Isaac - Smakelijk!

Page 1

NATUUR

RUIMTE

TECHNIEK

Smakelijk !


2

Inhoud ISAAC-moment

NATUUR

Een ingrediënt dat mensen samenbrengt ...................................................... 4

1 Energie voor plant, dier en mens 1 De opbouw van een plant ......................................................................................... 6 2 Fotosynthese als energieomzetting ........................................................... 7 3 Voedingsstoffen voor het menselijk lichaam .................................... 9 4 De spijsvertering ........................................................................................................ 14 5 Voedingspatronen ...................................................................................................... 17

RUIMTE

2 Teelt en klimaat 1 Welke weg legt ons voedsel af? .................................................................. 18 2 Voedsel op zijn best .................................................................................................. 23

3 TECHNIEK

2.1 De seizoenskalender .................................................................................................... 23 2.2.Teeltvoorwaarden ......................................................................................................... 24 2.3 Klimaatfactoren .............................................................................................................. 28 2.4 Een lekker wijntje bij je gerecht .......................................................................... 34 Duurzame keuzes maken ..................................................................................... 36 3.1 Globaal versus lokaal .................................................................................................. 36 3.2 People, planet, profit ................................................................................................... 37 3.3 Earth Overshoot Day ..................................................................................................... 38 3.4 Mijn keuze herbekeken .............................................................................................. 39

3 Ten minste houdbaar tot 1 Bederf ....................................................................................................................................... 40

1.1 Het rottingsproces .................................................................................................... 40 1.2 Micro-organismen ..................................................................................................... 41 2 Bewaren ................................................................................................................................ 42 2.1 Van confituur tot zilveruitjes ............................................................................. 42 2.2 Het tomaatexperiment ............................................................................................. 43 2.3 Andere bewaartechnieken .................................................................................... 46 3 Bereiden ................................................................................................................................ 48 4 Verpakken ........................................................................................................................... 50 4.1 Hygiëne .............................................................................................................................. 50 4.2 Productinformatie ..................................................................................................... 50


3

ISAAC-actie

STUDIEWIJZER

Een gelabeld gerecht �������������������������������������������������������������������������������������������������������� 53 Spijsvertering met spulletjes ��������������������������������������������������������������������������������� 54 Klimaten op de globe ��������������������������������������������������������������������������������������������������������� 55

������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 56


4

ISAAC-moment

Een ingrediënt dat mensen samenbrengt Wat een vreemd woord: ingrediënt. Het is afkomstig van het Latijnse werkwoord ‘ingredior’, wat ‘binnengaan’ betekent. Met een beetje verbeelding kun je de link met onze hedendaagse betekenis wel vinden. Een ingrediënt is immers een bestanddeel van iets. Het zit ergens anders in, of heel letterlijk dan: het gaat ergens binnen. Ingrediënten vind je in gerechten, tandpasta, cosmetica, chemische producten, papier ... We verwijzen zelfs in de figuurlijke zin naar het woord. Denk maar aan het geheime ingrediënt voor succes, wat dat ook mag zijn ... Hieronder vind je een kort quizje waarin je uitzoekt welk ingrediënt mensen samenbrengt. 1

In 1893 bedachten de twee zusjes Mildred en Patty Hill een liedje voor hun leerlingen op school. Dit liedje heette ‘Good morning to all’ en verspreidde zich over heel Amerika. In 1924 veranderde Robert Coleman de titel van het liedje en publiceerde het in een liedjesbundel. Deze versie werd wereldwijd bekend en wordt vandaag nog steeds gezongen. Welk liedje is dat? Markeer het juiste antwoord. a. Happy birthday to you b. Goede morgen c. Broeder Jacob d. In de maneschijn

2

Markeer het juiste antwoord. ‘Festtid’ is Zweeds voor: a. etenstijd b. tijd voor frietjes c. tijd voor een feestje d. muziekoptreden


5

3

Hoe noemen we ‘een samenkomst van een onbepaald aantal personen in een positieve sfeer, ter gelegenheid van een heuglijke gebeurtenis of een gedenkdag van iets positiefs’? Noteer dit woord in het midden van de mindmap hieronder. Vul daarna aan met wat in je opkomt.

>

>

>

>

>

>

>

>

Bij een groot feest mag een lekkere maaltijd natuurlijk niet ontbreken. Hieronder vind je een aantal recepten. Welk recept kies jij er uit? Kruis aan. vegetarische spaghetti broodje hamburger met ketchup penne met kip en zongedroogde tomaten


6

NATUUR

1 Energie voor plant, dier en mens Wanneer je aan voeding denkt, denk je misschien meteen aan hoe het smaakt of hoe het je honger stilt. De varianten en de keuzemogelijkheden zijn zó groot geworden dat we soms vergeten dat voeding ons in de eerste plaats in leven houdt. Want als we niet zouden eten, zouden we ook geen energie hebben om te doen wat we allemaal doen. Net zoals mensen en dieren hebben ook planten energie nodig. Zij halen dat echter niet uit voedingsmiddelen, maar kunnen zichzelf op een bepaalde manier van energie voorzien. Hoe dat nu allemaal precies werkt en welke processen hiermee gepaard gaan, bepreken we in dit hoofdstuk.

1 De opbouw van een plant Laten we een plant eens van dichtbij bekijken. Vul het juiste cijfer bij het juiste woord in. wortel

stengel

blad

lichtenergie

1 2 4 3

water

5


7

WIST-JE-DAT

Is de tomaat nu eigenlijk een groente of is het fruit? Botanisch gezien (volgens de plantkunde dus) is de tomaat een vrucht. Het is een bes met daarin zaden, ontstaan uit een bloemplant na bevruchting. Culinair beschouwt men de tomaat eerder als een groente omdat het een veel lager suikergehalte heeft dan het meeste fruit.

2 Fotosynthese als energieomzetting Planten hebben energie nodig om te kunnen groeien en bloeien. Door het proces van fotosynthese maken ze ‘voedsel’ aan dat in energie wordt omgezet. Maar hoe werkt fotosynthese nu precies? Bekijk eerst de filmpjes en de illustratie hieronder.

3

2

6

5 4 1 Noteer het juiste cijfer voor de juiste zin(nen) in de tabel. Water, opgenomen via de wortels, stroomt het blad in via de nerven (of vaatbundels). Via de huidmondjes neemt de plant CO2 (koolstofdioxide) uit de lucht op. Het zijn ook deze openingetjes die zuurstof afgeven. De bladgroenkorrels vangen lichtenergie op. Voor het fotosyntheseproces is lichtenergie nodig. In de bladgroenkorrels wordt lichtenergie omgezet in chemische energie. Daardoor worden energierijke verbindingen zoals glucose (een suiker) gevormd. De aangemaakte glucose wordt verder verspreid over de volledige plant.


8

Laten we nog wat verder inzoomen. Hier vind je een doorsnede van een blad. Schrijf het juiste cijfer onder elk bladonderdeel. epidermis (opperhuid)

vaatbundel (nerf)

bladmoes (met bladgroenkorrels)

huidmondje

4

3

1

2 Beantwoord onderstaande doordenkertjes. 1

Aan de bovenzijde van een blad vinden we meer bladgroenkorrels. Hoe komt dat?

2

Waarom is het logisch dat de huidmondjes zich aan de onderzijde van het blad bevinden?

3

Kruis aan welke factoren samen de fotosynthese positief beïnvloeden. minder CO2

meer water

meer licht

minder licht

meer CO2

minder water


9

Fotosynthese is een chemisch proces waarbij de bladeren van groene planten zonlicht als energiebron gebruiken om CO2 en water om te zetten in glucose. Zo maakt een plant energie aan om te groeien en te bloeien. Deze glucose is dus een directe energiebron voor de plant. De zuurstof die bij foto­synthese vrijkomt, is eigenlijk een restproduct dat op zijn beurt essentieel is voor mens en dier. De glucose die bij fotosynthese ontstaat, wordt vervolgens door de plant verder omgezet in zetmeel. Sommige planten slaan dit zetmeel op. Denk maar aan de zetmeelrijke knollen van de aardappelplant. Wanneer een plant (meer) energie nodig heeft, dan kan het dit opgeslagen zetmeel weer omzetten in glucose.

3 Voedingsstoffen voor het menselijk lichaam Fotosynthese bij planten heeft een beetje dezelfde functie als de opname van voedingsstoffen bij mens en dier. Het zijn allebei processen die een organisme van energie voorzien. Maar wat zijn voedingsstoffen eigenlijk?

Voedingsstoffen haal je uit voedingsmiddelen, en dat zijn twee verschillende dingen. Vlees (een voedingsmiddel) is bijvoorbeeld een bron van eiwitten (een voedingsstof). Een groente zoals broccoli bevat dan weer veel vitamine C. Maak de volgende oefeningen. 1

Bekijk de woorden in de tabel. Wat zijn voedingsmiddelen (VM) en wat zijn voedingsstoffen (VS)? Kruis aan.

