JA ARGANG 44, NR 7 / september 2014, PRIJS € 6,95
OPINIE EN ONDERZOEK VOOR DE SCHOOLPRAKTIJK
Brugpiepertijd Haal het beste uit brugklassers
Special Taal PO
ONDERZOEK PO onderzoek po
Red de beginnende leraar
Startende leerkrachten krijgen het soms spaans benauwd op een school in de grote stad. Gelukkig zijn er goede manieren om dat te voorkomen, ontdekte UvA-onderzoeker Lisa Gaikhorst die ooit zelf als leerkracht werkte.
D
aar stond ik dan als provinciaaltje in de grote stad. Net de pabo in Groningen afgerond, niet meer onderwijservaring dan wat stages op kleine basisscholen in Groningse dorpjes en dan zomaar ineens als leraar op een grote basisschool middenin de Bijlmer. Natuurlijk wist ik dat ik het lesgeven daar lastig zou vinden. Maar dat het een kwestie van ‘overleven’ zou worden? Nee, dat had ik van tevoren niet gedacht. Als beginnende leerkracht liep ik tegen verschillende problemen aan. Enerzijds waren dit ‘algemene’
Het was zo heftig allemaal. Ik was letterlijk ziek van frustratie 40
september 2014
problemen, zoals een hoge werkdruk, veel stress en onvoldoende begeleiding en ondersteuning. Daarbovenop kreeg ik te maken met typische ‘grootstedelijke’ problemen, zoals de omgang met culturele diversiteit en onveilige situaties in en rondom de school. Ik werd bijvoorbeeld met een mes bedreigd door een leerling, kreeg te maken met een boze Surinaamse ouder die mij ervan beschuldigde haar kind als ‘slaaf ’ te behandelen (omdat ik haar kind had gevraagd om samen met mij de vloer van het klaslokaal schoon te maken, nadat het kind hierop een inktpatroon kapot had getrapt), en werd geconfronteerd met fysiek geweld toen een van mijn leerlingen het ziekenhuis in werd geslagen door zijn
Lesgeven grotine dsetad
tekst Lisa Gaikhorst
beeld Human Touch Photography
beschouwden deze problemen juist als interessante uitdagingen op het moment dat zij daarbij goed werden begeleid en ondersteund. De begeleiding die voor hen heel waardevol was, en die mij ook zeker zou hebben geholpen, was onder meer het participeren in een netwerk van beginnende stadse leerkrachten. Dit netwerk stelde leerkrachten van verschillende scholen in staat om gezamenlijk op ervaringen te reflecteren en om inhoudelijke expertise uit te wisselen. Contact met beginners van andere scholen maakte het ook mogelijk om de situatie in de eigen school te overstijgen: leraren kregen informatie over andere scholen en leerden van de verschillende manieren van werken in deze scholen. Een interessant initiatief in dit opzicht is de Vereniging van Meesterschap. Deze vereniging is opgezet door beginnende leraren uit Amsterdam en heeft als doel ‘professionalisering van het basisonderwijs vanuit de werkvloer, door gebruik te maken van elkaars ervaring en expertise en door nieuwe kennis en inspiratie op te doen’ (www.meesterschappers.nl).
