2023 3 juni Waardvogel

Page 1

Waardvogel

WWW.NVWK.NL 12 18 24 fotovande maand Goede voorbeelden in het agrarisch natuurbeheer bieden hoop voor de toekomst met twee winnaars! Big Birding Day De rijkdom van het IHC-bos aan de Lek 62e JAARGANG | NUMMER 3 | JUNI 2023 met in de QR-code de i-Tree Eco berekening

Namen, telefoonnummers en e-mailadressen

Bestuur

Andere belangrijke instanties

Lid worden?

Wilt u actief deelnemen aan de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard of wilt u de doelstellingen van onze vereniging steunen, word dan lid. Op onze website kunt u alles over ons vinden, wat we doen en waar we voor staan. Meld u aan op www.nvwk.nl onder ‘de vereniging’, of stuur een e-mail naar info@nvwk.nl met uw gegevens. U kunt ook de secretaris bellen: 06 55812250. Zie de colofon voor de diverse lidmaatschappen.

WAARDVOGEL | JUNI 2023 2
Voorzitter Jaap Graveland, jaap.graveland@nvwk.nl 06 53579285 0182 601814 Secretaris Frans van der Storm, info@nvwk.nl 06 55812250 Boschpolderstraat 14, 2807 LJ Gouda Penningmeester Michiel Fokkema, penningmeester@nvwk.nl 06 20565775 bankrekening NVWK: NL82 RABO 0127 2948 80 Algemeen adjunct Benjamin Hallie, b.hallie@hetnet.nl 06 28430807 Bestuurslid Marije Willems, marije.willems@ziggo.nl 06 18736946 Coördinator vogelwerkgroepen Vacant Coördinator PR en communicatie Vacant
Redactie Waardvogel voor kopij Maria Kuijf en Joke Colijn, nvwkredactie@gmail.com 06 44744408 0182 359778 Foto’s t.b.v. de website Redactie, nvwkredactie@gmail.com Werkgroep Ruimtelijke Ordening Leen Verschoor, werkgroepro@nvwk.nl 06 30575522 0180 682860 Mariëlla van Gemeren, werkgroepro@nvwk.nl 06 18365815 Coördinator weidevogelbescherming Klaas de Mik, klaas.demik@kpnplanet.nl 06 38411675 0182 343101 Assistent weidevogelbescherming Joep Vermaat, weidevogels@nvwk.nl Coördinator zwarte stern Krimpenerwaard Max Ossevoort, maxossevoort@gmail.com 06 58870179 Coördinator plantenwerkgroep Jaap Oosterom, planten@nvwk.nl 06 21325649 Contactpersoon werkgroep landschapsonderhoud Edwin Valentijn, landschapswerkgroep@nvwk.nl 06 48131144 Coördinatoren vlinders- en libellen- Ton Hoefnagel en 06 53209161 werkgroep Wil Sluis, vlinderwerkgroep@nvwk.nl 06 11156898 Coördinator wintervogeltellingen Hans Kouwenberg, hanskouwenberg@tele2.nl 06 12417622 Coördinatoren grote zilverreigertelling Mieke Veen, mieke.veen@hotmail.com Leo Markensteijn, leom2941@gmail.com Coördinatoren uilenwerkgroep Joep Vanderbroeck en Pia Vrucht, uilenwerkgroep@nvwk.nl 06 55588849 0182 550879 Coördinator erfvogelwerkgroep Jaap Graveland, erfvogels@nvwk.nl 06 53579285 0182 601814 Coördinator zwaluwenwerkgroep Nico van Dam, nicovandam@hotmail.nl 0180 513975 Coördinatoren jeugdwerkgroep Vacant, interim: Benjamin Hallie, b.hallie@hetnet.nl 06 28430807 Aanspreekpunt Knotgroep Krimpen Yolande Nederveen, knotploegkrimpen@gmail.com 06 42508452 Coördinator roofvogelwerkgroep Jaap Jan Leeuwenburgh, roofvogelwerkgroep@nvwk.nl 06 40726332 Coördinator waterwerkgroep Vacant, waterwerkgroep@nvwk.nl Coördinator materialen Floor Andeweg, materialen-nvwk@kpnmail.nl 0180 514130
Werkgroepen
Dierenambulance Gouda e.o. Ook voor ophalen zieke dieren met vogelgriep 0182 529059 Dierenbescherming Afdeling Krimpenerwaard 0180 510984 Meldpunt m.b.t. milieu en de jacht Politie Hollands Midden, Regionaal Milieu Team 0900 8844 Melden van zwerfvuil Contact opnemen met de gemeente Krimpenerwaard 140182 Meldpunt Laagvliegen Krimpenerwaard 010 4733333 Vogelasiel Vogelklas Karel Schot 010 4857847 Meldpunt klachten onderhoud sloten, Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, bermen of dijken info@hhsk.nl 010 4537356 Milieutelefoon Bij verstoringen van de natuur 0888 333555 Illegale (roof)vogelvervolging Melden via www.natuurverstoring.nl of bij de politie 0900 8844 Meldpunt invasieve plantensoorten In bermen N-wegen ter bestrijding en monitoring: zuidholland@pzh.nl Onderzoek doodsoorzaak wilde dieren Dutch Wildlife Health Centre www.dwhc.nl/meldingsformulier Drie of meer dode watervogels Landelijk Meldpunt voor dierziekten, Nederlandse Voedsel- en of pluimvee Warenautoriteit (NVWA) 045 5463188 Meldpunt vogelgriep www.nvwa.nl/onderwerpen/vogelgriep-preventie-en-bestrijden/melden

Colofon

De Waardvogel

ISSN 1384-8240

Jaargang 62

verschijnt 5 x per jaar, februariapril-juni-september-december

Kopij aanleveren

Vóór 15 januari, 15 maart, 15 mei, 15 augustus en 15 november

Oplage

975 exemplaren

E-mail redactie

Joke Colijn

Maria Kuijf nvwkredactie@gmail.com

Website www.nvwk.nl www.facebook.com/denvwk/ https://twitter.com/denvwk nvwk.nl uilenwerkgroep_nvwk.nl

Secretariaat & ledenadministratie

Frans van der Storm

Boschpolderstraat 14

2807 LJ Gouda info@nvwk.nl

Contributie per kalenderjaar

€ 5,- voor een jeugdlidmaatschap, één kind t/m 16 jaar

€ 20,- voor een basislidmaatschap

€ 25,- voor een gezinslidmaatschap

Bankrekeningnummer

NL82 RABO 0127 2948 80

Lid worden

U kunt lid worden via www.nvwk.nl of door een e-mail met uw gegevens te sturen naar info@nvwk.nl

Op de voorpagina

Lantaarntje

foto: Huig Bouter

Foto van de maand:

IJsvogel

foto: Hannie van ‘t Verlaat

Overname van artikelen

Overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding

Disclaimer

Artikelen of uitingen van derden in de Waardvogel geven niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie of van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard weer, maar zijn voor rekening van de auteurs, de geciteerden of de bron

Drukkerij

Efficiënta

Krimpen aan den IJssel

Zie advertentie

Voor advertenties nvwkredactie@gmail.com

Jaartarief (= vijf edities):

1/8 pagina: € 50,-

1/4 pagina: € 90,-

1/2 pagina: € 150,-

Van de voorzitter

Jaap Graveland

Een van de bekendste sketches van de bekende cabaretier Wim Sonneveld gaat over de achtereenvolgende vriendjes van zijn veertienjarige dochter.

“Maar ja, u weet hoe dat gaat, Harry gaat, Piet komt. Piet gaat, Kees komt… En allemaal mee-eten.” Ik moest daaraan denken toen ik nog even m’n vorige voorwoord las. Daarin noemde ik de komst van eco-lodges in de Krimpenerhout waarmee de Groenalliantie wilde instemmen. Die zijn ondertussen na protesten van de baan. Maar McDonalds komt! Ook daartegen zijn protesten, omdat het voelt als een klap in het gezicht van de mensen in de Krimpenerwaard die zich inspannen voor duurzame voedselproductie en verkoop van streekproducten, en vanwege het te verwachten zwerfafval. Mogelijk helpen de protesten en gaat de McDonalds niet door. Maar misschien komt er een nieuwe hoogspanningsleiding door de Krimpenerwaard, en een zonnepark van 50 ha. De gemeente wil 4000 woningen bouwen, veel meer dan nodig voor de eigen bewoners, en tegen de regels van de provincie, die woningbouw in het Groene Hart wil beperken. En allemaal mee-eten, van de beperkte ruimte voor natuur, milieu en duurzame landbouw.

De vraag voor de NVWK wordt steeds meer: voor welke onderwerpen zetten we ons wél in om betere plannen te krijgen, en voor welke niet, waar lijkt deelname aan overleg wel effectief, en waar niet? Het bestuur heeft besloten geen zitting te nemen in de werkgroep van natuurorganisaties die meedenken over het Nationaal Programma Landelijk Gebied (https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/aanpakstikstof-natuur-water-en-klimaat/gebiedsgerichte-en-samenhangende-aanpak-landelijk-gebied).

De onderwerpen zijn belangrijk genoeg. Maar sinds de Raad van State uitspraak over stikstof in 2019 is er vrijwel niets gebeurd dat boeren en natuur perspectief geeft. En nu wijzen rijk, provincie en gemeente naar elkaar om initiatief te nemen. We passen er voor om vrije tijd te verdoen aan halfbakken maatregelen en geitenpaadjes 2.0. In een volgende Waardvogel meer hierover.

We krijgen wél energie van overleg waarin organisaties echt willen samenwerken. We doen dat in Prachtlint en we werken er aan in het agrarisch natuurbeheer. De samenwerking in het agrarisch natuurbeheer moet en kan beter, de NVWK moet zelf ook een aantal dingen verbeteren. Dat ontdekten we tijdens twee leerzame en leuke veldbezoeken die we organiseerden met het Agrarisch Collectief Noord-Holland-Zuid en met het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard. Dáár kunnen we wat mee. Ik schrijf er over in deze Waardvogel. Wil je reageren? Stuur me een mailtje.

Ik ga dit voorwoord vanaf nu afsluiten met een leuk natuurbericht uit onze waard. Dit keer: er is begin juni weer een otter gezien! De zoogdierwerkgroep gaat kijken of ze meer waarnemingen kan verzamelen. d

In dit nummer

Belangrijke gegevens 2

Van de voorzitter 3

Even Noteren 4

Knipoogjes in de natuur 5

IJsvogel, foto van de maand 5

Waterjuffers op de voorpagina 6

Klussenbank: wie helpt mee? 8

Hans Zantinge in memoriam 9

De Race gaat door, de spanning loopt op 10

Goede voorbeelden in het agrarisch natuurbeheer 12

Stekjesmarkt 2023 16

Big Birding Day met twee winnaars! 18

Het kunstwerk 22

Werkgroep RO wat doet die zoal? 23

De rijkdom van het IHC-bos aan de Lek 24

Krabbenscheer in het NNN-gebied 27

Europese Natuurherstelwet haalt Nederland juist ván het slot 33

Jeugdpagina 34

Vogelklas Karel Schot, excursie met de jeugd 36

Natuurdata: wat kun je ermee 37

Plaatsing infobord bij de Idylle 39

Lezing Biesbosch door Harm Blom 39

Wat natuur te bieden heeft 40

Papier of digitaal? Uitslag enquete 41

Even voorstellen, de leden van de werkgroep RO 42

De fuut, een fotogenieke vogel 44

Nachtpauwogen in het Loetbos 45

Nieuwsgierig naar uilen? 46

Hoor je jonge ransuilen? 46

3 WAARDVOGEL | JUNI 2023

Even noteren

Beheer botanische veldjes Loetbos

Op woensdag 5 en zaterdag 8 juli worden de botanische veldjes in het Loetbos gemaaid/gehooid. Voor het afruimen van het maaisel kunnen we extra handen gebruiken. Verdere afstemming graag telefonisch i.v.m. vakanties: Edwin Valentijn: 06-48131144 of Benjamin Hallie: 06-28430807.

Excursie biologische geitenboerderij De Bonte Weide

Op 8 juli vanaf 10.00 tot 12.30 uur. Wegens succes herhaald. Na het bijzondere bezoek van vorig jaar stelt Mart-Jan de Jong ook dit jaar zijn boerderij weer open voor de NVWK. Op de excursiedatum zijn de lammetjes net geboren.

Dat maakt deze excursie zeer geschikt voor (jonge) kinderen. Verder neemt Mart-Jan ons tijdens de rondleiding mee in de dagelijkse gang van zaken op zijn biologisch boerenbedrijf. Graag opgeven bij Benjamin: b.hallie@hetnet.nl of 06-28430807.

Reuzenspringbalsemienen trekken

Donderdag 13 en zaterdag 15 juli vanaf 09.00 uur. Voor het zoveelste jaar op rij gaan we op deze data in samenwerking met Staatsbosbeheer, terreinbeheerder van het Loetbos, op bepaalde percelen weer reuzenspringbalsemienen trekken. Reuzenspringbalemien is een snel groeiende invasieve exoot, die de oorspronkelijke vegetatie verdringt. We lopen de percelen na die we de afgelopen jaren hebben gedaan op achterblijvers zodat die niet meer zaaien. De boswachter weet waar we verder gaan. Zoals gebruikelijk beginnen we met koffie en uitleg en gaan door tot max. 16.00 uur. Je kunt blijven zolang je wilt (denk aan een lunchpakketje) maar een paar uur trekken is ook prima. We houden pauze voor lunch en er is ook een drankje na het werk. Het is niet zwaar, de plant wortelt heel oppervlakkig. Deze activiteit is daarom ook prima geschikt voor kinderen. Lange broek en lange mouwen zijn gewenst vanwege contact met bramen en brandnetels. Denk aan anti-mug, handschoenen en stevig schoeisel. Help ook een handje mee deze exoot te bestrijden! Voor informatie: j.j.colijn@ gmail.com of 06-44744408.

Vlinder- en libellenexcursie Moerputten

Zaterdag 15 juli, 8.30 uur. De Moerputten is een natuurgebied in de omgeving van Den Bosch, bekend vanwege het zeldzame pimpernelblauwtje. Tijdens een wandeling van ongeveer vijf kilometer gaan we op zoek naar verschillende soorten vlinders en libellen. Het belooft een mooie dag te worden waarop we van alles zullen zien. Bij slecht weer zal een alternatieve datum worden bepaald. Verzamelen bij om 8.30 bij Restaurant de Loet (eerste opstapplaats) aan de Kerkweg 279, Lekkerkerk, of om 09.00 uur Cellebroederstraat 1, Schoonhoven (tweede opstapplaats).

Carpoolen is gewenst, waar mogelijk. We rijden naar de parkeerplaats Deutersestraat, 5223 GV Den Bosch, vanwaar de excursie zal starten. Verwachte eindtijd: 16.00uur.

Opgeven is verplicht bij Ton Hoefnagel: 06-53209161 of Wil Sluis: 06-11156898 of via vlinderwerkgroep@nvwk.nl

Vrijwilligersbijeenkomst 2023

Save the date: 9 september vanaf 16.30 tot 21.30. Nadere informatie volgt via de NVWK-Nieuwsbrief in je mailbox.

World Cleanup Day

Zaterdag 16 september is de grootste jaarlijkse opschoonactie ter wereld. Over de hele wereld worden opruimacties georganiseerd om het probleem van zwerfvuil aan te pakken. Inmiddels doen er 180 landen mee. In Nederland is Plastic Soup Foundation initiatiefnemer van World Cleanup Day en Nederland Schoon draagt ook bij aan deze wereldwijde beweging. Op de woensdag voorafgaand aan World Cleanup Day is er een speciale editie van de opruimdag voor scholen.

Nationale Nachtvlindernacht

15 en 16 september. Tijdens de ‘Nationale Nachtvlindernacht’ bekijken op meer dan 100 locaties in Nederland mensen met elkaar vlinders. De nachtvlindernacht is bedoeld om enerzijds het grote publiek kennis te laten maken met nachtvlinders en anderzijds om op één moment nachtvlinderwaarnemingen uit het hele land te verkrijgen. De ‘Nationale Nachtvlindernacht’ bestaat officieel sinds 2005 en is een initiatief van De Vlinderstichting. Nachtvlinders zijn normaal gesproken niet zo gemakkelijk te zien en dus moeten ze gelokt worden. Dat gebeurt met speciale lampen. Ook kan er een zoete substantie op de bomen gesmeerd worden. Daar komen weer andere soorten op af. Dan wordt opeens zichtbaar hoeveel verschillende nachtvlinders er voorkomen. In Nederland zijn dat er meer dan 2000! Zie t.z.t. de agenda op www.nvwk.nl voor nadere informatie over deze activiteit in de Krimpenerwaard.

Lezing Biesbosch

Donderdag 21 september. Harm Blom, boswachter bij Staatsbosbeheer en voormalig vogelcoördinator van de NVWK, geeft een lezing over de unieke Biesbosch. Inloop vanaf 19.30 uur, start lezing om 20.00 uur in De Zwaan, Kerkweg 2 in Berkenwoude. Zie ook het artikel op pagina 39.

Euro Birdwatch

8 oktober 2023. De Birdwatch vestigt de aandacht op trekvogels en de gebieden die ze in Europa nodig hebben om bij te tanken voor hun reis. En het evenement maakt zichtbaar hoe groots het fenomeen vogeltrek is. Hierdoor draagt het evenement er hopelijk aan bij dat meer mensen enthousiast worden voor vogels en hun bescherming. In verschillende van de deelnemende landen is dat laatste namelijk hard nodig. In Nederland is de Euro Birdwatch daarnaast ook een uitstekende gelegenheid om het belang van ons land voor trekvogels nog eens voor het voetlicht te brengen in de pers. Leden van de NVWK zullen onze eigen telpost bemannen op telpost De Hoekse Sluis op de Lekdijk. De telpost ligt tussen Bergambacht en Lekkerkerk tegenover het gemaal ‘Krimpenerwaard’. Er wordt geteld vanaf zonsopgang tot zolang de trek op gang blijft. V

18 november 2023

2 december 2023

16 december 2023

13 januari 2024

27 januari 2024

WAARDVOGEL | JUNI 2023 4
Knotdata
oorlopige
4 november 2023
10 februari 2024

Knipoogjes in de natuur

IJsvogel foto van de maand

Van Hannie van ‘t Verlaat is deze foto van een ijsvogel met als bijschrift: “Tot drie keer toe in één uur op hetzelfde plekje in mijn tuin!” Een ijsvogelisinderdaadvaaktevindenopeenvasteuitkijkpostnabijhetwater.Eenoverhangendetakisgeschikt.Fotografenzettenweleensmet opzet een tak in het water in de hoop dat de vogel daar op gaat zitten, om zo makkelijker een plaatje te schieten. Een ijsvogel kan ook bidden boven het wateroppervlak. Vanaf de tak of vanuit biddende positie duikt hij bijna loodrecht het water in. d

Kleine visjes vormen het hoofdvoedsel van een ijsvogel. Ook garnalen, kreeftjes, kikkers, salamanders, waterinsecten, larven die in het water leven en slakken staan op zijn menu. Soms vangt hij insecten in de lucht.

Een

ijsvogel waarnemen is niet zo makkelijk. De ijsvogel heeft een snelle, rechte vlucht, vaak vlak boven het wateroppervlak. Hij kan op deze manier snelheden bereiken van maximaal 80 kilometer per uur. De vleugelslag is snorrend, afgewisseld met een korte glijperiode. Hierdoor is er van een ijsvogel in vlucht zelden meer te zien dan een blauw-oranje flits. Wat helpt, is als je zijn roep herkent. Wanneer de ijsvogel in de schaduw op een tak zit is hij zo goed als onzichtbaar. In feite is de rug kleurloos, er zitten geen blauwe kleurstoffen in de veren zelf. De structuur van de veren zorgt voor de blauwe weerkaatsing van licht.

Een

ijsvogel houdt niet van ijs. Strenge winters laten de ijsvogelstand zelfs flink dalen, omdat hij vrijwel volledig afhankelijk is van de mogelijkheid om te vissen. Doordat hij veel en grote broedsels kan produceren, kan de populatie wel weer snel herstellen. Waarom dan de naam ijsvogel?

Er zijn twee verklaringen. Ten eerste: ijsvogels worden ‘s winters bij het ijs gezien om via een wak vissen te vangen. Een tweede verklaring is dat ‘ijsvogel’ een verbastering is van ‘Eisenvogel’, wat ijzervogel betekent, slaande op de metaalachtige glans van de vogel d

5 WAARDVOGEL | JUNI 2023
Dit kleine nijlgansje wilde het wat beter zien, foto: Peter Stam Een veiliger plekje voor je nest is niet te vinden! Foto: Riet Visser-Bouter De visdiefjes voelden zich vast al kampioenen, foto: Peter Stam

Waterjuffers op de voorpagina: paringswiel van het lantaarntje

Tekst:

Inmiddels is het libellenseizoen losgebarsten en vliegen overal libellen. Dit jaar worden vanaf 2 mei 2023 libellen in het gebied Krimpenerwaard in waarneming.nl gemeld. Op 20 mei is het lantaarntje als meeste gemeld, op de voet gevolgd door de variabele waterjuffer. Daarmee hebben we gelijk twee libellen uit de familie waterjuffers, het onderwerp van deze aflevering. d

Waterjuffers zijn over het algemeen kleine, blauwzwarte juffers. Het zijn algemeen voorkomende libellen en ze zijn vaak in groepsverband waar te nemen. De vuurjuffer en de koraaljuffer zijn rood en behoren ook tot de waterjuffers. Sommige zijn (zeer) zeldzaam en niet in de Krimpenerwaard gemeld. Qua grootte denk ik vaak aan een naald, speld of lucifer. Je moet echt even zoeken en een verrekijker is een goed hulpmiddel. Maar als je eenmaal het beeld herkent, gaat het beter. Vaak verklappen ze waar ze zijn, doordat ze van plaats veranderen. In Nederland zijn meestal de volgende soorten te vinden.

Vrij algemene soorten

Lantaarntje

Variabele waterjuffer

Azuurjuffer

Watersnuffel

Vuurjuffer

Grote roodoogjuffer

Kleine roodoogjuffer

De voortplanting

Zeldzamere soorten

Maanwaterjuffer

Speerwaterjuffer

Tengere grasjuffer

Kanaaljuffer

Koraaljuffer

Donkere waterjuffer

In de Waardvogel van februari 2023 is al aandacht aan de voortplanting besteed. Hoe zit het ook al weer?

Libellen pakken elkaar op een bijzondere wijze beet, waardoor een zogenaamd paringswiel (copula; = letterlijk ‘verbinding’) ontstaat. Het vrouwtje neemt de spermacellen uit het secundaire geslachtsorgaan van het mannetje over. Bevruchting vindt pas plaats bij de ei-afzetting. Op de voorpagina staat een prachtige foto van de copula van het lantaarntje. Je kunt deze zelf ook makkelijk in de natuur tegenkomen. Zeker als je bedenkt dat een libel slechts enkele weken leeft, maar meerdere maanden wordt waargenomen. Dat betekent dus steeds nieuwe libellen, die zich ook weer willen voortplanten. Nadeparingwordendeeierenafgezet,meestalinplanten(resten)inhet water. Uit het ei komt een larve, die onder water leeft. Afhankelijk van de soort kan dat van enkele maanden tot zelfs een paar jaar zijn! Behalve de winterjuffers overwinteren de libellen als larve. Op enig moment in het jaar klimt de larve, meestal ’s morgens vroeg zodat de kans om te worden opgegeten verkleint, langs een stengel boven water omhoog waar de laatste vervelling plaatsvindt. Dan komt een prachtige libel uitgeslopen. De larvehuidjes blijven achter. Als de libel is uitgeslopen, is hij niet gelijk klaar. Zo moet hij/zij zijn/ haar vleugels en achterlijf oppompen, die moeten uitharden en kleur krijgen. Dat is een kwetsbare tijd voor de libel.

Dediverse soorten waterjuffers zijn lastig uit elkaar te houden. Na het uitsluipen zijn ze niet gelijk op kleur. Daarnaast kan de kleur en de tekening van vrouwtjes afwijken van het mannetje. De tekening op het achterlijf is per soort verschillend en helpt je determineren, maar verschillen zijn soms lastig waar te nemen. Bij uitzondering is zelfs de

vorm van het halsschild nodig om de soort precies vast te stellen. De vrouwtjes van de waterjuffers zijn zeer variabel en erg lastig uit elkaar te houden. Maar laat je niet ontmoedigen! Oefening baart kunst. En is het niet leuk om ze alleen al te zien?

Het lantaarntje

Het lantaarntje is goed te herkennen. Deze juffer heeft een blauw borststuk en een helemaal donker achterlijf. Aan het eind van zijn lijf (S8) zit een duidelijk oplichtend blauw segment: het lantaarntje. Heel opvallend is het tweekleurig pterostigma (zwart-wit).

De vrouwtjes kunnen in diverse kleuren voorkomen. Hiervan zie je een voorbeeld.

Grote roodoogjuffer

De naam zegt het al. Het is een blauwe juffer, maar met rode ogen. De zijkanten van de segmenten zijn zwart. Van de kleine roodoogjuffer zijn de zijkanten van S2 en S8 blauw gekleurd. Tevens is hij zo’n 0,5 cm kleiner, maar dan moet je ze wel naast elkaar kunnen zien. Bovendien heeft de kleine in tegenstelling tot de rode een x-vormige figuur op S10.

