001_GPV1QU_20171216_NET11_00_cover losse verkoop_Opmaak 1 12/12/2017 14:30 Pagina 5
netto - DECEMBER 2017 - MAANDBLAD NR. 11 - JAARGANG 11 - €6,90
GELDGIDS
UW GELD IN
ALLE NIEUWIGHEDEN DIE IN 2018 EEN IMPACT ZULLEN HEBBEN OPUW PORTEFEUILLE
BELEGGINGEN I BELASTINGEN ENERGIE I ERFENIS I ONDERNEMINGEN PENSIOEN I VASTGOED I WERK
netto UW GELD IN 2018
80
NIEUWIGHEDEN DIE VOLGEND JAAR EEN IMPACT ZULLEN HEBBEN OP UW PORTEMONNEE
6 Bank & beleggingen Wie meer dan 500.000 euro op een effectenrekening heeft staan, zal daar 0,15 procent belastingen op betalen. + 9 andere nieuwigheden.
12 Belastingen Uw koopkracht gaat erop vooruit, met dank aan een nieuwe fase in de taxshift. + 2 andere nieuwigheden.
32 Pensioen Dankzij de pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ) kunnen ook zelfstandigen met een eenmanszaak een aanvullend pensioen opbouwen. + 14 andere nieuwigheden.
38 Varia Van een ‘premie voor de elektrische wagen’ tot ‘de psycholoog terugbetaald’: 14 nieuwigheden.
netto COLOFON Adres
16 Energie 1,6 miljoen gezinnen zullen de overstap moeten maken van ‘arm’ naar ‘rijk’ gas. + 2 andere nieuwigheden.
42 Vastgoed Ook in 2018 worden de energie-eisen voor woningen aangescherpt. Huizen en appartementen krijgen een ‘S-peil’. + 7 andere nieuwigheden.
Tot 6.000 euro per jaar onbelast bijverdienen met occasionele klusjes bij verenigingen of burgers: het kan vanaf 20 februari. + 11 andere nieuwigheden.
VOLG UW GELD OP DE VOET Via www.tijd.be/netto blijft u op de hoogte van alle nieuwe maatregelen van de federale en Vlaamse regering die in 2018 een impact zullen hebben op uw geld.
Artdirector Ilse Janssens Lay-out Willem Ravoet Redacteuren Nadine Bollen, Ellen Cleeren, Petra De Rouck, Dirk Selleslagh Illustraties Pieter Van Eenoge
De nv en bv worden de vennootschapsvormen bij uitstek. En de aansprakelijkheid van bestuurders wordt geplafonneerd. + 10 andere nieuwigheden.
netto DECEMBER 2017
Hoofdredacteur Stephanie De Smedt
Eindredacteur Jan Lodewyckx
50 Werk
22 Ondernemingen
4
Redactiedirecteur Isabel Albers
Chef Netto Sonja Verschueren
18 Erfenis Ouders kunnen vanaf september 2018 de helft van hun vermogen nalaten aan wie ze willen. Ook het familiepact is nieuw. + 2 andere nieuwigheden.
Redactie Netto, Tour & Taxis, Havenlaan 86C bus 309, B-1000 Brussel, redactie@netto.be
Abonnementen tel.: 0800/55.150, e-mail: abo@tijd.be Advertenties Trustmedia, Tour & Taxis, Havenlaan 86C bus 309, B-1000 Brussel, tel.: 02/422.05.11, fax: 02/422.05.10, info@trustmedia.be
VOLGENDE KEER IN NETTO MAGAZINE:
AANDELENGIDS 13 JANUARI BIJ DE TIJD
Verantwoordelijke uitgever Frederik Delaplace
Netto wordt waterloos en milieuvriendelijk gedrukt bij Eco Print Center.
erfenis
Tekst: Nadine Bollen / Illustratie: Pieter Van Eenoge
Dit verandert er in 2018
Meer vrijheid om uw erfenis te verdelen zoals u zelf wenst Vanaf september 2018 kunnen ouders de helft van hun vermogen nalaten aan wie ze willen. Dankzij het nieuwe familiepact kunt u zelfs al tijdens uw leven de volledige verdeling vastleggen. Wie al tijdens zijn leven schenkt, loopt minder risico op onaangename verrassingen.
