Pag. 52 Winnaars De gelauwerde fondsbeheerders per categorie Pag. 53 Strategie Zo kiest u het juiste fonds Pag. 54 Wetgeving Nieuwe regelgeving verontrust fondsenwereld Pag. 55 Aanbod Beleg in fondsen van verschillende fondsenhuizen via fondsensupermarkten Pag. 57 10 geldvragen aan Peter De Proft, voorzitter Efama
Netto
Zaterdag 12 maart 2016
Spaar gespreid in de tijd met beleggingsfondsen De nulrentes op spaarboekjes verleiden steeds meer spaarders tot beleggingsfondsen. Maar beleggen is niet zonder risico, bewezen de calamiteiten op de financiĂŤle markten de voorbije maanden. Met een fondsenspaarplan belegt u gespreid in de tijd en zet u op die manier uw spaarcenten zonder emotie aan het werk.
LEES VERDER PAGINA 50
Š pieter van eenoge
ADVERTENTIE
DE TIJD ZATERDAG 12 MAART 2016
50
Netto Fund Awards Geen emoties meer met het fondsenspaarplan VERVOLG VAN PAGINA 49
CHRISTOPHE DE RIJCKE
W
ie inschrijft op een fondsenspaarplan heeft één zekerheid. Hij zal zowel bij lage als bij hoge beurskoersen kopen en dat komt het rendement ten goede. Hij moet zich ook nooit bekommeren om de vraag die veel mensen bezighoudt maar niemand kan beantwoorden: gaat het verder zakken of zijn we erdoor? Niemand slaagt erin systematisch te kopen op dieptepunten en te verkopen op een piek. Honderdduizenden Belgen zijn al ingeschreven op een fondsenspaarplan: de pensioenspaarders. De meesten opteren ervoor het jaarlijks aftrekbare bedrag van 940 euro te spreiden over twaalf maanden. Via een klassiek fondsenspaarplan kunt u rekenen op een extra appeltje voor de dorst als u de pensioenleeftijd bereikt hebt, maar dan wel zonder fiscale stimulus.
FONDSENSPAARPLANNEN
Minimale storting
Aantal mogelijke fondsen
In een kantoor of online
Maximaal aantal fondsen per plan
Mogelijke frequentie
Instapkosten
in maanden 1 2 3 4 6 12
Belfius
Flex Invest Plan
25
112
5
2,50%
Beobank
Periodiek beleggingsplan
50
60
60
Max. 3%
BNP Paribas Fortis
Flexinvest
30
190
1
2,50%
Crelan
Beleggingscontract
25
64
5
2,50%
Deutsche Bank
Periodieke Beleggingen
100
40
1
0
ING
Focus Plan
25
7
5
Max. 3%
KBC
Beleggingsplan
25
150
5
Max. 3%
Nagelmackers
Future Invest Plan
50
31
1
Max. 2,5%
25
40
40
0
100
60
8
0
Online Keytrade Bank
Keyplan
MeDirect
Modelportefeuille Kapitalisatie
Stortingen Bij elke netwerkbank kunt u tegenwoordig terecht voor een fondsenspaarplan. Enkel bij Argenta kan dat uitsluitend via een tak23-verzekeringsproduct (zie inzet). Bij de onlinespelers bieden Keytrade Bank en MeDirect een plan aan. De minimale storting varieert van 25 euro tot 100 euro (zie tabel), maar die hoeft in de meeste gevallen niet maandelijks te gebeuren. U kunt zich ook engageren tot driemaandelijkse, halfjaarlijkse of zelfs jaarlijkse stortingen. Alleen gaat dan de achterliggende reden van het spaarplan verloren: het zorgvuldig spreiden van de belegging in de tijd. Beobank en MeDirect zijn de enige spelers die uitsluitend met maandelijkse stortingen werken.
Keuze Het aantal fondsen waaruit u kunt kiezen in een spaarplan wordt doorgaans beperkt. BNP Paribas Fortis biedt met 190 fondsen in Flexinvest de meeste keuze. ‘Zowat elk fonds dat we aanbieden, kan je in Flexinvest stoppen’, klinkt het bij de grootbank. De keerzijde is dat u per plan slechts één fonds kunt kiezen. Wilt u de belegging spreiden over meerdere fondsen, dan moet u bij BNP Paribas Fortis verschillende plannen opmaken met telkens de minimale storting van 30 euro per plan. Ook bij Deutsche Bank en Nagelmackers komt één plan overeen met één fonds. ‘Het kan ook gaan om een dakfonds (fonds van fondsen, red.), waardoor je met één plan toch in meerdere fondsen zit’, benadrukt Deutsche Bank. De meeste netwerkbanken laten toe om vijf fondsen te combineren in één plan.
Keytrade Bank en Beobank zijn het strafst in fondsencombinaties. In theorie kunt u alle 40 fondsen die beschikbaar zijn voor Keyplan kopen a rato van 25 euro per maand (of over een langere periode). Bij Beobank kunt u 60 fondsen combineren in een bedrag van 50 euro per maand. U krijgt in beide gevallen dan fracties van deelbewijzen op uw effectenrekening. Beobank biedt normaal 300 fondsen aan. Voor het spaarplan wordt dat beperkt tot 60. ‘Dat is het resultaat van een analyse die we elke kwartaal uitvoeren. Die 60 fondsen behoren in elke activaklasse tot de beste en we denken dat ze in de huidige marktcontext het best zullen blijven renderen’, stelt Beobank. Hoewel ING als enige grootbank in België fondsen van derden aanbiedt aan het retailpubliek (beperkte open architectuur), bestaat het fondsenspaarplan uit amper zeven fondsen van ING of NN, de afgesplitste fondsendochter. Het betreft allemaal gemengde fondsen in functie van het beleggingsprofiel van de klant, zoals NN Patrimonial Defensive en NN Patrimonial Agressive.
VOOR DE (KLEIN)KINDEREN KBC biedt in het fondsenspaarplan de mogelijkheid van een derdenbeding. Dat betekent dat u een begunstigde kunt aanwijzen en een datum waarop hij eigenaar wordt van de effecten. Het derdenbeding kan interessant zijn voor bijvoorbeeld grootouders die willen sparen voor hun kleinkinderen. Bij een vroegtijdig overlijden wordt het plan geblokkeerd tot de datum die is opgenomen in het plan. Uiteraard ontslaat die de begunstigde er niet van successierechten te betalen. in vergelijking met rechtstreeks een plan te openen op naam van de kleinkinderen biedt het derdenbeding het voordeel dat de spaarder de volledige controle behoudt. tot de voorziene datum kan de spaarder het geld nog opvragen of een andere begunstigde aanwijzen.
Voordelen? Spaarplannen bezorgen de banken regelmatige instromen in fondsen. Toch zien we weinig lokkertjes om in een spaarplan te stappen, behalve dan dat een plan steeds gratis is en zeer flexibel (zoals kosteloos opzeggen). Maar de instapkosten in een spaarplan bijvoorbeeld zijn bij de netwerkbanken identiek als die bij een gewone aankoop van een fonds. Bij Belfius is er zelfs
een klein nadeel, want de 10 procent korting op instapkosten bij een online aankoop van fondsen geldt niet voor Flex Invest Plan. Bij Deutsche Bank is het aankopen van fondsen sowieso gratis waar het kan. Sommige beheerders, zoals Petercam, eisen altijd 1 procent instapkosten. Tot eind deze maand loopt bij de bank een actie voor het
fondsenspaarplan ‘Periodiek Beleggen’. Wie zich gedurende minstens 18 maanden engageert om maandelijks 100 euro te beleggen, krijgt een premie van 100 euro. De maximale ‘cashback’ bedraagt 500 euro als u vijf zulke plannen ondertekent. In het fondsenspaarplan van Deutsche Bank kunt u ook maar één fonds selecteren. Enkel klanten die nog geen effectenrekening hebben bij Deutsche Bank kunnen van de actie gebruikmaken. Bij Keytrade Bank betaalt u normaal 9,95 euro voor de aankoop van een fonds. In het fondsenspaarplan vallen die instapkosten weg. Er zijn wel uitstapkosten van 9,95 euro per fonds als u het plan binnen vijf jaar stopzet. Zowel in het plan van Deutsche Bank als in dat van Keytrade kunt u gratis instappen in de Carmignac-fondsen. De Franse beheerder heeft zijn eis van 1 procent instapkosten laten vallen als het gaat om een spaarplan. Zuiver financieel bekeken - en los van promotionele acties - is uitdager MeDirect het interessantst. MeDirect is de enige die noch instapkosten, noch uitstapkosten (onvoorwaardelijk), noch bewaarloon vraagt. Het spaarplan is echter niet voor iedereen weggelegd. MeDirect eist een maandelijkse storting van minstens 100 euro en een begininleg van 2.500 euro. Daar is een simpele reden voor. Door het ontbreken van een transactie- en een bewaarvergoeding kan het spaarplan voor MeDirect enkel winstgevend zijn als er voldoende ‘volume’ gedraaid wordt. Want verkopers van fondsen krijgen een stukje van de beheerskosten in een fonds doorgestort (de distributievergoeding).
FONDSENSPAARPLAN IN VERZEKERINGSCONTRACT
E
en fondsenspaarplan bestaat ook met een tak23-strik, met als voordeel dat er geen roerende voorheffing verschuldigd is, en dus geen Reynders-taks op de obligatiemeerwaarde van gemengde fondsen. Bovendien gaat om een levensverzekering en kunt u een begunstigde aanwijzen die bij overlijden van de verzekerde de waarde van het contract ontvangt. Sparen via een verzekeringscontract heeft ook nadelen. Het vroegtijdig stopzetten is niet goedkoop, enerzijds door de uitstapkosten (vaak tijdens de eerste vijf jaar), anderzijds door de verzekeringstaks van 2 procent op de stortingen die bij een korte looptijd zwaar weegt. Hou er ook rekening mee dat een tak23-product tot extra beheerskosten leidt, boven op de beheerskosten van de onderliggende fondsen. Bij Argenta is een spaarplan enkel mogelijk in een tak23-product. U spaart dan minstens 600 euro per jaar, maar dat kan in maandelijkse, trimestriële of halfjaarlijkse schijven. De klant heeft een keuze uit fondsen van Carmignac, Petercam en Edmond de Rothschild. Dat zijn ook de fondsen die gewoon verkrijgbaar zijn bij Argenta. Bij Belfius krijgt u via een tak23-product toegang tot fondsen van topbeheerders zoals Fidelity en Invesco, die bij de bank anders niet verkrijgbaar zijn voor het retailpubliek.
Uitreiking Fund Awards Maandag reikten de zakenkranten De Tijd en L’Echo awards uit aan de best presterende fondsen op de Belgische fondsenmarkt. De winnaars van de overkoepelende awards van links naar rechts: Wim Nagler (Schroder Investment Management, beste beheerder vastrentende fondsen), Stephan Desplancke (BlackRock Investment Management, beste beheerder over alle categorieën), Hugo Lasat en Jan Longeval (Degroof Petercam Asset Management, Jubileum Award), Lodewijk van der Kroft en Rob Deneke (Comgest, beste beheerder aandelenfondsen). © Dieter telemans
DE TIJD ZATERDAG 12 MAART 2016
52
Netto Fund Awards METHODOLOGIE
Hoe worden Fund Awards toegekend?
De beste fondsen per categorie
Maandag hebben de zakenkranten De Tijd en L’Echo 19 Fund Awards uitgereikt. De Awards werden verdeeld over 14 beleggingsfondsen en 5 fondsenhuizen.
volgens De Tijd & L’Echo Awards
14 fondsenawards
Fondsnaam (Fondsbeheerder)
De veertien individuele awards worden toegekend in veertien duidelijk omlijnde beleggingscategorieën. De fondsen die in aanmerking komen, moeten minstens vijf jaar bestaan en ze moeten geregistreerd zijn in België. Tak23-fondsen worden niet in de berekening meegenomen. De fondsen worden telkens vergeleken met fondsen in hun categorie. Ze worden beoordeeld op basis van vier criteria. Regelmaat tijdens de voorbije vijf jaar is met een gewicht van 40 procent in de score het belangrijkste criterium. De focus op regelmaat betekent dat één positieve uitschieter niet volstaat om de award te winnen en dat één bar slecht jaar nefast kan zijn. Dat betekent dat het fonds elk jaar opnieuw goed moet scoren. De drie andere criteria, die elk 20 procent van de score voor hun rekening nemen, zijn de return op vijf jaar, de risicogewogen return op vijf jaar en de prestatie in een dalende markt. Op basis van de vier criteria krijgt elk fonds een eindscore. Het fonds met de hoogste eindscore in zijn categorie is de winnaar van de award. De eindscores vormen ook de basis voor de toekenning van de Tijdkronen die op www.tijd.be/fondsen te raadplegen zijn. De 15 procent fondsen met de hoogste eindscore in hun categorie krijgen drie kronen. De 15 procent fondsen met de laagste eindscore krijgen nul kronen. Daartussen situeren zich de fondsen met twee kronen en met één kroon. Het voorgaande betekent dat niet noodzakelijk de fondsen met de hoogste return een award winnen, maar wel de fondsen die het meest regelmatig hebben gepresteerd zonder al te veel risico te nemen.
INTERNATIONALE AANDELEN
OBLIGATIES INTERNATIONAAL GEDIVERSIFIEERD
1 Vector Navigator (Vector Asset Management) 2 Amonis Equity World (Amonis) 3 Robeco BP Global Premium Equities (Robeco Groep)
1 Invesco Funds Global Bond Fund-A (Invesco Asset Management) 2 Pimco Global Bond Fund (Pimco Global Advisors) 3 Legg Mason West. Ass. Global Core Bond (Legg Mason Investments)
EUROPESE AANDELEN
GROEIMARKTOBLIGATIES
1 Invesco Pan European Equity Income Fund (Invesco Asset Management) 2 JPMorgan Funds Europe Equity Plus (JP Morgan Asset Management) 3 CPR Silver Age (CPR Asset Management)
1 Goldman Sachs Funds Growth & Emerging Markets Debt Portfolio (Goldman Sachs Asset Management) 2 NN (L) Emerging Markets Debt (NN Investment Partners) 3 Candriam Bonds Emerging Markets (Candriam)
EUROPESE SMALL- & MIDCAPAANDELEN 1 Comgest Growth Mid Caps Europe (Comgest Gestion) 2 Parvest Equity Europe Small Cap ( BNP Paribas Investment Partners) 3 Threadneedle Pan European Smaller Companies Fund (Threadneedle Investments)
MONETAIRE FONDSEN IN EURO 1 Aqua-Rend Monetary EUR (Degroof Petercam Asset Management) 2 BL-Short Term Euro (Banque de Luxembourg Investments) 3 Carmignac Court Terme (Carmignac Gestion)
NOORD-AMERIKAANSE AANDELEN 1 Legg Mason Clearbridge US Large Cap Growth (Legg Mason Investments) 2 Degroof Equities US Index (Degroof Petercam Asset Management) 3 Degroof Equities US Flexible (Degroof Petercam Asset Management)
GEMENGDE FONDSEN MET NEUTRAAL RISICO: INTERNATIONAAL
GROEIMARKTAANDELEN
1 Triodos Sicav I Sustainable Mixed Fund (Triodos Investment Management) 2 NN (L) Patrimonial Balanced (NN Investment Partners) 3 Nagelmackers Multifund Balanced (Bank Nagelmackers)
1 RAM (Lux) Emerging Markets Equities (RAM Active Investments) 2 Fidelity Funds Emerging Markets Fund (Fidelity Investments) 3 Amundi Funds Equity Emerging Focus (Amundi Asset Management)
GEMENGDE FONDSEN MET FLEXIBEL RISICO
BELGISCHE AANDELEN
1 Vector Flexible (Vector Asset Management) 2 M&G Dynamic Allocation Fund (M&G Securities Limited) 3 Degroof Global Ethical (Degroof Petercam Asset Management)
1 KBC Institutional Fund Belgian Equity (KBC Asset Management) 2 KBC Equity Fund Belgium (KBC Asset Management) 3 Petercam B Equities Belgium (Degroof Petercam Asset Management)
PENSIOENSPAARFONDSEN
3 awards voor beste beheerders
OBLIGATIES IN EURO GEDIVERSIFIEERD
1 BNP Paribas B Pension Balanced (BNP Paribas Investment Partners) 2 Metropolitan Rentastro Growth (BNP Paribas Investment Partners) 3 Argenta Pensioenspaarfonds (Degroof Petercam Asset Management)
Op basis van de voorgaande scores worden gemiddelde scores per fondsenhuis berekend. De Super Award gaat naar de beheerder die met al zijn fondsen gemiddeld de hoogste score voorlegt. Voorwaarde is wel dat de beheerder in minstens zeven van de veertien categorieën vertegenwoordigd is. Hetzelfde principe geldt voor de beste beheerder van aandelenfondsen. Hier moet de beheerder in minstens vier van de zes aandelencategorieën vertegenwoordigd zijn. Voor de vastrentende fondsen moet de beheerder in minstens drie van de vijf categorieën fondsen aanbieden.