2

Welke voedingsstoffen zijn (in gezonde hoeveelheden natuurlijk) echt noodzakelijk? Markeer ze.

vetten

vitaminen

rood vlees

koolhydraten (zetmeel of suikers)

VM

VM

VM

VM

VS

VS

VS

VS

granen

water

melk

proteïneshakes

VM

VM

VM

VM

VS

VS

VS

VS

supplementen

eieren

eiwitten

vezels

VM

VM

VM

VM

VS

VS

VS

VS

mineralen

alcohol

snoep

tofu

VM

VM

VM

VM

VS

VS

VS

VS


10

Voedingsstoffen kunnen we opsplitsen in drie categorieën, elk met hun eigen functie.

Bouwstoffen zorgen voor de groei, de ontwikkeling en het herstel van cellen.

Brandstoffen leveren energie voor lichaamswarmte, beweging, de aanmaak van cellen ...

Beschermende stoffen houden je gezond, helpen je genezen.

Eén voedingsstof kan meerdere functies hebben. Voedingsstoffen met hun functies. VOEDINGSSTOF

Vitamines zijn nodig voor de groei en ontwikkeling. Een bekende vitamine is vitamine C. Die vind je vaak in verse groenten en fruit. Ook tomaten zitten vol vitamine C. Vitamines leveren niet zozeer veel energie. Ze zijn vooral belangrijk om gezond te blijven. Mineralen zijn elementen zoals calcium, magnesium, ijzer ... Je lichaam gebruikt ze als bouwmateriaal voor botten en tanden, de aanmaak van rode bloedcellen, de regeling van je stofwisseling ... Mineralen zitten in veel verschillende producten, zoals vis of groenten, en zijn allemaal nodig voor het behoud van een gezond lichaam en heel veel lichaamsfuncties. Water is zo’n belangrijke voedingsstof dat je echt niet lang zonder kunt (drie dagen!). Weefsels en cellen zijn voor een groot deel opgebouwd uit vocht. Als voedingsstof speelt water dan ook een grote rol bij de celopbouw en celvernieuwing. Koolhydraten voorzien je lichaam van energie. Deze voedingsstoffen vinden we terug in de vorm van suikers (glucose, fructose, lactose … ) en in de vorm van zetmeel. Suikers geven snel energie. Zetmeel moet eerst door het lichaam worden omgezet in glucose om door het lichaam te kunnen worden opgenomen. Een teveel aan koolhydraten wordt in het lichaam opgeslagen als vet. Vetten zijn een belangrijke bron van energie. Vet dat niet meteen wordt verbrand, wordt opgeslagen in de vorm van lichaamsvet. Zo beschermt het je organen en houdt het je lichaamstemperatuur op peil. De vertering van vetten verloopt veel langzamer dan die van koolhydraten. Eiwitten of proteïnen zijn de bouwstenen van het lichaam. Alle cellen bestaan voor een groot deel uit eiwitten. Ze zorgen ervoor dat je groeit en dat je herstelt. Tegelijk geven ze energie en zijn het dus ook brandstoffen. .

FUNCTIES


11

Naast voedingsstoffen worden ook heel vaak voedingsvezels vermeld op etiketten. Vezels worden niet verteerd door je lichaam en dus ook niet opgenomen in het bloed. Het zijn dus geen voedingsstoffen. Toch zijn ze zeer nuttig voor een goede darmfunctie. Bovendien zouden ze de kans op hart- en vaatziekten verminderen. Is het een bouwstof, brandstof of beschermende stof? Kruis aan.

BOUWSTOF

BRANDSTOF

BESCHERMENDE STOFFEN

eiwitten (proteïnen)

water

mineralen

vitamines

koolhydraten (suikers/zetmeel)

vetten

Je lichaam krijgt dus energie door de opname van voedingsstoffen. Maar hoe weet je hoeveel energie een bepaald voedingsmiddel nu precies bevat? De maat voor de hoeveelheid energie druk je uit in calorieën (cal). De hoeveelheid energie van een bepaald voedingsmiddel wordt echter altijd uitgedrukt in kilocaloriëen (kcal). Dat komt omdat we anders met te veel nullen zouden worstelen. 100 gram suiker zou dan bijvoorbeeld 420 000 calorieën bevatten, en dat getal is veel te lang om op een verpakking te vermelden. Daarom wordt het dus genoteerd als 420 kcal.


12

Je bracht vier etiketten van voedingsmiddelen mee. Knip uit elk etiket de voedingswaardetabel en kleef ze hieronder. Benoem ze op het lijntje en geef ze een nummer.

Noteer het nummer van elk etiket bovenaan in de tabel. Vul daarna de waarden in. Plaats een streepje als een voedingswaarde niet voorkomt op dat etiket. GEMIDDELDE VOEDINGS­ WAARDE PER 100 G/ML

Energie (kcal)

voorbeeld: tomatenpassata 41

Vetten

< 0,5 g

Koolhydraten waarvan suikers

3,0 g 3,0 g

Vezels

1,3 g

Eiwitten

1,3 g

Zout

0,5 g

Vitamines

-

Mineralen

-


13

In welke voedselcategorie vind je jouw producten terug? Raadpleeg daarvoor de voedings­driehoek op pagina 23. Klopt de stelling dat ketchup veel gezonder is dan mayonaise? Wat denk je zelf en waarom? Noteer je veronderstelling. HYPOTHESE:

Bekijk nu de voedingswaardetabellen van mayonaise en ketchup. Klopt je hypothese? Bespreek. mayonaise

ketchup

Hoe zou het dieet veranderen naarmate men ouder wordt? Kruis de juiste stellingen aan.

Voor de groei zijn extra voedingsstoffen nodig, vandaar dat kinderen en adolescenten meer voeding nodig hebben.

Bij het ouder worden zul je steeds meer voedingsstoffen nodig hebben. Die nood begint vooral toe te nemen vanaf 40 jaar.

Senioren hebben minder behoefte aan voedingsstoffen, omdat de stofwisseling vertraagt.

Kinderen hebben minder lichaamsmassa, ze hebben dus een pak minder voedingsstoffen nodig.

De behoeftes voor suikers, vetten … zijn ongeveer dezelfde bij kinderen als bij volwassenen.


14

Waarom zijn onderstaande zaken belangrijk voor onze gezondheid? Geef de delen die samenhoren hetzelfde cijfer. We eten meer dan we verbruiken.

We eten gevarieerd.

We eten ‘s morgens een gezond ontbijt. We eten (ongeveer) de juiste hoeveelheid.

We eten minder dan we verbruiken.

Te veel of te weinig opname kan zorgen voor onnodige gewichtstoename of -afname. Ons lichaam heeft behoefte aan heel wat verschillende voedingsstoffen. We moeten die allemaal opnemen. We vermageren door massa-afname.

We hebben de hele dag lang voedingsstoffen nodig voor onze activiteiten. Een maaltijd overslaan compenseer je nadien toch. We verzwaren door massatoename.

4 De spijsvertering Je weet dat voeding ons in leven houdt en ons energie geeft. Je kent ook het belang en de functie van alle voedingsstoffen in onze voedingsmiddelen. Wat je nog niet weet, is hoe ons lichaam voedsel afbreekt tot voedingsstoffen die we kunnen opnemen. Bekijk de filmpjes. Kruis aan wanneer een stelling volgens jou juist is. Bespreek daarna waarom een stelling volgens jou fout is. Vooraleer voedsel in je bloed kan worden opgenomen, moet je het verkleinen. Dat doe je enkel door het te vermalen met je tanden. De belangrijkste organen waar spijsverteringssappen geproduceerd worden, zijn de mond, de maag, de alvleesklier en de dunne darm. ia de bloedvaten van de blinde darm worden voedingsstoffen opgenomen in je bloed. V De twaalfvingerige darm verbindt de maag met de dunne darm. e dunne darm kan acht meter lang zijn. Het laatste stuk van de dunne darm heet het D rectum (ook wel endeldarm genoemd). e ontlasting (de onverteerbare voedselresten) wordt verzameld in het laatste stuk D van de dikke darm, namelijk de endeldarm. e lever maakt gal aan. Dat is een spijsverteringssap dat in de galblaas wordt D opgeslagen. Dit groengele sap bevordert de vertering van vetten.

Let op! Ontlasting betekent niet hetzelfde als uitscheiding. Geef een voorbeeld van uitscheiding als je weet dat dit geen restproduct is van de vertering.