18
netto DECEMBER 2017
Bent u niet van plan om uw erfenis te plannen? Dat kunnen we u geruststellen. Ook in het nieuwe erfrecht, dat vanaf 1 september 2018 geldt, bent u daartoe niet verplicht. Doet u niets, dan zal uw erfenis volgens de wettelijke regels worden verdeeld onder uw wettelijke erfgenamen. Die regels wijzigen voorlopig niet. Het nieuwe erfrecht is vooral goed nieuws voor wie zijn erfenis wĂŠl wil plannen. Ten eerste omdat uw bewegingsvrijheid om dat te doen groter wordt. Ten tweede omdat u extra tools krijgt om dat te doen. Tegen 1 september wil Vlaanderen ook de erfbelasting hervormen. Daar wordt op dit
ogenblik de hand aan gelegd, maar bij het ter perse gaan van deze gids was er nog geen witte rook.
Meer bewegingsvrijheid Dat het nieuwe erfrecht vooral goed nieuws is voor wie zijn erfenis wil plannen, komt doordat de nieuwe wet minder erfgenamen beschermt én doordat u voor hen een kleiner deel van uw erfenis moet voorbehouden (hun zogenaamde ‘reserve’). Concreet: · Heeft u kinderen? Tot nog toe moest u hun de helft tot driekwart van uw erfenis nalaten, afhankelijk van het aantal kinderen. Vanaf september 2018 wordt de reserve van de kinderen vastgeklikt op de helft, het maakt niet uit of u één of tien kinderen heeft. U zult dus altijd met de helft kunnen doen wat u wilt. · Heeft u geen kinderen? Op dit ogenblik zijn uw ouders beschermde erfgenamen. Die reserve verdwijnt. Dat is vooral goed nieuws voor ongehuwde koppels, want zij kunnen voortaan hun partner maximaal laten erven. · Bent u gehuwd? Door te huwen promoveert u uw echtgenoot tot een wettelijk beschermde erfgenaam. Dat blijft zo. Maar de regering werkt ook aan een hervorming van het huwelijksvermogensrecht. Daarin wordt ingegrepen op de erfrechten van gehuwden, meer bepaald voor kinderloze echtgenoten en ouders die hertrouwen (zie kader).
Nieuwe tools Wie zijn erfenis wil plannen, beschikt op dit ogenblik over drie tools: zijn huwelijkscontract, een testament opstellen of schenken. Daar komt vanaf september 2018 een vierde instrument bij: de erfovereenkomst of het familiepact. Daarin mag u voor uw overlijden al samen met uw partner en uw kinderen op papier zetten hoe uw erfenis verdeeld moet worden. Met dat familiepact kunt u in principe alle kanten uit. U kunt in theorie zelfs alle wettelijke beperkingen naast zich neerleggen. Maar let op: de verdeling moet evenwichtig gebeuren en alle betrokkenen moeten er zich in kunnen vinden. De hoop is dat met het familiepact het aantal familieruzies over erfenissen zal verminderen omdat iedereen op voorhand weet wat hij of zij mag verwachten.
OPGELET! Toch handelt u beter niet te voortvarend: het familiepact is bindend voor iedereen die het ondertekent. U kunt zich niet langer bedenken, tenzij alle betrokkenen akkoord gaan om de eerder gemaakte afspraken te herzien.
