Cloud Works 06/2018

Page 1

Alles over innovatie in ICT

Jaargang 9, nr. 6 / 2018

Technologie

Drie gebieden waar artificial intelligence geld gaat opleveren Markt

Grote kansen voor tweedehands datacenterapparatuur

Management

Bluelabel geeft inzicht in regenbestendigheid datacenters

En verder Bescherm de organisatie tegen het onvoorspelbare | Pas op met snelle adoptie in de public cloud | Helft bedrijven die gebruikmaken van IoT ziet omzet stijgen | Duurzame groei van cloud vereist open source hardware | Vier misverstanden over flow data | ‘Vloeistofkoeling staat op punt van doorbreken’ | www. cloudworks.nu In samenwerking met:


www.scos.cloud

Secure Managed File Transfer Hosted in West Europe – Middenmeer/The Netherlands. Ipswitch MOVEit Cloud is a SaaS version of MOVEit Transfer

Ipswitch MOVEit Cloud delivers the company’s industry-leading Managed File Transfer (MFT) system with all the benefits of cloud computing, including: • reliability • elasticity • and rapid deployment Hosted at a world-class data center facility (ISO/IEC 27001 ) compliant that is engineered to incorporate multiple levels of security and redundancy for optimal • reliability • availability • business continuity and it’s all managed by MOVEit experts.

In an era of high-visibility security violations, scos.cloud leads the industry in security and integrity. scos.cloud protects your most valuable asset – your data – by incorporating essential security measures for cloud services.

Start your Cloud MFTaaS now with one of our MFT experts.

Secure MFT • Secure Email • Ad Hoc Transfer • Automate File Transfer • MFTaaS

www. sc os . c l ou d


Cloud talk

Tijd voor regulering IT is voor veel mensen natuurlijk altijd al een black box geweest. Wie kent niet die opmerking van pakweg 15 jaar terug: ‘de computer doet het niet’. Wat die ‘computer’ dan precies niet voor elkaar kreeg, was veelal niet duidelijk. Applicaties kennen - uiteraard - interne logica. Die logica bepaalt wat een gebruiker met de software kan doen. In veel traditionele IT-applicaties was vaak nog redelijk goed te volgen wat er ‘van binnen’ gebeurde. Anders is het als het om moderne IT gaat - en dan met name AI en algoritmen. In oude IT konden we veel stappen in een applicatie nog volgen door de handelingen die we als gebruiker moesten doen, data die we geacht werden in te vullen en dergelijke. De uiteindelijke beslissingen op basis van deze gegevens kwamen bovendien nog vaak door of via een persoon tot stand. Dat is nu wel anders.Veel start-ups melden vol trots dat zij een algoritme hebben ontwikkeld om een bepaald probleem op te lossen. We stoppen er in zo’n geval aan de voorkant wat gegevens in en aan de achterkant komt er een beslissing uit. Maar hoe die tot stand is gekomen? Geen idee. Hetzelfde geldt natuurlijk voor machine learning en andere AI-technieken. Op deze plaats is er al vaker op gewezen dat algoritmen niet alleen technisch foutloos moeten zijn. Dat kunnen testers veelal nog wel voor elkaar krijgen. Maar klopt het algoritme inhoudelijk ook? Anders gezegd: welke aannames zitten er in de regels die het algoritme volgt om tot een resultaat te komen? Zijn die neutraal? Wordt de wet gevolgd? Overtreedt het algoritme niet bepaalde regels die ten grondslag liggen aan een certificering?

Zitten er bewuste of onbewuste vooroordelen in? En als een input tot een output leidt, is dat dan een volstrekt neutraal proces? Of zit daar bijvoorbeeld ook enigszins een - ik zou haast zeggen - eigen mening van de business analyst in? Er is rond dit thema totaal geen transparantie. Bij AI speelt dit allemaal in een nog heviger mate. Want op basis van welke dataset is het model eigenlijk getraind? En wie heeft die training gedaan? Dit zijn vragen die zeer belangrijk zijn. Want een set aan trainingsdata kan tal van bewuste of onbewuste aannames of wellicht zelfs vooroordelen bevatten. En een AI-model kan weinig anders dan simpelweg de relaties uit die set aan data halen - of die data nu neutraal zijn of niet. Als ik analyses lees, heeft het er veel van weg dat Europa in deze discussie weleens een belangrijke rol zou kunnen gaan spelen. Het is duidelijk dat AI een enorme impact gaat hebben. Als we niet oppassen, wordt dat een negatieve impact. Tenzij we - net als Europa met GDPR heeft gedaan rond privacy - een aantal piketpalen in de grond slaan: hier zijn de grenzen. Wat u persoonlijk ook van GDPR vindt, menig Amerikaan en Chinees zal blij zijn met de regels die Europa heeft opgesteld. Zijn ze perfect? Vast niet. Maar een wereld waarin het alleen nog maar draait om het verzamelen van data om daar vervolgens ongelimiteerd AI engines op los te laten, is het tegenovergestelde van perfect. Dat moeten we niet willen. Tijd dus voor regulering. Robbert Hoeffnagel, hoofdredacteur CloudWorks

Colofon In CloudWorks staat innovatie centraal. Met traditionele ICT-omgevingen is het steeds moeilijker om de business goed te ondersteunen. Innovatieve oplossingen op het gebied van bijvoorbeeld cloud computing, mobility, Big Data, software defined datacenters en open source kunnen echter helpen om de IT-omgeving ingrijpend te moderniseren en klaar te maken voor de toekomst. Uitgever Roeland Dobbelaer

Hoofdredacteur Robbert Hoeffnagel +31 (0)6 - 51 28 20 40 robbert@alibi.nl Advertentie-exploitatie Jos Raaphorst +31 (0)6 - 34 73 54 24 j.raaphorst@archermedia.nl Redactie-coördinatie Ab Muilwijk a.muilwijk@vakbladen.com

Vormgeving Content Innovators, Den Haag Abonnementen abonnementen@vakbladen.com +31 (0)88 -22 666 80 Druk Veldhuis Media B.V., Raalte Kennnispartners BTG, Cloud Community Europe, DHPA, IT Room Infra, FHI, Green IT Amsterdam, ISPConnect

CloudWorks – nr. 6 / 2018

3


inhoud

08 12

4

Grote kansen voor tweedehands datacenterapparatuur Kunnen we een betrouwbare datacenterinfrastructuur creëren als we niet alleen hagelnieuwe apparatuur gebruiken maar ook tweedehands systemen en componenten? Jaak Vlasveld, directeur van Green IT Amsterdam en trekker van het onderzoeksproject ‘ReStructure’, denkt van wel. Maar dan moeten we wel zorgen dat we goed begrijpen hoe een markt voor gebruikte datacenter-apparatuur werkt.

Disaster Recovery 2.0: bescherm de organisatie tegen het onvoorspelbare Onvoorspelbaarheid hoort bij het leven. Een overstroming, storm, aardbeving of andere natuurramp kan het openbare en het zakenleven volledig tot stilstand brengen. Veel bedrijven denken dat het hen niet zal overkomen. Zij zijn verzekerd tegen eventuele schade en denken dat ze het daarmee goed hebben geregeld. Een verzekering dekt inderdaad eventuele directe schade, maar dat is nog geen oplossing voor een dringender probleem: langdurige downtime waardoor er geen IT-diensten mogelijk zijn en de totale bedrijfsvoering dus flink wordt aangetast.

Alles over innovatie in ICT


18

Siemon helpt SURFsara naar de toekomst SURFsara heeft ter ondersteuning van de nieuwe en krachtige computerinfrastructuur in haar nieuwe datacenter in de Amsterdam Data Tower gekozen voor de bekabelingsoplossingen van Siemon.

22

Drie gebieden waar artificial intelligence geld gaat opleveren Bent u een optimist of pessimist als het gaat om Artificial Intelligence (AI)? Bas de Vos, Director van IFS Labs - de denktank van leverancier van enterprisesoftware IFS - pleit voor een praktischer beeld van AI. Volgens hem zorgen afwijkende percepties er namelijk voor dat we de mogelijkheden van de technologie niet meer zien. Menselijke augmentatie en automatisering van besluitvorming, voorspellend onderhoud en service op basis van AI en door AI ondersteunde systeem­ interacties zijn echter drie gebieden waar AI nu al een verschil kan maken. De sleutel tot succes ligt volgens de auteur van dit artikel in het combineren van de sterke punten van AI met het menselijk brein.

En verder 6

Blog ISPConnect

7

Cloud Research

14

Voorkom vendor lock-in met een multicloudstrategie

16

Is uw datacenter al ‘Capture Ready’?