15

Noteer telkens het juiste cijfer bij het juiste spijsverteringsorgaan.

mond

speekselklieren

5

9

slokdarm

maag

8

twaalfvingerige darm

1

dunne darm

blinde darm of appendix

2

11 endeldarm of rectum

lever

3

4 7

galblaas

6 alvleesklier

12

dikke darm

10


16

De dunne darm is het gedeelte waar een groot deel van je voedingsstoffen wordt opgenomen in het bloed. Aan de binnenkant bestaat dit langste stuk van de spijsvertering uit darmplooien en darmvlokken. Darmplooien zijn golvingen in de darmwand. Daarop bevinden zich veel darmvlokken, dat zijn kleine uitstulpingen. In elke vlok loopt een klein bloedvaatje dat zich vertakt en waarin stoffen uit de darminhoud worden opgenomen. Zo worden voedingsstoffen verspreid en wordt energie geleverd aan je lichaam. Noteer het juiste cijfer bij het juiste begrip. darmplooi

darmvlok

bloedvat

dunne darm

4

1

2

Het spijsverteringsproces begint in de mond, waar voedsel gekauwd wordt en de speekselklieren een eerste spijsverteringssap afscheiden. De slokdarm leidt het naar de maag die het kneedt, fijnmaakt en met maagsappen vermengt. Deze substantie belandt vervolgens via de twaalfvingerige darm in de dunne darm. In deze fase is het voedsel door toevoeging van sappen van de alvleesklier en lever (via de galblaas) al een mooie vloeibare brij geworden. In de dunne darm worden dan de (meeste) voedingsstoffen in het bloed opgenomen. Alles wat niet verteerd kan worden, gaat naar de dikke darm en wordt opgeslagen als ontlasting in de endeldarm. Met behulp van onze buikspieren verwijderen we ten slotte dit onverteerbare restant als poep.

3


17

5 Voedingspatronen Dieren, en ook mensen, kunnen we naargelang hun dieet (= voedingspatroon) onderverdelen in drie grote groepen: carnivoren of vleeseters herbivoren of planteneters omnivoren of alleseters Link elk dier aan het juiste spijsverterings­stelsel en aan het juiste gebit. Doe dit door de elementen die bij elkaar horen in dezelfde kleur te omcirkelen.

Maak met behulp van bovenstaande informatie een voorspelling over hun voedingspatroon. Kruis aan. KAT FAVORIETE VOEDSEL

VOEDINGSPATROON

SPIJSVERTERINGS­ STELSEL

PAARD

VARKEN

plantaardig voedsel

plantaardig voedsel

plantaardig voedsel

dierlijk voedsel

dierlijk voedsel

dierlijk voedsel

herbivoor

herbivoor

herbivoor

carnivoor

carnivoor

carnivoor

omnivoor

omnivoor

omnivoor

lange darmen

lange darmen

lange darmen

korte darmen

korte darmen

korte darmen

middelmatige darmlengte

middelmatige darmlengte

middelmatige darmlengte

Op basis van wat je hierboven leerde, is de mens eerder een             . Puur anatomisch is de mens dus in staat om zowel plantaardig als dierlijk voedsel tot zich te nemen. Soms kiezen mensen er wel voor om geen dierlijke producten te eten, maar dat is dan een persoonlijke, bewuste keuze.


18

RUIMTE

2 Teelt en klimaat Wist je dat er mensen zijn die geloven dat je kunt overleven met enkel frisse lucht, zonlicht en af en toe een kopje thee? Hopelijk hoef je er niet van te worden overtuigd dat dat alleen maar slecht kan aflopen. We hebben nu eenmaal voedsel nodig om te overleven. Als je gesport hebt of een tijd niets hebt gegeten, voel je dat je lichaam vraagt om je energiebehoeften aan te vullen: je krijgt honger. Dat is hét biologische signaal van je lichaam dat je moet eten. Dat doen we dan ook, elk op onze eigen manier. Maar denk je soms ook eens écht na over voedsel? Kruis drie factoren aan die jij nu belangrijk vindt als het over voedingsmiddelen gaat. de prijs de landbouwmethode of de manier van telen (in volle grond, hydrocultuur, in serres …) de voedingswaarde (de hoeveelheid vitamines, eiwitten, vetten …) de manier waarop het vervoerd wordt (per vrachtwagen, vliegtuig, trein, boot …) de afstand die voedingsmiddelen afleggen de vorm en kleur de manier waarop het verkocht wordt (al dan niet gepeld, gesneden, voorgegaard …) de kook- of bereidingswijze (snel, microgolf, oven, uitgebreid …) de smaak de verpakking de herkomst/oorsprong

1 Welke weg legt ons voedsel af? Voedsel halen we in eerste instantie uit de supermarkt, op een lokale markt of bij de boer. Sommigen hebben misschien een moestuin of telen tomaten in een serre. En uiteindelijk belandt het voedsel in onze keukenkast, diepvries, kelder en koelkast om dan misschien te worden verwerkt in een gerecht. Maar welke weg heeft het voedsel dat we kopen eigenlijk afgelegd?


19

Stel, je wil een groentecurry maken. Het is een eenvoudig vegetarisch gerecht dat niet veel tijd in beslag neemt. Hieronder vind je de ingrediënten voor deze bereiding. De vlaggetjes vertellen je waar het ingrediënt vandaan komt.

ui

arachideolie

knoflook

gember

zoete aardappel

selder

Griekse yoghurt

wortelen

kokosmelk

aubergine

koriander

tomatenblokjes

lente-ui

rode chilipeper

limoen

kurkuma


20

Voer onderstaande opdrachten uit op de kaart. Markeer de nulmeridiaan met groen. Markeer de evenaar met rood. Markeer de contouren van België. Duid op de wereldkaart de reis in vogelvlucht aan die de ingrediënten hebben afgelegd naar België. Trek met een meetlat pijlen vanuit het land van herkomst.


21


22

Wat vind je van het resultaat op de wereldkaart? Kruis het antwoord aan dat het beste past. I k had geen pijlen verwacht, ik dacht dat al deze producten in België konden worden geteeld. Ik had minder grote afstanden verwacht. Ik had veel grotere afstanden verwacht. Ik had hier nog nooit bij stilgestaan en had dus helemaal geen idee van welke afstanden ons voedsel aflegt. Het resultaat is ongeveer wat ik verwacht had. Voor welke ingrediënten uit het buitenland had je een Belgisch alternatief kunnen kiezen? Noteer ze hieronder en bespreek.

Kies zeven ingrediënten uit het recept van de groentecurry. Bepaal op basis van Google Maps hoeveel kilometer je producten ongeveer hebben afgelegd tot in België. Vul in. INGREDIËNTEN

AANTAL KILOMETER

km

km

km

km

km

km

km

Totaal : ongeveer

km

Wat besluit je uit de kaartoefening en je gegevens in bovenstaande tabel?


23

2 Voedsel op z’n best 2.1 De seizoenskalender

VOEDINGSDRIEHOEK

Voor elke soort groente en fruit is er een ideale koopperiode. Die is afhankelijk van het oogstmoment en de bewaarmogelijkheden. Dat geldt zowel voor inheemse, lokale producten als voor uitheemse of buitenlandse producten. Deze periode kan langer of korter zijn naargelang de soort.

Weet jij wanneer groenten en fruit van bij ons op hun best zijn? Je kunt natuurlijk steeds DRINK de seizoenskalender raadplegen, maarVOORAL laten we eerst eens de test doen.

VOEDINGSDRIEHOEK MEER DRINK VOORAL

MEER

Wat eet je best en wat beperk je beter? En hoe pak je het aan? Alle huidige wetenschappelijke kennis MINDER over gezonde en duurzame voeding vind je voortaan in de voedingsdriehoek. Met richtlijnen die voor iedereen vanaf 1 jaar haalbaar zijn. En die ervoor zorgen dat er ook voor onze ETEN: kinderen en kleinkinderen genoeg gezond voedsel is.

GEZOND WAT IS DAT NU PRECIES?

ZO WEINIG MOGELIJK

Wat eet je best en watBeantwoord beperk je beter? En hoe onderstaande vragen. pak je het aan? Alle huidige wetenschappelijke kennis 1 Duid het onderdeel groenten over gezonde en duurzame voeding vind je voortaan in de en fruit aan op de voedingsdriehoek. voedingsdriehoek. Met richtlijnen die voor iedereen vanaf 1 2 ervoor Neem er de seizoenskalender bij in het uitneembaar boekje in het jaar haalbaar zijn. En die zorgen dat er ook voor onze midden van de module. kinderen en kleinkinderen genoeg gezond voedsel is. Leg de twee soorten groenten en fruit van jouw

Meer infoseizoen. en tips op keuze (zonder hulpmiddelen) in het juiste gezondleven.be Controleer nu met behulp van de seizoenskalender van Velt.

3

Had je juist geraden? Welke soorten horen in meerdere seizoenen thuis? Bespreek.

4

Doe nu hetzelfde met de foto’s van groenten en fruit. In welk(e) seizoen(en) horen ze thuis? Meer info en tips op gezondleven.be

V.U.: Vlaams Instituut Gezond Leven vzw, Linda De Boeck, Gustave Schildknechtstraat 9, 1020 Brussel

ZO WEINIG MOGELIJK

GEZOND ETEN: WAT IS DAT NU PRECIES?