1 BlackRock Global Funds Euro Bond Fund (BlackRock Investment Management) 2 KBC Renta Medium EUR (KBC Asset Management) 3 Schroder International Selection Fund Euro Bond (Schroder Investment Management )
1 award voor kapitaalgarantiefondsen De award voor de fondsen met kapitaalbescherming gaat naar de beheerder die gemiddeld het hoogste rendement met zijn fondsen voorlegt. Daarvoor komen enkel fondsen in aanmerking die een kapitaalbescherming van 100 procent bieden en die in 2015 hun eindvervaldag kenden. Het rendement is dan het geannualiseerde rendement van het fonds van oprichting tot eindvervaldag, uitgedrukt in euro.
1 Jubileum Award De Jubileum Award wordt uitgereikt naar aanleiding van de twintigste verjaardag van de Fund Awards. De award gaat naar de financiële instelling die het hoogste aantal De Tijd & L’Echo Awards heeft verzameld tijdens de voorbije twintig jaar.
BEDRIJFSOBLIGATIES IN EURO
FONDSEN MET KAPITAALBESCHERMING 1 AXA Investment Managers 2 KBC Asset Management 3 Candriam
1 Kempen (Lux) Euro Credit Fund (Kempen Capital Management) 2 HSBC GIF Euro Credit Bond (HSBC Asset Management) 3 Fidelity Funds Euro Corporate Bond (Fidelity Investments)
De beste fondsenhuizen volgens De Tijd & L’Echo Awards SUPER DE TIJD & L’ECHO AWARD
BESTE BEHEERDER AANDELEN
1 BlackRock Investment Management 2 Goldman Sachs Asset Management 3 Threadneedle Investments
1 Comgest Gestion 2 Threadneedle Investments 3 MFS Investment Management
Lees het interview met de Super Award-winnaar op www.tijd.be/superaward
JUBILEUM AWARD
BESTE BEHEERDER VASTRENTEND
1 Degroof Petercam Asset Management 2 BNP Paribas Investment Partners 3 KBC Asset Management
1 Schroder Investment Management 2 Deutsche Asset Management 3 Blackrock Investment Management
DE TIJD ZATERDAG 12 MAART 2016
53
Netto Fund Awards
4
onvermijdbare vragen bij de keuze van een beleggingsfonds
Awardwinnaars oppikken vraagt enige voorzichtigheid. Wie een fonds zoekt voor zijn portefeuille houdt het best rekening met de volgende vier vragen. PETER VAN MALDEGEM
D
e Fund Awards die De Tijd en L’Echo maandag uitreikten, zijn gebaseerd op een unieke methodologie. Daarbij wordt gekeken naar de prestatie van de fondsen tijdens de voorbije vijf jaar. De regelmaat van de prestatie is het belangrijkste criterium. Enkel fondsen die het elk jaar opnieuw beter doen dan gemiddeld kunnen een award in de wacht slepen. Door te focussen op regelmaat vergroot de kans dat de winnaars het ook in de toekomst goed zullen doen. Want een prestatie die uitblinkt door regelmaat is in vele gevallen gebaseerd op een consequente beleggingspolitiek. Wie echter een fonds wil kopen, kiest beter niet zomaar blind voor een awardwinnaar. Neem deze vier belangrijke vragen in overweging.
1
Past het fonds in mijn risicoprofiel?
Fondsen mogen dan wel professioneel beheerd worden en het toonbeeld van spreiding zijn, dat betekent niet dat uw spaarcenten altijd veilig zijn. Ook fondsen kunnen fors onderuitgaan. Wie wil beleggen in een fonds moet zich dus op voorhand afvragen of het fonds bij zijn profiel past. Op de Belgische markt is een brede waaier van beleggingsfondsen beschikbaar met de meest uiteenlopende risicoprofielen. Grosso modo worden de fondsen in ze-
ven categorieën onderverdeeld. Zo zijn er aandelenfondsen, obligatiefondsen, gemengde fondsen (aandelen en obligaties), geldmarktfondsen, vastgoedfondsen, kapitaalgarantiefondsen en fondsen die een absolute return nastreven. Maar zelfs binnen die categorieën kunnen de verschillen groot zijn. Een gemengd fonds dat nooit meer dan 35 procent in aandelen belegt, is doorgaans minder risicovol dan een gemengd fonds dat meer dan 60 procent in aandelen belegt. De risico-indicator geeft u een idee van het risico van een fonds, op een schaal van 1 tot 7. Elke fondsbeheerder is verplicht die indicator op te nemen in de essentiële beleggersinformatie. Hou er wel rekening mee dat die indicator gebaseerd is op koersschommelingen uit het verleden. De ene beleggingsvorm kan zich in een bepaalde periode risicovoller gedragen dan een andere beleggingsvorm. In laagrentende tijden in obligaties beleggen kan bijvoorbeeld risicovoller zijn dan in hoogrentende tijden. Ga daarom verder dan de risico-indicator alleen. Kijk ook of u de werking van het fonds begrijpt en ga na in welke waarden het kan beleggen. Die gegevens zijn ook terug te vinden in de essentiële beleggersinformatie.
2
1-7 Voor elk fonds moet een risico-indicator opgenomen zijn in de essentiële beleggersinformatie. Die indicator geeft op een schaal van 1 tot 7 aan hoe risicovol het fonds is.
Het rendement van een fonds in een dalende markt geeft goed aan hoeveel risico’s de fondsbeheerder durft te nemen.
Hoeveel risico neemt het fonds?
Het risico van een fonds wordt niet alleen bepaald door de onderliggende waarden
ADVERTENTIE
waarin het kan investeren. Ook de stijl van de beheerder kan een rol spelen. De ene beheerder zal bijvoorbeeld meer inzetten op kleinere aandelen of groeiaandelen, terwijl de andere meer oog heeft voor stabiele dividendaandelen. Er zijn enkele statistische waardemeters, zoals volatiliteit, die de koersschommelingen van fondsen uitdrukken. Die parameter helpt u het risico van fondsen met elkaar te vergelijken, maar er bestaat nog een handigere manier. Door te kijken hoe fondsen in dalende markten presteren, krijgt u een goed zicht op de risico’s die de fondsbeheerder durft te nemen. Vergelijk daarom de prestatie van de fondsen in bar slechte jaren en beoordeel welke fondsen in die slechte jaren het meest overeind bleven. Zo hebt u een indicatie van de risico’s die een fondsbeheerder durft te nemen.
3
Hoe groot is de kans op toekomstig succes?
Zodra u de beleggingscategorie hebt bepaald en het risico hebt beoordeeld, komt het erop aan die fondsen te selecteren die in hun categorie zullen uitblinken. Het is niet evident dat te voorspellen. Niemand heeft een glazen bol. Bovendien kan het misleidend zijn op de winnaars van de vorige jaren voort te bouwen. Want soms blijken de winnaars uit het verleden de verliezers van de toekomst. Net daarom is het cruciaal de regelmaat van het fonds in het verleden te beoordelen. Hoe beter het fonds erin slaagde het elk jaar
beter te doen dan het gemiddelde fonds, hoe groter de kans dat het fonds dat in de toekomst zal volhouden. Want achter een regelmatige prestatie schuilt vaak een gedisciplineerde en vastomlijnde beleggingsstrategie. In de essentiële beleggersinformatie kunt u die zaken vaak terugvinden. Als het fonds in zijn prospectus een referentie-index opneemt waarmee het zich wil meten, dan moet het in het rendementsoverzicht in de essentiële beleggersinformatie aangeven of het de voorbije tien jaar telkens beter of slechter presteerde dan de index. Ga dus zeker op zoek naar die informatie.
4
Welke kosten betaal ik?
Wie de voorgaande stappen heeft doorlopen en nog twijfelt tussen verschillende fondsen, kijkt het best ook naar de kosten. Die kunnen worden opgedeeld in kosten eigen aan het fonds en fiscale kosten. Hoewel Belgen de neiging hebben vooral naar fiscaliteit te kijken, kunnen de andere kosten zwaarder wegen. De fondskosten vindt u in de essentiële beleggersinformatie. Probeer te onderhandelen over de instapkosten. Voor sommige fondsen kunnen die oplopen tot 5 procent. Zelfs met een beleggingshorizon van tien jaar betekent dat een afroming van uw rendement met 0,5 procent per jaar. Geef bij twijfel ook de voorkeur aan een fonds dat prestatiekosten aanrekent boven een fonds met hoge jaarlijkse beheerskosten. Het eerste fonds heeft er alle belang bij dat het goed presteert.