21

Pas op met snelle adoptie in de public cloud

25

Helft bedrijven die gebruikmaken van IoT ziet omzet stijgen

26

Bluelabel geeft inzicht in regenbestendigheid datacenters

28

Duurzame groei van cloud vereist open source hardware

30

Vier misverstanden over flow data

34

Interoperabiliteit cruciaal voor smart communities

36

‘Vloeistofkoeling staat op punt van doorbreken’

38

‘Dankzij onze stategische partners kunnen wij klanten geïntegeerde totaaloplossingen leveren’

40

WatchGuard lanceert Trusted Wireless Environment

41

P&V Group transformeert verzekeringsprocessen

42

Blog BTG

www.cloudworks.nu CloudWorks – nr. 6 / 2018

5


Cloud Research

De menselijke maat in digitale transformatie

Het gaat goed met de economie. En het gaat nog beter met de IT-sector. Nu digitale transformatie op de agenda bij het bestuur staat, wordt volop geïnvesteerd in nieuwe oplossingen. Ook worden nu meer dan ooit legacy-problemen aangepakt. Dat zien we ook terug in de werkloosheidscijfers onder IT’ers. Deze zijn de laatste jaren stevig gedaald. Maar daar is ook iets vreemds aan de hand. De vraag naar IT’ers is ongekend hoog, maar de werkloosheid daalt niet verder en de lonen stijgen gemiddeld nauwelijks. De lonen van starters zijn wel gestegen in de afgelopen jaren in een poging om nieuwe medewerkers binnen te halen, maar vervolgens is de ruimte voor groei op de loon­strook beperkt. Het lijkt het onderwijs wel. Ook daar is het startsalaris best leuk, maar zijn de doorgroeimogelijkheden zo beperkt dat het gemeden wordt door iedereen die ooit een hypotheek hoopt te kunnen afsluiten. In de IT kan je dan nog voor jezelf beginnen als je je salaris verder wil laten groeien. Fijn voor je salaris, maar doordat de inhuur van een ZZP’er meestal veel goedkoper is dan de inhuur van een IT’er van een dienstverlener, zet dat ook weer druk op de salarissen van de achterblijvende loonslaven. Of dat terecht is, is de vraag. IT-bedrijven kampen ondanks het groeiende ZZP-leger nog altijd met grote tekorten. En dat proberen ze, naast de inhuur van ZZP’ers, voor een deel weer op te lossen met nearshore of offshore inhuur. Het wordt nog wel eens vergeten dat de eerste bedrijven twintig jaar geleden met offshoring begonnen om toegang te krijgen tot vaardigheden die hier schaars waren geworden. Het hele kostenverhaal is er later bijgekomen. Het gevolg is wel dat de internationale arbeidsmarkt mede de salarissen onder druk houdt. Wat voor perspectief heb je eigenlijk als informaticus vandaag de dag, als je nou net niet zo goed in de hippe kant van IT zit? Je moet keihard werken om bij te blijven (levenslang leren klinkt echt niet voor iedereen even leuk), je moet qua salaris zien te concurreren met offshore informatici en ZZP’ers en je moet vooral niet zonder werk komen te zitten als je de veertig gepasseerd bent. In ieder geval valt er weer wat meer te kiezen.

6

Alles over innovatie in ICT

Veel IT’ers die jaren voor een detacheerder hebben gewerkt, kiezen voor een overstap naar een van die sectoren waar digitale transformatie serieus wordt genomen. Zoals in finance. Of bij een tech start-up. Intussen klaagt de IT-sector steen en been over de beperkte uitstroom uit het onderwijs. Kinderen op de basisschool zouden standaard onderwezen moeten worden in coderen. Er moeten meer docenten komen om informatici op te leiden. Er wordt flink met de vinger naar de overheid gewezen. Natuurlijk, dat is niet geheel ten onrechte. De IT-ambities die de overheid in de afgelopen maanden heeft vastgelegd, wijkt niet wezenlijk af van de ambities zoals ze pakweg twintig jaar geleden werden vast­gelegd. Misschien kunt u zich de semantische discussie nog herinneren: is ICT de motor van innovatie of moeten we ICT zien als een innovatie-as? Het is tijd voor de IT-sector om de hand in eigen boezem te steken. Wordt het niet tijd om bijvoorbeeld het piramide-model los te laten? Een IT’er is op zijn veertigste immers nog niet eens op de helft van zijn werkzame leven. En het aantal jonge instromers kan alleen gehaald worden, als actief in bijvoorbeeld Oost-Europa wordt geworven. Maar als we als Nederland een sterke rol willen blijven spelen in een digitale wereld, zullen we vooral ook Nederlandse studenten moeten interesseren. Dat gaat alleen als IT in de breedte weer een aantrekkelijk carrière­ perspectief gaat bieden. Dat betekent een betere beloning. Met ‘alleen’ spannende projecten, goede training en een hip kantoor red je het uiteindelijk niet. Maar dat betekent ook dat afnemers, die inzetten op digitale transformatie, bereid moeten zijn om voor kwaliteit te betalen. En dus niet voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. Als we digitale transformatie willen laten slagen, zullen we beter voor onze IT’ers moeten zorgen. Iets minder spreadsheets met HR-modellen, iets meer de menselijke maat. Peter Vermeulen is Directeur bij Pb7 Research


Blog ISPConnect

We worden een gereguleerde sector

Het zal niet iedereen opgevallen zijn, maar onze sector heeft een slechte zomer gehad. We groeien nog steeds hoor, en de zaken gaan goed, maar vanuit Brussel komt het ene hoofdpijndossier na het andere op ons af. De nieuwe Copyright-directive, die gaat vragen om uploadfiltering. Hoe moet dat worden geïmplementeerd? En wat wordt de rol van hosters in dit proces? En wat betekent deze ontwikke­ ling voor ons zelfregulerend Notice-and-Takedown proces? Dit gaat nog een hele lastige worden de komende maanden.

{

‘We gaan te maken krijgen met steeds strakkere richtlijnen, die bepalen wat we wel en niet mogen doen en hoe we het mogen doen’

Dan E-evidence. Een voorstel dat het mogelijk maakt aan opsporingsinstanties uit de hele EU om zonder tussenkomst van de landelijke (Nederlandse) autoriteiten data op te vragen en zelfs taps te plaatsen bij service providers van een ander land. Natuurlijk is iedereen het erover eens dat het huidige proces waarmee het tot 10 maanden kan duren voordat de politie van het ene land data krijgt dat in een ander land is opgeslagen verbeterd moet worden. Maar men gaat er wel heel gemakkelijk vanuit dat alle EU-landen dezelfde soort wetgeving hebben en allemaal even respectvol omgaan met de rechten van burgers. Dat is niet het geval. Een Nederlands bedrijf gaat straks een bevel krijgen om data te overhandigen aan, bijvoorbeeld, de Hongaarse autoriteiten, zonder enige garantie dat het misdrijf dat onderzocht wordt ook in Nederland strafbaar is (belediging van de Hongaarse president?). Wij hebben daar moeite mee. Maar het is verre van duidelijk of het ons nog lukt om een paar basisgaranties in de wetgeving te krijgen voordat deze aangenomen wordt.

Nog een? De cybersecurity-wetgeving die het Nederlandse parlement dit najaar moet goedkeuren, ook een rubber-stamp van een Brussels besluit. Onder de termen van deze wet krijgt een hoster straks welgeteld EEN uur om bepaalde content te verwijderen, op straffe van forse boetes. Hoe moet een kleine hoster hier in hemelsnaam aan voldoen? Niemand die het weet. Wordt ook niet over nagedacht. Dit zijn een paar voorbeelden. Er komt meer aan. De grote lijn van wat er gebeurt, is dat we in een overgangs­ periode zitten. We waren lang een hele vrije, zelfregulerende industrie, waar weinig toezicht op was en die zelf de meeste dossiers wist aan te pakken. Niet altijd even succesvol, en sommige dossiers waren hardnekkig, maar in de grote lijnen is het ons gelukt om een sterke hostingindustrie op te bouwen die haar verantwoordelijkheden neemt en een positieve bijdrage aan de samenleving levert. De EU ziet dit anders. We gaan een gereguleerde industrie worden, vergelijkbaar met de telecomsector. We gaan te maken krijgen met steeds strakkere richtlijnen, die bepalen wat we wel en niet mogen doen en hoe we het mogen doen. En er is niet heel veel dat we hieraan kunnen veranderen. Onze eigen lobbyactiviteiten richten zich voornamelijk op Den Haag. Daar hebben we goede contacten met ministeries en kamerleden. Het probleem is dat we eigenlijk al te laat zijn als een voorstel in Den Haag aankomt. De besluiten worden in Brussel genomen. Willen we invloed hebben op wat er besloten wordt, moeten we een stap eerder aanwezig zijn. We hebben met bijvoorbeeld CISPE, de Europese vereniging, wel wat toegang daar, maar een echte lobby in Brussel kost gewoon heel veel geld. Zijn wij bereid om net als andere, meer volwassen sectoren, in de buidel te tasten om een sterke lobby in Brussel op te zetten? Dat is de discussie die we de komende maanden zullen moeten voeren. Als we het niet doen zullen we vrees ik de komende jaren vaker slecht nieuws vanuit de Europese hoofdstad krijgen. Simon Besteman is directeur van ISPConnect

CloudWorks – nr. 6 / 2018

7


Markt ReStructure-onderzoeksproject brengt mogelijkheden in kaart

Grote kansen voor tweedehands datacenterapparatuur Kunnen we een betrouwbare datacenterinfrastructuur creëren als we niet alleen hagelnieuwe apparatuur gebruiken maar ook tweedehands systemen en componenten? Jaak Vlasveld, directeur van Green IT Amsterdam en trekker van het onderzoeksproject ‘ReStructure’, denkt van wel. Maar dan moeten we wel zorgen dat we goed begrijpen hoe een markt voor gebruikte datacenter-apparatuur werkt. Het zij u vergeven als u nog nooit serieus nagedacht heeft over tweedehands apparatuur voor uw datacenter. En mocht u dit al eens overwogen hebben, dan is de kans groot dat u dit idee weer snel terzijde hebt gelegd. Het valt immers niet mee om de weg te vinden in de markt voor gebruikte systemen en installatie. Het ontbreekt aan transparantie (wie levert wat?), hoe zit het nu precies met service en onderhoud, hoe kunnen we op verantwoorde wijze vaststellen in welke conditie een tweedehands apparaat zich bevindt en - zeker als er software bij betrokken is - hoe zit het eigenlijk met licenties en gebruiksrechten?

een nieuw product aanschaffen als zij - bijvoorbeeld - in huis gaan klussen. In veel gevallen blijkt een tweedehands product net zo goed als een nieuw aangeschaft apparaat. Wie kijkt naar de kosten en baten zou met een tweedehands product zelfs wel eens veel beter uit kunnen zijn.”

