Didactief nr. 9

Page 1

JA ARGANG 45, NR 9 / NOVEMBER 2015, PRIJS € 6,95

OPINIE EN ONDERZOEK VOOR DE SCHOOLPRAKTIJK

Krimpkwestie SPECIAL sport


PO/VO ONDERZOEK

Leren van de buren OCW wil dat leraren vanaf 2020 doen aan peer review: elkaar feedback geven na lesbezoeken. Ook op andere scholen. Goed idee?

O

CW heeft in het ‘Actieplan Leraar 2020 – Een krachtig beroep’ de ambitie geformuleerd dat in 2020 alle scholen structureel peer review toepassen, in het bijzonder ‘interscolaire visitatie’. Hierbij observeren leraren van verschillende scholen elkaars lespraktijk en geven ze elkaar feedback. Maar is dat ook een goed plan? Peer review blijkt keer op keer effectief om de voortdurend veranderende onderwijspraktijk goed aan te kunnen. Veel scholen doen er aan, maar dan vooral binnen de eigen school. Om te kijken of interscolaire visitatie ook een zinvolle vorm van peer review kan zijn, hield de Onderwijscoöperatie een pilot onder tien basis- en zes middelbare scholen, in nauwe samenwerking met de PO-Raad, VOraad, MBO Raad en OCW. De scholen werden in koppels verdeeld waarbij leraren bij elkaar op

Leraren gaan kritischer naar zichzelf kijken

bezoek gingen om te werken aan elkaars leervragen. Onderzoekers van het Welten-Instituut van de Open Universiteit en het lectoraat Vernieuwingsonderwijs van Saxion bevroegen vervolgens de deelnemende leraren met vragenlijsten en interviews. Andere bril Vaak blijkt het niet alleen leuk om feedback te geven aan collega’s die op een andere school werken, maar waarderen geobserveerde leraren het ook erg. De feedback helpt leraren om ‘met een andere bril’ naar hun lespraktijk te kijken. Maar niet alleen het ontvangen van feedback, ook

Hoe organiseer je peer review met een andere school?

1

• M aak een realistische planning. Zorg dat de doelen van interscolaire visitatie voor de scholen en leraren helder zijn, alsmede de activiteiten die moeten bijdragen aan het bereiken van die doelen. Denk aan trainingsbijeenkomsten, teamoverleg, lesbezoeken, maar ook intervisiesessies en informele gelegenheden voor reflectie. Met een tijdspad kun je aangeven wie wanneer de activiteiten uitvoert. Vergeet de verslaglegging niet. Daar kun je in de toekomst veel aan hebben. •O efen vaardigheden zoals het ontvangen en geven van feedback, het voeren van een reflectieve dialoog, het observeren van een les. Laat leraren bijvoorbeeld naar aanleiding van een lesbezoek de

2

geobserveerde collega interviewen met vragen als: wat wilde je bereiken, wat deed je, wat wilden je leerlingen en wat deden ze?

12

november 2015

3 4

•S tel voorafgaand aan de lesbezoeken criteria vast (‘kijkwijzer’) en zorg dat leraren zo feedback krijgen waar ze echt wat aan hebben. •R ooster leraren vrij. Het uitvoeren van een inter­ scolaire visitatie vergt ongeveer een dag aan professionaliseringstijd. In deze tijd kunnen leraren vaardigheden oefenen en een collega feedback geven. •Z org voor een veilige leeromgeving. Voorkom dat leraren het gevoel hebben dat ze worden beoordeeld. Dit kan onder meer door de feedback zo specifiek en kort mogelijk te houden: feedback moet alleen informatie bevatten over het observeerbare gedrag en daar geen interpretatie van zijn.

5

Empathie, oprechtheid en een onbevooroordeelde blik zijn voor succesvolle peer review van groot belang.