DE TIJD ZATERDAG 12 MAART 2016
54
Netto Fund Awards
Nieuwe regelgeving verontrust fondsenwereld De fondsenwetgeving ondergaat de komende jaren twee wijzigingen. De Europese richtlijn MiFID2 zal volgens experts slechts een beperkte impact hebben, maar PRIPS wekt meer bezorgdheid. JENNIFER NILLE
D
e wereld van de Europese beleggingsfondsen dreigt in 2018 te veranderen. Dan worden normaal twee nieuwe richtlijnen van kracht: MiFID2, een Europese richtlijn rond financiële diensten, en PRIPS, een richtlijn die de essentiële beleggersinformatie bepaalt. Eigenlijk werd verwacht dat MiFID2 volgend jaar al van kracht
zou zijn. Maar de financiële sector is nog niet klaar en heeft uitstel gevraagd. De fondsbeheerders weten wel al wat ze mogen verwachten. De richtlijn bepaalt dat particuliere en professionele klanten met een verblijfplaats in de EU onafhankelijk beleggingsadvies moeten krijgen. Dat onafhankelijk advies bestaat erin dat financiële consultants geen commissie meer mogen ontvangen van de fondsenemittenten. In Nederland en het Verenigd Koninkrijk werden zulke commissies al in 2014 afgeschaft. Maar de impact
ervan verschilde tussen beide landen. Boven de Moerdijk werden de klanten voor de volgende keuze gesteld: ofwel een commissie betalen om advies over fondsen te kunnen krijgen, ofwel zelf beleggingsbeslissingen nemen. Velen hebben voor het laatste gekozen. Resultaat: ze hebben massaal een beroep gedaan op ETF’s, ook wel trackers genoemd. Dat zijn beursgenoteerde fondsen die de prestatie van een index schaduwen. ‘In het begin waren de beheerders van actieve fondsen zeer enthousiast’, zegt San Lie, directeur ADVERTENTIE
2019 Uiterlijk eind 2019 moeten nieuwe regels van kracht zijn voor de verplichte informatie die beleggers moeten krijgen over fondsen.
onderzoek voor de Benelux bij Morningstar. ‘Ze dachten dat ze met lagere kosten aantrekkelijker zouden worden. Maar hun distributiepartners beslisten zich meer te richten op ETF’s omdat die minder duur zijn. De gevolgen waren allesbehalve positief, noch voor de plaatselijke beheersvennootschappen, noch voor de buitenlandse spelers.’ San Lie merkt ook op dat verdelers zoals ABN AMRO, die vroeger alle fondsen van verschillende beheersvennootschappen verdeelden, nu beheer onder mandaat toepas-
sen. Zij kopen daarbij fondsen van die vennootschappen, maar verkopen ze onder eigen naam. In het VK daarentegen is van de verandering veel minder te merken. ‘Het afschaffen van commissies voor fondsenverdelers geldt alleen voor nieuwe beleggers. Voor nieuw geld dus. Het geld dat al onder beheer is, werd eerder al gestort in fondsen die wel nog retrocessies van commissies aan de verdelers ervan verlenen’, zegt San Lie. ’Voor 99 procent van de markt is dus niets veranderd’. Volgens hem is het niet zeker dat de MiFID2-richtlijn in 2018 in alle landen van de Europese Unie op dezelfde manier zal worden toegepast. ‘Er blijven vragen rond onafhankelijk en niet onafhankelijk beleggingsadvies. Voor die laatste categorie blijft het voor de fondsenverdelers nog altijd mogelijk om commissies te ontvangen’, zegt hij. Guillaume Prache, voorzitter van Better Finance, een Europese belangenvereniging voor beleggers, verwacht dat er met MiFID2 niet veel zal veranderen. ‘Die regel viseert geenszins de geïntegreerde netwerken van de bank-verzekeraars’, zegt hij. ’70 tot 80 procent van de verkoop van fondsen in Europa is afkomstig van grote banknetwerken die daardoor niet geraakt worden.’
Zenuwachtig Toch zijn de beleggingsvennootschappen zenuwachtig en hebben ze zich al aangepast aan de wijziging. Vennootschappen zoals Amundi hebben hun aanbod aan ETF’s uitgebreid. Maar ETF’s omvatten niet alle beleggingsthema’s. Sommige analisten menen bovendien dat de gespecialiseerde fondsen nog een rol te spelen hebben in het nieuwe fondsenlandschap. De PRIPS-richtlijn die uiterlijk eind 2019 van kracht moet worden, is volgens zowel de verenigingen van fondsenbeheerders als Better Finance een stuk verontrustender. ‘Het is een echte ramp, want die richtlijn riskeert alle informatie over de prestaties uit het verleden en referentie-indexen van een fonds te doen verdwijnen. Die informatie is nochtans belangrijk om na te gaan of een beleggingsproduct al dan niet geld opbrengt en om te kunnen vergelijken met prestaties van gelijkaardige fondsen’, zegt Guillaume Prache. ‘De richtlijn wil de prestaties uit het verleden vermeld op het document met essentiële beleggersinformatie vervangen door scenario’s voor toekomstige prestaties. Dat is veel bedrieglijker’, voegt hij eraan toe. Er zijn drie scenario’s: gunstig, ongunstig en neutraal. ‘Mensen gaan de neutrale scenario’s als meest waarschijnlijk beschouwen, wat bedrieglijk is’, vindt Prache.
Als er geen aanpassingen gebeuren aan de tekst, wordt de PRIPS-richtlijn een ramp. GUILLAUME PRACHE BETTER FINANCE
De fondsensector heeft gevraagd de richtlijn uit te stellen tot 2020. Better Finance heeft gevraagd voor uitstel tot 2022. ‘Als de tekst niet wordt aangepast, wordt die regel een ramp’, benadrukt Prache. De grote lijnen van PRIPS moeten de volgende maanden worden vastgelegd. Momenteel is het de wijziging van de gegevens vermeld op het document met essentiële beleggersinformatie die bijzonder verontrustend is’, benadrukt de voorzitter van Better Finance.
DE TIJD ZATERDAG 12 MAART 2016
55
Netto Fund Awards Wie een prijswinnend fonds wil kopen van een Britse of Franse beheerder kan daarvoor gemakkelijker terecht bij zijn grootbank dan je zou denken. Alleen zal dat fonds niet in de etalage tentoongesteld worden.
Vrije fondskeuze breekt door in België
B
elfius, BNP Paribas Fortis en KBC promoten bij het grote publiek enkel fondsen van één gelieerde vermogensbeheerder, respectievelijk Candriam, BNP Paribas Investment Partners en KBC Asset Management. Ze zeggen dus duidelijk ‘neen’ tegen open architectuur ten aanzien van retailklanten. Maar dat betekent niet dat klanten er niet terechtkunnen voor fondsen van andere beheerders, benadrukken ze. ‘Als we beschikken over alle wettelijke documenten van een fonds, zoals het prospectus, dan kan elke klant probleemloos het fonds kopen. We rekenen in dat geval de maximale instapkosten aan die vermeld staan in het prospectus’, legt Hilde Junius, woordvoerster van BNP Paribas Fortis, uit. Ook bij Belfius bent u welkom om een fonds van een derde partij te kopen, meldt de woordvoerster. De bank rekent daarbij dezelfde instapkosten aan als voor eigen fondsen. (zie tabel). Ook bij KBC kunnen retailklanten extern beheerde fondsen kopen. ‘Dat kan wel enkel ‘zonder advies’. Dat betekent dat de klant zichzelf heeft geïnformeerd en is nagegaan of het fonds in overeenstemming is met zijn profiel’, benadrukt KBC. De toetredingskosten bedragen in dit geval 2 procent. Hou er rekening mee dat de grootbanken voor fondsen van derden doorgaans bewaarloon zullen aanrekenen, de huisfondsen zijn daar meestal van vrijgesteld. ING is onder de grootbanken een buitenbeentje in open architectuur. Naast de fondsen van het gelieerde NN Investment Partners kan een retailklant ook fondsen kopen van Amundi, AXA IM, BlackRock en Franklin Templeton. ‘We hebben gekozen voor beperkte (‘guided’) open architectuur. We hebben vijf beheerders gekozen die groot en stabiel zijn, sterk verankerd zijn in België en een gevarieerd aanbod hebben. Bovendien zijn die vijf complementair: de ene is beter in obligaties, de andere in multiassetsbeheer enzovoort’, klinkt het bij ING. Het valt op dat de keuze van vijf beheerders niet leidt tot een groot aanbod aan fondsen. Met 56 fondsen in de etalage heeft ING het kleinste aanbod onder de grootbanken. ‘Uit het hele aanbod van de vijf beheerders kiezen we voor elke categorie het beste fonds. We doen zelf een analyse van de fondsbeheerder en het fonds, en we maken ook gebruik van de ratings van Morningstar.’ Buiten het geselecteerde aanbod van ING is het voor een retailklant dan weer niet mogelijk andere fondsen te kopen.