V.U.: Vlaams Instituut Gezond Leven vzw, Linda De Boeck, Gustave Schildknechtstraat 9, 1020 Brussel

MINDER


24

2.2 Teeltvoorwaarden Elk gewas groeit optimaal onder specifieke omstandigheden. Zo groeien bananen het best in tropische klimaten met een gemiddelde temperatuur van 27°C en een jaarneerslag van 2000 mm. Bovendien moeten de bodem en het reliëf ook aan bijzondere voorwaarden voldoen. Hieronder vind je een fiche over de teeltvoorwaarden van de tomaat. Land van her

Land van herkomst

komst

Graag in volle zon. Groeit goed vanaf 18 °C tot 25°. Het absolute minimum (ook ’s nachts ) is 12°C.

Graag in volle zon. Groeit goed vanaf 18°C tot 25°. Het absolute minimum (ook ’s nachts) is 12°C.

Liever wat te droog dan te nat.

Liever wat te droog dan te nat.

Beantwoord onderstaande vragen. In welk(e) seizoen(en) kwamen tomaten voor op je groente- en fruitkalender? Kruis aan. lente

zomer

herfst

winter

Toch kunnen we het volledige jaar door tomaten kopen in de winkel. Hoe verklaar je dat? Noteer.

Hoe komt het dat we ook in januari Belgische tomaten kunnen kopen? Noteer.

We kunnen besluiten dat het klimaat bepalend is voor de groei van een gewas. Over het bewaren van voeding, hebben we het in het onderdeel Techniek.


25

Wat is nu precies een klimaat?

Het weer dat normaal of gemiddeld is voor een bepaalde streek, noemen we een klimaat. Afhankelijk van het klimaat komen er bepaalde fauna en flora voor. Op aarde kunnen we een aantal grote klimaatzones onderscheiden: het warm of tropisch klimaat, het koud klimaat, het gematigd klimaat, het droog en het nat klimaat. Elk type klimaat voldoet aan een aantal voorwaarden, zoals de jaarlijkse neerslag of temperatuur. Deze elementen kunnen we aflezen uit klimatogrammen. Een klimatogram is een diagram dat voor één bepaalde plaats de gemiddelde temperatuur en neerslag per maand weergeeft over een periode van 30 jaar. Zoek in je atlas een kaart van de klimaten in de wereld. Welke grote klimaatgroepen kun je wereldwijd onderscheiden?

Zoek in je atlas een kaart met de klimaten in Europa. Welke grote klimaatgroepen hebben we in Europa?

Hieronder staan twee klimatogrammen. Bestudeer ze aan de hand van het hulpblad ‘Klimaatzones begrijpen’. Vul daarna de tabel aan.


26

UKKEL

ALICANTE

Gemiddelde jaartemperatuur (Tj) Totale jaarneerslag (Nj) Klimaatzone

Welk klimaat lees je af in de atlas?

Welke maanden voldoen aan de teeltvoorwaarden van de tomaat? Welke hulpmiddelen kan een boer gebruiken om betere omstandigheden te voorzien voor de teelt van tomaten?

Wat kun je besluiten? Markeer wat juist is.

Tomatenteelt is in een gematigde klimaatzone wel / niet mogelijk zonder hulpmiddelen.


27

Hieronder vind je een gelijkaardige oefening over de teeltvoorwaarden van tarwe. Land van her

Land van herkomst

komst

5 maanden meer dan 0°C, winter niet kouder dan -3°C. Warmste maand gemiddeld minimum 15°C. Jaarlijkse neerslag tussen 500 mm en 1750 mm. Neerslag tijdens de groeiperiode.

5 maanden m eer dan 0°C, win ter niet kouder dan -3 °C. Warmste maa nd gemiddeld m inimum 15°C . Jaarlijkse nee rslag tussen 500 mm en 1750 mm. Neerslag tijd ens de groeiperio de.

Bestudeer onderstaande klimatogrammen aan de hand van het hulpblad ‘Klimaatzones begrijpen’. Vul daarna de tabel aan.


28

UKKEL

STOCKHOLM

Gemiddelde jaartemperatuur (Tj) Totale jaarneerslag (Nj) Klimaatzone

Welk klimaat lees je af in de atlas?

Welke maanden voldoen aan de teeltvoorwaarden van tarwe? Welke hulpmiddelen kan een boer gebruiken om betere omstandigheden te voorzien voor de teelt van tarwe?

2.3 Klimaatfactoren Hieronder vind je een aantal stellingen over het klimaat. Kleur de bolletjes waarvan jij denkt dat ze juist zijn groen. Kleur de bolletjes waarvan jij denkt dat ze fout zijn rood.

Hoe hoger je komt op een berg, hoe warmer de temperatuur.

Als je aan de kust woont, heb je het hele jaar door meer kans op neerslag dan in het binnenland.

Als je aan de kust woont, is het warmer in de winter dan in het binnenland.

Als je aan de kust woont is, het warmer in de zomer dan in het binnenland.

In ZuidEuropa zijn de gemiddelde jaartemperaturen kouder dan in Noord-Europa.

Warme lucht stijgt, koude lucht daalt.

Als warme lucht stijgt en afkoelt, heb je meer kans op neerslag.

Als warme lucht stijgt en opwarmt, heb je meer kans op neerslag.

De zon straalt warmte naar de aarde.

Eenzelfde bundel zonnestralen verwarmt een groter gebied aan de polen dan aan de evenaar.

Later in deze module komen we op de antwoorden terug.


29

Eerst bekijken we een aantal klimaatfactoren van dichterbij. a. Gemiddelde jaartemperatuur Lokaliseer Rhodos en Trondheim met behulp van je atlas op de wereldkaart op de pagina’s 20 en 21. Bestudeer onderstaande klimatogrammen en vul de jaartemperaturen in.

Trondheim: Tj    °C.

Rhodos: Tj    °C.

Wat stel je vast? Markeer wat juist is. Het hele jaar door is het in Trondheim warmer / kouder dan in Rhodos.

De breedteligging is de afstand van een bepaalde plaats tot de evenaar. Het is bepalend voor de jaartemperatuur van een bepaalde plaats op aarde. Breedteligging wordt uitgedrukt in graden. Je bepaalt het door vanuit een bepaalde locatie een lijn te trekken, evenwijdig met de evenaar, tot aan de zijkant van je atlaskaart. Daar lees je de breedtegraden af. Ligt een locatie in het noordelijk halfrond, dan spreken we van graden noorderbreedte. Ligt een locatie in het zuidelijk halfrond, dan spreken we van graden zuiderbreedte. Pas dit toe op Rhodos en Trondheim. Vul in. De breedteligging van Rhodos bedraagt        graden noorderbreedte. De breedteligging van Trondheim bedraagt        graden noorderbreedte. Rhodos en Trondheim zijn dus        breedtegraden van elkaar verwijderd. Het verschil in gemiddelde jaartemperatuur tussen Rhodos en Trondheim bedraagt

°C. Bereken hieronder het gemiddelde temperatuurverschil per breedtegraad. Tip: gebruik de regel van drie.


30

De gemiddelde jaartemperatuur op een bepaalde plaats op aarde heeft alles te maken met de inval van de zonnestralen. Bekijk het filmpje en bestudeer de afbeelding hieronder.

aardas zonnestralen

evenaar

Wat stel je vast? Markeer wat juist is.

Als de zonnestralen loodrecht op het bolle oppervlak van de aarde vallen, dan beslaan ze een kleiner / groter vlak en zijn dus meer / minder geconcentreerd. Als de zonnestralen schuin op het bolle oppervlak van de aarde vallen, dan beslaan ze een kleiner / groter vlak en zijn dus meer / minder geconcentreerd. Hoe verder dus van de evenaar, hoe hoger / lager de gemiddelde jaartemperatuur. b. Temperatuurverschillen Lokaliseer Koksijde, Ukkel en Saint-Hubert op de kaart van België.


31

Vul de tabel aan op basis van de klimatogrammen van Koksijde, Ukkel en Saint-Hubert.

KOKSIJDE

UKKEL

SAINT-HUBERT

gemiddelde temperatuur in juli gemiddelde temperatuur in januari jaarschommeling Leg in je eigen woorden uit wat jaarschommeling betekent.

Wat stel je vast als je de jaarschommelingen van de drie locaties met elkaar vergelijkt? Markeer wat juist is.

De verschillen in temperatuur zijn kleiner / groter aan de kust dan in het binnenland.