Segmenteren Cruciaal - ook voor de consument - is natuurlijk dat het aangeschafte tweedehands product in goede staat is. Een gebruikte boormachine kunnen we nog wel even testen voordat we deze kopen. Maar een chiller? Of een stroomverdeler? Netwerkkabels? Dan wordt het vaak lastiger. Daar komt nog bij dat de term ‘tweedehands’ wel erg algemeen is, meent Vlasveld. “Sommige gebruikte producten kunnen - zoals die boormachine - door de nieuwe eigenaar direct weer in gebruik worden genomen. Maar in andere gevallen is meer nodig, een revisie bijvoorbeeld. Daarom hebben we in het ReStructureonderzoek een analyse van de markt voor gebruikte datacenterapparatuur gemaakt en deze in een aantal segmenten ingedeeld.”

Doorzettingsvermogen Dit is zeker geen uitputtend lijstje met vragen, maar het geeft een aardige indruk van het doorzettingsvermogen dat een datacenter manager moet hebben om daadwerkelijk gebruikte producten of apparaten aan te schaffen. “Dat is zonde”, meent Jaak Vlasveld. Hij is directeur van de stichting Green IT Amsterdam en vanuit die functie nauw betrokken bij het onderzoeksproject ReStructure. Andere deelnemers aan dit onderzoeksproject zijn SURFsara, Sims Recycling Solutions en Aliter Networks. Wie het verslag van dit inmiddels afgeronde researchproject leest, zal onmiddellijk het motto van dit onderzoek zien: ‘Towards a truly Circular Model for Data Center Equipment’. Daar slaat die typering ‘zonde’ van Vlasveld ook op: eenmaal niet meer in gebruik wordt veel apparatuur in een datacenter simpelweg afgevoerd. Soms naar een recyclingbedrijf, maar veelal simpelweg richting afval. “Zonder dat we eigenlijk onderzoeken of deze apparatuur een tweede leven zou kunnen gebruiken”, constateert Vlasveld. “Dat is opmerkelijk. De onstuimige groei die websites als Marktplaats en Peerby doormaken, geeft wel aan dat steeds meer consumenten niet per se

8

Alles over innovatie in ICT

Vier soorten hergebruik Deze verdeling is te zien in de figuur op pagina 10. “We maken onderscheid in vier soorten hergebruik: reuse, refurbish, remanufacture en recycle. Afhankelijk van de vraag in welke groep een tweedehands product zich bevindt, zien wij kansen. Soms moet het apparaat alleen gecheckt worden op compleetheid, in andere gevallen is een kleine reparatie nodig. In weer andere gevallen dient het product gerefurbished te worden voordat het weer door een nieuwe eigenaar in gebruik kan worden genomen.”

{

‘Het ontbreekt vaak nog aan kennis om lifecyclekosten te berekenen’


CloudWorks – nr. 6 / 2018

9


Markt

Allereerst de groep ‘reuse’. Denk hierbij aan IT-hardware, racks en kabinetten, kabels en dergelijke. “Hier volstaat veelal een controle op compleetheid en op functioneren. Bij IT-hardware komt wellicht nog een extra stap kijken, aangezien zich op servers en op storageapparaten natuurlijk software of data kan bevinden. Er zal een check moeten plaatsvinden of deze geheel verwijderd zijn. Of dat het apparaat inclusief software mag worden verkocht.”

Garanties Hoe zit dit - zeg maar - logistiek in elkaar? De producten zullen verzameld en opgehaald moeten worden.Vervolgens dient de genoemde controle op compleetheid en functioneren te worden gedaan. Complete en naar behoren functionerende producten kunnen direct door richting een nieuwe gebruiker. Is een mankement vastgesteld of ontbreekt een onderdeel, dan zal dit eerst gerepareerd en compleet gemaakt dienen te worden. Een vraag hierbij is natuurlijk wel: wie garandeert dat het product compleet is en goed functioneert? In de groep ‘refurbished’ komen we in principe dezelfde productgroepen als bij reuse tegen. Alleen gaat het nu om producten en apparaten die - voordat ze weer gebruikt kunnen worden - eerst gereviseerd moeten worden. Met andere woorden: de systemen dienen gedemonteerd te worden, gecontroleerd en bijvoorbeeld schoongemaakt, waarna alles weer kan worden gemonteerd. Hierna kan het product of apparaat worden overgedragen aan een nieuwe eigenaar.

Stap verder De groep ‘remanufacture’ gaat nog een stap verder. We zien hier als

10

Alles over innovatie in ICT

nieuwe productgroep ook IT-componenten staan. In deze groep gaat het om producten en apparaten die gedemonteerd worden, waarna de diverse componenten - na controle op functioneren en dergelijke - weer als basis dienen voor een nieuw apparaat.Vaak zal het dus gaan om geheel nieuwe apparaten en niet zozeer om het opnieuw samenstellen van het oorspronkelijke systeem. Tenslotte ‘recycling’. Gaat het in de vorige groep om het tot een aantal componenten of onderdelen terugbrengen van een apparat, bij recycling gaan we nog een stap verder. In deze groep wordt vooral gekeken naar het terugwinnen van materialen en grondstoffen.

Track & trace “De tweedehandsmarkt is tot nu toe verre van transparant”, zegt Vlasveld. “Daarmee bedoel ik dat er voor zowel partijen die apparatuur willen aanbieden als datacenters die gebruikte apparaten zouden willen afnemen weinig duidelijkheid bestaat. Als ik gebruikte apparatuur wil verkopen, hoe doe ik dat dan? Of als ik ‘2nd user equipment’ wil aanschaffen waar kan ik dat dan doen? Wie controleert de apparatuur op compleetheid en correct functioneren? Hoe zit het met service en support?” In het ReStructure-project is hiervoor een model ontwikkeld. Centrale rol in dit model is weggelegd voor een track & tracesysteem. Hiermee kunnen producten en de componenten waaruit deze zijn opgebouwd worden gevolgd. “Het is de bedoeling dat dit gebeurt gedurende alle stadia waaruit de levenscyclus van het product of apparaat bestaat. Met dit track & trace-systeem kan worden vastgelegd en gecommuniceerd in welke mate de producten en hun componenten worden hergebruikt.”


Ladder

{

“Binnen de ICT- en datacentersector wordt traditioneel echter weinig informatie gedeeld. Dat begrijp ik wellicht nog wel vanuit concurrentieoogpunt, maar wie hergebruik van elektronische apparatuur nastreeft kijkt daar natuurlijk anders naar. Bovendien speelt hier mee dat leveranciers vaak grote aantallen verschillende modellen leveren, waarbij deze modellen elkaar ook nog eens heel snel opvolgen. Daarnaast constateer ik dat de expertise en de data die nodig is voor het calculeren van de lifecycle-impact nog niet erg ontwikkeld is.”

Dat maakt het lastig dit soort info in een model op te nemen. “Maar er is wel een alternatief. Dat is de zogeheten ‘ladder van circulariteit’. Daarmee zetten we als het ware inspanning en opbrengst om tot hergebruik en circulariteit te komen tegen elkaar af. Dat gebeurt aan de hand van negen begrippen die alle beginnen met de letter ‘R’:

“Ook is een business model ontwikkeld dat als basis voor deze keten kan dienen. Dat biedt een fundament voor een verdienmodel. Want iedere onderneming die in deze keten deelneemt wil graag aan circulariteit werken, maar wil natuurlijk ook simpelweg geld verdienen.”

• • • • • • • • • •

Refuse Reduce Redesign Reuse Repair Refurbish Remanufacture Re-purpose Recycle Recover (met name energie)

Hoe hoger de trede van de ladder (gemeten vanaf de onderste trede ofwel Recover) hoe beter het hergebruik van grondstoffen is, legt Vlasveld uit. “Een datacenter manager kan aan de hand van deze ladder dus bepalen hoe de balans is tussen de inspanning die hij moet leveren en de (circulaire) opbrengst die daarmee wordt gerealiseerd. Naarmate we meer ervaring en kennis opdoen en er meer consensus ontstaat over de manier waarop lifecycle-kosten berekend dienen te worden, kunnen we in de toekomst binnen het track & trace-systeem veel nauwkeuriger berekeningen maken over de vraag wat de impact van hergebruik zal zijn.”