AANBOD VAN ACTIEF GEPROMOTE BELEGGINGSFONDSEN IN BELGIË
Aantal fondsbeheerders
Aantal fondsen
In een kantoor of online
OPEN ARCHITECTUUR BIJ GROOTBANKEN
Instapkosten… Obligatiefondsen
Aandelenfondsen
Belfius
1
75
2,5%*
2,5%*
BNP Paribas Fortis
1
264
2,5%
2,5%
KBC
1
335
2,5%
3,0%
Crelan
3
193
2,5%
2,5%
Argenta
3
37
2,0%
2,0%
ING
5
56
3,0%**
3,0%**
Beobank
11
300
2,5%
3,0%
Nagelmackers
14
31
2,5%***
2,5%***
Deutsche Bank
27
1.605
0
0
Online Rabobank.be
12
115
0
0
Fortuneo
30
1.617
9,95€
9,95€
Binck
44
144
Min. 9,75€
Min. 9,75€
Keytrade Bank
45
500
9,95€
9,95€
MeDirect
60
600
0
0
*10% korting online, lagere instapkosten vanaf 50.000 euro. **20% korting online. ***Lagere instapkosten vanaf 25.000 euro en voor Nagelmackers Premium. Bron: De Tijd
ONLINESUPERMARKTEN
Langetermijnrelatie De middelgrote banken Argenta en Crelan hebben een vrij gelijkaardige aanpak. Beide bieden ze fondsen aan van drie beheerders, al is het aantal fondsen een pak groter bij Crelan (193) dan bij Argenta (37). ‘We streven met onze partners naar een langetermijnrelatie’, merkt Argenta op. ‘Carmignac bieden we aan sinds 2008 en met Petercam werken we samen sinds 1999 via het pensioenspaarfonds.’ Edmond de Rothschild is de derde beheerder waarvan Argenta fondsen aanbiedt. Crelan werkt samen met Amundi, Econopolis en het gelieerde Crédit Agricole Luxembourg. ‘We sluiten niet uit dat dat aanbod nog wordt uitgebreid.’ Zowel bij Argenta als bij Crelan is het onmogelijk fondsen te kopen van andere beheerders. De andere banken met agentschappen omarmen open architectuur. Beobank en Nagelmackers werken samen met respectievelijk 11 en 14 vermogensbeheerders. Naar fondsenaanbod werpt Beobank (300 fondsen) zich eerder op als supermarkt en Nagelmackers (31) als boetiek. ‘De vermogensbeheerders waarmee we samenwerken zijn grondig doorgelicht. Ze moeten complementair zijn, fysiek aanwezig zijn in België en we moeten op elk moment toegang hebben tot informatie en eventueel de
Voor zeer vermogende klanten trekken de vier Belgische grootbanken het fondsenblik volledig open. Binnen private banking (vanaf 1 miljoen euro) biedt KBC ‘third party funds’ aan. ‘Het gaat om 100 compartimenten van een tiental gerenommeerde vermogensbeheerders’, zegt de woordvoerder. ING hanteert dezelfde drempel voor een fondsenaanbod dat veel ruimer is dan de vijf beheerders in retail. Hetzelfde verhaal bij BNP Paribas Fortis, met dat verschil dat de drempel voor private banking met 250.000 euro een heel stuk lager ligt dan bij KBC en ING. ‘We werken in dit segment samen met 86 vermogensbeheerders’, laat BNP Paribas Fortis weten. Ook Belfius omarmt open architectuur, maar dan in het verzekeringssegment. Via een tak23product kan je gespreid beleggen in vijf fondsen van JPMorgan, M&G, Fidelity, NN Investment Partners en Invesco.
©PIETER VAN EENOGE
CHRISTOPHE DE RIJCKE
Als we beschikken over alle wettelijke documenten van een fonds, dan kan elke klant probleemloos een fonds van een ander fondsenhuis kopen. Hilde Junius Woordvoerster BNP Paribas Fortis
De vijf Belgische onlinespelers bieden elk minstens 100 fondsen aan. Binck werkt aan een forse uitbreiding van het fondsengamma van 145 naar 600. Fortuneo profileert zich als een hypermarkt met een aanbod van ruim 1.600 fondsen van 30 beheerders. Keytrade en MeDirect bieden minder fondsen aan, maar veel meer beheerders, respectievelijk 45 en 60. ‘We zouden veel meer kunnen aanbieden door verschillende compartimenten van één fonds aan te bieden (andere munt, distributiemogelijkheid, muntafdekking), maar we willen onze klanten in de eerste plaats een ruime keuze geven in beheerders’, zegt Steven Van Gaever van Keytrade Bank. In vergelijking met de 2 à 3 procent instapkosten bij de meeste netwerkbanken zijn de toetredingstarieven bij alle onlinespelers heel laag, hetzij gratis (MeDirect, Rabobank.be), hetzij tegen betaling van een klein forfaitair bedrag. Keytrade laat de kosten vallen als de aankopen gebeuren via een spaarplan dat minstens vijf jaar wordt aangehouden. De onlinebanken rekenen evenmin bewaarloon aan.
fondsbeheerders’, zegt Beobank-woordvoerster Sandrine Roberti de Winghe. Deutsche Bank is onder de netwerkbanken zonder twijfel de primus in open architectuur met 1.605 aangeboden fondsen van 27 beheerders. ‘Bovendien maken we geen onderscheid tussen klanten. De fondsen zijn beschikbaar voor alle klanten, groot en klein’, zegt woordvoerder Jean-Michel Segers. Evenmin onbelangrijk is dat Deutsche Bank geen instapkosten aanrekent, behalve als het moet. Zo eisen Carmignac en Petercam dat de verdeler 1 procent instapkosten inhoudt. Deutsche Bank rekent wel een jaarlijks bewaarloon aan: 8 euro per lijn, met een maximum van 80 euro. Verschillende huizen zijn ‘onder begeleiding’ van Deutsche Bank naar België gekomen. ‘De voorbije jaren hebben we gefocust op multiassetoplossingen van kleinere huizen zoals Ethna en Flossbach. Eerder werkten we rond groeimarkten (Aberdeen) en obligaties (Pimco).’ Deutsche Bank herinnert er graag aan dat het in 2007 als eerste retailbank Carmignacfondsen aanbood.
DE TIJD ZATERDAG 12 MAART 2016
56
Netto Fund Awards
Universum aan trackers herbergt grote verschillen
©Pieter Van eenoge
De populariteit van trackers, beursgenoteerde indexfondsen, is de voorbije jaren sterk toegenomen. Oorspronkelijk waren trackers eenvoudige producten, maar vandaag is dat lang niet altijd het geval. Ga daarom ook bij trackers niet over één nacht ijs.
CHRISTIAN DE GREEF
E
TF’s (Exchange Traded Funds), ook wel trackers of indexfondsen genoemd, zijn zogenaamd passieve fondsen. Ze trachten indexen uit diverse domeinen zoals aandelen, obligaties, grondstoffen, valuta,... na te bootsen. Hun benadering kan indexgericht zijn (Bel20, CAC40, DAX), sectorieel (banken, industrie), geografisch (Europa, Azië, VS) of strategisch (spreiding, speculatie, hedging). ETF’s bieden kersverse beursbeleggers de mogelijkheid om met een beperkte inleg en lage kosten te beschikken over een gespreide waaier van aandelen.