WAARDVOGEL | JUNI 2023 6
Lantaarntje, vrouw, foto: Harry Verkerk Grote roodoogjuffer, foto: Huig Bouter

Variabele

Het mannetje variabele waterjuffer is vooral herkenbaar aan de schouderstreep die is gereduceerd tot een kenmerkend uitroepteken. Hoewel dit soms ook alleen een versmalde streep kan zijn. Daarnaast heeft hij op S2 een Y-vormige tekening, die met de onderkant van de segmentrand is verbonden. De tekening op het achterlijf van S3-6 is met een variabele hoeveelheid zwart, maar het figuurtje op elk segment heeft altijd drie spitsen, waarvan de zijspitsen het langst zijn.

Watersnuffel

De watersnuffel lijkt op de variabele waterjuffer, maar bij de watersnuffel is de lichte schouderstreep meestal even breed of breder dan de daaronder liggende donkere schoudernaadstreep. Bovendien in de zijkant van het borststuk geheel licht.

Watje ook waarneemt, meld je waarneming in ieder geval (bv. via Obsmapp). Je kunt een libel altijd als ‘libel onbekend’ invullen, maar voeg dan wel een foto toe. De mensen achter waarneming.nl kunnen er dan mogelijk nog wat van maken. Als je in Obsmapp een foto toevoegt, komt er onderaan bij de invoer een vierde knopje met een vlinder tevoorschijn. Daarmee determineert Obsmapp je foto. Resultaten hangen af van de duidelijkheid van de foto(‘s).

Tip 1: Neem altijd foto’s, liefst van meerdere kanten, maar vooral van bovenop en van opzij. Dan kun je thuis op je gemak op onderzoek uit.

Tip 2: Kijk vooral naar de blauwe, of als je al verder bent, naar de mannetjes. Dat kan je helpen bij de determinatie.

Desite van de Vlinderstichting bevat een schat aan goed toegankelijke en leesbare informatie. Ook geeft de stichting onder andere een herkenningskaart ‘Blauwe juffers herkennen’ uit. Een handig hulpmiddel en eenvoudig van opzet. (https://www.vlinderstichting.nl/libellen/ libellen-herkennen/blauwe-juffers) d

Bronnen: Vlinderstichting.nl; Veldgids Libellen, Frank Bos en Marcel Wasscher; Veldgids Libellen van Europa, Klaas-Douwe en B. Dijkstra; Libellen van Nederland, Jan Katzman Lantaarntje in de Krimpenerwaard

7 WAARDVOGEL | JUNI 2023
waterjuffer Watersnuffel, foto: Huig Bouter Variabele waterjuffer, foto: Harry Verkerk vanaf 2018 (t/m 07 juni 2023) Waterjuffers in de Krimpenerwaard vanaf 2018 (t/m 07 juni 2023)

Klussenbank: wie helpt mee?

DeNVWKkrijgthetsteedsdrukker.Datisprachtig,wantindepraktijkbetekenthetdatwealsvrijwilligersverenigingmeepraten bijdegroteprojectenindeKrimpenerwaardendaarhetnatuurbelangkunneninbrengen,maarookdatweuiteigeninitiatiefmet projectenkunnenaankloppenbijdebeidegemeenten,hetwaterschapendeprovincie.Somsschietendaardoorbepaaldeklussen erbijinenvoordeprojectenhebbenweextrahandennodig.Daaromhebbenweeenklussenbankopgericht;erstaanook klussen opdewebsiteonderActueel.Vaakgaathetomkortlopendetaken,somskomteenklusopherhaling.Wiehelptmee? D

Maak filmpjes van je werkgroep of activiteit

De NVWK wil een beeldocument van de activiteiten van alle werkgroepen maken. Daarvoor zijn filmpjes door leden nodig, die je gewoon maakt met je telefoon. NVWK-activiteiten vinden plaats door het hele jaar heen, dus blijf alert op geschikte momenten in alle jaargetijden. Lekker bezig in het landschap? Ben je vlotjes aan het timmeren, loop je planten te inventariseren, Waardvogels te bezorgen of sta je vogels te tellen? Doe je mee aan een cursus of excursie? Alles leent zich voor een filmpje. Bij voorkeur liggend, (landscape) maar gooi een leuk staand filmpje niet weg. Stuur je materiaal naar het e-mailadres van de redactie, zodat we hiervan een representatieve korte film kunnen maken. De eerste filmpjes zijn binnen! We zijn benieuwd - stuur maar op!

Versterking voor de jeugdwerkgroep

Benjamin zoekt versterking voor de jeugdwerkgroep. Hij is creatief in het bedenken van activiteiten, maar zou blij zijn met versterking voor het uitvoeren van die leuke plannen. Benjamin heeft een drukke baan naast zijn studie en het zou voor het moment al helpen als een ouder of grootouder de praktische organisatie van al is het maar één activiteit op zich wil nemen. Een coördinator zou natuurlijk helemaal ideaal zijn. Neem contact op met Benjamin Hallie voor overleg of informatie.

Archivaris gezocht

De NVWK krijgt met enige regelmaat historische documenten aangeboden over de natuur en landschap in de Krimpenerwaard. Die kunnen bij toekomstige ontwikkelingen van grote waarde blijken. Wie houdt van de geur en de taal van oude papieren en wil ze archiveren en orde scheppen? Zie pag. 2 voor de secretaris, info@nvwk.nl

Tel je eigen dorpsvogels

Doe je mee met de Nationale Tuinvogeltelling? Dan is dit ook iets voor jou. Door driemaal in het voorjaar vogels op een bepaalde plek in je eigen bebouwde kom te tellen, wordt duidelijk of onze beide gemeenten slagen in hun voornemen om de goede maatregelen te nemen die de kernen beter leefbaar maken voor vogels. De NVWK maakt er een speerpunt van om ook in onze bebouwde kommen natuurinclusief te (laten) bouwen en renoveren en het groenbeleid daarop af te stemmen. Want steeds meer vogels vertrekken uit de bebouwde kom en het wordt zo een dooie boel. Daarom tellen overal in het land mensen al broedvogels voor het Meetnet Urbane Soorten, MUS - doe mee! Bel of mail Jaap Graveland of Mariëlla van Gemeren van de werkgroep RO, zie pagina 2.

URGENT! Wie heeft een auto met trekhaak?

Op zaterdag 8 juli zoeken we iemand die het hooi van de botanische veldjes met een kar van de NVWK wil verplaatsen om daarmee een paar muizenruiters aan te vullen. Prachtig geurig hooi waar muizen dol op zijn - en zij zijn weer prooi voor andere dieren. Wie wil zijn tijd deze zaterdag hiervoor beschikbaar stellen? Het in- en uitladen doen we met meer mensen, de kar is er al - we missen alleen jou met je auto met trekhaak! Voor nadere info: Joke Colijn, zie pag. 2.

Helper weidevogelwerkgroep blijft nodig!

Klaas heeft jarenlang onze grote weidevogelwerkgroep geleid. Hij had contact met alle weidewachters, leidde aspirant weidewachters op en nam hen mee in zijn kano om hen het ‘vak’ te leren in de praktijk. Met de boeren in de Krimpenerwaard heeft Klaas veel contacten gelegd en daarmee ook vogels gered. Op dit moment loopt het hem over de handen, zeker omdat we nog steeds nieuwe mensen nodig hebben aangezien onze oude rotten in het vak soms wat rustiger aan moeten doen. Wie wordt lid van ons weidevogelteam zodat Klaas het structureel wat minder druk heeft? Samen sparren is ook nog eens leuker. Informatie in eerste instantie bij Joke Colijn, zie pag. 2.

Leden in Schoonhoven: spring op!

Het onderhoud aan de nestkasten in het Springerpark en op de oude begraafplaats is jarenlang bijgehouden door een aantal trouwe leden. Stille krachten, bevredigende klus. Maar met het klimmen der jaren valt het klimmen in ladders niet meer te combineren. Wie gaat de uitdaging aan en springt hier in? Nog leuker is als je e.e.a. in het broedseizoen combineert met een wekelijkse ronde om de bezetting te checken, dan zie je de eer van je werk. Bijvoorbeeld met MUS, zie linksonder. De kasten zijn nu schoon, dus het wordt een vloeiende instap. Zet je park op de kaart waardoor het belang van natuur in de stad wordt onderbouwd. Bel Joke Colijn, redactie, pag. 2.

Waterwerkgroep zoekt coördinator

De waterwerkgroep is al enige tijd op drift, ze zoekt een anker. Iemand die weer activiteiten op touw zet en de groep weer op koers brengt. Denk niet dat je per se alles van waterdieren en waterecologie moet weten om deze taak in te vullen, want er zit heel veel kennis in de groep en daaruit kun je ook putten voor ideeën. En als waterleven je interesse heeft, leer je immers vanzelf, gaandeweg. Zo gaat dat nu eenmaal met iets dat je leuk vindt! Wil je meer weten? Zoek contact met Jaap Graveland, zie pag. 2.

Uilenwerkgroep zoekt versterking

We zoeken mensen in de omgeving van Ouderkerk, Gouderak en Berkenwoude. Het gaat om controleren en schoonmaken van de nestkas- ten en helpen bij het ringen van de jonge uilen! Lijkt je dit leuk of wil je meer info, neem dan contact op met Pia, zie pag. 2 voor de contactgegevens.

WAARDVOGEL | JUNI 2023 8

Hans Zantinge in memoriam

In april bereikte ons het schokkende nieuws dat Hans Zantinge plotseling was overleden. Hans, met zijn rustige optreden, zijn warme, bedachtzame stem waarin nog steeds zijn Overijsselse wortels doorklonken, zijn vriendelijke lach - dat kon toch niet waar zijn? Dat is toch véél te vroeg? Hans was nog maar recent gestopt met zijn werkzaamheden als boswachter bij het Zuid-Hollands Landschap en genoot juist zo van zijn nieuw verworven tijd… Niet dat Hans nu weinig meer deed, maar het kon in een ander tempo en zijn vrouw Carla en hij genoten daar intens van. D

Wiekende Hans niet? Zeker wie al langer lid is van de NVWK, heeft op een of andere wijze wel met Hans te maken gehad. Velen koesteren warme herinneringen (ook letterlijk, vanwege de houtkachel) aan de coördinatorenavonden, de bijeenkomsten van de uilenwerkgroep of aan diverse lezingen in het bezoekerscentrum, dat is ingericht met terraria vol door Hans opgezette dieren. Het gaat dan om dood aangetroffen exemplaren van allerlei in de Krimpenerwaard voorkomende (avi)fauna, die Hans van inwoners kreeg en in zijn vriezer stopte tot er tijd was. Want Hans was een natuurmens pur sang met vele kwaliteiten, taxidermie is er maar één van. Ook de onderwerpen voor zijn tekeningen en schilderijen vond hij in de natuur. Daarvan sieren wat prachtige voorbeelden de muren in het bezoekerscentrum. Woonachtig naast het bezoekerscentrum van de eendenkooi Bakkerswaal, beheerde hij tientallen jaren lang de eendenkooi in zijn functie van boswachter bij het ZHL en begeleidde in die hoedanigheid ook excursies voor belangstellenden. Het hele terrein onderhield hij, ook het knotten van de vele wilgen hoorde erbij. De met hulp van het kooikerhondje Jans gevangen eenden

werden niet gegeten, maar door Hans geringd. De eendenkooi ligt binnendijks aan de bocht van de rivier de Lek, waardoor daar buitendijks in de luwte van de bocht een rietvlakte kon ontstaan. Die rietvlakte wordt nog met de hand op authentieke wijze door het ZHL gemaaid, waarna het riet in schoven wordt gebonden. Hans gebruikte dat riet om de rietwanden van de vangpijpen die naar de eendenkooi leiden regelmatig te vervangen.

Hans lag bij het condoleancebezoek opgebaard op een bed van rietschoven, in het bezoekerscentrum, met wilde bloemen om hem heen. Hierin viel de hand van Carla te herkennen. Hij zou het niet anders gewild hebben. Het was prachtig, maar daardoor ook extra ontroerend. Met Hans Zantinge is een wijs en zeer talentenrijk mens uit onze Krimpenerwaardse gemeenschap verdwenen, hij zal op vele fronten gemist worden. Maar het allermeest door Carla, die hiermee haar vertrouwde maatje waarmee ze in het dagelijks bestaan als haast vanzelfsprekend vergroeid was, kwijt is. Elke dag is in plaats van een feest, nu voor haar een opgave geworden. Wij wensen Carla heel veel sterkte bij het zoeken naar nieuwe doelen; hopelijk vindt ze troost in de rijke natuur op die prachtige plek waar Hans ook zo van hield. D

9 WAARDVOGEL | JUNI 2023

De Race gaat door

De spanning loopt op: koplopers gaan nek-aan-nek

Coen van Nieuwamerongen

Het voorjaar is in volle gang. De dagen worden langer en we hunkeren er naar onze lijst te spekken en op zoek te gaan naar mooie soorten d

1april begint gelijk goed met de eerste koereiger van het jaar. Er volgen er nog vele, maar je kunt hem maar alvast hebben. Een soort die voor flinke discussie zorgde in de voorgaande maand, verscheen ook deze maand al snel op het depot; we hebben het natuurlijk over de rouwkwikstaart. Een vrouwtje rouwkwikstaart verbleef enkele dagen in Den Hoek en kon door aantal racers worden gescoord. April is een erg goede tijd voor doortrekkende soorten als smelleken, beflijster en dwergmeeuw. Cor heeft geluk met een prachtige raaf over zijn tuin, terwijl anderen mazzel hebben met een overvliegende kleine bonte specht over de telpost.

Hetis inmiddels 10 april, de tijd voor de eerste reuzenstern. Met drie man zien we de eerste over de telpost aankomen. Het is niet lang een blokker, want er volgen er in de weken daarna bijna tien andere vogels. Geen straf toch? Ook de eerste visarenden druppelen langzaam binnen. Het gaat moeizaam dit voorjaar, maar uiteindelijk passeert toch nog een mooi aantal visarenden de telposten. Op 15 april vindt Erik de eerste bonte vliegenvanger en nachtegalen tijdens een ronde door het Loetbos. Van beide soorten volgen er nog meer in de weken daarna, al blijft een bonte vliegenvanger in het voorjaar zeldzaam. Herman vindt diezelfde dag een zingende man gekraagde roodstaart. We ontdekken dat het in ieder geval om twee mannetjes en één vrouwtje gaat. Een broedgeval zit er dik in! Wie de avond van 19 april geen tijd had miste een mannetje brilduiker, dankzij Jaap te spotten op de IJssel. Degenen die dezelfde ochtend op de telpost stonden werden aangenaam verrast door twee overvliegende morinelplevieren

Vooralsnog een mooie blokker. De wraakactie liet niet lang op zich wachten, want de eerstvolgende zaterdag werd er door een aantal van ons een overvliegende middelste zaagbek gezien. Diezelfde zaterdag wordt er in Krimpen een hop gefotografeerd. Helaas komt die informatie te laat door en blijkt de hop de dag erna te zijn gevlogen. Vogels die je ook maar kort de tijd gaven waren de steltkluten in het filter. Degenen die ze hebben gemist, kregen later nog meer kansen, want ze doken in onze drie meest bekende steltlopergebieden op in de afgelopen week.

het voor Quinten zijn zesde al was.

Koningsdag

staat voor mij bekend als een goede dag voor een overtrekkende grauwe of steppekiedendief. En dat bleek! De teling verliep relatief rustig op die steppekiekendief na. Voor drie van de vier aanwezigen een nieuwe Krimpenerwaardsoort, terwijl

De Big Birdig Day op de erop volgende zaterdag verliep voor de meeste teams erg rustig. Buiten de gewone soorten om viel er weinig te beleven en was het gewoon een heerlijke dag genieten van alle ‘gewone’ soorten. Alleen het team van Erik, Arjan, Johannes en Rob pikte scherp een overvliegende rosse grutto op. De vogel twijfelde om te landen, maar dat vonden Erik en Arjan een minder goed idee, dus stuurde ze de vogel door. Ons team was net weg van de Driehoek en deed een krankzinnige poging de vogel op te pikken bij de Gouderakse Brug. Het kostte Herman zijn patat en we zagen de vogel niet. Een soort die ook lang op zich liet wachten was

WAARDVOGEL | JUNI 2023 10
Velduil, foto: Vincent Vuik Brilduiker, foto: Daan van Braak

de zwarte wouw. Je moet net geluk hebben om op de dagen met oostenwind te kunnen posten om deze soort te kunnen scoren.

Wezijn inmiddels aangekomen in mei. Tot twee keer toe wordt er door niet-racers een velduil gezien. Helaas lukt het ons niet een glimp van deze uilen op te pikken en zullen we een nieuwe moeten gaan zoeken. Wie zijn gele kwikstaarten goed afzoekt, vergroot de kans op zowel Engelse als noordse kwikstaart. En als je mazzel hebt krijg je beide soorten zelfs op één foto. De kwikken waren snel gevlogen, dus een enkeling heeft ze kunnen zien. 4 mei was qua trek één van de betere voorjaarsdagen. Zeker landelijk gezien zijn er prachtige tellingen neergezet. Erik scoorde in de ochtend een prachtige overvliegende man wielewaal over de Hoekse Sluis. Op de Bakkerswaal werd er ook niet stil gezeten en werden (met name in de avond) mooie dingen gezien. Om maar wat te noemen: 2 visarenden, 1 zeearend, 3 zwarte wouwen, 1 smelleken, 2 grauwe kiekendieven en 2 kraanvogels. We kennen slechtere dagen!

De avond daarop lijken de witvleugelsternen weer terug van weggeweest te zijn. Ze doen een aantal rondes door polder Den

Hoek en slapen diezelfde avond nog op Kinderdijk. Ondanks het vele posten in de dagen erna, zijn de vogels vooralsnog niet teruggekeerd. Zou het weer tot broeden komen dit jaar?

De ‘rammer’ van het jaar komt de dag daarna. Helaas wordt deze bruinkeelortolaan te laat doorgegeven en glipt deze vijfde voor Nederland aan onze neus voorbij. We moeten het doen met een vergeefse zoekactie de volgende ochtend in de tuinen van Krimpen aan de Lek. Als je deze ochtend wat meer afwachtend was en dus gewoon lekker naar de telpost ging, zag je zes rotganzen tussen de brandganzen overkomen. Maar goed, we hebben de vogel in het Doove Gat al gezien, dus een blokker is het niet.

Arjan doet diezelfde avond nog een ronde door de Berkenwoudse Driehoek en vindt zingende porseleinhoenders. Het blijken er minimaal drie te zijn. Jannie besluit de volgende avond ook te gaan luisteren en loopt tegen een man woudaap aan. Wederom tijdens het Race-jaar een woudaap in de Krimpenerwaard. Mocht je hem gemist hebben: ze nemen enorm toe de laatste jaren, dus houd je oren en ogen vooral goed open! Dat deed Gijsbert ook, want hij zag een mooie overvliegende wespendief over zijn tuin.

Alsje dacht dat dit het was, dan heb je het mis. Quinten fietst de avond erop een rondje door polder Den Hoek in de hoop de witvleugelsterns terug te vinden. Dat lukt helaas niet, maar het levert wel een overvliegende groep van maar liefst 20(!) zwarte ibissen op. Ondanks het posten en zoeken van velen, worden de vogels niet meer teruggevonden. Een prachtige blokker!

Een dag met alleen maar regen nodigt niet echt uit om naar buiten te gaan. Dirk doet toch zijn vaste ronde door het Doove Gat en met succes! Een prachtige kanoet in zomerkleed is het resultaat.

Die avond daarna is het Quinten die zijn slag weer slaat. In een avond tijd ziet hij een kraanvogel, een visarend en een jagende velduil. De laatste blijft gelukkig nog enkele dagen hangen en kan door velen worden bewonderd. We zitten er lekker in.

Twee dagen na de vondst van de velduil, worden er minimaal twee zingende kwartels gevonden. Wie wat afwachtend was, had dikke pech, want de vogels waren na één avond gevlogen. Arie Ros heeft die avond boven zijn tuin een gouden uurtje met onder andere een vrouwtje roodpootvalk en een grauwe of steppekiekendief

Op Hemelvaartsdag is het dan weer de beurt van Quinten met een overvliegende raaf over Lekkerkerk. In de dagen daarna komen er voor sommigen van ons nog mooie herkansingen voor onder andere wielewaal, geoorde fuut en brilduiker. Andere goede soorten die nog gezien worden door ‘niet-Racers’ zijn: zwarte ooievaar, grauwe klauwier, zomertortels en wederom een hop

Tijdvoor de tussenstand. Het is een echte nek-aannek race. De spanningen lopen hoog op in de top vijf. Quinten staat aan kop met 182 soorten op zijn lijst. Ik mag een bescheiden tweede plaats innemen met 177 soorten, op de voet gevolgd door Herman (175) en Erik (173). Plek vijf wordt ingenomen door Arie Ros met 167 soorten. d

11 WAARDVOGEL | JUNI 2023
Kanoet, foto: Coen van Nieuwamerongen Woudaap, foto: Jannie Monhemius

Goede voorbeelden in het agrarisch natuurbeheer bieden hoop voor de toekomst

De NVWK heeft het agrarisch natuurbeheer altijd kritisch gevolgd en suggesties gedaan voor verbetering. We schreven er herhaaldelijk over in De Waardvogel. Hoewel het over de hele linie nog lang niet goed genoeg gaat, kennen we voorbeelden waar het agrarisch natuurbeheer heel goed werkt. Zoals in de Bovenkerkerpolder, waar coördinator Mark Kuipers met de boeren binnen het Agrarisch Collectief Noord-Holland-Zuid spectaculaire resultaten haalt en er over schrijft op Facebook: hoge dichtheden en een hoge kuikenoverleving. Daar moesten we meer van weten! Dus gingen we op 12 mei op veldbezoek. Mariëlle Oudenes, gebiedscoördinator van het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard (ACK) ging mee. Zij vertelde daar dat in de Krimpenerwaard ondertussen ook mooie resultaten te melden zijn. Dus volgde een veldbezoek in de Krimpenerwaard. Het waren twee leerzame bezoeken… D

Op veldbezoek in de Bovenkerkerpolder

Onze kritiek op het agrarisch natuurbeheer in Zuid-Holland richt zich op de gebrekkige monitoring, vaak stroeve samenwerking tussen collectieven en vogelwerkgroepen en onvoldoende effectief beheer: de aantallen weidevogels dalen provinciebreed (en landelijk) nog steeds, ook na zes jaar agrarisch natuurbeheer volgens het nieuwe stelsel.

Maar dat is niet het hele verhaal. Ik heb gemotiveerde, inhoudelijk sterke medewerkers leren kennen bij BoerenNatuur, de koepel-organisatie van de agrarische collectieven. En ik zie dat veel collectieven lerende organisaties zijn: het gaat steeds beter. Een van de toppers is Collectief Noord-Holland-Zuid. Coördinator Mark Kuiper schrijft regelmatig op Facebook over de waanzinnige resultaten op Marken, in De Ronde Hoep en de Bovenkerkerpolder. En over de goede samenwerking en resultaten op basis van goede monitoring. Ik werd nieuwsgierig: hoe krijgen ze dat daar allemaal voor elkaar? Wat kunnen wij hier ervan leren? Dus zocht ik contact met Mark: kunnen we eens langskomen? Dat kon. Bernard de Jong, een van de coördinatoren van onze weidevogelwerkgroep, organiseerde het bezoek. Met zijn twaalven reisden we naar het mooie Nes aan de Amstel, met deelnemers van de provincie, het ACK, het Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard, De Groene Motor (de provinciale organisatie voor ondersteuning van groene vrijwilligers), het Zuid-Hollands Landschap en natuurlijk de NVWK. Ook een jonge boer uit de Krimpenerwaard, die zich veel inzet voor weidevogels, ging mee. 12 mei was het zover.

Leerzaam

Mark begon zijn inleiding met wat volgens hem het belangrijkste is: de sfeer in de polder. Is er vertrouwen tussen de partijen, hebben boeren en vrijwilligers er zin in, willen ze leren? Iets later vertelde hij: “Voor vertrouwen is goede monitoring essentieel.” Baseer je gesprekken op goede getallen, waar iedereen het over eens kan zijn. Daarover later meer.

Opgemerkt werd dat veldbezoeken een mooie manier zijn om vertrouwen te krijgen: je spreekt elkaar en laat je inspireren door de vogels.

Ook vertelde Mark over het proces van de zogenoemde certificering voor het uitvoeren van natuurbeheer binnen NNN-gebieden. Om natuurbeheer uit te kunnen voeren, moet je over een certificaat beschikken, zeg maar een bewijs van geschiktheid. Logisch, je krijgt immers veel subsidie, lees belastinggeld, om dat natuurbeheer uit te voeren. De boeren in De Ronde Hoep (een polder vlakbij de Bovenkerkerpolder) wilden het natuurbeheer zelf uitvoeren, maar vanwege de noodzakelijke certificering gaf de provincie de opdracht aan een terreinbeherende organisatie. Dat zorgde voor ongemak en verlies aan vertrouwen. Dit is een discussie die in het hele land speelt. In de Krimpenerwaard hebben we vind ik een goede tussenoplossing gevonden: het beheer van de 2250 ha NNN in onze waard wordt uitgevoerd door het Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard, een samenwerking op basis van gelijkwaardigheid van agrarische organisaties en natuurorganisaties: de Agrarische Natuurcoöperatie

WAARDVOGEL | JUNI 2023 12
Delegatie van het bezoek naar de Bovenkerkerpolder, foto: Jaap Graveland

Krimpenerwaard, Weidehof, het Zuid-Hollands Landschap en de NVWK.