Resultaten Het ReStructure-project is zonder twijfel ambitieus te noemen. Het creëren van de keten van partijen om hergebruik van datacenterapparatuur op grotere schaal mogelijk te maken is niet eenvoudig. “Toch hebben we een aantal interessante resultaten bereikt”, stelt Vlasveld. Allereerst heeft een groep van bedrijven en organisaties aan het onderzoek deelgenomen. “Samen vullen zij een groot deel van de benodigde keten in. Bovendien is er nu duidelijk sprake van onderling vertrouwen. We hebben ook goed in beeld welke rollen er in deze keten vervuld dienen te worden, welke verantwoordelijkheden daarmee gemoeid zijn en welke activiteiten daarbij behoren.”

‘Centrale rol in dit ReStructure-model is weggelegd voor een track & trace-systeem’

Heel belangrijk is verder dat ook de specificaties voor het genoemde track & trage-systeem zijn vastgesteld. Daarbij is ook duidelijk welke product- en componentcategorieën via dit systeem gevolgd dienen te worden.

Roadmap Het blijft bij ReStructure echter niet alleen bij het opzetten van een model. De roadmap van het project voorziet tevens in een pilotproject, waarbij een eerste afnemer van tweedehands apparatuur wordt samengebracht met een leverancier van overtollig geworden datacenterapparatuur. De zogeheten ‘launching customer’ wordt binnenkort bekend, de partij die overtallige DC-apparatuur zal aandragen is SURFsara. “Daarbij gaan we ook daadwerkelijk gebruikmaken van het track & trace-systeem. De database die hiervoor nodig is, wordt momenteel ingericht. Zodra de pilot start, zullen we - in eerste instantie uiteraard op kleine schaal - producten en componenten identificeren en via het systeem volgen.” Doel van deze pilot is uiteraard om kennis en ervaring op te doen. Want daar ontbreekt het momenteel nog duidelijk aan, meent Vlasveld. “Er is nog veel bewustwording nodig. Tegelijkertijd ontbreekt het aan kennis om lifecycle-kosten te berekenen. We moeten dus nog veel met aannames werken. Wij zijn er echter van overtuigd dat er grote kansen liggen als we gebruikte datacenterapparatuur een tweede leven kunnen geven. Er zijn heel veel applicaties en services die helemaal niet ‘the latest and greatest’ hardware nodig hebben. Die kunnen prima en tot in lengte van jaren functioneren op basis van apparatuur die wellicht al een paar jaar oud is. Apparaten en systemen selecteren die wat betreft capaciteit en bijvoorbeeld snelheid optimaal passen bij een applicatie of een service, levert interessante kostenbesparingen op. En voorkomt dat veel apparatuur onnodig richting de vuilnisbelt verdwijnt. Dat scheelt kosten en is pure winst als we kijken naar de impact van datacenters en ICT op milieu en leefomgeving.” Robbert Hoeffnagel is hoofdredacteur van CloudWorks CloudWorks – nr. 6 / 2018

11


Strategie Hoewel niet nieuw, staat DRaaS weer volop in de belangstelling

Disaster Recovery 2.0: bescherm de organisatie tegen het onvoorspelbare Onvoorspelbaarheid hoort bij het leven. Een overstroming, storm, aardbeving of andere natuurramp kan het openbare en het zakenleven volledig tot stilstand brengen. Veel bedrijven denken dat het hen niet zal overkomen. Zij zijn verzekerd tegen eventuele schade en denken dat ze het daarmee goed hebben geregeld. Een verzekering dekt inderdaad eventuele directe schade, maar dat is nog geen oplossing voor een dringender probleem: langdurige downtime waardoor er geen IT-diensten mogelijk zijn en de totale bedrijfsvoering dus flink wordt aangetast.

Ongeacht de oorzaak - een natuurramp, een technisch probleem of een menselijke fout - uitval van de IT-omgeving heeft

12

Alles over innovatie in ICT

ingrijpende gevolgen. Maar de vermeende kosten en complexiteit van disaster recovery-plannen weerhouden bedrijven

ervan er concreet mee aan de slag te gaan. Daardoor zijn veel organisaties afhankelijk van gedateerde of niet-geteste processen of - erger nog - hebben ze geen enkel herstelplan. Wie wel een plan had, hanteert de oude ‘zestien kilometer’-regel die zegt dat twee back-ups ten minste zestien kilometer van elkaar vandaan opgeslagen moeten worden. Maar nu natuurrampen hele steden of zelfs hele regio’s treffen, hebben dit soort regels weinig betekenis meer. Bedrijven moeten nu vertrouwen op de cloud en Disaster


Recovery as a Service (DRaaS) om er zeker van te zijn dat hun applicaties en data goed beschermd zijn.

DRaaS zijn bedrijfskritische applicaties nagenoeg direct na een incident weer in de lucht te brengen.

organisatie gerust zijn dat ze en een goede strategie volgt en voldoet aan wet- en regelgeving.

Uitval kost geld

Net als andere ‘as a Service’-modellen biedt DRaaS belangrijke voordelen voor ieder type bedrijf. Door de lagere kosten kunnen ook kleinere bedrijven ervan profiteren. Daarnaast zorgt de enorme schaalbaarheid ervoor dat grote bedrijven gemakkelijk capaciteit kunnen afnemen en groei eenvoudig kunnen opvangen.

Disaster recovery 2.0

De gevolgen van een uitval van de IT-omgeving kunnen zeer uiteenlopend zijn. Enerzijds is er uiteraard verlies van arbeidsproductiviteit.Volgens Gartner verliest een organisatie gemiddeld 5.600 dollar voor iedere minuut aan downtime. Naast de interne arbeidsproductiviteit is er de druk op bedrijven om ‘always on’-service te bieden aan klanten. In april 2018 had de Britse bank TSB te maken met een grootschalige en langdurige storing waardoor klanten wekenlang niet konden bankieren via de app of internet. Duizenden klanten maakten meldingen van boetes op betalingen of misbruik van hun bank­ rekening. Dat leidde tot acht keer meer klanten die de bank de rug toekeerden. De situatie leidde tot een halfjaarverlies van 176,4 miljoen pond. Ongeplande uitval kan ieder bedrijf op ieder willekeurig moment overkomen. IT-teams moeten daarom een plan ontwikkelen dat voorziet in continue beschikbaarheid van data en een zo laag mogelijke impact van een incident op de totale bedrijfsvoering. Disaster recovery is niet langer ‘nice to have’ of een signaal van overbodige bezorgdheid, maar een harde zakelijke eis.

Verder profiteert ieder type bedrijf van het feit dat beheerders geen kostbare tijd meer kwijt zijn aan eenvoudige back-ups. DRaaS wordt dan ook steeds populairder en groeit naar verwachting jaar op jaar met 25 procent.

Implementeren van DRaaS Om te komen tot de juiste strategie en de juiste rol van DRaaS, moet een organisatie disaster recovery in de context plaatsen van de totale bedrijfsstrategie. Het beste startpunt is het uitvoeren van een business impact assessment.

Wat vaak vergeten wordt, is dat het hebben van een disaster recovery-plan alleen niet genoeg is. Het is ook nodig om de kwaliteit van back-ups regelmatig te testen en ervoor te zorgen dat gegevens goed te herstellen zijn. Een organisatie moet er zeker van zijn dat het plan in de praktijk doet wat ervan verwacht wordt. Het laatste wat u wilt, is erachter komen dat een plan niet helemaal compleet is of - erger - dat niet alle workloads te herstellen zijn. Het is nu belangrijker dan ooit om werk te maken van disaster recovery. Uitval van IT kan iedereen overkomen. IDC schat dat 80 procent van de bedrijven die geen plan hebben, in zwaar weer komen als het misgaat met hun IT. In het ergste geval is herstel helemaal geen optie. Daarom is een stevig plan voor disaster recovery een absolute vereiste voor iedere organisatie.

Het is onder meer belangrijk te bepalen welke applicaties en bedrijfsprocessen het meest kritisch zijn voor de business. Probeer vast te stellen wat de maximale downtime is voor ieder van die processen.Van daaruit is het mogelijk om in kaart te brengen wat de ideale recovery-doelen zijn voor iedere applicatie en ieder proces.

Veiligheid in de cloud(s) Disaster recovery is veelal gericht geweest op off-site servers of tapes, afhankelijk van de vraag hoe ver we teruggaan in de tijd. Tegenwoordig biedt de cloud echter een uitstekend alternatief voor deze traditionele middelen. Dat kan door een dienst af te nemen op basis van Disaster Recovery as a Service (DRaaS) of door zelf back-ups in de cloud te plaatsen. Het voordeel van de cloud is, dat een organisatie bij een uitval geen on-premise server hoeft te herstellen en dat IT-teams niet per se naar de recoverylocatie moeten afreizen. DRaaS is een waardevol cloudmodel. Het concept voorziet in complete disaster recovery door de fysieke of virtuele servers van een organisatie te repliceren. Dankzij

Het is in dit verband raadzaam om enkele hypothetische scenario’s te doorlopen. Hoeveel dataverlies kunt u aan? Hoe snel moet u weer up en running zijn? Wat kost downtime u in termen van output? Dit type vragen helpt bij het bepalen van de Recovery Time Objectives (RTO’s); de hersteltijddoelstellingen. Ook compliance is een belangrijke overweging bij het bouwen aan een disaster recovery-strategie. Nu de AVG- en de NIS-richtlijn in werking zijn getreden, moet een organisatie precies weten waar gegevens heengaan als deze gedeeld worden. Iedere betrouwbare serviceprovider heeft dit nu geregeld voor de regio waar hij actief is. Door het juiste platform te kiezen, kan een

Ronald Ooms,Vice President North East EMEA bij Veeam Software CloudWorks – nr. 6 / 2018

13


Markt Kijk verder dan enkel de grote drie aanbieders

Voorkom vendor lock-in met een multi-cloudstrategie

Bedrijven die bezig zijn met de ontwikkeling van een cloud platform-strategie bekijken vaak hoogstens drie platforms: Amazon Web Services, Microsoft Azure en Google Cloud. Zij bieden nu eenmaal de hyperscale infrastructuur en de efficiĂŤntie waar kleinere partijen niet mee kunnen concurreren. De vraag is of dat slim is.