Voordelen De populariteit van trackers is de voorbije jaren fors toegenomen. In de eerste plaats is dat te danken aan de lage kosten. De aanen verkoopkosten zijn identiek aan die van aandelen en de beheerscommissies liggen tot tien keer lager dan die van klassieke beleggingsfondsen. In 2014 doken de jaarlijkse kosten van de ETF Vanguard S&P 500, die de Amerikaanse beursgraadmeter S&P500 schaduwt, onder de grens van 0,1 procent. Dankzij de doorgedreven automatisering van het beheer bedragen de gemiddelde kosten in Europa 0,35 procent per jaar, terwijl de jaarlijkse kosten van een klassiek aandelenfonds vaak oplopen tot 2 procent, of zelfs meer als er een prestatievergoeding is. Op lange termijn kunnen die kosten een belangrijke impact hebben op het rendement. Vandaag bieden maar weinig banken spontaan een tracker aan omdat ze daar niet veel aan verdienen. Een tweede voordeel van trackers is de eenvoud van beheer. Trackers zijn beursgenoteerd en zijn dus verhandelbaar zoals aandelen. Bovendien kunt u met een enkele muisklik beleggen in tientallen of zelfs honderden verschillende aandelen. Een derde voordeel is dat er geen speculatietaks op wordt geheven. De regering voerde begin dit jaar een meerwaardetaks van 33 procent in voor beleggers die hun aandelen binnen zes maanden met winst
verkopen. Omdat trackers gespreide beleggingen zijn, werden ze van de speculatietaks uitgesloten. Een laatste voordeel is de transparantie: ETF’s zijn mature en gereglementeerde producten die onderworpen zijn aan de Europese UCITS-richtlijnen. U kunt hun samenstelling, liquiditeitswaarde en kosten dus steeds raadplegen.
Zo kiest u een tracker Wilt u de beste tracker eruit pikken, dan kiest u in de eerste plaats best een kwalitatieve emittent met voldoende omvang. iShares (VS - BlackRock), Lyxor (Frankrijk Société Générale), Dbxtrackers (Duitsland Deutsche Bank), EasyETF (Frankrijk - BNP Paribas), Amundi (VS) zijn voorbeelden van grote spelers in de trackersmarkt. Vervolgens informeert u naar het beheerd vermogen van de ETF en het verhandeld volume. Het beheerd vermogen staat vermeld op de websites van de emittenten. Een drempel van 100 miljoen euro wordt vaak als een minimum beschouwd. Voorts garandeert een hoog verhandeld volume een zeker liquiditeitsniveau en beperkte spreads, waardoor ETF’s makkelijk verkoopbaar zijn en ‘stop’ orders efficiënt kunnen worden uitgevoerd. Let ook op de datum van uitgifte: de oudste trackers zijn vaak diegene die het meeste beleggers hebben aangetrokken. Nog een belangrijk element is hoe goed de ETF erin slaagt de onderliggende index te volgen. Beleggers durven twee begrippen wel eens met elkaar te verwarren. Enerzijds is er de tracking error, dat is de volatiliteit van de koers van een ETF op jaarbasis ten opzichte van zijn index. De tracking error geeft dus aan hoe trouw de tracker de index volgt. Anderzijds is er de tracking difference, die weergeeft in welke mate er een positief of negatief verschil is in de prestatie van de ETF vergeleken met de index. Ga dus op zoek naar een ETF met een positieve en stabiele tracking difference.
Lettersoep De naam een ETF is soms nogal een lettersoep. Vaak treft u daarin de acroniemen PR, TR of NR aan. Om appelen met appelen te
DRIE SOORTEN ETF’S
· KLASSIEKE OF LANGE ETF’S Ze trachten de referentie-index te volgen en de prestatie te kopiëren. Voorbeelden: Lyxor UCitS etF BeL 20 tr of amundi etF CaC 40 UCitS etF C (eUr)
· LEVERAGED ETF’S Deze trackers maken het mogelijk de prestatie van een index (winst of verlies) via een hefboomeffect te vermenigvuldigen. Voorbeeld: Lyxor Daily LevDaX UCitS etF: als de DaX-index met 1 procent stijgt (of daalt), creëert de etF 2-hefboom een winst (of verlies) van 2 procent. U herkent zulke etF’s aan de vermelding ‘Leverage of lev’ in de benaming.
· SHORT ETF’S een Short etF levert het omgekeerde rendement van de gevolgde index door à la baisse te gaan. Die etF’s kunt u herkennen aan hun naam, waarin meestal ‘Short’ of ‘DS’ (Daily Short) vervat zit. Voorbeeld: Lyxor eUro StoXX 50 Daily Short: als de eurostoxx50-index 1 procent wint, verliest de etF DS 1 procent (en omgekeerd).
Let wel: short en Leveraged etF’s zijn voorbehouden voor ervaren beleggers. Ze zijn af te raden als langetermijnbelegging. Want bij volatiele markten wordt het initiële kapitaal onvermijdelijk aangetast. De universele regel is: koop geen producten waarvan u de werking niet volledig begrijpt.
kunnen vergelijken, moet u weten dat de Price Return (PR) slechts rekening houdt met de evolutie van de onderliggende koersen van de aandelen. De Total Return (TR) geeft de koersevolutie weer inclusief dividenden. De index gaat dan uit van een herbelegging van de brutodividenden. De Net Return (NR of NTR) gaat uit van een herbelegging van de nettodividenden en houdt dus rekening met de fiscaliteit. Het voorgaande betekent dat u bijvoorbeeld de Euronext BEL 20 NR EUR-index niet kunt vergelijken met de ETF Lyxor UCITS ETF BEL 20 TR.
Fysiek of synthetisch? Het verschil tussen beide ETF-types zit in de onderliggende waarden. Bij fysieke trackers wordt de tracker effectief samengesteld met de fysieke componenten van de index. Een Bel20-tracker zal dan de 20 Belgische aandelen kopen. Synthetische ETF’s daarentegen doen niets anders dan het rendement volgen door gebruik te maken van afgeleide producten, en dat op basis van swapovereenkomsten met tegenpartijen (swap-based ETF). Soms hebben de beheerders geen keuze, bijvoorbeeld wanneer ze een ‘exotische’ index willen volgen waarvan de onderliggende waarden niet altijd toegankelijk zijn. Het tegenpartijrisico van de swap is beperkt tot 10 procent van de belegging (UCITS 3-richtlijn). Fysieke en synthetische trackers nemen elk ongeveer de helft van de totale markt voor hun rekening, maar het beheerd vermogen van fysieke trackers lag begin vorig jaar drie keer zo hoog. Dat komt ten dele omdat de benaming ‘fysiek’ voor veel beleggers geruststellender klinkt, ook al zijn de kosten hoger en is zo’n ETF niet noodzakelijk minder risicovol. Want sommige fysieke trackers lenen de onderliggende aandelen uit, waardoor een bijkomend tegenpartijrisico ontstaat en het risiconiveau vergelijkbaar is met dat van een swap. Het onderscheid tussen een fysieke en een synthetische ETF is niet terug te vinden in de benaming, behalve dan op de beurs van Hongkong. U moet dus de informatie van de emittent erop nalezen om dat te weten.
DE TIJD ZATERDAG 12 MAART 2016
57
Netto Fund Awards
10
geldvragen aan Peter De Proft Peter De Proft (62) is de topman van Efama, de Europese federatie van fondsenbeheerders. Hij heeft een broertje dood aan spilzucht. ‘In casino’s hangt een sfeer die me kotsmisselijk maakt.’
SVEN VONCK
De vedettenstatus van sommige fondsbeheerders laat ik liever aan mij voorbijgaan.