Ook noemde Mark dat het opnemen in een collectief van een vertegenwoordiging van vrijwilligers die actief zijn in het agrarisch natuurbeheer bijdraagt aan vertrouwen en effectief werken. In het Collectief Noord-Holland Zuid is dat Aad van Paassen, coördinator van de vrijwilligersinzet. In Zuid-Holland kennen ze dat ook, o.a. in het Agrarisch Collectief Midden-Delfland.

Mark heeft daarvoor een eigen variant van de bekende piramide van Maslov gemaakt. De Maslov piramide beschrijft wat mensen nodig hebben voor welzijn. Met onder aan de basisbehoeften zoals gezondheid en voldoende inkomen en eten, en bovenin zaken als erkenning en zelfontplooiing. Bijvoorbeeld: mensen kunnen zich pas druk maken over natuur en milieu als ze voldoende gezond zijn en een redelijk inkomen hebben. Vertaald naar de weidevogels: weidevogels hebben pas echt een kans als er een goed voedselbeleid is, boeren daardoor voldoende inkomen en perspectief hebben en er in de polder een wil tot samenwerking is. Dan volgen de lagen erboven in de piramide vanzelf. Ik vind dat een heel geschikte figuur om samen over agrarisch natuurbeheer te praten.

Nesse volgens de BMP-methode. Je doet dan circa zes tellingen per seizoen en noteert van elke waargenomen vogel het gedrag met een code die de broedzekerheid aangeeft. Oplopend van 1 ‘vogel in broedbiotoop’ tot 16 ‘nest met kuikens’. Een belangrijke code is 7 ‘alarmerende vogel’, omdat dit later in het seizoen een sterke indicatie is voor de aanwezigheid van kuikens. Een algoritme met kennisregels berekent uit de zes tellingen het aantal territoria. Het BMP-protocol

Lerend beheren, omgaan met regelgeving Uitgangspunt is volgens Mark: lerend beheren. Stilstand is achteruitgang. Elk jaar wordt gekeken waar het beter kan en hoe om moet worden gegaan met veranderende regels en andere ontwikkelingen. Het doet me sterk denken aan het motto van het Deltaplan Biodiversiteitsherstel: Doen, leren, beter doen. En wat betekent dat dan in de praktijk? Nou, bijvoorbeeld het zoeken naar ruimte binnen de soms te strakke regels van het agrarisch natuurbeheer. Die regels zijn er omdat het geld voor het agrarisch natuurbeheer grotendeels afkomstig is uit het budget voor het Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, het GLB. Om fraude en onjuiste besteding te voorkomen, moeten provincie en LNV strakke regels opleggen aan de collectieven, bijvoorbeeld over de maaidatum bij uitgesteld maaien. Dat betekent dat een boer gedwongen kan worden een perceel pas na 1 juni te maaien ook al zitten er geen weidevogels (meer). Mark vertelde verder dat hij probeert het geld voor legselbeheer zoveel mogelijk toe te sluizen naar inzet voor kuikenoverleving, vooral voor het creëren van kruidenrijk grasland. Want te lage kuikenoverleving is in veel gebieden de belangrijkste bottleneck in het huidige agrarische natuurbeheer.

Monitoring: de noodzaak van ‘insteken’

Het goed monitoren van weidevogels, met name het verkrijgen van goede gegevens over het aantal paren met kuikens, is niet zo eenvoudig. Ik heb er zelf ervaring mee. Ik telde vijf jaar in polder De

schrijft voor dat je ‘insteken’ maakt, dus de percelen inloopt omdat je anders te veel vogels mist. Het maken van insteken is vooral belangrijk om goede gegevens te krijgen over het aantal paren met kuikens. Maar veel beheerders hebben dat liever niet, want je verstoort de vogels en het kan extra predatie geven omdat predatoren op basis van het alarmeren nesten of kuikens vinden.

In mijn telgebied liggen percelen tot 1500 meter lang. Het is door afstand, ochtendnevel en warmtetrillingen later in de ochtend vrijwel onmogelijk een goede telling te krijgen van het aantal vogels achter op de percelen. En het enigszins betrouwbaar registreren van paren met kuikens is simpelweg onmogelijk. Pas als de oudervogels alarmeren voor een predator weet je dat er kuikens zitten. Dus het telresultaat is extreem afhankelijk van al of niet passerende predatoren.

In de Bovenkerkerpolder had men het geluk tellingen met en zonder insteken te kunnen vergelijken. Daaruit bleek dat het aantal paren met jongen dat werd geteld mét insteken twee keer zo hoog was als zonder insteken. Niet alleen dat: de variatie in het aantal getelde paren met jongen was bij tellingen zonder insteken veel hoger. Kortom, je hebt veel meer tellingen nodig voor een betrouwbare schatting van het aantal vogels en dus om te bepalen of het beheer effectief is. En je hebt meer jaren nodig om vast te stellen of de vogelaantallen toenemen. Terwijl we dat vanwege al die inspanning natuurlijk zo snel mogelijk willen weten.

Mark vertelde dat het predatierisico sterk wordt beperkt als je snel door de percelen loopt, tegelijk ook de vogels registreert in de naast gelegen percelen, en pas als je door het perceel bent het aantal vogels registreert. Daarvoor bestaan trouwens ook zogenoemde handtellers: apparaatjes waarmee je al lopend van ca. vijf soorten tegelijk het aantal waarnemingen kunt registreren. De NVWK gebruikt die onder andere voor het trektellen.

13 WAARDVOGEL | JUNI 2023
Territoriale grutto, foto: Bernard de Jong

Er is een methode ontwikkeld die eenvoudiger is dan BMP en specifiek is gericht op bepalen van het aandeel paren met kuikens, toegespitst op de grutto: de BTS-telling. BTS staat voor het bruto territoriaal succes (BTS). Een goede BTS-telling kan niet zonder insteken. Het is misschien ondertussen duidelijk dat goed monitoren van weidevogels essentieel is, maar niet zo eenvoudig. Ik zit in landelijke werkgroepen waarin we afspraken maken over monitoring en kijken waar dat wel en niet met vrijwilligers kan. Ik spreek veel vogeltellers en andere vrijwilligers. Voor mij is het zonneklaar dat je monitoring zoals hierboven omschreven niet zomaar van vrijwilligers kunt eisen. Het vergt affiniteit, kennis en discipline. De meeste vrijwilligers kunnen dat niet opbrengen. Daar is niks mis mee. Het is immers vrijwilligerswerk. Veel collectieven zetten dan ook betaalde krachten in om te helpen dit soort tellingen te doen. Helaas gebruiken die ook nog te vaak verschillende methoden, zodat gegevens niet altijd vergelijkbaar zijn. Jammer genoeg staat het Zuid-Hollands Landschap geen insteken toe. Het is weinig motiverend om te weten dat je telresultaten onnauwkeurig zijn zonder insteken en onvergelijkbaar met tellingen mét insteken. Ik vond de tellingen (vier uur per telling, best een klus) daarmee te ondankbaar werk worden en ben er na vijf jaar mee gestopt.

We hebben niet voor niets landelijke protocollen. Bij andere vogeltellingen en tellingen van andere soortgroepen zoals vlinders en zoogdieren worden die wel toegepast. Het hanteren van verschillende methoden maakt het trekken van conclusies lastiger. Er zijn meer gegevens nodig, dus het komt neer op verspilling van belastinggeld. Ik vind het dus onbegrijpelijk dat provincies daar niet sterker op sturen: gestandaardiseerde monitoring van weidevogels in natuurterreinen en boerenland. Zo moeilijk is het allemaal niet.

In de Krimpenerwaard

Zoals dat gaat, van het een kwam het ander. Het leuke en leerzame veldbezoek was aanleiding om kort erna te gaan kijken in de Krimpenerwaard zelf. Mariëlle organiseerde het bezoek. Met deelnemers vanuit provincie, agrarisch collectief, natuurbeheercollectief, NVWK en met een jonge boer brachten we bezoeken aan diverse percelen van boeren langs de Kadijk-Oost en aan het bedrijf van de familie Mulder aan de West-Vlisterdijk, die ons ontving. Mariëlle lichtte toe hoe er werd gewerkt. De resultaten zagen we om ons heen: zeer hoge aantallen weidevogels en heel veel kuikens! Natuurlijk helpt het dat het weer dit jaar meezit: door een nat en koud voorjaar is het voedsel voor de oudervogels (voor een groot

deel regenwormen) goed bereikbaar, kwam de grasgroei laat op gang waardoor de structuur open bleef, agrarische werkzaamheden opschoven in de tijd en het dus lang rustig bleef in de polder. Dat is maar een deel van het verhaal.

Het ACK weet steeds meer boeren te overtuigen mee te doen met agrarisch natuurbeheer en behaalt in deze twee gebieden ondertussen mooie resultaten. Het ACK gebruikt deze voorbeelden om ook elders in de polder de deelname en resultaten te verbeteren.

“Waarover spraken zij?”

Onder andere hier over, het kwam ook in de Bovenkerkerpolder al langs: heel belangrijk is of boeren er met hun hart inzitten. Veel deelnemende boeren ook buiten de Krimpenerwaard zeggen dat het ze niet om het geld gaat, maar dat ze het mooi vinden om al die weidevogels op hun land te hebben. Aan de andere kant: boeren krijgen nu alleen vergoedingen als compensatie voor gederfd inkomen (minder, en minder goed gras). Maar het kost hen ook veel extra tijd. En die wordt niet gecompenseerd. Het zou veel mooier en passender zijn, als boeren gewoon beloond worden voor deze inspanning. Nu hangt het succes te veel af van de goodwill van collectieven en boeren. Er wordt op diverse plekken nu aan gewerkt, onder ander onder de noemer van het Aanvalsplan Grutto.

De onderwerpen van het vorige veldbezoek kwamen weer langs: noodzaak van goede, gestandaardiseerde monitoring, BTS-tellingen. Ik vond het fijn om te horen dat dit punt, dat we vanuit de NVWK al jarenlang bepleiten, nu door zo’n beetje alle partijen wordt omarmd. De komende jaren kunnen we dan meters gaan maken.

Leerpunten

Minstens zo belangrijk: we kregen inzicht in wat we beter kunnen doen, als NVWK en ACK afzonderlijk, en in de samenwerking. Mij werd duidelijk dat het ACK en de deelnemende boeren zichzelf nu tekort doen door onvoldoende uit te dragen wat er allemaal aan inspanning wordt geleverd en welke resultaten dat ondertussen begint op te leveren. En ook dat we daar als NVWK tot nu toe te kort in zijn geschoten en dus in kunnen verbeteren. Ook werd duidelijk dat we elkaar duidelijker moeten zeggen waar we vinden dat het beter kan. En we moeten verder in gesprek over de monitoring: welke verbeteringen willen we precies doorvoeren, wat kunnen de vrijwilligers van de NVWK voor hun rekening nemen, wat kan beter door betaalde krachten gebeuren? We zagen prachtige, hoopgevende tekens bij ons veldbezoek, maar je weet pas écht hoe het gaat als je goede territorium- en BTStellingen doet. Rudi Terlouw levert daarover al goede adviezen richting ACK en NVWK. Nu moeten we de losse eindjes afmaken en besluiten nemen. Ik heb goede hoop dat dit lukt en de provincie hierbij ondersteuning biedt.

Ook belangrijk: we moeten de monitoring en verantwoording van agrarisch natuurbeheer op boerenland en van natuurbeheer in het NNN-gebied in de Krimpenerwaard gelijk gaan trekken. Nu verschillen zowel monitoring als rapportage. Tegelijk zijn er soms verwijten over en weer en worden

WAARDVOGEL | JUNI 2023 14
Natuurvriendelijke oever bij de familie Mulder, foto: Jaap Graveland

beweringen gedaan over het succes van het weidevogelbeheer op agrarische percelen of percelen in beheer onder verantwoordelijkheid van ZHL. Zonder dat er sprake is van goede, vergelijkbare getallen. Dat is vragen om problemen. Kortom, huiswerk genoeg.

De vos

Nog een factor die de Bovenkerkerpolder verbond met de Krimpenerwaard: predatie door de vos en maatregelen om predatie te voorkomen. Er is veel discussie over de betekenis van predatie, naast het belang van waterpeil en beheer. Die drie zijn ook nog eens verstrengeld: het predatierisico is hoger bij laag waterpeil en onvoldoende effectief beheer. Dat maakt het ingewikkeld. Gebrek aan goede gegevens leidt vaak tot gepolariseerde discussies. Boeren raken ontmoedigd als ze zich inspannen voor weidevogels en dan de nesten leeggeroofd zien worden door de vos. Natuurbeschermers raken ontmoedigd in gebieden waar vossen en boommarters worden bejaagd, maar van effectief agrarisch natuurbeheer nog nauwelijks sprake is. De discussie rond predatie gaat vaak over de vos. Want dat is ondertussen wel duidelijk: de vos is talrijk, laat zich lastig bestrijden en kan een geduchte predator zijn van weidevogels. Datzelfde geldt trouwens voor de huiskat en de hond. Ik hoorde onlangs dat een loslopende hond in de Krimpenerwaard routinematig in korte tijd zo’n beetje alle nesten op een perceel had gepredeerd. En op de beelden van wildcamera’s in belangrijke weidevogelgebieden in de

Krimpenerwaard staan heel veel verschillende katten… Dat blijft een uitdaging: elkaar aanspreken op het aanlijnen van de hond, het binnen houden van katten, of beter: helemaal geen kat nemen.

Dan heeft de vos pech: die is van niemand, dus mag in bijna alle weidevogelgebieden worden bejaagd. Maar het is lastig om alle vossen weg te krijgen uit een gebied. Dus plaatsen steeds meer boeren vossenrasters in de vorm van elektrische bedrading. In de Bovenkerkerpolder zijn grote gebieden nu omrasterd, in MiddenDelfland ook. Wat deze gebieden gemeen hebben: er worden hele goede resultaten gehaald met agrarisch natuurbeheer en tegelijkertijd zorgen vossen plaatselijk voor het verdwijnen van alle nesten. In de Krimpenerwaard is nu door snel handelen van boer (aanvraag, plaatsen) en provincie (subsidie) voor het eerst ook een vossenraster geplaatst. De resultaten lijken heel bemoedigend. In polder Den Hoek zijn nu de inrichtingswerkzaamheden begonnen die van de polder een belangrijk weidevogelgebied moeten maken. Vossen kunnen vanaf het noorden dit gebied in komen. Een mogelijkheid is om een raster te plaatsen parallel aan de N210.

We moeten vaker op veldbezoek

Eigenlijk weten we dit ook wel, maar we doen het te weinig: met elkaar in gesprek, buiten tussen de vogels en niet in een suf kantoortje. In twee veldbezoeken hebben we ontzettend veel geleerd over elkaar en over het werk. Leuk en leerzaam! Dát is wat me het meest is bijgebleven.

Maar met stip op twee staat in m’n geheugen: het grote aantal paren met kuikens, bij Kadijk-Oost van alle vier bekende weidevogelsoorten: grutto, kievit, tureluur, scholekster, en veertig (40!!!) volwassen alarmerende grutto’s in een dichte wolk boven een door het hoge gras lopende predator. Huiskat, bunzing, hermelijn? We kwamen het niet te weten. Maar het illustreerde prachtig wat we moeten zien te bereiken: een voldoende hoge dichtheid aan weidevogels, zodat ze predatoren kunnen verjagen.

Bij Kadijk-Oost en aan de West-Vlisterdijk zagen we dat effectief agrarisch natuurbeheer mogelijk is. Dat biedt hoop voor de toekomst!

Bernard de Jong leverde welkome correcties en suggesties. Dank daarvoor. d

15 WAARDVOGEL | JUNI 2023
Gruttopullen in het gras, foto: Bernard de Jong Boven: vossenraster in de Bovenkerkerpolder Onder: vossenraster bij de fam. Mulder; foto’s: Jaap Graveland
WAARDVOGEL | JUNI 2023 16

Stekjesmarkt 2023

Weer heel succesvol en met een goede opbrengst

Aangezien de stekjesmarkt van vorig jaar een groot succes bleek, werd er door Jaap Graveland via diverse kanalen een oproep gedaan om dit evenement nogmaals te herhalen. In korte tijd meldde zich een vijftal vrijwilligers. Ondanks dat het al redelijk kort dag was, zagen zij het zitten om zich hiervoor in te zetten. Zo werd er al snel een overleg gepland waarop we de datum zaterdag 3 juni 2023 prikten. Hiermee was de tweede stekjesmarkt een feit D

Nieuwe vrijwilligers

Behalve Colette waren de twee vrijwilligers van de stekjesmarkt van vorig jaar helaas niet in de gelegenheid om mee te helpen, dus waren we bijna met een compleet nieuwe vrijwilligersgroep. Bestaande uit: Colette Haas van Hobbyboerderij ’t Haasje, Marjan Arnout, Karin Klomp van Brood van Kaatje, Ilona Meijer, Margje Kooistra en Hendrikke van Buren. We moesten in korte tijd spijkers met koppen slaan daar we maar zes weken hadden om dit evenement te realiseren. Met de ervaring van Colette en de informatie die wij kregen van de vrijwilligers van vorig jaar was een aantal stappen snel genomen en namen we met diverse instanties contact op. De locatie, de hooiberg bij het Kanocentrum in het Loetbos, was ook dit keer gelukkig weer beschikbaar. Vervolgens was het van belang dat het zo snel mogelijk bekend zou worden dat er weer een stekjesmarkt zou worden georganiseerd. Dus er werden flyers gemaakt, de mediakanalen werden ingezet, er kwam een stukje in de krant en Karin verkocht haar brood met ‘miniflyer’. Marjan en Karin kwamen ook op het leuke idee om deze ‘miniflyers’ met zakjes zaad bij hen in de buurt uit te delen om zo de buurtbewoners te inspireren om hieraan mee te doen en hun gezaaide stekjes weer bij hen in te leveren. Kortom je kunt wel zeggen dat we, overigens met veel plezier, er volop mee aan de slag zijn gegaan.

Toen werd het 3 juni: de stekjesmarkt

Vrijdagavond 2 juni konden we de tafels, gehuurd bij Arie Kok, al opslaan in het schuurtje bij het Kanocentrum. Dat was tijdwinst voor de volgende dag, maar alsnog waren we half acht al aanwezig om het geheel op te zetten. En heerlijke bijkomstigheid was dat het weer echt perfect was. Lekker zonnig en niet te warm of te koud.

Al snel kwam de toevoer van plantjes op gang. Heel veel plantjes zelfs en ook heel divers: van groenteplantjes, vaste planten, boomstekjes en heesters, grassen, één- en tweejarige planten, kamerplanten en zelfs waterplanten. Er waren soorten die we direct herkenden, maar ook onbekende soorten. Gelukkig hadden de meeste mensen gehoor gegeven aan de oproep om er kaartjes met de naam erbij te voegen. Qua soorten teveel om alles op te noemen. Bij deze toch even een greep uit het assortiment van enkele soorten die in het oog sprongen zoals; maisplanten, kardoen, watermunt en de eenjarige plant de nachtschone. Om toch even in detail te treden hier wat bijzonderheden over de laatst genoemde plant, juist omdat deze plant een bijdrage kan leveren voor de nachtvlinders. De nachtschone bloeit in geurende, trompetvormige bloemen in diverse kleuren zoals; roze, rood, oranje, geel, wit, of paars. Ook kunnen de bloemen meerdere

kleuren hebben, bijvoorbeeld roze met geel. De bloemen openen zich rond 16.00 uur en sluiten de volgende ochtend weer. Daarom wordt deze plant in verschillende landen genoemd naar deze eigenschap zoals: Four o’clock flower, Belle de nuit, Buenas tardes (goedemiddag). De heerlijke geur die de bloemen verspreiden trekt nachtvlinders aan die vervolgens weer voor de bestuiving zorgen. Dus goed voor de biodiversiteit. Ook de bekendere soorten planten zoals guldenroede, vingerhoedskruid en herfstaster waren volop geleverd en werden goed verkocht. De groenteplantjes vonden gretig aftrek en vooral tomatenplanten waren favoriet. Het was leuk dat er ook wat onbekendere soorten bij waren zoals de ananasaardbei en Kaapse bes. Al zijn dit uiteraard geen groenten, maar fruit.

Voorwat betreft de bezoekers hadden we geen klagen. Rond tien uur arriveerden de eerste bezoekers en dat ging zo gestaag door tot een uur of twaalf. Daarna was het even rustig. Tijd voor de lunch: Karin had heerlijke belegde broodjes voor iedereen gemaakt. Tevens gaf het rustmoment ons de gelegenheid om alles even opnieuw te ordenen en alvast wat tafels op te ruimen. Want van de twaalf volle tafels waren er zeker twee al helemaal leeg. En vervolgens kwamen er weer bezoekers en ging dat zo door tot een uur of twee/half drie.

Die dag waren er ook vrijwilligers aanwezig van NVWK om hand- en spandiensten te verrichten en wat reclame voor de NVWK te maken.

De mankracht kwam hierbij goed van pas om ons te helpen met het opruimen en sjouwen van de zware tafels. Erg leuk om zo wat leden van de NVWK te leren kennen en elkaar te helpen. Uiteindelijk was er nog één tafel met plantjes over. Hier hadden we van tevoren over nagedacht. Die werden namelijk diezelfde middag nog opgehaald en zullen een goede bestemming krijgen bij Het Schapenschuurtje in Berkenwoude.

Toen alles was opgeruimd waren we reuze benieuwd naar de opbrengst van deze dag. Want uiteindelijk was het doel om op deze manier geld in te zamelen voor materialen voor de vlinders en libellenwerkgroep en een batterijdetector voor de zoogdierwerkgroep. Hierbij kunnen we melden dat de opbrengst van de stekjesmarkt € 535,= is. Wij vinden dat een heel mooi resultaat!

Almet al kijken we terug op een geslaagde dag en vooral ook een prettige samenwerking van misschien wel een nieuwe werkgroep binnen de NVWK. Er waren zeker ook wel aandachtspunten. Die staan al genoteerd en nemen we mee in de evaluatie voor volgend jaar.

Iedereen hartelijk bedankt die heeft meegewerkt aan deze dag, namens de vrijwilligersgroep van de stekjesmarkt. D

17 WAARDVOGEL | JUNI 2023
Foto’sdoor:KarinKlomp,MaxOssevoortenJokeColijn

Big Birding Day met twee winnaars!

Coen van Nieuwamerongen

Ook dit jaar doen vogelaars uit de Krimpenerwaard mee aan een Big Birding Day op zaterdag 29 april. De BBD houdt in dat we in teamverband in groepen van drie of vier van 5 uur ‘s ochtends tot 17 uur ‘s middags zoveel mogelijk soorten proberen te scoren binnen de grenzen van de Krimpenerwaard. In totaal streden vijf teams om de begeerde wisselbeker en zagen we met elkaar zo’n 125 soorten. Achteraf werd er natuurlijk lekker bijgepraat onder het genot van een hapje en drankje. Wat de aanvalsplannen van de teams waren, lees je hieronder. Er zijn dit jaar twee teams met allebei evenveel soorten, een gedeelde nummer één dus! d

Team De Uilskuikens speelt een dubbel gelijkspel

Coen van Nieuwamerongen

Ons team bestaat uit Quinten van Erkel, Jaap Oosterom, Herman van de Brand en Coen van Nieuwamerongen. Nadat we een goed aanvalsplan hadden uitgedacht voor de vroege ochtenduren, is het echt dan zover. De messen zijn geslepen en we maken ons klaar voor een prachtige Big Day. Uit ervaring weten we dat we voor de uilen maar erg weinig tijd hebben,want het is immers snel licht en daar houden de meeste uilen niet van. We scheuren daarom als eerste naar een plek van de kerkuil. d

Wekomen bijna tegelijkertijd aan met een ander team, maar helaas vissen we achter het net. Dan maar terug naar het Loetbos om daar eerst moeder de vrouw bosuil te horen. Dat gaat ons beduidend makkelijker af en levert ons ook nog een nachtegaal op. In Lekkerkerk weten we nog een tweede plek van de kerkuil, maar ook daar hebben we geen resultaat. Wel komen we het andere team weer tegen (dat later daar de kerkuil wel had) en worden we opgeschrikt door een ree die voor onze auto uit rent. Het levert ons ook nog een ransuil op. We besluiten om nog maar een keer terug te gaan naar onze eerste plek. Driemaal is scheepsrecht zullen we maar zeggen, want nu scoren we de kerkuil wel. Het begint al flink lichter te worden, tijd voor de steenuil dus. Die zit ons boven op het dak keurig op te wachten. Dat is lekker, we hebben alle uilen weten te scoren in het eerste uur.