32

Verklaar op basis van het videofragment en de afbeelding waarom dat zo is. Noteer.

veel verdampingswarmte weinig verdampingswarmte

verwarming van een dun laagje

stroming

geen stroming / menging licht dringt diep door

c. Hoogte en temperatuur Lokaliseer met de atlas of Google Earth de plaatsen München en Zugspitse. Markeer wat juist is. Beide locaties bevinden zich in het N / O / Z / W van Duitsland. Vul onderstaande tabel aan met behulp van de informatie op de klimatogrammen.

MÜNCHEN

ZUGSPITSE

hoogte gemiddelde jaartemperatuur

Bekijk de informatie uit de tabel samen met het vorig filmpje uit b. Temperatuurverschillen. Markeer wat juist is.

Per 150 à 180 meter die je stijgt, daalt / stijgt de temperatuur met 1°C.


33

d. Reliëf en neerslag Zoek in je atlas een kaart van de jaarlijkse neerslag in Europa. Wat stel je vast als je de neerslagkaart van Noorwegen bestudeert? Noteer.

Hoe komt dit? Baseer je antwoord op het filmpje en onderstaande tekening. Noteer het juiste cijfer naast de juiste uitleg in de tabel.

4 1

3

2

De zeewind drijft de wolken naar het land. Door het sterke reliëf komen de wolken snel in hogere en koudere luchtlagen terecht. Water stroomt van hoog naar laag. Zowel bovengronds als ondergronds stroomt het water terug naar zee. De waterdamp condenseert omdat het daar kouder is en er ontstaat neerslag. Die valt dus in de hogere gebieden. Het zeewater verdampt onder invloed van de zon. De waterdamp komt in koudere lucht terecht en vormt wolken

e. Zeeën en oceanen Zoek in je atlas een kaart van de jaarlijkse neerslag in Europa. In welke gebieden valt opvallend veel neerslag? Kruis aan. in

in het binnenland

aan de kusten

Verklaar aan de hand van het filmpje en de illustraties op pagina 32 en 33 waarom net daar veel neerslag valt. Noteer.


34

Nu kun je je oorspronkelijke antwoorden over het klimaat controleren. Kleur de bolletjes bij de juiste stellingen groen. Kleur de bolletjes bij de foute stellingen rood..

Hoe hoger je komt op een berg, hoe warmer de temperatuur.

Als je aan de kust woont, heb je het hele jaar door meer kans op neerslag dan in het binnenland.

Als je aan de kust woont, is het warmer in de winter dan in het binnenland.

Als je aan de kust woont, is het warmer in de zomer dan in het binnenland.

In Zuid-Europa zijn de gemiddelde jaartemperaturen kouder dan in Noord-Europa.

Warme lucht stijgt, koude lucht daalt.

Als warme lucht stijgt en afkoelt, heb je meer kans op neerslag.

Als warme lucht stijgt en opwarmt, heb je meer kans op neerslag.

De zon straalt warmte naar de aarde.

Eenzelfde bundel zonnestralen verwarmt een groter gebied aan de polen dan aan de evenaar.

2.4 Een lekker wijntje bij je gerecht Wat is het symbool voor wijnbouw in je atlas? Teken het symbool hiernaast.  Noteer vier typische wijnlanden.

Zoek de plek Entre-Deux-Monts op met Google Earth. Beantwoord dan de vragen. In welk land bevinden zich de coördinaten?                In welke provincie?                 Bezoek de website van deze plek. Vul de vragen in. Wat valt er op in het landschap?                 Welke activiteit vindt er plaats?                 Op de volgende pagina vind je vier bronnen: een grafiek een internetbron een kaart een krantenartikel Bestudeer ze grondig.

Het liefst in volle zon bij temperature n in het groeiseizoen tussen de 10 en 21°C. Gemiddeld 710 m m per m2. Alleen bij extr eme droogte is irrigat ie nodig.


wer gelooft in een mooie toekomst voor de sector.

2006

2007

2008

2009

2010

2011

2007

2008

Initiële productie Trend initiële productie

2013

2014

2015

2016

Bron: FOD Economie. 2017

Europese wijnbouw in 2050

Initiële productie

Trend initiële productie

© Conservation International

Bron: FOD Economie.

3

2009

Totale oppervlakte

Totale oppervlakte

2

Het Monteberg terroir

WIST-JE-DAT

Terroir De term terroir is een term uit de wijnkunde (of oenologie). Het verwijst naar een bepaalde plaats waar het samenspel van bodem en klimaat een unieke soort wijnbouw mogelijk maken.

539.550 l.

470.569 l. 2010

131.000 ha

119.000 ha

94.000 ha

220.556 l. 72.000 ha

343.000 ha

259.000 ha

221.000 ha

192.000 ha

2006

267.835 l.

Wijnproductie en -areaal van 2006 tot 2017

202.346 l.

946.960 l.

702.813 l.

553.367 l. 2012

175.000 ha

299.191 l.

153.000 ha

131.000 ha

470.569 l. 119.000 ha

267.835 l. 94.000 ha

202.346 l.

92.000 ha

202.005 l.

76.000 ha

220.556 l.

Wijnproductie en -areaal van 2006 tot 2017

539.550 l.

01.

01.

754.230 l.

Grafiek

72.000 ha

8

1.025.499 l.

Wijnproductie en -areaal van 2006 tot 2017 in België

35

Grafiek

202.005 l.

8

plante oppervlakte in 2018 opnieuw 10 % bedragen. 1

92.000 ha

Op basis van de door de wijnbouwers verstrekte prognoses zou de groei van de aange-

76.000 ha

De verwachtingen zijn dat die groei zich ook de komende jaren voortzet.

2011


36

metrotime.be 4

DONDERDAG 9/1/2020 Waarnemingen van Copernicus

NEW

2019 was op één na warmste jaar ooit BRUSSEL Wereldwijd was 2019 het op één na warmste jaar sinds het begin van de waarnemingen. Dat blijkt uit de waarnemingen van Copernicus, het satellietprogramma van de EU. Het jaar sloot meteen ook het warmste decennium ooit af. Het warmste jaar ooit was van 2019 het op één na 2016, maar dat beeld wordt warmste jaar sinds het begin enigszins vertekend door het van de waarnemingen maakt. weerfenomeen El Nino dat Dat blijkt uit de waarneminwarme oceaanstromingen gen van de Copernicus-satelveroorzaakte en zo het zee- lieten, het Europese aardobwater langs de evenaar en in servatieprogramma. Voor Eude oostelijke Stille Oceaan ropa was het zelfs het warmopwarmde. Volgens de Ame- ste jaar ooit. Vooral Alaska, rikaanse ruimtevaartorgani- Antarctica, grote delen van satie NASA was El Nino zelfs Oost- en Zuid-Europa, zuideverantwoordelijk voor een lijk Afrika en Australië zagen wereldwijde temperatuurstij- het kwik vorig jaar stijgen. ging van 0,2°C. KWIK STIJGT CONSTANT WARMSTE EUROPESE De vijf warmste jaren ooit JAAR OOIT dateren trouwens allemaal Vorig jaar was slechts van het afgelopen decen0,04°C frisser dan 2016, wat nium: het kwik steeg gemid-

AFP / B. Guay

deld met 1,1 tot 1,2°C in ver- de periode 1981-2010. Dat gelijking met het pre-indus- maakt van het decennium triële tijdperk, en klom iets 2010-2019 meteen ook het meer dan een halve graad ho- warmste sinds het begin van ger dan het gemiddelde voor de waarnemingen. ◀

Dode tien landingsg van vliegt

PARIJS In Pa chaam van een ki veer tien jaar» aa het landingsges vliegtuig van Air vliegtuig kwam u Ivoorkust. Air Fr het «menselijke d overlijden van een ne passagier». «H van een grote teko de veiligheidsdie luchthaven van A een lid van de Ivor heidsdiensten. V persoon moet de hulp gekregen heb ste jaren zijn al va lichamen van tien aangetroffen in de stellen van vliegtu peratuur zakt er to den Celsius op een van 10.000 meter.

Uit: Metro, 8 januari 2020

Von der Leyen waars chuw t Britte Wat kun je uit deze vier bronnenn:besluiten over het klimaat? «Afwijken van normen op eigen risico»

LONDEN Volgens Europees korte tijdsbestek waarin een Commissievoorzitter Ursula akkoord daardoor e- in Europa? Welke invloed heeft dat op deovereeng wijnbouw von der Leyen staat de EU klaar komen moet worden, zal de om na de brexit op 31 januari onderhandelingen allesbehalve met het Verenigd Koninkrijk eenvoudig maken. «Hoe meer over een «ambitieus en breed de Britten hun regelgeving en partnerschap» te onderhande- standaarden van de Europese len. Tijdens die onderhandelin- normen laten afwijken, des te gen over de toekomstige han- zwakker dat partnerschap zal delsrelatie blijven de Britten de zijn», waarschuwde Von der Europese regels volgen en blij- Leyen. Ze herhaalde dat ze niet Er is altijd een KLM Werelddeal ven ze deel uitmaken van de gelooft in een omvattend akvoor u met vertrek uit België Europese interne markt en de koord tegen het einde van het douane-unie. Maar als het van jaar. Alslokaal het van haar afhangt, 3.1 Globaal versus de regering-Johnson afhangt, zal er in de toekomstige hankomt op 31 december van dit delsstromen over het Kanaal Als je een heerlijke zelfgemaakte spaghetti jaar een onherroe pelijk einde geen sprake zijn van tarieven, op tafel wil zetten, kies je soms voor buitenlandse vanaf aan die transitiep eriode.Dan Het maak quotajeeneen globale producten. keuze. dumping. ◀

3 Duurzame keuzes maken

Shanghai

Wat je in eigen streek kan kopen, noemen we lokale producten.

Johannesburg

Sanchez legt prem Welkeeed voor-af of als nadelen zijnier er als je kiest voor buitenlandse producten? van linkse coalitie in Spanje Sint Maarten

MADRID De socialist Pedro Sanchez (foto links) heeft de eed Voordelen afgelegd als regerings leider in de handen van de Spaanse koning Felipe VI (rechts). Sanchez leidt een nog nooit uitgegeven coalitie met de radicale linkse partij Podemos. Sanchez moet nu zijn regeringsploeg samenstellen. Het gaat om de eerste coalitie sinds het einde van de Franco-dictatuur in 1975. Volgens zijn partij zal de equipe AFP / P. Marcou pas volgende week worden bekendgemaakt. Sanchez kreeg houdingen. Een nipte meerdereerder het vertrouwen van 167 heid dus, maar ze maakt wel volksvertegenwoordigers, met een einde aan een lange perio165 tegenstemmen en 18 ont- de zonder regering in Spanje. ◀

GLOBAAL

Nadelen

Helsinki

€ 439

vanaf

€ 459

vanaf

€ 529

vanaf

€ 149

Retour all-in

Vertrek vanuit België, bij aankoop op klm.be ten laatste op 28/01/20. Beperkt aantal plaatsen beschikbaar en prijzen onderhevig aan wijzigingen zonder voorafgaande kennisgevin g. Meer aanbiedingen via de KLM-app of op klm.be


37

Welke voor- of nadelen zijn er als je kiest voor streek- en seizoensgebonden producten? LOKAAL

Voordelen

Nadelen

Maak ook eens de oefening met de ingrediënten van de groentecurry op pagina 19.

3.2 People, planet, profit Het is niet altijd eenvoudig om duurzame keuzes te maken. Er spelen immers heel wat factoren een rol. Hieronder vind je het 3P-model dat de voorwaarden aantoont waaraan iets moet voldoen om duurzaam te zijn.

PEOPLE [mensen]

sociaal

LEEFBAAR

PLANET [aarde]

ecologisch

FAIR

DUURZAAM LEVENSVATBAAR

PROFIT

[resultaat]

economisch

Lees onderstaande tekstfragmenten. Daarin wordt telkens een situatie geschetst. Het is aan jou om, op basis van het 3P-model, te oordelen of dit een duurzame situatie is. Situatie 1: Een zeer winstgevend bedrijf in Oostende is gespecialiseerd in het verpakken van kwalitatieve gepelde Noordzeegarnalen. Het pellen van de garnalen gebeurt in Marokko, waar de loonkosten laag zijn. De bedrijfsleider vindt het zeer belangrijk dat de verpakkingen van de garnalen ecologisch en composteerbaar zijn. Hij zorgt zeer goed voor zijn personeel en last ook teamdagen in. Af en toe mogen de families het bedrijf komen bezoeken.

Aan welke voorwaarde voor duurzaamheid werd niet voldaan? Kruis aan. people

planet

profit

Situatie 2: Een Senegalese producent van arachideolie gebruikt biologisch én ecologisch geteelde pindanoten in het productieproces. Zijn olie is van superieure kwaliteit en vaak is de vraag hoger dan het aanbod. Zijn werknemers zijn afkomstig uit de plaatselijke bevolking en komen gemakkelijk te voet naar het werk. Zij doen het werk ook heel graag omdat hun baas hen zeer menselijk behandelt en zij goed geld verdienen om hun gezinnen te onderhouden. Toch ondervindt de bedrijfsleider dat het steeds moeilijker wordt om tegen grote concurrenten op te boksen.

Aan welke voorwaarde voor duurzaamheid werd niet voldaan? Kruis aan. people

planet

profit


38

Situatie 3: Een zeer grote textielfabriek in Cambodja maakt wereldwijd zeer veel mensen blij met betaalbare en kwalitatieve kledij. Zij volgen de laatste nieuwe modetrends en spelen in op wat het publiek wil. Zij hanteren trucjes en marketingstrategieën, en boeken daardoor zeer mooie resultaten. Zo zetten zij ook in op kledij van biologisch katoen, omdat ze beseffen dat veel mensen dit belangrijk vinden. Om hun marktpositie te behouden, werken ze met goedkope werkkrachten die soms in slechte werkomstandigheden moeten functioneren. Maar omdat Cambodja een straatarm land is, zijn de werknemers tevreden met deze bron van inkomsten.

Aan welke voorwaarde voor duurzaamheid werd niet voldaan? Kruis aan. people

planet

profit

Leg uit in eigen woorden wat duurzaamheid is. Noteer.

3.3 Earth Overshoot Day Maak kennis met Earth Overshoot Day!

© 2020 Earth Overshoot Day. Global Footprint Network.

Earth Overshoot Day is de dag van een jaar waarop de mens wereldwijd zoveel van de aardse grondstoffen en voedingswaren verbruikt heeft als wat de aarde op één jaar kan produceren en aan afval kan verwerken. Bekijk de websites en los de vragen op. Wanneer viel Earth Overshoot Day in 1970?

Wanneer viel Earth Overshoot Day in 2000?

Op welke dag viel Earth Overshoot Day in 2020?

Wat stel je vast als je naar deze data kijkt? Noteer.

Wat betekent dit? Noteer.

Som vier landen op waaraan wij een voorbeeld kunnen nemen als het om Earth Overshoot Day gaat.

Bereken op de website je eigen Earth Overshoot Day. Wanneer valt die? Noteer.


39

3.4 Mijn keuze herbekeken Maak dezelfde oefening als in het begin van dit gedeelte. Ga opnieuw bij jezelf te rade en duid drie factoren aan die jij nu belangrijk vindt als het over voedingsmiddelen gaat. Hou daarbij het woord duurzaamheid in gedachten. de prijs de landbouwmethode of de manier van telen (in volle grond, hydrocultuur, in serres …) de voedingswaarde (de hoeveelheid vitamines, eiwitten, vetten …) de manier waarop het vervoerd wordt (per vrachtwagen, vliegtuig, trein, boot …) de afstand die voedingsmiddelen afleggen de vorm en kleur de manier waarop het verkocht wordt (al dan niet gepeld, gesneden, voorgegaard …) de kook- of bereidingswijze (snel, microgolf, oven, uitgebreid …) de smaak de verpakking de herkomst/oorsprong Markeer je besluit in de volgende zin. Mijn keuze is dezelfde gebleven / veranderd.

Bespreek.


40

TECHNIEK

3 Ten minste houdbaar tot 1 Bederf Tomaten worden op veel verschillende manieren verwerkt in gerechten. Soms staan we er zelfs niet meer bij stil dat een rauwe tomaat aan de oorsprong ligt van veel bereidingen. Tomaten, vers geplukt uit de tuin of gekocht in de supermarkt, bewaar je voor de smaak eigenlijk het best buiten de koelkast. Zo blijven ze maximum één week goed. Maar wat als je rauwe tomaten of een bereiding met tomaten langer wilt bewaren? Wat als je met andere woorden bederf wilt tegengaan? Hoe doe je dat? WIST-JE-DAT

Wist je dat een tomaat echt niet thuishoort in de koelkast? Door de hogere luchtvochtigheid en de koude bestaat de kans op bederf van binnenuit. Dat is in principe niet schadelijk voor de gezondheid van de mens, maar een rottende tomaat is ook niet echt smakelijk natuurlijk.

Om stapsgewijs het bovenstaande probleem te analyseren en op te lossen kunnen we deelvragen formuleren. Analyseren = iets grondig onderzoeken en ontleden. We stellen hierbij enkele belangrijke vragen. Wat gebeurt er als we spreken over bederf? Hoe kunnen we het tegengaan? Hoe werken we het in de praktijk uit? In dit gedeelte werken we op deze vragen verder.

1.1 Het rottingsproces Wat is rotting eigenlijk? En hoe kunnen we zien dat iets bedorven is? Hieronder vind je drie foto’s van dezelfde halve tomaat. Het lag tien dagen bij een temperatuur van ca. 12°C in een verlichte kamer (niet in het felle zonlicht).


41

Bekijk de foto’s en vul onderstaande tabel in. Wat stel je vast? Dag 1

Dag 5

Dag 10

DAG 1

DAG 5

DAG 10

vorm kleur vochtigheid eetbaar?

Wat stel je vast op de laatste foto van de tomaat (dag 10)? Noteer.

1.2 Micro-organismen Micro-organismen zijn zeer kleine levende wezens. Ze komen zowat overal voor: in voedsel, in het water en in de lucht. De meeste micro-organismen zijn zo klein dat je ze enkel met een microscoop kunt zien, zoals bacteriën. Ook schimmels behoren tot de micro-organismen. Die kun je echter wel met het blote oog waarnemen. SCHIMMELS

BACTERIËN

ruimen organisch materiaal op

helpen bij de spijsvertering

kunnen we eten (bv. padden­ stoelen of blauwschimmelkazen)

elpen ziektes bestrijden h (bv. darmbacteriën) gebruikt men bij voedsel­ bereidingen (bv. melkzuur­ bacteriën in yoghurt)

kunnen infecties veroorzaken

kunnen ziektes veroorzaken

bederven voedsel

bederven voedsel

Schimmels en bacteriën kunnen dus bederf of soms zelfs ziekte veroorzaken, maar zoals je ziet hebben ze vaak ook een positieve werking. Schimmels verwerken bijvoorbeeld dode planten en melkzuurbacterïen zorgen ervoor dat yoghurt langer bewaart in de koelkast.


42

Op een rauwe, onbehandelde tomaat hebben bacteriën echter een negatief effect. Na verloop van tijd zullen er zich micro-organismen op vormen die bederf veroorzaken. Er zijn natuurlijk wel manieren om schimmels en bacteriën tegen te gaan. Bestudeer onderstaande afbeeldingen en geef aan de hand daarvan drie voorbeelden van hoe je voedselbederf kunt tegengaan. schimmels

bacteriën

1 2 3

Micro-organismen, zoals schimmels en bacteriën die bederf veroorzaken, hoeven je niet per definitie ziek te maken. Door een aantal factoren aan te passen (temperatuur, vochtigheid, zuurstof …) kun je tegengaan dat bacteriën en schimmels zich gaan vermenigvuldigen.

2 Bewaren 2.1 Van confituur tot zilveruitjes Bekijk een aantal producten aandachtig en vervolledig onderstaand schema. PRODUCT

confituur blikje ansjovis zilveruitjes natuuryoghurt roomboter

BEWAARTIJD

TOEVOEGING OM BEWAARTIJD TE VERLENGEN


43

Welke producten hebben een erg lange bewaartijd? Noteer.

Wat merk je op bij yoghurt en boter? Noteer.

Voedsel kun je lang(er) bewaren door er bewaarmiddelen aan toe te voegen. Ook sommige bacteriën kunnen een positieve invloed hebben op de bewaartijd van een voedingsmiddel. 2.2 Het tomaatexperiment Op pagina 41 leerden we dat tomaten bederven door bacteriën en schimmels, tenminste als we er niets mee doen. Met het tomaatexperiment dat nu volgt, onderzoeken we of je een tomaat langer kunt bewaren door er azijn, suiker of zout aan toe te voegen.

DOE DE TEST ORIËNTATIE

Doelstelling De invloed van bewaarmiddelen als toevoeging aan voedsel onderzoeken. Onderzoeksvraag Formuleer een goede onderzoeksvraag met behulp van het vragenmachientje.

I N P U T IS DE VRAAG NUTTIG?

IS HET EEN OPZOEKVRAAG?

IS HET SLECHTS ÉÉN VRAAG?

IS DE VRAAG DUIDELIJK?

KUN JE HET ONDERZOEKEN?

O U T P U T Noteer je veronderstelling. HYPOTHESE:


44

VOORBEREIDING

Benodigdheden   twee tomaten   een balans   een mesje   een eetlepel suiker   een eetlepel zout   een eetlepel azijn   vier post-its Criteria

Zorg ervoor dat de plaats waar je het experiment uitvoert, net als de tomaten, op kamertemperatuur zijn. Zorg ervoor dat de ruimte niet te warm of te droog is.   Vermijd temperatuurschommeling in de ruimte.   Vermijd fel zonlicht.   Plaats de opstelling niet te dichtbij de verwarming.   Plaats de opstelling niet in een donkere ruimte.

UITVOERING

1

Maak je werkplaats, materiaal en handen zo steriel mogelijk. Veeg de tafel schoon met een weinig antibacteriële zeep.

2

Snij de twee tomaten dwars door. Benoem ze door op de post-its ‘niets’, ‘azijn’, ‘zout’ en ‘suiker’ te schrijven.

3

Voeg aan één helft niets toe. Besprenkel een tweede helft met azijn. Bestrooi een derde helft met suiker. Bestrooi de vierde helft met zout.

azijn

niets 4

suiker

zout

Bekijk het resultaat na een week, en dan nog eens na 10 dagen.

Neem vandaag, na een week en na 10 dagen foto’s van de tomaten. Verwerk deze foto’s in een presentatie of document en neem de juiste besluiten. DATUM VAN VANDAAG

DATUM OVER EEN WEEK

DATUM OVER 10 DAGEN


45

5

espreek het uitzicht van B de tomaat na een week.

1

1

2

2

3

3

4

4

Bespreek het uitzicht van de tomaat na 10 dagen.

REFLECTIE

Besluit Geef een antwoord op de onderzoeksvraag.

Komt die overeen met jouw hypothese? Kruis aan. ja

nee

Markeer wat juist is.

De beste techniek om rauwe tomaten te bewaren, is door het toevoegen van azijn / suiker / zout. Zijn er bijkomende onderzoeksvragen die aan de oppervlakte komen? Zo ja, noteer ze hier.

WIST-JE-DAT

Salmonella Salmonella is een bacterie die voorkomt op rauw vlees en gevogelte, rauwe eieren en melk, vis, garnalen, maar ook groenten en fruit. De naam verwijst naar de Amerikaanse bacterioloog Daniel E. Salmon die het in 1886 ontdekte. Mensen die besmet raken, ervaren over het algemeen buikklachten, koorts en misselijkheid. In de meeste gevallen gaan deze klachten na een paar dagen vanzelf over. In zeldzame gevallen of bij risicogroepen (zoals mensen met een verzwakte weerstand) kan deze bacterie levensbedreigend worden, zeker als ze in de bloedbaan terechtkomt.


46

2.3 Andere bewaartechnieken Met het tomaatexperiment leerde je dat je voedsel langer kunt bewaren. Er zijn echter nog manieren om de groei van micro-organismen af te remmen. We nemen de verschillende bewaartechnieken even onder de loep. Eerst nog iets over de term ‘inmaken’, ook wel ‘inleggen’ of ‘opleggen’ genoemd. Inmaken is een overkoepelend begrip. Je maakt voedingsmiddelen in door ze in bokalen in zuur, suiker, zout of alcohol te leggen. Je kunt ze ook koken en warm in een gesteriliseerde pot of bokaal luchtdicht verzegelen. Zo krijgen micro-organismen weinig kans. Zet het nummer van de juiste bewaartechniek bij de juiste afbeelding. 1

Vriesdrogen: het water wordt uit het voedsel onttrokken door het eerst te bevriezen en dan het water te laten verdampen. Voorbeeld: minuutsoep.

2

Pekelen: etenswaren worden in zout gelegd. Het zout onttrekt vocht aan het voedsel waardoor micro-organismen gedood worden. Deze methode wordt ook toegepast om etenswaren een zoute smaak te geven. Voorbeeld: haring.

3

Konfijten: fruit kun je konfijten door het in suiker te leggen. In grote hoeveelheden heeft suiker een uitdrogend effect en dat houdt de micro-organismen tegen. We kunnen echter ook vlees konfijten door het een paar uur op een lage temperatuur in vet te laten garen. Voorbeeld: fruit, eend.

4

In zuur leggen: in een zure omgeving kunnen micro-organismen moeilijk overleven. Voorbeeld: uitjes op azijn.

5

Drogen: dit is een zeer oude bewaarmethode. Door het drogen haalt men al het vocht uit het voedingsproduct, wat de groei van micro-organismen tegenhoudt. Je kunt voedsel drogen in de zon, in de wind, in de oven of boven een vuur. Voorbeeld: vijgen.

6

Invriezen: producten worden bij een heel lage temperatuur bevroren (-30°C tot -50°C). Dat is zowat de temperatuur op de zuidpool in de winter. Dat is te koud voor microorganismen om te overleven. Voorbeeld: diepvriesspinazie.

7

Koelen: dit is een methode waarbij voeding in de koelkast wordt bewaard. Door de koude temperatuur kunnen micro-organismen minder goed overleven en bederft het eten minder snel. Voorbeeld: charcuterie.

8

Steriliseren: dit doet men door een conservenblik of glazen bokaal sterk te verhitten en het daarna luchtdicht te verpakken. Doordat hierna geen lucht meer aan de eetwaren kan, blijft de inhoud heel lang houdbaar. Het product kan wel een smaakverandering ondergaan. Voorbeeld: erwten en worteltjes in blik.

9

Roken: dit is een eeuwenoude methode om voedsel te bewaren waarbij een product in de rook van smeulend hout wordt gehangen. Hierdoor krijgt het voedsel een diepe, sterke rooksmaak. Het proces wordt gebruikt om vooral vis en vlees te bewaren en smaak te geven. Voorbeeld: gerookte zalm.

10

Pasteuriseren: dit is een proces waarbij men voedsel kort verhit (ca. 15 seconden bij 72°C) waardoor de meest gevaarlijke micro-organismen gedood worden. Daarna wordt het product luchtdicht verpakt. De smaak blijft behouden. Na opening is het enkel gekoeld nog een aantal dagen houdbaar. Voorbeeld: fruitsap.


47


48

Welke bewaartechnieken kunnen we voor onze tomaten gebruiken, zodat ze nog lekker en eetbaar zijn? Kruis aan. vriesdrogen

invriezen

pekelen

koelen

konfijten

steriliseren

in zuur leggen

roken

drogen

pasteuriseren

3 Bereiden Onder welke vorm vinden we tomaten terug in de recepten hieronder? Voor de ingrediënten kun je de receptenfiches van de gerechten raadplegen. Welke bewaartechniek werd hiervoor gebruikt? Vul in. spaghetti: bewaartechniek: hamburger: bewaartechniek: penne met kip: bewaartechniek: Stel, de school organiseert een schoolfeest en jullie klas heeft de opdracht om de hapjes of gerechtjes te verzorgen. Om het eenvoudig te houden, wordt er beslist dat elke bereiding op basis van tomaat wordt gemaakt. Spreek een aantal criteria af met de klas waaraan de bereiding moet voldoen. Vul aan. Het moet uitvoerbaar zijn in de klas/de school. Het bereiden mag maximum twee uur duren. We moeten de bereiding kunnen bewaren tot aan het feest.


49

Zoek vier verschillende bereidingen met tomaten. Kies daarbij recepten waarin de tomaat heel duidelijk aanwezig is. Denk maar aan tomatenpassata, ketchup, gedroogde tomaten, tomatenchutney … Noteer hier de naam en de bron van de gekozen recepten. 1

2

3

4

Bepaal de haalbaarheid van de recepten aan de hand van de opgestelde criteria. Zet kruisjes. CRITERIA

RECEPT 1

RECEPT 2

RECEPT 3

RECEPT 4

uitvoerbaar in de klas/school maximum twee uur te bewaren tot aan het feest

Besluit: We kiezen het recept voor          met als nummer      omdat het voldoet aan de meeste criteria. Schrijf het recept hieronder uit.

RECEPT INGREDIËNTEN

BEREIDING


50

4 Verpakken Nu onze bereiding klaar is, moeten we het product ook verpakken. Waarom moeten we producten verpakken? Noteer vijf redenen. 1

2

3

4

5

4.1 Hygiëne Als we onze bereiding enige tijd willen bewaren, moeten we er ook voor zorgen dat de verpakking hygiënisch en steriel is. Formuleer in je eigen woorden wat steriel betekent.

Bekijk het filmpje over het steriliseren van bokalen. Noteer kort de verschillende fases.

Steriliseren is niet alleen hygiënisch, het is ook een goede bewaartechniek. Leg uit waarom.

4.2 Productinformatie Het etiket of de verpakking moet alles vertellen over het product. De producent stelt het op en volgt daarbij de wetgeving die bepaalt welke informatie erop moet en mag. De Belgische wetgeving in verband met etikettering is gebaseerd op Europese richtlijnen omdat Belgische producten ook uitgevoerd worden naar andere landen. Hieronder vind je een aantal elementen uit de wetgeving. Pas ze toe op de uitgevouwen verpakking op de volgende pagina door het cijfer bij het juiste onderdeel te plaatsen. 1

De verkoopsbenaming vertelt je wat je koopt: sinaasappelsap of appelsap, kip of kalkoen, kristalsuiker of poedersuiker. 2 De ingrediëntenlijst is een opsomming van alle voedingsmiddelen, kruiden, zoetstoffen en toevoegingen, in dalende volgorde van gewicht. Een lange ingrediëntenlijst wijst vaak op een sterk bewerkt product. 3 Bij wet zijn 14 allergenen verplicht te vermelden, meer bepaald: gluten, schaaldieren, eieren, pinda’s, schaalvruchten, soja, melk, selder, mosterd, sesamzaad, weekdieren, lupine, sulfieten en vis. De allergenen moeten duidelijk te onderscheiden zijn van de rest


51

4 5 6

7 8 9

van de ingrediënten, bijvoorbeeld door de namen ervan in het vet, in hoofdletters of in een andere kleur te drukken, zodat ze opvallen. Het nettogewicht is het gewicht van het product zonder de verpakking (in l, cl, ml, kg of g). Het e-teken bij het getal wijst erop dat het gewicht ongeveer zoveel weegt. De voedingswaarde vind je in de voedingswaardetabel. Die geeft de hoeveelheid per voedingsstof aan voor het product. De houdbaarheidsdatum geeft aan hoelang een product houdbaar is. ‘Ten minste houdbaar tot’ betekent dat de fabrikant de houdbaarheid niet meer garandeert na de aangegeven datum. ‘Te gebruiken tot’ betekent dat bederf na die datum zeer waarschijnlijk is. Via de gegevens van de producent/invoerder/verpakker kun je klachten melden of informatie opvragen. De gebruiksaanwijzing moet enkel vermeld worden als het echt nodig is, zoals ‘ontdooien voor gebruik’ of ‘goed schudden’. De bewaarvoorschriften vertellen de consument hoe het product best bewaard wordt, zoals ‘koel en op een droge plaats bewaren’.


52

Enkele elementen staan op de lijst hierboven, maar ontbreken op deze verpakking. Welke zijn het? Noteer.

Stel dat je zelf een voorstel zou mogen formuleren aan de fabrikant voor deze ontbrekende informatie. Wat zou je bijvoorbeeld kunnen toevoegen? Noteer.


53

ISAAC-actie

Een gelabeld gerecht


54

Spijsvertering met spulletjes


55

Klimaten op de globe


STUDIEWIJZER

NATUUR Ik ken het begrip fotosynthese en kan uitleggen hoe het tot stand komt. Ik ken het verschil tussen voedingsmiddelen en voedingsstoffen. Ik kan met voorbeelden uitleggen wat bouwstoffen, brandstoffen en beschermende stoffen zijn. Ik ken de belangrijkste organen van ons spijsverteringsstelsel en hun functie. Ik ken het verschil tussen carnivoren, herbivoren en omnivoren.

RUIMTE Ik kan met voorbeelden uitleggen waarom voedingsmiddelen vaak een lange weg afleggen. Ik weet wat een klimaat is en kan klimatogrammen lezen. Ik kan bepalen tot welke klimaatzone een bepaalde plaats behoort. Ik kan verklaren hoe temperatuur, neerslag, hoogte en reliëf invloed hebben op het verbouwen van gewassen op een bepaalde plaats. Ik kan de juiste eenheden voor temperatuur (°C), neerslag (mm), afstand (km) en hoogte gebruiken (m). Ik kan duurzaamheid uitleggen en er het 3P-model op toepassen.

TECHNIEK Ik weet wat micro-organismen zijn en ken hun positieve en negatieve werking. Ik kan het effect van micro-organismen en toevoegingen via het tomaatexperiment vaststellen. Ik kan een goede onderzoeksvraag en bijhorende hypothese formuleren. Ik kan aan de hand van voorbeelden aantonen welke bewaartechnieken gebruikt worden voor voeding. Ik kan een gepaste bewaartechniek kiezen voor tomaten. Ik kan de noodzakelijke productinformatie aanduiden op een voedingsverpakking. Ik begrijp wat criteria zijn en kan ze toepassen op de bereiding van een recept.

Colofon Auteurs Solange Goossens, Tjorven Lecluyse, Joke Lippens, Diederik Maebe, Tine Simoens, Kris Verbouw Eerste druk 2020 SO 2019/1513 Bestelnummer 90 808 0244 ISBN 978 90 4863 875 8 KB D/2020/0147/235 NUR 126/136 Verantwoordelijke uitgever die Keure, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge RPR 0405 108 325 - © die Keure, Brugge Die Keure wil het milieu beschermen. Daarom kiezen wij bewust voor papier dat afkomstig is uit verantwoord beheerde bossen. Deze uitgave is dan ook gedrukt op papier dat het FSC®-label draagt. Dat is het keurmerk van de Forest Stewardship Council®.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.