Didactief nr. 10 2014

Page 1

JA ARGANG 44, NR 10 / december 2014, PRIJS € 6,95

OPINIE EN ONDERZOEK VOOR DE SCHOOLPRAKTIJK

Staan leerlingen straks in de kou? Scholen krijgen per 1 januari te maken met nieuwe afspraken over jeugdzorg

De beste onderzoeken van 2014 Filmeducatie heeft wél zin Scholen in de Bronx en de Bijlmer

Special

OnderwijsBewijs


praktijk praktijk

tekst Gerda van ’t Spijker beeld Carolien Koetsier

Een app voor betere lessen Lerares Lisanne Muis maakte een app om snel te zien wat elke leerling nodig heeft. Hiermee won ze de OnderwijsTopTalentPrijs 2014 in de categorie primair onderwijs.

T

ijdens haar minor Special Educational Needs aan de Stenden Pabo in Emmen kreeg Lisanne Muis (22) les over autisme. ‘Oei,’ dacht ze, ‘hoe doe ik dat straks in mijn klas?’ Ze zag dat autistische kinderen een passende aanpak nodig hebben. Maar ze zag ook dat op de pabo niet alles werd uitgediept. Wist ze wel genoeg? En daarbij: ieder kind is uniek en verdient wat hij nodig heeft. Niet alleen de uitschieters. Bij haar medestudenten zag ze dezelfde twijfel én het verlangen er toch voor te gaan. Hoe dit probleem te tackelen? Muis bedacht een simpele oplossing: we vragen het de kinderen. Zij kunnen het beste vertellen waar ze behoefte aan hebben. En wat je als leerkracht goed doet en wat voor verbetering vatbaar is.Twee vliegen in één klap. Ze ontwikkelde een app waarmee leerlingen makkelijk feedback kunnen geven: Wederzijds begeleiden. Hiermee won ze de OnderwijsTopTalentprijs 2014 in de categorie primair onderwijs, de prijs voor de meest talentvolle leraar, een initiatief van het INOP samen met onder meer Didactief. Geen papierwerk Maar de app was er niet meteen. Muis ontwikkelde eerst een formulier waarmee alle leerlingen aan de hand van ja/nee-vragen feedback konden geven. ‘Zo kreeg je een beeld van de behoeften van de klas als geheel en van elk kind apart. Leerlingen die eruit springen, zie je wel. Maar gewone kinderen hebben ook recht op passend onderwijs.’ Op haar stageschool CBS De Akker in Gramsbergen testte ze het formulier uit in de bovenbouw. Het werkte prima. Haar collega’s waren tevreden: ze pasten het commentaar van de kinderen toe in hun les, waarna de sfeer in de klas verbeterde. Alleen: het kostte veel tijd om de formulieren na te kijken. Niet zo handig. Het moest juist verlichting brengen, niet nog meer administratie. Zo schoot het formulier zijn doel voorbij. En zou het niet gebruikt worden. Zonde. Hoe kon het effectiever? Muis kroop achter haar pc, digitaliseerde het feedbackformulier en laadde het in een app. Met één druk op de knop is nu

te zien waar kinderen behoefte aan hebben, wat leerkrachten goed doen en wat ze nog kunnen verbeteren. Vriendje Bang dat kinderen met de app Wederzijds begeleiden te veel invloed krijgen, is ze niet: ‘Samen kom je verder. En een kind wil een leider voor de klas, geen vriendje.’ De app is helaas nog niet beschikbaar voor leraren. Muis, die tot het eind van het jaar voor groep 7 op haar oude stageschool staat, wil in gesprek met uitgevers om te kijken of ze de app kan professionaliseren en op de markt kan brengen. ■

december 2014

13


LEERPLAN LEERPLAN

tekst Filip Bloem beeld Shutterstock

Talentontwikkeling op het vmbo Een speciaal sporttraject, extra kunstonderwijs, of een lifestyleprogramma. Ook vmbo-scholen proberen gericht in te spelen op de talenten van hun leerlingen.