Geen gevaar meer dat u geschonken goederen moet teruggeven Wie goederen geschonken kreeg, kan vanaf september volgend jaar op beide oren slapen: hij loopt niet langer het risico dat hij dat geschonken goed moet teruggeven. Schonk u tijdens uw leven te veel weg, dan hebben uw wettelijk beschermde erfgenamen nog altijd het recht om hun minimumerfdeel op te eisen. Maar die ‘inkorting’, zoals dat juridisch-technisch heet, zal voortaan bestaan uit een financiële vergoeding. Erfgenamen kunnen niet langer de geschonken goederen zelf opeisen. Ook na september 2018 zal er nog over worden gewaakt dat u met uw schenking het evenwicht tussen uw erfgenamen niet doorbreekt. Dat gebeurt via de zogenaamde ‘inbreng’. En ook hier zijn er twee wijzigingen. 1. Alleen rechtstreekse afstammelingen moeten schenkingen inbrengen Momenteel geldt het principe dat u ‘niemand wil bevoordelen’ zowel voor de kinderen en kleinkinderen en de echtgenoot en wettelijk samenwonende partner als voor de ouders, broers, zussen, neven en nichten, en ooms en tantes. De wetgever vermoedt namelijk dat u met een schenking hun weliswaar sneller iets wil geven, als voorschot op de erfenis, maar dat u hen op het einde van de rit niet wilt bevoordelen. In het nieuwe erfrecht wordt de verplichting tot inbreng beperkt tot de afstammelingen, meer bepaald uw kinderen en desgevallend uw kleinkinderen. De langstlevende echtgenoot, de wettelijk samenwonende partner, de ouders, broers, zussen, neven, nichten, ooms, tantes… hoeven schenkingen niet langer in te brengen. De wetgever gaat er voortaan van uit dat als u aan een van hen schenkt, u hun wel degelijk meer wilt geven.
½
Vanaf september 2018 wordt de wettelijke reserve van uw kinderen vastgeklikt op de helft. U zult dus met de helft van uw bezittingen kunnen doen wat u wilt.
Bedoeling van het familiepact? Het aantal familieruzies over erfenissen verminderen. Voortaan weet immers iedereen op voorhand wat hij mag verwachten.
2. Alle schenkingen moeten worden ingebracht in waarde op de dag van de schenking Vandaag maakt het wel degelijk uit wát u schenkt: onroerende goederen moeten worDECEMBER 2017
netto 19
Dit verandert er in 2018
pensioen
Tekst: Nadine Bollen / Illustratie Pieter Van Eenoge
Vennootschap geen must meer voor aanvullend pensioen Tot nog toe konden zelfstandigen met een eenmanszaak maar beperkt een aanvullend pensioen opbouwen. Vanaf 2018 komt er een optie bij: de POZ of pensioenovereenkomst voor zelfstandigen.
32
netto DECEMBER 2017
De 432.500 zelfstandigen die werken zonder vennootschap, inclusief meewerkende echtgenoten en zelfstandige helpers, zullen vanaf 2018 een aanvullend pensioen kunnen opbouwen. Ook tienduizend zelfstandigen in bijberoep zullen voor de POZ of pensioenovereenkomst voor zelfstandigen in aanmerking komen. Zullen, want voorlopig is het nog wachten op de definitieve wet in het Belgisch Staatsblad, al heeft de regering het ontwerp wel al in tweede lezing goedgekeurd. De pensioenovereenkomst voor zelfstandigen (POZ) is vergelijkbaar met de individuele pensioentoezegging (IPT) die vandaag al bestaat voor bedrijfsleiders van een vennootschap. De jaarlijkse stortingen zullen 30 procent fiscaal voordeel opleveren. Op de POZ-premie is een premietaks verschuldigd van 4,4 procent. Er gelden geen wettelijke minima en maxima, maar een oneindig hoog pensioenkapitaal opbouwen kan niet vanwege de 80 procentregel: de som van het wettelijk en het aanvullend pensioen mag maximaal 80 procent van de brutojaarbezoldiging bedragen. Die 80 procentgrens wordt voor de POZ wel anders ingevuld dan de 80 procentgrens die nu al geldt voor bedrijfsleiders die via een IPT een aanvullend pensioen opbouwen. Om te voorkomen dat een zelfstandige zichzelf in zijn laatste actieve jaar een fors hoger inkomen toekent om zo meer aanvullend pensioen op te bouwen, wordt die grens voor de POZ berekend op de laatste drie actieve jaren.
