6 minute read

Welriekende nachtorchis op de voorpagina

Welriekende nachtorchis

op de voorpagina

Advertisement

Stef van Walsum

In de vorige Waardvogel schreef ik een artikel over de brede orchis, een mooie soort waar het gelukkig weer goed mee gaat in de Krimpenerwaard. In deze editie helaas een minder mooi verhaal over de Welriekende nachtorchis. De laatste bloeiende Welriekende nachtorchis in de Krimpenerwaard werd gemeld in 2014, sindsdien zijn ze niet meer gezien. D.

Welriekende nachtorchis (Platanthera bifolia) is in Nederland een zeldzame orchideeënsoort. In Nederland groeit ze vooral in laagveengebieden en kalkarme duinen op de Waddeneilanden. Haar naam dankt de welriekende nachtorchis aan het feit dat ze ’s avonds sterk naar vanille geurt. Dit trekt allerlei nachtvlinders zoals pijlstaarten en spanners die voor de bestuiving zorgen. De welriekende nachtorchis is een onmiskenbare orchideeënsoort. De bloeiwijze is typisch zoals voor veel orchideeënsoorten, in dit geval mooi wit van kleur. Ook de bladeren zijn kenmerkend. Welriekende nachtorchis heeft vlak boven de grond twee glanzend groene bladeren met een versmalde bladsteel. Er is één soort waar je de Welriekende orchis gemakkelijk mee kunt verwarren, namelijk de sterk gelijkende bergnachtorchis (Platanthera chlorantha). Het verschil zit ‘m in de stand van de helmhokjes. Bij bergnachtorchis zijn ze ver van elkaar verwijderd waar ze bij welriekende nachtorchis juist op korte afstand van elkaar staan. De bergnachtorchis zal je ook niet zo snel in de Krimpenerwaard vinden. Hij groeit vooral in Zuid-Limburg. Trend Goed gaat het niet met de welriekende nachtorchis. Sinds 1950 is de soort in Nederland met meer dan 75% achteruitgegaan. Om die reden staat de welriekende nachtorchis als bedreigd op de Rode lijst voor vaatplanten. De achteruitgang is vooral te wijten aan het verdwijnen van (geschikte) groeiplaatsen door ontginning en ruilverkaveling. Daarnaast speelt verzuring een grote rol, veroorzaakt door een veranderde waterhuishouding en versterkt door stikstofdepositie. Uit een systeemanalyse, uitgevoerd door het Zuid-Hollands Landschap in de Stolwijkse Boezem, bleek dat een combinatie van verzuring en een te droge toestand de reden zijn voor het verdwijnen van typische soorten voor natte schraallanden, waaronder dus de Welriekende nachtorchis (S. Rijfers, 2019).

Recent verdwenen Van oudsher kwam de welriekende nachtorchis voor in de Stolwijkse Boezem en de Veerstalblokboezem. De oudste waarneming bestaat uit herbariummateriaal dat is verzameld in 1931 door Arie Scheygrond, één van de grondleggers van de Krimpenerwaardse Flora. De orchidee was hier dus al héél lang aanwezig! De meest recente waarneming dateert uit 2014 in de Stolwijkse boezem. In de Veerstalblokboezem is de welriekende nachtorchis waarschijnlijk al langer afwezig, hier is het laatste exemplaar gevonden in 2009. Helaas kunnen we dus voorzichtig de conclusie trekken dat de welriekende nachtorchis recent is uitgestorven in de Krimpenerwaard. Wie nu nog een welriekende nachtorchis wilt zien moet bijvoorbeeld naar de Nieuwkoopse plassen.

Terugkeer van de welriekende nachtorchis? Nu de soort is verdwenen rijst de vraag of hij ook weer kan terugkeren. Onze oude schrale graslanden zoals de Stolwijkse Boezem en Veerstalblokboezem blijken niet meer geschikt. Het Zuid-Hollands Landschap heeft plannen voor herstel van de vegetatie in de boezemlanden, of dat ook direct voor de terugkeer van de welriekende nachtorchis zal zorgen is natuurlijk maar de vraag. Zelf heb ik goede hoop op de nieuwe natte schraallanden die voor een deel al zijn gerealiseerd in de Krimpenerwaard. Natte schrale graslanden zoals langs het Paddenpad laten zien dat ze veel potentie hebben voor de bijzondere soorten specifieke vegetatie van natte schraallanden. Hopelijk zullen de standplaatsfactoren ooit goed genoeg zijn voor topsoorten zoals de welriekende nachtorchis.

