7 minute read

Wat staat ons te doen?

zijn daardoor terughoudend bij het zoeken naar werk over de grens. Diploma’s worden over en weer niet altijd erkend door een verschil in het Duitse en Nederlandse onderwijssysteem. Het vervoer over de grens verloopt niet soepel. Het openbaar vervoer stopt vaak bij de grens en snelwegen gaan na de grens plotseling over in een regionale weg (de A35 is eerst een vierbaansweg en gaat over in de N35/B54, een tweebaansweg om vlak voor Münster weer een vierbaansweg te worden).

Als die belemmeringen er niet zouden zijn, dan ontstaan er veel meer kansen en mogelijkheden voor bewoners en ondernemers. De Europese Commissie heeft berekend dat de lidstaten aan hun binnengrenzen zo’n 8% economische groei (oftewel zo’n 4 miljoen banen) laten liggen als gevolg van grensbelemmeringen. Dat is waar dit document over gaat: hoe halen we de belemmeringen weg en hoe zorgen we er samen voor dat in de nabije toekomst alle kansen en mogelijkheden worden benut?

Advertisement

De gemeente Enschede is heel actief en zoekt samen met anderen aan beide zijden van de grens naar creatieve oplossingen. Zo zijn sinds 2014 ruim 300 werkzoekenden bemiddeld naar bedrijven in Duitsland en heeft zich een aantal Duitse bedrijven gevestigd in Enschede. De economische groei en werkgelegenheid kunnen nog verder verbeteren als we met steun van de rijksoverheid en de Duitse bondsstaten de belangrijkste belemmeringen wegnemen. De gemeente Enschede ondersteunde actief de inspanningen van het Actieteam GEA en samen met de buurlanden de omzetting van de aanbevelingen in concrete acties. Eén van de acties betreft het opzetten van een grensmonitor. Hiervoor zijn gegevens nodig die grensoverschrijdend vergelijkbaar zijn. Enschede vervult op dit onderwerp een trekkende rol.

Van halve naar hele cirkel

Als je kijkt naar het dagelijks woon-werkverkeer (het Daily Urban System) dan kun je rond de meeste steden een hele cirkel trekken. De ligging van Enschede, direct aan de landsgrens, zorgt ervoor dat er maar een halve cirkel om de stad kan worden getrokken. Intensieve samenwerking met de buren kan ervoor zorgen dat dit verandert.

Een van de belangrijkste voorwaarden om gebruik te maken van elkaars mogelijkheden aan beide zijden van de grens is een goed bereikbaar, grensoverschrijdend netwerk van Duitse en Nederlandse steden en dorpen. Het Euregio-gebied met daarbinnen de Twentse steden, Münster en Osnabrück moet gaan functioneren als één samenhangend geheel. Stip op de horizon is dat we in 2027 leven in een grensoverschrijdend gebied waar we elkaars taal spreken, elkaars cultuur kennen en elkaar respecteren, en waar we samen werken, wonen en leven. Ons doel voor de komende jaren is dat de Euregio in 2027 functioneert als grensoverschrijdende, economisch sterke regio waarbij de grens niet meer als een belemmering wordt ervaren.

Dit document beschrijft de belangrijkste thema’s waarop we in de komende jaren samen met onze partners actie willen ondernemen. De thema’s worden in dit visiedocument ‘Brücken’ genoemd die we de komende jaren willen bouwen om het hiervoor beschreven doel te bereiken. Het document is bedoeld als inspirerende leidraad voor onszelf, inwoners, instellingen en bedrijven van Enschede en onze samenwerkingspartners op lokaal, regionaal en nationaal niveau aan beide zijden van de grens.

Brücke #1: LEREN (kennen)

In het gebied rondom de grens sprak men vroeger elkaars taal (een dialect). Dat zorgde voor een enorme betrokkenheid. Als je elkaars taal spreekt, dan begrijp je elkaar beter.

Het dialect is grotendeels verdwenen uit de grensregio en ook de kennis van het Duits neemt af in Twente. Dat moet snel veranderen, want het spreken van elkaars taal en het kennen van elkaars cultuur werkt positief door in de economie en op de arbeidsmarkt. Dat is de eerste brug die we over moeten om ons doel te bereiken.

Leerlingen met verschillende achtergronden (en kansen) doen samen ervaring op over de grens. Voor de een is dat de eerste keer, de ander heeft van huis uit al wat meegekregen. Internationale ervaringen geven alle leerlingen een bredere blik op de maatschappij en uiteindelijk meer kans op een baan.

