Waardvogel 59e JAARGANG | NUMMER 3 | JUNI 2020 WWW.NVWK.NL
Twintig jaar ringresultaten
18
Kamsalamander op de kaart
24
Stikstofplan van het kabinet
30
Stolwijkse Boezem, CES-project seizoen 2019 fot
Onderzoeksresultaten 2019
o
v
an
de
ma a
nd
Wat betekent het voor natuur?
Namen, telefoonnummers en e-mailadressen Bestuur
Voorzitter Secretaris Penningmeester Algemeen adjunct Coördinator plantenwerkgroep Coördinator vogelwerkgroep Coördinator PR
Jaap Graveland, jaap.graveland@nvwk.nl XX XXXXXXX XX XXXXXXX Frans van der Storm, info@nvwk.nl XX XXXXXXX Boschpolderstraat 14, 2807 LJ Gouda Jan de Boer, penningmeester@nvwk.nl XX XXXXXXX bankrekening NVWK: NL82 RABO 0127 2948 80 Vacant Stef van Walsum, planten@nvwk.nl XX XXXXXXX Vacant Joke Colijn, j.j.colijn@gmail.com XX XXXXXXX XX XXXXXXX
Werkgroepen Redactie Waardvogel voor kopij Maria Kuijf en Joke Colijn, nvwkredactie@gmail.com XX XXXXXXX XX XXXXX Foto’s t.b.v. de website Redactie, nvwkredactie@gmail.com Werkgroep Ruimtelijke Ordening Ton de Groot en Leen Verschoor, werkgroepro@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator vlinders- en libellen- werkgroep Gabrielle Heuvelman, vlinderwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator weidevogelbescherming Klaas de Mik, xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXX XX XXXXXXX Assistent weidevogelbescherming Joep Vermaat, weidevogels@nvwk.nl Coördinator werkgroep landschaps- onderhoud Vacant Coördinator wintervogeltellingen Peter Berger, xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXX Hans Kouwenberg, xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXX Coördinator uilenwerkgroep Stefan van der Heijden, uilenwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator erfvogelwerkgroep Jaap Graveland, erfvogels@nvwk.nl XX XXXXXXX XX XXXXXXX Coördinator zwaluwenwerkgroep Nico van Dam, xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXX Coördinator jeugdwerkgroep Kees Janssen, jeugd@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator Knotgroep Krimpen Jos de Nood, xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXX Coördinator roofvogelwerkgroep Henk Visser, roofvogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Jaap Jan Leeuwenburgh, roofvogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator waterwerkgroep Marc van Bemmel, waterwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX XX XXXXXXX
Andere belangrijke instanties Dierenambulance Gouda e.o. Dierenbescherming Afdeling Krimpenerwaard Meldpunt m.b.t. milieu en de jacht Politie Hollands Midden, Regionaal Milieu Team Melden van zwerfvuil Contact opnemen met de gemeente Krimpenerwaard Meldpunt Laagvliegen Krimpenerwaard Vogelasiel Vogelklas Karel Schot Meldpunt klachten onderhoud sloten, Hoogheemraadschap van Schieland en de bermen of dijken Krimpenerwaard, info@hhsk.nl Milieutelefoon Bij verstoringen van de natuur Illegale (roof)vogelvervolging Melden via www.natuurverstoring.nl of bij de politie Onderzoek doodsoorzaak dieren Dutch Wildlife Health Centre www.dwhc.nl/meldingsformulier Meldpunt invasieve plantensoorten In bermen N-wegen ter bestrijding en monitoring: zuidholland@pzh.nl
0182 529059 0180 510984 0900 8844 140182 010 4733333 010 4857847 010 4537356 0888 333555 0900 8844
Lid worden? Wilt u actief deelnemen aan de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard of wilt u de doelstellingen van onze vereniging steunen, word dan lid. Op onze website kunt u alles over ons vinden, wat we doen en waar we voor staan. Meld u aan op www.nvwk.nl onder ‘de vereniging’, of stuur een e-mail naar info@nvwk.nl met uw gegevens. U kunt ook de secretaris bellen: XX XXXXXXX. Zie de colofon voor de diverse lidmaatschappen.
2
WAARDVOGEL | JUNI 2020
Colofon
Van de voorzitter
De Waardvogel ISSN 1384-8240 Jaargang 59 verschijnt 5 x per jaar, februariapril-juni-september-december
Jaap Graveland
Op het moment van schrijven van dit voorwoord werk ik al drie maanden thuis. Ik miste m’n dagelijkse fietstocht van Berkenwoude naar Gouda, waar ik doorgaans op de trein stap naar een van de locaties waar ik werk. Dus sinds twee maanden fiets ik elke ochtend Oplage een rondje door onze mooie Krimpenerwaard. Je beleeft zo de 950 exemplaren natuur intensief, het brengt structuur in de dag en je begint fris aan E-mail redactie het werk. Ik kan het iedere thuiswerker aanraden. Joke Colijn Corona zet bijna overal de wereld op zijn kop. Uiteraard hoop ik dat er in uw naaste omgeving geen Maria Kuijf slachtoffers zijn gevallen, want bijna iedereen kent wel iemand die door de ziekte is getroffen. Aan nvwkredactie@gmail.com de grote invloed die het virus heeft op onze maatschappij zit ook een goede kant: door het verplichte Website www.nvwk.nl thuiswerken en beperken van vrachtvervoer is onze lucht de afgelopen maanden merkbaar schoner dan ooit. Onder druk werden in sneltreinvaart veel mogelijkheden ontwikkeld voor thuiswerken www.facebook.com/denvwk/ en onderwijs-op-afstand. We hebben samen bewezen dat het prima kan: de CO2-reductie. https://twitter.com/denvwk nvwk.nl Toegegeven: het sociale contact met collega’s en medeleerlingen hebben we gemist, maar laten we hopen dat onze bestuurders en bedrijven dit goed oppakken en het gedeeltelijk thuiswerken heel Secretariaat & ledenadministratie gewoon blijft. Frans van der Storm Hoe het verder gaat in de Krimpenerwaard? Het inventarisatiewerk in onze werkgroepen gaat Boschpolderstraat 14 2807 LJ Gouda gewoon door, met inachtneming van de coronaregels uiteraard. Om een beeld te krijgen en jullie info@nvwk.nl daarover te kunnen informeren hebben we als bestuur een belronde gedaan langs alle coördinatoren. Het resultaat kunnen jullie binnenkort in onze nieuwsbrief lezen. Deze maand overleggen we met Contributie per kalenderjaar € 5,- voor een jeugdlidmaatschap, de coördinatoren over het mogelijk weer starten van activiteiten zoals excursies. We hebben een één kind t/m 16 jaar voorlopige datum geprikt voor onze jaarlijkse vrijwilligersdag, of dat door kan gaan is onzeker. Er € 17,- voor een basislidmaatschap komt meer bij kijken dan je op eerste gezicht denkt, bijvoorbeeld goede toiletfaciliteiten. € 22,- voor een gezinslidmaatschap ‘Insecten’ vormen dit jaar het thema voor de foto’s op de cover van de Waardvogel, met dank aan Marco Tanis. Een paar weken terug kreeg ik een leuk mailtje van het Hoogheemraadschap: men Bankrekeningnummer NL82 RABO 0127 2948 80 gaat proberen het maaien van de Molendijk langs de Lek uit te stellen tot september, tenzij het niet mogelijk blijkt voor de stabiliteit van de dijk. De reden? NVWK-leden en andere waarnemers hebben Lid worden daar koninginnenpages gezien. De wilde peen is een belangrijke waardplant voor de rupsen en is U kunt lid worden via www.nvwk.nl of door een e-mail met uw gegevens een kenmerkende plant op onze dijken. Spannend om te zien of het uitgestelde maaien resulteert te sturen naar info@nvwk.nl in meer koninginnenpages. Tip: venkel, een bekende tuinplant is ook een belangrijke waardplant. Vorig jaar zagen diverse tuinliefhebbers de mooie en opvallende rupsen op hun planten zitten. Let Op de voorpagina er eens op! Aardhommel, De NVWK besteedt voor en achter de schermen veel aandacht aan insecten: door de inrichting foto: Marco Tanis Foto van de maand: en beheer van de Idylles, adviezen aan HHSK, gemeenten en provincie over het beheer van de Gewone zeehond, bermen en dijken (met succes), samenwerking met de boeren in het beheercollectief en voor foto: Gijsbert Mourik kruidenrijk grasland, enz. Veel leden kijken naar insecten en voeren hun waarnemingen in op krimpen.waarneming.nl, waarmee ze de Krimpenerwaard ook hogerop helpen in de BioBlitz! Deze Overname van artikelen Overname van artikelen uit dit blad waarnemingen kunnen de overheden weer gebruiken om hun beheer op af te stemmen. is toegestaan met bronvermelding Een mooie illustratie van het bekende gezegde: alleen ga je misschien sneller, maar samen kom je verder. d Kopij aanleveren Vóór 15 januari, 15 maart, 15 mei, 15 augustus en 15 november
Disclaimer Artikelen of uitingen van derden in de Waardvogel geven niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie of van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard weer, maar zijn voor rekening van de auteurs, de geciteerden of de bron Drukkerij Efficiënta Krimpen aan den IJssel Zie advertentie Voor advertenties nvwkredactie@gmail.com Jaartarief (= vijf edities): 1/8 pagina: € 50,1/4 pagina: € 90,1/2 pagina: € 150,-
In dit nummer
Belangrijke gegevens 2 Van de voorzitter 3 Even Noteren 4 BioBlitz 4 Even voorstellen, Pieter Bieren 5 Gewone zeehond, foto van de maand 5 Hommel op de voorpagina 6 Klussenbank: wie helpt mee? 8 Broedkastenproject 9 Zenderonderzoek grutto’s 10 Jaar van de Wilde Eend (3) 13 Nog sneller dan het virus 14 Hardvochtige ouders 16 Zwart weeskind in eigen tuin 17 Oproep: meld ransuilen als je ze hoort! 17 Twintig jaar ringresultaten 18
Bijdrage uit het IJsvogelfonds 21 Valuta voor Veen in polder De Nesse 22 Kimaatbestendig bouwen? 22 Provincie wil inzet op verduurzaming landbouw verbreden en versnellen 23 Friesland doet beroep op Portugal 23 Kamsalamander op de kaart 24 Puk en de petteflat 28 De gierzwaluw maakt de zomer 29 Stikstofplan van het kabinet 30 Gezond eten van de korte keten 34 Zwerfvuil - wat doen we ertegen? 37 Winterkoning, wie kent hem niet? 38 Schuldig 39 Veenweidepark, Poort naar de Krimpenerwaard 40 Goed zo, hier word ik blij van! 42 WAARDVOGEL | JUNI 2020
3
Even noteren In verband met het coronavirus zijn al onze activiteiten onder voorbehoud. We laten ons leiden door de berichtgevingen van het RIVM. Bij twijfel: neem gerust contact op met de excursieleider of contactpersoon of kijk op de site.
I
nventarisatieavonden met de plantenwerkgroep 16 juli, 30 juli, 13 aug, 27 aug en 10 sep. Om de week op donderdagavonden gaan we planten inventariseren in kilometerhokken, volgens de methode van FLORON. We starten om 18.30 uur en gaan door tot het donker wordt. In één avond proberen we alle plantensoorten in het kilometerhok op naam te brengen. Wil je ook (een keer) mee op pad? Stuur dan een mailtje naar Stef van Walsum xxxxxxxxxxxx@xxxx.xx dan ontvang je een paar dagen van te voren een bericht waar we verzamelen. De locatie wordt enkele dagen van tevoren via de mail bekend gemaakt. Aanmelden bij onze excursieleider: xxxxxxxxxxx@ xxxx.xx, 06-11183772.
I I I Z
nventarisatieavonden met de plantenwerkgroep Donderdag 30 juli, start 18.30 uur. Zie de informatie bij 16 juli. nventarisatieavonden met de plantenwerkgroep Donderdag 13 aug, start 18.30 uur. Zie de informatie bij 16 juli. nventarisatieavonden met de plantenwerkgroep Donderdag 27 aug, start 18.30 uur. Zie de informatie bij 16 juli.
eegvissen bij De Zaag Zaterdag 29 augustus, 9.00-12.00 uur. In samenwerking met RAVON en het Zuid-Hollands Landschap. We trekken een zegennet door de nevengeul en krijgen zo een mooi beeld van wat er leeft. De nevengeulen zijn aangelegd voor de waterveiligheid en voor ecologisch herstel. Rijkswaterstaat en RAVON gebruiken de gegevens om een indruk te krijgen van het succes van deze maatregel. Dit is de vierde keer alweer, en het is altijd weer een verrassing om te zien hoeveel vissen en andere soorten er in zo’n geul voorkomen. Verzamelen om 9.00 uur op parkeerplaats van De Zaag, Krimpen aam de Lek. Informatie bij waterwerkgroep@nvwk.nl. D
I W
nventarisatieavonden met de plantenwerkgroep Donderdag 10 sep, start 18.30 uur. Zie de informatie bij 16 juli.
aterleven inventariseren met de waterwerkgroep Op zaterdag 10 oktober van 9.00 -12.00 uur organiseert de waterwerkgroep weer een inventarisatie. Met dipnetten gaan we er op uit. We gevangen dieren kunnen we altijd prachtig bekijken in de glazen cuvetten. Deze excursie is heel geschikt voor kinderen. Locatie volgt in het meinummer. Informatie bij waterwerkgroep@nvwk.nl.
A
lgemene Ledenvergadering en Vrijwilligersdag Zaterdagmiddag 19 september as., tijd volgt. Vanwege de blijvende coronamaatregelen hebben wij gemeend de ALV niet langer uit te stellen, maar een manier te zoeken waarop die toch gehouden kan worden. Dat is mogelijk in de buitenlucht, op de vertrouwde locatie van de ZHL-beheerboerderij aan de Schaapjeszijde 4. Vanwege alle onzekerheden in de toekomst leek het een goed idee om de ALV te combineren met de Vrijwilligersdag als we toch bijeen zijn. Er is eerst een officieel gedeelte waarover u meer informatie ontvangt in een Nieuwsbrief (hebben we daarvoor uw e-mailadres al?), en daarna bieden we alle leden die zich op welke manier ook inzetten voor de vereniging, na het gezellig voortzetten van de middag waarin we kunnen bijpraten met hapjes en drankjes erbij, aansluitend een maaltijd aan. Om de boel leuk aan te kleden hebben we nog wel een vraag: wie helpt ons met de voorbereidingen die dag? Graag tot ziens op 19 september a.s.! D Wat betekent het kopje naast de activiteiten? Dit icoontje betekent dat de betreffende activiteit o.i. geschikt is voor kinderen van diverse leeftijden, afhankelijk van hun ontwikkeling en interesse, ter beoordeling van ouders/verzorgers/begeleiding. Maar zelfs als het icoontje ergens niet bij staat, blijft het aan u om te beslissen of uw (klein)kind bijvoorbeeld een keer mee mag bij knotwerkzaamheden, of voor een lezing een keer laat naar bed mag. De NVWK-coördinator van de activiteit of excursie zal aandacht schenken aan het kind of de kinderen, maar er wordt wel verwacht dat er verantwoordelijke begeleiding meegaat.
BioBlitz: de Nationale Gemeente Competitie
V
oor alle Nederlandse gemeenten heeft de website waarneming.nl een BioBlitz aangemaakt. In de BioBlitz kun je zien in welke gemeente de meeste soorten zijn gezien. Dit gaat niet alleen over vogels of planten maar over alle soortgroepen, dus ook sprinkhanen, weekdieren, mossen, korstmossen, vissen etc. Momenteel staat de Gemeente Texel op de eerste plaats. Staat de gemeente Krimpenerwaard op 31 december 2020 in de top tien? Vind jij het leuk om waarnemingen door te geven, wil je graag weten hoe het gesteld is met de biodiversiteit in onze gemeente en ben je ook wel te porren voor een beetje competitie? Help mee en geef jouw waarnemingen door via www.waarneming.nl of www. krimpen.waarneming.nl. Elke soort is belangrijk en telt mee, ook heel ‘gewone’! D
4
WAARDVOGEL | JUNI 2020
Even voorstellen: Pieter Bieren Pieter Bieren, Boswachter beheer Groene Hart, Staatsbosbeheer Beste natuurliefhebbers, mijn naam is Pieter Bieren en per 1 maart 2020 ben ik begonnen als boswachter beheer bij Staatsbosbeheer in team Groene Hart, voor de recreatiegebieden van de Groenalliantie Midden-Holland e.o. (o.a. Loetbos, Krimpenerhout). Buiten dat kennen sommigen mij wellicht al wat langer vanuit contacten met de zuiderburen van de Natuur- en Vogelwacht ‘De Alblasserwaard’. D Wat betreft het beheer in de Krimpenerwaard werk ik vooral samen met collega’s Kees Kool en Ivan Broer. Naast natuur- en recreatiebeheer is één van mijn kerntaken om het beheer waar mogelijk te optimaliseren voor flora en fauna, en daarbij natuurlijk ook rekening te houden met de aanwezige soorten. Het bestuur van de Groenalliantie heeft Staatsbosbeheer gevraagd om waar dat kan de biodiversiteit te verhogen en meer toe te werken naar ecologisch verantwoord beheer. Dus bijvoorbeeld meer hooien in plaats van klepelen, meer toe te werken naar natuurlijke overgangen tussen bos en graslanden enz. Daarbij is het leuk om samenwerking met de NVWK aan te gaan, want bij jullie zit natuurlijk enorm veel gebieds- en soortenkennis. Ik zou het leuk vinden om, als de omstandigheden het weer enigszins toelaten, eens mee op pad te gaan als jullie een inventarisatie van vogels, planten, insecten, reptielen of amfibieën uitvoeren in gebieden die wij beheren. Andersom hoop ik jullie ook te kunnen benaderen als er iets speelt waarbij we elkaar kunnen aanvullen, of waarbij specifieke soorten, vogelkolonies, roofvogels, of noem maar op in beeld komen. Mocht er iets zijn, aarzel niet om contact op te nemen met Staatsbosbeheer Groene Hart , Donkseweg 2a, 2974 LG Brandwijk, 06-10299692, 0184-640046, P.Bieren@staatsbosbeheer.nl. D
Gewone zeehond foto van de maand Maria Kuijf
Dit keer hebben we voor onze regionen een wel heel bijzonder onderwerp voor de foto van de maand: een gewone zeehond, mooi gefotografeerd door Gijsbert Mourik.
O
p 24 mei werd een zeehond opgemerkt door Arjan Boele bij Jaarsveld. Er zijn goede contacten tussen de vogelaars van de Lopikerwaard en de Krimpenerwaard. Regelmatig maakt men elkaar attent op overvliegende bijzonderheden, die mogelijk ook door vogelaars van de aangrenzende waard kunnen worden opgepikt. Maar dit keer betrof het een zeehond, die stroomafwaarts zwom. Deze melding activeerde diverse vogelaars in de Krimpenerwaard en de zeehond werd inderdaad waargenomen door verschillende mensen in de Lek bij Lekkerkerk en bij de Kinderdijk. Gijsbert zocht de Lek af van Bergambacht tot enkele kilometers voorbij Schoonhoven, aanvankelijk zonder resultaat. De aanhouder wint en op de terugweg vond hij de zeehond aan de oostkant van De Hem. Gijsbert kon de zeehond gedurende drie kwartier volgen. Hij merkte op dat de zeehond een gemiddelde snelheid had van vijf kilometer per uur. De zeehond zwom hoofdzakelijk onder water en was steeds maar kort boven water. Hij wachtte de zeehond een paar keer op vanaf een krib om hem te fotograferen en bij de derde keer was het raak. De zeehond kwam vlak voor Bij het zien van deze bek met scherpe tanden, kun je je hem boven water en keek Gijsbert enkele seconden nieuwsgierig aan, met onze goed voorstellen dat een zeehond een roofdier is! foto van de maand als resultaat! Foto: Jonathan van Erkel
D
e schattig aandoende zeehond valt onder de roofdieren. Hij eet alles wat makkelijk te vangen is, vissen, inktvissen en kreeften. De leefomgeving van zeehonden zijn beschut gelegen kusten in de Noordelijke Atlantische en Grote Oceaan. In Europa komen ze onder andere voor langs de kust van de Noord- en de Waddenzee. Rustige zandbanken en stranden gebruiken ze als rustplaatsen. Hoewel het een bekend gegeven is dat zeehonden soms via rivieren het land inzwemmen is er op krimpen.waarneming.nl nooit eerder een gewone zeehond gemeld.
Z
eehonden zijn zwaar bejaagd geweest vanwege hun vacht. In 1988 werd het Zeehondenverdrag gesloten tussen de drie Waddenzee-landen. Het verdrag regelt de bescherming van de zeehonden in de Waddenzee. Hierna steeg hun aantal gestaag. Door twee virusepidemieën in 1988 en 2002 stierf in de Waddenzee 50% van de zeehonden. Na beide infecties herstelde de zeehondenpopulatie zich snel, doordat alleen de vitale dieren de infectie hadden overleefd. De levensverwachting steeg van 4 jaar naar 10 jaar en er zijn meer zeehonden dan voorheen.
Bronnen: krimpen.waarneming.nl; Veldgids Europese zoogdieren, Peter Twisk, Annemarie van Diepenbeek, Jan Piet Bekker
WAARDVOGEL | JUNI 2020
5
Hommel op de voorpagina Marco Tanis
In de zomer zie je ze overal: hommels. Kleurrijke soorten als de aardhommel (1), akkerhommel (2) en steenhommel (3) vliegen druk heen en weer van bloem tot bloem, daarbij de bloemen bestuivend. Hommels zijn een van de belangrijkste bestuivers. Hommels en bloemen lijken elkaars ultieme vrienden. Maar de relatie tussen plant en hommel is complex; niet elke bloem past bij elke hommel, en oplichting en diefstal liggen op de loer. Toch kunnen hommels en bloemen niet zonder elkaar. d 
D
at begint al in de lente. Vanaf het moment dat de eerste hommelkoninginnen verschijnen zie je ze vliegen op bloemen, vaak op voorjaarsbloeiers als wilg en klein hoefblad. Eenmaal bijgetankt gaan ze op zoek naar een nestplaats. Laag over de grond vliegen ze, waarbij ze elk holletje inkruipen op zoek naar een geschikte plek. Dat kan flink verschillen per soort; zo nestelt de boomhommel in boomholtes en nestkastjes, en de aardhommel in verlaten muizenholen. Nadat ze een geschikt plekje gevonden heeft begint de koningin met het aanleggen van een stuifmeelvoorraad voor de eerste generatie werksters. Hommels zijn namelijk bijen en verzamelen, net als alle bijen, stuifmeel voor hun larven. Het duurt enkele weken voordat de
1
terwijl ze in het open veld regelmatig boterbloem en witte klaver bezoeken. Hommels met een lange tong, zoals de tuinhommel (4), vind je juist vaak foeragerend op diepe bloemen als salie, ratelaar en rode klaver. Hier kunnen hommels met een korte tong niet bij.