Richting de Bakkerswaal dan maar. De gekraagde roodstaart laat veelvuldig van zich horen. Daarnaast is dit een ideale plek om veel soorten zangvogels te scoren. Ook zien we een overvliegende lepelaar, purperreiger en twee grote zilverreigers. De volgende stop is de Okkerse kade. We gaan op zoek naar de sprinkhaanzanger, maar deze vinden we niet. Wel vliegen er verschillende groepjes met oeverzwaluwen en een groepje van vier kramsvogels over. Met de laatste soort kunnen we zomaar de enige zijn vandaag. We steken de weg over en belanden in de Nespolder. Dat is onder andere goed voor roerdomp, blauwborst, groenpootruiter, waterral, snor en veldleeuwerik

Vaste prik is ons bezoekje aan het industrieterrein van Bergambacht voor de zwarte roodstaart. Deze stelt ons ook dit jaar niet teleur en zorgt ervoor dat we de auto niet eens uit hoeven. Mooi, want we hebben nog veel op de planning. We rijden de Lekdijk af opzoek naar meeuwen, maar dat gaat ons wat minder goed af. Wel zien we een sperwer, kolgans, groene specht en ijsvogel. Ook geen vanzelfsprekendheden op zo’n dag als vandaag. We maken een korte tussenstop in Den Hoek in de hoop op ringmus en tapuit. Voor de eerste zullen we nog veel moeite voor moeten doen vandaag.

Omdat we bij onze eerste stop bij de Bakkerswaal nog geen boomklever hadden, moeten we nog even terug. We komen een ander team tegen dat omhoog staat te kijken. Zodra ze ons in de gaten krijgen draaien ze zich om en houden ons even aan de praat. We trappen er in, want we missen een zeearend daardoor. Gelukkig lukt na het vertrek van dat team de boomklever wel en staat het weer 1-1. Via Krimpen rijden we door naar de Berkenwoudse Driehoek. Onderweg zien we nog een slechtvalk, staartmees en onze eerste van de drie braamsluipers. In de Driehoek zelf is het erg rustig en komen we niet verder dan een bosruiter. In de tuin van het kantoor van het Zuid-Hollands Landschap scoren we een grauwe vliegenvanger en daar rijdt het team van de zeearend ons voorbij. Zij zien de grauwe vliegenvanger niet. 2-1 voor ons dus! We doen ons in Gouderak tegoed aan een vette hap, maar die wordt ruw verstoort door een melding van een overvliegende rosse grutto over de Berkenwoudse Driehoek door het team van de zeearend. We doen een krankzinnige poging om de vogel bij de Gouderakse brug nog op te pikken, maar het wordt toch echt een 2-2. Weer gelijkspel dus.

Het Doove Gat is nog goed voor een paar soorten steltlopers zoals kleine plevier, oeverloper en watersnip. We rijden via Bilwijk naar Den Hoek want we hebben nog steeds geen ringmus. In ieder geval zien we daardoor een paapje. Na zeker op tien plekken te hebben gezocht hebben we dan eindelijk die ringmus te pakken. We hebben nog een uur te gaan. Van iemand die in het Doove Gat loopt, krijgen we de tip dat er een zwarte ruiter is neer gestreken. Toch maar weer die kant op dan. En met succes want we zien de zwarte ruiter. Een laatste stop bij het filter levert onze 111e soort op: de kemphaan. Het blijkt goed genoeg te zijn voor een gelijkspel met het team van de zeearend. Hadden we toch beter op moeten letten toen dat team ons aan de praat hield. We kijken terug op een prachtige, gezellige dag, met een dubbel gelijkspel :). D

Rechterpagina, linksboven: groenpootruiter; rechtsboven: koekoek; linksbeneden: lepelaar; rechtsbeneden: gekraagde roodstaart. Foto’s: CoenvanNieuwamerongen

WAARDVOGEL | JUNI 2023 18

Team De Vage Spotvogels

We hebben ons team dit jaar ‘De Vage Spotvogels’ genoemd. Als je onze voornamen [Vincent Vuik, Arie Dorsman, Arie Ros en Gijsbert Mourik, red.] in een bepaalde volgorde legt, krijg je V-A-A-G, en dan moet er nog iets met vogels van worden gemaakt. Vandaar. We zouden deze dag duurzaam worden rondgereden door Arie in zijn elektrische auto. d

Het doet altijd weer pijn als de wekker zo vroeg afgaat, maar al snel drong het tot me door: o ja, de BBD! Snel alles ingepakt en naar de parkeerplaats van restaurant De Loet. Ik was daar, helemaal tegen mijn gewoonte in, veel te vroeg. Ik was de eerste! Daarom heb ik eerst nog maar even een stukje fietspad in het Loetbos uitgelopen. Bij de kanoverhuur riep het vrouwtje bosuil nog steeds, dus dat zou straks een inkoppertje worden. De nachtegaal was ook mooi aan het zingen, dat was ook in orde. Terug naar de parkeerplaats, waar de vogelaars nu samendromden.

Om 5 uur gaf Coen het startsein en vertrokken de teams. Wij reden eerst naar, dachten we, de beste plaats voor een kerkuil. Het team van Coen had dat ook gedacht, zodat we daar met zijn achten stonden te wachten. En daar bleef het ook bij, want de kerkuil liet zich niet zien of horen. Daarom maar door naar de back-up locatie voor kerkuil en ja hoor, daar was team-Coen weer. Zij keken iets verderop en wij stonden alweer voor niets op onze plek te wachten. Wij besloten nog even iets verderop te luisteren, om daarna maar naar het Loetbos terug te gaan. Voor de zekerheid stopten we nog even op de plaats waar we net hadden gestaan, en meteen hoorden we een kerkuil roepen en zagen we hem uit de verlichte stal de polder invliegen. Schitterend!

We reden nu snel door naar het Loetbos, waar we inderdaad meteen bosuil en nachtegaal hoorden. Dat ging goed! Ondertussen noteerden we natuurlijk continu ‘gewonere’ zingende of roepende vogels.

Het volgende doel was de Berkenwoudse Driehoek. Daar zouden we bij het licht worden heel wat zangvogels én wateren moerasvogels moeten kunnen scoren. Een zingende snor verwelkomde ons, evenals drie bosruiters en een kemphaan die in de ochtendschemer rondliepen. De soorten kwamen nu in toenemend tempo binnen, o.a. lepelaar, bruine kiekendief en grutto. Halverwege de kade langs de oostkant van het gebied zagen drie van ons een jagende uil, die binnen een seconde of zo achter de struiken verdween. Een ransuil! Als drie van de vier leden van een team een vogel met zekerheid hebben waargenomen, mag-ie worden meegeteld. Dat deden we dus ook. Even later hoorden we een roerdomp hoempen en liet een mannetje zomertaling zich mooi zien. Een overvliegende en roepende regenwulp was een welkome aanvulling op de lijst, evenals een slechtvalk die in een hoogspanningsmast zat rond te kijken. In het weiland liep een tapuit. Daar zouden we er die dag nog meer van zien, maar dat weet je niet van te voren en binnen is binnen! Dat gold ook voor de havik, die we over zagen vliegen.

19 WAARDVOGEL | JUNI 2023

Hetwerd tijd om onze reis naar het noordoosten te vervolgen. Onderweg hoorde Vincent, jawel, vanuit een rijdende auto maar wel een elektrische, een kramsvogel. We konden hem gelukkig alle vier in de kijker krijgen, evenals twee overvliegende gierzwaluwen. Op een nat stukje weiland bij het Beijersewegje liepen enkele groenpootruiters, net als in de afgelopen week. Goed voorwerk is het halve werk! Vrij ver weg in het weiland zat een grote, licht gekleurde onvolwassen meeuw. Dat was in elk geval geen grote of kleine mantelmeeuw, maar dan houd je tegenwoordig nog drie andere soorten over: zilver-, geelpoot- of Pontische meeuw. Mede aan de hand van gemaakte foto’s konden we de meeuw determineren als tweede kalenderjaar Pontische meeuw. Na enige tijd doorrijden kwamen we bij de enige plek in de Krimpenerwaard waar we in de voorbereiding een steenuil hadden gezien. Nadat we waren uitgestapt begon het speurwerk: het afzoeken van knotwilgen, hekken, paaltjes en dergelijke. Als snel riep Gijsbert: “Daar zit-ie, gewoon op het dak!” En ja hoor, daar zat een steenuil op het dak van een stal van de zon te genieten! Dit was onze vierde uilensoort op een BBD; iets wat geen van ons vieren ooit eerder had meegemaakt.

van een boomkruiper, maar de twee Arie’s konden dat maar niet bevestigen. Zodoende dreigde het team nu net iets té vaag te worden. Aan de overkant van de N210 konden we in de Nespolder een waterral horen roepen en passeerden we in de Kwakels met een gaai en, jawel, met een boomkruiper bereikten we de 100 soorten. Deze laatste werd nu door het complete team gehoord.

Wereden verder langs de N210 in westelijke richting. Ter hoogte van de Zuidbroekse Opweg zat al geruime tijd een groep regenwulpen in het weiland. Nu zaten ze er ook, en wat voor ons nog leuker was, we hoorden uit de richting van de groep ook een gewone wulp roepen. En die hadden we op de BBD nog niet! We reden door naar het Loetbos. Even voorbij de kanoverhuur is een ijsvogelnest vanaf het fietspad te zien. Al vrij snel werd een van de ijsvogels op de lijst bijgeschreven.

We reden terug naar de Lekdijk en gingen verder in westelijke richting. Bij de Bakkerswaal moesten we even stoppen, omdat daar een gekraagde roodstaart en een boomklever zaten. De roodstaart liet zich meteen horen, maar de boomklever weigerde elke vorm van medewerking. Aan het eind van de dag bleken enkele andere teams hem hier wel gehoord te hebben… Hierna vereerden we de Stormpolder met een bezoek. slechtvalk en zwarte roodstaart hadden we eerder op de dag al, maar eerder die week had Arie R in het Stormpoldervloedbos de kwak nog gezien die daar al weken verbleef. We hebben enige tijd geleerd naar bomen en struiken staan kijken, maar een kwak, ho maar.

Groene specht, bron: Het beste vogelboek, Readers Digest

Helaas

moesten we weer verder, want het ging er vandaag om zoveel mogelijk soorten binnen te harken. Door dus naar het Doove Gat. Daar werkten kolgans, kluut, kleine plevier, oeverloper en blauwborst keurig mee. Een groepje van vier zwarte sterns vloog over, evenals een stormmeeuw. Die kan lastig zijn in mei, dus mooi meegenomen! We zetten onze reis voort naar het zuiden, over de Bonrepas. Onderweg werden o.a. groene specht, huiszwaluw, ringmus en roek genoteerd. We vervolgden onze weg over de Lekdijk, in westelijke richting. Op het opslagterrein bij Ammerstol moesten we even zoeken naar de zwarte roodstaart, maar die liet zich uiteindelijk toch zien. Een overvliegende sperwer werd met instemming genoteerd.

We staken vervolgens af naar het noorden om het gebied ten noorden van het Helofytenfilter in polder Zuidbroek met een bezoek te vereren. Hier konden we tuinfluiter, koekoek en grasmus bijschrijven, maar helaas niet de sprinkhaanzanger die hier eerder was gehoord. Door anderen werd hij deze dag wel gehoord. Hier leek zich ook een leeftijdsprobleem te gaan voordoen. De twee jongste teamleden hoorden op enige afstand de hoge roep

Het was inmiddels middag geworden en dus maakten we het laatste deel van het strijdplan op. We zouden over de IJsseldijk naar het noorden rijden en dan nogmaals in het Doove Gat kijken. Zo gezegd, zo gedaan. Bij het einde van de Lageweg heb je aan de rivierkant een kunstmatige oeverzwaluwenwand, waar deze vogels ook inderdaad in broeden. Hier konden we dus oeverzwaluw bijschrijven. Iets verderop zagen we boven de IJssel alweer een interessante jonge, grote meeuw. Mede aan de hand van de foto’s die ervan konden worden gemaakt kwamen we uit op een tweede kalenderjaar grote mantelmeeuw. Het Doove Gat leverde nog twee mooie nieuwe soorten op, namelijk een zwarte ruiter en een watersnip. We zagen het team van Coen er voor de derde keer die dag. Intussen was in een van de vele vogelapps het bericht verschenen dat er bij het parkeerterreintje in de hoek van de Bilwijkerweg een roodborsttapuit zou zitten. Dat lag mooi op de weg terug naar restaurant De Loet. Bij de parkeerplaats aangekomen kwam het team van Jannie, Paul en Willem net naar hun auto toegelopen. Ze zeiden met een brede lach: “Nou, er zit geen roodborsttapuit hoor.” Nu moet je op een BBD dit soort informatie nooit geloven, dus checkten we de hekken en de paaltjes, en daar zat wel iets op. Het was echter geen roodborsttapuit maar een paapje. Zeker zo welkom! Het team-Jannie had dus volkomen gelijk!

In een rustig tempo reden we terug naar het Loetbos. Nieuwe soorten kwamen er niet meer bij, maar we waren dik tevreden met de 109 die we bij elkaar hadden weten te sprokkelen. Het was wel even slikken toen we hoorden dat er twee teams met 111 soorten waren. Als die sprinkhaanzanger nou …, en als die boomklever nou… Ik had echter vroeger een leraar en die zei in zulke gevallen: “Als alles meeloopt, … dan heb je optocht!” En gelijk had hij. Het was een prachtige dag; dank aan allen die hieraan hebben meegewerkt! d

WAARDVOGEL | JUNI 2023 20

BBD door de ogen van de Bokjes

29 april 2023, de Big Birding Day, de vogeldag der vogeldagen wat ons betreft. Uitdagend (elke gewone soort vinden, maar ook de zogenaamde ‘harde’), spannend (we moeten wel als eerste eindigen) en intensief (continu de oren open en verrekijker aan de ogen). d

Wij (Arjan de Heer, Erik Kleyheeg, Rob van Straaten en Johannes Luiten) hebben er alle vertrouwen in. Zeker na de vliegende start die we maken. Minder dan een minuut na de aftrap bij De Loet en Arjan roept: “Ja, een uil!” Lampen van de auto op het paaltje… ja, kerkuil! Zo makkelijk is hij nog nooit geweest; we kennen genoeg BBD’s zonder deze soort. We bekijken hem op ons gemak tot hij het donker weer invliegt. Een paar honderd meter verderop weer een uil op een hek. Lampen erop: bosuil! En nu?

De nachtegaal in het Loetbos horen we vanaf hier al zingen, verder zoeken naar ransuil hoeft niet (daar hebben we in het Doove Gat een locatie voor) en het is nog te donker voor de steenuil van Haastrecht. Dus dan maar alvast naar de Berkenwoudse Driehoek voor de roerdomp en wie weet een leuk ralletje. Daar scoren we in de duisternis een roepende zomertaling, een zingende snor en een roepende bosruiter. Maar geen roerdomp.

Bokje, bron: Het beste vogelboek, Readers Digest

Vervolgens

via Achterbroek (geen braamsluiper) op weg naar het Doove Gat. Tegen de verwachting in lukt de steenuil van Haastrecht niet, ondanks intensief afspeuren van elk randje, dakje, hekje en stammetje. Vorig jaar hier geluk mee, nu pech. Het Doove Gat levert genoeg op om dit verlies te vergeten: een bontbekplevier, wulp, groenpootruiter, kleine plevier, smient, wintertaling, watersnip. Dan opeens Erik: “Bokje! Ik zie een bokje!” Ondanks verwoede aanwijzingen krijgt de rest hem niet te pakken, want het snipje blijkt alweer snel de begroeiing in te zijn gelopen. Geen nood: Arjan eropaf en al snel vliegt hij op, maakt een prachtig rondje over onze hoofden en valt weer in op dezelfde plek. Wat een BBDrammer! Een derde-kalenderjaar Pontische meeuw in een weiland en een watersnip op de terugweg naar de auto begroeten we ook met voldoening. Op deze soorten hadden we goede hoop, maar je kunt ze beter maar alvast hebben. Het duurt even voordat de ransuil die hier woont, zich laat zien, maar hij blijkt zich uiteindelijk net niet goed genoeg verschuild te hebben voor ons.

Danrustig richting de Lek, met de ramen open voor wie weet grauwe vliegenvanger of zwarte roodstaart en al die andere gewone soorten die toch allemaal evenveel tellen als een bokje. De telpost levert een paar langstrekkende graspiepers, wat regenwulpen, een gele kwikstaart, oeverzwaluwen, stormmeeuw, wat zwartkopmeeuwen en een grote mantelmeeuw op, maar niet de gehoopte boompieper of een late kramsvogel. De ijsvogel onderaan de dijk laat zich niet zien of horen, maar we verkeren in de veronderstelling dat dit vast goed komt in de loop van de dag.

Weduiken polder Den Hoek in met als doel de sprinkhaanzanger bij de Okkerse Kade. Onderweg de gehoopte tapuiten, kneutjes, zingende veldleeuwerik en zelfs een paapje. Stilte bij de sprinkhaanzanger van het Loetbos. Het zal toch niet… Maar nee, daar verheft hij dan toch zijn stem, welgeteld voor 1,5 seconden. Nou nou, een minimale waarneming, maar langer is ook weer niet nodig voor een Big Day. Na vier kemphanen in het helofytenfilter, besluiten we

naar de gekraagde roodstaart bij Schuwacht te gaan, die zich daar al enige tijd zingend ophoudt. Dat lukt, we horen hem al van verre. Erik ziet daar een roofvogel cirkelen op niet al te grote afstand: een zeearend. De vogel wint hoogte en is net op tijd uit het zicht van een groepje concurrenten dat daar aan komt zetten. De hier woonachtige boomklever laat zich zo snel niet horen of zien. We gunnen ons de rust niet om beter en langer naar deze soort te zoeken en gaan door naar de Stormpolder. Onderweg een gaai. De slechtvalk van de Stormpolder komt netjes aanvliegen en een paartje zwarte roodstaart werkt ook mee. Bij het Krimpenerhout even uit de auto en een stukje lopen voor koekoek en ook dat lukt.

Via de IJsseldijk, Lageweg (nog steeds geen blauwborst) en Schaapjeszijde (ringmus) komen we om 13.30 opnieuw bij de Berkenwoudse Driehoek aan. De hoop is blauwborst, roerdomp en veel steltlopers. De roerdomp ‘hoempt’ gelukkig. Er lopen genoeg bosruiters, maar die hebben we al. Johannes ziet twee regenwulpen vliegen, of nee, één regenwulp en … een rosse grutto! Een brul gevolgd door een sprintje van de andere drie en we zien een prachtige adult zomerkleed rosse grutto vliegen. De vogel lijkt te willen landen, maar vliegt uiteindelijk toch door, wat Big Day-technisch een goede actie van de vogel is, wat ons betreft. Dit succes geeft de burger weer moed en blij vervolgen we de jacht.

Wemissen nog steeds braamsluiper, maar doen weer een plek bij Achterbroek aan. De vogel laat zich weer niet horen, maar dan ziet Arjan hem toch scharrelen in de struiken. Opluchting! We zoeken al de hele dag tevergeefs naar havik maar ook naar de boomvalk, en bij het Beijersewegje vliegt die laatste dan eindelijk – libellen vangend – over.

Altijd goed om ook het Doove Gat twee keer te doen en dat levert een zwarte ruiter, eindelijk de blauwborst en nog een boomvalk op. Met tevredenheid constateren we dat de bontbekplevier van vanochtend weg is. We zitten al dik boven de honderd soorten, hebben nog anderhalf uur, maar missen nog havik en ijsvogel. Dus opnieuw

21 WAARDVOGEL | JUNI 2023

richting de Lek. We skippen een waarrneming, namelijk de gemelde roodborsttapuit bij Stolwijk (“Zal wel een paapje zijn, en die hebben al.”) en zetten alles op alles voor de ijsvogel. Die is opnieuw niet thuis bij de telpost en ook niet verderop bij Schuwacht. We geven het op. We zijn moe, tevreden over onze score van 111 soorten, maar ook vol spanning of dit aantal goed genoeg is voor de beker. Om 10 voor 5 parkeren we bij De Loet, klaar voor de traditionele uitslagceremonie op het terras, maar onwetend van het paartje ijsvogel 200 meter

achter ons...

We blijken de gedeelde eerste plek te hebben, want ook team De Uilskuikens heeft 111 soorten. Gelukkig heeft ook deze groep geen exoten bijgehouden, zodat die niet de doorslag hoeven te geven en dus te veel eer krijgen. We besluiten dat er twee winnende teams zijn, terwijl de Uilskuikens ons heel sportief de beker gunnen vanwege de lijst met de beste soorten (bokje, zeearend, rosse grutto). Een mooie dag is weer ten einde. d

Links: Volgens traditie wordt de BBD met napraten en veel gezelligheid afgesloten in Restaurant De Loet.

Rechts: de winnaars van beide teams v.l.n.r.: Jaap Oosterom, Quinten van Erkel, Coen van Nieuwamerongen, Herman van de Brand, Erik Kleyheeg, Johannes Luiten en Arjan de Heer (Rob van Straaten was ten tijde van de fotoshoot al naar huis).

Het kunstwerk

Tekst en illustratie: Mia Bersma

Er staat een verhuisauto in de straat voor het grote huis dat jarenlang bewoond werd door een ouder echtpaar. Omdat het huis te groot geworden is voor hen en te bewerkelijk, hebben zij een bungalow betrokken buiten de bebouwde kom van het dorp met uitzicht op de weilanden. De kinderen in de straat vinden het jammer dat ze weggaan, zij zullen de snoepjes missen die ze zo vaak kregen.

Hun moeders doen een belofte: ‘Wij gaan op een keer de buren opzoeken, dat zullen ze vast en zeker heel leuk vinden.’

Van tijd tot tijd worden er dus visites afgelegd, snoepjes uitgedeeld en tekeningen opgehangen.

Ook Wouter vindt het tijd de buren weer eens te ontmoeten. Hij vraagt z’n moeder om een afspraak te maken. “Ja”, zegt ze, “dat wil ik wel.” Ze heeft er zin in om weer eens gezellig bij te kletsen met de buurvrouw. De eerstvolgende woensdagmiddag gaan zij op bezoek. “Maak maar een mooie tekening”, zegt moeder tegen Wouter. Deze doet zijn uiterste best, hij tekent en kleurt zo mooi als hij kan. Wanneer de tekening klaar is, rolt moeder hem op en doet er een rood lintje om, dat staat feestelijk.

‘s Middags zitten ze in de kamer van de bungalow met uitzicht op de zwartbonte koeien in het weiland. Buurman heeft de tekening opgehangen en Wouters ogen blijven onveranderd gericht op de creatie vóór hem.

Buurman ziet zijn blik en zegt waarderend: “Jongen, wat heb jij dat mooi gedaan, je hebt talent, je moet later maar kunstschilder worden.”

Wouter kijkt de buurman gemaakt onverschillig aan en zegt: “Hij hangt op se kop.” d

WAARDVOGEL | JUNI 2023 22
Foto’s: Max Ossevoort

Werkgroep RO

Wat doet de werkgroep ruimtelijke ordening zoal?

Leen Verschoor

We volgen als werkgroep RO onder andere de agenda’s van de raadscommissies en de gemeenteraad van Krimpen aan den IJssel en van de Krimpenerwaard. Twee voorbeelden waar onze aandacht naar uitgaat d

Bomenverordening gemeente Krimpenerwaard 2023

De gemeenteraad Krimpenerwaard heeft op 30 mei 2023 de Bomenverordening gemeente Krimpenerwaard 2023 vastgesteld. In de nieuwe verordening is er een vergunningplicht voor gedenkbomen, monumentale bomen volgens een landelijke lijst van de Bomenstichting en voor zogenaamde waardevolle gemeentelijke bomen. Wat dan de waardevolle gemeentelijke bomen zijn wordt aan de hand van een scoringslijst vastgesteld.

Waarom een nieuwe verordening?

Op 29 maart 2016 is de Bomenverordening Gemeente Krimpenerwaard 2016 vastgesteld. Hiermee werden de verordeningen uit de voormalige gemeentes opnieuw vastgesteld (als vijf losse onderdelen). Er zijn lijsten van waardevolle bomen in het werkgebied van Bergambacht, Schoonhoven en Vlist. Er zijn uiteenlopende criteria in het gebied van Nederlek en Ouderkerk aan den IJssel, om te beoordelen of een kapvergunning nodig is. Dit maakt dat het een moeilijke verordening is om mee te werken. Ook voor belanghebbenden is niet direct duidelijk of een omgevingsvergunning nodig is om een boom te kappen.

Dat er door de vaststelling van de Bomenverordening Krimpenerwaard 2023 een eind komt aan die uitlopende criteria is een goede zaak. Er is nu een voor de gehele gemeente geldende regeling.

Maar zijn we dan tevreden met de nieuwe Bomenverordening?

Eerlijk gezegd niet.

Ongeveer een jaar geleden was er al een voorstel voor een nieuwe bomenverordening. Mede naar aanleiding van de inbreng van de NVWK wilde de raadscommissie destijds dat ook particuliere waardevolle bomen onder de verordening zouden vallen.

Er kwam een nieuw voorstel en u raadt het al ......... toch maar niet. Nu heeft de verordening alleen betrekking op de bescherming van gedenkbomen, monumentale bomen en waardevolle gemeentelijke bomen en niet op de bescherming van particuliere waardevolle bomen. Helaas hebben we ons doel ook de particuliere waardevolle bomen onder de verordening te brengen niet bereikt. Slechts een minderheid van de gemeenteraad deelde onze mening.