14

Alles over innovatie in ICT


Wanneer in een markt een dergelijke consolidatie optreedt, worden klanten nerveus. Immers, als er zo weinig te kiezen valt, is het logisch dat er zorgen ontstaan over het verlies van de controle over bedrijfskritische data en de infrastructuur. Daarnaast leggen bedrijven de beveiliging en uptime in handen van één partij en verslechteren ze bovendien hun positie in contractonder­ handelingen. Afhankelijkheid van één provider kan een directie zenuwachtig maken.Vooral als het gaat om essentiële bedrijfs­ onderdelen. We hebben het eerder gezien met IT-dienstverleners, bijvoorbeeld in de publieke sector. Daar werden contracten afgesloten van meer dan tien jaar met grote bedrijven en opgeblazen budgetten die uiteindelijk niet kunnen leveren wat is beloofd. Als deze bedrijven vervolgens failliet gaan, laten ze onafgeronde projecten achter en zitten klanten met systemen die niet aansluiten bij de rest van de infrastructuur. Bedrijven zitten hierdoor in een spagaat: enerzijds willen ze profiteren van de voordelen van de cloud, zoals snelheid, eenvoud, flexibiliteit en lage kosten, maar anderzijds willen ze niet het risico lopen dat al hun data vastzit in de cloud van een provider. De angst voor een vendor lock-in moet echter de voordelen van de cloud niet overschaduwen. De opties zijn inderdaad beperkt bij het kiezen van een cloudleverancier, maar dat neemt niet weg dat er nog steeds belangrijke keuzes kunnen worden gemaakt. Een goed uitgedachte multi-cloudstrategie kan bedrijven de gemoedsrust en de vereiste infrastructuur bieden.

{

‘Elk van de drie grote cloud-leveranciers heeft zo zijn pluspunten’

belangrijkste cloud en verplaats data alleen als dat nodig is. Als migratie noodzakelijk wordt, zorg er dan voor dat het dataintegratiesysteem geschikt is voor een multi-cloudstrategie. Complexiteit is haast onvermijdbaar; de cloud heeft al veel controle bij IT-afdelingen weggenomen. Wat betreft de software is het een soort Wilde Westen: elke afdeling kan naar eigen inzicht en behoefte applicaties installeren, en de multi-cloud zal dit alleen maar complexer maken. Een van de voordelen van de cloud is wel dat afdelingen voorzien kunnen worden van applicaties zonder de rompslomp vanuit de IT-afdeling. Teams doen er goed aan systemen en processen te gebruiken die ervoor zorgen dat de beveiliging en prestaties optimaal blijven. Daarom wordt aangeraden te starten met het ontwikkelen van een testomgeving waarin applicaties worden getest onder toeziend oog van de IT-afdeling.

Cloud-recept Obstakels multi-cloud Cloudleveranciers zitten er uiteraard niet op te wachten dat de klant meerdere clouds gaat gebruiken. Zij willen dat het bedrijf in hun ecosysteem blijft en gebruikmaakt van hun applicaties. Ondanks dat bij deze cloudleveranciers de klant centraal staat, is het voor hen vanuit zakelijk oogpunt niet logisch om het gebruik van meerdere clouds makkelijk te maken. Het is lastig om van leverancier te wisselen, omdat een lock-in van bedrijven een van de belangrijkste tactieken van de leverancier is. Dit kleine obstakel moet een multi-cloudstrategie echter niet in de weg staan, zeker niet als goed is nagedacht over mogelijke obstakels. Een van de eerste obstakels is de overdraagbaarheid van data. Zijn de verschillende cloudomgevingen compatibel? Wanneer applicaties verdeeld zijn over meerdere clouds, zit de data dan vast binnen die specifieke platforms? Wat kost het om data te verplaatsen tussen omgevingen? Wordt de multi-cloud niet te complex? Als het gaat om overdraagbaarheid is het gebruik van containers een mogelijk­ heid. Containers maken gebruik van gedeelde besturingssystemen en zijn ontworpen met zelfvoorziening en overdraagbaarheid in gedachten, ook binnen omgevingen die anders niet compatibel zouden zijn.

Beste keuze Bij de keuze voor de beste plek om data te verwerken moet rekening worden gehouden met data gravity.Verwerk data dicht bij de plek waar het is opgeslagen. Behoud een centrale plek in de

De eerste vraag die bedrijven zich moeten stellen bij een multicloud-strategie is waar welke cloud voor moet worden gebruikt. Elk van de drie grote cloud-leveranciers heeft zo zijn pluspunten. Microsoft is bijvoorbeeld sterk op het gebied van on-premise, terwijl Amazon de grootste footprint heeft. Bedrijven moeten daarom zelf experimenteren en ondervinden welke combinatie van leveranciers de beste is voor hun bedrijf. Een van de grootste voordelen van de cloud is dat ze gebruikers de ruimte geeft om te experimenteren. Testomgevingen en applicaties kunnen worden ontwikkeld zonder flinke investeringen vooraf. Hierdoor kunnen bedrijven zonder al te veel risico de juiste combinaties van clouds en applicaties vinden. Deze aanpak vereist een flexibel integratieplatform, dat speciaal gebouwd is voor cloud-omgevingen. Een multicloud-strategie geeft het beheer van data terug aan de bedrijven. Het kost wellicht enkele aanpassingen en er zal geëxperimenteerd moeten worden, maar bedrijven kunnen hiermee hun clouddiensten zo aanpassen dat ze perfect aansluiten bij de bedrijfsbehoeften en indien nodig eenvoudig aangepast kunnen worden. De cloud biedt bedrijven al meer flexibiliteit, maar het gebruik van een cloud-dienst staat haaks op de beloften van cloud-technologie. Het devies luidt dan ook: “Pas de cloud aan aan jouw behoeften, niet andersom.” Gaurav Dhillon is CEO van SnapLogic CloudWorks – nr. 6 / 2018

15


Blog

Is uw datacenter al ‘Capture Ready’? Een discussie over vijf stellingen. Dat vormde het hoogtepunt van de eerste bijeenkomst van de Green Data Center Stakeholder Group, die onlangs in Amsterdam plaatsvond. Het soms pittige debat over de mogelijkheden die het hergebruik van restwarmte biedt, leidde tot een aantal conclusies. De belangrijkste? Zorg dat uw datacenter ‘Capture Ready’ is. Die kreet viel tijdens een discussie over de vraag hoe we uit de kip-en-ei-situatie komen rond het hergebruik van de warmte. Datacenters produceren nu eenmaal veel warmte die afnemers wellicht goed kunnen gebruiken als grondstof voor hun productieproces of desnoods voor verwarming van een kantoorruimte of een kas. Maar hoe krijgen we nu dat proces van vraag en aanbod op gang? Een ding werd duidelijk tijdens de eerste bijeenkomst van de Green Data Center Stakeholder Group: het hergebruik van restwarmte staat aan de vooravond van een doorbraak. Steeds meer partijen zien de mogelijkheden van hergebruik en zijn ook bereid daar met andere ketenpartijen over in gesprek te gaan. Maar het venijn zit ‘m in de daadwerkelijke uitvoering. Want wie gaat dat warmtenet aanleggen? Hoeveel warmte kan ik als datacenter eigenlijk leveren? Kan iemand mij daarvoor een methode geven, zodat ik kan uitrekenen om hoeveel warmte het eigenlijk gaat? Moet ik 1-op-1 in gesprek met een potentiële afnemer? Of komt er in de (nabije?) toekomst een soort marktplaats voor warmte? Allemaal terechte vragen. Maar helaas nog niet allemaal even makkelijk te beantwoorden. Laten we beginnen bij het begin. En dat is wat mij betreft: breng goed in kaart over welke hoeveel­ heden warmte we het nu precies hebben. Het CATALYSTproject helpt daarbij. Wij ontwikkelen momenteel een toolkit die helpt om dit soort berekeningen te kunnen maken. We kijken daarbij naar - bijvoorbeeld - de vraag of we op basis van die hoeveelheden warmte wellicht ook tot het classificeren van datacenters kunnen komen. Een soort warmteprestatie zeg maar. Zodat datacenters zich op dat gebied ook kunnen profileren. Bijvoorbeeld naar potentiële klanten. Want misschien wil de ene klant wel simpelweg de laagste prijs, maar werkt een andere partij juist aan zijn maatschappelijke reputatie en zoekt daarom ruimte

16

Alles over innovatie in ICT

in een datacenter dat op het gebied van het gebruik van warmte juist goed presteert. Dan kan een classificatie en bijvoorbeeld een certificaat dat de prestaties aangeeft goed van pas komen. Daarover in een latere blog meer. Terug naar die kreet ‘Capture Ready’. Als mijn voorgevoel mij niet bedriegt, zitten we rond hergebruik van restwarmte inmiddels aan het einde van een fase waarin iedereen op elkaar zit te wachten. En er dus slechts een handvol proefprojecten van de grond komen. ‘Momentum is building’. Dat biedt interessante kansen. Zorg dus dat u klaar bent. Zodra er zich een concreet project in uw omgeving voordoet, kunt u dan heel snel op die trein springen en meedoen. Maar dan moet u daar technisch wel klaar voor zijn. Met andere woorden: de partij die uw restwarmte wil afnemen, moet dat technisch - samen met u - snel en eenvoudig kunnen realiseren.