M
aar daar leggen de hommels met een korte tong zich niet bij neer. Ze gaan vaak over tot ‘diefstal met inbraak’ zoals Jac. P. Thijsse het noemde, en boren een gaatje in de zijkant van de bloembuis. Zo kunnen ze toch bij de nectar. Deze nectardiefstal is een algemeen fenomeen: vaak maakt een aardhommel het gaatje, waarna andere hommels, zoals weidehommels (5) en steenhommels, profiteren. Het slachtoffer, vaak een smeerwortel, blijft onbestoven achter. Hommels worden zelf ook opgelicht. Zo ziet de rietorchis er aantrekkelijk uit en geurt zelfs naar nectar, maar
2
werksters volwassen zijn. Zo rond eind april zie je dus weinig hommels: de koninginnen van het voorjaar zitten in hun nest, terwijl de meeste werksters nog larve zijn. Maar in mei neemt het aantal hommels hard toe, totdat ze in juni en juli overal te zien zijn. De meeste hommels die je dan ziet zijn werksters. Ze verzamelen stuifmeel voor hun nest, waarmee nieuwe werksters, maar ook mannetjeshommels en koninginnen, de nieuwe generatie, gevoed worden.
E
lke hommelsoort heeft zijn eigen voorkeur qua planten. Dit hangt vaak samen met de tonglengte. Zo hebben hommels met een korte tong, zoals de steenhommel, een voorkeur voor planten met een relatief ondiepe bloembuizen. In de tuin zie je ze dan vaak op geranium,
6
WAARDVOGEL | JUNI 2020
3
G
rappig genoeg is dit trio hommels ook de reden dat ik dit stuk schrijf. In 2018 en 2019 heb ik gezocht naar deze zeldzame hommels in allerlei weidevogelgebieden, waaronder in de Krimpenerwaard. Daarbij kwam ik mensen van de NVWK tegen, die me gevraagd hebben om er wat over te schrijven in de Waardvogel. Hieruit ontstond een verdergaande samenwerking. Hoewel ik er niet in geslaagd ben om het trio te vinden, zou het nog steeds goed kunnen dat de moshommel zich ergens in de Krimpenerwaard schuil houdt. Vrij recentelijk nog werd de moshommel herontdekt in Groningen. Dankzij vrijwilligers werd deze vervolgens op allerlei plekken gevonden. Dat moet ook kunnen in de Krimpenerwaard, waar langs de rivieren en in de Berkenwoudse Driehoek genoeg geschikt habitat lijkt te zijn. Door zo te zoeken naar (rest)populaties van deze
4 biedt geen nectar aan. De hommel die de orchis bezoekt komt bedrogen uit, maar bestuift wel de plant. Vaak trappen alleen onervaren hommels er in: al snel leren ze om de orchideeën te mijden. Op hun beurt proberen de orchideeën de hommels opnieuw om de tuin te leiden door in allerlei varianten te bloeien, zodat de hommels niet te makkelijk de bloem leren te herkennen. De hommel en de orchis zijn dus verwikkeld in een evolutionaire wapenwedloop. ndanks deze strijd kunnen bloemen en hommels niet zonder elkaar. Van de 29 Nederlandse hommelsoorten zijn 21 in aantal afgenomen. Belangrijkste oorzaak is waarschijnlijk de afname van bloemrijke graslanden door intensivering van de landbouw. Soorten als de moshommel, grashommel (6 foto: Tjomme Fernhout) en zandhommel waren algemeen op graslanden in Nederland, maar zijn nog harder dan de 5 grutto en argusvlinder achteruit gegaan. Hun habitat, vochtige en bloemrijke graslanden met veel klavers, is zo goed als verdwenen. Inmiddels komen ze vooral sporadisch nog voor in West-Nederland, teruggedrongen tot bloemrijke enclaves als Tiengemeten. Om de afname van deze en meer soorten hommels in te gaten te houden is in 2018 het hommelmeetnet opgezet, waarbij hommels langs een route geteld worden.
O
6
zeldzame hommels, kunnen de moshommel, grashommel en zandhommel beter beschermd worden. Zo kunnen we een Nederland behouden (of terugkrijgen) met graslanden vol grutto’s, argusvlinders en moshommels.
E
nthousiast geworden over hommels? De Basisgids Hommels is gratis als pdf te downloaden van de website van EISNederland. Weet u al veel van hommels? Overweeg dan mee te doen aan het hommelmeetnet. Dit is nog makkelijker als u al vlinders telt voor de vlinderstichting; het hommelmeetnet gebruikt namelijk (bijna) dezelfde methodiek, hetzelfde invoerportaal en dezelfde route. Literatuur: Smit, J.T., Kalkman, V.J., de Rond, J. Basisgids Hommels (2018); Goulson, D., Hanley, M. E., Darvill, B., Ellis, J. S., & Knight, M. E. (2005). Causes of rarity in bumblebees. Biological conservation, 122(1), 1-8.; Goulson, D. A Buzz in the Meadow (2014); Jacquemyn, H., Brys, R., & Hermy, M. Bestuiving bij orchideeën. Natuur.focus, 2(3): 109-114; Peeters, T. M., Nieuwenhuijsen, H., Smit, J., Van der Meer, F., Raemakers, I. P., Heitmans, W. R. B., ... & Roos, M. (2012). De Nederlandse bijen (Hymenoptera: Apidae S.L.) Nederlandse Fauna 11. Naturalis Biodiversity Center & European Invertebrate Survey; NatureToday (14 januari 2019): Voor het eerst in 10 jaar weer moshommels aangetroffen in Groningen, dankzij vrijwilligers. d
WAARDVOGEL | JUNI 2020
7
Klussenbank: wie helpt mee?
De NVWK krijgt het steeds drukker. Dat is prachtig, want in de praktijk betekent het dat we als vrijwilligersvereniging meepraten bij de grote projecten die worden uitgevoerd in de Krimpenerwaard en daar het natuurbelang kunnen inbrengen, maar ook dat we uit eigen initiatief met projecten kunnen aankloppen bij de beide gemeenten, waterschap en provincie. Helaas schieten daardoor bepaalde klussen erbij in en hebben we voor de projecten extra handen nodig. Daarom hebben we een klussenbank opgericht; er staan ook klussen op de site onder Actueel. Vaak gaat het om kortlopende taken, soms komt een klus op herhaling. Wie helpt mee? D
Wie helpt onze nieuwe website vullen?
Een nieuwe site? Voldeed de huidige site niet meer dan? Integendeel! We kregen veel complimenten voor onze prettig navigeerbare en visueel aantrekkelijke site. Het probleem is dat de ondersteuning is weggevallen. Daarom hebben we uit noodzaak een nieuwe site gebouwd die zo veel mogelijk op de oude moet gaan lijken, met enige noodzakelijke of gewenste toevoegingen. Het raamwerk staat, maar er moet ook nog heel veel informatie (content) van de huidige naar de nieuwe worden verplaatst. We werken met WordPress om vanaf nu onafhankeljk te zijn. Als je hiervan enige kennis hebt en je wilt ons bij deze klus assisteren, heel erg graag, want er is nog veel dat moet worden overgezet! Er is al een aanmelding, maar we zoeken liefst nog een paar mensen erbij. We hopen de taken te kunnen verdelen, dan blijft het leuk. Zoek voor info contact met Frans van der Storm, zie pag. 2.
Tel je eigen stadsvogels
Doe je mee met de Nationale Tuinvogeltelling? Dan is dit ook iets voor jou. Door driemaal in het voorjaar vogels in je eigen bebouwde kom te tellen, wordt duidelijk of onze gemeenten slagen in hun voornemen om de goede maatregelen te nemen die de kernen beter leefbaar maken voor vogels. Want steeds meer vogels verdwijnen uit de bebouwde kom en het wordt zo een dooie boel. Daarom tellen overal in het land mensen al stadsvogels voor het Meetnet Urbane Soorten, MUS - doe ook mee! Kleine moeite, die belangrijke informatie over je eigen leefomgeving oplevert om waar nodig bij te kunnen sturen. Bel of mail Jaap voor meer informatie.
Bouw een feestje voor de jarige NVWK!
In 2021 bestaat de NVWK 60 jaar. Uiteraard laten we deze mijlpaal niet zomaar voorbij gaan. Wie herinnert zich nog de feestelijkheden rond het 50-jarig bestaan? Iets dergelijks staat ons voor ogen, maar als je betere ideeën hebt: kom maar op! We zoeken tenminste nog één creatieve gangmaker, nog twee is beter. Er is een budget en je krijgt het oude draaiboek om uit te putten. We hebben nog een jaar te gaan, maar het is goed om al in een vroeg stadium het raamwerk neer te zetten. We zijn heel benieuwd waar je mee komt! Vanzelfsprekend krijg je flinke ondersteuning vanuit het bestuur. Ook hiervoor moet je weer bij Joke Colijn zijn: haar gegevens staan op pagina 2. 8
WAARDVOGEL | JUNI 2020
Coördinator materialen
De NVWK heeft in de loop der jaren heel veel materialen en naslagwerken aangeschaft om onze werkzaamheden goed te kunnen uitvoeren. Die spullen verblijven op werkkamers, in schuurtjes en in garages door de hele Krimpenerwaard. Het grotere materiaal staat bij het ZHL of bij SBB in de werkschuren. De bedoeling is dat de inventaris jaarlijks wordt gecheckt op functionaliteit en geteld, dat ontbrekende of kapotte zaken worden aangevuld en dat voor sommig materiaal een ARBO-controle wordt ingepland. Zo blijven we compleet, wordt er veilig gewerkt en kan er ook netjes worden afgeschreven door de penningmeester. Deze deeltaak schiet er bij de h vaak bij in, maar is mede gezien de toenemende waarde van de uitstaande materialen wel heel belangrijk. Voor deze klus heb je het hele jaar de tijd, tot het volgende boekjaar. Wie is die ordelijke persoon, wie vindt dit leuk om te doen? Zoek voor de eerste informatie contact met Joke Colijn, pag. 2.
Persoonlijke helpdesk redactie gevraagd
Het komt bij de redactie nogal eens voor dat we tegen een computerprobleem aanlopen. Ook voor andere digitale zaken, zoals het goed organiseren van onze gegevens en de fotobibliotheek in de cloud, zou het zóóóó handig zijn als we een vraagbaak hadden! We maken de Waardvogel in het Adobe programma InDesign en zouden soms ook best iets met Photoshop willen doen. Daarbij komt dat we ook nog eens op machines met verschillende besturingssystemen werken: Windows gestuurde apparatuur en een Apple, waardoor we ook elkaar niet altijd kunnen helpen. Wij zijn gebruikers, we hebben geen ambitie in de IT richting, maar nemen graag adviezen aan die ons verder helpen. Welke aardige alwetende nerd wordt niet ongeduldig als we onze vragen stellen? Informatie bij Joke Colijn, contactgegevens op pagina 2.
Landschapswerkgroep zoekt coördinator
Dit is niet zozeer een klus, dit is een taak. Maar omdat werken in het landschap ook heel bevredigend is, staat hij toch tussen de klussen. En omdat hij vacant is natuurlijk, want de werkgroep staat te springen om aan de slag te gaan! Want gelukkig kunnen we in deze coronatijd nog wel in het landschap werken. Het is een structurele bezigheid, maar denk nou niet dat je nergens anders meer aan toe komt. Bovendien is er voor subtaken ondersteuning vanuit de werkgroep en je kunt ook deze vacature met iemand samen invullen. Kijk voor inhoudelijke informatie op pagina 47 van de februari-Waardvogel, of bel bestuurslid Stef van Walsum, zie pagina 2. Bedankt!
Broedkastenproject Koolmezen ingezet tegen overlast eikenprocessierups In het decembernummer stond een uitgebreid artikel over de doelstelling van dit project. In overleg met Staatsbosbeheer werd afgesproken om in totaal 60 kasten op te hangen in vier SBB-gebieden, vier x 15. In het aprilnummer stond de eerste update, hier is het wel en ook wee in dit vervolg, vastgelegd en gefotografeerd door de monitoren van de vier locaties. D
Veel nestkasten raakten bezet en hoewel ze niet allemaal twaalf eitjes legden, werd er door zowel pimpelmezen als koolmezen braaf gebroed, kwamen de kleine bloterikjes uit hun eitjes en kon de ontwikkeling tot uitvliegen goed worden gevolgd. Al gaat er bijna altijd wel iets mis, zoals een dood jong op de foto rechts, in de hoek rechtsboven. Onbevruchte eitjes en dode jonkies werden netjes weggehaald zodat de nestjes schoon bleven.
Beeldverslag van een nest waar het niet goed verliep in het gebied ‘ingang Zuidbroek’. Ewoud Benschop constateerde in nestkast 13 op 18 april een eerste eitje, een week later zat de koolmees te broeden, op 9 mei zag hij zeven opengesperde snaveltjes van ong. één dag oud. Tot zover niks aan de hand. Op 16 mei drie scharminkeltjes, 3 à 4 dagen achter in groeistadium. Op 23 mei nog twee intens zielige vogeltjes, die meer dood dan levend waren en minstens een week achterliepen in ontwikkeling. De moedermees in de boom keek toe bij de controle, en ging daarna wel voeren. Waar waren de andere jonkies gebleven, waar was de vader? Moest de moeder het alleen doen? Met zeven kuikens moet dat wel gaan! In tijd een goed kloppend verhaal, maar geen happy end.
De vandaal eindelijk betrapt! We vermoeden dat spechten meer hebben gedaan dan alleen nestkasten vernielen, want op twee locaties werden dode volwassen mezen gevonden met flinke wonden aan het koppie, zowel in een kast als daarbuiten. Je kunt er van alles bij bedenken, maar het blijft giswerk. In Zwaanshals troffen Arda en Petra de eerste processierupsen aan: nota bene onderaan een kast! Voedsel lekker dichtbij, dat wel, maar er is nog geen foto waarop de rupsen daadwerkelijk worden gevoerd. Inmiddels maken de trossen rupsennesten het monitoren bijna overal moeilijk of onmogelijk. SBB heeft inmiddels wel actie ondernomen. Gelukkig werden de meeste meesjes wel vliegvlug, getuige dit nest gezonde koolmezen. En... veel mezen zijn aan de tweede ronde begonnen!
WAARDVOGEL | JUNI 2020
9
Zenderonderzoek grutto’s Grutto’s uit de Krimpenerwaard nu wereldwijd te volgen Tekst: Bernard de Jong en Camilla Dreef, foto’s: Sijmen Hendriks tenzij anders vermeld In de vorige Waardvogel kondigden Jan van der Winden en Camilla Dreef het gruttozenderproject in de Krimpenerwaard aan. Het broedseizoen van de grutto’s is inmiddels bijna achter de rug en het is helaas minder rooskleurig verlopen dan van tevoren gehoopt. Vanaf begin april werden nesten in kaart gebracht om de vogels later te kunnen vangen, maar al snel werd duidelijk dat het een lastig seizoen zou worden. De meeste legsels werden opgegeten voordat ze konden uitkomen. Op 12 mei konden in Polder De Nesse eindelijk de eerste twee grutto’s van satellietzenders worden voorzien, uniek voor de Krimpenerwaard! D
D
e volwassen grutto’s worden op het nest gevangen, vlak voordat het legsel uit komt. Ze zijn dan zo broeds dat ze zich makkelijker laten vangen en snel zullen terugkeren naar het nest waardoor de kans op verlating klein is. Wij willen weten hoe grutto’s met hun kuikens door het gebied bewegen en niet de bewegingen van grutto’s in de broedfase, dus daarom is vangen vlak voor uitkomen belangrijk. Nadat de vogel is gevangen, wordt deze op enige afstand van het nest gemeten en voorzien van kleurringen en zenders. Zo wordt het weer rustig in het gebied rond het nest en kunnen vogels, inclusief de partner van de te zenderen grutto, weer naar hun nest terugkeren. De Rijksuniversiteit Groningen heeft veel ervaring met zenderonderzoek naar grutto’s in Friesland en die specialisten assisteerden bij het aanbrengen van de zenders.
D
e grutto’s krijgen dus twee zenders mee: een satellietzender voor het ‘grote plaatje’ en een radiozender voor lokale verplaatsingen. De satellietzender wordt met een soort harnasje op de rug van de grutto gebonden. Dit tuigje wordt per vogel zorgvuldig op maat gemaakt, zodat de vogel er zo min mogelijk hinder van heeft en tijdens de trek nog voldoende ruimte heeft in het harnas om op te vetten. De vogels met satellietzender kunnen op de website van het Global Flyway Network (www.globalflywaynetwork.org) live worden gevolgd! De radiozender is bedoeld voor de korte termijn en wordt op de staartveren geplakt. Deze werkt maar zo’n 30 dagen en valt af tijdens de rui. Met een ontvanger en antenne kan de vogel worden gelokaliseerd waardoor we leren over het terreingebruik in de kuikenfase. Welke percelen zijn wanneer in trek en waarom, welke afstanden leggen de gezinnen af en waarom? Vrijwilligers van de NVWK en Mariëlle van het ACK hebben geholpen bij het lokaliseren van de radiozenders. Met een unieke kleurringcombinatie is de vogel voor de rest van zijn leven individueel herkenbaar; die kleurcode kan met de telescoop worden afgelezen. Dat gebeurt straks niet alleen hier in de Krimpenerwaard, maar ook op de slaapplaatsen voor en na het seizoen en zelfs langs de trekroute in Zuid-Europa en West-Afrika, waar zowel professionals als vrijwilligers de ringen aflezen. Dit geeft veel informatie over terreingebruik, trekstrategieën en overleving van de grutto’s.
D
e eerste grutto die in De Nesse werd gevangen was een mannetje en hij is vanaf nu te herkennen aan kleurringen met de code G4PGWC (zie oproep hieronder). Tijdens het aanbrengen van ringen en zenders werd het broeden overgenomen door het vrouwtje. Toen het mannetje weer werd vrijgelaten, vloog ook het vrouwtje op van het nest en begroetten ze elkaar in de lucht, prachtig! Het vrouwtje ging vervolgens terug naar het nest en het mannetje stond enkele minuten later rustig te foerageren. De hele actie was verlopen volgens het boekje! Dit mannetje heeft ook een naam gekregen, namelijk Annemieke, vernoemd naar Annemieke Bijlmer (contactpersoon bij de Provincie Zuid-Holland). De eieren van grutto Annemieke bleken al
10
WAARDVOGEL | JUNI 2020
Camilla met de eerste gezenderde grutto, Annemieke
kleine gaatjes in de eischaal te hebben en op 14 mei liep het gezin met kleine kuikens door het gras! De tweede grutto in De Nesse was wederom een man en draagt de naam van Sietse Kleinjan (Zuid-Hollands Landschap). Tijdens een controle op 19 mei liet grutto Sietse zich ook zien in De Nesse, maar helaas zonder kuikens. Hij was alleen aan het foerageren en vloog niet op als er een kraai dichtbij kwam. Geen kuikens meer dus...
Annemieke met de dikke spriet van de satellietzender, een dun sprietje van de radiozender en kleurringen.
O
p 20 mei kwam het team van de Rijksuniversiteit van Groningen nogmaals om te assisteren met het zenderen. Er waren drie nesten, drie kansen en drie grutto’s! De derde grutto in De Nesse was weer een man en werd Johan genoemd, vernoemd naar Joke, of ook wel Johanna, Colijn (NVWK). In het agrarisch gebied ten oosten van Bergambacht kreeg het eerste vrouwtje een zender. Ze kreeg de naam Mariëlle naar Mariëlle Oudenes (Agrarisch Collectief Krimpenerwaard). En er werd nog een man gevangen, namelijk Jaco, vernoemd naar de boer op wiens land hij is gevangen en een van de boeren die zich daar inzet voor weidevogels.
zijn kuikens. Maar ook zijn kuikens hebben het niet gered. Mariëlle Oudenes zag hem in een grotere groep grutto’s bij een plas-dras staan. Een dramatisch broedseizoen komt zo ten einde.
Grutto Mariëlle met de zender op haar rug
A
l snel bleek dat de drie grutto’s in De Nesse hun kuikens vroeg waren verloren. Dat betekende dat ze helaas niet meer als gezin gevolgd konden worden, maar dat wel gevolgd kon worden wat deze grutto’s doen om zich klaar te maken voor hun reis naar het zuiden. Alle drie de grutto’s bleven grotendeels in De Nesse, waar ze blijkbaar profiteerden van de vochtige bodem om op te vetten. Ook maakten ze uitstapjes naar andere plekken in de Krimpenerwaard. De zendervogels werden geregeld in het gezelschap van tientallen andere grutto’s gezien. Al deze grutto’s hebben een mislukt broedseizoen. Dit houdt in dat ze hier dit jaar niks meer te zoeken hebben...
Joke bezig om met de ontvanger en een antenne de grutto’s Mariëlle en Jaco uit te peilen. De actie op 28 mei leverde helaas niets meer op.
T
och is er nog een klein lichtpuntje: er is ook een grutto voorzien van alleen een radiozender en die heeft wél een vliegvlug jong weten groot te brengen! Ook zijn er drie grote kuikens op agrarisch gebied van kleurringen voorzien. Deze kuikens zullen nog enkele weken in Nederland verblijven en kunnen dus nog worden waargenomen, wellicht op slaapplaatsen zoals het Het Doove Gat bij Haastrecht, de Nespolder achter De Kwakels of het Helofytenfilter bij polder Den Hoek. Ook de Crezéepolder, Sophiapolder en de Noordwaard (Brabantse Biesbosch) zijn kansrijke plekken.
Via www.globalflywaynetwork.org zijn de bewegingen van de gezenderde grutto’s te volgen
G
rutto Annemieke liet zich op 27 mei nog zien vanaf de Tiendweg, maar de volgende avond bleek hij vertrokken. 28 mei rond half 9 ‘s avonds vloog hij met de wind in de rug naar het zuiden. Het lijkt erop dat hij non-stop door is gevlogen met een gemiddelde snelheid van 80 km/u, waarna hij 24 uur later aankwam in Zuid-Spanje, in de Coto Doñana. Ook de andere twee grutto’s uit De Nesse zijn vertrokken. Grutto Johan zit sinds 10 juni in Frankrijk en Sietse sinds 14 juni, nadat hij een korte stop maakte in de Sophiapolder.