Tekst Patrick Sins, Arnoud Evers en Femke Nijland

n

Kijkwijzerapp het observeren van collega’s maakt leraren bewust van verschillende benaderingen tot lesgeven en draagt bij aan het realiseren van een kritische houding ten opzichte van het eigen onderwijs, blijkt uit het onderzoek. De leraren gaven vooral twee vormen van feedback: ‘discrepantiefeedback’ en suggesties voor verbeterstrategieën. Bij de eerste vorm bespreken leraren de verschillen tussen een vooraf bepaald doel en wat ze tijdens lesbezoeken hebben geobserveerd. Ze zien bijvoorbeeld dat een collega veel directe instructie geeft, terwijl zijn doel is om leerlingen zelfstandiger te laten werken. Bij het geven van verbeterstrategieën maken leraren vervolgens duidelijk hoe hun collega dat doel wel zou kunnen bereiken.

De Onderwijscoöperatie heeft een app ontwikkeld waarmee je een kijkwijzer voor lesobservaties kunt samenstellen. Handig als je elkaars lessen wilt observeren en de ander gestructureerd feedback wilt geven. Download de app via www.kijkbijmijnles.nl/kijkwijzer.

Voor zover er uitdagingen zijn voor interscolaire visitatie blijken deze vooral praktisch van aard te zijn: ze betreffen de afstand tussen scholen en de inroostering van leraren. Tijdens de interviews gaven leraren aan dat ervaringen uit de pilot hebben geleid tot het opzetten van een ‘buddysysteem’. Hierbij treden leraren binnen een of meer scholen onder hetzelfde schoolbestuur als ‘buddy’ op en geven ze een collega feedback. De praktische barrières kun je zo deels wegnemen. Eigen invulling Maar er is nog een uitdaging. Een structurele toepassing van peer review is een goede manier om professionele ontwikkeling te verduurzamen. Maar het verplichten van peer review, zoals de overheid wil, kan alleen effectief zijn als leraren en scholen zelf invulling mogen geven aan de randvoorwaarden en de vorm, dus zelf mogen besluiten of ze ook schooloverstijgend willen werken. De effectiviteit van peer review is sterk afhankelijk van de mate waarin leraren bereid zijn om te leren van en met elkaar. Alleen dan kunnen ze elkaar ook echt verder helpen. ■ Patrick Sins, Arnoud Evers, Femke Nijland en Thaisa Fiering, Randvoorwaarden voor effectieve peer-review als professionaliseringsinstrument voor leraren. Dit paper is gepresenteerd tijdens de OnderwijsResearchDagen 2015 in Leiden. Meer info: Patrick Sins, lector Vernieuwingsonderwijs bij Saxion, p.h.m.sins@ saxion.nl.

november 2015

13


ONDERZOEK KORT PO/VO Tekst Paul Kirschner

Klassikaal of niet? Efficiënt is klassikaal onderwijs zeker, maar het is niet altijd motiverend en kan ook nog eens discriminerend uitpakken. Hoe voorkom je dat?

Door extra tests gingen zwakkere studenten vooruit zonder dat de sterkere benadeeld werden. laten luisteren en anders met de lesinhoud te laten omgaan. Zulke vragen beginnen vaak met ‘hoe’, ‘wat’, ‘wanneer’, ‘waarom’ en ‘waar’. Maar wat ik mij niet realiseerde, is dat klassikale lessen misschien nog een ander nadeel kennen. Ze kunnen ook oneerlijk ofwel discriminerend zijn, leidde ik af uit een onderzoek dat ik erop nasloeg. Een dergelijk passieve onderwijsvorm bevoordeelt bepaalde groepen, maar benadeelt minderheden en economisch minder bedeelde groepen. De reden hiervoor is dat sommige kinderen (lees: blanke kinderen uit de middenklasse en van waarschijnlijk hoogopgeleide ouders) de benodigde achtergrondkennis hebben om goed te plaatsen wat de leraar zegt, terwijl de minderbedeelden deze ontberen en dus de stof niet goed oppikken. Ik ga hier niet in op het maatschappelijke vraagstuk, maar beperk mij tot de oplossingen van de onderzoekers: activiteit en structuur. In een studie waaraan eerstejaarsstudenten in de VS deelnamen – een groep die goed te vergelijken is met havo- en vwo-leerlingen in hun eindexamenjaar – kreeg een groep van 901 studenten klassikale colleges aangevuld met online tests die onmiddellijke feedback gaven. Mijn trouwe lezers zullen hierin ‘het testeffect’ herkennen: het moeten beantwoorden van vragen, waardoor je actief het geleerde uit je geheugen moet terughalen, versterkt de kennis. Een andere groep van 935 studenten kreeg dezelfde lessen van dezelfde docenten, maar zonder de tests.