Voor ons geldt nog steeds dat een boom altijd waardevol is, ongeacht of die op gemeentelijke of particuliere grond staat. Bomen verdienen ongeacht de standplaats op gemeentelijke dan wel particuliere grond bescherming.

Gewone esdoorn op de Lekdijk 154 in Ammerstol. Volgens Gerrit de Graaf in zijn boek ‘Monumentale bomen in Nederland’, verschenen in 1991, was dit de oudste geregistreerde Noorse esdoorn in Nederland. In zijn boek geeft hij een hoogte aan van 29 meter en een omtrek van 320 cm. Op 12 juli 2012 was de omtrek 400 cm. In 2018 is geconcludeerd dat het om een gewone esdoorn ging, wat de boom niet minder monumentaal maakte. Op 30 november 2019 was deze boom niet meer aanwezig. Volgens bewoners was de beeldbepalende boom ongeveer een maand daarvoor gekapt uit veiligheidsoverwegingen.

Toekomstperspectief Vitaal Krimpenerwaard

We reageren als werkgroep RO niet op alle raadsvoorstellen. Zo hebben we niet gereageerd op het op 30 mei 2023 door de gemeenteraad vastgestelde Toekomstperspectief Vitaal Krimpenerwaard.

Het Toekomstperspectief is een beknopt document dat volgens de gemeente dient als oplegnotitie op al bestaande documenten zoals bijvoorbeeld het Panorama Krimpenerwaard. Het Toekomstperspectief is bedoeld als lobby van de gemeente Krimpenerwaard naar provincie en rijk om o.a. 4.000 woningen extra te bouwen en nieuw bedrijfsterrein te realiseren. In de visie van de gemeente moet er ook buiten de kernen worden gebouwd.

Als er zich bij voorbaat al een meerderheid in de gemeenteraad aftekent is reageren weinig effectief. Soms zijn er andere wegen.

De NVWK ondersteunt de petitie ‘Red het Groene Hart’

Die petitie is een initiatief van de Natuur- en Milieufederatie ZuidHolland. De petitie werd op 24 mei 2023 aangeboden aan de ZuidHollandse gedeputeerde van Wonen en Ruimtelijke Ordening, Anne Koning en de voorzitter van de Statencommissie Ruimte, Wonen en Economie, Simon Őzkaya. De petitie, die zich richt op het behoud van het waardevolle Groene Hart in Nederland, heeft de steun van duizenden mensen verzameld en is een oproep om de natuur en het landschap in het Groene Hart beter te beschermen. Tijdens de provinciale commissievergadering is afgesproken om de petitie te agenderen voor verdere bespreking. De NMZH gaat dit volgen en zal als dat opnieuw is geagendeerd samen met de zeven groene natuurorganisaties uit het Groene Hart, waaronder de NVWK, het verdere debat met Provinciale Staten aangaan. We hopen nu dat de provincie vasthoudt aan de zogenaamde rode contouren, dat wil zeggen geen bebouwing buiten de kernen van de gemeente Krimpenerwaard.

Uiteraard stemmen we als werkgroep onze aanpak af met het NVWK-bestuur. Meer weten? Neem contact op met ons op via werkgroepro@nvwk.nl d

23 WAARDVOGEL | JUNI 2023

De rijkdom van het IHC-bos aan de Lek

DemetingenvoorditprojectverslagzijngeïnitieerdenuitgevoerddoorvrijwilligersvandeNatuur-enVogelwerkgroepKrimpenerwaard,deNVWK.Bij demetingenheeftookeenbuurtbewonermeegeholpen.HoeonzeinteressevoorhetIHC-bostotstandkwam,welkesoortenwijvervolgenshebben gemetenengeteld,endewijzewaarop,vertelikhier.Dedoelstellingwasdemaatschappelijke-endenatuurwaardenvanditooibosaantetonen. D

Innovember 2020 was ik met boswachter Siebe van Rijn van het ZuidHollands Landschap op stap voor een interview over diverse buitendijkse ZHL-locaties in de Krimpenerwaard. Wij kwamen in gesprek met zijn excollega Hans Zantinge, die juist enige maanden van zijn pensioen genoot. Hans had juist zelf het IHC-bos ontdekt waar hij sindsdien met zijn hondje elke morgen naar toe en doorheen wandelde. Hij vertelde zo gloedvol en beeldend over de grote hoeveelheden zingende vogels in het bos – tot in november! – dat we, nieuwsgierig geworden, besloten om dan maar gelíjk te gaan kijken, aangezien het al schemerig werd. Die eerste struikelwandeling over een smal modderig pad door het ruige, natte bos tussen torenhoge bomen, met opkomende mist die het mystieke effect versterkte, zal ik nooit vergeten. Het pad komt na een bocht uit bij de wijdsheid van de rivier de Lek, een overgang naar licht en openheid. Wat een plek was dit! We zaten even op een stuk betonsteen waar de rivier vlak bij onze voeten tegenaan klotste, lichtjes flonkerden aan de andere oever. Het voelde als een ervaring uit een sprookje – gewoon in de Krimpenerwaard! Ik besefte meteen het belang van zo’n rijk stukje oer-natuur vlak naast een woonkern voor de inwoners. Bij navraag wandelen volwassenen hier inderdaad overdag of na het werk graag een rondje met de hond, en de vele sporen van huttenbouw verraden er de spelende kinderen. Waar vinden kinderen nog zo’n spannend stuk bosnatuur waar ze kunnen spelen? Hier ligt het om de hoek! Omwonenden houden het pad begaanbaar als het overgroeid raakt of als er een boom op ligt. En steeds als ik er ongeacht het jaargetijde weer kwam, bedacht ik: wat een prachtige, inspirerende plek is dit!

Het bos is in eigendom van scheepsbouwer IHC, gevestigd in Kinderdijk aan de overzijde van de Lek, die er wel vanaf wil: een vervuild en vervolgens afgedekt bedrijfsterrein waar verder enige tientallen jaren niets mee was gedaan, waardoor zich spontaan een prachtig ooibos* kon ontwikkelen onder invloed van de getijdenrivier – het ligt immers buitendijks. Ooibossen

zijn puur natuur, geen mensenhand komt er aan te pas. Ik bezocht het bos regelmatig en begreep volkomen het enthousiasme van de voormalige boswachter die er dagelijks kwam: het is een walhalla voor vogels en dat laten ze horen met een kakafonie aan zanggeluiden.

Inmiddels worden er al drie jaar broedvogeltellingen volgens de Sovonmethode gehouden door vrijwilligers van de NVWK. De rijkdom aan soorten en aantallen wordt zo vastgelegd. Het bos heeft o.a. de grootste dichtheid aan zwartkoppen in de wijde omgeving; de nachtegalen, boomkruipers, diverse spechtensoorten, de gekraagde roodstaart en de boomklever, roodborsten, fitissen, tjiftjaffen, mezen, merels en vele andere zangvogels, maar ook buizerd, sperwer, raaf en havik zijn geregistreerd. Verder zijn en worden inventarisaties gedaan naar planten, (nacht)vlinders en vleermuizen om de biodiversiteit beter in beeld te krijgen. Die is verrassend veelzijdig en groeit exponentieel naarmate de leeftijd van het bos vordert. Oftewel: door de biotoopverbreding van het ouderende bos wordt het steeds rijker aan soorten.

Alin 2020 was er sprake van een drietal projectontwikkelaars die op verzoek van de gemeente Krimpenerwaard bekeken hoe het gebied geschikt kon worden gemaakt voor woningbouw. Geen sinecure, want met een stijgende waterspiegel, intense hoosbuien en langere natte perioden wordt buitendijks bouwen een risicovolle en dure aangelegenheid. Er is vraag naar betaalbare en vooral kleinere wooneenheden, niet naar een paar riante villa’s die het project misschien kostendekkend kunnen maken. Door corona stond het plan een paar jaar in de koelkast, maar we begrepen wel dat die situatie niet zou duren. In gesprek met mijn vriendin Lisette over deze hangende dreiging vertelde ze dat ze via haar werk in contact was met het bedrijf Idverde, specialist groene buitenruimte. Ze sprak enthousiast over het programma i-Tree, dat berekeningen maakt over de CO2-opname, de fijnstof afvang en de koelprestaties van alle soorten bomen in met name de bebouwde

WAARDVOGEL | JUNI 2023 24

kom. De maatschappelijke effecten van bomen voor de samenleving, uitgedrukt in een waarde in euro’s. Lang verhaal kort: we hebben gepraat met haar contactpersoon Tom Verstraten, die het programma aanpaste voor het IHC-boscomplex, omdat hij ons belang onderkende én omdat hij potentie voor Idverde zag in het opmeten van een bos. Met ploegjes vrijwilligers zijn we op meerdere dagen het bos in getrokken om de gevraagde metingen te doen op acht representatieve plots, waarna Tom alles heeft geëxtrapoleerd over de 4 ha bos. Dat opmeten met meer mensen klinkt misschien als een achternamiddag klusje, maar dat was het zeker niet! De plots omvatten alle bomen en boompjes met een stamdikte vanaf 4 cm gemeten op 1.40 m hoogte. Daarvan moesten o.a. hoogte, kroonbreedte en -lengte worden opgemeten. Ik schreef al eerder over torenhoge bomen; er staan bomen die de 50 m overschrijden. Er staan heel veel hoge, dikke, meerstammige bomen, maar nog veel meer jonge bomen die rijken naar het licht. Daarbij is de oneffen bodem op veel plaatsen bedekt met meer dan manshoge brandnetels of bramen en wordt het zicht op de te meten boomtop vaak belemmerd door het opschot aan jonge bomen zodat voor de meting van positie moet worden veranderd en een nieuw pad door de jungle moet worden gewrocht. Op hete dagen staat in het bos geen wind, en er zijn wel muggen. Het was een enorme uitdaging, maar we bleven gemotiveerd!

Achter de QR-code onderaan vindt u het resultaat van onze inspanningen. Wij zijn er heel blij mee, want eindelijk kan aan levende bomen die ons gratis(!) enorme maatschappelijke diensten bewijzen in een economisch gedreven maatschappij, een waarde voor eco-diensten worden toegekend. Die ze elke dag, elk seizoen, elk jaar dat ze leven, voor ons uitvoeren. In deze tijd waarin we voor enorme opgaven staan die klimaat, waterhuishouding, CO2-uitstoot, fijnstof en stikstof betreffen, zouden we toch moeten beseffen dat we zuinig moeten zijn op volwassen bomen die ons helpen met CO2-afvang waarvoor we schone zuurstofrijke lucht terugkrijgen, met CO2opslag in hun hout, met de afvang van luchtverontreiniging (fijnstof) dankzij het grote bladoppervlak van hun bladerkroon, die meerdere kuubs extra water bij overlast kunnen opslaan en die verkoeling door verdamping brengen bij hitte. Denk bij de waarde van bomen dan ook niet meer aan de eenmalige opbrengst van het dode hout, tot planken verzaagd of veelal versnipperd om te worden verbrand als ‘duurzame’ biomassa, waarmee duizenden kilo’s opgeslagen CO2 opnieuw vrijkomen. Het kost nieuwe bomen vele decennia om die hoeveelheden weer op te slaan. Denk bij waarde van bomen aan de baten in euro’s van de lévende boom én aan de kosten die níet gemaakt

Ooibossen ontstaan op natuurlijke manier op natte plekken langs de grote rivieren. ‘Ooi’ is een oud woord voor nat terrein nabij een rivier. De rivier voert zaden aan en ontkiemde bomen groeien er snel, tegen de verdrukking in, want ze moeten overstromingen én droogte kunnen verdragen. Tijdens hoogwater breekt een ooibos de golfslag, waardoor de dijken minder hebben te lijden. Op de bomen groeien verschillende soorten mossen die afhankelijk zijn van overstroming. De ondergroei varieert van ruige brandnetel- en bramenvlakten, tot waterminnende vegetaties zoals gele lis, watermunt, moeraszegge en in ons geval ook spindotters. Ooibossen zijn zeer rijk aan vogels in ongekend hoge aantallen. Hoe ouder het bos, hoe gevarieerder de vogelwereld. Bron: www.ark.eu d

hoeven worden voor de aanpak van de grote maatschappelijke problemen als bomen kunnen blijven functioneren. Het mag nu ook duidelijk zijn dat het vervangen door jonge boompjes van gezonde volwassen bomen, zoals bij werkzaamheden vaak als mitigerende maatregel wordt toegepast, de eerste decennia in geen enkele verhouding zal staan tot het geleden verlies. Ook in euro’s.

Inmiddels heeft zich een nieuw consortium (DBL) van drie projectontwikkelaars aangediend dat wil bezien of woningbouw lonend kan zijn. Woningen zijn belangrijk, maar het welzijn van bestaande inwoners ook. Het zal niemand verbazen dat de NVWK pleit voor behoud van het bos, precies zoals het nu is en zoals het functioneert. Voor de vogels en de natuur, de biodiversiteit, voor de kinderen die hier meer leren dan achter hun spelcomputer, voor hun gezondheid en die van alle wandelaars uit de buurt, voor het welzijn van de gehele maatschappij die gebaat is bij het bestaan van bos.

Rest mij om alle vrijwilligers die zich hebben ingezet en nog inzetten om de waarde – op allerlei gebied - van het IHC-bos in kaart te brengen, te danken voor hun inspanningen. Dank ook aan Tom Verstraten, die zich sterk heeft gemaakt om het programma i-Tree geschikt te maken voor het meten van een boscomplex, die aan de telefoon een geduldige coach bleek bij het invoeren van alle gegevens in i-Tree, en die vervolgens het eindrapport heeft opgesteld. Uiteraard veel dank aan Lisette, die mij op het spoor van Tom heeft gezet en die in de beginfase van de inventarisaties voor i-Tree onmisbaar was. Ook wil ik het NVWK-bestuur danken voor het vertrouwen in ons enthousiasme, zodat Lisette en ik voor het i-Tree project groen licht kregen. d

QR-code naar het rapport van idverde Bomendienst, gemaakt met het programma i-Tree Eco. Ook na te slaan op onze website onder Nieuwsberichten.

V.l.n.r.: -Tientallen dikke stammen slaan duizenden kilo’s CO2 op. Niet omhalen dus!

-Een pad banen door de bramen is nodig om het plot te kunnen uitzetten.

-De kronen bevinden zich tot op enorme hoogten: sommige halen de 50 meter!

-Weelderige ondergroei huisvest veel insecten en biedt vogels voedsel.

Foto’s: archief NVWK

25 WAARDVOGEL | JUNI 2023

Reguliere en complementaire kijk op het bewegingsapparaat

Voor al uw boekhoudzaken, belastingadviezen, belastingaangiften en loonadministraties

Ook over uw privé-aangiften geven wij u graag advies.

Arthrokinematika & IPC

Behandelcentra voor chronische rug-, heup-, knie- en voetklachten met de Dr. R. Bourdiol-methode. We zijn aangesloten bij diverse beroepsverenigingen, o.a. het Kwaliteitsregister Paramedici en Kabiz. De zorgverzekeraars vergoeden behandelingen en therapiezolen vanuit aanvullende pakketten. Voor nadere informatie zie www.voet-statiek.nl

Praktijkadressen:

Vrijhof 13, 2923 BR Krimpen aan den IJssel

Oostmaaslaan 33a-35a, 3063 AN Rotterdam

Telefoon: 0180-51 42 91 en 010-212 27 30

Meidoornstraat 3-F

Telefoon : 0182 - 351240 2861 VH BERGAMBACHT

E-mail : info@verwaaladministratie.nl

Benedenkerkseweg 41a

2821LA Stolwijk

www.groenehart-tuinenparktechniek.nl

Uw Stiga dealer voor de Krimpenerwaard

Krabbenscheer in het NNN-gebied van de Krimpenerwaard

Programmabureau Veenweiden Krimpenerwaard verzorgt in opdracht van de Stuurgroep NNN Krimpenerwaard de realisatie van het Natuur Netwerk Nederland (=NNN). In het gebied zal circa 2450 hectare een hoofddoelstelling natuur krijgen. Deze oppervlakte is verspreid gelegen in verschillende polder(delen) binnen de Krimpenerwaard. De voornaamste natuurdoeltypen die worden nagestreefd betreffen Kruiden- en faunarijkgrasland (N12.02), Vochtig weidevogelgrasland (N13.01), Vochtig hooiland (N10.02) en Nat Schraalland (N10.01). Daarnaast worden kleinschalige elementen gerealiseerd zodat een doorlopende ecologische verbinding tot stand kan komen. d

Inleiding

In 2021 is een analyse uitgevoerd naar de mogelijk aanwezige beschermde soorten en situaties per NNN deelgebied. Voor alle deelgebieden is geconstateerd dat waar krabbenscheer aanwezig is de soort groene glazenmaker niet kan worden uitgesloten (Terlouw R.J.S., 2021).

De groene glazenmaker is een beschermde libellensoort van bijlage IV uit de Habitatrichtlijn en geniet bescherming vanuit de Wet natuurbescherming. Om te bepalen of aantasting van de soort groene glazenmaker en/of zijn habitat, zijnde krabbenscheer vegetaties, mogelijk optreedt, heeft in 2022 een kartering van krabbenscheer plaatsgevonden, figuur 1 (Terlouw R.J.S., 2022).

De krabbenscheer is een kenmerkende plant voor een gezond slootsysteem in de Krimpenerwaard. De populaties zijn echter kwetsbaar en door sommigen wordt verondersteld dat de aanwezigheid van Amerikaanse rivierkreeften een effect heeft op de aanwezigheid van krabbenscheer. Onderbouwd is dit tot op heden echter niet.

Door enkele onderdelen uit de kartering van 2022 te verwerken in een artikel in de Waardvogel wordt meer bekendheid gegeven aan de actuele situatie van krabbenscheer binnen NNN Krimpenerwaard. Hierdoor wordt het mogelijk naar de toekomst gemakkelijker om meer informatie over de ontwikkeling van krabbenscheer en het al dan niet veroorzaken van schade door Amerikaanse rivierkreeften en/of afname door ontbreken van soort- specifiek beheer te beoordelen.

Voor detail informatie wordt verwezen naar de totaal rapportage met betrekking tot krabbenscheer en groene glazenmaker uit 2022. Naast de kartering wordt in dit rapport ingegaan op het noodzakelijk beheer om de soort te behouden, mogelijkheden van enten en herintroductie op locaties waar de soort is verdwenen, en eisen aan water en waterbodem die de soort krabbenscheer nodig heeft.

Bureauonderzoek, verspreiding en historische gebiedsinformatie Het verspreidingsgebied van krabbenscheer omvat een vrij groot deel van Noord- en Oost-Europa. De soort is in Nederland algemener dan in ons omringende landen. Dit verbaast enigszins daar ons land vrij excentrisch binnen het areaal van de soort is gelegen. In ons land is de soort niet gelijkmatig verspreid. Er zijn twee kerngebieden te herkennen. Het eerste vanaf Zuidwest-Groningen via het zuiden en oosten van Friesland en het westen van noordelijk Overijssel naar de benedenloop van de Gelderse IJssel. Het tweede kerngebied kan globaal worden omschreven als het veenweidegebied van oostelijk Zuid-Holland en westelijk Utrecht tot en met de Vechtplassen in het noorden en de Neder-Betuwe en de Langstraat in het oosten.

Tegenwoordig wordt de krabbenscheer ook regelmatig buiten dit verspreidingsgebied aangetroffen. Deze nieuwe locaties vinden vaak hun oorsprong in het uitzetten van overtollig bevonden vijverplanten. Op veel nieuwe locaties bestaat dan ook onduidelijkheid over het natuurlijk voorkomen van de soort (SynBioSys, 2012).

Vegetaties met krabbenscheer komen voor in rustig, voedselrijk, niet te ondiep water met een venige of slibrijke bodem. In veenplassen leidt krabbenscheer de verlanding in die bij een voldoende goede waterkwaliteit kan leiden tot verlandingsvenen. In slootsystemen komt het in de regel niet tot verlanding daar regelmatig de vegetatie moet worden teruggezet om de watervoerende functie van sloten te behouden, zoals deze in de keur van waterschappen wordt voorgeschreven.

27 WAARDVOGEL | JUNI 2023
Figuur 1. Rapportage Krabbenscheer inventarisatie 2022 [BTG.RAPP.2022/57]

Veerstalblok, Middelblok en Kattendijksblok bij Gouderak was de soort - op een enkele sloot na - zelfs geheel verdwenen. In polder Veerstalblok bleven iets meer relict sloten in stand. Het zelfde beeld werd vastgesteld in de polders ten noorden van Berkenwoude en in polder De Nesse te Ouderkerk (dagboeken en meerdere krabbenscheer karteringen Terlouw 1969-1990; vegetatiekarteringen Den Held, 1986).

Opgemerkt

werd dat waar krabbenscheer zich wist te handhaven in veel gevallen een geïsoleerde hydrologische situatie aanwezig was, of de wateraanvoer werd beperkt door de aanwezigheid van smalle duikers in dammen. Wanneer de soort werd geholpen door een aantal planten over de dam heen te plaatsen zette de vestiging in de betreffende sloot echter door. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de soort zich relatief snel kan herstellen als de groeiplaats omstandigheden verbeteren, maar dat een fysieke barrière als vernauwing door een brugdoorgang of (duiker)dam moeilijk passeerbaar lijkt voor krabbenscheerplanten, wat mogelijk voortkomt uit het ‘elkaar vasthouden’ van de krabbenscheervelden (Natuurregistraties Terlouw diverse jaren).

Krabbenscheer

heeft vanouds een ruime verspreiding in de Krimpenerwaard. Tot aan het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw was de soort zeer algemeen en wijd verspreid in de Krimpenerwaard, zo wordt door vele oudere inwoners van het gebied vermeld. Opmerkelijk is dat in een excursiebeschrijving in mei, van de omgeving van Berkenwoude uit het midden van de jaren 30 van de vorige eeuw (Tolman, 1936), waar in enkele uitgebreide alinea’s de watervegetaties worden beschreven, met geen woord over krabbenscheer wordt gesproken. Dat kan zowel worden geïnterpreteerd als dat de soort niet voorkwam, maar ook dat de soort te algemeen was om specifiek te vermelden.

Vanaf de jaren zeventig vorige eeuw wordt een achteruitgang gesignaleerd, onder andere als gevolg van afnemende waterkwaliteit door invloed een toenemende inlaat van rivierwater, wijzigingen in het peilbeheer en toename van mestgiften. Het meest noordelijke deel van de Krimpenerwaard behield aanvankelijk nog de oorspronkelijke bedekking wat wordt toegeschreven aan het min of meer geïsoleerde watersysteem van dit deel van het gebied destijds, waardoor vermenging met inlaatwater hier grotendeels achterwege bleef.

In een verslag van een veldbiologisch onderzoek uit 1974 & 1975 (Mayenburg & Den Breeyen,1975) wordt vermeld: “Zelfs de oer-Hollandse krabbenscheer-kikkerbeet associatie dreigt uit de polderwateren te verdwijnen. De krabbenscheer vegetaties worden vooral nog in de zuidelijke helft van de polders Kromme, Geer en Zijde, Nessepolder, Kattendijksblok, Middelblok en Veerstalblok alsmede het gebied rond de eendenkooien bij Berkenwoude aangetroffen. De overal uitgevoerde polderpeil verlagingen waarbij het winterpeil laag en het zomerpeil hoog is, hebben op het hydrobiologisch milieu geen gunstige invloed omdat de verblijftijd van water aanzienlijk wordt bekort en het inlaatwater van slechte kwaliteit is”.

Sedert eind jaren tachtig, begin jaren negentig van de vorige eeuw is de afname in snel tempo doorgezet. Ook in de resterende noordelijke kerngebieden verloor de krabbenscheer vanaf die periode gestaag terrein. In polders met van oudsher een grote bedekking zoals

Waarnemingen in de jaren negentig van de vorige eeuw en het begin van de 21e eeuw gaven eveneens aanwijzingen van het herstellend vermogen van de krabbenscheer na verbeteren van de waterkwaliteit en/of het verwijderen van baggerachterstanden (Arends, H., 2004). Zo werd in projectgebied Nooitgedacht te Berkenwoude al vrij kort nadat het gebied was gebaggerd, hydrologisch werd geïsoleerd en van een eigen, meer natuurlijk, peilregiem was voorzien (1994) een fors herstel van krabbenscheer vastgesteld. Ook de groene glazenmaker floreerde hier weer met een grote en groeiende populatie (Natuurregistraties Terlouw, div. jaren – Barendrecht, 1994 - Stam, 2011).

Aan het eind van de vorige eeuw werd binnen de toenmalige gemeente Bergambacht een schoonwater project uitgevoerd (‘Samen naar Schoon Water’ in peilgebied Bergambacht-HHSK 2001). De nadruk bij dit project lag op het uitvoeren van baggerwerken zodanig dat er een overdiepte werd gecreëerd. De resultaten op waterkwaliteit waren zonder meer goed te noemen. In de jaren volgend op het project breidde de krabbenscheer zich weer uit, vooral in de polders ten noordoosten van Bergambacht (Arends, H, 2004).

In 2004 is ook een proef uitgevoerd in het kader van het soortenbeleid via het toenmalige project ‘Oase van Biodiversiteit’. Hierbij zijn in een aantal agrarische sloten krabbenscheerplanten geënt. Lokaal gaf dit goede resultaten zoals op verschillende plaatsen in de polder Benedenkerk en Benedenheul te Stolwijk. Op andere locaties waren de resultaten echter teleurstellend.