© SoFie Van HooF
1 Wat hebt u geleerd uit uw jarenlange ervaring in de wereld van vermogensbeheer? ‘Dat mensen makkelijker uit de kleren gaan bij de dokter dan dat ze aan hun vermogensbeheerder alles over hun geldzaken vertellen. Het is heel moeilijk een volledig zicht te krijgen op het vermogen van mensen. nochtans kan meer transparantie heel wat problemen vermijden. Want hoe kan je een vermogen veilig structureren als je maar één puzzelstukje in handen hebt?’ 2 Wat is uw beleggingsstrategie? ‘ik ben rotsvast overtuigd van de kracht van vakkundig beheerde beleggingsfondsen, terwijl ik niet geloof in markttiming. ik beleg maandelijks een vast bedrag in een selectie van gemengde fondsen met een wereldwijde activaspreiding. Mijn ervaring leert dat je meer rendement haalt uit een goede verdeling van je vermogen over verschillende activaklassen dan uit pure stockpicking.’ 3 Hoe selecteert u een beleggingsfonds? ‘ik kies enkel fondsenhuizen waarmee ik vertrouwd ben en fondsen
die een constante performance kunnen voorleggen. Veel mensen kijken ook naar wie het fonds beheert, maar de focus op de vedettenstatus van sommige beheerders laat ik liever aan me voorbijgaan. De strategie van een fonds moet vooral aansluiten bij mijn beleggingsstrategie.’ 4 Belegt u via trackers? ‘trackers bieden wel voordelen, maar ik heb er zelf nog niet in geïnvesteerd. Je moet dan zelf trackers selecteren om daarmee een gediversifieerde beleggingsportefeuille samen te stellen met verschillende activa en een optimale regionale spreiding. Dat laat ik liever aan anderen over. ik wil mijn geld wegzetten zonder dat ik er nog naar moet omkijken.’ 5 Wat is uw slechtste financiële beslissing? ‘in het midden van de jaren negentig heb ik geïnvesteerd in fondsen met een achterliggende fiscale constructie die het mogelijk maakte de verliezen van deelbewijzen af te trekken van de belastingen. Bij het beurshuis waar ik toen werkte, was dat de nieuwe fiscale spitstechnologie. Dat was officieel en volledig volgens de fiscale regels, maar het gaf toch altijd aanleiding tot discussies
ADVERTENTIE
met de fiscus. Die heisa was het me niet waard.’ 6 Hebt u een tweede verblijf? ‘We hebben lang een appartement aan zee gehad, maar dat is intussen ingeruild voor een huis in oostenrijk. in dat land spendeerden we toch al het gros van onze zomer- en wintervakanties. Voor mijn job moet ik zo veel reizen, dat ik mijn vakanties liefst doorbreng in een vertrouwde omgeving. Het is dus vooral een investering in mijn eigen vrije tijd, want het huis wordt niet verhuurd.’ 7 Voor welke uitgaven hebt u een zwak? ‘ik ben niet krenterig als het over mijn comfort gaat. ik heb geen nood aan een buitenzwembad, maar ik heb wel een fitnessruimte zodat ik ondanks mijn drukke agenda toch wat aan mijn conditie kan werken. en bij speciale gelegenheden ga ik met mijn echtgenote graag naar een heel goed restaurant. Dat hoeven geen sterrenzaken te zijn, maar we komen er wel eens.’ 8 Wat is uw zotste uitgave? ‘De reis die ik mijn ouders cadeau heb gedaan voor hun veertigste huwelijksverjaardag. Samen met mijn vrouw en drie kinderen heb
ik hen meegenomen naar Venetië. We verbleven in grand Hotel des Bains, wat toen nog een luxehotel was en waar de film ‘Death in Venice’ is opgenomen. Dat was een bijzondere ervaring.’ 9 Kregen uw kinderen als tiener zakgeld? ‘ik ben daar nooit een voorstander van geweest. als ze iets nodig hadden, kregen ze dat. Zo was er tenminste de kans om bij elke uitgave stil te staan en te discussiëren over het nut. Dankzij die dialoog heb ik mijn kinderen veel kunnen bijbrengen over de waarde van geld.’ 10 Waagt u wel eens een gokje in een casino? ‘ik kan geen euro spenderen aan kansspelen. De twee keer dat ik in een casino ben geweest, werd ik bloednerveus en ben ik zo snel mogelijk weer vertrokken. er heerst een grote spilzucht en een sfeer waar ik kotsmisselijk van word.’
Meer interviews op netto.be/geldvragen
DE TIJD ZATERDAG 12 MAART 2016
58
Netto Fund Awards
©PIETER VAN EENOGE
Let op voor de kosten Fondsen kopen brengt kosten met zich mee. Maar er zijn manieren om die te beperken.
FRÉDÉRIC LEJOINT
D
e kosten die gepaard gaan met de aankoop van fondsen kunnen in drie groepen onderverdeeld worden: distributiekosten (in- en uitstapkosten), beheerskosten (en prestatiecommissies) en de fiscale kosten (beurstaks en roerende voorheffing).
Distributie De distributiekosten bestaan meestal uit inen uitstapkosten en arbitragekosten. Die laatste zijn kosten die u betaalt wanneer u van compartiment wil veranderen. Soms kunnen de instapkosten oplopen tot 5 procent. Tekent u online in, dan kunnen kortingen toegestaan worden. Voor de meeste fondsen in de onlinesupermarkten zijn er vaak geen of sterk verlaagde kosten. Uitstapkosten worden doorgaans slechts aangerekend voor fondsen met een vaste vervaldag, en wanneer de belegger vervroegd uitstapt. Die kosten schommelen tussen 1 en 2 procent. Soms worden ook arbitragekosten afgehouden als de belegger overstapt van het ene fonds naar het andere. ‘Al die kosten samen zetten het rendement onder druk. Als
BEHEER
Awardwinnaars beleggen in eigen fondsen Van de 14 winnende fondsbeheerders beleggen er 12 in hun eigen fonds, leert een rondvraag. De beheerder van KBC Institutional Fund, een fonds weggelegd voor institutionele beleggers, kan per definitie niet voor het eigen fonds kiezen. Daarnaast belegt ook de beheerder van Triodos Sustainable Mixed niet in zijn fonds. Verschillende wetenschappelijke studies bevestigden al eerder een positief verband tussen de prestatie van het fonds en het feit dat de beheerder zijn centen in het fonds parkeert.
u 100.000 euro in een fonds belegt en uw bankier 3 procent instapkosten inhoudt, bent u bijna een heel jaar rendement kwijt’, merkt Knut Huys, beheerder bij Deutsche Bank, op.
Beheer De beheerscommissie is een vergoeding voor de inspanningen die de fondsbeheerder levert om rendement te behalen. Hij heeft bijvoorbeeld een analistenteam in dienst dat speurt naar beleggingsopportuniteiten. De gebruikelijke beheerscommissie voor obligatiefondsen bedraagt ongeveer 0,80 procent. Voor aandelenfondsen is dat 1,5 tot 2 procent en voor gemengde fondsen 1 tot 1,5 procent. De beheerskosten wijken licht af van de algemene kosten vermeld in de essentiële informatiedocumenten bestemd voor de belegger. Want die bevatten ook de transactiekosten, het bewaarloon van de effecten of de publicatie ervan. Boven op de algemene kosten kan de fondsbeheerder ook een prestatiecommissie heffen. ‘Ik heb geen enkel probleem met zo’n kostenstructuur die onder meer door Carmignac en Ethna Aktiv wordt toegepast en goede beheerders beloont wanneer ze een goed jaar hebben. Maar niet alle com-
WINNAAR OBLIGATIES IN EURO
Inflatiegelinkte obligaties vormen vandaag een opportuniteit. FONDSBEHEERDER BLACKROCK GLOBAL FUNDS EURO BOND MICHAEL KRAUTZBERGER
missies zijn in het belang van de beleggers’, zegt Knut Huys. ‘Sommige aandelenfondsen kennen zich al een prestatiecommissie toe als ze beter presteren dan een monetaire belegging. Dan krijgen beheerders een extraatje, ook al presteren ze een stuk minder goed dan hun concurrenten.’ Besteed dus aandacht aan die commissiestructuren. Vermijd ook actieve fondsen waarvan de samenstelling dicht aanleunt bij de referentie-index. 2 procent beheerskosten betalen voor een echt gespreid fonds is zeker aanvaardbaar, maar 1,5 procent voor een zogenaamd actief fonds dat nauwgezet een index volgt, is een ander paar mouwen. In dat geval is het veel interessanter een tracker te kopen in plaats van ‘index huggers’. Beheerscommissies verschillen ook sterk tussen verschillende fondsenklassen en naargelang het land waar u verblijft. In ZuidEuropa is 2 procent geen uitzondering. Maar in het Verenigd Koninkrijk of Nederland werden naar aanleiding van het verbod op retrocessies klassen gecreëerd met zeer lage beheerscommissies (0,75 procent). De retrocessie is het deel van de beheerskosten dat wordt toegekend aan de finale distributeur van het fonds. Doorgaans bedraagt die 40 tot 60 procent van de beheerskosten. Bij de retrocessievrije fondsen moet apart betaald
BELEGD VERMOGEN
Recordjaar voor instroom in Europese fondsen Volgens cijfers van de Europese fondsenfederatie Efama was 2015 een recordjaar. De netto-instroom in fondsen kwam op 725 miljard euro. Daarmee totaliseerden Europese fondsen een belegd vermogen van meer dan 12.581 miljard euro. De zogenoemde multi-activafondsen zagen een netto-instroom van 236 miljard euro. Aandelenfondsen kenden een instroom van 134 miljard euro. Voor geldmarktfondsen zat er voor het eerst sinds 2008 opnieuw een netto-instroom in (77 miljard euro).
2% Voor aandelenfondsen kunnen de jaarlijkse kosten, die in de inventariswaarde verrekend worden, al snel oplopen tot 2 procent.