{

‘Het hergebruik van restwarmte staat aan de vooravond van een doorbraak’

Uw datacenter moet dus ‘Capture Ready’ zijn. Zodat een afnemer zonder veel problemen op uw koelinstallatie kan aankoppelen en uw warmte kan afvoeren en benutten. Hoe dat in de praktijk kan worden gerealiseerd, daarover meer in een volgende blog. Vasiliki Georgiadou is werkzaam bij Green IT Amsterdam als project manager van het EU H2020 CATALYST-innovatieproject. Daarvoor was zij onder andere nauw betrokken bij het EU FP7 GEYSERproject.


10 JAAR ALL IT ROOMS

ALLROUND DATACENTER SPECIALIST

ONTDEK DE KRACHT VAN ALL IT ROOMS WWW.ALLITROOMS.COM

ALL IT ROOMS MONITORT UW DATACENTER 24/7 DAT GEEFT U TIJD VOOR ANDERE ZAKEN

Advies en audit

Realisatie & Optimalisatie

Service en onderhoud

DÉ ALLROUND DATACENTER SPECIALIST

Beheer en management


Markt

Siemon helpt SURFsara naar de toekomst voor middelbaar en hoger onderwijs. Tot de instellingen die SURFsara’s diensten voor gegevensopslag gebruiken behoren onder andere CERN en ASTRON. CERN is de Europese organisatie voor Kernonderzoek en tevens ontwikkelaar van de Large Hadron Collider in Genève, ‘s werelds grootste en krachtigste deeltjesversneller. ASTRON is het Nederlands Instituut voor Radio Astronomie. Deze organisatie is onder andere ontwikkelaar van het grote radiotelescoopnetwerk Low-Frequency Array (LOFAR). Het Meertens Instituut voor onderzoek en studie van de Nederlandse taal en cultuur binnen de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen maakt eveneens gebruik van het datacenter van SURFsara voor het opslaan en analyseren van 1,5 miljoen Twitter-berichten per dag.

De keuze

SURFsara heeft ter ondersteuning van de nieuwe en krachtige computerinfrastructuur in haar nieuwe datacenter in de Amsterdam Data Tower gekozen voor de bekabelingsoplossingen van Siemon.

SURF is de gezamenlijke ICT-organisatie voor onderwijs en onderzoek in Nederland. Het biedt wetenschappers, onderzoekers, docenten en studenten toegang tot ultra­ moderne informatie- en communicatie­ technologie (ICT) faciliteiten die geavanceerde computer- en data-intensieve onderzoeksprogramma’s ondersteunen.

18

Alles over innovatie in ICT

Binnen SURF is SURFsara verantwoor­ delijk voor het leveren van de hoogwaardige ICT-infrastructuur, -expertise en -toepas­ singen ter ondersteuning van Big Data en high-performance computerdiensten, data-opslag en data-toegankelijkheid voor onderzoeksinstituten, nationale en internationale universiteiten en faciliteiten

Dit brede en gerenommeerde klanten­ bestand is sterk afhankelijk van highperformance computercapaciteiten. Met onderzoekswerk waarvoor steeds meer rekenkracht nodig is voor Big Data die wordt gegenereerd door het Internet of Things (IoT) ontstond de behoefte aan een IT-infrastructuur voor een nieuw gepland datacenter. Omdat zowel de actieve apparatuur als de bekabeling van de ICT-infrastructuur van SURFsara aan een upgrade toe was, werd besloten over te stappen op een modern colocatie-datacenter. De keuze viel op de Amsterdam Data Tower, gelegen op het Amsterdam Science Park. Het 72 meter hoge gebouw wordt geëxploiteerd door Digital Realty en biedt 5.000 m2 dataruimte en een capaciteit van 9 MW aan elektrische energie. Op dit moment beslaan het nieuwe krachtige datacenter van SURFsara en de


National Super Computer voor onderzoek van de organisatie twee verdiepingen binnen het gebouw.

De eisen De verhuizing naar de Amsterdam Data Tower bood SURFsara een uitgelezen kans om de IT-infrastructuur te verbeteren. Vanuit het perspectief van de netwerkbekabelingsinfrastructuur had de organisatie behoefte aan een volledig nieuw ontwerp voor de bekabelingsarchitectuur en aan bekabelingsproducten om een flexibele, schaalbare en toekomstbestendige datacenterfaciliteit te creëren. De uiteindelijke tender werd gewonnen door Siemon, een wereldwijde aanbieder die gespecialiseerd is in het ontwerpen en produceren van IT-infrastructuuroplossingen en -diensten.

Het ontwerp SURFsara ontwikkelde samen met Siemon een dedicated gestructureerde bekabelings­ architectuur voor de backbone van het datacenter. De partijen besloten om een end-of-row configuratie te implementeren. Deze plaatst de switches in kasten aan het einde van elke rij, samen met patch-panelen in lijn met de switch-poorten en de bijbehorende servers. Hierdoor kan iedere server via patch-kabels worden aangesloten op iedere willekeurige poort van de switch, zodat maximale flexibiliteit ontstaat. Dit ontwerp maakt een optimaal gebruik van de switch-poorten mogelijk en vereenvoudigt het verplaatsingen, toevoegingen en wijzigingen. Freek Dijkstra, groepsleider infrastructuur­ netwerken bij SURFsara: “In vergelijking met het point-to-point bekabelingsontwerp dat we eerder gebruikten, biedt de nieuwe gestructureerde bekabelingsarchitectuur ons de flexibiliteit die we nodig hebben voor

{

voortdurende upgrades en herconfiguraties. Deze aanpak kan ons gemakkelijk de komende 15 tot 20 jaar ondersteunen. Om onze gebruikers de kans te bieden gebruik te maken van de laatste ontwikkelingen op ICT-gebied, vervangen we om de vier tot vijf jaar onze volledige IT-infrastructuur, inclusief maximaal 50 racks per jaar. Het nieuwe bekabelingsontwerp biedt voldoende flexibiliteit om dit proces te ondersteunen. Het enige dat we hoeven te doen is kortere patch-kabels opnieuw aan te sluiten als er sprake is van een upgrade van een actieve component.” Nicolas Roussel, technisch manager bij Siemon en verantwoordelijk voor dit project, was als consultant nauw betrokken bij dit project. Hij gaf onder andere advies over vezelpolariteit om SURFsara te helpen de juiste keuze te maken voor de glasvezel­ applicaties.

De oplossing Met 75 petabytes inkomend en 130

‘SURFsara was op zoek naar bekabelingsoplossingen met een hoge dichtheid die eenvoudig konden worden gecombineerd met non-density oplossingen’

petabytes uitgaand dataverkeer plus een opslagcapaciteit van 47 petabytes, zal het duidelijk zijn dat compute-processen van SURFsara’s gebruikers afhankelijk zijn van een bekabelingsinfrastructuur die van hoge kwaliteit is. SURFsara was op zoek naar bekabelings-oplossingen met een hoge dichtheid die eenvoudig konden worden gecombineerd met non-density oplossingen. Daarom stelde Siemon zijn LightStack ultra high-density plug-and-play-vezelsysteem voor, evenals 48-poorts koperen patchpanelen voor de end-of-row kasten en panelen die koper en glasvezel combineren in elke serverkast om zowel koper- als glasvezelconnectiviteit met de servers te bieden. Dankzij het LightStack-ontwerp kan SURFsara tijdens de groei uitbreiden, waardoor deze modulaire oplossing zowel flexibel als kosteneffectief is. Bovendien levert LightStack ultrahigh density met maximaal 144 LC of 864 MTP-vezels per rack mount. De LightStack-modules bieden krachtige connectiviteit met lage verliezen. SURFsara maakte ook gebruik van Siemon’s LC BladePatch fiber jumpers met zijn push-pull boot-ontwerp. Deze maakt een vergrendeling mogelijk die gemakkelijk aansluiten en verwijderen mogelijk maakt in krappe ruimtes. Op alle 170 racks op elk van de twee verdiepingen zijn nu koper-, glasvezel- en stroomverdelingsunits (PDU’s) geïnstalleerd. CloudWorks – nr. 6 / 2018

