dan contact met Ber Verbeek, bverbeek@caiway.nl of Frits Hemerik, fhemerik@gmail.com. Wil je je opgeven als lid van de landschapswerkgroep en heb je interesse voor coördinatiewerk, neem dan contact met mij op: jaap.graveland@nvwk.nl. D

L

euk, gezond en leerzaam Het is leuk om buiten bezig te zijn, het is gezond, en je werkt voor een goed doel. En uiteraard is het niet alleen maar zwoegen en zweten. Tussendoor en na afloop is er - zonder Covid-19 omstandigheden - altijd tijd voor praatjes, koffie, thee en koek. Je leert hoe je fruitbomen moet snoeien en wilgen moet knotten. Hoe beter je knot, hoe sneller de knot zich vormt en dus hoe sneller vogels er in kunnen broeden. Terwijl slecht knotten kan leiden tot rotting en uiteenvallen van de boom. En juist oude knotwilgen hebben de grootste natuur- en landschapswaarde. Ondertussen leer je ook welke planten, insecten en vogels er voorkomen op de werklocaties. Een bonus is dat het zaaghout WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 47


Gezond eten van de korte keten Groene voedselproducenten in beeld Joke Colijn CO2-reductie is hot. In landelijk en internationaal verband proberen we de CO2-uitstoot (het broeikasgas koolstofdioxide) te remmen, omdat die grotendeels de opwarming van de aarde veroorzaakt. Het klimaat wordt extremer met ijskappen die smelten, een stijgende zeespiegel, meer stormen en enorme hoosbuien. Industrie en verkeer stoten de meeste CO2 uit. Iedereen kan bijdragen aan reductie door minder vervoersbewegingen te maken, en kolen of hout stoken/verbranden te beperken. Dan is er het stikstofprobleem. Fijnstof van industriële productieprocessen (NOx, stikstofoxiden) en ammoniak (NH3) door een gigantisch mestoverschot worden daaronder geschaard. 41% van de NH3 wordt geproduceerd door onze landbouw. Natuurinclusieve vormen van landbouw dragen structureel bij aan stikstofreductie. Door meer extensieve landbouw of soms hogere kosten liggen de opbrengsten van natuurinclusief geproduceerd voedsel gemiddeld wat lager en moeten de producten van deze boeren dus iets duurder zijn: een eerlijke prijs voor een eerlijk product. We kunnen hen én onszelf helpen door voedsel te kopen dat verantwoord is geproduceerd. Vervolgens is er grote zorg over het gif- en medicijngebruik in de reguliere landbouw. Gif is in zeer grote maten oorzaak van de grote teruggang van onze biodiversiteit. Denk aan de teruggang met 70-80% van de insectenpopulaties die aan de basis van de voedselketens staan. Aan het verdwijnen van de bijen die noodzakelijk zijn voor bestuiving van ons voedsel. Aan de kankerverwekkende stoffen die worden aangetroffen in vlees, vis, op en in fruit en groenten. Aan al deze problemen kan iedereen zelf substantieel iets doen: gezond eten van de korte keten! De komende tijd belichten we in elke Waardvogel een groene producent uit de Krimpenerwaard. In dit nummer bezoeken we Simone en Bram van Risp van Het Wildhuys, Kerkweg 74, 2825 BV Berkenwoude. Simone en Bram hebben twee zoons van 10 en 11 jaar. Ze runnen samen Het Wildhuys vanuit huis en dan vooral via hun webshop www.hetwildhuys.nl. Simone is daarnaast tandartsassistente, Bram commercieel fotograaf. We praten aan hun rustieke eethoek, uiteraard met inachtneming van de nodige afstand. D