Metbetrekking tot de werkwijze om succesvol krabbenscheer te enten zijn uit dit proefproject verschillende lessen getrokken (Arends H., 2005). Van belang blijkt dat uiteen drijven van de geënte planten moet worden voorkomen. De planten moeten elkaar bescherming en beschutting kunnen bieden. Daarnaast heeft krabbenscheer het vermogen om een eigen niche in wateromstandigheden te creëren wanneer ze een aaneengesloten groep van planten kunnen vormen (Bloemendaal F.H.J.L. & J.G.M. Roelofs, 1990). Wanneer de planten uiteen drijven of lokaal slechts één of enkele planten aanwezig zijn, ontwikkelt zich geen eigen waterniche en verdwijnen de individuele planten na één of twee jaar.

Ook na de verwerving van grote delen van NNN polder De Nesse omstreeks 2005/2006 door het Zuid-Hollands Landschap is

WAARDVOGEL | JUNI 2023 28
Figuur 2. Verspreiding van krabbenscheer in Nederland

een omvangrijk baggerproject uitgevoerd en zijn in de opvolgend jaren gerichte beheerwerkzaamheden uitgevoerd om de krabbenscheervegetaties te verjongen. Hierbij werd dankbaar gebruik gemaakt van de ervaringen in de schoonwater-projecten van Bergambacht en ‘Oase van Biodiversiteit’. Dat herstel bij de juiste condities snel kan gaan bleek uit de krabbenscheer karteringen die aansluitend op het herstel beheer zijn uitgevoerd. Krabbenscheer had zich sterk uitgebreid in alle delen van polder De Nesse (Buisman D. & R.J.S. Terlouw, 2010 / Stam C, 2011).

Vanuit de verkregen kennis uit het ‘Samen naar Schoon Water’ project bij Bergambacht en de ‘Oase van Biodiversiteit’aanpak is door Terlouw een systematiek ontwikkeld waarbij krabbenscheerplanten in groepen van circa 12 tot 20 planten worden geënt binnen een houten raamwerk dat met twee stokken wordt vastgepind in de slootbodem (Terlouw R.J.S., 2009). Zie figuur 3. Deze methode bleek goede resultaten te geven, waarna in 2010 een pilot gecoördineerd door de Vlinderstichting met deze aanpak werd uitgevoerd (Termaat T, 2010). Tijdens de uitvoering van ecologische en landschappelijke kwaliteitsimpuls is, met inzet van de subsidieregeling Uitvoerings Programma Groen (UPG) van de provincie Zuid-Holland, deze methode verfijnd, waarna hij succesvol op tal van locaties in het agrarisch gebied van de Krimpenerwaard s toegepast (Terlouw R.J.S., 2015).

water hangen en de waterbodem bereiken, maar zich hierin slechts beperkt vastzetten. Andere waterplanten die frequent in combinatie met krabbenscheer voorkomen zijn puntkroos, veelwortelig kroos, bultkroos, grof hoornblad en draadalgen.

De krabbenscheer komt vooral voor in watergangen met een waterdiepte van minimaal 0.50 meter. Wordt de watergang ondieper dan neemt al snel de kwaliteit van de krabbenscheerplanten af. Er vindt gele verkleuring plaats en de planten blijven in de wintermaanden deels boven het water uitsteken. Vooral in combinatie met een winterse vorstperiode neemt krabbenscheer dan zowel aantalsmatig als in oppervlakte snel af.

Naast het te ondiep worden van de sloten is een te dichte vegetatie eveneens een oorzaak van afnemende krabbenscheer vegetaties. De planten komen als het ware ‘klem’ te liggen tussen de oevers, waardoor de vegetatieve verjonging niet meer plaatsvindt. Zie figuur 4. De jonge uitlopers die de populatie jaarlijks moeten verjongen, komen simpelweg niet meer aan de oppervlakte en sterven af alvorens op te kunnen groeien tot volwassen plant. De relatief snel verouderende en afstervende planten (wat bij krabbenscheer plaatsvindt tussen de 8 en 10 jaar) worden in dergelijke situaties onvoldoende verjongd. Daar generatieve vermeerdering vrijwel niet voorkomt bij deze soort - in de Krimpenerwaard worden tot op heden uitsluitend vrouwelijke planten aangetroffen (Natuurregistraties Terlouw, diverse jaren) -, leidt het tot forse afname van krabbenscheervelden in slechts enkele jaren wanneer uitnemen van vegetatie delen achterwege blijft. Zie figuur 5. Actief beheer van krabbenscheervegetaties is dan ook essentieel om de soort in stand te houden. Bij geschikte omstandigheden kunnen krabbenscheervelden echter ook snel weer in omvang toenemen.

Habitat en externe invloeden op krabbenscheer in de Krimpenerwaard

In de Krimpenerwaard komt krabbenscheer in vrijwel alle situaties voor in combinatie met kikkerbeet. Beide soorten hebben met elkaar gemeen dat ze over vrij lange wortels beschikken die los in het

29 WAARDVOGEL | JUNI 2023
Figuur 3. Beschermend raamwerk bij enten krabbenscheer – Locatie Blanken-Kattendijksblok, 2015 Figuur 5. Indien geen verjongingsbeheer plaatsvindt (Nesse Tiendweg 2011) zal deze populatie in enkele jaren verdwijnen Figuur 4. Krabbenscheer in cruciaal stadium naar de noodzaak van beheer (NNN De Nesse 2015)

Omde bedekking van krabbenscheer gestandaardiseerd te registreren is in 2000, in samenwerking met onderzoekers van de Vlinderstichting, een bedekkingscode geïntroduceerd die tijdens de meeste karteringen in de Krimpenerwaard vanaf dit jaar is toegepast (figuur 6).

summier beoordeeld.

Met behulp van verrekijker 10*50 en telescoop met vergroting 20-60* zijn sloten en overige watergangen beoordeeld op de aanwezigheid van de soort krabbenscheer. Waar onvoldoende overzicht was zijn insteken gemaakt om tot een sluitende gebiedsinventarisatie te komen. Aanwezigheid van krabbenscheer is ingetekend op veldkaarten waarbij de vegetatiebedekking met een code is aangegeven conform de sedert 2000 toegepaste inventarisaties in het gebied (zie figuur 6).

De inventarisaties zijn zoveel als mogelijk in de late namiddag en vroege avond uitgevoerd in de periode eind juli – begin september om de trefkans op mogelijk aanwezige groene glazenmakers te vergroten. Imago’s van deze soort zijn voornamelijk in de namiddag en avond actief in genoemde periode.

Vanuit de inventarisatie werd duidelijk dat het slecht gesteld is met krabbenscheer binnen de NNN gebieden in de Krimpenerwaard. Slechts een klein aantal sloten had nog een hoge bezetting.

Op de overige gevonden locaties betrof het vrijwel steeds kleine puntlocaties. Het is niet geheel duidelijk of dit restanten van grotere krabbenscheervelden zijn uit de afgelopen jaren, of dat er juist een voorzichtige hervestiging optreedt. Vanuit dit aspect is het zeer gewenst dat de (voormalige) driejarige kartering van krabbenscheer wordt hervat.

In de NNN-gebieden Bilwijk, Beijersche en Achterbroek werden geen tot slechts een enkele krabbenscheerplant aangetroffen.

Gezien het grote belang van krabbenscheer als bescherming biedende vegetatie voor een groot scala aan aquatische fauna in het algemeen en de zeldzame groene glazenmaker in het bijzonder, is in de periode 2005-2012 een op deze soort toegespitst schoningsbeheer ontwikkeld (Terlouw, 2005 met diverse updates) waarbij delen van de vegetatie bij een te grote bezetting worden verwijderd, de vegetatie kan ‘open waaien’ en jonge planten aan de oppervlakte kunnen komen.

Inventarisatie NNN gebieden in 2022

De inventarisatie in 2022 heeft zich primair gericht op de aanwezigheid van krabbenscheer als waardplant en habitat voor de beschermde soort groene glazenmaker in de nog in te richten NNN deelgebieden. Om de krabbenscheer te inventariseren zijn alle betrokken delen van NNN gebied Krimpenerwaard bezocht vanaf de infra structuur die het gebied doorkruist. De reeds ingerichte gebieden Oudeland-West, Berkenwoude en De Nesse zijn slechts

In de NNN gebieden Middelblok en Kattendijksblok zijn enkele sloten aanwezig met een hoge dichtheid en beperkt de verspreiding zich verder tot enkele kleine plukjes voornamelijk in de Tiendwegwetering. Opmerkelijk is de sterke hervestiging van krabbenscheer in de percelen met cranberryteelt in polder Middelblok. Hier werd al kort nadat een nieuwe, gebufferde waterinlaat was gerealiseerd voor het deelgebied een forse uitbreiding in de aanvoersloot vastgesteld. Naast krabbenscheer viel hier ook een sterk herstel van overige waterplanten op (Terlouw R.J.S. & S. van Walsum, 2017). Deze uitbreiding heeft zich in de opvolgende jaren voortgezet naar andere sloten in het deelgebied (Jaarverslagen Beheer en Ontwikkeling Cranberrypercelen, Crouwers B. & R.J.S. Terlouw, div. jaren). In NNN Veerstalblok werden voornamelijk kleinere krabbenscheerveldjes waargenomen in de watergangen langs de Tiendweg. In NNN Oudeland was krabbenscheer uitsluitend aanwezig in de delen ten noorden van het Westeinde. Lokaal waren hier nog sloten met een vrij hoge bedekking. Ten opzichte van enkele jaren terug is hier echter duidelijk sprake van een grote afname. Ook van de in dit deel bekende wat grotere populatie met groene glazenmaker lijkt niet veel meer over.

Grotere velden met krabbenscheer werden vrijwel steeds aangetroffen in sloten die een meer of minder doodlopend karakter hebben. Dit kan wijzen op enigszins gebufferde wateromstandigheden die de beste condities geven (zie figuur 7). Ook werden op enkele plaatsen krabbenscheer vegetaties aangetroffen die rusten op een ondiepe sliblaag. Deze planten vertoonden veel bruine verkleuring en kunnen niet meer tot onder water afzinken komen in de winterperiode (zie figuur 8).

Dereeds ingerichte NNN gebieden Berkenwoudse Driehoek en De Nesse maakten geen onderdeel uit van de inventarisatie in 2022. Toch is ook een kort bezoek gebracht aan deze gebieden. In Berkenwoude werd een sterke afname vastgesteld ten opzichte van de laatste bij ons bekende inventarisatie (Stam, C. 2011).

WAARDVOGEL | JUNI 2023 30
Figuur 6. Uitsnede kartering Berkenwoudse Driehoek en legenda bedekking krabbenscheer in 2011

Hoewel ook in NNN De Nesse een forse afname werd vastgesteld (in het bijzonder in het oostelijke deel van het gebied waarvan wordt vermoed dat dit voortkomt uit een gewijzigde inlaat a.g.v. blauwalg, waardoor het gebiedsdeel met het meest geïsoleerde en dus gebiedseigen water sterk negatief is beïnvloed met water uit deze inlaat), is hier in het noordwestelijk deel nog een groot aantal sloten met een hoge krabbenscheerbedekking aanwezig.

In dit deel van NNN De Nesse viel echter de gemiddeld hoge bedekking (> categorie 8) en de hoge leeftijd van de planten op, waardoor er risico bestaat op instorten van de populatie door veroudering.

van de glazenmaker wordt de ei- afzetting moeilijker. Daarnaast zijn jongere planten nog wat zachter dan oudere planten, waardoor de bladhuid beter is te doorboren met de legboor van de libel. Regelmatig beheerde krabbenscheer vegetaties waarbij tweejaarlijks delen worden verwijderd, laten aanzienlijk betere plant condities zien dan onbeheerde situaties. Frequent volgen van entlocaties uit de UPG-periode (2014-2016) bij agrariërs laten vergelijkbare beelden zien daar waar geen beheer door de betreffende agrariër wordt gevoerd. Op voormalige entlocaties waar een zorgvuldig beheer plaatsvindt, zien we florerende krabbenscheervegetaties en heeft de soort zich inmiddels over meerdere sloten in de omgeving verspreid sinds het enten in 2015 en treedt ook jaarlijkse verjonging in voldoende mate op (Natuurregistraties Buisman & Terlouw 2015-2022).

Slot

Krabbenscheer is een plant die als kenmerkend voor de watergangen in de Krimpenerwaard kan worden gezien. Een bijzondere plant met een bijzondere leefwijze, die daarnaast een beschermde omgeving biedt aan een groot scala van waterdieren. Met de inrichting van NNN Krimpenerwaard, waarbij achterstallig baggerwerk wordt opgeruimd, een eigen waterhuishouding met meer gebiedseigen waterkwaliteiten wordt gerealiseerd en waarbij in het enten van krabbenscheer op geschikte locaties is voorzien, kan de krabbenscheer een hernieuwde toekomst in onze mooie Krimpenerwaard krijgen.

Echter zoals wij al vaker hebben gemeld: inrichting van natuur in een veenweidencultuurlandschap leidt slechts tot circa 30% van het doelresultaat. Het opvolgend beheer zal voor 70% bepalend zijn of er ook duurzame kwaliteit kan worden gerealiseerd. Dit geldt ook voor krabbenscheer.

Daarnaast is monitoring van belang om ontwikkeling te kunnen volgen en tijdig bij te kunnen sturen. Misschien ligt hier een mooie taak voor NVWK-leden. Jaarlijks begin augustus een namiddagavond ronde door een zelf te kiezen polder. De krabbenscheer op een kaart intekenen met de bedekkingscode uit figuur 6 en indien mogelijk een indicatie van de gezondheid/leeftijd noteren.

Het gaat om gemiddeld vier uur werk per polder in het jaar. We zijn benieuwd wie de handschoen oppakt; neem voor informatie contact op. d

Duidelijk

werd ook dat de meeste nog grote krabbenscheer vegetaties aan het einde van het levensstadium verkeerden. Op basis van de breedte van de bladeren is de leeftijd van krabbenscheerplanten eenvoudig in te schatten. Verspreid aanwezige gele en bruine verkleuringen geven eveneens indicaties dat de plant in een eindfase is geraakt. De aanwezigheid van jong volwassen planten (drie tot vijf jaar) is van wezenlijk belang voor de soort groene glazenmaker. Tijdens de ei-afzetting verdwijnt het vrouwtje veelal geheel onder water, het is hierbij essentieel dat zij haar poten om het blad van de krabbenscheer kan plaatsen. Bij oudere planten met een grotere bladbreedte dan de pootspreiding

31 WAARDVOGEL | JUNI 2023
Figuur 7. Eén van de weinige sloten met ruime Krabbenscheerbedekking (juli 2022), gelegen achter een dam zonder duikerbuis Figuur 8. Kwijnende krabbenscheerpopulatie die rust op ondiepe baggerlaag (4 augustus 2022) Bloeiende, jonge krabbenscheerplant, foto: Dirk-Jan Saaltink

Tel. 06-51809068 / www.hagendijkbouw.nl

PUUR NATUUR!

Zuidbroek 149a

2861 LL Bergambacht 06-10301196.

info@bui-tegewoon.nl

www.bui-tegewoon.nl

Zuidbroek 149a 2861 LL Bergambacht 06-10301196.

info@bui-tegewoon.nl www.bui-tegewoon.nl

BREED INZETBAAR OP UW NATUURPROJECTEN.

BREED INZETBAAR OP UW NATUUR PROJECTEN.

Onderzoek, advies & inventarisatie in natuur en landschap,

Onderzoek, advies & inventarisatie in natuur en landschap,

WERKVELDEN: agrarische inpassingsplannen - erfinrichtingen - natuur in de stadgroenspaarplannen - landschappelijke inpassingeninventarisatie & onderzoek - Wet Natuurbeschermingecologische werkbegeleidingkleinschalige water maatregelenbeheer & inrichtingsplannen - gebiedsontwikkelingagrarisch & particulier natuurbeheer

SPECIALISATIES:

WERKVELDEN: agrarische inpassingsplannen - erfinrichtingen - natuur in de stadgroenspaarplannen - landschappelijke inpassingeninventarisatie & onderzoek - Wet Natuurbeschermingecologische werkbegeleidingkleinschalige water maatregelenbeheer & inrichtingsplannen - gebiedsontwikkelingagrarisch & particulier natuurbeheer

SPECIALISATIES:

inrichting en beheer van weidevogelgebieden, moer as- en waternatuur, rivierengebied, beheerplanning en organisatie, agrarische inpassing en verbreding

inrichting en beheer van weidevogelgebieden, moeras- en waternatuur, rivierengebied, beheerplanning en organisatie, agrarische inpassing en verbreding

www.debonteweide.nl
Biologische rauwmelkse geitenker en geitenkaas Kom naar onze boerderijwinkel. Elke zaterdagmorgen open!

Europese Natuurherstelwet haalt Nederland juist ván het

https://www.vogelbescherming.nl/actueel/bericht/europese-natuurherstelwet-haalt-nederland-juist-van-het-slot, 17 mei 2023, Mette Vreeken

Investeren in natuurkwaliteit loont. Niet alleen om de biodiversiteit te herstellen, maar ook economisch. Tenminste als je koerst op feiten in plaats van onderbuikgevoelens, betoogt Mette Vreeken, medewerker van Vogelbescherming.

Als voorvechter voor natuur in Nederland, voel ik me vaak een roepende in de woestijn. Cynisch genoeg is een biodiversiteitswoestijn precies waar we in Nederland op afstevenen. Niet alleen zeldzame soorten dieren en planten hebben het moeilijk, maar ook voorheen heel gewone als de kievit en de argusvlinder. Dat doembeeld doet tegenstanders van natuurbeleid schijnbaar weinig. Dat maakt de discussie rondom de Europese Natuurherstelwet, onmisbaar onderdeel van de Green Deal van de Europese Commissie, pijnlijk duidelijk. Dit wetsvoorstel, dat in het leven geroepen is om de natuur te herstellen en toekomstige crises te voorkomen, krijgt nu het verwijt ‘het land op slot’ te zetten. Klinkklare onzin, gebaseerd op sentimenten in plaats van feiten. Wederom is de natuur de dupe, met alle gevolgen van dien, óók voor onze maatschappij.

Gezonde natuur

Of je het nu hebt over de onmisbare waarde van natuur voor onze voedselzekerheid, onze lichamelijke én mentale gezondheid of voor het opvangen van droge zomers of hevige overstromingen: gezonde natuur is cruciaal voor het menselijk bestaan. Toch is natuurbescherming regelmatig het sluitstuk in de discussie. Hetzelfde dreigt met de Europese Natuurherstelwet te gebeuren. Het gaat slecht met de natuur in Europa en in het bijzonder in Nederland. De Europese wet heeft daarom als doel de achteruitgang van planten, dieren en hun leefgebieden een halt toe te roepen en onze kostbare natuur te herstellen.

Schandalige beeldvorming

Toch wordt juist de natuurbescherming verweten andere belangen in te gevaar te brengen. “We laten Europa niet sterven van de honger om de natuur te redden”, stelde CDA-Europarlementariër Esther de Lange recent over de Europese Natuurherstelwet, zo las ik in de Volkskrant. Schandalige beeldvorming. Niemand wil immers dat mensen honger lijden, ook natuurbeschermers niet. En gezonde natuur is nu juist een vereiste voor onze voedselproductie. Helaas wordt het argument van ‘voedselzekerheid’ te pas en te onpas gebruikt om de intensieve landbouw voort te zetten. Feiten ontbreken, en sentiment overheerst. Weten we niet meer dat het de bloemen en bijen en andere bestuivers zijn aan wie we onze voedselproductie te danken hebben? En daar gaat het ontzettend slecht mee, mede door die intensieve landbouw. Het is dus niet ondenkbaar dat onze voedselzekerheid in gevaar komt, maar dat wordt niet veroorzaakt door deze wet.

Verslechteringsverbod

Vooral het verslechteringsverbod dat onderdeel uitmaakt van de natuurherstelwet is critici een doorn in het oog. Dat verbod stelt dat beschermde habitats en leefgebieden van beschermde soorten die hersteld worden niet mogen verslechteren binnen én buiten Natura 2000-gebieden. Boze tongen beweren dat het verbod geldt voor álle natuur op landbouwgrond, in steden, zeeën en bossen. Het gevolg zou zijn dat ons land nog verder ‘op slot’ gaat. En dat moet te allen tijde voorkomen worden, vindt ook een meerderheid in de Tweede Kamer. Dus weg met dat verslechteringsverbod, luidt het oordeel. Volstrekt onnodig en zeer onverstandig. Feit is namelijk dat dit verslechteringsverbod slechts geldt voor een zeer beperkt type natuurgebieden. Zoals voor gebieden waar herstel van beschermde soorten en hun en leefgebieden heeft plaatsgevonden of plaatsvindt. Best logisch. Waarom zou je natuur herstellen, om die vervolgens weer te laten verkwanselen? Dat zou zonde zijn van geld, energie en natuur.

Onderschatten waarde van natuur

Help mee en teken de petitie

De gezamenlijke natuurorganisaties vinden dat in Europa een wet nodig is die alle lidstaten verplicht om natuur te herstellen, voor huidige en toekomstige generaties. Het Europees Parlement stemt naar verwachting voor de zomer over het ambitieuze voorstel van de Europese Commissie om biodiversiteit in Europa te herstellen. En jij kunt hierbij helpen. Kom in actie en teken vóór een sterke natuurherstelwet! En roep ook anderen op te tekenen, onder de noemer #restorenature.

Het schromelijk onderschatten van de waarde van natuur en het kortetermijndenken op het gebied van natuurbescherming, raakt ons allemaal. De stikstofcrisis toont dit aan: wegkijken, pappen en nathouden heeft ons gebracht waar we nu staan. Tegelijkertijd toont die crisis de noodzaak van stevige natuurwetgeving aan: vrijwilligheid en vrijblijvendheid zijn fnuikend gebleken. En wie verder kijkt dan z’n neus lang is, ziet dat investeren in natuur juist toekomstperspectief biedt en voorkómt dat ons land ‘op slot gaat’. Een robuuste natuur helpt ons op ontzettend veel vlakken. En bovendien: elke euro die wij investeren in natuurherstel, levert ons tussen de 8 en 38 euro op, blijkt uit onderzoek van de Europese Commissie. Maar het vergt moed om je te baseren op feiten, te kijken naar langetermijneffecten en je niet te laten verleiden tot louter sentimenten. Luisteren naar roependen in de woestijn is een eerste stap.

Dit artikel verscheen eerder in de Volkskrant van 16 mei 2023. D

33 WAARDVOGEL | JUNI 2023
P E R S B E R I C H T
slot
Weidehommel op wilgenkatje, foto Marco Tanis

Jeugdpagina

Excursie ‘Doove Gat’ met de JNK

Tekst:AndréBloot,foto’s:BenjaminHallie

Op 14 en 21 april maakten leden van de Jeugdnatuurwacht Krimpen, enkele ouders en een aantal enthousiaste vogelaars van de NVWK een wandeling rond het Doove Gat. Nou ja, wandeling is wat te veel gezegd: we zijn niet verder gekomen dan een paar honderd meter, maar toch… Wat een belevenis voor die kinderen.

Alle kinderen en soms ook wat ouders kregen een notitieboekje mee om de waarnemingen te noteren. Er is heel wat geschreven. De eerste groep bestond uit allemaal eerstejaars leden, de tweede groep uit merendeels ouderejaars. Helaas is niet alles systematisch bijgehouden wat er is waargenomen, maar het belangrijkste is dat de jeugd in de gaten heeft wat een enorme rijkdom aan leven er is aan de rand van de Krimpenerwaard. Prachtig om mee te maken dat een kind voor het eerst van z’n leven een lepelaar ziet door een telescoop. Prachtig ook om te zien dat NVWK-ers de moeite namen om voor de zoveelste keer te vertellen waarom smienten ook wel fluiteenden worden genoemd en allerhande andere verhalen vertellen die voor vogelaars gesneden koek zijn. Ook heel leuk is om te zien dat begeleidende ouders verbaasd staan over de schoonheid van de natuur zo dicht bij huis.

De tweede keer moesten wij iets eerder naar de auto’s terug, omdat er een flinke bui op aankwam. Dat komt zelden goed uit, maar deze keer was het extra vervelend: nu heeft niet iedereen de groenpootruiter gezien. Ach, volgende keer beter. Nu zat iedereen op tijd in de auto en dat was ook wat waard. Een woord van dank voor de NVWK-ers die voor de nodige apparatuur, de nodige kennis, het nodige geduld en het nodige enthousiasme zorgden. Jullie waren top, graag tot een volgende keer! D

Illustratie: lepelaar, bron: https://birdlifecyprus.org/

WAARDVOGEL | JUNI 2023 34
D

Puzzel: insect in onderdelen

In deze puzzel hebben we onderdelen van een insect verzameld. Kun jij ze in zetten bij

n deze puzzel hebben we onderdelen van een insect verzameld. Kun jij ze in elkaar zetten tot een geheel? De oplossing vind je bij de oranje pijl, als je de woorden op de juiste plaats weet te zetten.

Op de jeugdpagina van de NVWK-website vind je de oplossing. Veel succes! d

Welk insect staat hier?