O
ok bij Bergambacht Oost geen goed nieuws. Op 26 mei zat grutto Mariëlle nog te broeden op haar nest. Op 27 mei was het nest leeg en verlaten. Ook kwamen er geen nieuwe gegevens binnen van haar satellietzender. Mogelijk is haar dus iets overkomen. Alle hoop was nu gevestigd op grutto Jaco die het aanvankelijk goed deed met
Een van de drie halfwas gruttopullen werd door de zoon van Mariëlle in het lange gras ontdekt. Door deze stoere actie is de jonge grutto nu naar hem vernoemd en heet hij ook Vin. Foto: ringer Siebe Bonthuis
Z
ie je dus een grote groep (jonge) grutto’s, probeer dan eens te ontdekken of een van de vogels kleurringen om de poten heeft en probeer de ringcombinatie op te schrijven (of beter nog: te fotograferen). Deze waarnemingen kun je doorgeven op waarneming. nl (vul bij activiteit in: (kleur)ringdragend) en zijn waardevol voor het onderzoek naar grutto’s! Kijk op https://tinyurl.com/y8wgb26l voor meer informatie over hoe je de volgorde van kleurringen af kunt lezen. Wie weet vestigen deze jonge vogels zich over enkele jaren in een van onze prachtige polders! Tot die tijd zijn de adulte vogels met satellietzender te volgen op de site van het Global Flyway Network (www.globalflywaynetwork.org). D WAARDVOGEL | JUNI 2020 11
Voor al uw boekhoudzaken, belastingadviezen, belastingaangiften en loonadministraties Ook over uw privĂŠ-aangiften geven wij u graag advies.
Meidoornstraat 3-F 2861 VH BERGAMBACHT
Telefoon : 0182 - 351240 E-mail
: info@verwaaladministratie.nl
Benedenkerkse weg 41a 2821LA Stolwijk www.groenehart-tuinenparktechniek.nl
Uw Stiga dealer voor de krimpenerwaard
Jaar van de Wilde Eend (3) Het broedseizoen loopt ten einde Erik Kleyheeg Vogelbescherming en Sovon Vogelonderzoek Nederland hebben 2020 uitgeroepen tot Jaar van de Wilde Eend. Als onderzoeker bij Sovon en een van de trekkers van dit project geef ik dit jaar in elke Waardvogel een kleine update. We zitten nu in de zomer en kunnen voorzichtig terug gaan kijken op het broedseizoen. D
R
ecordaantal waarnemingen Het eendenkuikenproject loopt al sinds 2016, maar nooit was er zoveel aandacht voor als in dit Jaar van de Wilde Eend. Al die aandacht heeft effect gehad: dit voorjaar kwam een recordaantal waarnemingen van eendenkuikens binnen. Op het moment van schrijven zijn er al ruim 8.000 eendenfamilies gemeld en het seizoen loopt nog een poos door, dus de 10.000 is binnen handbereik. In de Krimpenerwaard zijn ook veel waarnemingen gedaan. Dit is erg belangrijk voor het project, want hoe meer waarnemingen er binnenkomen, hoe nauwkeuriger we de overlevingskansen van eendenkuikens kunnen berekenen. Dit vrouwtje soepeend is gemakkelijk te herkennen, dus haar gezin kon wekenlang gevolgd worden. Van haar 13 kuikens bleven er 5 over, geen slechte score. Haastrecht, 23 april 2020, foto: Erik Kleyheeg
K
rakeendentijd Eind mei/begin juni is niet alleen de tijd dat kuikens van de tweede leg van de wilde eend tevoorschijn komen, maar ook de tijd dat de eerste kuikens van de krakeend het nest verlaten. De krakeend doet ook mee in het kuikenproject, zodat we die kunnen vergelijken met de wilde eend. Zouden kuikens van de krakeend beter overleven? Het is nog niet te laat om te helpen die vraag te beantwoorden, want ze zwemmen nog rond! Je herkent het vrouwtje van de krakeend aan de witte spiegel op de vleugel en de mooie oranje rand langs de donkere snavel.
Het overzicht van kuikenwaarnemingen ingevoerd in de KuikenTeller tot begin juni geeft een mooi beeld van de telinspanning. Vooral in Moordrecht is geen kuiken ongezien gebleven!
V
eel vervolgwaarnemingen De berekeningen van de kuikenoverleving worden nog preciezer als eendenfamilies meerdere keren gemeld worden. De oproep om hier extra op te letten is ook goed opgepikt. Van maar liefst 1.500 families kwam een vervolgwaarneming. Sommige families werden meer dan 10 keer gemeld, wat een schat aan gegevens opleverde. De eerste indruk van dit voorjaar is dat er grote verschillen zijn in overleving tussen regio’s. Lokaal lijken redelijk veel kuikens te overleven, ongetwijfeld geholpen door het goede weer. Eind mei werd door sommige waarnemers een tweede kuikenpiek opgemerkt, een teken dat ook veel vrouwtjes hun eerste broedpoging hebben zien stranden.
M
annenoverschot Naast de kuikenoverleving, kijken we in het Jaar van de Wilde Eend ook naar andere aspecten van de populatie van de wilde eend. EĂŠn daarvan is het mannenoverschot, dat vooral in het broedseizoen erg opvalt. Bij de watervogeltellingen worden mannetjes en vrouwtjes apart geteld, maar ook gedurende de rest van het jaar kan de geslachtsverhouding van groepen eenden worden geturfd en ingevoerd op waarneming.nl. We hebben de afgelopen winter gezien dat de verhouding ongeveer 6 op 4 is in het voordeel van de mannetjes. Hoe is dat in de zomer? Vanuit het veld krijgen we veel geluiden dat de verhouding veel schever is. Meer waarnemingen zijn dus welkom, maar pas op: in juli gaan de mannetjes ruien en krijgen ze tijdelijk een bruin verenpak.
M
eer informatie over het Jaar van de Wilde Eend vind je op: www.jaarvandewildeeend.nl. D
WAARDVOGEL | JUNI 2020 13
Nog sneller dan het virus De verspreiding van desinformatie over vleermuizen en corona op sociale media Tekst : Jaap Graveland Vleermuizen zijn drager van heel wat virussen. Maar met uitzondering van het virus dat hondsdolheid veroorzaakt, dragen vleermuizen de virussen niet over op de mens. Toch worden vleermuizen als veroorzaker aangewezen. Welkom op de sociale media. D
W
at is een virus? Een virus bestaat uit een streng met een aantal genen, omgeven door een eiwitmantel (1). Een virus heeft slechts enige tientallen genen. Ter vergelijking: een mens heeft 20-25.000 genen. Virussen zijn erg klein: 20-300 nanometer, een mensenhaar is 80.000 nanometer dik (0,08 mm). Er zijn duizenden soorten, vaak met hun eigen specifieke gastheer. Virussen kunnen zich niet zelf vermenigvuldigen en worden daarom doorgaans niet tot leven gerekend. Maar het zijn de ultieme parasieten: ze dringen de cel van hun gastheer binnen en manipuleren de cel zodat die het erfelijk materiaal van het virus gaat vermenigvuldigen en al snel honderden tot vele duizenden kopieën ontstaan. De cel sterft, gaat kapot en de virussen komen vrij. Virussen veroorzaken tal van ziekten en hebben in het verleden al veel pandemieën veroorzaakt: wereldwijde epidemieën met soms miljoenen doden. Bekende virusziekten zijn pokken, mazelen, de Spaanse griep, knokkelkoorts, HIV, SARS, ebola en nu corona. Het is onduidelijk hoe virussen zijn ontstaan. Er zijn drie hypothesen: ze ontstonden geleidelijk samen met eencellig leven, ze ontstonden uit bacteriën die al als parasieten in cellen leefden en alle genen die niet nodig waren voor voortplanting verloren, of ze ontstonden door degeneratie van gewone cellen. We weten het niet. Alles wat we weten is dat ze buitengewoon succesvol zijn.
V
irussen spelen een rol in de stofkringloop Bij virussen denken we gewoonlijk alleen aan ziekten. In april stond er een boeiend artikel in NRC (2) dat een heel ander licht
Microscopische opanme van het ebolavirus (Erasmus MC)
op virussen wierp. Het ging over de virussen in zee, dus in 70% van ons aardoppervlak. Hier wat interessante feiten: - Een milliliter zeewater (een kubieke cm) bevat meer dan een miljoen virussen - Het gewicht van alle virussen in zee is gelijk aan 75 miljoen blauwe vinvissen (er leven er nu enige tienduizenden in de oceanen). - Ze infecteren vooral algen, waardoor voedingsstoffen vrijkomen voor andere organismen, en voor nieuwe algen uiteraard. - Virussen spelen op deze manier een cruciale rol in de kringlopen van CO2, stikstof, fosfor en andere voedingsstoffen. - Er zijn veel organismen die geen last hebben van een virus, maar er juist van profiteren: ze eten ze op. Het gaat om sponzen, anemonen, kokkels, oesters en borstelwormen - kortom algemene soorten in onze zoute wateren. - Biodiversiteit helpt de virussen in toom te houden.
V
Microscopische opanme van het corona virus (Erasmus MC) 14
WAARDVOGEL | JUNI 2020
leermuizen en virussen Op de site van de zoogdiervereniging staat veel informatie over virussen en vleermuizen (3). Vleermuizen dragen een flink aantal virussen bij zich: marburg, mers, sars, ebola, rabies (veroorzaker van hondsdolheid) en dus ook SARS-CoV-2, (‘Severe Acute Respiratory Syndrome coronavirus 2’). Het is nauw verwant aan het SARS-virus dat in 2003 een ernstige epidemie veroorzaakte. Tot die tijd stonden coronavirussen bekend als milde, haast tamme ziekteverwekkers die mensen af en toe een verkoudheid bezorgden. Nu weten we beter.
Vleermuizen dragen de virussen met uitzondering van rabies niet zelf over. Mers werd overgedragen via een dromedaris, SARS via de palmroller, een Aziatisch roofdier dat veel wordt gegeten. En COVID-19 werd waarschijnlijk overgedragen door een schubdier, ook een dier dat in Azië veel wordt gegeten. De
zien dat sinds de pestepidemie in de 17e eeuw, de respons van overheden bij alle grote epidemieën hetzelfde was: ontkenning, straffen van artsen die waarschuwden, enz. Alleen als de vorige ramp nog vers in het geheugen ligt, is een overheid voorzichtiger: de zeer strenge en succesvolle maatregelen die landen als China en Singapore namen waren mogelijk omdat die landen de SARSuitbraak nog vers in het geheugen hadden.
D
e pest van sociale media De kennis over de factoren die tot de epidemie hebben geleid is er dus gewoon. Maar net als bij veel andere onderwerpen, verdiepen veel mensen zich er niet in, hebben wel een sterke mening en zetten die op sociale media. Twitter ken ik niet goed. Maar het algoritme van facebook zit zodanig in elkaar dat juist nepnieuws zich snel verspreidt. De meest extreme opinies lokken de meeste reacties uit en worden door facebook als ‘meest relevant’ boven aan de lijst van reacties gezet. Dus die zien mensen het eerst en worden dus ook het meest gedeeld. Zo verspreidt de onzin zich over de wereld. Ik zag laatst onderstaand twitterbericht op facebook voorbij komen. Samengevat: vleermuizen zijn potentiële massamoordenaars en wat is het idioot dat we voor hen graag bouwprojecten stilleggen. Twee lokale politici in de Krimpenerwaard liketen het bericht. Fijn. Terwijl we met de gemeenten, woningcorporaties en projectontwikkelaars juist proberen bij renovatie tijdig rekening te houden met vleermuizen, zodat projecten niet stil hoeven komen te liggen. Er is kennelijk nog het nodige zendingswerk te doen. Overigens zijn vleermuizen in Europa geen drager van SARSCoV-2. Het is maar een detail.
Beschotting van de dakgoot is naast de spouwmuur een favoriete slaapplek van de vleermuis, foto: Jaap Graveland
uitbraak van het virus kon worden herleid tot een drukke markt in Wuhan, waar veel wilde dieren voor consumptie werden verhandeld. Veel wilde dieren, maar geen vleermuizen; wel schubdieren. Het virus dat nu zoveel mensen besmet is 88% identiek aan dat in de vleermuizen. Maar dus niet helemaal en dat wijst er op dat het niet rechtstreeks is overgesprongen van een vleermuis op de mens, maar via een tussengastheer waarin een deel van het virus is veranderd.
O
orzaken van de uitbraak Deskundigen zijn het er wel over eens dat drie factoren bij hebben gedragen, en nog steeds bijdragen aan de huidige pandemie. De eerste is de handel in veel wilde diersoorten voor consumptie. De voorbeelden van SARS en COVID-19 illustreren het risico. De tweede factor is de handel in die dieren op drukke markten: grote aantallen dieren en mensen bijeen. De derde factor is onze mobiliteit: het vliegverkeer. Maar dat is niet het enige: ook het feit dat bijna alle overheden in het begin het probleem onderschatten of zelfs ontkenden, gaf het virus vrij baan. Vooraanstaande virologen hebben de afgelopen jaren bij herhaling gewaarschuwd voor het risico van pandemieën door virussen. Obama had daarom in 2014 zelfs een voorstel gemaakt voor een wereldwijde strategie om pandemieën zoals we nu beleven te voorkomen (4). Tevergeefs. De geschiedenis herhaalt zich: ik las recent een artikel dat liet
Een voorbeeld van een tweet, waarbij de zaken compleet uit verband worden getrokken.
Bronnen: (1) https://nl.wikipedia.org/wiki/Virus_(biologie) (2) https://www.nrc.nl/nieuws/2020/04/24/de-broodspons-iskampioen-virus-eten-a3997791 (3) https://www.zoogdiervereniging.nl/corona (4) https://www.youtube.com/watch?v=pBVAnaHxHbM D WAARDVOGEL | JUNI 2020 15
Hardvochtige ouders Waarom waterhoentjes hun kinderen ‘verfomfaaien’ Tekst en foto’s: Dirk-Jan Saaltink Er zijn van die verhalen die je wel eens hebt gehoord, maar nog nooit echt goed hebt begrepen. Een van die verhalen is voor mij de agressie van meerkoeten richting hun jongen. Ik had wel eens gehoord dat meerkoeten bij voedselschaarste de zwakste kuikens bewust wegpikken tot ze uiteindelijk dood gaan om zo de sterkere kuikens meer kans te geven. Dat blijkt niet waar te zijn en ik had dat dus al die tijd mooi verkeerd begrepen. D
H
et gebeurde recht voor de lens, toen ik in Diergaarde Blijdorp een waterhoen fotografeerde dat twee kuikens aan het voeren was. Plotseling pakte de ouder een van de twee kuikens bij de nek en sleurde het aan de kant. Het piepende kuiken werd daarna hard weggepikt. Uiteraard ging het kuiken vol op het orgel, maar dat wekte alleen maar meer irritatie bij de ouder die het kuiken nog harder bij de keel greep en onderwater probeerde te drukken. In de mensenwereld zou een dergelijke actie in het openbaar een telefoontje richting Jeugdbescherming opleveren, maar in de koeten familie is het blijkbaar bon ton.
H
ier wilde ik toch meer van weten. Wat gebeurt hier precies? Om dit te weten te komen heb je tegenwoordig internet tot je beschikking. Dat zoekt een stuk sneller dan een ouderwetse bibliotheek. Moet je wel de juiste zoekterm hebben. Die vond ik in een stuk van het Reformatorisch Dagblad. In een boekrecensie over het boek ‘De Meerkoet’ van Remco Daalder kwam ik het woord ‘tousling’ tegen. In goed Nederlands betekent dit ‘verfomfaaien’. Meerkoeten passen dit toe bij hun jongen, waterhoentjes blijkbaar ook.
O
mdat de voertaal in de wetenschap Engels is, heb ik vervolgens gezocht op ‘tousling moorhen’. Dit leverde een hoofdstuk uit een boek op waarin onderzoekers in Engeland precies dit gedrag hebben bestudeerd bij het waterhoen. Uit hun onderzoek blijkt dat waterhoentjes juist de grootste en hardste schreeuwers op hun donder geven, zodat de minder assertieve broertjes en zusjes ook voldoende eten krijgen. Precies het omgekeerde van wat ik altijd dacht dat ze aan het doen waren. Dus niet het recht van sterkste, maar eerlijke verdeling van het eten. Alleen jammer dat dit soms ten koste gaat van de hardste schreeuwers, want die laten in sommige gevallen het leven. D
Bronnen: Zorgzaam én wreed. Ab Jansen Reformatorisch Dagblad, 2111-2017; Brain & Forman (2010) Parent-Offspring Conflicts in the Common Moorhen (Gallinula chloropus). Uit: Indirect and Direct Aggression, Karin Osterman, 2010 16
WAARDVOGEL | JUNI 2020
Zwart weeskind in eigen tuin Harry Verkerk
Iedereen kent dat wel, je tuintje eens lekker op orde brengen voor het nieuwe seizoen. Snoeiafval weg, losse blaadjes en takjes weg, de tegels geveegd, de aarde wat los harken, nog een plantje erbij hier en daar. En nu genieten maar van die mooie bloei, kleuren en groei, bijen en zweefvliegen (die muggen vergeten we maar even)! h
W
e wilden ook een bijdrage leveren aan de toename van de biodiversiteit en het aantal insecten. Daarom kozen we eind vorig jaar voor een iets andere aanpak: we hebben het snoeiafval van de klimop als strooilaag aan de voet van de plant laten liggen. Geen heel fraai gezicht, maar we hadden een goed doel voor ogen.
I
n april dit jaar zagen we dat er aan de klimop werd gevreten en dat er veel korrels aan de voet van de klimop lagen. Dat had wel wat weg had van poep. Van rupsen? Later zagen we in de schuur enkele grote, lichtbruine rupsen van wel vier tot vijf cm lang, maar konden deze niet determineren. Ze hadden iets weg van de huismoeder, een nachtvlinder, maar zeker waren we niet. Rupsen herkennen is een vak apart. Tot kort geleden het mysterie werd opgelost. In de schuur troffen we een grote nachtvlinder aan. Hij (zij?) zat stil op de muur. Hij was vier cm breed met opgevouwen vleugels en vier cm lang. Het bleek een zwart weeskind.
H
et zwart weeskind is één van de grootste uilen die in Nederland voorkomen. Hij is vrij zeldzaam. Deze soort kwam in de twintigste eeuw vooral voor in Zuid-Limburg, met name in het Gulpdal en het Geuldal. De laatste jaren breidt de soort zich steeds verder naar het westen en noorden uit. Het zwart weeskind behoort niet tot de bedreigde diersoorten. En wat blijkt: de soort overwintert als jonge rups, laag in de vegetatie. De rups foerageert ‘s nachts en verbergt zich overdag in de strooisellaag. De verpopping vindt plaats in een harde cocon achter schors, in muurspleten of in de strooisellaag! De waardplanten zijn in het najaar vooral kruidachtige planten, waaronder zuring, dovenetel en vogelmuur. Het zwart weeskind overwintert dus als rups. In het voorjaar zit hij vooral in loofbomen en struiken, waaronder kardinaalsmuts, meidoorn, berk én klimop!
H
et is bij één waarneming van een weeskind in onze tuin gebleven. Kort voor de ontdekking in de schuur besloten we de dode takken en bladeren aan de voet van de klimop maar op te ruimen. Dan ziet de tuin er toch mooier uit. Mogelijk hebben we daarmee rupsen en/of poppen weggedaan en is de gevonden vlinder een weeskind gebleven... Maar misschien ook niet, laten we het hopen. Het zijn immers nachtdieren, die overdag rusten in gebouwen, onder bruggetjes en in nestkasten.
O
nverwacht heeft onze bijdrage dus een mooi resultaat opgeleverd! Hoeveel weeskinderen in onze klimop - die staat in onze tuin op wel vier plekken - zijn opgegroeid hebben we niet kunnen vaststellen. Maar volgend jaar laten we de strooisellaag nog wat langer liggen en letten we beter op. h
Oproep: meld ransuilen als je ze hoort! Robbert Koornwinder Om meer inzicht in de aantallen ransuilen in de Krimpenerwaard te krijgen, roept de Natuur- en Vogelwerkgroep (NVWK) de inwoners op om hun waarnemingen te melden. Ransuilen hebben niet echt een uitgesproken roep waardoor deze soort lastig te lokaliseren is. Er is echter een moment waarop dit vrij eenvoudig kan, namelijk als er jongen zijn. D
J
onge ransuilen zijn makkelijk te herkennen: zodra het donker wordt piepen de jongen zeer frequent (ca. elke 10 seconden) en hard. Het geluid, een langgerekt en ietwat klagerig ‘ieee’, wordt wel vergeleken met het piepen van een schommel die niet goed gesmeerd is. Maar niet alleen in het donker, ook overdag zijn de jongen waar te nemen. Ransuilen broeden in bomen of grote struiken. Ze bouwen zelf geen nesten maar gebruiken oude kraaien- of eksternesten. Dit bedelen van de jonge uilen kan doorgaan tot in augustus. De uilenwerkgroep van de NVWK zoekt zelf ook actief naar de jonge ransuilen. Maar de Krimpenerwaard is groot, de vrijwilligers kunnen niet overal tegelijk komen. Daarom vragen we de medewerking van de inwoners. Locaties van jonge ransuilen worden niet openbaar gemaakt om verstoring (van zowel de uilen maar ook van de bewoners) te voorkomen. Wie een ransuil ziet of hoort kan dit doorgeven via uilenwerkgroep@nvwk.nl of 06-13089120. D WAARDVOGEL | JUNI 2020 17
Twintig jaar ringresultaten Stolwijkse Boezem, CES-project seizoen 2019 Tekst en foto’s: M. Schildwacht
Voor het twintigste jaar is er door Vogelringstation Nebularia in de Stolwijkse Boezem ten zuiden van de Tiendweg (Borgmanpad) bij Gouderak ringonderzoek verricht in het kader van het CES-project. [‘CES’ staat voor Constant Effort Site, oftewel locaties waar op steeds dezelfde manier en tijd vogels worden gevangen en geringd. Dit gebeurt inmiddels op veel plekken ter wereld op dezelfde wijze, waardoor goed inzicht wordt verkregen in de trends van vogelpopulaties. Red.] In 2019 hebben Erik Kleyheeg, Morrison Pot, Cor Oskam, Co van de Boogaard, Cees Goudswaard en Marcel Schildwacht in wisselende bezetting, aan het onderzoek deelgenomen. D
I
n de winter van 2018-2019 heeft het Zuid-Hollands Landschap weer diverse locaties met riet en ruigte gemaaid. Ook enkele plekken met braamstruweel zijn gemaaid. In het voorjaar van 2019 en tijdens het ringseizoen hebben we zelf ook veel braamstruiken met wortel en al weg staan trekken. In het voorjaar, voorafgaande aan het CES-seizoen hebben we diverse netlocaties vrij gesnoeid van overhangende takken.