19


Markt

Early adopter “Wij zijn een early adopter van nieuwe Ethernet-standaarden”, legt Dijkstra uit. “Vijf jaar geleden hebben we al 40 Gb/s ethernet in gebruik genomen. Niet alleen in de backbone, maar ook op de servers. Vervolgens hebben we dit jaar 100 Gb/s naar de eindknooppunten voor opslag gerealiseerd, terwijl de computing node van 10 Gb/s naar 25 Gb/s-verbindingen is gemigreerd. Bovendien hebben we glas­ vezelbekabeling direct aangesloten op de computers. De prestatiemogelijkheden van LightStack voldoen hier volledig aan onze normen.” Een andere belangrijke factor voor SURFsara was het uitbreiden van de connectiviteit op basis van de behoeften van gebruikers. Omdat Siemon’s LightStackbehuizingen zowel multivezel MTP-

20

Alles over innovatie in ICT

adapters als duplex LC-modules ondersteunen, kunnen ze naar behoefte snelle parallelle optische toepassingen met 40 en 100 Gb/s of duplex toepassingen met 10 en 25 Gb/s ondersteunen. Met LightStack kan SURFsara profiteren van een modulaire oplossing, aangezien glasvezelbehuizingen herhaaldelijk kunnen worden gestapeld met behoud van volledige toegankelijkheid, wat essentieel is in datacenter-omgevingen met een hoge dichtheid. “Ook de modulariteit van het systeem is voor ons van groot belang als we kijken naar de verschillende opties voor glasvezelbekabeling. LightStack stelt ons in staat om van de multimode-glasvezel die we vandaag gebruiken over te stappen op single-mode bekabeling afhankelijk van de toekomstige capaciteitseisen”, aldus Dijkstra.

“Een belangrijk punt van zorg bij de eindgebruikers van SURFsara is insertion loss”, voegt René Proost, sales manager bij Siemon, toe. “Naarmate datacenters migreren naar hogere snelheden van 40 of 100 gigabit ethernet, worden de eisen die gesteld worden aan insertion loss steeds strenger. Om de applicatie-ondersteuning te waarborgen, hebben wij SURFsara daarom geadviseerd onze low-loss glasvezel­ oplossingen in te zetten.” Een jaar voor de viering van het 30-jarig bestaan in 2017 opende SURFsara haar nieuwe datacenter aan de Amsterdam Data Tower. Inmiddels combineert de nieuwe faciliteit de opslagcapaciteit en verwerkings­ kracht van zo’n 10.000 moderne pc’s. Freek Dijkstra vat de resultaten samen: “100 Gb/s is op dit moment onze standaard. We zijn van plan meer van onze diensten van 10 naar 100 Gb/s te migreren. De bekabelings­ oplossingen van Siemon hebben dit zeker mogelijk gemaakt.” Van de redactie


Cloud-strategie Cybersecurity professionals waarschuwen:

Pas op met snelle adoptie in de public cloud De meerderheid van cybersecurity-professionals uit Europa en het Midden-Oosten gelooft dat organisaties die DevOps-toepassingen in de public cloud gebruiken, snelheid boven veiligheid plaatsen. In een recent gepubliceerd onderzoek naar cloudbeveiliging in opdracht van Palo Alto Networks gaf 72 procent van de cyberbeveiligingsprofessionals aan dat de snelheid van openbare cloud-adoptie vermijdbare veiligheidsrisico’s met zich meebrengt voor software-updates.

• Slechts 22 procent van de cyberbeveiligingsprofessionals gaf aan goed te weten wat de risico’s en behoeften zijn die gepaard gaan met het beveiligen van door DevOps beheerde cloudomgevingen. • Circa driekwart (73 procent) rapporteert dat hun organisaties DevOps-ontwikkelingen geheel of gedeeltelijk hebben overgenomen in de public cloud. Ze zijn regelmatig bezig met het inzetten en wijzigen van software, waarbij 1 op 5 wekelijks updates uitvoert.

Het DevOps-model vergroot de samenwerking tussen ontwikkelings- en operatorteams, waardoor het gemakkelijker wordt om applicaties te ontwikkelen en te verbeteren. Organisaties passen dit model toe om sneller applicaties te kunnen bouwen, innovatiever te zijn en stabielere werkomgevingen en prestatie­ gerichte medewerkerteams te creëren. Ondanks dat het DevOpsmodel enthousiast wordt omarmd, laten onderzoeksresultaten zien dat cybersecurity over het hoofd wordt gezien en dat organisaties daardoor mogelijk kwetsbaar zijn.

DevOps

Opvallende bevindingen • Cybersecurity-professionals maken zich zorgen over de veiligheid van de public cloud als het gaat om DevOpsapplicaties. Minder dan de helft (47%) van de respondenten gaf aan er zeker van te zijn dat cybersecurity goed werkt voor DevOps-teams die actief zijn in de public cloud.

Greg Day, vice-president en CSO voor EMEA bij Palo Alto Networks legt dat uit: “Het samengaan van development en ops in DevOps levert resultaat. Het zorgt voor een snelle levering van code, infrastructuur en data waardoor organisaties sneller dan ooit kunnen voldoen aan klantbehoeften en ook om hun concurrenten voor te blijven. Steeds vaker leidt deze snelheid en complexiteit tot problemen in de cyberbeveiligingsprocessen, met onnodige risico’s tot gevolg. We zien bijvoorbeeld dat meer dan de helft van de organisaties er niet in slaagt om te voldoen aan goed wachtwoord­ beheer. Ze hebben niet het geduld om te wachten op cybersecurity expertsen automatiseren cybersecurity om de voordurende realtime zichtbaarheid en governance aan te pakken die nodig is om de DevOps-praktijken bij te houden.” Van de redactie CloudWorks – nr. 6 / 2018

21


Technologie Van buzzwoord naar business

Drie gebieden waar artificial intelligence geld gaat opleveren

22

Alles over innovatie in ICT


Bent u een optimist of pessimist als het gaat om Artificial Intelligence (AI)? Bas de Vos, Director van IFS Labs - de denktank van leverancier van enterprisesoftware IFS - pleit voor een praktischer beeld van AI. Volgens hem zorgen afwijkende percepties er namelijk voor dat we de mogelijkheden van de technologie niet meer zien. Menselijke augmentatie en automatisering van besluitvorming, voorspellend onderhoud en service op basis van AI en door AI ondersteunde systeeminteracties zijn echter drie gebieden waar AI nu al een verschil kan maken. De sleutel tot succes ligt volgens de auteur van dit artikel in het combineren van de sterke punten van AI met het menselijk brein.

AI wordt vaak weergegeven als het einde van de wereld zoals we die kennen en waarbij robots al onze banen overnemen. Of juist als het antwoord voor al onze problemen, met AI als de ultieme oplossing om de aarde te redden. Ironisch eigenlijk, dat zo’n complexe technologie zulke simplistische reacties oproept. En bovendien problematisch. Want zoals iedereen die daadwerkelijk met AI werkt kan vertellen, is de waarheid helemaal niet zo dramatisch, maar juist heel relevant. Op welke gebieden AI als eerste zal doorbreken en welke gebruikscases voorop zullen lopen in deze ontwikkeling? Ik voorspel dat deze drie gebieden snel in opkomst zullen raken.

1. Toename van AI en automatisering van besluitvorming Het doembeeld van veel mensen waarin AI hun banen zal overnemen, ontstaat doordat ze de technologie verwarren met automatisering.Volgens Gartner wordt ‘2020 een cruciaal jaar in werkgelegenheidsdynamiek met betrekking tot AI, omdat artificial intelligence (AI) een positieve werkmotivator zal worden. (…) AI zal in 2020 voor 2,3 miljoen nieuwe banen zorgen, terwijl er 1,8 miljoen zullen verdwijnen’. Gartner-analist Svetlana Sicular zegt hierover: “Helaas verwarren degenen die het hardst waarschuwen voor baanverlies, AI met automatisering - dat overschaduwt het grootste voordeel van AI. AI-augmentatie daarentegen is een combinatie van menselijke en kunstmatige intelligentie die elkaar versterken.” Een mogelijke toepassing voor AI-augmentatie is besluit­ optimalisatie. In een wereldmarkt die steeds omvangrijker wordt, worstelen sectoren continu met toenemende complexiteit. Globalisering, innovatie en concurrentie nemen snel toe en bedrijven zijn steeds bezig met meer produceren of leveren, tegenover minder middelen en snellere werkwijzen. Door de snelle globalisering kan de vraag naar producten en diensten in markten over de wereld elk moment verschuiven. Neem bijvoorbeeld een bedrijf dat zijn producten verkoopt in vijftig markten. Bij een plotselinge prijsverhoging van grondstoffen in de ene regio of nieuwe handelstarieven moeten de vraag en mogelijk de prijzen op korte termijn aangepast worden. AI kan helpen een overzicht te maken van een groot aantal factoren om een plan te maken voor deze aanpassingen. Op basis van historische data kan geleerd worden om snellere en slimmere beslissingen te maken of voor te stellen. Met grote hoeveelheden data uit verschillende markten kan het moeilijk zijn te bepalen welke punten belangrijk zijn. AI kan afwijkingen en patronen vinden en helpen alerts in te stellen voor het geval dat datapunten buiten bepaalde intervallen vallen. Zo kan AI sommige beslissingen helpen automatiseren. Op basis van acties uit het verleden en aangegeven prioriteiten, kan business-software op basis van AI bijvoorbeeld per dag aangeven welke vijf beslissingen prioriteit hebben. Met AI zijn bovendien afwijkingen op te sporen. Mensen zouden zich hierbij richten op hoe die afwijkingen beheerd zouden moeten worden - waar mogelijk menselijke eigenschappen als creativiteit of CloudWorks – nr. 6 / 2018

23


Technologie empathie voor nodig zijn. Een balans vinden tussen hoe mensen en AI kunnen samenwerken, is essentieel voor een AI-strategie die op lange termijn succesvol is.

in een applicatie en er steeds opnieuw een korte serie handelingen voor uitvoeren. Op de lange termijn kost dat allemaal bij elkaar toch veel tijd. AI kan zowel intern als extern helpen dit proces een stuk efficiënter te maken.