Met extra hulp kunnen beginnende leraren slagen in de grote stad
vader (omdat de jongen niet wilde luisteren en het in zijn cultuur niet ongebruikelijk was om dan geslagen te worden). Met name de grootstedelijke problematiek heeft ervoor gezorgd dat ik uiteindelijk ben afgehaakt als leerkracht. Ik vond het zo heftig allemaal, was letterlijk ziek van frustratie. Ik wilde deze kinderen zo graag iets leren en ze helpen, maar ik wist niet hoe, de problematiek was te zwaar. Ik ben daarom blij dat ik promotieonderzoek kon doen naar de verbetering van de ondersteuning van beginnende leraren in grote steden. Ik ben ervan overtuigd dat ik het lesgeven in de grote stad destijds minder zwaar zou hebben gevonden als ik beter was begeleid en ondersteund. Stadse uitdagingen Tijdens mijn onderzoek heb ik met ruim vijftig enthousiaste beginnende leerkrachten gesproken die met heel veel plezier op een stadse basisschool werken. Deze leerkrachten kregen net als ik te maken met typische stadse problemen, maar zij
Taalcoach Tevens was het voor de leerkrachten die deelnamen aan het onderzoek, belangrijk om goede begeleiding van hun school te krijgen die gericht was op de specifiek stadse problemen (‘inductie’, van specifieke naar algemene kennis). Sommige leerkrachten kregen bijvoorbeeld begeleiding van een taalcoach. Die hielp hen om goede taallessen te ontwikkelen voor leerlingen met een niet-Nederlandse achtergrond. Ook vonden de leraren het waardevol om deel te nemen aan een nascholingstraject dat speciaal ontwikkeld was om hen beter toe te rusten op het lesgeven in een grootstedelijke omgeving. Het traject ging onder meer in op de omgang met culturele diversiteit, verschillen in taalontwikkeling, het creëren van veiligheid in en rondom de school, en samenwerking met de schoolomgeving (met andere professionals, maar ook met ouders met verschillende achtergronden). Scholen doen er goed aan om in deze verschillende manieren van leren en ondersteunen (oftewel netwerkleren, inductie en nascholingstrajecten) te investeren. Beginnende leerkrachten worden dan beter toegerust voor het lesgeven in de complexe omgeving van de grote stad. ■ Meer info: l.gaikhorst@uva.nl
september 2014
41
derzoek vo onderzoek vo
Een goede schooltekst
Goed leesonderwijs begint bij een goede schooltekst, en dat betekent: kies een verhaal met weinig vertellijnen, veel signaalwoorden en heldere verbanden.
V
oor veel middelbare scholieren is lezen een probleem. Zo heeft een zesde van alle vijftienjarigen en maar liefst een kwart van alle vmbo-leerlingen moeite met lezen. Deze resultaten van het internationale PISA-onderzoek zijn ontluisterend. Zonder goede leesvaardigheid falen leerlingen niet alleen in het taalonderwijs, zij stuiten op problemen bij álle vakken. Vlot en vloeiend kunnen lezen is een voorwaarde om de inhoud van een tekst goed te kunnen vatten. Traag, spellend lezen belemmert het begrijpen van de tekst; het werkgeheugen raakt erdoor overbelast. Goede leesvaardigheden zijn een voorwaarde voor het effectief omgaan met teksten en voor een succesvolle schoolcarrière. Niet in de minste plaats, omdat 85% van het schoolcurriculum met geschreven taal te maken heeft.
Leesonderwijs beïnvloedt prestaties in álle vakken
Gratis weblezing Lezers van Didactief kunnen gratis een weblezing volgen van Gerdineke van Silfhout en Kees Vernooy over het verwerken van teksten, expliciete instructie en begeleide toepassing op www.eduseries.nl/weblezingen-Didactief. Inloggen kan met de unieke lezerscode: DidactiefWL9. De weblezing is de eerste in een serie van drie die Didactief in samenwerking met Eduseries aanbiedt.
50
september 2014
Voorkennis Om goed te kunnen lezen is het in de eerste plaats belangrijk dat een leerling voldoende voorkennis over de inhoud van de tekst heeft. Die kennis omvat ook een ruime woordenschat: leerlingen die minder dan 95% van de woorden in de tekst kennen, blijken een tekst niet goed te begrijpen. Onderzoek van Kaefer, Neuman en Pinkham (2011) onderschrijft dit grote belang van voorkennis voor tekstbegrip. Wanneer leerlingen uit verschillende ‘taalmilieus’ evenveel (of even weinig) voorkennis hebben, zijn er geen verschillen in het begrijpen van de tekst: kinderen die thuis een arme taalomgeving hebben, kunnen dus even hoog scoren als kinderen uit een rijke taalomgeving. Onderzoek toont ook aan dat problemen bij begrijpend lezen dikwijls integrale kennisproblemen zijn: slecht lezen hangt samen met een beperkte voorkennis en een gebrekkig vermogen om leesstrategieën te gebruiken. Tekstkenmerken Goed leesonderwijs kent twee belangrijke voorwaarden: de lesmaterialen moeten zo begrijpelijk mogelijk zijn en het leesonderwijs is uitermate effectief ingericht. Maar wat betekent dat concreet? De afgelopen jaren voerden we drie oogbewegingsexperimenten uit onder tweedeklassers in het vmbo-kgt, de havo en het vwo. Door patronen van de oogbewegingen te analyseren, weten we welke tekstkenmerken een positief effect hebben op het tekstbegrip van leerlingen. Zo blijken leerlingen baat te hebben bij tekstkenmerken die aanzetten tot een actieve verwerking van de tekst. Dat is bijvoorbeeld het geval in tekstfragment 1. Fragment 2 doet dit juist niet.