D
e onderzoeken Onze proefdag vond plaats op 6 april. Er werden 18 vogels gevangen waarvan er 12 van een nieuwe ring werden voorzien en er werden 6 vogels met een ring van voorgaande jaren gevangen. Voor het officiële CES-onderzoek is er geringd op de volgende data: 21 en 28 april, 5, 19 en 26 mei, 7, 16 en 23 juni, 6, 14, en 28 juli. Door vakantieperiode en afwezigheid van voldoende medewerkers en door slechte weersomstandigheden, is de sessie in augustus geannuleerd. Zoals elk jaar is er gebruik gemaakt van 121 meter mistnet. De mistnetten worden een half uur voor zonsopgang op vaste locaties opgezet en uitgeschoven. Zes uur na het openen van de netten worden deze weer dichtgeschoven en opgeruimd. Elk mistnet is genummerd zodat we exact kunnen bijhouden welke vogel uit welk mistnet wordt gehaald. Er worden gedurende het CES-onderzoek bij de vaste netopstelling geen geluidsopnames gebruikt om vogels aan te lokken. Nadat een vogel is gevangen wordt deze voorzien van een ring (natuurlijk niet als hij al een ring heeft). De vogelsoort, leeftijd en geslacht worden bepaald. Daarna worden de biometrische gegevens genoteerd en de vogel wordt gecontroleerd op
Deze vreemde kostganger, een rode Amerikaanse rivierkreeft, is bijvangst. 18
WAARDVOGEL | JUNI 2020
Putter (vrouw) na eerste kalender jaar. Deze leeftijdscategorie wordt weinig geringd.
handicaps en parasieten. Tot slot wordt de conditie van de vogel bepaald door het vaststellen van het vetgehalte en het gewicht.
R
esultaten CES 2019 Zoals gezegd werden tijdens de proefvangst 18 vogels gevangen. In 2019 hebben we tijdens de officiële CES 330 vogels geregistreerd. Samen met de proef-CES komen we dus uit op 348 geregistreerde vogels. Ten opzichte van 2018 weer een kleine terugval van 18 vogels. Als we naar het lange termijn gemiddelde kijken (416 vogels) zitten we hier nog aardig ver van verwijderd. Tijdens de afgelopen 20 jaar is het maximum aantal gevangen vogels 588 exemplaren in één seizoen geweest (2011). Tijdens de officiële CES periode werden er 330 vogels gevangen waarvan 238 van een nieuwe ring werden voorzien en we 92 terugmeldingen mochten noteren. In 2019 werden er gedurende ons onderzoek 19 soorten gevangen. In de afgelopen 20 jaar werden er 42 soorten in de Stolwijkse Boezem gevangen tijdens het CES onderzoek. Opvallend was dat we in 2019 geen rietzangers en zanglijsters hebben gevangen. Doordat we een al wat langere reeks van vangresultaten hebben in onze database, durven we ook wel enkele uitspraken te doen over de veranderingen van de vogelstand in de periode 20032019. Hierna volgen enkele soorten die we bespreken.
Fitis Bij de fitis zien we een daling die zich geleidelijk inzet met af en toe een kleine opleving. Maar vanaf 2012 zakt de fitis echt flink door het ijs en zien we de aantallen variĂŤren tussen de 46 en 16 vangsten per jaar. Ook de Nederlandse statistieken laten een jaarlijkse afname zien van ongeveer 5% per jaar (SOVON). De fitis is een soort die graag in een kruidenrijke omgeving, dicht bij de grond wil broeden. Gezien het veranderen van het biotoop in de Stolwijkse Boezem zal dit ertoe bijdragen dat de fitis hier harder achteruit gaat dan de landelijke trend.
Schildwacht). De laatste jaren worden er in de Stolwijkse Boezem geen matkoppen meer waargenomen. Onze laatste vangst dateert uit 2011. Als we de landelijke trend bekijken, dan zien we dat de matkop de laatste jaren steeds verder afneemt en naar het westen van het land toe steeds schaarser wordt. De verdroging die ook in de Stolwijkse Boezem plaats vindt, speelt waarschijnlijk een grote rol bij de afname van de matkop.
Grafiek 3: de matkop is uit de Stolwijkse Boezem verdwenen.
Grafiek 1 het aantal vangsten van de fitis in de Stolwijkseboezem
Tjiftjaf De tjiftjaf laat een tegenovergestelde ontwikkeling zien dan de fitis. In 2006 heeft de soort zijn dieptepunt gehaald (25 vangsten) en gaat vervolgens in een stijgende lijn omhoog met een maximum van 120 vangsten in 2011. Ook in 2019 was het een goed jaar voor de tjiftjaf met 110 vangsten. Het beeld dat we in de Stolwijkse Boezem zien, een stijgende trend, komt overeen met de Nederlandse trend (SOVON).
Merel Landelijk gaat het niet goed met de merel. De merel heeft veel last van het Usutuh virus waar de vogels uiteindelijk aan dood gaan. In sommige streken van Nederland heeft dit virus zodanig toegeslagen, dat er vrijwel geen merels meer broeden. Helaas zien we ook in de Stolwijkse Boezem een negatieve aantalsontwikkeling. Of dit direct aan het Usutuh virus is te koppelen, dat durven we niet met zekerheid te zeggen. Zanglijster Opvallend is dat ook de zanglijster een geleidelijke negatieve trend vertoont. Nu is het regelmatig voorgekomen dat we aan het begin van ons seizoen nog veel doortrek zagen van zanglijsters naar hun broedgebied in ScandinaviĂŤ, wat ertoe leidde dat de aantallen dan even omhoog schoten. Maar de dip van de afgelopen jaren geeft aan dat ook de zanglijster in de Stolwijkse Boezem het lastig heeft. In 2019 werden er in het geheel geen zanglijsters gevangen.
Grafiek 2: het aantal vangsten van de tjiftjaf
Matkop De matkop is een broedvogel van moerassen en moerasbossen. Bij aanvang van het CES onderzoek werden er met regelmaat matkoppen gevangen. In het zuidelijke deel van de Stolwijkse Boezem broedde destijds minimaal 2 broedpaar en in het noordelijke deel 1 broedpaar (BMP inventarisaties M.
Grafiek 4: de zanglijster en merel laten een afname zien in het aantal vangsten.
WAARDVOGEL | JUNI 2020 19
T
erugmeldingen Hieronder enkele vogels waarvan we een terugmelding hebben ontvangen. KJ=kalenderjaar.
Tjiftjaf, deze vogel werd op 17 april 2016 door ons tijdens de CES geringd als ouder dan 1 KJ. Op 7 juni 2019 werd de vogel na ruim 3 jaar weer gecontroleerd in de Stolwijkse Boezem.
Zwartkop, geringd op 6 juni 2008 als vrouw ouder dan 1 KJ welke op 11 april 2009 werd gecontroleerd in Merkplas, België. Afstand 69 km. Iemand heeft waarschijnlijk zijn bureaula een keer opgeruimd en zo is na 10 jaar de terugmelding dan toch nog bij ons binnengekomen.
Fitis, geringd op 30 april 2017 als man na 1 KJ in de Stolwijkse Boezem. Door ons terug gevangen op 21 april 2019.
Zwartkop, geringd op 5 mei 2019 als mannetje na 1 KJ. De vogel werd na 3 maanden en 4 dagen in Houten gevangen en gecontroleerd. Dat is 35 kilometer van de CES plek. Tuinfluiter, door ons geringd op 27 mei 2012 als na 1 KJ. De vogel werd op 23 juni 2012 terug gevangen waarna er een hele lange tijd niets meer van de vogel werd vernomen. Op 7 juni 2019 werd na 7 jaar de vogel opeens terug gevangen op exact dezelfde ringlocatie. Mogelijk dat de vogel in de tussenliggende periode wel in de Stolwijkse Boezem heeft verbleven, maar in het gedeelte waar geen ringonderzoek heeft plaats gevonden. Vink, vrouwtje 1 KJ werd op 5 augustus 2018 geringd. Deze vogel werd op 6 april 2019 dood gevonden en was tegen een gebouw aangevlogen. De afstand van de ringplek bedroeg 9,4 kilometer.
Fitis, foto: Max Ossevoort
Bosrietzanger, op 9 juli 2017 als 1 KJ gevangen en geringd in de Stolwijkse Boezem. De vogel werd op 18 mei 2019 gecontroleerd door een collega ringer in Rhoon. Dat is op 20,5 kilometer van de vangplek.
Cetti’s zanger, de vogel werd op 9 augustus 2018 gering in het Doove Gat bij Haastrecht en werd 7 juni 2019 gecontroleerd binnen het CES project in de Stolwijkse Boezem, Gouderak. De afstand tussen het Doove Gat en de Stolwijkse boezem is 7,2 kilometer. Leuk is dat de vogel door ons binnen twee verschillende projecten is gevangen.
Kleine karekiet, geringd op 18 juni 2016 als na 1 KJ, door ons terug gevangen op 16 juni 2019 in de Stolwijkse Boezem.
Koolmees, door ons geringd op 20 juni 2015 als 1 KJ, door ons terug gevangen op 28 april 2019. Een blijvertje. D
Resultaat 2019
Roodborst Heggenmus Winterkoning Boomkruiper IJsvogel Merel Spotvogel Bosrietzanger Kleine karekiet Cetti’s zanger Tuinfluiter Zwartkop Fitis Tjiftjaf Staartmees Pimpelmees Koolmees Putter Rietgors Totaal
20
WAARDVOGEL | JUNI 2020
Proef Proefvangst 2 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 4 2 8 0 0 0 0 0 18
Vangst 6 12 19 3 3 2 12 6 2 1 15 56 9 66 3 6 15 1 1 238
CES Terug 2 4 9 0 0 0 0 2 1 4 7 14 5 36 3 3 5 0 0 92
Totaal 8 16 28 3 3 2 12 8 3 5 22 70 14 102 6 9 20 1 1 330
Stolwijkse Boezem Totaal 10 17 29 3 3 2 12 8 3 5 22 74 16 110 6 9 20 1 1 348
Bijdrage uit het IJsvogelfonds Camerastokken voor het torenvalkonderzoek Tekst: Peter Both, foto’s: Dirk-Jan Saaltink; hierboven: torenvalken met prooi In de Waardvogel van februari 2020 stond een uitgebreid artikel over het onderzoek naar de torenvalkpopulatie in de Krimpenerwaard, zoals de roofvogelwerkgroep dat in de komende drie jaar wil gaan uitvoeren. Het doel van dit onderzoek is enerzijds vast te stellen hoeveel torenvalken er in de Krimpenerwaard zijn en anderzijds hoe het verloop van het broedsucces is en hoe de verspreiding van de torenvalkjongen zich ontwikkelt. D
H
et aantal broedgevallen van de torenvalk loopt de laatste jaren sterk terug. Deze markante roofvogel staat sinds 2017 dan ook op de Rode Lijst. De torenvalk is van oudsher een broedvogel in veenweidegebieden als de Krimpenerwaard.
ingediend worden. Voor meer informatie: http://www.vogelbescherming.nl/ vogels_beschermen/vogelwerkgroepen/ijsvogelfonds
V
oor dit onderzoek is een uitgebreid plan gemaakt met een planning van activiteiten voor de komende drie jaar tot en met 2023. Tevens is er een begroting gemaakt voor de aanschaf van camera’s, telescoopstokken en ladders om het broedproces in de nestkasten te kunnen monitoren.
Mooi broedsucces: vier jonge torenvalken op het punt van uitvliegen.
V Torenvalkeieren; met een camerastok is het leg- en groeistadium eenvoudig vast te stellen door een foto te maken van de nestkastinhoud.
H
et IJsvogelfonds is opgericht door Vogelbescherming Nederland en de Nationale Postcode Loterij biedt vogelwerkgroepen financiële steun voor de uitvoering van lokale projecten. Om steun te kunnen krijgen moeten deze projecten een voorbeeld zijn voor anderen, bijdragen aan kennisvergroting of -verspreiding en mensen binden en betrekken bij natuurbescherming. Per project kan men maximaal € 5000,- ontvangen. Tweemaal per jaar vóór 15 april en vóór 15 oktober kan een verzoek voor deelname
oor het torenvalkproject hebben wij een verzoek met onze plannen en begroting ingediend en dit is gehonoreerd met een bijdrage van € 1750. Hier zijn we heel blij mee want hierdoor kunnen we dit jaar al wat benodigde apparatuur aanschaffen om daarmee ervaring op te doen. Voor dit onderzoek zijn we al begonnen met een inventarisatie van de aanwezige nestkasten, de kwaliteit van de kasten en welke kasten al bezet zijn door broedende torenvalken. Vanzelfsprekend houden wij u tussentijds op de hoogte van de resultaten van dit onderzoek. D
WAARDVOGEL | JUNI 2020 21
Valuta voor Veen: mogelijk 1515 ton minder CO2-uitstoot in polder de Nesse https://milieufederatie.nl/nieuws/polder-de-nesse-valuta-voor-veen/, 26 mei 2020
NIEUWSBERICHT
Lage grondwaterpeilen, veelal ten behoeve van landbouwactiviteiten, leiden tot uitdroging en oxidatie van veengronden. Hierdoor vindt bodemdaling en CO2-emissie plaats. Dit is effectief tegen te gaan door grondwaterstanden te verhogen. De hierdoor verminderde CO2-emissie kan dan als CO2-compensatie verhandeld worden. In de ZuidHollandse polder ‘de Nesse’ gaat hiermee (in samenwerking met het Zuid-Hollands Landschap) een proef worden genomen. Agrarisch gebied heeft hier een natuurfunctie gekregen, waarvoor het grondwaterpeil verhoogd wordt. Er is hier een geschatte potentie om de CO2-emissie met 1515 ton per jaar te verminderen. ‘Veen’ klinkt wel ouderwets en dat is het ook. Typische Nederlandsche weidegebieden bestaan voor een groot deel uit ‘veen’. Dat bestaat uit duizenden jaren oude, metersdikke lagen plantenresten die nog niet verteerd zijn doordat ze nat gebleven zijn. Vroeger werd veen ‘gestoken’ en werd het te drogen gelegd. De droge vorm van ‘veen’ is ‘turf’ dat goed brandt in kachels. Dit gebeurt gelukkig allang niet meer, want het branden van turf is milieuvervuilend. Toch kan het nog beter! Bodemdaling en veenoxidatie In de provincie Zuid-Holland bestaat het grondgebied voor ruim 25% uit veengronden die zeer gevoelig zijn voor bodemdaling door veenoxidatie. Door het Planbureau voor de Leefomgeving is uitgerekend is dat de totale CO2-uitstoot uit het Groene Hart door veenoxidatie en bodemdaling gelijk staat aan de totale CO2 uitstoot door energiegebruik van alle woningen in dit gebied. De bodemdaling en veenoxidatie wordt met name veroorzaakt doordat het waterpeil in deze gebieden (steeds verder) wordt verlaagd ten behoeve van de landbouw. Door deze ontwatering droogt het veen steeds verder uit, breekt het uiteindelijk af en daalt de bodem. In Zuid-Hollandse veengronden is de bodemdaling soms wel 1 cm per jaar. Per mm bodemdaling komt per jaar gemiddeld 2.2 ton CO2 per ha vrij. Bij 1cm bodemdaling leidt dit dus tot 22 ton CO2-emissie per ha per jaar. Valuta voor Veen
Samen met andere partners is de Green Deal Nationale Koolstofbank (GDNK) opgericht. Dit is een organisatie die officiële CO2-certificaten uitgeeft aan partijen die vrijwillig hun CO2-emissies verminderen. De certificaten worden voor de proeftuin De Nesse pas uitgegeven nadat de deskundige commissie binnen de GDNK goedkeuring heeft gegeven aan de te gebruiken methodiek en het projectplan voor de proeftuin, waarin onder andere de onafhankelijke monitoring van CO2-emissies wordt gewaarborgd. Als in de praktijk blijkt dat de verwachte CO2-besparing daadwerkelijk plaatsvindt, kunnen de CO2-certificaten via een CO2-bank worden verhandeld aan geïnteresseerde partijen en bedrijven. Eén van de inmiddels door de beoordelingscommissie goedgekeurde methodieken is ‘Valuta voor Veen’ met peilverhoging op ‘puur’ veengronden. Dit betekent dat beperking van de CO2-emissie door waterpeilverhoging in ‘puur’ veengebieden in aanmerking kan komen voor de CO2certificaten. De afgelopen twee jaar is deze methodiek in Friesland succesvol door onze collega’s toegepast.
Weidevogels in de Nesse De NMZH en Zuid-Hollands landschap willen dit nu ook in Zuid-Holland in de praktijk brengen in polder ‘de Nesse’ in de Krimpenerwaard. Het Zuid-Hollands landschap is eigenaar van ‘de Nesse’. Dit gebied van 259ha had vroeger een agrarische bestemming, maar het Zuid-Hollands landschap heeft stappen ondernomen om het gebied een natuurdoelstelling te geven. Hier moeten de biodiversiteit toenemen en weidevogelkolonies kunnen broeden en leven. De NMZH heeft als initiatiefnemer van ‘Valuta voor Veen’ in de Nesse berekend dat deze polder een geschatte potentie heeft om de CO2-emissie met 1515 ton per jaar te verminderen door het waterpeil met 15 cm te verhogen. Als de verwachte CO2-besparing daadwerkelijk in de praktijk aangetoond wordt, dan zullen de CO2-certificaten die met het project verdiend kunnen worden, via de CO2-bank Zuid-Holland verhandeld kunnen worden. De opbrengsten zullen dan ten goede komen aan onderhoud en beheer van het natuurgebied ‘de Nesse’. Daarnaast kan de opbrengst gebruikt worden om de natuurfunctie in ‘de Nesse’ nog robuuster te maken. Zo kan 15 cm waterpeilverhoging leiden tot een enorme ‘impuls’ voor de natuur. Het project is nog in de verkennende fase, maar wij verwachten nog dit jaar daadwerkelijk ‘Valuta voor Veen’ toe te kunnen passen in ‘de Nesse’. We verwachten dat daarna nog veel projecten in Zuid-Holland zullen volgen. Daarnaast zijn wij bezig om de methodiek voor ‘Valuta voor Veen’ met peilverhoging op ‘puur’ veengronden door te ontwikkelen voor klei-op-veengronden in combinatie met drukdrainage.
Klimaatbestendig bouwen? De site ‘bouw-adaptief’ helpt je op weg https://www.zuid-holland.nl/actueel/nieuws , 28 mei 2020
NIEUWSBERICHT
De pioniers van het Zuid-Hollandse convenant (Overeenkomst) ‘klimaatadaptief bouwen’ hebben hun leidraad, kennis en voorbeelden gebundeld op de site ‘Bouw Adaptief’ die op 28 mei wordt gelanceerd. Oorkonde ‘Bouwt Adaptief’ ‘Klimaatbestendig bouwen wordt het nieuwe normaal’, dat is de ambitie van het convenant (Overeenkomst). Met de lancering van de site breekt een nieuwe fase aan. De uitgangspunten zijn ontwikkeld, nu is het tijd voor de praktijk. Op 28 mei komen alle partners van het samenwerkingsverband (online) bij elkaar om dat te vieren, aangemoedigd door Deltacommissaris Peter Glas. BAM Wonen, DuraVermeer, Stebru en de gemeente Alphen aan den Rijn ontvangen als eerste de nieuwe “Bouwt Adaptief” oorkonde voor partijen die klimaatadaptief bouwen al in de praktijk toepassen. 22
WAARDVOGEL | JUNI 2020
“Het is mooi dat klimaatadaptief bouwen in Zuid-Holland het nieuwe normaal wordt”, stelt gedeputeerde Anne Koning (wonen). De komende jaren worden veel huizen gebouwd. Daarin willen we prettig kunnen wonen als weersextremen zoals hitte en hoosbuien toenemen. Daarom hebben we nu heldere uitgangspunten nodig. Zo kunnen we in Zuid-Holland zowel snel als toekomstbestendig bouwen!” Welkom nieuwe deelnemers Tijdens de bijeenkomst sluiten 5 nieuwe partijen zich aan bij het convenant: de gemeenten Hoeksche Waard, Gouda, Westland, Hendrik-Ido-Ambacht en de Vereniging voor ondernemers in het Groen (VHG). Rioned sluit aan als speciale samenwerkingspartner. Wilt u zich ook aansluiten bij de koplopers klimaatbestendig bouwen, kijk dan op www.bouwadaptief.nl.
Provincie wil inzet op verduurzaming landbouw verbreden en versnellen https://www.zuid-holland.nl/actueel/nieuws , 28 mei 2020
NIEUWSBERICHT
De provincie Zuid-Holland gaat de komende jaren samen met de landbouwsector aan de slag om verduurzaming van de sector verder vorm te geven. Dat staat in de notitie Vitale landbouw die Gedeputeerde Staten hebben vastgesteld. Gedeputeerde Adri Bom-Lemstra (Land- en tuinbouw): “In de Zuid-Hollandse landbouw worden hiervoor al veel innovaties ingezet, bijvoorbeeld op het gebied van bodemdaling, kringlooplandbouw en biodiversiteit. Die praktijkkennis willen we breder gaan toepassen.” In de notitie Vitale landbouw geven Gedeputeerde Staten hun perspectief op een vitale landbouwsector in 2050 en de benodigde stappen om daar te komen. Focus ligt daarbij op akkerbouw en melkveehouderij. Zij staan voor grote uitdagingen. Denk aan bodemdaling, of aan klimaatverandering met zowel wateroverlast als toenemende droogte. Daarnaast moet de sector aan de slag met het verminderen van emissies als stikstof en CO2. Tegelijkertijd moeten boeren ook een goede boterham kunnen blijven verdienen. Sectortafel Landbouw Kernbegrippen in de notitie zijn kringlooplandbouw, ruimte voor biodiversiteit, water en landschap, een grotere plek voor een regionaal voedselsysteem en economische vitaliteit. De provincie werkt hier al langere tijd aan. Bekende voorbeelden zijn het netwerk Voedselfamilies, Groene Cirkels en de ondersteuning van het Veenweiden Innovatiecentrum. In de notitie doen GS(Gedeputeerde Staten) een voorstel om de verduurzaming van de landbouw te versnellen en op te schalen. Daarvoor wil de provincie onder andere de samenwerking in Rijksprogramma’s intensiveren en aan de slag met een gebiedsgerichte aanpak. De provincie doet dat niet alleen: er wordt een sectortafel Landbouw opgericht om deze aanpak met de sector verder vorm te geven. Bom-Lemstra: “Dit is dan ook een notitie op hoofdlijnen. We gaan samen met de sector bepalen hoe we diverse vraagstukken oppakken. En vooral: hoe we dat in samenhang gaan doen. Stikstof, bodemdaling, biodiversiteit. Er komt nogal wat op de sector af. Duidelijke en haalbare doelen, afspraken voor de lange termijn en met oog voor de hele keten zijn daarbij van groot belang.”