RENDEMENT
18,8% Van de 14 fondsenhuizen die met hun fonds een award wonnen, boekte Legg Mason met het Amerikaanse aandelenfonds US Large Cap Growth het hoogste rendement over vijf jaar. Het fonds won gemiddeld 18,8 procent per jaar.
worden voor het advies van de distributeur. ‘In de praktijk moet de klant vandaag de distributiekosten betalen los van de beheerscommissie. Daardoor wordt vergelijken wel heel moeilijk’, benadrukt Knut Huys. ‘Voor mij primeert vooral de kwaliteit van het fonds. Pas als de kwaliteit gelijk is, is het interessant de kosten te gaan vergelijken. Het is trouwens interessant om vast te stellen dat fondsen die veel commissies aanrekenen op lange termijn meestal niet het hoogste rendement realiseren.’
Fiscaliteit Vergeet ook de fiscaliteit niet. Bij distributiefondsen is dat de roerende voorheffing van 27 procent die jaarlijks of driemaandelijks op het dividend wordt aangerekend. Bij kapitalisatiefondsen is dat de beurstaks (1,32 procent) die bij de uitstap wordt geheven. ‘Als algemene regel geldt: hoe langer de beleggingshorizon, hoe interessanter het wordt om voor kapitalisatiefondsen te kiezen.’ Bij fondsen die meer dan 25 procent in obligaties of andere vastrentende producten beleggen, geldt ook een meerwaardetaks op het vastrentende gedeelte bij verkoop. De roerende voorheffing daarop bedraagt 27 procent.
WINNAAR EUROPESE AANDELEN
Het Europese financiële systeem is veel robuuster dan vijf jaar geleden. FONDSBEHEERDER INVESCO PAN EUROPEAN EQUITY INCOME FUND STEPHANIE BUTCHER
KOSTEN
Weinig fondsen rekenen prestatiekosten aan Wie een fonds koopt, betaalt zowel instapkosten als jaarlijkse beheerskosten. Sommige fondsen rekenen echter ook nog prestatiekosten aan. Dat zijn kosten die betaald moeten worden als het fonds beter presteert dan de referentie-index of een risicovrije rente. Van de 14 winnende fondsen rekenen er drie prestatiekosten aan: twee fondsen van Vector Asset Management en het groeimarktenfonds van RAM Active Investments. De drie fondsen worden samengesteld op basis van wiskundige modellen.
DE TIJD ZATERDAG 12 MAART 2016
59
Netto Fund Awards
leVzaen v rs lezoeor rs
De meest gestelde vragen voor onze experts 1
PENSIOENSPAARFONDS
Ik lees dat de spreidingsregels van mijn pensioenspaarfonds veranderd zijn. Heeft dat ook gevolgen voor mijn fonds?
Pensioenspaarfondsen moeten in ruil voor het fiscaal voordeel dat ze bieden voldoen aan strenge spreidingsregels. Tot enkele jaren geleden moesten de fondsen minstens 30 procent in Belgische aandelen beleggen. Toen Europa ons land daarvoor op de vingers tikte, moest het de regels bijsturen. Zo mocht het fonds maximaal 30 procent beleggen in aandelen van bedrijven uit de Europese Economische Ruimte (EER) met een beurswaarde van minder dan 1 miljard euro. Grotere aandelen, die een beurswaarde hebben van meer dan 1 miljard euro, mochten niet meer dan 70 procent van het pensioenspaarfonds innemen. Sinds begin dit jaar is de drempel verhoogd van 1 miljard naar 3 miljard euro. Door de sterke prestatie van de beurzen de voorbije jaren botsten de pensioenspaarfondsen geregeld op hun limieten. Door het optrekken van de drempel is die druk nu weg. Niet alleen is de vijver om in te vissen wat groter geworden, ook voor de verhandelbaarheid is de hogere drempel een verbetering. Aandelen van bedrijven
Zit u met een vraag over uw beleggingsfondsen? Onze redacteurs beantwoorden uw vraag of schakelen een expert in.
met een beurswaarde van minder dan 1 miljard euro zijn vaak erg illiquide. De limiet van 1 miljard euro werd destijds vastgelegd om de Belgische markt, die veel kleine en middelgrote aandelen telt, te beschermen. Nu die drempel is opgetrokken dreigen de Belgische aandelen uit de boot te vallen en kan uw pensioenspaarpot dus wat meer de internationale toer opgaan, maar fondsbeheerders ontkennen dat. Voor de belegger hebben de nieuwe spreidingsregels dus niet meteen gevolgen.
2
situatie anders. Doorgaans is er geen eindvervaldag en belangrijker nog, is er geen kapitaalgarantie. Het fonds streeft weliswaar over een afgesproken periode een absolute return na, maar een garantie geeft het fonds niet. In de praktijk blijkt dat de meerderheid van die fondsen niet in zijn doelstelling slaagt.
3
TAK23
Als awards aan beleggingsfondsen worden uitgereikt, worden verzekeringsfondsen (tak23) vaak niet in de berekening meegenomen. Waarom niet?
ABSOLUTE RETURN
Ik overweeg de aankoop van een absolutereturnfonds. Wat is eigenlijk het verschil met een kapitaalgarantiefonds?
Het verschil tussen beide fondsen ligt in de kapitaalbescherming. Een kapitaalgarantiefonds heeft doorgaans een eindvervaldag en garandeert op die eindvervaldag dat u minstens een afgesproken deel (doorgaans de volle 100 procent) van uw inleg - v贸贸r kosten - recupereert, ongeacht de marktomstandigheden. Bij dat soort fonds is het hopen dat u een meerwaarde opstrijkt door het achterliggende mechanisme van het fonds. Bij een absolutereturnfonds is de
Een tak 23-fonds is een levensverzekering gekoppeld aan een beleggingsfonds. Met andere woorden: een fonds in een verzekeringskleedje. Dit product is ook op naam, net zoals een tak21-product. Maar in tegenstelling tot een tak21-product is er bij een tak23-product doorgaans geen garantie op kapitaalbehoud of rendement. Het onderliggende fonds is in de meeste gevallen een fonds in aandelen, obligaties of cash (of een combinatie daarvan). De waarde van uw belegging is dus volledig afhankelijk van de prestaties van het fonds. Wie bijvoorbeeld een tak23-product met onderliggend een wereldwijd aandelenfonds heeft, zal de waarde van zijn
ADVERTENTIE
fonds zwaar zien zakken bij een beurscrash of beurscorrectie. Het voordeel van een tak23-fonds is wel dat u geen roerende voorheffing moet betalen, ook niet als u uw belegging minder dan acht jaar zou bijhouden. Beleggingstechnisch is een tak23-fonds dus perfect vergelijkbaar met een bancair fonds. Een belangrijk verschil is evenwel dat de tak23-fondsen aan minder strenge spreidingsregels zijn onderworpen dan bancaire fondsen. Dat verklaart ook waarom u via de tak23-formule wel de mogelijkheid hebt om hefboomfondsen te kopen. Via de bancaire fondsen is die mogelijkheid er niet. De verschillen in spreidingsregels verklaren waarom tak23fondsen veelal niet in de awardberekeningen worden meegenomen.
4
PASPOORT
houder in het land waar het fonds wordt verdeeld moet geen bijkomende vergunning afleveren. Hij behoudt wel de controle op hoe het fonds aan beleggers wordt voorgesteld en aangeprezen (marketing en publiciteit). Het Europees paspoort werd in het leven geroepen om bij te dragen tot de creatie van een Europese eenheidsmarkt voor beleggingsfondsen. Het belang van een Europees paspoort is voor de Belgische belegger minder groot. Fondsen met paspoort vallen onder Europese regels, maar fondsen zonder paspoort zijn in Belgi毛 aan minstens even strenge regels onderworpen. Vroeger speelde het Europees paspoort nog een rol bij de meerwaardetaks op obligatiefondsen. Enkel fondsen met paspoort werden aan die taks onderworpen. Sinds 1 juli 2013 is die discriminatie opgeheven en zijn ook obligatiefondsen zonder paspoort aan de meerwaardetaks onderworpen.
Wat is het verschil tussen een fonds met een Europees paspoort en een fonds zonder paspoort?
Een Europees paspoort laat toe dat een fonds dat een vergunning kreeg van de toezichthouder in een land van de Europese Unie in elke andere lidstaat van de EU kan worden gecommercialiseerd. De toezicht-
Hebt u een vraag? Stuur ze naar redactie@netto.be