Studenten in de eerste groep scoorden op hun tentamens (met vergelijkbare vragen als in de tests) hoger dan de andere groep en ook in vergelijking met voorgaande jaren. Dit effect verspreidde zich naar andere vakken in datzelfde schooljaar en de eerste helft van het volgende schooljaar. Maar misschien belangrijker was dat de kloof tussen studenten van lagere en hogere sociaaleconomische groepen met de helft gereduceerd werd, niet alleen bij dit vak, maar bij alle vakken in dat schooljaar en het volgende jaar. Zonder de ene groep te benadelen hielpen de online tests de andere groep dus beter te presteren. Een tweede studie ging over het aanbieden van structuur in het eerste studiejaar. De onderzoekers vergeleken hoorcolleges met structuur met dezelfde colleges met nauwelijks structuur (ofwel: gewone lessen). De structuur bestond uit het verzorgen van leesvragen vooraf, online voorbereidende huiswerkopdrachten (vooral kennisvragen) en denkvragen tijdens de les (toepassings- en analysevragen). De resultaten lieten zien dat het aanbieden van zo’n structuur tot betere resultaten leidde voor alle studenten, maar ‘onevenredig goed’ uitpakten voor zwarte studenten (waardoor de kloof met blanke studenten werd gehalveerd) en eerstegeneratiestudenten (waardoor de kloof met studenten van wie ouders ook al naar het hoger onderwijs gingen, ook verminderde). Volgens de onderzoekers is deze toename in structuur vooral succesvol, doordat het leren beter gespreid wordt. En dat komt helemaal overeen met wat ik in een eerder artikel al beschreef (zie Didactief, oktober 2013). Dit alles maakt duidelijk dat onderwijsinnovatie of -verbetering helemaal niet hoeft te betekenen dat je alles overboord moet gooien. Een vertrouwde aanpak licht aanpassen kan al wonderen doen. Paul Kirschner is hoogleraar Onderwijspsychologie aan de Open Universiteit en schrijft elke maand over internationaal onderwijsonderzoek. Kijk op www.didactiefonline.nl voor de bronnen bij dit artikel.

KIRSCHNER KIEST

Ik ben een groot voorstaander van instructie, góede instructie. Dat heeft geleid tot het misverstand dat ik ook een groot voorstaander ben van klassikale, frontale lessen. Ik vind weliswaar dat deze onderwijsvorm thuishoort in het didactische arsenaal van elke leraar, maar ik ben het met de tegenstanders eens dat ze meestal zeer passief zijn, waarbij de goede leerling zich doorgaans beperkt tot luisteren en aantekeningen maken, terwijl de ‘mindere’ wegdoezelt. Vanwege deze nadelen doet een promovenda van mij leuk onderzoek naar het gebruik van podcasts met ‘epistemische vragen’ (kennisontwikkelende vragen) voorafgaand aan een les. Doel is om leerlingen gerichter te

november 2015

37


PO ONDERZOEK

NRO-con

gres

Tekst Ronald Keijzer, Fokke Munk, Arthur Bakker en Jantien Smit

Rekentaal Puur vanwege de taal struikelen leerlingen soms bij rekenen en wiskunde. Let daarom niet alleen op de getallen en zorg dat je iedereen vooruit kunt helpen.