Friesland doet beroep op Portugal: bescherm de grutto, bouw geen vliegveld https://nos.nl/artikel/2336410-friesland-doet-beroep-op-portugal-bescherm-de-grutto-bouw-geen-vliegveld.html, 6 juni 2020
NIEUWSBERICHT
De provincie Friesland wil dat Portugal nog eens kritisch kijkt naar de plannen om een vliegveld te bouwen bij de hoofdstad Lissabon, vlak bij een natuurgebied aan de rivier de Taag. In een brief aan premier Costa en president Rebelo de Sousa wijst de provincie erop dat het vliegveld negatieve gevolgen zal hebben voor de grutto’s die er broeden. De grutto is de nationale vogel van Nederland, die al jaren met uitsterven wordt bedreigd. Friesland steekt jaarlijks zo’n 15 miljoen euro in het redden van de vogels. Een van de belangrijkste argumenten tegen het vliegveld is volgens gedeputeerde Douwe Hoogland dat de grutto’s in het gebied overwinteren. “Wanneer de grutto’s uit Afrika komen, is dat een van de plekken waar ze kunnen aansterken voor de reis naar Nederland”, zegt hij tegen Omrop Fryslân. “Ze komen dan in conditie om hier bij ons ook te broeden.” 40.000 handtekeningen Wetenschappers in Portugal en Nederland hebben duidelijk gemaakt dat grutto’s honkvast zijn. De vogels zullen niet snel een andere plek zoeken als het vliegveld er ligt. Dit betekent dat de grutto’s last zullen hebben van het vliegverkeer. Dat kost ze waarschijnlijk zo veel energie, dat het moeilijker voor de vogels wordt om sterk genoeg te worden voor de reis naar Nederland en vervolgens hier eieren te leggen. De gedeputeerde wil ook aangeven dat het beschermen van de grutto een Europese aangelegenheid is. “We doen hier in Friesland veel om de grutto te redden. Dan moet het gebied ook zo worden ingericht dat die niet zo wordt verstoord. Want zo kunnen we onze doelstellingen niet halen.” De Portugese vogelbescherming en actiegroep ClientEarth hebben een rechtszaak aangespannen tegen de plannen voor het vliegveld. In Nederland hebben 40.000 mensen een petitie van de Vogelbescherming ondertekend tegen de geplande luchthaven. Die wordt volgende week samen met de brief van de provincie overhandigd aan de Portugese regering. WAARDVOGEL | JUNI 2020 23
Kamsalamander op de kaart Onderzoeksresultaten 2019 Tekst en foto’s: Marc van Bemmel; met dank aan RAVON voor de medewerking, met name Richard Struijk In juni 2017 schreef ik een artikel voor de Waardvogel over het (al dan niet) voorkomen van de kamsalamander in de Krimpenerwaard. De aanleiding was de spectaculaire vondst van een populatie kamsalamanders in een tuin in een woonwijk in Krimpen aan den IJssel. Omdat de soort beschermd en kwetsbaar is, was het belangrijk om na te gaan hoe het precies met de soort staat in de Krimpenerwaard. Zijn er nog populaties, waar zitten die dan en hoe kunnen we die beschermen? D
D
e Krimpenerwaard is erg ver westelijk gelegen voor deze soort, die meer in het midden, zuiden en oosten van het land voorkomt. Vanuit de historie zijn toch wel enkele waarnemingen bekend. Rond 1970 werden er door de heer H. van der Weijden diverse aangetroffen onder een stapel dakpannen in een tuin onderaan de IJsseldijk-Noord te Ouderkerk (net ten noorden van het dorp). Uit 1989 stamt nog een waarneming verder noordelijk langs de IJsseldijk-Noord. Rudi Terlouw heeft er in de jaren tachtig verscheidene waargenomen; bij paddenacties aan de Lekdijk tussen Schoonhoven en Bergambacht werden er (hoewel niet veel) jaarlijks enkele gezien. Na de jaren 80 houden de waarnemingen echter grotendeels op. Er zijn later (tot in 2014) kamsalamanders gevonden in een privaat natuurgebiedje aan de Oudelandseweg te Ouderkerk.
Kamsalamandervrouw gevonden in Krimpen aan den IJssel, foto’s RAVON
F
lyer Actie In 2019 is door de waterwerkgroep in samenwerking met RAVON onderzoek gedaan. Daarbij zijn diverse methodes gebruikt. Omdat de oude waarnemingen grotendeels langs de dijktracé’s (Hollandse IJssel, Lekdijk tussen Lekkerkerk en Schoonhoven) liggen en het hier vrijwel overal privégebied (tuinen) betreft, hebben we een flyer actie uitgevoerd. Onze vrijwilligers hebben circa 1100 flyers verspreid langs genoemde dijktracé’s met de oproep om waarnemingen van kamsalamanders door te geven aan RAVON. Daarnaast zijn oproepen geplaatst op websites en huis-aan-huisbladen (het Kontakt) en zijn flyers bij enkele supermarkten neergelegd. Ondergetekende heeft tevens een oproep gedaan via een interview met RTV Krimpenerwaard. Via deze acties zijn slechts vier reacties binnengekomen, waarvan drie betrekking hadden op de kleine watersalamander en één daadwerkelijk de kamsalamander betrof. Deze kamsalamander werd gemeld uit een tuin in Krimpen aan den IJssel, dichtbij de bekende, in 2016 voor het eerst gemelde locatie. Bij bezoek van de tuin door RAVON zijn inderdaad kamsalamanders aangetroffen (zie foto). Voor niet-kenners zijn deze soorten makkelijk te verwarren, hoewel de kamsalamander veel groter is dan de kleine watersalamander. De flyer-actie leverde dus één valide waarneming van kamsalamanders op.
De flyer die we gebruikt hebben bij het onderzoek 24
WAARDVOGEL | JUNI 2020
O
nderzoek met eDNA Naast deze flyer-actie hebben zowel de waterwerkgroep als RAVON eDNA onderzoek uitgevoerd. De waterwerkgroep
heeft hierbij 21 locaties bemonsterd, zowel langs de Hollandse IJssel als langs de Lekdijk; RAVON heeft het onderzoek gefocust op de Hollandse IJssel tussen Gouda en Krimpen aan den IJssel, waarbij zowel aan noord- als aan de zuidkant van de IJssel eDNA monsters zijn genomen. De werkzaamheden zijn onderling afgestemd zodat geen locaties dubbel bemonsterd zouden worden. In totaal heeft de waterwerkgroep 21 locaties bemonsterd en RAVON 15 locaties. In totaal zijn daarmee 36 monsters op eDNA van de kamsalamander onderzocht. De monsters van RAVON zijn geanalyseerd door SpyGen in Frankrijk, de monsters van de waterwerkgroep door Orvion uit Stolwijk.
T
echniek achter eDNA Het is relevant om hier iets te vertellen over de techniek van de eDNA analyses. DNA is het materiaal waarin de erfelijke eigenschappen van een organisme zijn vastgelegd. Die informatie is voor elk levend wezen uniek en herkenbaar. Op hoofdlijnen werkt de techniek als volgt: van een water (sloot, poel, ven, etc.) worden op ongeveer 10 tot 20 plaatsen kleine watermonsters genomen en vermengd. Op het lab wordt dit monster gefilterd, waarbij de dierlijke cellen, huidcellen bijvoorbeeld, achterblijven op het filter. Uit al het materiaal dat op het filter achterblijft wordt het DNA gehaald. Dit gebeurt door de cellen kapot te maken en het DNA met diverse stappen op te zuiveren. Uiteindelijk blijft aan het eind van dit proces een klein beetje zuiver DNA over. Het DNA dat we dan over hebben is een mengsel van al het DNA van
allerlei planten, waterdieren, bacteriĂŤn etc. Omdat elke levende cel zijn eigen unieke DNA in zich draagt bevat dit zuiver DNA, dus het DNA van al die verschillende soorten organismen. Bij de volgende stap in het proces wordt bepaald of het DNA van de kamsalamander in het monster voorkomt. Dit wordt gedaan met de PCR-techniek. Met deze techniek wordt bepaald of een heel specifiek stukje DNA (bijvoorbeeld dus van de kamsalamander) in het monster voorkomt en hoeveel. Het is een extreem gevoelige techniek die in principe slechts 1 kopie van het DNA al in het monster kan terugvinden. Dat betekent ook dat in het lab heel zorgvuldig en schoon gewerkt moet worden om contaminatie [=vervuiling, red.] te voorkomen. Als het specifieke DNA stukje wordt aangetroffen, dan betekent het dat de kamsalamander in het bemonsterde water voorkomt. Een groot voordeel van eDNA onderzoek is, dat het zo gemakkelijker is om de aan- of afwezigheid van een moeilijk te vinden of te vangen soort vast te stellen. Het monster moet wel in het juiste jaargetijde genomen worden, als de soort in het water zit. Een ander voordeel is dat je een sloot of poel nauwelijks verstoort en de vegetatie intact blijft. Ook kun je met eDNA onderzoek meer locaties in kortere tijd onderzoeken dan met bijvoorbeeld vangacties.
R
esultaten eDNA onderzoek waterwerkgroep De waterwerkgroep heeft 29 mei 2019 op 21 locaties eDNA monsters genomen. Om dit te doen zijn we na instructie in drie groepen uit elkaar gegaan. Er werden monsters genomen
Kaart met eDNA resultaten van meetlocaties voor de kamsalamander. Waterwerkgroep: rood bolletje = negatief (29 mei en 11 juni 2019), geen groene bolletjes. RAVON: bekende verspreiding van de Âkamsalamander langs de Hollandse IJssel tussen Krimpen aan den IJssel en Gouda op hectareniveau (A=Polder Veerstalblok, B=wijk Boveneind, C=Oudeland), blauwe en groene vierkantjes en gele driehoekjes geven oudere locaties en vindplaatsen uit 2019 aan.
WAARDVOGEL | JUNI 2020 25
Kinderopvangboerderij 'Achter 't Potdeksel'
opvang van 07.00 tot 19.00 uur verticale groep van 0 tot 4 jaar (max. 16) optimale zorg en aandacht ervaren en gediplomeerde leiding in landelijke en agrarische omgeving unieke accommodatie in voormalige koeienstal buitenspeelruimte in openlucht en overdekt natuur-educatieve visie en uitgangspunten
www.kinderopvangboerderij.nl potdeksel.kinderopvangboerderij@kpnmail.nl Aad van der Meijden & Netty Brussee Benedenberg 66 - 2861 LH Bergambacht
0182-353183
Landschap Cultuurhistorie––Ecologie Ecologie Landschap –– Cultuurhistorie Advies – Realisatie – Educatie
Advies – Realisatie – Educatie
“Wij willen doorpakken, zeggen wat wij doen en doen wat wij zeggen”.
Wij kunnen u helpen door middel van:
Wij kunnen u helpen door middel van:
• Advies, ontwerp en directievoering bij inrichting van
• Advies, inrichting en beheer (boeren) erf, natuurterreinen, groen, landgoederen en landgoederen enopenbaar natuurterreinen. (boeren)erf.maken van bestekken en directievoering • Adviseren, bij (her)inrichting van grote en • Opstellen van beheerplannen enkleine gebiedsvisies. (natuur)terreinen. Ecologische landschappelijke inventarisaties. •• Aanplant enen onderhoud (hoogstam)fruitbomen. •• Monitoren van natuurwaarden. Lezingen, excursies en cursussen m.b.t. Natuur en • Leveren van streekeigen plantmateriaal en oude Landschap. rassen fruitbomen. • Lezingen, excursies en cursussen m.b.t. Natuur en Landschap.info@bureau-schildwacht.nl
www.bureau-schildwacht.nl info@bureau-schildwacht.nl Beukendaal 3, 2831 VA Gouderak www.bureau-schildwacht.nl Beukendaal 3, 2831 VA Gouderak 06-22978424 06-22978424
Uw duurzame drukker in de Krimpenerwaard FSC® gecertificeerd en premium partner
Locatie C betreft een privaat natuurgebiedje. Het gebiedje is bezocht door RAVON en inderdaad zijn hier kamsalamanders in mooie poelen aangetroffen.
C
Werken met zuiver DNA (foto Orvion).
langs de Lekdijk (tussen Lekkerkerk en Schoonhoven) en langs de Hollandse IJssel (tussen Ouderkerk en de provinciegrens tussen Haastrecht en Oudewater). Daarbij hebben we de exacte coördinaten genoteerd van de bemonsterde wateren, zodat deze altijd precies zijn terug te vinden. Van deze eerste 21 monsters leken er zes in eerste instantie een zwak positief signaal te geven; bij heranalyse van op dezelfde locaties opnieuw genomen monsters (d.d. 11 juni 2019) kon het signaal echter niet worden gereproduceerd. Alle door de waterwerkgroep genomen monsters bleken bij heranalyse negatief te zijn voor kamsalamander DNA. Daarbij zijn uiteindelijk alle monsters in twaalfvoud geanalyseerd om een zo laag mogelijke detectielimiet [= de kleinste mogelijkheid om nog het DNA te kunnen vinden, red.] te bereiken. De bemonsterde locaties zijn weergegeven op de kaart.
R
esultaten eDNA onderzoek RAVON Zoals genoemd heeft RAVON de monsters genomen op andere locaties; daarbij waren onder andere locaties in natuurgebied die voor de waterwerkgroep niet toegankelijk waren. Van de 15 monsters bleken er twee positief te zijn voor eDNA van de kamsalamander. Het betreft mengmonsters uit verschillende wateren in en rond het natuurgebied Veerstalblokboezem van het Zuid-Hollands Landschap.
H
et beeld in de Krimpenerwaard (2019) Het totaal aan behaalde gegevens geeft aan dat er op dit moment drie locaties bekend zijn waar de kamsalamander met zekerheid voorkomt (zie kaart). Er wordt niet uitgesloten dat de soort elders nog voorkomt, maar gezien het enorme waterareaal in het gebied, is het ondoenlijk om alles goed te onderzoeken. Bovendien heeft de focus echt op de dijktrace’s gelegen en niet op de Krimpenerwaard zelf. In locatie A (Veerstalblokboezem) was het voorkomen tot op heden onbekend. Meer onderzoek is nodig om de populatie in kaart te brengen en te beschermen. Locatie B is bekend sinds 2016. Na de publicatie in het Kontakt is ondergetekende gebeld door een oud-bewoner van deze woonwijk (Tournooi/Vijfkamp en omgeving) die heeft verklaard de dieren destijds (rond het jaar 2000) in zijn tuinvijver te hebben gehouden. Hier komen ook alpenwatersalamanders voor die eveneens zijn uitgezet. Het betreft dus geen natuurlijke populatie kamsalamanders. Toch is het mooi dat deze dieren zich handhaven in enkele tuinvijvers. Heeft u ze in uw tuin, zorg er dan goed voor door in ieder geval geen vis of kreeften in uw vijvers uit te zetten en de vijvers goed te onderhouden. Beplanting is belangrijk, evenals stapels hout en stenen als overwinteringsplek.
onclusies en wat we kunnen doen Als resultaat van het onderzoek kunnen we vaststellen dat er in ieder geval nog drie populaties kamsalamanders in de Krimpenerwaard voorkomen, waarvan in ieder geval één populatie is uitgezet. De oude populaties aan de dijk ten noorden van Ouderkerk werden niet meer aangetroffen en zijn waarschijnlijk verdwenen. Oorzaken zijn waarschijnlijk biotoopvernietiging (poelen dempen, tuinen opschonen) maar ook mogelijk een verslechtering van de waterkwaliteit en toename van de rode Amerikaanse rivierkreeft. De populatie in Veerstalblokboezem was nog niet bekend en hier is meer onderzoek nodig. In het gebied kunnen mogelijk maatregelen worden genomen om de soort te versterken, zoals het bijgraven van poelen, het bieden van veilige overwinteringsplekken (houtstapels), het werken aan de waterkwaliteit en het voorkomen van kreeftpredatie. Voor de waterwerkgroep is het zinvol om in de directe omgeving na te gaan of er nog meer geschikte poelen/afgesloten slootjes en dergelijke voorkomen. Wellicht zijn er nog meer kamsalamanders te ontdekken. Aan de Lekdijk en in het gebied tussen Gouda en Oudewater zijn geen populaties aangetroffen. Toch is niet helemaal uit te sluiten dat ook hier nog restpopulaties zijn. Met name langs de Lekdijk (omgeving Ammerstol/de Hem) lijken nog hier en daar geschikte locaties te zijn. Het onderzoek dat is uitgevoerd betreft natuurlijk niets meer dan een kleine steekproef. Heeft u een ruime tuin in dit gebied en wilt u iets doen, overweeg dan om een ruime vijver of poel te graven (oppervlak liefst vanaf 25 m2) en ervoor te zorgen dat deze kreeft- en visvrij blijft. Bestaande poelen kunnen eventueel een periode helemaal droog worden gezet als er veel vis in zit. Het is bekend dat kamsalamanders zulke poelen, zodra die weer volstaan met water snel kunnen bevolken.
D
e algemene conclusie is toch wel dat de status van de soort in de Krimpenerwaard precair is. Het watersysteem draagt daar aan bij (er zijn nauwelijks geïsoleerde poelen of slootjes waarin eitjes en larven veilig zijn voor predatie); de waterkwaliteit is in het algemeen niet goed genoeg voor kamsalamanders en veel tuinen en erven zijn (te) strak ingericht en opgeruimd. Het zou mooi zijn om daarin verbeterstappen te zetten om deze prachtige soort in de Krimpenerwaard meer toekomst te kunnen bieden. D
Kamsalamander (foto Dirk-Jan Saaltink)
WAARDVOGEL | JUNI 2020 27
Puk en de Petteflat Verhaal van een kapstok, een pet en een winterkoning Tekst en foto’s: Frits Hemerik Al drie jaar hangt er een pet aan de kapstok in het klompenhok van ons vakantieverblijf op de Veluwe. Ongebruikt of zo je wil, juist wel in gebruik. D
E
r werd drie jaar geleden voor het eerst een nestje in gebouwd door een winterkoninkje, prachtig gevormd met mos en veren. Na gebruik zakte het in elkaar en het volgende jaar werd er keurig weer een nieuw nestje op het oude gebouwd. Maar eigenlijk hebben we de nestactiviteit nooit echt meegemaakt.
Een piepklein winterkoninkje in de petteflat
piepend geluid komt en we geen ijverige moeder vaststellen. We zien wel een half wilde kat op afstand, die, zo concluderen we, op de loer heeft gelegen. Een dag later treffen we in de ochtend de kleintjes dood aan, van honger gestorven. Komt er volgend jaar een vierde etage? D
De pet aan de kapstok, met daarin het nestje van de winterkoning,
D
ankzij de corona verblijven we al heel lang op deze heerlijke plek en nu nestelt er warempel wederom een winterkoninkje. Weer is het nestje, nu als derde etage, opgebouwd op de fundamenten van de afgelopen twee jaar. Een petteflat dus. Halsbrekende toeren moet ze uithalen om te foerageren. Krijgt ze blauwe plekken als ze tegen het glas aanvliegt? Iedere keer weer de veren uitschuddend op de grond vervolgt ze vliegensvlug haar weg naar een lekker hapje. Wanneer we de deur opendoen reageert ze meteen door weg te vliegen en scheert ze rakelings langs onze neus, inmiddels het effect van het glas kennende. Zijn er al eitjes gelegd? Niet te zien. Vast wel want ze blijft actief. Inmiddels hebben we haar Puk genoemd en maakt ze deel uit van ons leven hier in vrijwillige quarantaine. Zouden er al kleintjes zijn in de petteflat? Met de zaklantaren in het nestje schijnend, nadat Puk even weggevlogen is, zien we drie wijd openstaande bekjes wachtend op een maaltje.
O
p 4 juni komt er een triest einde aan het hoopvolle avontuur rond de petteflat. Onze aandacht wordt getrokken doordat uit die wijd open gespreide winterkoningkeeltjes een hoog
28
WAARDVOGEL | JUNI 2020
Het wondermooie en kunstige nestje van de winterkoning in de pet, nadat het nestje is verlaten door de oudervogels
De gierzwaluw maakt de zomer Bernard de Jong
Dat moment van vreugde wanneer je de eerste trekvogel in het voorjaar weer hoort. Voor mij als liefhebber van weidevogels geldt dat vooral voor de grutto, maar ook andere vogels geven soms zo’n euforisch gevoel. De gierzwaluw is er zo eentje. D
D
e schrille roep van de gierzwaluw hoog in de lucht is een voorbode van de zomer. Een haast melancholisch geluid, maar dan op een goede manier. Zolang je de gierzwaluw nog hoort schreeuwen, is het zomer! Het is mij niet bekend waar de gierzwaluw precies broedt bij ons in Krimpen aan de Lek, maar ze zijn in ieder geval regelmatig te zien en te horen boven Tiendweg Noord. Ik vind het fascinerende vogels en zou het een groot gemis vinden als ik ze niet meer hoor en zie op mooie dagen in het luchtruim boven de tuin.
M
et alle nieuwbouw in het dorp zal er misschien wel eens nestgelegenheid verdwijnen, dus het leek mij aardig om preventief alvast wat nieuwe nestgelegenheid te creëren. Baat het niet dan schaadt het niet. Gierzwaluwen zetten hun hele korte pootjes nooit aan de grond en hebben nestgelegenheid nodig op fatsoenlijke hoogte. De zijkant van onze hoekwoning is op het noorden gericht en staat behoorlijk vrij, waarmee deze goed geschikt zou kunnen zijn voor gierzwaluwen. Zelf ben ik niet zo’n held op een ladder, dus vroeg ik aan Stefan van der Heijden of hij de kasten op wilde hangen. Meestal hangt hij alleen uilenkasten op, dus deze gierzwaluwkasten waren een leuke afwisseling. Onder het toeziend oog van enkele overvliegende gierzwaluwen heeft Stefan half mei drie kasten opgehangen, waarvoor grote dank! De eerste, hoogste kast was het lastigst, de twee volgende kasten gingen wat gemakkelijker.
I
Stefan op ijzingwekkende hoogte, foto’s: Bernard de Jong
n de tweede helft van mei cirkelde er met enige regelmaat een groep van zo’n twintig gierzwaluwen boven het huis, dat lijkt veelbelovend. Of de vogels uit die groep ook al in de buurt
broeden en of ze uitbreiding zoeken is natuurlijk afwachten. We spelen af en toe gierzwaluwgeluiden af als ze in de buurt zijn en kijken vol verwachting naar omhoog! D
Met zo’n uitzicht is een gierzwaluw toch wel te verleiden om te gaan broeden? Foto: Stefan van der Heijden.
Gierzwaluw in de lucht, foto: Adri de Groot, www.vogeldagboek.nl
WAARDVOGEL | JUNI 2020 29
Stikstofplan van het kabinet Wat betekent het voor natuur? Tekst: Jaap Graveland Op 24 april stuurde minister Schouten een brief met haar stikstofaanpak naar de Tweede Kamer (1). Het bevatte een voortgangsrapportage en de contouren voor wat het kabinet ‘een structurele aanpak’ noemt. Wat staat er in, en wat betekent het voor landbouw en natuur? D
O
ver een aantal maatregelen had het kabinet al eerder besloten (2) : onder andere het invoeren van een maximumsnelheid van 100 km en een beperkte uitkoopregeling voor boeren die in de buurt van kwetsbare natuur wilden stoppen. Ook waren een aantal bronmaatregelen aangekondigd: aanpassing van de voersamenstelling, meer beweiding en emissie-arme stallen. Bij koeien op stal mengt de urine met de vaste mest en dat verhoogt de stikstofuitstoot. Dus hoe meer beweiding, hoe beter.
W
at moest er ook al weer gebeuren? De belangrijkste uitspraken van de Raad van State en eerder van het Europese Hof zijn: (1) De Habitatrichtlijn staat niet toe dat de stikstofneerslag (depositie) tot minstens 2030 fors hoger is dan wat de natuur verdraagt, de kritische depositiewaarde. Nu is de depositie in veel gebieden in het oosten van het land meer dan het tweevoudige daarvan. (2) De effecten van de ecologische herstelmaatregelen om de natuur in goede staat van instandhouding te krijgen zijn nu onvoldoende zeker. (3) De benadering om daar bovenop extra maatregelen te nemen om de effecten van stikstof tegen te gaan en zo extra stikstof in de toekomst te kunnen uitstoten is niet rechtsgeldig want die maatregelen zijn gewoon nodig voor natuurherstel. Op deze manier verrekenen (‘salderen’ in jargon) mag niet vanuit de Habitatrichtlijn. (4) Mest uitrijden en beweiden zijn vergunningplichtig. Samengevat: eerst moet de natuur worden hersteld, met bewezen effectieve maatregelen; daarna mag je pas effecten van schadelijke stikstofuitstoot verrekenen met nieuwe herstelmaatregelen.
H
oofdzaken van uit het stikstofplan van het kabinet (1) Het kabinet streeft naar stikstofreductie zodat in 2030 in 50% van de hectares in de stikstofgevoelige natuurgebieden
30
WAARDVOGEL | JUNI 2020
de stikstofdepositie onder het niveau komt dat de natuur kan verdragen. Dat komt neer op een gemiddelde stikstofreductie van 26%. (2) Dat betekent een stikstofdepositiereductie van gemiddeld 255 mol/ha in 2030. Bijna de helft hiervan wordt volgens het kabinet al bereikt door eerder vastgesteld beleid gericht op stikstofreductie in de landbouw, mobiliteit, industrie en energie. Verder dragen de maatregelen uit het Klimaatakkoord bij. (3) De depositie vanuit de landbouw moet in 2030 110 mol/ha/jr lager zijn dan nu. Dat moet worden bereikt door extra beweiding, andere voersamenstelling en meer emissie-arme stallen. (4) Er komt een versnelling van maatregelen voor ecologisch herstel. Daarvoor wordt 3 miljard euro uitgetrokken tot 2030, dus 300 miljoen per jaar. (5) Er komt geen vergunningplicht voor beweiden en bemesten. (6) Er komen meer metingen van de kwaliteit van vegetaties, aantal en verspreiding van kwetsbare plant- en diersoorten en emissie en neerslag van stikstof. (7) Er wordt meer geld geïnvesteerd in het uitkopen van boeren die willen stoppen, met name in de buurt van kwetsbare natuurgebieden. (8) Er komt extra geld beschikbaar voor het verduurzamen van de Nederlandse landbouw en er wordt meer ingezet op natuurinclusieve landbouw. (9) De kabinet staat salderen toe: als de stikstofuitstoot van een bedrijf vermindert of een bedrijf stopt, dan mag een ander bedrijf, ook uit een andere sector, de vrijkomende stikstofruimte benutten voor eigen stikstofuitstoot. (10) Last but not least, het kabinet houdt vast aan de mogelijke herijking van de N2000 gebieden. Herijking is jargon voor verminderen van de bescherming van deze gebieden. Met het totale pakket is een bedrag gemoeid van 5 miljard euro.
K
ritiek vanuit landbouw In reactie op het sneuvelen van de PAS hadden de grootste landbouworganisaties zich verenigd in het Landbouw Collectief (LC). Het LC is zeer behoudend: aanpassing van de huidige wijze van landbouw vinden ze niet zo nodig, het stikstofprobleem “wordt overschat”, Nederland had niet van “die onhaalbare natuurdoelstellingen” moeten afspreken en niet zoveel en zo versnipperd gelegen natuurareaal moeten beschermen. Ze hadden in december al hun eigen plan ingediend, met als titel ‘Uit de gecreëerde stikstofimpasse’ (3). met daarin drie maatregelen: minder eiwit in het voer, meer beweiding en de mest aanlengen met water. Dat aanlengen leidt tot minder stikstofuitstoot: de ammoniakconcentratie in de mest wordt lager, dus er ontsnapt minder ammoniak naar de lucht en de mest komt sneller in de grond terecht. Het plan van het collectief leidt tot een stikstofreductie van 4%, en kost 2.9 miljard. Vanwege de hoge kosten en geringe stikstofreductie kreeg het plan vanaf het begin veel kritiek(4). Boerenorganisaties die duurzame landbouw nastreven, zoals Boerennatuur, sloten zich niet aan, en vinden ook nauwelijks gehoor bij het LC. Het LC reageerde sterk afwijzend op het kabinetsplan (5): ‘De stikstofmaatregelen … zijn ontzettend duur, leiden nauwelijks tot verbetering van de natuur en hebben leegverkoop van het platteland tot gevolg’. De eerste twee bezwaren vind ik wel bijzonder, want het kabinetsplan realiseert een stikstofreductie van 25% voor 5 miljard, het LC-plan 4% voor 2.9 miljard. Met het argument van leegloop heeft het collectief mogelijk een punt. Het uitkopen van bedrijven kan leiden tot minder boeren. Kan, want als er extensieve (natuurinclusieve) landbouw met veel minder stikstof voor in de plaats komt, kunnen de werkgelegenheid en het agrarisch gebruik behouden worden. Naast deze uitkoop door de overheid kan een boerenbedrijf ook worden uitgekocht door bijvoorbeeld de industrie, zodat de industrie zich met de vrijgekomen stikstofruimte (‘stikstofrechten’) verder kan ontwikkelen. De boeren vrezen dat kapitaalkrachtige bedrijven dit op grote schaal gaan doen, veel boerenbedrijven zijn kwetsbaar door hoge schulden. Die vrees is terecht. De provincie Brabant was bijvoorbeeld al bezig om te inventariseren, ook buiten de provincie, welke boeren wilden stoppen, om deze uit te kunnen uitkopen en daarmee Logistiek Park Moerdijk te kunnen ontwikkelen. Daar kwam veel kritiek op, Brabant is er mee gestopt. Maar het kabinetsplan staat dit in principe wel toe en de druk vanuit de industrie is hoog.
K
ritiek vanuit natuurbeschermingsorganisaties Dat beweiden en bemesten toch niet vergunningplichtig wordt, vind ik een goede zaak: de uitstoot per bedrijf is gering, een vergunningplicht zet weinig zoden aan de dijk en geeft veel rompslomp. Ook meer beweiding is natuurlijk toe te juichen, voor de reductie van de stikstofuitstoot, beleving en dierenwelzijn. De extra investering in natuurherstel is natuurlijk mooi en sluit aan bij de kritiek van de Raad van State. Het is wel tientallen jaren te laat en de vraag is of het genoeg is. Drie miljard euro lijkt veel, maar het gaat om 300 miljoen per jaar, minder dan een zesde van de bijna twee miljard die het kabinet jaarlijks wilde schenken aan internationale bedrijven door de dividendbelasting af te schaffen. Weten jullie het nog? Dat plan is uiteindelijk niet doorgegaan, omdat er veel kritiek op kwam. Maar het geeft de verhoudingen aardig weer.
D
e vermindering van de bescherming van natuurgebieden na decennia van afname van de biodiversiteit in die gebieden, recent nog opgetekend in Trouw (6), is natuurlijk een onzalig plan. Verder valt de vrijblijvendheid in het stikstofplan op: de uitkoopregeling is op vrijwillige basis en ook dat het kabinet zegt te ‘streven’ naar een stikstofreductie van 26% in 2030 klinkt niet bepaald als ‘dat gaan we nu eens goed regelen’. Het is zeer de vraag of de stikstofreducerende maatregelen die het kabinet voorstelt echt uitgevoerd worden en het ingeschatte effect hebben. Er zijn in het verleden al zo vaak loze beloften gedaan. Misschien het bekendste voorbeeld is dat van de luchtwassers, die de stikstof moeten afvangen uit de lucht die uit de stallen wordt gepompt als onderdeel van de luchtverversing. Eerst bleken veel boeren de luchtwassers niet te plaatsen, ondanks de verplichting, vervolgens stonden ze vaak uit (de stroomkosten zijn aanzienlijk, en ze dragen bij aan het risico op stalbranden) en tot slot bleken ze veel minder effectief dan waarop was gerekend. Kortom, een drama. En voor al die gevaren was gewaarschuwd, maar die waarschuwingen werden in de wind geslagen. Dus voor natuurorganisaties en ook voor mij geldt: eerst zien, dan geloven. De vraag is ook of ze juridisch stand houden: het effect moet echt zeker zijn om er mee te mogen rekenen.
O Pul van kievit, foto: Adri de Groot, www.vogeldagboek.nl
ok is de 26% stikstofreductie veel te gering. Consensus onder wetenschappers is dat de stikstofreductie minstens 50% moet zijn in 2030 op de natuur de kans te geven te herstellen. WAARDVOGEL | JUNI 2020 31
Het kabinet heeft ook niet aangegeven wanneer de natuurdoelen moeten zijn gehaald. Even was er sprake van 2050, 30 jaar weg, maar zelfs die doelstelling is niet in het kabinetsplan te vinden. De natuur kachelt al 50 jaar achteruit en het kabinet spreekt af dat het afgesproken herstel (ongeveer tot het niveau van 1990) plaatsvindt tegen Sint Juttemis. Wat een ambitie.
M
OB (Mobilization for the Environment), de organisatie die de rechtszaak aanspande die tot het sneuvelen van de PAS leidde, stapt dan ook opnieuw naar de rechter(7). MOB vindt dat het kabinet een vergunningenhandel toestaat die ‘van natuurschade bedrijfskapitaal gemaakt’. Volgens MOB creëert het kabinet met het salderen een recht op schade: een vervuiler (een boer in het plan van het kabinet) wordt voor veel geld uit de markt genomen, verdient daar dus aan, en een deel van het opgekochte recht om te vervuilen wordt aan andere bedrijven (landbouw, industrie of energiebedrijf) gegeven. Ik ben het met MOB eens. Ik ken geen andere regeling waarbij het recht om in strijd met de wet een vervuilende stof uit te stoten van het ene bedrijf over mag gaan op het andere. Maar het doel van verdere economische ontwikkeling heiligt blijkbaar alle middelen.
I
ndustrie, verkeer en energiebedrijven worden te veel ontzien Voor veel boeren is het onverteerbaar dat de andere sectoren een veel kleiner aandeel hoeven te leveren in de stikstofreductie. Ik kan dat wel begrijpen. De landbouw is landelijk, en in de buurt van de meest kwetsbare natuur wel de grootste stikstofvervuiler. Maar in het westen zijn het vooral de industrie, het verkeer en de scheepvaart die met hun uitstoot de kwetsbare natuur bedreigen (o.a. Nieuwkoopse Plassen, duinen). Daar komt bij dat een aantal grote bedrijven die veel meer stikstof uitstoten dan een individueel boerenbedrijf nooit een milieuvergunning hebben hoeven aan te vragen, en de boeren wel (MOB heeft ook daartegen een rechtszaak lopen). Bovendien worden betrokkenen bij die grote bedrijven veel minder direct in hun inkomen geraakt dan boeren. De baas van KLM krijgt bijvoorbeeld gewoon zijn riante bonus. Tot slot zijn industrie en vervoer op een ander belangrijk gebied, namelijk CO2-uitstoot, een veel grotere vervuiler dan boeren.
32
WAARDVOGEL | JUNI 2020
Door deze bedrijven extra CO2-verplichtingen op te leggen zou hun stikstofuitstoot nog meer kunnen dalen. In opvolging van het eerste advies ‘Niet alles kan’ van 25 september 2019 werd in opdracht van de minister van LNV in de tweede fase voor een structurele aanpak van de stikstofproblematiek ook het ‘Advies Luchtvaartsector’(8) geschreven door het Adviescollege Stikstofproblematiek. Op 14 januari 2020 werd dit Advies aan de Tweede Kamer werd aangeboden. De eerste zin luidt: “Het Adviescollege is van mening dat iedere sector, ook de luchtvaartsector, moet bijdragen aan het verminderen van de stikstofproblematiek.” Kortom, er zijn heel wat redenen om ook de industrie, energiebedrijven en het verkeer fors bij te laten dragen aan de nodige reductie van de stikstofuitstoot. Daarom heeft een aantal gezaghebbende mensen uit de landbouw (niet behorend tot het Landbouw Collectief), de milieubeweging en de wetenschap voorgesteld om alle sectoren een stikstofreductie op te leggen van 50% in 2030.
V
ervolg Het is de vraag hoe dit nu verder gaat. De ecologische herstelmaatregelen uit het stikstofplan zullen wel doorgaan, het kabinet moet wel. Ik ben wel bang dat vanwege de hoge kosten van de corona-epidemie er nu bezuinigd gaat worden op andere geplande ecologische herstelmaatregelen. Op het land zijn mest, verzuring en verdroging de grootste problemen, in de wateren zijn dat verdroging, snelle waterafvoer en waterstaatkundige werken: de aanleg van dammen en dijken, het voortdurende baggeren voor de scheepvaart , het rechttrekken van beken in het verleden, etc. De meeste natuurherstelmaatregelen van natuur op het land hebben veel minder effect gehad dan nodig is(6). Maar uitgevoerde herstelmaatregelen in de grote wateren waren wel effectief, zoals ruimte voor rivieren. Ik hoop dat de nu geplande verdere herstel, bijvoorbeeld het stoppen van het afkalven van de zandplaten in de Oosterschelde, nu niet het kind van de rekening wordt.
H
et LC lijkt op het moment van schrijven van dit artikel uit elkaar te vallen. Hetzelfde geldt voor de activistische Farmers Defence Force. De gevolgen daarvan zijn onduidelijk. Misschien verbetert het de kansen op samenwerking tussen landbouw- en natuurorganisaties, maar het omgekeerde kan ook. En ondertussen heeft EU-vice president Frans Timmermans zijn ambitieuze Green Deal gepresenteerd met als doel een klimaatneutraal Europa in 2050. Het nieuwe Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid moet daar mee in de pas gaan lopen en de landbouw moet daarvoor volgens Timmermans veel duurzamer worden. Tot slot zal in juni het Adviescollege Stikstof zijn langverwachte advies presenteren. Het kabinet kan niet eenvoudig om dit advies heen, want het is een zwaar opgetuigd college en het kabinet heeft dit zelf in het leven geroepen.
een reactie schrijven. Het advies is tamelijk vernietigend voor het stikstofplan van het kabinet, het Adviescollege noemt dit een herhaling van de PAS. De belangrijkste punten uit het advies: 1) harde doelstellingen voor natuurherstel en stikstofreductie, geen streefwaarden, 2) meer natuurareaal, niet minder, 3) minstens 50% stikstofreductie door landbouw en andere sectoren (was 26% voor landbouw, en veel minder voor de rest), 4) geen drijfmest meer in 2030. Alleen deze maatregelen voorkomen nieuwe juridische procedures en stagnatie in bouw en industrie.
H
et grote gesprek In het vorige artikel schreef ik dat natuurorganisaties bij herhaling toenadering zoeken tot de grote boerenorganisaties, het LTO en het LC. Er zijn veel gemeenschappelijke belangen. Maar ze vangen tot nu toe nul op het rekest. Ondertussen zijn een aantal denkers uit de landbouwwereld, de wetenschap en natuur- en milieuhoek wel in gesprek over verduurzaming van de landbouw en de inrichting van het landelijk gebied. Foodlog doet er verslag van(9). Zeer de moeite waard om eens door te lezen. Hier in de Krimpenerwaard voeren we dit gesprek in het klein, voor ons gebied, in de Proeftuin Krimpenerwaard(10), in het bestuur van het beheercollectief voor het NNN-gebied en elders. In de toekomst moeten die gesprekken samen komen. We willen geen besluiten over ons, zonder ons. Ziedaar een mooie rol van de overheid. Maar die laat zich veel te weinig zien. De vraag is wanneer het kabinet en de provincie Zuid-Holland nu eens met concrete, ‘afrekenbare’ doelen en plannen voor de toekomst van landbouw, natuur en andere ontwikkelingen in het landelijk gebied komen. Zonder dat blijven we aanklooien.
D
e verschillen van mening tussen boeren en natuurbeschermers zijn veel kleiner dan het nu vaak lijkt. Zelf ondervond ik dat ook. Ik las in de Boerderij een artikel van Jeroen van Maanen(11), de voorzitter van de Farmers Defence Force (FDF), de activistische boerenorganisatie die de trekkerprotesten organiseerde, het RIVM van bedrog beschuldigde en medewerkers bedreigde, en het stikstofprobleem onzin vindt. Een van de bestuursleden en oprichter van FDF, Mark van den Oever, vergeleek de manier waarop de overheid de boeren behandelt met nazisme. ‘Fijne’ vent. Maar toch, veel uitingen komen door een begrijpelijk gevoel van frustratie. Ik las dat artikel van Jeroen van Maanen, ook wel ‘de denker van FDF’ genoemd, en ik betrapte me erop: ik zou het zelf geschreven kunnen hebben. Lees het maar eens. Ik herhaal dan ook wat ik eerder schreef: kabinet en provincie hebben beide aangegeven dat de landbouw natuurinclusief moet worden. Ik hoop dat ze de regie nemen, boeren- en natuurorganisaties bij elkaar roepen en met hen een plan maken om de daad bij het woord te voegen. Ik ben benieuwd.
N
iet alles kan overal Op 8 juni bracht het Adviescollege Stikstofproblematiek zijn lang verwachte advies uit voor een structurele oplossing(12). Op de valreep voor het verschijnen van deze Waardvogel kon ik nog
Bronnen: (1) https://www.aanpakstikstof.nl/ (2)https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2019/ 10/04/aanpak-stikstofproblematiek (3) https://cdn.nieuweoogst.nu/public/file/164214.pdf (4)https://www.trouw.nl/duurzaamheid-natuur/wat-wil-hetlandbouw-collectief-en-maken-ze-een-kans~b2f53582/ (5)https://www.pigbusiness.nl/artikel/246404-landbouw-collectiefschiet-stikstofmaatregelen-kabinet-af/ (6)https://www.trouw.nl/duurzaamheid-natuur/nederlandinvesteerde-elf-miljard-tevergeefs-in-de-natuur-er-moet-ietsrigoureus-veranderen~b2b35cb6/ (7)https://www.foodlog.nl/artikel/stikstofplan-kabinet-verspillingvan-belastinggeld-om-politieke-agenda-te-d/ (8)https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/01/14/ advies-luchtvaartsector (9)https://www.foodlog.nl/artikel/het-grote-gesprek-moet-gevoerdworden-anders-blijven-we-rommelen/ (10) https://proeftuinkrimpenerwaard.nl/adaptieve-landbouw/ (11)https://www.boerderij.nl/Rundveehouderij/Blogs/2019/7/ Hypocriet-zinloos-en-idioot-445392E/ (12)https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2020/06/08/ niet-alles-kan-overal D
WAARDVOGEL | JUNI 2020 33
Gezond eten van de korte keten Groene voedselproducenten in beeld Tekst en foto’s: Joke Colijn; foto familie Snoek: maatschap Snoekvliet CO2-reductie is hot. In landelijk en internationaal verband proberen we de CO2uitstoot (het broeikasgas koolstofdioxide) te remmen, omdat die grotendeels de opwarming van de aarde veroorzaakt. Het klimaat wordt extremer met ijskappen die smelten, een stijgende zeespiegel, meer stormen en enorme hoosbuien. Industrie en verkeer stoten de meeste CO2-uit. Iedereen kan bijdragen aan reductie door minder vervoersbewegingen te maken, en kolen of hout stoken/verbranden te beperken. Dan is er het stikstofprobleem. Fijnstof van industriële productieprocessen (NOx, stikstofoxiden) en ammoniak (NH3) door een gigantisch mestoverschot worden daaronder geschaard. 41% van de NH3 wordt geproduceerd door onze landbouw. Natuurinclusieve vormen van landbouw dragen structureel bij aan stikstofreductie. Door meer extensieve vormen van landbouw of soms hogere kosten liggen de opbrengsten van deze boeren gemiddeld wat lager en moeten hun producten dus iets duurder zijn: een eerlijke prijs voor een eerlijk product. We kunnen hen en onszelf helpen door producten te kopen van producenten van verantwoord voedsel. Vervolgens is er grote zorg over het gif- en medicijngebruik in de reguliere landbouw. Gif is in zeer grote mate oorzaak van de grote teruggang van onze biodiversiteit. Denk aan de 70% verlies van de insecten die aan de basis van de voedselketens staan. Aan het verdwijnen van de bijen die noodzakelijk zijn voor bestuiving van ons voedsel. Aan de kankerverwekkende stoffen die worden aangetroffen in vlees, op en in fruit en groenten. Aan al deze problemen kan iedereen zelf substantieel iets doen: gezond eten van de korte keten! De komende tijd belichten we in elke Waardvogel een groene producent uit de Krimpenerwaard. In dit nummer bezoeken we de maatschap Snoekvliet aan de Schoonouwenseweg 46a, 2821 NZ Stolwijk, beter bekend van de Stolweitjes. Er is een rigoureuze verbouwing aan de voorzijde van het woonhuis gaande; de familie leeft tijdelijk in de keuken en het voormalige boenhok. We treffen Martjan en zoon Gertjan thuis, later schuift Jeanne bij. D
B
edrijfsvoering De boerderij met de originele varkensschuur is door een voorvader gebouwd op de huidige locatie en is op dit moment in handen van de vierde generatie Snoek. De maatschap van de familie Snoek drijft nu op twee bedrijfstakken: een van 23.000 leghennen die de Stolweitjes produceren, vooral gerund door de ouders Martjan en Jeanne, en een gangbaar melkveebedrijf met 75 koeien vooral gerund door zoon Gertjan en schoondochter Corianne. We focussen ons hier op de Stolweitjes, eieren met het keurmerk ‘Beter Leven 2 sterren’ van de Dierenbescherming. Jeanne is heel actief met promotie op de Facebookpagina van het bedrijf, waarop ze leuke filmpjes plaatst en waar heel veel aantrekkelijke recepten met eieren te vinden zijn! De fipronilcrisis is niet aan de maatschap voorbijgegaan. In 2017 moesten kippen en eieren worden vernietigd op last van de NVWA. Ook hier werd zonder medeweten van de familie het voor de mens (en bijvoorbeeld voor bijen zeer) schadelijke insecticide fipronil aangetroffen nadat de stallen waren gereinigd door een extern bedrijf. In de bedrijfsvoering worden drama’s van dergelijke omvang jarenlang gevoeld, nog afgezien van het leed bij moeten ruimen van op het oog gezonde hennen. De steun die vanuit de nabije omgeving werd betoond was hartverwarmend en nadat de stallen opnieuw met legkippen werden bevolkt nam de lokale verkoop flink toe. Er zijn drie dochters in het gezin waarvan er twee elders wonen; de jongste studeert, woont nog thuis en helpt soms mee met inpakken. Gertjan en Corianne kregen onlangs een baby.