Net zoals bij de IPT zal binnen de POZ een ‘backservice’ benut kunnen worden. Dat is voordelig voor wie pas op latere leeftijd begint te sparen voor zijn aanvullend pensioen. De backservice houdt in dat er inhaalpremies gestort kunnen worden, zodat ook een aanvullend pensioen gespaard kan worden voor het verleden. Maar binnen een POZ zullen minder jaren in rekening kunnen worden gebracht dan binnen de IPT. Er geldt een maximum van 10 jaar. En omdat het wettelijk kader voor de POZ pas in 2018 ontstaat, zal het ook alleen mogelijk zijn voor de jaren vanaf 2018. VOORBEELD Stel dat een zelfstandige die al actief is sinds 2017 in 2030 een POZ-contract afsluit. Hij zal dan voor maximaal 10 jaar uit het verleden stortingen kunnen doen binnen die POZ. Start hij in 2025 met de POZ, dan zal hij voor maximaal 7 jaar (2018 tot en met 2024) inhaalpremies kunnen storten. Het pensioenkapitaal kan worden opgenomen in kapitaal of in rente. Het kapitaal wordt voordelig belast tegen 10 procent. Dat tarief geldt als de zelfstandige het kapitaal opneemt op de wettelijke pensioenleeftijd, maar ook als hij het vroeger opneemt, op voorwaarde dat hij ‘pensioneerbaar’ is. Zoniet bedraagt het belastingtarief 33 procent. Tegelijk worden er een RIZIV-bijdrage van 3,55 procent en een solidariteitsbijdrage van 0 tot 2 procent ingehouden.
Tot 1.200 euro pensioensparen Vanaf 2018 wordt het systeem van pensioensparen aangepast. Voortaan krijgt u de keuze om ofwel 940 euro per jaar ofwel 1.200 euro per jaar te sparen. U krijgt in ruil een belastingvermindering van respectievelijk 30 en 25 procent. Zie blz. 9.
Zelf sparen voor uw aanvullend pensioen bij uw werkgever In 2018 krijgen werknemers de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, een vrij aanvullend pensioen van de tweede pijler op te bouwen. De idee is dat werknemers zelf aan hun werkgever kunnen vragen een deel van hun loon af te houden en te storten in een aanvullend-pensioenplan. De concrete modaliteiten worden op dit ogenblik nog uitgewerkt, aldus het kabinet van Pensioenminister Daniel Bacquelaine (MR). Vertrekpunt zou zijn dat de fiscale voordelen van die stortingen dezelfde zijn als die van de werknemersbijdragen voor het bestaande aanvullend pensioen van de tweede pijler.
Speciale heffing op hoge aanvullende pensioenen verdubbelt Het parlement bespreekt een verdubbeling van de Wyninckx-bijdrage van 1,5 naar 3 procent. De bijdrage is vernoemd naar Jos Wyninckx, die minister van Pensioenen was van 1977 tot 1979. Deze speciale socialezekerheidsbijdrage moet betaald worden als de werkgever of vennootschap een hoge premie betaalt voor de opbouw van een aanvullend pensioen in de tweede pijler. Concreet wordt de bijdrage geheven op premies vanaf 32.000 euro. ‘Aangezien de bijdrage wordt berekend op de pensioenpremies die in het voorgaande jaar gestort werden, zal deze verhoging wellicht ook al de premies betaald in 2017 treffen, oordelen verzekeringsspecialisten Paul Van Eesbeeck en Paul Vereycken in het vakblad De Fiscoloog.