B

edrijfsvoering De opbrengsten uit Het Wildhuys zijn een aanvulling op de overige broodwinningen. Simone is de jager, ze is al de derde generatie die hetzelfde jachtveld in de Krimpenerwaard beheert. Ze kent haar gebied door en door; de samenwerking met de boeren die de percelen waarop ze jaagt in eigendom hebben, is heel belangrijk. Er worden met name ganzen geschoten, zowel vanwege de schade aan de grasvegetatie (die veroorzaakt minder kwalitatieve en kwantitatieve opbrengst aan veevoer voor de boer), als aan de natuur. De geschoten wilde ganzen werden voorheen afgegeven aan de poelier. Veel ganzen werden echter verwerkt tot diervoeding voor katten en honden, of werden zelfs vernietigd als het er teveel waren. Deze verspilling was voor Simone en Bram de reden om te kijken of ze er zelf ‘iets’ mee konden doen. Bram kookt graag, hij maakte lekkere producten, vrienden die kwamen eten waren enthousiast, ze deelden wat uit. Van lieverlee groeide het idee of ze niet nog meer en op grotere schaal iets konden doen met het mooie vlees uit de Krimpenerwaard. 90% van het door Het Wildhuys aangeboden vlees komt van wilde ganzen en inmiddels worden ook ganzen van omringende jachtcombinaties verwerkt. De basis voor de producten van Het Wildhuys komt daardoor echt uit de Krimpenerwaard. Er was dus eerst het aanbod, en langzamerhand neemt de vraag toe. Simone is er overigens heel duidelijk in dat ze dit nooit zal omdraaien: een grotere vraag zal nooit bepalen hoeveel ze schiet, ze wil slechts duurzaam beheren. Wat dat oplevert is wat het is, en op is op. In verband met het borgen van de voedselveiligheid bij commerciële verkoop worden de producten nu niet meer zelf gemaakt, maar door Slagerij Martin Meijer uit Lekkerkerk. Het Wildhuys levert het wild aan, de recepten worden wel samen verfijnd maar het vakgebied van vleesverwerking ligt uiteraard bij de slager. Bram is vooral in het voortraject bezig. Zoals met het recept voor gerookte ganzenborst, dat door de slager 1 op 1 is overgenomen. Dit samenwerkingsverband is een goed voorbeeld van een Voedselfamilie Krimpenerwaard. Zo is het initiatief van Arike Mijnlieff bedoeld (zie Waardvogel april 2020, pag. 35), we zullen daar vast snel meer van horen.

48

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020

M

otivatie Door deze mooie samenwerking worden meer mensen in contact gebracht met een onbekend en tot voor kort ongeliefd product als ganzenvlees. Het vlees gaat op deze manier niet verloren: er gebeurt juist iets moois met deze ‘oogst’ uit het veld. Mogelijk helpt dit mee om het maatschappelijk draagvlak voor duurzame jacht te versterken. Er leven veel emoties rondom de jacht; Simone en Bram vinden het juist prima dat de discussie jagers alert houdt ten aanzien van de ethische kanten van de jacht en van de instandhouding van soorten. In dit verband bepleit Simone transparantie van de kant van de jagers omtrent hun doen en laten, omdat dit kan bijdragen aan beter begrip. Als vanzelf komen zo de wintertellingen ter sprake. Jagers tellen watervogels en ander wild in hun gebied om een goed beeld van de aantallen te krijgen. De NVWK telt ook en er is al eens verkend of we deze inventarisaties niet naast elkaar kunnen leggen, omdat sommige soorten watervogels door zowel WBE als NVWK worden geteld, terwijl voor andere soorten als bijvoorbeeld hazen de NVWK geen idee heeft van de aantallen. Zo’n uitwisseling van aantallen zou voor beide partijen nuttig zijn maar ook de juistheid van de doorgegeven getallen kunnen bevestigen. Simone ziet de trends en kent haar gebied, ze kijkt in alle seizoenen naar de ontwikkelingen. Een zomer zo’n tien jaar geleden zag ze op sommige percelen wel dertig hazen lopen, dat is enorm veel. Door de grote aantallen kreeg de bacterie die tularemie of ‘hazenpest’ overbrengt de kans en die winter waren er in totaal nog maar weinig hazen over. De dieren zijn heel gevoelig voor deze bacterie die ook onder andere knaagdieren als konijnen enorm kan huishouden. Ze besloot gelijk om dat seizoen niet op hazen te jagen om de populatie de kans te geven zich te herstellen. De opbouw ging langzaam en heeft wel tot en met 2018 geduurd, pas vorig jaar heeft ze weer een beperkt aantal hazen geschoten. Het is voor de gezondheid van hazen erg belangrijk dat de populatie in balans is met de omvang van hun leefgebied. Omdat ze de hazenpopulatie in haar gebied graag wil behouden, blijft het om die reden wisselend hoeveel er per jaar geschoten worden.


beker in de categorie ‘specialiteiten’. Dat was eigenlijk een grote verrassing, al had slager Meijer wel verteld dat hij ‘m had ingestuurd. Hij behaalde met zijn eigen rookworsten ook tweemaal goud in andere categorieën, waarmee hij zijn vakmanschap nog eens dubbel onderstreepte. -haas (beperkt); Paté, verse delen panklaar -wilde eend (beperkt):Paté, verse delen panklaar. Simone schiet alleen woerden. -houtduif Koffer (filets op karkas) -appel-peren sap Het fruit uit de boomgaard midden in het jachtveld wordt samen met de appels en peren van Bessentuin De Rode Mus bij de firma Schulp versapt. Puur sap zonder conserveringsmiddelen. Wordt verkocht door zowel Bessentuin De Rode Mus als Het Wildhuys. Simone’s focus ligt op ganzen: exoten en ‘overzomerend’. Overzomerende (vooral grauwe) ganzen vormen door hun explosief toenemende aantallen niet alleen voor boeren een financieeleconomisch probleem, ook de biodiversiteit staat onder druk. Er ontstaat niet alleen concurrentie in de broedgebieden. Omdat ganzen met pullen zeer territoriaal zijn, worden andere watervogels verjaagd en hun kuikens regelmatig verdronken. Met name nijlganzen staan erom bekend dat ze geen concurrenten in hun nabijheid dulden. Een ander probleem is het ongemak dat mensen ervaren door ganzenpoep. De grazige oevers en het strand van een recreatiegebied als de Surfplas Krimpen zijn nadat er ganzen hebben overnacht, een no-go area om lekker je handdoekje neer te leggen. Ook in woonwijken in Krimpen zorgen groepen ganzen voor dit soort vieze overlast. Een goede jager doet in de visie van Simone en Bram veel meer dan alleen jagen. Ze nemen zwerfafval mee als ze door de polder varen, ze onderhouden sinds een jaar of vijf een bosje van zo’n 1,5 ha. dat al jaren in de familie is en dat erg veel achterstallig onderhoud kende. Ze hebben geknot en afgezet, takkenrillen gebouwd, bramen verwijderd waardoor open plekken zijn gecreëerd, kruiden ingezaaid en fruitbomen geplant waarvan ze fruit oogsten. Een wens is om op termijn natuurvriendelijke oevers aan te leggen en daarop oevervegetatie als dotters en zwanenbloem te planten. Nu al broeden er o.a. fazanten, de ijsvogel vliegt er regelmatig rond, insecten nemen toe. Bram en Simone denken graag mee over meer biodiversiteit in de polder, willen daarover met de NVWK sparren. Simone wil graag een keer mee met een van onze tellers en vertelt enthousiast dat de vogels veel minder schuw zijn als ze telt vanaf haar nieuwe sup: de eenden landen er bijna op! Het viel ook haar op dat ze afgelopen seizoen veel minder jonge weidevogels in de polder heeft gezien. De locaties van nesten die ze tegenkomt wil ze graag delen met de betreffende weidewachter. Ook Bram is een groot voorstander van meer samenwerking, zowel tussen de mensen in het veld als tussen hun organisaties. Er is veel meer mogelijk dan dat er op dit moment gebeurt, er zit zoveel potentie in het gebied om de biodiversiteit te vergroten door meer samen op te trekken.

A

fzetlijnen van polderwild en sap: * De eigen webshop www.hetwildhuys.nl Op deze website worden ook oogstproducten van enkele andere producenten uit de Krimpenerwaard aangeboden, voor een compleet menu met lokale producten: -Imkerij De Nesse met honing (Ouderkerk aan den IJssel) -Bessentuin De Rode Mus met kleinfruit (Berkenwoude) -Van Perkouwse Grond (Berkenwoude) met (‘vergeten’) groenten die ‘met de natuur mee’ zijn gekweekt -Het kookboek Smaak van de Waard van Krimpense chef Esther van Leeuwe, met producten uit de Krimpenerwaard en directe omgeving. [NB: Een zeer fraai uitgevoerde cadeautip! Red.] In boerderijwinkels is de afzet van polderwild (nog) beperkt tot: * Kaasboerderij De Jongenhoeve, Benedenberg 90, Bergambacht * De Beijersche Schuur, Beijerscheweg 12, Stolwijk * Het Schapenschuurtje, Oosteinde 27, Berkenwoude * Kaasboerderij Boer Bas, Tiendweg West 1, Ouderkerk aan den IJssel * Kaasboerderij Schep, Zuidbroek 153, Bergambacht In Gouda bij de sociale winkel waar duurzaamheid uitgangspunt is en die gerund wordt door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt: * ‘The Melting Shop’, Kleiweg 90-92, Gouda In Rotterdam op de (tweewekelijkse) boerenmarkt, vanouds via de rivier de Rotte dé schakel naar het achterland en ook nu nog bestemd voor producten uit de directe omgeving: Local Farmers, Urban Food. Een aanrader om eens te bezoeken. Op de website van Het Wildhuys staat aangegeven wanneer Bram en Simone met hun kraam daar aanwezig zijn. * Rotterdamse Oogstmarkt, Noordplein 1, Rotterdam D

D

e producten -wilde gans Wildrookworst, paté, gerookte en verse ganzenborstfilet, braadworstjes op diverse manieren gekruid, burgers (70% gans/30% varkensvlees), grilworst (tijdelijk uitverkocht), gehakt, gemarineerde spiesjes, droge worst op diverse manieren gekruid, chipolataworstjes op diverse manieren gekruid. De wildrookworst van gans won bij de landelijke keuring een gouden WAARDVOGEL | DECEMBER 2020 49


Nationale tuinvogeltelling 2021 https://www.vogelbescherming.nl/in-mijn-tuin/nationale-tuinvogeltelling

PERSBERICHT

Tel op 29, 30 of 31 januari 2021 een half uur de vogels in uw tuin of op uw balkon! Het is leuk en gemakkelijk om mee te doen. De Tuinvogeltelling: jaarlijks tellen tienduizenden mensen de vogels in hun tuin, zodat Vogelbescherming en Sovon meer leren om ze beter te beschermen. Daarnaast is het ontzettend leuk én het is makkelijk, dus iedereen kan meedoen. Meld u alvast aan voor de speciale Tuinvogeltelling e-mails. Dan ontvangt u in de aanloop naar het weekend: leuke en informatieve mails met handige herkenningstips, wonderlijke vogelweetjes en praktische tuin- en voertips; 15% korting in onze webshop op vogelvoer, voersystemen en nestkasten; gratis de Tuinvogeltelling Special Vogels voeren (pdf) in uw u mailbox. Ook sturen we u vlak voor het weekend een herinnering, zodat u de telling niet vergeet. De Nationale Tuinvogeltelling is het grootste citizen science project van Nederland. Vogelbescherming organiseert de telling samen met Sovon Vogelonderzoek Nederland. De Nationale Tuinvogeltelling levert een momentopname van de aantallen vogels die in Nederlandse tuinen aanwezig zijn. In combinatie met de resultaten van andere jaren en met andere tellingen levert dit een beeld van de ontwikkelingen in het belang van tuinen voor vogels.

Smient nog steeds niet veilig. NMZH bij de Raad van State https://milieufederatie.nl/nieuws/smient-nog-steeds-niet-veilig-nmzh-bij-de-raad-van-state/

PERSBERICHT

Al enkele jaren werken Vogelbescherming Nederland en de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland aan een betere bescherming van de smient in onze provincie. De smient is een prachtige eendensoort, die vanuit het hoge noorden terugkeert naar Nederland om te overwinteren. Ondanks een verbod van de rechter op afschot en een NMZH-petitie met bijna 4700 handtekeningen, krijgen de vogels nog steeds niet de bescherming die ze verdienen. Omdat smienten gras eten en dit tot schade aan de landbouw zou leiden, wil de provincie Zuid-Holland het afschot van deze soort toestaan. Zoals wellicht bekend, heeft de rechter de NMZH en Vogelbescherming Nederland in 2019 in het gelijk gesteld en het afschot van smienten in Zuid-Holland verboden. De Provincie Zuid-Holland en de Faunabeheereenheid zijn echter tegen deze uitspraak in hoger beroep gegaan bij de Raad van State. De NMZH, Vogelbescherming Nederland en diverse lokale natuurorganisaties hadden al eerder schriftelijk aan de Raad van State uitgelegd, waarom smienten bescherming verdienen en de uitspraak van de rechter dus in stand zou moeten blijven. De smientenpopulatie is niet gezond en afschot kan een bedreiging voor de populatie vormen. Daarnaast is onvoldoende aangetoond dat de aanwezigheid van de eenden tot landbouwschade leidt. Naar aanleiding van het hoger beroep van de Provincie Zuid-Holland en de Faunabeheereenheid heeft op 27 oktober jl. de zitting plaatsgevonden bij de Raad van State. Hier hielden de partijen hun pleidooi; Astrid Doesburg van Vogelbescherming NL deed dit mede namens de NMZH. De zitting verliep hoopvol. De Staatsraden hadden zich goed voorbereid en kwamen met kritische vragen richting de provincie Zuid-Holland en de Faunabeheereenheid. De uitkomsten van een onderzoek naar de conditie van de smientenpopulatie werden verschillend geïnterpreteerd. De NMZH is van mening dat de populatie niet gezond is en dat afschot de ontwikkeling van de vogelsoort verder zou bedreigen. De tegenpartij denkt hier anders over. Daarnaast was er aandacht voor de wijze van toetsing aan de Wet natuurbescherming en de vereisten die aan vrijstellingen worden gesteld. Naar verwachting zal de Raad van State in januari een uitspraak doen over deze zaak. [De NVWK is een van de natuurorganisaties is die bezwaar hebben aangetekend. Ook de watervogeltellingen van de NVWK tonen een flinke achteruitgang van de smient, red.]