M
otivatie In eerste instantie nam Martjan de destijds relatief kleine melkveehouderij over van zijn ouders, maar er moest in de onderneming eigenlijk iets bij voor een redelijk verdienmodel. Dat werden vleeskuikens,
34
WAARDVOGEL | JUNI 2020
waarvoor een aparte stal werd gebouwd. Dat liep een aantal jaren goed, totdat de groeiende markten in Brazilië en Thailand het Nederlandse kuikenvlees wegspeelden. Bovendien luistert het houden van vleeskuikens heel nauw waardoor het risico op een financieel debacle bij zo’n kleine marge niet ondenkbaar was. De hele Nederlandse bedrijfstak geraakte in de mineur. Op een beurs stak Martjan zijn licht op over leghennen; Jeanne en hij besloten in 2007 om de mouwen nogmaals op te stropen en aan deze nieuwe uitdaging te beginnen. De stal werd omgebouwd voor leghennen die in eerste instantie alleen binnen liepen, vooral ingegeven door het eventuele bedrijfsrisico van het hoge vochtgehalte waarmee de dieren zouden worden geconfronteerd in een buitenren. Na twee rondes leghennen binnen houden, besloten ze toch dat de kippen naar buiten mochten. Die kregen alle ruimte naast de droge stal op een flink deel van het perceel achter en naast de boerderij. Er is bij de kippen dan ook geen sprake van stress: veel lopen lekker te pikken in de aarde, andere lopen door elkaar in de grote stal om te eten en drinken of fladderen naar een legnest om een eitje te leggen. Het voer voor de leghennen betrekt Martjan van een voerfabriek. Het bestaat uit diverse granen, en nietgenetisch gemanipuleerde maïs en soja; het voer wordt geleverd met een GMO (=genetisch gemanipuleerd organisme)-vrije verklaring. Ook zitten er grit en kalk in het voer; grit wordt daarnaast extra bijgevoerd. Gebruik van antibiotica is niet nodig. De ondernemer in Martjan is tevreden: er is een goede, groeiende markt voor het product én de dieren hebben het goed zo. Door o.a. het Beter Leven-initiatief van de Dierenbescherming en organisaties als Wakker Dier wordt een markt gecreëerd voor een betere manier van dieren houden, met minder druk op zowel de boer als op het dier. Hij kan dan ook met veel genoegen naar het natuurlijke gedrag van zijn scharrelende kippen staan kijken. Kortwieken is niet nodig: omdat bovenaan de manshoge gazen omheining geen stang is geplaatst, komen ze niet in de verleiding om daar
op en er overheen te vliegen. De enkele kip die soms toch op het erf loopt, neemt volgens Martjan het principe ‘vrije uitloop’ te ruim.
D
e producten - eieren De kwaliteitseisen die de Dierenbescherming voor ‘Beter Leven 2 sterren’ heeft gesteld aan het welzijn van de dieren, zijn in afspraken met de producent vastgelegd en ze worden gecontroleerd door een onafhankelijke instantie in opdracht van de Dierenbescherming. Aan de voorwaarden voor het label ‘Beter Leven 2 sterren’ wordt op Snoekvliet ruimschoots voldaan; de hennen hebben o.a. flink meer ruimte dan vereist. Hennen gaan pas na 5 tot 6 maanden leggen als ze voldoende uren per dag licht krijgen (als het voorjaar wordt of door lampen in de stal). Eieren moeten een minimaal gewicht hebben voor de verkoop; oudere hennen leggen grotere eieren. Dagelijks worden de eieren geraapt. Bevuilde eieren gaan weg als tweede soort voor industriële doeleinden. De jonge kippen komen als ze zo’n 18 weken oud zijn. In de periode dat nieuwe hennen nog geen eieren leggen en in de eerste weken waarin de eieren nog niet het juiste gewicht hebben, worden de Stolweitjes betrokken van een andere boerderij die onder dezelfde Beter Leven 2 sterren-condities de kippen houdt. Dit natuurlijk in afwachting van de eerste eigen Stolweitjes! - kippenvlees De kippen worden na ongeveer 15 maanden geruimd als de eischalen zwak worden. Tot nu gaan ze naar een regulier slachthuis, maar Martjan overweegt om in de toekomst via bijvoorbeeld Rechtstreekx het kipvlees te gaan vermarkten. Voor dit Beter Leven 2 sterren-kipvlees is zeker een groeiende markt, ook al zijn het na een kipwaardig leven geen in-vijfminuten-gaar filetjes. - kaas Van een flink deel van de koemelk maken Gertjan en Corianne sinds een aantal jaren kaas. Deze kaas kan geen (rauwmelkse) boerenkaas heten omdat de melk wordt gethermiseerd (= verwarmd boven 40 maar tot 72 graden C). De officiële naam is dan Kaas van de Boerderij, daaraan is de eigen naam ‘Stolweidekaas’ toegevoegd. Ook deze kaas ligt bij zes regionale supermarkten (zoals Coöp Stolwijk, Plus in Bergambacht en Gouda), maar de meeste kaas wordt via de reguliere handel afgezet vanwege de grote arbeidsinzet die het zelf opvoeden van kaas meebrengt. - melk De overige koemelk (minimaal 100.000 liter per jaar) wordt door Vreugdenhil Dairy Foods opgehaald en verwerkt tot melkpoeder. Door dit contract kan men bij overproductie, of als er door omstandigheden of vakantie geen kaas gemaakt kan worden, of als de afzet van kaas instort door zoiets als nu corona, toch de melk afleveren. - natuur als product Gertjan laat dubbelbrede perceelranden langs de sloten staan en bemest die uiteraard niet. In de sloten groeit veel krabbenscheer (een indicatie van schoon water) en de diversiteit aan planten in de randen is groot. Zwarte sterns broeden er niet maar worden wel foeragerend gezien. Er wordt volgens de voorschriften van het waterschap HHSK geschoond en gebaggerd (het zg. mozaïekbaggeren). Hiervoor én voor de rijke slootkanten heeft Gertjan contracten afgesloten bij het ACK.
Voorheen broedden er ook weidevogels op de percelen en werden de nesten beschermd, maar inmiddels zitten er geen vogels meer. In z’n hart zou Martjan best terug willen naar het oude kruidenrijke gras, dan koeien met horens er op laten weiden, met de melkwagen in het land melken, van de melk een mooi kaasproduct maken en dat vermarkten. De grote, massale veehouderij is in zijn optiek niet toekomstbestendig – maar dit beeld lijkt anno 2020 bijna een utopie en dan nog: zo’n grote omslag maken, dat doe je niet even. - energie Binnen enkele worden op het dak van de kippenschuur en de wagenloods zonnepanelen gelegd die 300.000 Kwh gaan opleveren: meer dan nodig voor de eigen consumptie; de overproductie wordt teruggeleverd en is daarmee onderdeel van het verdienmodel.
A
fzetlijnen voor de Stolweitjes Martjan heeft zijn eigen markt gecreëerd door met potentiële afnemers het gesprek aan te gaan; hij beleeft veel plezier aan dit onderdeel. Op zaterdag en maandag worden de verse eieren met alle beschikbare handen verpakt op trays of in eigen Stolweitjes-doosjes van 10 stuks. In de Hoogvliet supermarkten mogen de klanten zelf een neutraal Beter Leven 2 sterren-doosje vullen met eitjes van de tray, in de Plus in Schoonhoven staan de Stolweitjes-doosjes naast de trays om zelf te vullen. Eieren hebben een lange houdbaarheid waardoor ze in het distributiecentrum van bijvoorbeeld Hoogvliet nogal eens een week in opslag blijven staan nadat ze op dinsdag zijn opgehaald. Martjan brengt de eieren daarom bij voorkeur op maandag en dinsdag zelf naar de afnemers in de korte keten, waardoor ze maximaal vers bij de klant komen; de smaak van het verse ei is een aspect van zijn product waarop hij terecht trots is. * Twee kleinere supermarktketens: de Boon’s Markten (met locaties vooral ten oosten en zuiden van de Krimpenerwaard), en via de coöperatie Het Groene Hart van producenten met het logo STREEK wordt geleverd aan de Hoogvliet supermarkten. Zo komen de Stolweitjes in Gouda, maar ook in Den Haag, Veenendaal en bijvoorbeeld Woudenberg. * Franchisenemers van diverse Coöp-, Plus-, Jumbo- en Albert Heinsupermarkten met locaties in de Krimpenerwaard, Gouda en de omgeving. * Zelfstandige ondernemers zoals kaasboeren die staan op lokale markten in de Krimpenerwaard en daarbuiten, en diverse boerderijwinkels in de Krimpenerwaard, Oudewater enz. * Een deel van de eieren wordt geleverd aan de reguliere handel als buffer, omdat de hoeveelheid gelegde eieren per week nu eenmaal nooit precies gelijk is en het aantal winkels in een keten ook fluctueert, nu zelfs toeneemt. * Langs de oprit naar de boerderij is een stalletje waarin de eieren te koop worden aangeboden: Schoonouwenseweg 46a, 2821 NZ Stolwijk. Doordat tijdens de coronacrisis de eierenaanvoer van elders stagneerde, werd de vraag naar Stolweitjes zo hoog dat Martjan voor het eerst soms ‘nee’ moest verkopen. Nieuwe afzetmogelijkheden binnen de korte keten zoals de Krimpenerwaardbox en Proef de Krimpenerwaard worden overwogen zodra ze in te passen zijn in het strakke weekschema. D
WAARDVOGEL | JUNI 2020 35
Te koop: uniek stukje natuur in het midden van de Krimpenerwaard Dit eiland is te bereiken via kade, weiland en roeiboot. Het betreft percelen bos en water van 5800 m2. Rust, vogels, prachtige omgeving. Vraagprijs: € 29.000, Informatie: 06-12281584. D
Verblijf in een ‘heidehuisje’ met een eigen vogelkijkhut grenzend aan een natuur- en stiltegebied. Nico de Haan ging u voor: ‘Als je niet aangestaard wordt door de Schotse Hooglanders dan word je wel begluurd vanaf de kale topjes van het struikgewas door de roodborsttapuiten’. Nieuw is een laadpaal voor elektrische auto’s. Kijk op: www.heidehuisje.nl of bel 06-81525089
WELKOM IN HET REESTDAL
De kracht van voeding
Persoonlijke begeleiding Projecten duurzame & gezonde voeding Educatie, workshops & lezingen Arike Mijnlieff Voedingsdeskundige & therapeut
Tuinontwerp en hoveniersbedrijf
'Projecten in het groen' ontwerp beplantingen onderhoud
06 - 25 524 787 Van der Giessenweg 49 - 1ste etage 2921 LP Krimpen a/d IJssel info@praktijkdegroenling.nl
www.praktijkdegroenling.nl
www.projecteninhetgroen.nl
0 6 . 5 4 2 1 3 9 8 8
Zwerfvuil - wat doen we ertegen? Jaap Graveland
Sinds ik vanwege het coronatijdperk thuis werk, fiets ik elke dag een rondje door de Krimpenerwaard. Ik beleef bewust de vordering van het broed- en bloeiseizoen, zeker nu ik andere routes fiets dan de dagelijkse rit naar de trein voor mijn werk. Wat verder opvalt: bijna elke dag worden er nieuwe blikjes en flesjes in de berm gemikt. Zwerfafval, en niet alleen hier. D
B
egin juni was ik met het gezin in Zuid-Limburg. Het was er prachtig en duizenden fietsers en wandelaars genoten. Een populaire locatie is de Wingbergerhoeve, oostelijk van Epen waar de weg de Geul kruist. Er wordt ijs verkocht. Het was er erg druk, mensen zaten in het gras langs de Geul, een en al gezelligheid, het weer was geweldig. Alleen, de vuilnisbak naast het veld was vol. Tientallen mensen legden hun afval naast de afvalbak, een deel woei al de weg op. Bij de ijskraam aan de overkant stonden diverse afvalbakken, die lang niet vol zaten. Maar al die mensen vonden dertig meter lopen te ver. Elders in het land is het niet anders, overal op sociale media luidden boswachters dit voorjaar de noodklok: door corona zoeken veel mensen de natuur dicht bij huis op, en dumpen er als dank hun afval.
H
et kan anders: in Zwitserland en Canada zie je nauwelijks afval, ook niet op drukke locaties. Dus de vraag is: waarom doen wij dit dan wel? Ik weet het niet precies, maar ik noem het een ‘laat maar waaien mentaliteit’. Recent stond in Trouw een hoofdartikel over de grote natuurorganisaties. (https://www. trouw.nl/opinie/natuurorganisaties-moeten-tanden-latenzien~bddf78b7/) Strekking: ze hebben veel te weinig actie ondernomen tegen het slappe natuurbeleid, het feit dat overheden zich vaak niet houden aan de Wet Natuurbescherming, en ook slecht handhaven bij overtredingen. Met het stikstofdebacle als triest dieptepunt. ‘Laat maar waaien’ is te zwaar uitgedrukt, maar sterk is het optreden van de natuurorganisaties niet te noemen. Mobilization for the Environment (MOB), een organisatie van een paar mensen, kreeg met hun juridische procedures meer voor elkaar dan de grote natuurorganisaties.
vooral moeten blijven doen. Maar het heeft de aftakeling van natuur niet kunnen tegen houden, zoals Trouw in een ander artikel liet zien: https://www. trouw.nl/duurzaamheid-natuur/hoe-dertig-jaar-beleid-en11-miljard-de-natuur-niks-hebben-opgeleverd~b095791d/. De titel klopt trouwens niet, want zonder die investering van 11 miljard was de natuurkwaliteit nog meer achteruitgegaan. Maar het gaat dus niet goed, ondanks wettelijke afspraken over natuurbehoud. En onze medeburgers blijven hun afval dumpen. In de jaren tachtig demonstreerden meer dan een half miljoen mensen tegen kernwapens. Nu demonstreert er bijna niemand tegen het lakse natuurbeleid. Zijn we ingedut?
D
aarom zouden natuurbeschermers en natuurorganisaties moeten gaan nadenken over een andere, meer activistische methode: aanspreken van elkaar op gedrag dat ten koste gaat van de natuur, meer de publiciteit zoeken bij overtredingen, vaker procederen, een goed voorbereide demonstratie. Niet in plaats van voorlichting en samenwerking, maar in aanvulling daarop. Ook daarin moeten we trouwens de samenwerking zoeken. Onze boeren krijgen nu bijvoorbeeld vergoedingen voor weidevogelbeheer die eigenlijk te laag zijn om door te pakken. En mogelijk komen er overal in het land grote zonnevelden in het buitengebied, ook in de Krimpenerwaard. Op grond die we ook nodig hebben voor een meer extensieve landbouw. Kortom, er zijn voldoende onderwerpen waar natuur en landbouw zich samen sterk voor kunnen maken. En dan met zijn allen naar het Malieveld! D
I
k denk dat er twee manieren zijn om natuur te beschermen en onze medemensen aan te spreken. De eerste is het enthousiasmeren en samenwerken. Dus lezingen, excursies en cursussen geven, artikelen schrijven, enz. Met positieve verhalen, want te veel klaagzangen over wat verloren is gegaan stoten af. En samenwerking met overheden, ondernemers, boeren. Dat is wat de NVWK en de honderden zusterverenigingen, en de natuurorganisaties volop doen. En
Cartoon: Gert Blom
WAARDVOGEL | JUNI 2020 37
Winterkoning wie kent hem niet? Mathilde Marijnissen
Regelmatig zie ik een winterkoning in onze tuin. Vorig jaar heeft een winterkoningman van mos een nest gemaakt in een nestkastje van touw dat zomaar voor de sier onder een afdakje hing. Het nest was prachtig, helemaal van mos uit de tuin, met bovenin een piepkleine opening in de opening. Of die opening misschien toch te klein was... feit was dat het vrouwtje het nestje afkeurde, er is niet in gebroed. Super jammer, maar wel voor mij een reden om in de tuin helemaal geen mos meer te verwijderen! Het was ook een aanleiding om meer info over de winterkoning op te zoeken. Die wil ik graag delen in dit artikel. D
W
etenswaardigheden over deze lawaaimakers De winterkoning weegt nog geen tien gram en is het bijna-kleinste vogeltje van Nederland; het kleinste zijn goudhaantje en vuurgoudhaantje. De winterkoning is roodbruin van kleur met een opgewipt stomp staartje. De flanken zijn wit gestreept en bepareld. Hij is bekend om zijn levendigheid en zeer harde zang. Van alle zangvogels is hij misschien wel de grootste lawaaimaker. Hij waarschuwt veel en luid en overstemt zo alles in zijn omgeving! Hoe hij aan zijn naam gekomen is, is niet te achterhalen. In het Oudhoogduits heette hij ‘wrendilo’ en in Oudengels ‘wraenne’. In huidig Engels ‘wren’. In de Engelse en Ierse folklore werd hij ‘king of all birds’ genoemd. Of komt zijn naam misschien vanuit het Oudgriekse verhaal over hoe de vogels een koning kozen? In Nederland en Vlaanderen zijn er zo’n 60 streeknamen voor de winterkoning waaronder: duimeling, tuinkruipertje, kleinjantje, paternosterbolleke, tomke, kadolstermenneke, kroetjen.
V
erspreiding Heel lang geleden stond de zeespiegel zo laag dat Alaska en Siberië verbonden waren met een landbrug op de plaats waar nu de Beringstraat is. Het winterkoninkje stak vanaf Alaska en Canada over naar de andere continenten. In de daarop volgende duizenden jaren gedijden ze prima in hun leefgebieden en trokken generaties winterkoninkjes ook weer verder en verder en verspreiden zich zo over de hele wereld. Je vindt winterkoninkjes in twee derde van de wereld: Europa, Noord-Amerika, Azië, Noord-Afrika, Midden-Oosten, de wouden van West-Rusland tot Vuurland. Ze kwamen met de juiste oostenwind (storm?) ook terecht in Engeland, Ierland en IJsland. Ze komen voor van zeeniveau tot boven de 3000 meter. Ze konden zich overal prima voeden met kleine insecten die andere, grotere vogels links lieten liggen. Het is een groot en gevarieerd geslacht geworden. De Euraziatische winterkoning is een van de kleinste leden. Een andere soort is bv.. de Zapata-winterkoning, die alleen in een enkel Cubaans moeras voorkomt. Of de cactuswinterkoning die in schijfcactussen in het zuidwesten van de VS leeft.
V
erleiding Als hij zingt draait zijn hele lichaampje mee van links naar rechts om te zien of er een vrouwtje opduikt dat hij kan verleiden. Het geratel dat hij kan verspreiden is een vorm van contact zoeken of leggen. De winterkoning is een geboren verleider.
38
WAARDVOGEL | JUNI 2020
Een klein vogeltje met een groot stemgeluid, foto: Peter Stam
N
estplaatsen en broedgedrag Nestelen/broeden vindt op verborgen plekjes plaats. Omdat ze zo klein zijn konden ze destijds en nog steeds, nestelen in elke geschikte spleet, kier, scheur, barst en holte. Het mannetje bouwt in zijn territorium meerdere bolvormige nestjes van dorre bladeren, mos, varens en grassen. De opening ligt opzij bovenaan (in mijn touwnestkastje was dat precies zo!). Het liefst bouwt hij op een donkere plek: tussen planten, oude takken of rommel op de grond, heggen, klimop, oude boomstronken, schuurtjes, oude nesten van andere vogels. Google maar eens op ‘nest winterkoning’. Hij bouwt ze niet helemaal af. Komt een vrouwtje op zijn prachtige zang af, dan neemt hij zijn ‘winterkoningin’ mee en laat haar de verschillende nestjes zien. Het vrouwtje kiest er één uit. Ze bekleedt het van binnen met veertjes en legt er 5 à 8 zeer kleine eitjes in. Die broedt ze in 2 weken uit. Manlief is ondertussen doorgegaan met zingen/ verleiden. Het komt vaak voor dat een mannetje meerdere vrouwtjes heeft die zitten te broeden. Dit is afhankelijk van het insectenaanbod in zijn territorium. Het mannetje helpt mee met het voeren van de jongen. Met meerdere nestjes jongen heeft hij het dan héééél druk!
V
oedsel Je ziet vaak maar één winterkoning, want winterkoningen
leven buiten de broedtijd meestal solitair. Ze foerageren voor een groot deel op de grond. Het hoofdvoedsel bestaat uit kleine insecten (larven) en andere ongewervelden als spinnen, motten, vliegen en slakjes, die in de winter moeilijk bereikbaar zijn. Bij schaarste gaan ze uit nood over op zaden en bessen als bijvoeding. Met hun spitse snavel komen ze in spleten en voegen. De winterkoning is daarom een grote hulp bij de biologische ‘ongediertebestrijding’.