DECEMBER 2017
netto 33
Tekst: Dirk Selleslagh Illustratie: Pieter Van Eenoge
werk
Dit verandert er in 2018
GOED OM TE WETEN · Om onbelast bij te klussen, moet u zich melden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) via een elektronische applicatie. De RSZ zal die informatie delen met de fiscus en met het Rijksinstituut Sociale Verzekeringen Zelfstandigen, zodat controles mogelijk worden. · Klust u bij via burger-tot-burgeractiviteiten, dan zult u een aansprakelijkheidsverzekering voor schade moeten afsluiten. Klust u bij in een vereniging, dan zal de vereniging die verzekering én een verzekering lichamelijke schade moeten afsluiten voor u. · Wie werkt, moet minstens 4/5 aan de slag zijn om onbelast bij te verdienen met burger-tot-burgerklussen of verenigingsactiviteiten. Voor de deeleconomie geldt die beperking niet. Zelfstandigen mogen alleen bijklussen met activiteiten die niet in het verlengde liggen van hun zelfstandige activiteit. · Ontvangt u een premie van de RVA voor 1/5de tijdskrediet of thematisch verlof, dan zult u bij de RVA moeten aftoetsen of de activiteit waarmee u wilt bijklussen cumuleerbaar is met uw premie.
Tot 6.000 euro onbelast bijverdienen Vanaf 20 februari kunnen werknemers, zelfstandigen én gepensioneerden tot 6.000 euro per jaar onbelast bijverdienen met occasionele klusjes bij verenigingen of burgers. Het maandelijkse maximumbedrag dat u kunt bijverdienen, ligt op 500 euro. Wie bijklust, zal die inkomsten wel moeten aangeven in de belastingaangifte. Overschrijdt het inkomen 6.000 euro per jaar, dan zult u op al uw inkomsten toch belast worden tegen de hoogste belastingschijf waarin uw inkomen valt. Niet alle vormen van bijverdienen komen in aanmerking voor een belastingvrijstelling. De regering bakent drie domeinen af: · burger-tot-burgerdiensten (zoals kinderopvang, bijlessen, onderhoud van vastgoed…) · verenigingsactiviteiten (gidsen, scheidsrechters, trainers…) · occasionele diensten via erkende deelplatformen, waarvan er intussen al een lijst bestaat met 30 activiteiten. Over onbelast bijverdienen in de zorgsector wordt eerst nog overlegd met de deelstaten. De garanties voor de kwaliteits50
netto DECEMBER 2017
vereisten bij de zorg- en rusthuisvoorzieningen die in de regio’s gelden, zullen ook gelden voor het systeem van onbelast bijverdienen in de zorg. Uber en Airbnb zijn nog niet erkend. Bij de invoering van het gunstregime liet Airbnb weten geen erkenning te willen aanvragen, omdat de regeling te complex was. Wie een kamer verhuurt, moet namelijk in zijn belastingaangifte een opsplitsing maken tussen de onroerende inkomsten uit de verhuur van die kamer, de roerende inkomsten uit de verhuur van de meubelen én diverse inkomsten uit aangeboden diensten, zoals een ontbijt en schoonmaak. Elk inkomstentype heeft zijn eigen belastingregime. Alleen het deel van de inkomsten dat verwijst naar de aangeboden diensten zou onder het belastingregime van de deeleconomie kunnen vallen. Maar dat verandert in de nieuwe regeling: voortaan zal geen opdeling meer gemaakt worden, waardoor alle inkomsten onder de nieuwe regels vallen van onbelast bijverdienen.
· Bent u met vervroegd pensioen en moet u uw inkomen beperken, dan moet u nagaan in welke mate de nieuwe inkomsten met uw pensioen mogen worden gecombineerd. · Ook voor werklozen gelden verschillende beperkingen. De regering wil immers geen werkloosheidsval creëren waarbij iemand werkloos blijft, een uitkering ontvangt en toch aan de slag is. Daarom komen werklozen niet in aanmerking voor de burger-tot-burgerklussen. In het verenigingsleven mogen werklozen alleen met toestemming van de VDAB aan de slag als die activiteit in een reactiveringstraject past. In de deeleconomie mag een werkloze alleen aan de slag met de toestemming van de RVA. Die toetst of de activiteit occasioneel is en of de werkloze nog voldoende beschikbaar is voor de arbeidsmarkt. De inkomsten worden afgetrokken van de werkloosheidsuitkering.