De gemeente stimuleert in het creëren van gezamenlijke ervaringen gericht op een zelfredzame toekomst. Daarvoor kiezen we - met de scholen - voor aandachtsgebieden die voor deze regio van belang zijn, omdat ze de kans op een baan en op goed samenleven in de toekomst vergroten. Juist ook die leerlingen die meer praktisch geschoold zijn zoals leerlingen van het Zone.College. Want het is juist deze groep die na de schoolloopbaan in de grensregio een baan zoekt waarbij kennis van de Duitse taal en cultuur de kansen vergroot. Om die reden streeft de Duitslandagenda via het leren en kennen van elkaars taal en cultuur naar een duurzame plek van de Duitse taal en cultuur in het curriculum van het onderwijs. Voor een betere beheersing van de taal en een duurzame plek in het curriculum van het onderwijs investeren we met Pabo/Saxion in nascholing van docenten, onderwijs aan studenten en uitwisselingen van leerlingen en docenten. De gemeentelijke middelen zetten we in als cofinanciering voor Euregionale, Provinciale, ministeriele (OC&W) en Europese subsidies, waardoor met een geringe gemeentelijke investering een aanzienlijk budget beschikbaar is. Steeds minder scholieren in Nederland en ook langs de grens, hebben Duits in hun vakkenpakket. Vaak bieden scholen voor voortgezet onderwijs (VO) of MBO Duits pas aan in het tweede jaar. In het basisonderwijs (PO, primair onderwijs) wordt bijna nergens Duits aangeboden. Aan de andere kant van de grens is dit anders. Daar is Nederlands opgenomen als keuzevak of als verplicht vak op het VO en in het beroepsonderwijs. Het is belangrijk dat aan beide zijden van de grens veel meer aandacht komt voor het leren van elkaars taal en cultuur.

In 2027 spreken alle Nederlandse en Duitse jongeren in de Euregio elkaars taal, kennen zij elkaars cultuur en hebben bedrijven inzicht in wat jongeren in de Euregio kennen en kunnen als zij van school komen.

Doelen

Goede kennis van de Duitse taal bij jongeren.

Meer kennis en begrip van de Duitse cultuur.

Meer grensoverschrijdende uitwisseling van docenten en leerlingen.

Een goed beeld bij werkgevers in de grensregio van de benodigde kwaliteiten van werknemers zodat het

Euregionaal onderwijs hierop beter kan aansluiten.

Meer gezamenlijke onderwijsprogramma’s vanaf het

Primair Onderwijs tot en met het Hoger Onderwijs.

‘Wer fremde Sprachen nicht kennt, weiß nichts von seiner eigenen.’

Goethe

1. In 2027 hebben alle jongeren goede kennis van de Duitse taal.

De jeugd heeft de toekomst. Voor een goede samenwerking zijn veel eigenschappen en kwaliteiten nodig. Het spreken en begrijpen van elkaars taal en cultuur is het allerbelangrijkst. Op lange termijn willen we dat Duits een belangrijk vak wordt binnen het onderwijs in de Euregio. Het is belangrijk om al in het basisonderwijs de buurtaal te bevorderen.

2. In 2027 is er meer kennis en begrip van de Duitse cultuur.

Het is niet alleen belangrijk om elkaars taal te leren spreken, maar ook om kennis en begrip te hebben van elkaars cultuur en gewoonten. Dat zijn voorwaarden voor contact en samenwerking. Samen met onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven willen wij ervoor zorgen dat er meer lessen Duits worden aangeboden en het tekort aan Duitse docenten wordt aangepakt. We gaan het contact tussen Nederlandse en Duitse leerlingen, studenten en docenten stimuleren. We gaan ervoor zorgen dat Nederlandse en Duitse scholen meer onderlinge uitwisselingen organiseren (tussen leraren en tussen leerlingen) in het basis en voortgezet onderwijs en dat er aan beide zijden van de grens (gezamenlijke) onderwijsprogramma’s

komen rondom buurtaal en cultuur aangeboden in afzonderlijke lessen of geïntegreerd in andere vakken. In het middelbaar en hoger beroepsonderwijs en het universitair onderwijs stimuleren we jongeren om over de grens stage te gaan lopen. Ook kijken we goed naar de vraag aan de andere kant van de grens, zodat scholen vakken aanbieden die aansluiten op de arbeidsmarkt in het buurland. We onderzoeken gezamenlijk met partners de mogelijkheden voor het oprichten van een kennis- en expertisecentrum Duitse taal en cultuur en het oprichten van een ambassadeursnetwerk om kennis te delen en bewustwording te creëren over Euregionaal onderwijs.

3. In 2027 hebben werkgevers in de grensregio een goed beeld van de benodigde kwaliteiten voor de werknemer zodat het Euregionaal

Onderwijs hierop beter kan aansluiten.

Duitse bedrijven zijn onvoldoende bekend met de vaardigheden van Nederlandse leerlingen. Het is belangrijk dat Duitse ondernemers Nederlandse leerlingen beter leren kennen. Dat kan bijvoorbeeld door Duitse ondernemers uit te nodigen op Nederlandse scholen, door Nederlandse jongeren te stimuleren open dagen van Duitse bedrijven te bezoeken, door te stimuleren dat zoveel mogelijk Nederlandse jongeren in de Euregio stage gaan lopen of opdrachten uitvoeren bij Duitse bedrijven. Het bedrijfsleven moet aangeven welke vaardigheden nodig zijn in de grensregio en bereid zijn om actief te investeren in het leggen van verbindingen met jongeren aan de andere kant van de grens. Het is belangrijk dat er sneller inzicht komt in de waarde van Nederlandse diploma’s. In sommige vakgebieden worden door de overheid of vanuit werkgeversverenigingen speciale beroepskwalificaties

This article is from: