1e leerjaar
Stap 5 Ik stap op de stoep
1
Doelen De kinderen kunnen 1 aangeven dat alles en iedereen zich verplaatst met een bepaalde snelheid. 2 verwoorden dat het menselijk verkeer altijd risico’s inhoudt. 3 in hun gedrag rekening houden met andere weggebruikers. 4 zich ontwikkelen tot vaardige en voorzichtige voetgangers. 5 de principes van preventief voetgangersgedrag in concrete verkeerssituaties toepassen. 6 in de eigen omgeving de plaatsen herkennen waar ze veilig kunnen spelen en waar niet. 7 aangeven dat ze op de stoep zo ver mogelijk van de rijbaan moeten stappen. 8 aangeven dat ze niet bruusk moeten reageren. 9 hun gedrag aanpassen aan de verkeersregels voor de voetgangers. 10 aangeven dat ze best fluorescerend materiaal of stroken op de kledij dragen.
1
MZrt2
De eigen bewegingen aanpassen aan statische en dynamische objecten door af te remmen, te stoppen, te vertragen, te versnellen en/of door van richting te veranderen, al dan niet met een voorwerp. 10 - 12 De eigen bewegingen en bewegingsrichtingen vlot aanpassen in steeds complexere bewegingssituaties zoals in spelvormen en in het verkeer.
2
IVgv2
Inschatten hoe gedrags- en omgevingsfactoren de gezondheid en veiligheid beïnvloeden en op basis daarvan, binnen veilige grenzen, risico’s durven nemen. 6 - 12 Gevaren en risico’s van bewegingssituaties kennen en inschatten.
3
SErv4
Bewust sociale rollen opnemen die zowel het individueel als het groepsbelang ten goede komen in diverse situaties en contexten. 4 - 12 Meedoen met wat de leraar vraagt - een opgelegde taak uitvoeren gehoorzamen aan opgelegde regels en afspraken binnen een bepaalde tijd en ruimte - begrijpen dat samenwerken en - leven vraagt om regels en afspraken die nageleefd moeten worden.
4
OWru7
Als vaardige voetganger of fietser de verkeersregels kennen en toepassen en de veiligheid van verkeerssituaties in de omgeving inschatten.
5
OWru7
Als vaardige voetganger of fietser de verkeersregels kennen en toepassen en de veiligheid van verkeerssituaties in de omgeving inschatten. 4 - 12 Zich ervan bewust worden dat het verkeer risico’s inhoudt en daarom als weggebruiker preventief kiezen voor een veilige uitrusting en veilig gedrag in het verkeer.
6
OWru7
Als vaardige voetganger of fietser de verkeersregels kennen en toepassen en de veiligheid van verkeerssituaties in de omgeving inschatten. 4 - 12 In de eigen omgeving plaatsen herkennen waar men veilig kan spelen en waar niet - zich er (onder begeleiding) veilig gedragen.
7
OWru7
Als vaardige voetganger of fietser de verkeersregels kennen en toepassen en de veiligheid van verkeerssituaties in de omgeving inschatten. 4 - 7 In het eigen gedrag en onder begeleiding rekening houden met de specifieke plaats van personen en voertuigen in het verkeer.
8
IVgv1
Zorg dragen voor de eigen mentale, sociale en fysieke gezondheid en veiligheid en die van anderen en daarbij aandacht hebben voor: Veiligheid en eerste hulp.