tekst Gerdineke van Silfhout en Kees Vernooy
beeld Human Touch Photography
zorgen ervoor dat leerlingen de informatie beter integreren, dat ze inhoudelijke verbanden leggen tussen zinnen. Ons onderzoek laat zien dat het niet nodig is om het taalgebruik te differentiëren naar onderwijsniveau: de effecten van lay-out en signaalwoorden gelden voor alle niveaus, ongeacht de leesvaardigheid. Ook zijn de effecten van verhalende elementen hetzelfde voor alle leerwegen in het vmbo, ongeacht de leesvaardigheid en de voorkennis. Gewoonte Leerlingen hebben goede schoolteksten nodig om vaardige lezers te worden. Maar dat niet alleen. Ook moeten ze leren om goed met teksten om te gaan en te zien hoe teksten zijn opgebouwd. Het is van belang – en dat geldt in het bijzonder bij informatieve teksten – dat een leerling doelgericht met de tekst kan omgaan en vanuit dat doel zijn proces van begrijpend lezen kan sturen en monitoren. Monitoren in de zin van: ‘Begrijp ik die tekst nog wel goed en wat moet ik doen als dat niet meer het geval is?’. Het begrijpen van teksten kan worden onderwezen. Ten eerste door expliciete instructie en modeling (voordoen) – wat niet eenvoudig is – en ten tweede door leerlingen te helpen bij het toepassen van het geleerde. Volgens Routman (2002) zou 20% van de les over het omgaan met teksten aan instructie en modeling besteed moeten worden en 80% aan begeleid toepassen. Onderzoek van Bunte (2013) toont echter dat ‘begeleid toepassen’ bij begrijpend lezen vrijwel niet voorkomt: de proces- en taakgerichte feedback die hierin een belangrijke rol speelt, blijft vaak afwezig. Hier valt dan ook in veel leeslessen nog winst te boeken, want juist het begeleid toepassen is de brug tussen instructie en zelfstandig begrijpend lezen. ■
Effectieve schoolteksten bevatten ‘slechts’ leerstof
1. Het Romeinse leger was bijna niet te verslaan. Ze veroverden land na land, omdat de soldaten de beste wapens hadden en prima getraind waren. Ook werden ze goed betaald en kregen ze volop te eten. Meestal vonden ze het een eer om te vechten voor Rome. 2. Kelvin wilde dat hij ook al achttien was. Hij zou direct het leger in gaan. Net zo’n leger als het Romeinse leger eeuwen geleden. Het Romeinse leger was bijna niet te verslaan. Ze veroverden land na land. De soldaten hadden de beste wapens en waren prima getraind. Ze werden goed betaald en ze kregen volop te eten. Meestal vonden ze het een eer om te vechten voor Rome. Effectieve schoolteksten zijn teksten waarin ‘slechts’ leerstof staat (zonder extra personages of verhaallagen), waarin zinnen doorlopend zijn gepresenteerd en verbanden tussen zinnen zijn gemarkeerd met signaalwoorden (‘omdat’, ‘ook’). Zulke teksten
Meer info: gvansilfhout@bureau-ice.nl. Gerdineke van Silfhout is toetsdeskundige en deed in opdracht van Stichting Lezen promotie-onderzoek naar tekstbegrip in het voortgezet onderwijs. Kees Vernooy is lector emeritus Effectief taal- en leesonderwijs en zelfstandig onderwijsadviseur. Woensdag 15 oktober vindt er een symposium plaats over begrijpelijke teksten met Kees Vernooy en Gerdineke van Silfhout. Kijk voor het programma op www.schrijfgemak.nl.
september 2014
51
HAAL DE WERELD IN DE KLAS
B19188723 | beeld: Ernst van Oort, Nationale Beeldbank, Shutterstock
Neem je leerlingen mee op reis met Wereldzaken. Filmpjes en animaties brengen de andere kant van de wereld en zelfs de maan dichtbij. En met interactieve oefeningen en spelvormen betrek je je leerlingen actief bij de les. Alles staat klaar, met weinig voorbereiding maak je van elke aardrijkskundeles een belevenis!
Kijk op dezakenvanzwijsen.nl
Breng leren tot leven