BioBlitz: de Nationale Gemeente Competitie

V

oor alle Nederlandse gemeenten heeft de website waarneming.nl een BioBlitz aangemaakt. In de BioBlitz kun je zien in welke gemeente de meeste soorten zijn gezien. Dit gaat niet alleen over vogels of planten maar over alle soortgroepen, dus ook sprinkhanen, weekdieren, mossen, korstmossen, vissen etc. Momenteel staat de Gemeente Texel op de eerste plaats. Staat de gemeente Krimpenerwaard op 31 december 2020 in de top tien? In 2019 won de gemeente Ede met maar liefst 4312 soorten. De gemeente Krimpenerwaard bleef steken op de 22e plaats met 2880 soorten. Dat kan volgens ons veel beter, de biodiversiteit is immers groot in de Krimpenerwaard!

V

ind jij het leuk om waarnemingen door te geven, wil je graag weten hoe het gesteld is met de biodiversiteit in onze gemeente en ben je ook wel te porren voor een beetje competitie? Help mee en geef jouw waarnemingen door via www.waarneming.nl of www.krimpen.waarneming.nl. Elke soort is belangrijk en telt mee, ook heel ‘gewone’! v

50

WAARDVOGEL | DECEMBER 2020


Tel. 06-51809068 / www.hagendijkbouw.nl

Zuidbroek 149a 2861 LL Bergambacht Zuidbroek 149a 06-10301196. 2861 LL Bergambacht info@bui-tegewoon.nl 06-10301196. www.bui-tegewoon.nl info@bui-tegewoon.nl www.bui-tegewoon.nl

BREED INZETBAAR OPOP UWUW NATUURPROJECTEN. BREED INZETBAAR NATUURPROJECTEN. Onderzoek, advies & inventarisatie in in Onderzoek, advies & inventarisatie natuur landschap, natuur enen landschap, WERKVELDEN: WERKVELDEN: agrarische inpassingsplannen - erfinrichtingen - natuur in de stad agrarische inpassingsplannen - erfinrichtingen - natuurinpassingen in de stad - groenspaarplannen - landschappelijke groenspaarplannen - landschappelijke inpassingen inventarisatie & onderzoek - Wet Natuurbescherming - inventarisatie ecologische & onderzoek - werkbegeleiding Wet Natuurbescherming kleinschalige water maatregelen ecologische werkbegeleiding beheer & inrichtingsplannen gebiedsontwikkeling kleinschalige water maatregelen agrarisch & particulier natuurbeheer

beheer & inrichtingsplannen - gebiedsontwikkeling -

SPECIALISATIES: agrarisch & particulier natuurbeheer inrichting en beheer van weidevogelgebieden, SPECIALISATIES: moeras- en waternatuur, rivierengebied, en organisatie, inrichtingbeheerplanning en beheer van weidevogelgebieden, agrarische inpassing en verbreding moerasen waternatuur, rivierengebied,

beheerplanning en organisatie, agrarische inpassing en verbreding


Reisgids 2016

jde bestemmingen Vogel- en natuurreizen naar wereldwi

reisprogramma ww Vraag de gratis reisgids aan! E inf

www.birdingbreaks.nl • T ( 020) 779 20 30 • E info@

woude ligt in het hart van de feervolle zalen zijn zeer geschikt e of feestelijke bijeenkomst. etverbinding zijn aanwezig. t complete maaltijden of buffetten. eid in eigen keuken. Bel ons voor:

De Wielewaal

Natuurmuseum & klompenwinkel v.o.f. “Bewonder de natuur van Het Groene Hart in een schilderachtige omgeving tussen Lek en IJssel”

Fam. Rijneveld | Tiendweg 26 | 3411 NB Willige Langerak (Lopik) | 0182-384454 Al vanaf 1998 actief in natuureducatie Voor actuele openingstijden en overige informatie zie

www.museumdewielewaal.nl

“De Zwaan” biedt ook een p afhaalmaaltijden en een sna Keuken geopend van 17.00 t woensdag, vrijdag en zaterd


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.