V

an puur cognitief leren naar meer aandacht voor de natuurlijke aanleg en vaardigheden van leerlingen. Deze verschuiving maken veel scholen door. Dat ook flink wat vmbo-scholen actief bezig zijn met ‘talentontwikkeling’, blijft echter vaak onderbelicht. Onterecht, vindt Marjolein Haandrikman, projectleider bij SLO. ‘De vraag naar goede vakmensen neemt toe. Des te meer reden om ook op het vmbo leerlingen te stimuleren hun eigen talenten te ontdekken.’ In het voorjaar van 2014 hield SLO een landelijke peiling over talentontwikkeling. Hieruit bleek dat vmbo-scholen vooral behoefte hebben aan het uitwisselen van kennis en ervaringen. SLO probeert daarin te voorzien, onder andere met een kenniskring waarin inmiddels tien vmbo-scholen vertegenwoordigd zijn.

Lifestyle in Bemmel Ook is er een website: www.talentstimuleren.nl. Hierop staan aansprekende voorbeelden van talentontwikkeling in het vmbo. Een daarvan is het gezondheidsprogramma van het Over Betuwe College Bemmel: Vmbo lifestyle. Dit is bedoeld voor leerlingen met interesse in gezondheid, voeding en bewegen. Die thema’s komen versterkt aan bod in de reguliere vakken, vertelt Paul Kerrebijn, decaan en projectleider van het talentprogramma. Zo gaat het bij biologie en lichamelijke opvoeding onder andere om de verbranding van voedsel, en worden bij levensbeschouwing verschillen in eetcultuur besproken. Het programma

34

december 2014

valt binnen de theoretische leerweg, maar bevat een hoop actieve componenten. Zo volgen de leerlingen workshops over gezonde voeding, lopen ze mee met een fysiotherapeut en maken ze actief kennis met wellness en fitness. Vmbo lifestyle bestaat nu twee jaar. Kerrebijn: ‘We begonnen met twee klassen. Nu zijn het er drie.’ Scholen die werk willen maken van talentontwikkeling raadt hij aan om leerkrachten van meet af aan te betrekken. ‘Een talentprogramma vraagt om extra inspanningen van iedereen. Het is niet iets dat je van bovenaf moet uitrollen’. Aansluiting Het programma van OBC Bemmel en andere voorbeelden staan uitgebreid toegelicht op de website. Daar is ook een quickscan voor talentontwikkeling te vinden, bestaande uit een serie vragen en stellingen. Haandrikman: ‘Elke school die met talentontwikkeling aan de slag gaat, loopt tegen vragen aan. Wat voor programma past bij ons? Ontwikkelen we iets voor alle leerlingen of voor een selecte groep?’ Met de quickscan kunnen scholen aan de hand van zulke vragen een visie op talentontwikkeling formuleren. Zo hoopt Haandrikman dat talentontwikkeling langzaam maar zeker ingebed raakt in de cultuur van het vmbo. Haandrikman: ‘Wij brengen de best practices uit het veld in kaart. Andere scholen gaan daar hopelijk hun voordeel mee doen.’ ■ Meer info: www.talentstimuleren.nl.


derzoek po onderzoek po

tekst Hanke Korpershoek en Mechteld van Kuijk beeld Shutterstock

Grip op de groep! Goed je klas ‘managen’ is belangrijk. Maar welke aanpak is het beste? De Rijksuniversiteit Groningen zette onderzoeken van de afgelopen tien jaar op een rij.

W

at is goed klassenmanagement? Orde houden, straffen en belonen, rust in de klas brengen? Ja, dat allemaal, maar nog veel meer. Leraren die effectief hun klas managen, geven leerlingen de ruimte om te leren. Leren op het cognitieve vlak, zoals prestaties op taal, lezen, rekenen en wereldoriëntatie, maar ook leren op het niet-cognitieve vlak, zoals omgaan met andere kinderen. Er is veel onderzoek naar klassenmanagement gedaan. Maar helaas is niet elk onderzoek even gedegen uitgevoerd of vonden sommige onderzoeken erg lang geleden plaats. Het is maar de vraag of wat in de jaren tachtig effectief was, nog steeds bruikbaar is. In opdracht van NWO hebben wij daarom de uitkomsten van studies tussen 2003 en 2013 naar de effectiviteit van klassenmanagement op een rijtje gezet. Dit is gedaan met een meta-analyse, een reviewstudie waarbij je de resultaten van eerdere studies statistisch samenvat. Hierin baseerden we ons op de resultaten van 47 studies, waarbij de interventie telkens werd uitgevoerd door de leraar zelf (en dus niet door onderzoekers of schoolbegeleiders). Ook was de interventie gericht op de hele groep (en niet op de individuele leerling). In sommige studies probeerde de leraar een ‘strategie’ uit, bijvoorbeeld het belonen van goed gedrag. In andere studies stonden (schoolbrede)

Sterk klassenmanagement is meer dan orde houden

Gratis boek Hanke Korpershoek en Mechteld van Kuijk maakten met collega’s een speciale handreiking voor leraren op basis van hun onderzoek naar effectief klassenmanagement. Didactief mag eenmalig vijf exemplaren weggeven. Mail je naam, adres en abonneenummer o.v.v. ‘klassenmanagement’ aan burgers@didactiefonline.nl om kans te maken.

46

december 2014

programma’s voor klassenmanagement centraal. In dat geval waren er bijvoorbeeld voor de hele school gedragsregels geformuleerd of vonden er extra lessen plaats in ‘hoe je met elkaar omgaat’. Opvallend in de onderzoeken is de aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. De sleutel tot het voorkomen van ongewenst gedrag wordt steeds vaker op dit vlak gezocht. Verbetering Voor alle studies samen vonden we kleine, maar positieve effecten: in klassen waar een klassenma-


COLUMN

COLUMN Frank Jongbloed

Brief aan de juf nagementstrategie was uitgeprobeerd of met een apart programma werd gewerkt, gedroegen leerlingen zich gemiddeld genomen wat beter dan in klassen waar dit niet zo was. Daarnaast konden de leerlingen zich wat beter inleven in anderen als ze daar les in hadden gehad, en in enkele gevallen gingen ook de leerprestaties een beetje omhoog. Dat slechts kleine effecten gevonden zijn, ligt deels aan het feit dat naar álle leerlingen in de klas is gekeken, ook naar leerlingen die zich al goed gedroegen. Zo’n programma zal nauwelijks invloed hebben op het gedrag van die leerlingen. Speciale programma’s We hebben apart naar vijf programma’s gekeken die we in meerdere studies tegenkwamen: Promoting Alternative Thinking Strategies (PATHS), Good Behavior Game (GBG), Zippy’s Friends, School-Wide Positive Behavior Support (SWPBS) en Second Step. Hiervan heeft het PATHS-programma (in Nederland bekend onder de naam Programma Alternatieve Denkstrategieën, PAD) een groter effect. PAD bestaat uit een klassikaal lesprogramma voor scholen. Opvallend is dat aandacht uitgaat naar het verbeteren van zowel leerlinggedrag (zoals zelfregulatie) als de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen (bijvoorbeeld hoe leerlingen om kunnen gaan met emoties zoals boosheid). Voor beide aandachtspunten in het programma zien we positieve effecten voor leerlingen. Ook de motivatie van leerlingen steeg licht. Welk programma de beste keuze is voor een school, is op basis van het onderzoek moeilijk te zeggen. Soms is het zinvol om eerst aandacht te besteden aan de klassenmanagementvaardigheden van het leerkrachtenteam, soms is aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling een voorwaarde om met de klas verder te kunnen. Doen zich vooral ordeverstoringen in de les voor, dan kan een programma dat meer gericht is op het verbeteren van gedrag (bijvoorbeeld SWPBS) wellicht uitkomst bieden. ■ De auteurs zijn werkzaam bij de Rijksuniversiteit Groningen. Meer info: Hanke Korpershoek, h.korpershoek@rug.nl, en Mechteld van Kuijk, m.f.van.kuijk@rug.nl.