Wat maakt een wilde orchidee zo bijzonder? Om meerdere redenen zijn orchideeën één van de meest bijzondere planten in de wereld. Alleen al het feit dat orchideeën samen de grootste plantenfamilie vormen die onze wereld rijk is,

De huidige verspreiding van welriekende nachtorchis in Nederland. De rode stippen zijn groeiplaatsen waar welriekende nachtorchis sinds 1990 nog is gezien. De blauwe vierkantjes tonen groeiplaatsen die voor 1990 al zijn verdwenen en waar de orchis sindsdien niet meer is teruggekeerd. Bron: https://www.verspreidingsatlas.nl/

Bloem van welriekende nachtorchis, foto: Dirk-Jan Saaltink

maakt ze speciaal (schatting 20.000 soorten). Ondanks het enorm aantal soorten bestaan orchideeën nog helemaal niet lang op deze aardbol. Orchideeën zijn hier pas sinds twee miljoen jaar geleden, wat bijna niks is vergeleken met de oudste bedektzadigen die al minstens 120 miljoen jaar onderdeel zijn van het ecosysteem. Mede omdat orchideeën nog maar zo kort bestaan, zijn soorten nog volop in ontwikkeling. In het veld is het vormen van nieuwe soorten goed zichtbaar. Is het je misschien wel eens opgevallen dat geen enkele rietorchis er precies hetzelfde uitziet? Elke rietorchis is anders van kleur, heeft een andere tekening op de bloem of vlekken op de bladeren.

Levenscyclus De levenscyclus van orchideeën is al net zo bijzonder. Dat begint al met het zaad. Dit is zo stoffijn dat het kilometers met de wind meegevoerd kan worden. Met het blote oog nauwelijks te zien. Deze strategie van verspreiding heeft zijn voordelen, ze kunnen namelijk gemakkelijk nieuwe gebieden koloniseren. Zo is recent de hyacintorchis opgedoken in de duinen, een Zuid-Europese soort die dankzij klimaatverandering zich steeds noordelijker begint te vestigen. Eén van de redenen dat de zaadjes zo klein zijn, komt doordat ze geen reservevoedsel bevatten. In principe heeft een zaadje reservevoedsel nodig om te kunnen kiemen na het een geschikte standplaats heeft gevonden. De orchidee lost dat slim op door gebruik te maken van bodemschimmels, die overigens ook verder een grote rol spelen in het leven van de plant. overal kan zaaien en de bloei kan afwachten, hoef je dat bij orchideeën niet te proberen. Dat zal nooit lukken! De symbiose met bodemschimmels speelt daar een essentiële rol in, schimmels die in jouw tuin niet groeien. De bodemschimmels zijn niet alleen noodzakelijk voor de orchidee om als zaadje te kunnen kiemen, maar ook als volwassen plant om voedsel uit de bodem te kunnen halen. Eigen wortels bezitten daar namelijk niet het vermogen voor. De schimmel is ook gelijk de reden dat orchideeën zo gevoelig zijn voor milieuveranderingen of verontreinigingen. Iets verkeerds, iets te weinig of iets te veel, laat de schimmel verdwijnen en dus ook de orchidee. Kritische planten dus!

De bloeiwijze Wat minstens zo bijzonder is aan orchideeën zijn de bloemen en de wijze waarop ze zich (laten) bestuiven. Verleiding, ‘fopbloemen’, zelfbevruchting. Orchideeën halen werkelijk alles uit de kast om succesvol voor nageslacht te zorgen. Soorten uit het geslacht Dactylorhiza (Rietorchis bijvoorbeeld) hebben voornamelijk ‘fopbloemen’. De kleur en tekening op de bloemen weten met gemak insecten te lokken terwijl ze nauwelijks iets aan nectar te bieden hebben. Ondanks dat het insect er vrijwel niets aan heeft tuint hij er toch telkens weer in. Nog veel leuker is de tactiek van veel Ophrys-soorten zoals vliegenorchis, spinnenorchis en bijenorchis. Zij lokken hun bestuivers door de vrouwelijke partner na te bootsen. Daar doen ze zelfs nog een schepje bovenop

In 2020 werd in de duinen bij Noordwijk de hyacintorchis (Himantoglossum robertianum) ontdekt, een nieuwe orchideeënsoort voor Nederland. Deze mediterrane soort weet zich door de klimaatverandering steeds meer noordwaarts te verspreiden. Foto: Stef van Walsum

door ook geurstoffen te produceren die lijken op de lokstoffen (feromonen) van de vrouwelijke insecten. De bijenorchis heeft het zich inmiddels makkelijker gemaakt: hij kan zichzelf bestuiven. Ook al is zelfbestuiving tegennatuurlijk, het blijkt toch goed te werken. De bijenorchis is in de laatste 30 jaar sterk toegenomen, met name in Zuidwest-Nederland.

Kieskeurigheid Orchideeën zijn zeer kieskeurig als het om standplaats gaat. Waar je korenbloemen, klaprozen en goudsbloemen vrijwel

Literatuur: S. Rijfers, 2019. De toekomst van natte schraallanden in de Krimpenerwaard, J. Landwehr, 1977. Wilde Orchideeën van Europa D.

This article is from: