Verrekijkerbieb 5 - blauw

Page 1

BIEB

Donna Van Riet

Kijker 5

Ontdek de boeiende, soms grappige verhalen achter tal van bijzondere uitvindingen. En wie weet, misschien inspireert het jou om ook uitvinder te worden.

Verrekijker 5

Een uitvinding is iets dat door mensen werd bedacht. Iets nieuws. Dat kan echt alles zijn: voorwerpen, machines, speelgoed, materialen, voedsel ‌

Waarom bedacht ik dat niet?

Waarom bedacht ik dat niet?

Dit boekje maakt deel uit van de Verrekijkerbieb 5. ISBN 978 90 486 2536 9 Bestelnummer 60 1021 497 KB D/2016/0147/105 NUR 191 Illustraties: Lucy Elliott Verantwoordelijke uitgever die Keure Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge RPR 0405 108 325 Š Copyright die Keure, Brugge

9 789048 625369

Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form by print, microfilm or any other means without written permission from the publisher.

Kijker educatieve uitgaven

educatieve uitgaven

Verrekijker 5

5


Waarom bedacht ik dat niet?

1


Geniale ideeĂŤn Een uitvinding is iets nieuws. Iets dat nog niet bestaat. Kijk eens om je heen. Bijna alles wat je ziet, werd ooit een keer door iemand bedacht. Voor ons zijn het alledaagse dingen. Wie stelt zich vragen bij het aandoen van het licht, het aanzetten van de televisie of het telefoneren? Het is zo vanzelfsprekend geworden allemaal. Maar de uitvinding van deze dingen was helemaal niet vanzelfsprekend. Sommige uitvinders doen jaren over hun uitvinding. Vooraleer Thomas Edison de perfecte gloeilamp had bedacht, heeft hij meer dan 1000 verschillende soorten gloeidraden geprobeerd. Het duurde jaren vooraleer hij tevreden was met het resultaat: een gloeilamp die wel 40 uur kon blijven branden. Uitvindingen als de gloeilamp, de auto of het vliegtuig zijn natuurlijk WAUW. Maar ook heel eenvoudige uitvindingen maken ons leven een pak aangenamer. Of kan jij je een wereld voorstellen zonder een stoel, kam of rietje? De meeste uitvindingen ontstaan omdat er nood aan is. Er is een probleem. En dat moet worden opgelost. In het geval van de gloeilamp is dat heel duidelijk. Kaarsen en olielampjes, allemaal goed en wel. Veel licht geeft dat niet in het pikkedonker. Gelukkig dus dat er bij Edison een lampje is gaan branden.

2


De uitvinder, een gekke professor? Denk jij bij het woord ‘uitvinder’ aan een gekke, verstrooide professor wiens grijze haren alle kanten op staan? Misschien heb je de film Back to the Future gezien en denk je aan de figuur ‘Doc’. Hij voldoet in elk geval aan het beeld dat een uitvinder bij ons oproept. Zijn personage zou een beetje op Einstein1 zijn gebaseerd. Einstein is hét voorbeeld bij uitstek van een slimme kop. Er zijn duizenden uitvinders. En zij zien er natuurlijk niet allemaal hetzelfde uit! Niet elke uitvinder is professor. Je hoeft zelfs geen super-megabrein te hebben om iets nieuws te bedenken (al kan dat natuurlijk ook geen kwaad). Iedereen kan uitvinden. Ja, ook jij! Leeftijd speelt echt geen rol. Neem nu Margaret Knight. Zij was pas twaalf (!) toen zij haar eerste uitvinding deed (zij bedacht toen een beveiliging voor weefgetouwen2). Of Louis Braille. Hij was vijftien toen hij – zelf blind sinds zijn derde levensjaar het blindenschrift uitvond. Het is een systeem van verhoogde puntjes dat nu overal ter wereld wordt gebruikt. Ook Chester Greenwood was vijftien toen hij het idee voor de oorwarmer kreeg. George Nissen vond op zijn zestiende de trampoline uit (woehoe!). De jongste uitvinder zou slechts vijf jaar oud zijn! Hij vond een soort bezem uit om makkelijker bladeren op te vegen.