L

ieve juf, het is inmiddels eind december en we hebben bijna kerstvakantie. U vroeg de kinderen in de klas om een brief te schrijven met onze wensen voor het nieuwe jaar. We moeten opschrijven wat we volgend jaar anders willen doen en waarmee we vooral willen doorgaan. Dat doet u de laatste tijd vaak, vertellen wat goed gaat en wat beter kan. Dat is geen kritiek, juf! Ik schrijf deze brief graag voor u, al doet het me ook een beetje denken aan het verlanglijstje dat we vorige maand schreven, voordat we Sinterklaaslootjes gingen trekken. Dat ging niet over verbeterpunten, maar over gelpennen, etuis en andere voorwerpen (die niet méér mochten kosten dan vijf euro). Weet u nog dat Lars ‘adhd’ op zijn verlanglijstje had gezet, omdat hij ook een mooie hoofdtelefoon wilde net als Ruben? Maar die is duurder dan vijf euro en hij grapte dat je hem zo ook kon krijgen. Daar moesten we om lachen, hè? Nou ja, Ruben niet zo. Maar dat kwam, doordat hij sinds twee maanden van zijn moeder een pilletje moet slikken. Laat hem een voorbeeld nemen aan Niels en Thijs, die mogen van hun ouders niet eens meedoen aan het lootjes trekken! Die lachten gewoon mee met de klas, ook al hadden ze er niets mee te maken. Maar dat heeft u goed uitgelegd, hoe dat zit met Jehova’s getuigen (al moet ik eerlijk zeggen dat ik het een beetje ingewikkeld vind, en u zag eruit alsof u dat ook vindt, juf, haha).

Lars zette ‘adhd’ op zijn verlanglijstje

Sowieso wil ik volgend jaar iets aardiger doen tegen mijn broertje. Tenslotte zit Rick volgend jaar net als ik in de brugklas. Papa en mama hebben uitgelegd waarom hij groep 8 mag overslaan. Ze hebben een stukje voorgelezen uit de brief van school. Niet veel ofzo, want dat wilden ze niet. Rick mocht ook niet alles lezen. Hoe dan ook, ik kan maar beter aardiger tegen hem zijn, want volgend jaar kom ik hem vaak tegen in de schoolgangen. Daarnaast zegt mama dat lief doen goed is voor hem. Juf, sorry nog dat mijn vader een beetje boos deed bij het kerstdiner op school. Hij had de nieuwsbrief niet gelezen en wist niet dat sommige kinderen geen ham mogen. De vader van Mehmet was heel aardig en daardoor werd mijn vader weer rustig, maar ik schaamde me wel! Opeens weet ik het, juf! Wat ik wil voor het nieuwe jaar. Ik wil meer rust voor u. Laatst was de moeder van Naomi bij ons thuis en ze zei tegen mama dat u er zo moe uitziet. Dat de klas te groot is en de kinderen te verschillend zijn. Dus. Mijn wens voor het nieuwe jaar is meer rust voor u. En dat u zich minder druk maakt over ons. En onze ouders. Dat komt wel goed, oké? Groetjes, Fleur. ■ Frank Jongbloed is voltijd leerkracht in het primair onderwijs

december 2014

47


morgen kunt u haar gerust weer een vraag stellen

Bel de gratis KWF Kanker Infolijn 0800 - 022 66 22 Al uw persoonlijke vragen over kanker persoonlijk beantwoord Bel met een van onze deskundige medewerkers of ga voor meer info naar kwfkankerbestrijding.nl/vraag. De KWF Kanker Infolijn is geopend van maandag tot en met vrijdag van 09.00 tot 18.00 uur.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.