O
verwintering In Nederland breng de winterkoning het grootste deel van de winter in eigen land door, maar in landen waar het te koud wordt en te veel sneeuw valt, trekken ze door naar iets warmere oorden. Wij kunnen dus zomaar een winterkoning uit Scandinavië in onze tuin krijgen! Echte kou is een probleem. Maar daar hebben ze iets op gevonden, ook uit nood geboren weliswaar: winterroestplekken! Er zijn waarnemingen dat winterkoningen ’s winters vooral ’s nachts bij elkaar kruipen in mezen- en mussennestkasten om zo warm te blijven. In de schemer vliegen dan meerdere koninkjes
achter elkaar een nestkast in. Er is ooit een telling gedaan van zestig vogeltjes in één nestkast! ’s Morgens wurmden ze zich weer allemaal uit de opening naar buiten in de frisse zuurstofrijke lucht!
T
ip Is je tuin netjes, zonder enige rommel? Dan zal het winterkoninkje die zeker niet bezoeken. Dus laat of maak je tuin wat rommelig zodat er nog steeds insecten te vinden zijn en hang meerdere nestkastjes op. Uiteraard voor andere vogels om in te broeden, maar wie weet ook als beschut slaapvertrek voor de winterkoning. Wanneer dan de zomer op zijn eind is, de warmste dagen voorbij zijn en de koudere dagen aantreden, zal de winterkoning zich niet laten verjagen. Met een mooie nestkast als noodslaapplaats verblijven er komende winters misschien ook wel winterkoninkjes in jouw tuin… D
Bronnen: Het winterkoninkje, Stephen Moss; www.youtube.com/watch?v=
Schuldig
Tekst en illustratie: M. Bersma Meester Sander is mijn buurman die op deze vrije woensdagmiddag besluit een fietstocht te maken lans de groene weiden met grazende koeien en vissende reigers. Rustig voorttrappend langs de Tiendweg ziet hij dat het niet alleen reigers zijn die vissen. Er staan twee jongens langs de sloot die wat problemen hebben met hun hengel. Meester Sander is altijd bereid tot helpen. Hij stapt van z’n fiets en parkeert hem tegen een wilgenboom. “Lukt het niet jongens, zal ik jullie even helpen?” Bereidwillig pakt hij één van de hengels en neemt een worm uit het blikken doosje naast een emmer met slootwater. “Kijk,” zegt meester Sander terwijl hij inlegt, “let op, zo doe je dat.” Gedrieën turen ze gespannen naar de dobber en zien niet dat de veldwachter uit Ouderkerk rustig fietsend naderbij komt. Bij de vissers gekomen, stapt hij af. “Goeiemiddag,” zegt hij met intimiderende stem, “hebt u een visvergunning meneer?” “Nou nee,” zegt meester Sander, “die ligt thuis, maar ik help deze jongens even.” “Dan vist u zonder vergunning, dat zie ik toch goed?” houdt de politieman vol. “Ja,” zegt meester Sander ongeduldig, “maar ik zeg u toch, dit is niet mijn hengel, maar die van de jongens, ik doe het hun voor.” “Niks mee te maken meneer, u vist, of wil u dat ontkennen? Ik moet u bekeuren, geef uw naam maar op.” De agent is niet voor rede vatbaar. “Ik gooi ’t voor de rechter”, zegt meester Sander kwaad. “Moet u zelf weten”, zegt de agent, niet onder de indruk. Hij stapt weer op z’n fiets, richting Ouderkerk. Enkele weken later staat meester Sander voor de rechter. Hij krijgt geen kans om zichzelf te verdedigen. Na tien minuten staat hij weer buiten met de mededeling: Schuldig. d WAARDVOGEL | JUNI 2020 39
Veenweidepark Poort naar de Krimpenerwaard Op stap met Rolf van Beek, Boswachter uitvoering bij het ZHL Tekst en foto’s: Joke Colijn In 2020 bezoeken we in elke editie van de Waardvogel een gebied van het Zuid-Hollands Landschap (ZHL). Er zijn veel ontwikkelingen gaande in de Krimpenerwaard, ook in de gebieden van het ZHL. We laten ons daarover graag bijpraten door steeds een andere medewerker. In dit nummer praten we bij met Rolf van Beek, al 24 jaar werkzaam bij het Zuid-Hollands Landschap (ZHL). Rolf werkt in de buitendienst. Hij heeft een partner en drie volwassen zonen die niet meer thuis wonen. D
H
oe is dit gebied bij het ZHL gekomen? “De provincie Zuid-Holland had in het verleden deze gronden aangekochtvoorderealisatievandezuidelijkerondwegN207omGouda,en het proces van overeenstemming met alle partijen heeft zoals veel mensen zich nog wel herinneren, tientallen jaren geduurd. Het Veenweidepark is na de aanleg in 2017 aangekocht van de provincie. Vroeger werden dit soort gronden met natuurbestemming automatisch doorgeschoven naar het Zuid-Hollands Landschap; tegenwoordig bepaalt de marktwerking. Meerdere partijen konden bieden, maar niet alleen de hoogte van het bod was belangrijk, want erbij hoorde dat gegadigden een plan moesten maken voor inrichting en onderhoud. Het bod van het ZHL heeft toen gewonnen.” Rolf en ik hebben afgesproken op het ZHL-rustpuntje aan de Gouderakse Tiendweg en lopen vandaar over het fietspad noordwaarts. “Het deel vóór de fietstunnel die onder de rondweg N207 door loopt, is nog niet ingericht en is voor natuur en recreatie ook niet zo interessant. Het zal zeer waarschijnlijk weer aan de provincie worden teruggegeven in het kader van grondruil.”
G
raffiti in de fietstunnel Hee, kijk nou: graffiti! “Voormalig regiohoofd Ninouk had ooit nog het plan om de muren in de tunnel ter beschikking te stellen van lokale kunstenaars, maar dat is er niet meer van gekomen. Waarschijnlijk is dat idee spontaan een eigen leven gaan leiden, want de muren zijn inmiddels zo goed als helemaal bedekt!” Best een leuk idee toch? Nu zit er geen verband in de voorstellingen, maar stel dat je aan liefhebbers een stuk muur ter beschikking stelt en iedereen geeft zijn eigen invulling aan bijvoorbeeld een ‘groen’ door jullie genoemd onderwerp – dat zou toch best een aardig stukje promotie zijn? “Ja dat is zo, misschien kan het alsnog!”
B
eheer en doelstelling De andere kant van de tunnel geeft al gelijk een heel ander beeld. Een aalscholver droogt zijn veren, we zien een scholekster. Hoe loopt de begrenzing eigenlijk? “Het Veenweidepark ligt ingeklemd tussen de waterzuiveringsinstallatie in het westen, tot één perceel vóór de bebouwing langs de Goudseweg in het oosten, en van de industrie langs de IJssel in het noorden tot (binnenkort) de rondweg in het zuiden.” Waar is het beheer op gericht? “Aan de westkant is inmiddels één perceel bloemrijk ingericht samen met
40
WAARDVOGEL | JUNI 2020
vrijwilligers, zowel van de NVWK in het kader van het Graslandvlinderplan, als van het ZHL voor het Veenweidepark. In het begin heb ik hier best veel tijd ingestopt, ik ben nogal bezig met insecten. Er was al jaren nauwelijks mest opgebracht, maar de percelen waren wel verruigd. We hebben het bloemrijke perceel niet afgeplagd, maar gespit en gefreesd, toen het land een paar weken laten liggen zodat onkruiden konden kiemen, en nogmaals gefreesd. Omdat het zo droog was kiemden de onkruidzaden nauwelijks en is die laatste slag niet erg succesvol geweest, maar toch ziet het er heel aardig uit nu met nu al die bloeiende margrieten, smalle weegbree, hier en daar biggenkruid, veldzuring en scherpe boterbloem; knoopkruid, wilde peen en andere kruiden staan in de knop. Vorig jaar zagen we ook veel grote ratelaar die op grassen parasiteert, die zie ik nu nauwelijks…, hopelijk komt dat nog, want de witbol staat er nog te veel tussen. Dat is een invasieve eenjarige grassoort die we liever niet zien, maar we gaan deze bloemenzee niet zomaar maaien! We zullen met Stef, Max of Arie overleggen wat de beste actie is. We kunnen nog heel even wachten voor de witbol uitzaait, maar dan gaan we waarschijnlijk heel gericht (sinus)maaien om hem onder controle te krijgen. Uiteraard maaien we de rest pas na de zaadzetting om de soorten te behouden. Twee andere percelen staan op de nominatie om in samenwerking met de NVWK nog dit jaar doorgezaaid te worden met wat minder opvallende, inheemse kruiden zoals klaversoorten. De doelstelling voor het hele gebied is kruiden- en faunarijk grasland. Het gebied is nog vrij monotoon en er groeien heel veel storingssoorten zoals distels en ridderzuring. Er zitten nog wel wat weidevogels in het middendeel, maar het beheer is verder vooral gericht op verschraling en uitputten van de storingssoorten: vaak maaien en afvoeren. Vandaar dat je ziet dat de percelen langs het fietspad al een keer gemaaid zijn.” Verschillende delen in de polder Veerstalblok
ontwikkelen zich toch botanisch best aardig? “We zien verderop in de polder Veerstalblok door zo’n twintig jaar verschralen al hele leuke percelen met koekoeksbloem, kaasjeskruid, pinksterbloem, cichorei en hier en daar reukgras in de kanten, maar er staan hier in het Veenweidepark nog veel storingssoorten en we moeten eerst door dat stadium heen. Het onderhoud van veel ZHL-percelen in deze hoek wordt gedaan door Henk van Drunen (van De Veerstalhoeve) op een natuurvriendelijke manier. De heer Van Drunen heeft hiervoor speciaal een machine gekocht, een kamsnijder. Eerst laat hij een paar koeien op de percelen weiden die de ongewenste soorten niet eten, die blijven dus staan. Door de stengeldikte in te stellen kan hij vervolgens met deze machine soorten als raapzaad, distels, brandnetels enz. wegmaaien voordat ze uitzaaien, terwijl het dunnere gras blijft staan. Het is een weg van de lange adem, maar in vijf, zes jaar moet het mogelijk zijn deze soorten uit te putten.” We lopen langs een sloot met bloeiende gele lis, lisdodde, wilgenroosje, watermunt. “Deze oever is natuurvriendelijk ingericht door schuin af te plaggen. Deze soorten zijn niet aangeplant maar spontaan opgekomen; gedeeltelijk zal dat te maken hebben met wat er in de zaadbank zit, maar van andere soorten zoals de lisdodde spoelen of waaien de zaden ook gewoon aan. Bijzonder wat er in een paar jaar al vanzelf kan groeien!”
R
ingslangen “We houden ons hier ook bezig met ringslangen. De polder Veerstalblok was van oudsher een goede polder voor ringslangen, en een jaar of twintig geleden was hier het laatste bolwerk van de slang in de Krimpenerwaard. Daar ligt nog een oude broeihoop van takken, houtsnippers, paardenmest en maaisel. Er was tot vorig jaar geen gebruik van gemaakt, maar dat is een kwestie van tijd. Paardenmest broeit lekker en ringslangen kunnen de enzymen die daar bij vrijkomen tot op 700 meter afstand ruiken. We zouden ook dit jaar in samenwerking met Ravon aan de slag gaan, maar doordat dit jaar alle vrijwiligersactiviteiten stilliggen konden we tot nu weinig doen. Normaal gesproken zetten we jaarlijks een paar broeihopen op met een vrijwilligersgroep. Later gaan we op een veilig moment, bijvoorbeeld in september, de hopen openspitten om te kijken of er uitgekomen eieren te vinden zijn. Dat is eigenlijk de enige manier om te monitoren of de slangen succesvol zijn in de voorplanting. We hebben hier ook een paar overwinteringsputten gemaakt: betonnen bakken met een strooisellaag en takken er in; er overheen ligt een plaat waar ruimtes in zitten zodat ze naar binnen kunnen.” Een stukje verderop ligt het Beijersewegje, dat erom bekend staat dat er nogal eens zonnende ringslangen worden doodgereden. “Dat klopt, het is bekend dat ze van daaruit de polder intrekken. Als mensen van Ravon ’s zomers een rondje lopen, tellen ze er soms twintig op een dag! Je kunt redeneren dat zo’n postzegel als het Veenweidepark niet veel bijdraagt aan de natuur en dat het te klein is voor weidevogels, maar we zetten hier met name in op planten en insecten, en dit is zeker ook een icoonsoort die van oudsher thuishoort in de Krimpenerwaard! Bovendien hebben ringslangen geen last van de rondweg, dus is dit een prima plek.”
W
eidevogels Er vliegt een kraai over en opeens stijgt er van alles op uit het gras: een paar kieviten, scholeksters, eerst één, dan twee paren grutto’s. Zo’n klein ingesloten gebied, en toch nog alarmerende weidevogels! Een tweede kraai zit op een paaltje klaar om zijn slag te slaan als de luchtmobiele brigade de eerste verjaagt. Er vliegen een paar kauwen rond en ook een blauwe reiger volgt geïnteresseerd de bewegingen. Hier speelt zich het drama van de weidevogelbescherming in de Krimpenerwaard af in het klein. “Ze voeren een hele strijd he? Vorig jaar zaten hier ook weidevogels, tot bijna tegen de bebouwing aan. Het is de vraag of hier iets groot wordt… De dubbele bomenrij die je daar ziet is op speciaal verzoek van de bewoners langs de Goudseweg aangelegd om minder last te hebben van de lichten van auto’s op de rondweg, maar maakt het natuurlijk nog lastiger voor weidevogels. Op een bepaald moment zullen we die bomen wel willen gaan
beheren als hakhout, bijvoorbeeld eerst de buitenste rij en een paar jaar erna de binnenste, maar daarvoor moeten we eerst met de bewoners in overleg.
V
rijwilligers “Toen het Veenweidepark werd aangekocht kwam dat succesje in de krant. Er stond ook bij dat we het wilden gaan beheren met vrijwilligers. Spontaan belden mensen het ZHL dat ze wilden meedoen. We hebben daarna een bijeenkomst georganiseerd op de beheerboerderij aan Schaapjeszijde, en daar kwamen ongeveer dertig mensen! Het was een van de koudste dagen van het jaar en we stonden enorm te blauwbekken, maar het was tekenend voor de belangstelling. Een aantal van hen wilde gewoon weten wat we hier gingen doen, maar de helft is actief vrijwilliger geworden; dat noem ik een verrassend succes. Ongeveer vijf keer per jaar is er een activiteit: we zetten een ringslanghoop op van zo’n vijf kuub materiaal(!), we maaien een bijenveldje, we trekken houtopslag uit de natuurvriendelijke oevers, of we spitten een broeihoop open. Ook wijken we soms uit naar de Veerstalblokboezem of gaan wilgen knotten langs de Tiendweg omdat hier nog niet voldoende werk is. Het is een zeer enthousiaste groep die zelf een appgroep heeft aangemaakt waar ze allemaal in staan en waarin ze ook natuurbelevingen met elkaar delen. Dat is natuurlijk fantastisch! Zo heb ik in de afgelopen weken al viermaal gelezen dat mensen meldden dat ze een ringslang hebben gezien. Het is toch prachtig dat ze zich betrokken voelen bij het gebied, steeds meer oog krijgen voor de natuur en dit soort waarnemingen aan elkaar doorgeven! Eén van hen heeft vorig jaar een koninginnenpage waargenomen in het nieuw ingezaaide veldje, die gemeld op de groepsapp en de positieve reacties waren zó leuk!” Ik merk dat hier je enthousiasme ligt voor dit gebied. Het ís toch ook leuk als mensen lekker buiten bezig zijn en zien dat het resultaat heeft wat ze doen! Zo dadelijk kunnen ze weer aan de slag als de nieuwe percelen worden ingezaaid samen met de werkgroep van het Graslandvlinderproject. “Ja zeker, het zijn allemaal mensen uit Gouda en de directe omgeving, dus dat helpt enorm bij de betrokkenheid. Ze zijn misschien al honderd keer voorbij de Veerstalblokboezem gefietst waar je normaal gesproken niet in mag, en dat kan opeens wel als we gaan werken in dat gebied! Je merkt dat ze dat heel bijzonder vinden.”
R
ecreatie We klimmen over een staphekje. Leuk voor gezinnen met kinderen is het struinpaadje door weiland, verderop ligt een vlonder. We komen bij de percelen die binnenkort doorgezaaid gaan worden. De paar koeien die in het weiland lopen zijn van Van Drunen. Het wandelpad gaat verder met een avontuurlijk bruggetje, er is een soort schavot met gaten waar je doorheen kunt kijken de Krimpenerwaard in, een picknick tafel en een eenvoudig klimtoestel. Veel mensen uit de stad wandelen of joggen graag een rondje door het park. Vooral door Goudse mensen wordt veel gebruik gemaakt van het fietspad, dat vanuit Gouda door het Veenweidepark zo de Krimpenerwaard in leidt, reden waarom het Veenweidepark ‘De Poort naar de Krimpenerwaard’ wordt genoemd. Op de terugweg wijst Rolf me nog een paddenpoel aan. Dank je wel, ik heb weer veel geleerd over een gebied dat ik nog niet kende! D WAARDVOGEL | JUNI 2020 41
Goed zo, hier word ik blij van! Eerste hulp voor de koninginnenpage Arie Kooy Op 19 mei ontving ik een mailtje van vlinderaar Ewoud Benschop. In die mail vertelde Ewoud mij, dat er recent op waarneming.nl een melding werd geplaatst van een eileggende koninginnenpage, langs de Molendijk in Krimpen aan de Lek. Cor Noorman had die waarneming op 14 mei geplaatst. Ewoud vreesde dat bij het maaien, dat meestal in juni plaatsvindt, dat legsel verloren zou gaan. h
O
nze vereniging heeft regelmatig en goed overleg met het waterschap HHSK, waarbij onder meer het maaien van de waterkeringen een vast agendapunt is. Op 19 mei zocht ik derhalve contact met één van onze gesprekspartners bij het HHSK, in casu Martijn Guichelaar en vroeg hem of er bij het maaien rekening gehouden zou kunnen worden met deze toch wel heel bijzondere waarneming. Nog dezelfde dag werd ik gebeld door Peter van Duijvendijk, die bij het HHSK verantwoordelijk is voor het maaien van de dijken. Peter vertelde mij dat op grond van het nieuwe bestek voor de maaiwerkzaamheden, de aannemer van het maaien, min of meer verplicht is om met bijzonderheden rekening te houden. De aannemer maakt daarvoor gebruik van de diensten van een ecoloog om te kijken of er bijzonderheden gevonden worden voordat het maaiwerk daadwerkelijk plaatsvind. Dat op zich is al heel bijzonder en prijzenswaardig! En laat nou die ecoloog ook de koninginnenpage langs de Molendijk hebben waargenomen….. . Peter kon dus melden, dat de aannemer z’n best zou doen om het legsel van de koninginnenpage te sparen.
M
aar dat is nog niet alles. Op 28 mei liet Peter mij nog het volgende weten: “Vanwege de koninginnepage hebben we vanochtend in de bouwvergadering het advies van (de ecoloog van) onze aannemer gekregen om het gras op het buitentalud van de Molendijk zo lang mogelijk maar uiterlijk tot september, te laten staan”. Daarmee wordt dan hopelijk bereikt dat we binnen afzienbare tijd koninginnenpages van Krimpense bodem kunnen waarnemen!
Boven: rups van koninginnenpage, foto: Stef van Walsum Onder: koninginnenpage foeragerend op knoopkruid, foto: Ewoud Benschop 42
WAARDVOGEL | JUNI 2020
H
ulde aan de aannemer, zijn ecoloog, en aan het HHSK! h
Tel. 06-51809068 / www.hagendijkbouw.nl
Zuidbroek 149a 2861 LL Bergambacht Zuidbroek 149a 06-10301196. 2861 LL Bergambacht info@bui-tegewoon.nl 06-10301196. www.bui-tegewoon.nl info@bui-tegewoon.nl www.bui-tegewoon.nl
BREED INZETBAAR OPOP UWUW NATUURPROJECTEN. BREED INZETBAAR NATUURPROJECTEN. Onderzoek, advies & inventarisatie in in Onderzoek, advies & inventarisatie natuur landschap, natuur enen landschap, WERKVELDEN: WERKVELDEN: agrarische inpassingsplannen - erfinrichtingen - natuur in de stad agrarische inpassingsplannen - erfinrichtingen - natuurinpassingen in de stad - groenspaarplannen - landschappelijke groenspaarplannen - landschappelijke inpassingen inventarisatie & onderzoek - Wet Natuurbescherming - inventarisatie ecologische & onderzoek - werkbegeleiding Wet Natuurbescherming kleinschalige water maatregelen ecologische werkbegeleiding beheer & inrichtingsplannen gebiedsontwikkeling kleinschalige water maatregelen agrarisch & particulier natuurbeheer
beheer & inrichtingsplannen - gebiedsontwikkeling -
SPECIALISATIES: agrarisch & particulier natuurbeheer inrichting en beheer van weidevogelgebieden, SPECIALISATIES: moeras- en waternatuur, rivierengebied, en organisatie, inrichtingbeheerplanning en beheer van weidevogelgebieden, agrarische inpassing en verbreding moerasen waternatuur, rivierengebied,
beheerplanning en organisatie, agrarische inpassing en verbreding
Reisgids 2016
jde bestemmingen Vogel- en natuurreizen naar wereldwi
reisprogramma ww Vraag de gratis reisgids aan! E inf
www.birdingbreaks.nl • T ( 020) 779 20 30 • E info@
woude ligt in het hart van de feervolle zalen zijn zeer geschikt e of feestelijke bijeenkomst. etverbinding zijn aanwezig. t complete maaltijden of buffetten. eid in eigen keuken. Bel ons voor:
De Wielewaal
Natuurmuseum & klompenwinkel v.o.f. “Bewonder de natuur van Het Groene Hart in een schilderachtige omgeving tussen Lek en IJssel”
Fam. Rijneveld | Tiendweg 26 | 3411 NB Willige Langerak (Lopik) | 0182-384454 Al vanaf 1998 actief in natuureducatie Voor actuele openingstijden en overige informatie zie
www.museumdewielewaal.nl
“De Zwaan” biedt ook een p afhaalmaaltijden en een sna Keuken geopend van 17.00 t woensdag, vrijdag en zaterd