B

etere leerprestaties staan hoog op de agenda van scholen. Om die bij rekenen te realiseren is het nodig de interactie in de rekenwiskundeles te verbeteren. Dit kan door meer aandacht te geven aan ‘rekentaal’, vaktaal die leraren tijdens de rekenles gebruiken en die leerlingen moeten begrijpen willen ze iets van de les kunnen volgen. Met subsidie van NRO gingen onderzoekers van Hogeschool iPabo, Hogeschool Saxion en de Universiteit Utrecht samen met leraren na hoe de aandacht voor taal in de reken-wiskundeles in het basisonderwijs vorm en invulling kan krijgen.

Met eenvoudige ingrepen kom je een heel eind

Bewustwording Het onderzoek resulteerde in een aanpak waarmee een leraar lessen uit de rekenmethode talig kan ‘doordenken’: in vier stappen krijg je zicht op het talige karakter van de les en ontwikkel je houvast in het bepalen van het taalniveau van je leerlingen (zie kader). Door het vormen van ‘leergroepen’ (overleggen van collega’s binnen eenzelfde school)

kun je de stappen ook samen doornemen en vervolgens nagaan hoe de lessen beter kunnen. In het onderzoek is gewerkt vanuit netwerken van onderzoekers en expertleraren, zoals reken- en taalcoördinatoren. De vijftien deelnemende leraren bleken goed in staat te zijn om taalsteun in de eigen klas te geven. Zij maakten een ontwikkeling door van bewustwording van het belang van taal in de reken-wiskundeles naar het systematisch aandacht besteden aan hoe leerlingen rekentaal ontwikkelen. Een leraar zei na drie scholingsbijeenkomsten: ‘Ik probeer meer uit de leerlingen zelf te laten komen. Ik laat ze elkaar meer helpen en aanvullen, waardoor ik tijdens de les kan verwijzen naar hun uitspraken.’ Na zes bijeenkomsten zei hij: ‘Ik denk vooraf bewuster na over hoe ik de rekentaal kan verduidelijken.’ ■ Meer info: r.keijzer@ipabo.nl. Binnen het onderzoek is een instructievideo gemaakt, die te zien is op www.leraar24.nl (‘Omgaan met taal in de rekenles’) . Lees meer over rekenonderwijs in het dossier ‘Rekenen en wiskunde’ op www.didactiefonline.nl.

Stappenplan: taal in de rekenles

1 2 3 4

• Bepaal het rekendoel van de opgave, zoals het maken van een sprong van tien over de getallenlijn.

• Ga na welke denkstappen leerlingen maken wat betreft de

context, het model (zoals de getallenlijn) en het formele rekenen. • Ga na welke taal nodig is. Maak daarbij onderscheid tussen alledaagse woorden, schooltaal, vaktaal en specifieke formuleringen, zoals ‘springen met een sprong van tien’. • Ondersteun deze taal gericht met scaffolding (‘in de steigers zetten’). Herformuleer bijvoorbeeld leerlinguitingen (gesproken of geschreven), herinner kinderen aan benodigde denkstappen of formuleringen, vraag om verkeerde formuleringen te verbeteren (‘hoe kun je dat ook zeggen?’), herhaal goede voorbeelden of moedig leerlingen aan om zelfstandig denkstappen te verwoorden. Bouw deze ondersteuning af naarmate die minder nodig is.

46

november 2015


THEE, CUPCAKES & KINDERRECHTEN

Laat uw leerlingen op een originele en gezellige manier kennismaken met kinderen mensenrechten t캐dens de AmnesTeaTime! In de periode van 20 november tot 20 december vindt op veel scholen voor basis- en voortgezet onderw캐s weer een AmnesTeaTime plaats. Een informatief feestje in de klas met behulp van het gratis AmnesTeaTime-pakket vol thee, een kinderrechtenquiz, een speciale actie, kinderrechtenboekjes, recepten voor cupcakes en veel meer...! Doe gratis mee met uw leerlingen en vraag het AmnesTeaTime-pakket aan op www.amnestyopschool.nl/teatime AMN EST E

AMN1504_Amnesteatime_adv.Didaktief 216x303.indd 1

ATIM E

24-09-15 17:16


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.