35 WAARDVOGEL | JUNI 2023
©HV
1 3
facetoog 1
aanhangsels vleugels pterostigma borststuk
Foto’s: Harry Verkerk 4. 2. 3.
Facetoog Borststuk
Vleugels Aanhangsels aanhangsels vleugels pterostigma borststuk facetoog 3 4 2 1
Pterostigma
borststuk 2
aanhangsels vleugels pterostigma
34
1.
Aanhangsels 34 34
5.

Vogelklas Karel Schot

Excursie met de jeugd

Foto’s en tekst: Benjamin Hallie

Na een hopeloos stille zaterdagochtend in het veld bij de weidevogels, had ik later deze dag nog een leuke excursie voor de boeg. Op zaterdagmiddag 15 april brachten we met de jeugdwerkgroep een bezoek aan Vogelklas Karel Schot in Rotterdam-Zuid. Na wat verkennend werk vooraf, bleek dat parkeren naast ’s werelds mooiste voetbaltempel gratis was. Hierdoor was de keuze voor een wandeling van 25 minuten snel gemaakt. Bovendien en niet in de laatste plaats vanwege de drukke zaterdagmarkt aan het Afrikaanderplein, waar de Vogelklas gevestigd is. D

Nadat iedereen ondanks de drukte op de Van Brienenoordbrug, keurig op tijd gearriveerd was bij de verzamelplaats en enkele jeugdleden het niet konden laten wat rond te snuffelen in de Feyenoord Fanshop, zetten we gezamenlijk koers richting het Afrikaanderplein. Enkele deelnemers deden dit op klompen waarbij ik mij hardop afvroeg of dit niet tot zere voeten zou leiden gezien de afstand. Hiervan bleek echter geen sprake te zijn. Over de wandeling zelf viel weinig bijzonders te melden, even afgezien van een tjiftjaf, een boomkruiper en wat grootstedelijke problematiek.

Aangekomen bij de Vogelklas - feitelijk een opvanglocatie voor zowel gewonde vogels als zoogdieren - werden we ontvangen door onze gids die een inleidend praatje hield. Het eerste punt op onze route betrof de nachthokken voor afgifte van gewonde dieren. Dit valt het best te vergelijken met een Febo-muur (je weet wel, die snacks die je uit de muur trekt en eigenlijk liever niet eet, maar soms toch niet aan ontkomt) waarbij medewerkers van de dierenambulance gewonde dieren buiten openingstijden van de Vogelklas kunnen onderbrengen in een nachtverblijf. Vervolgens controleren de medewerkers van de opvang de nachthokken bij binnenkomst in de ochtend. Het idee is dus: je haalt er geen snack uit, maar stopt er een gewond dier in. Dit is natuurlijk een uitstekende oplossing voor een opvanglocatie die niet 24/7 bemand is. Ondanks het verrassende aantal van in totaal 150(!) vrijwilligers, sluit de opvanglocatie normaliter ’s avonds de deuren.

Nog voordat onze gids klaar was met vertellen, vielen we met

De

onze neus in de boter. Er kwam zojuist een dierenambulance aangereden met een gewonde meeuw aan boord. Sneu voor de meeuw, maar een gelukje voor ons. Konden we direct zien hoe dit in de praktijk werkt. Bovendien waren de medewerkers van de ambulance niet te beroerd onze vragen te beantwoorden en wat over hun werk te vertellen. Zo vertelden ze dat de meeuw bij het openen van de reismand flink kon gaan bijten. Snel werd

Er wordt juist een gewonde meeuw binnengebracht, waarbij de meeuw zijn ‘redding’ niet lijkt te waarderen

WAARDVOGEL | JUNI 2023 36
Van boven naar beneden; tjiftjaf, gekraagde roodstaart en staartmees Onze gids vertelt enthousiast en de kinderen luisteren geboeid nachthokken voor het afgeven van gewonde dieren buiten de openingstijden

duidelijk dat de heren van de dierenambulance vaker met dit bijltje hadden gehakt. Nadat de meeuw was overgedragen en de medewerkers tactisch hadden benadrukt hard op zoek te zijn naar extra vrijwilligers, vervolgden wij ons avontuur.

Aangekomen bij het verblijf van de eenden viel ons direct een bijzonder exemplaar op. Onze gids vertelde dat het een hybridevariant krooneend/witoogeend betreft. Deze eend zit al enkele jaren in de opvang, nadat hij vermoedelijk was ontsnapt en in de natuur terecht was gekomen. Vele pogingen ten spijt was het de Vogelklas al die tijd niet gelukt een passend nieuw thuis te vinden. Mocht er zich onder de lezers een liefhebber bevinden, zoek dan vooral contact met de Vogelklas!

Nade hokken met onfortuinlijke eenden te hebben gezien, kwamen we bij het verblijf van een sperwer terecht. Sperwers hebben in hun vlucht nog wel eens de slechte gewoonte in prikkeldraad verstrikt te raken. Dit levert gekneusde of gebroken vleugels en open wonden op. Wel vertelde onze gids dat deze vogels doorgaans snel herstellen. Het aanzicht van de sperwer, die ons aftastend en aandachtig zat te bekijken, was voor mij een mooie aanleiding een foto te maken. Al snel werd ik berispend toegesproken door onze gids. Ze vertelde dat de gekooide vogel hierdoor gemakkelijk verstoord kan raken. Gestresst rondvliegen door een hok van enkele vierkante meters groot, is natuurlijk niet bevorderlijk voor het herstel. Even logisch als gerechtvaardigd.

Nadat de privacy van de sperwer was gewaarborgd, vervolgden we onze weg langs de hokken met flinke aantallen zwanen. Zwanen blijken kwetsbaar in het verkeer of worden soms moedwillig verstoord door mensen die de natuur wat meer moeten leren waarderen. Hierdoor raken kuikens gescheiden van hun ouders, iets wat de dierenambulance veel werk oplevert. Ook werd ons verteld over de ‘Europoort eendjes’, een stel van zes broertjes/zusjes die hun ouders door wat voor omstandigheid dan ook waren kwijtgeraakt. Ook noemenswaardig was de kleine mantelmeeuw, te herkennen aan de gele poten (of poot in dit geval). Op een piratenschip zou hij niet misstaan.

Tijdens de rondleiding maakte ik voor het eerst kennis met het begrip ‘chicknapping’. Dit houdt in dat verontruste burgers massaal naar de vogelopvang bellen omdat ze een jonge vogel hebben ‘gered’. Hoe goed bedoeld ook, het is beter om jonge vogels die op straat of in je tuin zitten, gewoon te laten zitten zolang er geen direct gevaar dreigt. Vaak zijn de oudervogels in de buurt en weten de jongen zich binnen korte tijd uitstekend zelf te redden. De weerloze aanblik van een net uitgevlogen vogel brengt veel mensen in opperste staat van paraatheid, terwijl dit gewoon bij het natuurlijke proces van groot worden hoort. Uiteraard kun je de vogel op een veilige plek in de directe omgeving wegzetten als er een huiskat of ander gevaar op de loer ligt.

Richting het einde van de speurtocht namen we een kijkje in het quarantainedeel van de vogelopvang. Het personeel hier liep in beschermende kleding. Ook moesten wij onze schoenen ontsmetten bij binnenkomst. Anders dan wellicht doet vermoeden, had dit niet te maken met vogelgriep, maar met de papegaaienziekte. Papegaaienziekte is een bacterie die door vogels op mensen kan worden overgedragen. Dit zou voor griepachtige klachten en in uitzonderlijke gevallen tot orgaan falen en ziekenhuisopname kunnen leiden.

Ophet moment van afscheid nemen, kwam een betrokken buurtbewoner aanlopen met een gewonde stadsduif. Mooi om te zien hoe de verzorgers van de Vogelklas iedere vogel op waarde schatten, omarmen en met liefde opvangen. Recent was in het nieuws dat het voortbestaan van de Vogelklas onzeker is. Dit omdat zij op jaarbasis structureel tienduizenden euro’s tekortkomen. Dit is het gevolg van sluitende opvangcentra in de regio buiten Rotterdam, waardoor de Vogelklas veel extra inspanning en opvang moet leveren, zonder hier subsidie voor te krijgen. Een oplossing zou zijn dat gemeenten in de regio Groot Rotterdam gezamenlijk gaan bijdragen aan de opvang van dieren die voorheen binnen de eigen gemeentegrenzen werden opgevangen. Een crowdfundingsactie leverde een aanzienlijk, maar helaas niet toereikend bedrag op. D

Natuurdata: wat kun je ermee

SoortenNL, de koepelorganisatie van de soortenorganisaties (Vlinderstichting, Zoogdiervereniging, Ravon enz.) nam het initiatief om een webinar te organiseren over natuurdata. De kern van het webinar is de Nationale Database Flora en Fauna, kortweg de NDFF, de belangrijkste database voor flora- en faunagegevens. d

Eris veel over natuurdata te doen, onder andere vanwege de stikstofproblematiek en de toenemende aandacht voor biodiversiteit. Veel NVWK-leden doen losse waarnemingen en doen mee aan georganiseerde tellingen, zoals tellingen van broedvogels en watervogels. Dus het is goed dat er nu een toelichting is over het verzamelen, opslaan en ter beschikking stellen van de gegevens.

Het webinar vond plaats op 26 mei en je kunt het terugkijken. Het werd georganiseerd in samenwerking met o.a. het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het CBS speelt een belangrijke rol bij de kwaliteitsborging van de gegevens.

Ik nam deel en ik vond het de moeite waard: leerzaam en duidelijk verteld. Maar oordeel zelf.

Ik ben via m’n werk nauw betrokken bij het verzamelen, beheren en ter beschikking stellen van gegevens, onder andere uit de NDFF. Ik doe zelf veel tellingen als vrijwilliger. Heb je vragen? Stuur me dan even een mailtje. Als er aanleiding voor is, kan ik in de volgende Waardvogel toelichting geven. d QR-code naar het webinar

37 WAARDVOGEL | JUNI 2023

Hier kan uw advertentie staan. Adverteer in de Waardvogel!

De Waardvogel heeft een oplage vanbijna1000 exemplaren

De Waardvogel wordt verspreid in o.a. Krimpenerwaard, Krimpen a/d IJssel en Gouda

WIL JIJ OOK GENIETEN VAN DUURZAME EN LOKALE BOODSCHAPPEN?

Verblijf in een ‘heidehuisje’ met een eigen vogelkijkhut grenzend aan een natuur- en stiltegebied. Nico de Haan ging u voor: ‘Als je niet aangestaard wordt door de Schotse Hooglanders dan word je wel begluurd vanaf de kale topjes van het struikgewas door de roodborsttapuiten’.

Nieuw is een laadpaal voor elektrische auto’s. Kijk op: www.heidehuisje.nl of bel 06-81525089

Door boodschappen te doen bij boeren en makers uit de buurt geniet jij van de meest verse producten en vergroot je tegelijkertijd de biodiversiteit in jouw omgeving. Dankzij jou kunnen boeren onder andere bloemenstroken aanleggen, investeren in een gezonde bodem en (weide)vogels de ruimte geven. Doe je ook mee?

BESTEL BIJ BOEREN EN MAKERS UIT DE BUURT OP RECHTSTREEX.NL

Daarmee steunt u de NVWK.  Persoonlijke begeleiding  Projecten duurzame & gezonde voeding  Educatie, workshops & lezingen 06 - 25 524 787 De kracht t van voeding
Mijnlieff Voedingsdeskundige & therapeut
der
1ste etage
Arike
Van
Giessenweg 49 -
2921 LP Krimpen a/d IJssel info@praktijkdegroenling.nl www.praktijkdegroenling.nl

Plaatsing infobord bij de Idylle

Op donderdag 15 juni is het informatiebord op de Idylle bij Weydenblick in Lekkerkerk onthuld. Het bloemrijke veld wordt beheerd door Staatsbosbeheer (SBB). De plaatsing van dit bord symboliseert de afronding van het Graslandvlinderproject van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard (NVWK). d

DeNVWK heeft sinds 2018 in samenwerking met terreineigenaren in totaal 15 Idylles in de Krimperwaard aangelegd met als doel: wilde bloemen voor vlinders, bijen en mensen. De werkgroep ging een grote uitdaging aan, omdat de beoogde kruiden op de rijke veenbodem in competitie met de sneller groeiende grassoorten nogal eens de strijd dreigen te verliezen. De opgedane ervaring heeft geleerd dat door afgraven van de voedingrijke bovenlaag waarin zich ook de zaden van distel, ridderzuring en grassen bevinden, het snelst een goed resultaat wordt geboekt, zoals zichtbaar op de foto.

De NVWK en de terreineigenaren sloegen de handen ineen voor het grote belang van behoud van insecten. Insecten als bijen, vlinders en zweefvliegen zijn de basis van veel voedselketens. Velden met wilde bloemen worden schaars in ons overvolle land, waardoor veel insectenpopulaties in snel tempo verdwijnen. Vogels, egels en (vleer-)muizen leven van insecten. Insecten zorgen ook voor de bestuiving van voedselgewassen, dus wij hebben ze net zo hard nodig. Bloemrijke velden met inheemse bloemen leveren het stuifmeel en de nectar waarvan insecten afhankelijk zijn. Met de aanleg van in totaal 15 Idylles dragen we bij aan de instandhouding van de biodiversiteit in de Krimpenerwaard. Het recent door de NVWK uitgerolde initiatief Prachtlint dat is ondertekend door vele partijen in de Krimpenerwaard, wil kruidenrijke terreinen verbinden via bloemrijke bermen en dijktaluds zodat insecten zich kunnen verplaatsen tussen de Idylles. Prachtlint vormt hiermee een prachtige opvolging van het Graslandvlinderproject. Zo kunnen ook mensen weer genieten van kleur, gefladder en gezoem! d

Lezing Biesbosch door Harm

De Biesbosch is een uniek zoetwatergetijdengebied en daarmee uniek voor mens én dier. Ondanks de Deltawerken is er nog steeds sprake van getijden en heel veel dieren zijn hiervan afhankelijk. Dat is al ruim 600 jaar zo! d

Inde laatste 20 jaar is er veel landbouwgebied teruggegeven aan het water. Dit in het kader van Ruimte voor de Rivier, Natuurontwikkeling en kleiwinning. Daarmee kwam een verdwenen schakel, het ondiepe intergetijdengebied, weer grotendeels terug in het Biesboschgebied. Het is geweldig om te zien hoe de natuur hierop is ingesprongen. Geef water de ruimte en topnatuur volgt vanzelf. Zeker in een Deltagebied zoals de Biesbosch.

Boswachter Harm Blom van Staatsbosbeheer, tevens oud bestuurslid van de NVWK, neemt u tijdens de lezing mee in de rijke en gevarieerde wereld van de Biesboschnatuur. Het gebied is absoluut meer dan riet, water en wilgenbos. Niet alleen boven water maar zeker ook onder water gedijt de natuur. Van rijkbloeiende stroomdalgraslanden tot de visarend en van bevers tot tienduizenden vissen! Het gebied is volop in ontwikkeling en je kan er fantastisch van genieten!

De lezing vindt plaats op donderdag 21 september in De Zwaan in Berkenwoude. Inloop is vanaf 19.30 uur. De lezing start om 20.00 uur. d

Blom

39 WAARDVOGEL | JUNI 2023
V.l.n.r.: SBB-boswachters Ties Ittman en Pieter Bieren, NVWK projectleden Arie Kooy en Max Ossevoort; foto’s: archief NVWK

Wat natuur te bieden heeft

als je chronisch pijn hebt

Tekst en foto’s: Maria-Luisa van Herk

Al vele jaren kamp ik met chronische buikpijn. Het komt te pas en te onpas en ik kan me helaas daardoor niet vastleggen met werk of vrijwilligerswerk. Wel huur ik een tuin waar ik op mijn eigen tempo bezig ben en waar ik sinds eind mei een eigen vogel-fotohut heb. De tuin is lekker verwilderd en ik doe mijn best om het verwilderd te laten lijken zodat er meer vogels en insecten komen. En die fotografeer ik dan weer. Ik schrijf vanuit mijn ervaringen en heb ook wat opgezocht. D

Tijdens

het fotograferen kan ik alles wat er voor mijn lens komt rustig observeren, wat ik erg leerzaam vind. Er is nog zoveel te leren. Ik heb al vele vogels gezien in en om mijn tuin en ik heb zelfs een keer de ijsvogel op bezoek gehad. En in de lente en zomer zijn er mooie libellen, vlinders en insecten. In de herfst komen er prachtige paddenstoelen uit de grond. Er is ook een huisje waar ik me even terug kan trekken als ik pijn heb. De tuin en de natuur hebben voor mij een helende werking, ik vergeet er even de pijn en kan enorm genieten van alles wat er groeit, bloeit en leeft. Ik wil dit graag delen en zou er uren over kunnen schrijven en vertellen.

Injanuari kwamen er hele zwermen staartmezen. Hun geluid was indrukwekkend, zeker als ze met een grote groep zijn. In het begin zaten ze hoog in de bomen, maar ze kwamen al snel dichterbij en deden zich te goed aan de vetbollen. Het was een komen en gaan van de vele staartmezen. Het was een geweldig gezicht als de groep zich verplaatste. Eerst kwamen ze in een grote groep. Later vormden zich wat kleine groepen, totdat ze steeds met zijn tweeën kwamen. Voorheen heb ik ze maar korter gezien. Nu bleven ze langer. Ik ontdekte dat er een koppeltje staartmezen een nestje aan het maken was in een conifeer. Ze kwamen steeds aanvliegen met nestmateriaal en waren druk in de weer. Ik stoorde ze uiteraard niet. Keek rustig van een grote afstand toe. Elke dag bekeek ik hun routine, tot zover dat mogelijk was. Want er vormden zich meer bladeren aan de bomen, en ze zaten goed verstopt. Ze lieten flink van zich horen als ze dreiging voelden. Dat was meestal bij nadering van de gaaien, eksters of kauwen. Een paar weken heb ik flink bedrijvigheid gezien. Ze krijgen één broedsel met 8-12 eieren in apriljuni. Maar nu is het er erg stil en zie ik geen staartmezen meer.

Sindsbegin april zie ik de tjiftjaf weer. Wat een klein vogeltje is dat toch. Tjiftjaffen zitten bij mij in de buurt, ze zijn erg snel. Ik heb ook een vijver in de tuin. De pomp werkt op een zonnepaneel en er stroomt water uit het waterornament. Daar hangt een schaal aan en wat mij opvalt is dat ze gek zijn op dat stromende water. Ze gaan ook weleens onder een straaltje water staan. En ze wassen zich zo graag. Waar ze een nestje hebben weet ik niet. Ze hebben een of twee broedsels, met vijf tot zeven eieren, van april tot juli. Meestal zie ik ze nog tot diep in de zomer en dan weer een paar maanden niet meer.

Degekraagde roodstaart had ik niet eerder gezien. Begin april hoorde ik een gezang dat ik niet thuis kon brengen en zag ik geregeld een vogel met een oranje-rode borst voorbij vliegen. Totdat een mannetje bij mij in de tuin zich goed liet zien. Het was niet eenmalig. Hij bleef in de buurt en toen ik ook nog een vrouwtje zag, was het wel duidelijk dat er ergens een nestje zou zijn. Waar weet ik niet. Ik heb gelezen dat deze vogel houdt van oude en niet opgeruimde tuinen. Mijn tuin plus de omgeving zijn niet echt opgeruimd en er staan ook oudere bomen. Gekraagde roodstaarten hebben één broedsel

Van boven naar beneden: staartmees, tjiftjaf en gekraagde roodstaart

WAARDVOGEL | JUNI 2023 40

in mei-juni met vijf tot zeven eieren. Blijkbaar keert de vogel eind april terug uit Afrika, maar bij mij waren ze er toch eerder. In september gaan ze weer terug, ik hoop ze voor die tijd nog vaker te zien.

Mocht

iemand geïnteresseerd zijn om een keer te komen kijken en willen weten hoe ik daar bezig ben, dan lijkt me dat leuk. In mijn fotohut is nu ruimte voor één persoon, maar dat gaat t.z.t. nog veranderen, zodat er twee personen kunnen zitten. In de ochtend is het vaak het rustigste om mijn tuin heen qua mensen. Dan is het dus ook vaak drukker met de vogels. De fotohut staat pas in de kinderschoenen, maar zijn er mensen die er een paar uurtjes gebruik van willen maken dan kan dat tegen een kleine vergoeding. Die kan ik dan investeren in vogelvoer en in de tuin. Mijn mailadres is maria@vherk.nl D

Zwartkop vrouwtje

Vogels die ik zie in mijn tuin, afhankelijk van het seizoen zijn o.a.:

Grote bonte specht

Vink

Koolmees

Pimpelmees

Putter

Groenling

Gaai Heggenmus Roodborst

Merel, maar momenteel erg weinig

Zwartkop

Staartmees

Gekraagde roodstaart

Tjiftjaf

Groene halsband parkieten

Papier of digitaal?

Uitslag enquête

Frans van der Storm

Duiven Spreeuwen

Winterkoning

Eerder heb ik gezien: Goudhaantje

Vuurgoudhaantje

Ook zijn er kikkers en padden

In de nieuwsbrief vroegen we of je de Waardvogel liever digitaal of op papier ontvangt. Bijna 70 leden reageerden op onze oproep en gaven hun mening. Die liet aan duidelijkheid niets te wensen over. 40 lezers hebben voorkeur voor de papieren versie, 17 leden vinden de digitale versie oké en 9 leden maakt het niet zoveel uit als de inhoud en vormgeving maar op het huidige niveau blijven. d

Zeventig reacties uit ruim 850 abonnees op de nieuwsbrief is getalsmatig misschien niet zo veel, in ieder geval veelzeggend waren de opmerkingen die verschillende mensen maakten. Allereerst, veel waardering voor de Waardvogel, voor de inhoud en voor degenen die artikelen schrijven. Ook het professionele niveau van artikelen wordt gewaardeerd; oké het blad is er niet altijd en voor iedereen makkelijk leesbaar door, maar als je bedenkt dat het wordt volgeschreven door vrijwilligers… hoed af!

De papieren versie heeft bij de meesten vooral voorkeur, omdat je het blad op elk moment er even bij pakt, niet in een bestandenlijst hoeft te zoeken of in te loggen in een of andere cloud, makkelijk doorgeeft aan anderen – jong en oud, je ogen de rust geeft die ze aan het scherm onvoldoende krijgen.

Voor een paar leden is het behoud van de papieren versie gelijk aan het behoud van het lidmaatschap van de NVWK, of zoals we ook wel horen, van het abonnement op de Waardvogel.

Mag het dan niet digitaal? Natuurlijk wel, ook al is het voor betrekkelijk weinig leden. Dan gelden overwegingen als “het milieu wil ook wat”, “ik krijg al zoveel papier”. De digitale versie kan ook een uitkomst zijn voor de leden die het blad per post ontvangen; zij betalen immers de bijna volledige portokosten, ofwel € 18 per jaar.

In de bestuursvergadering van juni hebben we de resultaten van de uitvraag besproken. Laat er geen misverstand over bestaan, de papieren versie van de Waardvogel staat als een huis en blijft uitgangspunt. Toch willen we degenen die er uitdrukkelijk om vragen het blad digitaal ter beschikking stellen, in een downloadbare versie. We doen dat voorlopig eerst als experiment: kijken of we het organisatorisch goed voor elkaar krijgen. Werkendeweg kijken we hoe het loopt en trekken we ons plan voor de langere termijn. Kortom, als je de Waardvogel graag digitaal wil ontvangen (en niet meer op papier), laat dat dan weten aan de secretaris die voor je aan de slag gaat. d

41 WAARDVOGEL | JUNI 2023

Even voorstellen: de leden van de werkgroep Ruimtelijke Ordening (RO)

JokeColijn

Dewerkgroepbestaatuitmeerledendanwaarschijnlijkbekend.Oppagina2vandeWaardvogelwordenLeenVerschoorenMariëllavanGemeren alscontactpersonengenoemd.JacquelineVeltman,MichelvanCappellenenDeniseHoogendoornmakenookdeeluitvandewerkgroep.Hetgesprek vindtplaatsinhuizeVerschoorteOuderkerkaandenIJssel.StefanvanderHeijdenheeftdeweekervoornetafscheidvandewerkgroepgenomen. D

Meer bekendheid voor werk RO, successen delen

Leen opent het gesprek met te memoreren dat de werkgroepleden bij een evaluatie in de recente bijeenkomst ter sprake brachten dat de behaalde resultaten nauwelijks door hen worden uitgedragen naar de leden en verder, terwijl er een wezenlijk belang is gediend voor biodiversiteit en natuur in de Krimpenerwaard. Met valse bescheidenheid dien je nu eenmaal niet de goede zaak, dus werd het idee voor een interview geboren. Uiteraard werkt de redactie daar graag aan mee!

De bestaande werkgroepleden zijn vooral bekend met het westelijk deel van de Krimpenerwaard. Vanuit het oosten kwamen destijds dan wel de wijzen, maar nu bereiken RO weinig signalen. In eerdere jaren was Ton de Groot uit Schoonhoven vooral in het oosten en midden actief in het veld voor de werkgroep. Later kwam Leen erbij, toen Jacqueline en Mariëlla, daarna Michel en Stefan en recent Denise. Nu is de sterkte weer terug naar vijf vaste personen.