Flexi-jobs uitgebreid
Wat als u ‘zelfstandige in bijberoep’ bent? De nieuwe regeling over onbelast bijverdienen zal wellicht belangrijke gevolgen hebben voor het statuut ‘zelfstandige in bijberoep’. Vorig jaar waren er volgens het algemeen beheerscomité van de Sociale zekerheid Zelfstandige Ondernemers in ons land 237.000 zelfstandigen in bijberoep. Daarbovenop oefenen ook 99.000 gepensioneerden een zelfstandige activiteit uit. Zowat negen op de tien zelfstandigen in bijberoep verdienen vandaag minder dan 6.000 euro per jaar. Van de aangeslotenen bij Acerta oefent zowat één op de acht een activiteit uit die aanleunt bij het verenigingswerk en de burgerdiensten. Daarbovenop komen nog de diensten die zich zullen ontwikkelen via de erkende platformen. In dat opzicht spreekt het bijna voor zich dat heel wat mensen die nu als zelfstandigen in bijberoep geregistreerd staan, dat statuut zullen opzeggen.
Sinds eind 2015 kan iemand die al een baan heeft, bijklussen in een café of restaurant. De overheid voerde dat systeem in om zwartwerk in de horeca tegen te gaan. Vanaf 1 januari 2018 worden de zogenaamde ‘flexi-jobs’ uitgebreid naar de kleinhandel, de bakkers, slagers en kappers. Om met een flexi-job te kunnen beginnen, moet u gedurende drie kwartalen minstens 4/5 gewerkt hebben bij een andere werkgever. Flexi-jobs staan dus niet open voor zelfstandigen. Elk kwartaal opnieuw wordt de 4/5-voorwaarde gecontroleerd. U kunt niet met een flexi-job beginnen of het aantal uren dat u werkt uitbreiden als u een premie van de RVA krijgt voor een thematisch verlof of tijdskrediet. Tenzij u de flexi-job al langer dan drie maanden uitoefende vóór u het thematisch verlof of tijdskrediet opnam. U kunt ook geen flexi-job uitoefenen tijdens uw zwangerschapsverlof, want dan verliest u uw moederschapsrust. Het loon van een flexi-jobber bedraagt minstens 9,88 euro per uur. Dat bedrag krijgt u integraal in handen. Uw bruto-inkomsten zijn dus gelijk aan uw netto-inkomsten. Het inkomen uit een flexi-job moet u ook niet opnemen in uw belastingaangifte. De werkgever betaalt 25 procent werkgeversbijdragen boven op uw loon als flexijobber. Zelf betaalt u geen sociale bijdragen. Daardoor bouwt u met een flexi-job geen sociale rechten op. Voor de bescherming tegen ziekte of voor uw wettelijk pensioen valt u terug op de rechten die u opbouwt bij uw hoofdwerkgever. Er is geen beperking op het aantal uren dat iemand in een flexi-job presteert. In theorie kan iemand die 4/5 werkt er dus nog een fulltimebaan als flexi-jobber bovenop nemen. U kunt ook meerdere flexi-jobs combineren. WIST U DAT? Wie aan de slag is in een flexi-job, bouwt geen sociale rechten op.
9,88€
Het uurloon van een flexi-jobber. Die 9,88 euro krijgt de flexi-jobber integraal handen. Bruto is dus gelijk aan netto. DECEMBER 2017
netto 51
Hebt u deze Netto-special bij De Tijd gemist? Koop hem nu in de krantenwinkel.
Download uw kortingbon van â‚Ź 2 op www.tijd.be/magazine, en betaal slechts â‚Ź 4,90 voor het magazine.