3


Uitvinden, iets voor jou? Heb jij een idee? Heb je dĂŠ oplossing gevonden voor een probleem? Denk dan na over hoe je dat idee kan omzetten in een uitvinding. Maak aantekeningen. Knutsel een voorbeeld. Neem je ontwerp en doe mee aan een uitvinderswedstrijd. Wie weet ben jij binnenkort beroemd om jouw uitvinding. Je zou bijvoorbeeld een schoen kunnen bedenken tegen stinkvoeten. Oeps, bestaat al! De schoen met verluchtingsgaatjes lost dat probleem al op. Nee, jij moet op de proppen komen met een superidee! Iets waar niemand anders ooit aan dacht en waar we allemaal op zitten te wachten. Begin je hersenen maar al te pijnigen.

4


Helaba, dat was mijn idee! Heb jij dat geweldige idee? Let dan goed op. Want een uitvinding kan ook worden gestolen. Maar, geen zorgen, je kan het beschermen. Met een octrooi. Een octrooi is een bewijs dat jij de enige echte bedenker bent van je uitvinding. En dat jij alleen het kan maken, gebruiken en verkopen. Het wordt door de overheid gegeven voor een bepaalde tijd. In de meeste landen is dat twintig jaar. Tijdens die periode mag niemand anders jouw idee kopiëren. Iedereen kan een octrooi aanvragen. Maar er zijn wel een paar voorwaarden waaraan je uitvinding moet voldoen. In de eerste plaats moet ze nieuw zijn. Je moet ook kunnen bewijzen dat jij de bedenker ervan bent (dus smijt je kladschrift met aantekeningen niet weg!). Je idee moet vindingrijk zijn. En het moet natuurlijk ook echt gemaakt kunnen worden. Zo’n octrooi aanvragen is niet gratis. Je vraagt het aan voor een bepaald land. Je kan ook een aanvraag doen voor meerdere landen. Hoe meer landen, hoe duurder. Leeftijd speelt geen rol. Er staat ook geen limiet op het aantal octrooien dat je aanvraagt. Thomas Edison had er meer dan 1000 (waarvan de gloeilamp de bekendste is). Maar hij is lang niet meer ’s werelds recordhouder. Tegenwoordig zijn er uitvinders die bijna vier keer zoveel octrooien op hun naam hebben staan.

5


Hoe het allemaal begon Mensen zijn altijd ontzettend vindingrijk geweest. Ook onze voorouders duizenden jaren geleden. In het begin – dat is gigantisch lang geleden! – was er niets. De eerste mens leefde te midden van een woeste, soms vijandige natuur. Om te overleven heb je het een en ander nodig. Vooral voedsel en warmte. Het jagen leverde vlees op. Om beter te kunnen jagen, vond de mens stenen werktuigen uit. Eerst waren dat stenen waaraan een scherpe kant was gemaakt. Deze werktuigen werden steeds weer verbeterd. Na een tijdje werden het bijlen en speren. Zo konden mensen op grotere dieren jagen. Een heerlijk stukje mammoet. Mmmm … Ze konden ze ook de pelsen bewerken tot kledij. Lekker warm, zo’n mammoetvacht! Er was nog iets wat erg belangrijk was: vuur. Vuur is natuurlijk geen uitvinding. Dat komt vanzelf. Door een blikseminslag of een vulkaanuitbarsting. Maar als je moet wachten op de bliksem of op een vulkaan die uitbarst, kan je lang wachten. Daarom hield de oermens het vuur – eens het er eindelijk was – altijd brandend. Het was een voltijdse job voor iemand uit de groep. O wee als die het vuur liet doven! Uiteindelijk bedachten ze een manier om zelf vuur te maken. Als je een stokje heel snel over een stukje hout wrijft, vat het vlam. De controle over vuur gaf de mens tal van nieuwe mogelijkheden. Ze ontdekten dat klei verhardt door het te verwarmen. Zo konden ze potten bakken. En later ook metalen smelten en bewerken.

6


7


Dé hit van de oudheid: het wiel Deze uiterst nuttige uitvinding zou rond 3500 v. Chr. in Mesopotamië3 zijn bedacht. Tegen die tijd – het was bronstijdperk – groeven mensen reeds kanalen, maakten boten en hadden zelfs al weefgetouwen. Waarom duurde het zo lang om het wiel uit te vinden? Het bedenken van zo’n rollende schijf was makkelijk. Een manier vinden om deze schijf aan een as te verbinden, waarbij beide delen samen ronddraaiden, dat was wat anders. Eens dat kon, ontstonden de eerste karren en wagens. Wielen waren toen nog massieve houten schijven. Deze wielen waren zwaar. Te zwaar. Het spaakwiel was dé oplossing. Hiermee konden wagens ontwikkeld worden die veel lichter en sneller waren. Vanaf toen liep alles op wieltjes.

8


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.