Leen Verschoor: Inmiddels ben ik met prepensioen, voorheen werkte ik bij de gemeente Capelle aan den IJssel. Eerst op Algemene Zaken, toen achtereenvolgens op Milieu, Ruimtelijke Ordening en Grondzaken. Voor wat betreft mijn kennis der natuur: ik geniet er ontzettend van om buiten te zijn, maar ben meer een generalist. De overigens voortreffelijke FLORONcursus van Stef van Walsum was niet aan mij besteed en hoewel ik een aardig oog krijg voor weidevogels, vind ik de kleine zangvogeltjes lastig uit elkaar te houden. Waarom deze werkgroep? Werken in Capelle is werken in een stedelijke omgeving. Als ik naar huis reed, kwam ik de brug over en bevond ik mij in het groen! Ook als we zijn weg geweest en aan de andere kant via Schoonhoven de Krimpenerwaard binnenkomen, ervaren we dat als thuiskomen in het wijdse groen. Ik vind dat dit zo moet blijven. Via RO kan ik daar mijn steentje aan bijdragen. Toen ik aanschoof bij RO was Ton de Groot nog alleen werkzaam voor RO. Hij had het een aantal jaren in z’n eentje gedaan en wilde wel stoppen. Daarna kwamen Mariëlla en Jacqueline erbij en toen waren we met z’n drieën.

Mariëlla van Gemeren: Ik ben 47, ecoloog en nu ongeveer vier jaar bij de werkgroep. Ik las de columns van Jaap Graveland in Het Kontakt en hoorde zo voor het eerst van de NVWK. Ik kwam in contact met hem over de huismussen in Krimpen aan den IJssel waar ik woon, waarop Jaap vroeg of ik tellingen wilde doen voor MUS (Meetnet Urbane Soorten). Híj koppelde mij aan Leen en zo kwam ik bij RO. Voor MUS heb ik mij enige jaren terug al eens voorgesteld in de Waardvogel.

Denise Hoogendoorn: Ik was officemanager bij een non-profit organisatie gericht op landschapsherstel in Afrika, toen ik een vriend kreeg die in het oosten van het land woonde. Mijn interesse voor natuur bestond destijds uit lekker wandelen, maar dieper ging het niet. Daar leerde ik door de diversiteit aan kleinschalige landschappen en de rust wel de natuur waarderen en besefte ik dat er zorg en inzet nodig is om die te behouden. Ik wilde weer een opleiding gaan doen en toen koos ik voor Bos- en Natuurbeheer in Velp. In deeltijd kon ik dat combineren met een

baan bij de groenafdeling van een bouwbedrijf. In de praktijk betekende dat nog steeds veel administratief werk. Ik wilde juist ervaring in de praktijk opdoen. Inmiddels ben ik 27 en verhuisd naar Haastrecht, waar ik nu bijna twee jaar woon en waar mijn familie ook vandaan komt en inmiddels weer woont. In mijn zoektocht naar werkgroepen vond ik eerst de afdelingen van IVN, maar na enige tijd ontdekte ik mogelijkheden dichter bij huis bij de NVWK. Ik heb me toen aangemeld voor de zoogdierenwerkgroep, en bij RO zodat ik breder weet wat er speelt. Een aantal jaar geleden heb ik de propedeuse behaald van de opleiding Klein Management, dat is ruimtelijke ordening in de bebouwde omgeving. Dat werd steeds technischer, samenwerking met civiele techniek en bouwkunde, berekeningen en installaties maken. Toen dacht ik: dat is het niet voor mij. Vervolgens deed ik de eenjarige sprintopleiding Directie secretaresse en werkte bij die nonprofit organisatie. Dáárna kwam dus pas die studie Bos- en Natuurbeheer. Eigenlijk was ik lang op zoek naar wat ik wilde, en nu komen veel elementen toch bij elkaar: landschapsonderhoud, RO, mijn studie.

Jacqueline Veltman: Ik run een tuinontwerp en hoveniersbedrijf in Krimpen aan den IJssel ‘Projecten in het Groen’. Het bedrijf vraagt mijn volledige inzet per week en daarmee houd ik ook twee dames aan het werk. Mijn eerste kennismaking met de gemeente Krimpen aan den IJssel was via operatie Steenbreek en de Groene Tafel. Daaruit vloeit de nu nog jaarlijks terugkerende organisatie van de Open Tuinendag die dit jaar op 17 juni valt. Naast deze werkzaamheden doceer ik diverse modules bij de IPD Opleidingen (praktijkonderwijs voor volwassenen) voor de opleiding Ecologisch Tuinontwerper. Ik ben lid van de werkgroep omdat ik het heel waardevol vind dat natuur in het dorp zoveel mogelijk behouden blijft, uitgebreid en gestimuleerd wordt. Het is daarbij goed om te weten dat er verschillende belangen spelen, maar natuur wordt nog weleens ‘vergeten’.

WAARDVOGEL | JUNI 2023 42
Drie leden van de werkgroep RO: vlnr: Mariëlla van Gemeren, Leen Verschoor, Denise Hoogendoorn; foto: Joke Colijn

Michel van Cappellen: werkt bij het waterschap HHSK en in deeltijd voor het Programmabureau Veenweiden Krimpenerwaard dat de operationele uitvoering van de 2250 ha natuur in de NNN-gebieden regelt. Op dit moment houdt hij zich bezig met de inrichting van polder Den Hoek. Als bewoner heeft Michel veel affiniteit met de operatie KIJK (Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard) waarvan de uitvoering van start is gegaan.

afgebroken of gerenoveerd; zitten daar wellicht vleermuizen, mussen of zwaluwen in? Ken je iemand die daar woont of woonde? Een ophoging staat op stapel, wat gebeurt er met de bomen en de struiken? Je ziet landmeters lopen of er worden grondboringen gedaan, met welk doel? In de huidige samenstelling werkt RO meer beleidsmatig dan vroeger. Dat is naast het vele bestaande veldwerk dat sinds jaar en dag wordt uitgevoerd, eigenlijk ook overall de ontwikkeling binnen de NVWK - maar de input uit het werkveld wordt juist bij RO voelbaar gemist. Daarom duikt hier weer de oude vraag op: wie wil voor RO aanspreekpunt zijn in zijn/ haar kern en omgekeerd: wie wil melden als er zaken spelen die mogelijk in strijd zijn met natuurbelang. Voor wie iets opmerkt maar twijfelt aan het belang: neemt contact op met RO. Bij een relatief klein probleem met beperkte gevolgen (zoals gedoe over een boom met buren, iets op het particuliere vlak), is het vaak voldoende als aan de melder de weg wordt gewezen over hoe een melding bij de betreffende instantie te doen. Want ook kleinere zaken melden blijft belangrijk, soms heeft iets grotere impact dan je denkt, soms blijkt iets kleins een structureel probleem te zijn. De mensen van RO kunnen niet elke individuele oproep zelf gaan behandelen, daarvoor ontbreken hun simpelweg de tijd en de mogelijkheden. Maar de lokale kennis delen met RO blijft heel belangrijk, zij kennen of zoeken de weg. In gevallen met groter impact duikt RO in de zaak en neemt over.

Deskundigheid en specialismen gevraagd

Stefan van der Heijden: nog even iets over dit scheidende lid, niet uit zijn eigen mond maar in dit geval komend van NVWK-‘collega’s’. Stefan heeft met veel enthousiasme zijn bijdrage als coördinator geleverd aan de uilenwerkgroep. Van deze functie nam hij vanwege zijn betrokkenheid en inzet elders al eerder afscheid, maar hij blijft actief als lid binnen deze werkgroep. Kennelijk is afscheid van de uilen een deur te ver! Memorabel zijn zijn klauterpartijen in torenhoge bomen om (zware!) uilen- en torenvalkbroedkasten op te hangen, het succesvolle initiatief voor de nachtelijke uilen-fietstochten en zijn heldere uitleg bij de inspraakreactie in de gemeente Krimpen aan den IJssel om waardevolle bomen te sparen. Citaat op de website van de Bomenwacht waar Stefan werkzaam is: “Scherp is zijn oog – vlijmscherp mag je wel zeggen. Of het nu gaat om vogels, wild óf om de kleinste beschadiging die een boom is toegebracht, Stefan ontgaat niets. Welwillend als het kan, maar streng als het moet.”

Stefan heeft zich sterk gemaakt voor behoud van de bomen in de Noorderstraat in Krimpen. De bomen russen de Tuinstraat en de Algerabrug heeft hij kunnen redden, het deel tussen de Algerabrug en de Oranjesingel wordt helaas toch gekapt. Bij het project Grote Kruising heeft hij bewerkstelligd dat een beeldbepalende boom is verplant i.p.v. omgehaald. De leden van de werkgroep RO hebben hem bedankt met een zeer toepasselijk cadeau (foto) voor zijn deskundige en plezierige inbreng, en zijn blij dat ze voor specifieke bomenkennis nog wel een beroep op hem mogen doen.

Ogen en oren in elke woonkern

Ook werd vanuit bovengenoemde evaluatie de wens duidelijk om toch vanuit iedere kern een contactpersoon te hebben teneinde meer informatie te krijgen over wat ter plaatse speelt. Zoals we enige tijd ook bleven vermelden in de Klussenbank: de ogen en oren zijn. De ruimtelijke ontwikkelingen volgen in je woonkern en als natuurwaarden in het gedrang komen, moeten we als NVWK en in eerste instantie de werkgroep RO daar misschien iets van vinden. De mensen van RO weten nu eenmaal niet wat waar iets slaapt of broedt! Waar let je dan op? Een huizenblok wordt

Delegatie van het bezoek naar de Bovenkerkerpolder, foto: Jaap Graveland

Vervolgens geeft Leen aan dat ze in de werkgroep nog wel wat kwaliteit kunnen gebruiken. Leen: “Onder onze leden tellen we immers zóveel deskundige mensen, met kennis en ervaring die we zó goed kunnen gebruiken!” Mariëlla: “Wij zitten hier vanzelfsprekend ons uiterste best te doen, maar soms missen we net die specialismen om nog adequater te kunnen zijn.” Is er aan bepáálde deskundigheid behoefte? Kennis van het omgevingsrecht of kennis en verzorging van bomen is fantastisch maar wel héél specifiek, dus alleen daarop de pijlen richten om meer kennis in de werkgroep te vergaren lijkt de RO-ers weinig kansrijk. Hierbij dus een oproep aan een ieder die kennis, (werk)ervaring of anderszins kan bieden op vlakken die kunnen raken aan de werkzaamheden van RO: bel met Leen of Mariëlla (zie pag.2), en kijk samen of jouw inbreng of hulp van waarde kan zijn voor het gezamenlijk belang. Als je alleen al een vraagbaak kunt zijn bij specifieke gevallen die zich voordoen, horen ze graag van je! Met een bomenverordening van de gemeente Krimpenerwaard (zie het bericht op pag. 23), met een woonvisie voor duizenden woningen, met het Toekomstperspectief Krimpenerwaard, met vele hectaren nieuwe bedrijventerreinen, met plannen voor nieuwe infrastructuur, de ontwikkelingen binnen het project KIJK, de uitwerking van de RES en heel actueel: een nieuwe planontwikkelaar voor het IHC-bos bij Krimpen aan de Lek (zie pag. 24), mag het duidelijk zijn dat er altijd bedreigingen zullen zijn voor natuur en landschap. Ook zorgt de werkgroep RO voor de NVWK-inbreng in de nieuwe Nota Dierenwelzijn van de gemeente Krimpenerwaard. Uitdagingen genoeg voor RO! Vaak bestaan die uit adequaat reageren op bestaande plannen, maar zelfs daarin moet RO selectief zijn, er speelt gewoon erg veel. Hoe mooi zou het zijn als natuurmaatregelen aan de vóórkant van een project geïmplementeerd worden, als daar overleg in een vroeg stadium over zou zijn, en als ecologische waarden niet meer ondergeschikt zijn aan economische, maar er naar een balans wordt gezocht.

Omgevingswet

Zeker in relatie tot de Omgevingswet die echt een keer van kracht wordt (nu weer doorgeschoven naar 1 januari 2024) en waarin vastgelegd is dat burgerparticipatie bij besluitvorming MOET worden meegenomen, is het zaak dat alles wat de NVWK aanvoert, juist onderbouwd is. Mede daarom is juridische en andere professionele inbreng, ook al is het op ad hoc basis, zeer gewenst! D

43 WAARDVOGEL | JUNI 2023
Bij zijn afscheid kreeg Stefan een toepasselijk cadeau, foto: Frans van der Storm

De fuut een fotogenieke vogel

Tekst:

Wat een mooie vogel is de fuut! Omdat de vogel bij ons veel voorkomt en het daardoor zo’n ‘gewone’ vogel lijkt, staan we er vaak niet bij stil. Totdat een fotograaf er een prachtige foto van maakt. De jongen zijn bijzonder getekend met hun zebrastreepjes op de kop. Bovendien heeft een fuut een indrukwekkend paringsritueel. D

Delandelijke aantallen namen in de twintigste eeuw krachtig toe als gevolg van bescherming (na vervolging begin twintigste eeuw), beter voedselaanbod (meer vis door meststoffen in oppervlaktewateren), het in bezit nemen van nieuw ontstane wateren (o.a. afgravingen) en het afleggen van de schuwheid (vestiging in stedelijk gebied). Aan deze toename kwam inmiddels een eind. De landelijke aantallen vertonen een licht dalende tendens, wellicht mede door het terugdringen van meststoffen (en dus: minder vis) in het water.

Futen hebben een lang broedseizoen van maart tot in oktober. De meeste broedsels zijn in mei en juni. Het aantal eieren is gemiddeld 3 tot 4. Meestal is er één broedsel. Soms is er een tweede broedsel als de jongen uit eerste nest 6 tot 7 weken oud zijn. De broedduur is 25 tot 29 dagen. Het nest is een platform op het water, gefixeerd aan begroeiing of een tak. Het wordt meestal goed verborgen tussen het riet. De jongen verlaten al snel het nest en worden op de rug van de oudervogels meegedragen. Dat is om de jongen warm te houden. De jongen worden nog zo’n tien tot elf weken gevoerd door de ouders. Als de jongen wat ouder zijn splitst geregeld een ouderstel de taken en nemen ze ieder één of twee jongen onder zijn of haar hoede.

Hetbroedgebied bestaat uit allerlei typen natuurlijke en aangelegde zoete tot brakke wateren van 0,5 tot ongeveer 5 meter diepte met voldoende vis. Er is een voorkeur voor aflopende oevers met vegetatie en niet al te dichte onderwatervegetatie. De fuut broedt in moerassen, op plassen en andere wateren in het buitengebied, maar ook in stedelijk gebied. De fuut komt buiten de broedtijd ook in zoutwatermilieu voor.

Het voedsel is hoofdzakelijk vis, in mindere mate ongewervelden en recent ook de Amerikaanse rode rivierkreeft. De fuut duikt naar voedsel in water met niet al te dichte onderwatervegetatie. De vissoorten zijn divers, onder meer voorn, alver, serpeling, riviergrondel, rietvoorn, brasem en stekelbaars. Als ze een rievierkreeft hebben gevangen, kun je zien hoe ze heftig met hun kop schudden om de uitstekende scharen af te breken.

Nahet broedseizoen wordt het broedgebied doorgaans verlaten. In de nazomer is er vleugelrui in grote groepen op grote, open wateren als het IJsselmeer, Randmeren, wateren in het Deltagebied (onder meer Grevelingen) en Waddenzee.

Bronnen:VogelbeschermingenSovon D

WAARDVOGEL | JUNI 2023 44

Nachtpauwogen in het Loetbos

Tekst en foto: Coen van Nieuwamerongen

Het is maandagavond 17 april als ik een appje krijg van een kennis met een foto van een nachtpauwoog. Gaaf, dacht ik, want een nachtpauwoog is toch wel een van de meest mooie nachtvlinders. Deze nachtvlinder is een soort die normaal alleen voorkomt op zandgronden en dan voornamelijk op de Veluwe, de Utrechtse Heuvelrug, in heidegebieden in het noordoosten van het land en in de drie zuidelijke provincies. d

Toen hij vertelde dat hij drie vrouwtjes van de nachtpauwoog in het Loetbos had gezien, kon ik dat niet aan mij voor bij laten gaan en moest ik daar dezelfde avond nog gaan kijken. De mannetjes vliegen bij zonnig weer overdag in snelle vlucht en worden dan soms verward met dagvlinders zoals de kleine vos. De vlinders worden zelden in grote aantallen gezien, behalve wanneer er een onbevrucht vrouwtje is gevonden; één vrouwtje kan namelijk vele mannetjes aantrekken. De vrouwtjes vliegen ‘s nachts en komen in kleine aantallen op licht af, gewoonlijk vroeg in de nacht. Soms worden ze overdag rustend aangetroffen. De vliegtijd is van april tot juni in één generatie. De vlinder heeft een spanwijdte van 40 tot 90 mm. De dagen erna werden er door anderen ook meerdere mannetjes en zelfs paring gezien. Hoe de vlinders er zijn gekomen, blijft een raadsel, maar dat ze mooi zijn, dat staat vast! d

Wanneer je wat verder in Europa op vakantie gaat, kun je de grote nachtpauwoog ontmoeten. De grote nachtpauwoog is de grootste nachtvlinder van Europa. De spanwijdte varieert tussen de 105 en 160 millimeter. Het verspreidingsgebied is het gematigde deel van Europa, Noord-Afrika en Klein-Azië. In Nederland is de vlinder zeer zeldzaam. Het is een trekvlinder, die heel af en toe wordt waargenomen. Het is dan onduidelijk of het gaat om zwervende exemplaren of ontsnapte gekweekte vlinders. Behalve het verschil in grootte zijn het rood in de voorvleugelpunten van de ‘gewone’ nachtpauwoog en de dubbele w in de voorvleugpunten van de grote nachtpauwoog onderscheidend. Bron: De Vlinderstichting, foto: Maria Kuijf

45 WAARDVOGEL | JUNI 2023

Nieuwsgierig naar uilen en hun verborgen leven?

Joep

Ben je nieuwsgierig naar het verborgen leven van de uilen in de Krimpenerwaard? Wil je bijdragen aan het maken van nestgelegenheid voor de uilen en aan kennis over hun wel en wee? Hier is je kans! D

Deuilenwerkgroep van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard zoekt versterking. We hangen nestkasten op voor de steenuil en kerkuil, controleren die tijdens de broedtijd en ringen de jongen. We hebben de Krimpenerwaard verdeeld onder een aantal teams. De teams die de gebieden rond Gouderak, Ouderkerk aan den IJssel en Berkenwoude bezoeken hebben versterking nodig. Kennis van uilen is niet noodzakelijk, die doe je gaandeweg op.

Meld je aan! Het is leuk en dankbaar werk. Uilen zijn fascinerende vogels. Als je vragen hebt, of interesse om mee te doen, stuur ons een mail naar uilenwerkgroep@nvwk.nl. We bellen je dan terug.

Via de QR-code vind je een filmpje over hoe het ringen door ons plaatsvindt. Wie weet vind je dat zo leuk dat je onze werkgroep wilt komen versterken! We horen graag van je. D

Hoor je jonge ransuilen?

Graag doorgeven aan de uilenwerkgroep

Lilian

De ransuil is een stille uil. De roep van de jonge ransuilen daarentegen is van ver hoorbaar. Voor de uilenwerkgroep is het daarom nú de beste tijd om de uilskuikens te inventariseren. Helpt u mee? D

Ransuilen zijn lastig te inventariseren. Hun uilskuikens roepen juist heel veel. Dat geluid is op windstille avonden goed te horen. De jonge ransuilen zitten in bomen in de buurt van het nest en roepen om de tien à twintig seconden. Hun bedelroep is het best te vergelijken met het snerpende geluid van een ongeoliede piepende schommel. Het langgerekte ieeeee - ieeeee gaat maar door. Jonge ransuilen beginnen te roepen als de schemering begint. Zo laten ze hun oudervogels weten waar het eten naartoe moet.

Via deze site is het geluid goed te horen: http://www.ransuileningroningen. nl/informatie/achtergrondinformatie/ ransuil-asio-otus

Zie ook de QR-code.

Meer inzicht krijgen in de aantallen ransuilen in de Krimpenerwaard is belangrijk om de soort te kunnen beschermen. Voor ons als uilenwerkgroep is het nu de beste tijd om de jonge ransuilen te inventariseren. Helpt u ons daarbij? Als u uilskuikens hoort bedelen in uw omgeving, geef dit dan alstublieft door aan de werkgroep via uilenwerkgroep@nvwk.nl. of telefoon: 06-11568298 (Lilian Roosenboom).

Belangrijk!

Het welzijn en de bescherming van de uilen staat bij ons altijd op de eerste plaats. Je melding wordt daarom nooit openbaar gemaakt. D

Ransuilentakkeling, foto: archief uilenwerkgroep

WAARDVOGEL | JUNI 2023 46

Kinderopvangboerderij

'Achter 't Potdeksel'

 opvang van 07.00 tot 19.00 uur

 verticale groep van 0 tot 4 jaar (max. 16)

 optimale zorg en aandacht

 ervaren en gediplomeerde leiding

 in landelijke en agrarische omgeving

 unieke accommodatie in voormalige koeienstal

 buitenspeelruimte in openlucht en overdekt

 natuur-educatieve visie en uitgangspunten www.kinderopvangboerderij.nl

potdeksel.kinderopvangboerderij@kpnmail.nl Aad van der Meijden & Netty Brussee

Benedenberg 66 - 2861 LH Bergambacht

 0182-353183

Landschap – Cultuurhistorie – EcologieKlimaatadaptatie

Advies – Realisatie – Educatie

Wij kunnen u helpen door middel van:

Landschap – Cultuurhistorie – EcologieKlimaatadaptatie

Landschap – Cultuurhistorie – EcologieKlimaatadaptatie

Advies – Realisatie – Educatie

Advies – Realisatie – Educatie

• Advies, ontwerp en directievoering bij inrichting van natuurterreinen, openbaar groen, landgoederen en (boeren)erf

Wij kunnen u helpen door middel van:

• Opstellen van (groen)beheerplannen en gebiedsvisies.

Wij kunnen u helpen door middel van:

• Ecologische en landschappelijke inventarisaties .

• Advies, ontwerp en directievoering bij inrichting van natuurterreinen, openbaar groen, landgoederen en (boeren)erf

• Qickscans, ecologisch vervolgonderzoek en aanvragen ontheffingen m.b.t. Wet natuurbescherming.

• Advies, ontwerp en directievoering bij inrichting van natuurterreinen, openbaar groen, landgoederen en (boeren)erf

• Opstellen van (groen)beheerplannen en gebiedsvisies.

• Opstellen van (groen)beheerplannen en gebiedsvisies.

• Ecologische en landschappelijke inventarisaties.

• Lezingen, excursies en cursussen m.b.t. Natuur en Landschap

• Ecologische en landschappelijke inventarisaties

• Qickscans, ecologisch vervolgonderzoek en aanvragen ontheffingen m.b.t. Wet natuurbescherming.

• Lezingen, excursies en cursussen m.b.t. Natuur en Landschap

• Qickscans, ecologisch vervolgonderzoek en aanvragen ontheffingen m.b.t. Wet natuurbescherming.

info@bureau -schildwacht.nl www.bureau-schildwacht.nl

• Lezingen, excursies en cursussen m.b.t. Natuur en Landschap.

info@bureau-schildwacht.nl

www.bureau-schildwacht.nl

Beukendaal 3, 2831 VA Gouderak

Beukendaal 3, 2831 VA Gouderak 06-22978424

06-22978424

info@bureau-schildwacht.nl

Uw duurzame drukker in de Krimpenerwaard

www.bureau-schildwacht.nl

Beukendaal 3, 2831 VA Gouderak 06-22978424

FSC® gecertificeerd en premium partner

GRAFISCH PLUS

In het prachtige Berkenwoude, in het hart van de Krimpenerwaard, ligt Cultureel Centrum De Zwaan.

Of het nu gaat om een buffet, lunch, diner of borrel in een versierde zaal in De Zwaan of bij u thuis, vraag gerust naar de vele mogelijkheden.

U kunt contact met ons opnemen door een mail te sturen naar dezwaanberkenwoude@gmail.com, of bel naar 0182-362546 of 06-53214225.

De Wielewaal

Natuurmuseum & klompenwinkel v.o.f.

“Bewonder

Fam. Rijneveld | Tiendweg 26 | 3411 NB

Willige Langerak (Lopik) | 0182-384454

Al vanaf 1998 actief in natuureducatie

Voor actuele openingstijden en overige informatie zie www.museumdewielewaal.nl

Wij zijn geopend voor de afhaalmaaltijden en snacks op vrijdag en zaterdag van 17.00 tot 20.00 uur. De Zwaan, Kerkweg 2 te Berkenwoude. Neem voor de overige activiteiten een kijkje op onze website: www.dezwaanberkenwoude.nl

Met veel passie bereiden Marjan en Corrie zo veel en zo vers als mogelijk vanuit de keuken van De Zwaan.

De zalen in De Zwaan zijn in te richten voor verjaardagen, vergaderingen, jubilea, diners, lunches.

Lunches en diners serveren wij à la carte of in buffetvorm.

de natuur van Het Groene Hart in een schilderachtige omgeving tussen Lek en IJssel”
Tuinontwerp en hoveniersbedrijf 'Projecten in het groen'
ontwerp beplantingen onderhoud 0 6 . 5 4 2 1 3 9 8 8
www.projecteninhetgroen.nl

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.