2. Voorspellend onderhoud en services op basis van AI Opvallende AI-verhalen, zoals zelfrijdende vrachtwagens, halen vaak het nieuws. In de praktijk ligt de impact van AI voor bedrijven eerder op de manier waarop zo’n vrachtwagen wordt onderhouden: welke sensordata gebruiken welke algoritmes om op voorhand aan te geven wat het voertuig nodig heeft? En dat in een bepaalde context, ongeacht het klimaat en of het voertuig zich op de weg begeeft of al in de garage staat. AI zal in heel veel sectoren een grote rol gaan spelen op het gebied van onderhoud. Uit onderzoek van McKinsey blijkt dat voorspel­ lend onderhoud op basis van AI voor productiebedrijven betere voorspellingen mogelijk maakt en machinefouten voorkomt door data van geavanceerde Internet of Things-sensoren, onderhoudslogs en externe bronnen te combineren. Daarnaast kan het zorgen voor wel twintig procent meer productiviteit en tien procent lagere onderhoudskosten. Branches met veel productiemiddelen, zoals de manufacturing- of energiesector, lenen zich perfect voor AI. De meeste belangrijke apparatuur is momenteel immers al uitgerust met sensoren die enorme hoeveelheden IoT-data genereren die als basis kunnen dienen voor machine-learning-algoritmes. Op basis van deze data kan AI van preventief onderhoud, voorspellend onderhoud maken. Productielijnen of energiecentrales die zijn aangesloten op software met ingebouwde AI-mogelijkheden kunnen bijvoorbeeld met behulp van sensoren voorspellen waar temperatuurniveaus te hoog zijn. Maar de IoT-data die die software verzamelt, is veel breder inzetbaar. Zo kan het systeem met behulp van machine-learningalgoritmes leren van ervaringen en deze gegevens koppelen aan productiescenario’s.

Intern hebben AI-chatbots de potentie om dit proces een stuk effectiever te maken. Bijvoorbeeld wanneer werknemers zich ziek melden, verlof aanvragen of gewoon op zoek zijn naar bepaalde items in de bedrijfssoftware. Door deze informatie toegankelijk te maken via spraak of chat, wordt kostbare tijd en geld bespaard. Deze extra AI-functie kan het proces uiteindelijk nog verder verbeteren, om uitvoer van dit soort taken in de toekomst nog soepeler en sneller te laten verlopen. Extern worden telefoongesprekken op een service-helpdesk al regelmatig afgehandeld door AI-chatbots. De vragen zijn namelijk vaak simpel, zoals wat de vaste openingstijden zijn of wanneer een monteur gepland staat om langs te komen. Deze aanpak op basis van AI wordt steeds belangrijker, niet alleen voor wat betreft de kwaliteit van dienstverlening, maar ook in de context van een toenemend tekort aan vaardige serviceproviders. Nu veel contactcentra omnichannel-oplossingen ontwikkelen, met spraak, e-mail, social media en chat als contactopties, kan de AI-mogelijkheid helpen bij het bepalen van de voorkeuren van klanten voor contact om hen in de toekomst sneller door het proces te loodsen.

Stel bijvoorbeeld dat het temperatuurniveau op de productielijn te hoog is, waardoor in het verleden onderhoud nodig is geweest. Op basis van deze ervaring kan automatisch een werkorder gecreëerd worden in de bedrijfssoftware en wordt servicepersoneel gestuurd om het probleem op te lossen, zonder dat hier handmatige tussenkomst voor nodig is.Voeg hier AI-toepassingen, zoals een door AI aangedreven routeplanningsoplossing (voor beslissings­ optimalisatie) aan toe, en de software kan zelfs leren hoe hij het personeelsschema voor het onderhoud van apparatuur zo efficiënt mogelijk optimaliseert op geografisch verspreide locaties. Dit is slechts een voorbeeld van hoe IoT, automatisering en AI samen voorspellend onderhoud kunnen optimaliseren.

3. Door AI ondersteunde systeeminteracties Het gebied waar AI misschien al het meest vergevorderd is, is interacties met mensen of systemen. Spraakassistenten op basis van AI bieden voor veel organisaties een belangrijke kans, zowel intern als extern.Vooral wanneer het wordt ingezet voor niet-ingewikkelde vragen of vaak voorkomende transacties. Want hoe simpel deze taken ook zijn, medewerkers moeten er wel telkens voor inloggen

24

Alles over innovatie in ICT

Bas de Vos, Director van de innovatieve denktank


Onderzoek

Helft bedrijven die gebruikmaken van IoT ziet omzet stijgen Van de Nederlandse bedrijven die gebruikmaken van Internet of Things (IoT) zag maar liefst 51% hun omzet hierdoor groeien. Toch maken Nederlandse bedrijven nog maar mondjesmaat gebruik van IoT-oplossingen: slechts 6,7% heeft al IoT-projecten lopen. Dat blijkt uit onderzoek in opdracht van Vodafone onder ruim duizend Nederlandse bedrijven.

Wereldwijd maken zo’n 29% van de bedrijven gebruik van IoT, een netwerk van apparaten en applicaties dat via internet data uitwisselt. In Nederland ligt dat percentage dus aanzienlijk lager. Zeven op de tien Nederlandse bedrijven geven zelfs aan dat ze nog niet of nauwelijks hebben nagedacht over hoe ze IoT voor hun bedrijf kunnen gebruiken. Privacy en databescherming vormen de grootste obstakels om IoT te implementeren.Voor 39% van de bedrijven vormen die zelfs het grootste struikelblok.

Kostenbesparing Jaarlijks voert Vodafone een trendonderzoek uit over het Internet of Things om te achterhalen hoe het Nederlandse bedrijfs­ leven inspeelt op de laatste ontwikkelingen rondom IoT. Het onderzoek is uitgevoerd door Multiscope, onder 1.095 Nederlandse ondernemers. De resultaten worden samengevat in een trendrapport waarin ondernemers kunnen lezen hoe zij ervoor staan ten opzichte van andere bedrijven en organisaties. Bedrijven die al gebruikmaken van IoT benoemen in dit onderzoek verschillende voordelen. Naast dat de helft van de IoT-gebruikers hun omzet zag stijgen, gaf

65% aan dat hun IoT-inspanningen hebben bijgedragen aan kostenvermindering, terwijl IoT bij een op de drie bedrijven heeft geleid tot een betere klantervaring. John van Vianen, directeur Zakelijk bij VodafoneZiggo: “Dankzij IoT kunnen bedrijven in uiteenlopende sectoren steeds efficiënter te werk gaan. Denk bijvoorbeeld aan straatlantaarns die activeren op beweging, waarschuwingssystemen voor aardbevingen en wearables voor patiënten die zorg op afstand mogelijk maken. De bedrijven die IoT al hebben geïmplementeerd, plukken daar nu de vruchten van. Toch blijkt uit ons onderzoek dat veel Nederlandse ondernemers nog aarzelen om de stap te zetten.”

Hoge drempel Hoewel IoT voor veel Nederlandse bedrijven een belangrijke drijfveer is voor innovatie en economische groei, gaan de technologische ontwikkelingen hand in hand met zorgen over privacy en databescherming.Voor de Nederlandse bedrijven die (nog) geen gebruik maken van IoT, zijn deze twijfels de meest genoemde reden om ervan af te zien. Andere struikelblokken zijn een gebrek aan kennis en aan financiële middelen. 29% van de respondenten zegt zelfs dat de kennis over IoT binnen hun organisatie beperkt tot zeer beperkt is. Van de redactie

CloudWorks – nr. 6 / 2018

25


Management

Digitale kaart beschikbaar voor eerste klimaatstresstest

Bluelabel geeft inzicht in regenbestendigheid datacenters 26

Alles over innovatie in ICT


Onlangs ging Microsoft’s Office 365 cloud service een flink aantal uren uit de lucht. De oorzaak? Bliksem­ inslag bij een datacenter in Texas. Hierdoor gingen enkele ondersteunende diensten voor onder andere identificatie en authenticatie ‘uit de lucht’ en konden veel gebruikers niet meer inloggen of hun in de cloud opgeslagen documenten gebruiken. Het weer heeft in toenemende mate invloed op de beschikbaarheid van datacenters. Inmiddels geeft de Nederlandse website Bluelabel inzicht in de gevolgen die forse regenbuien kunnen hebben op bedrijfspanden, waaronder uiteraard ook datacenters. In juni van dit jaar publiceerde CloudWorks al het bericht dat drie Nederlandse bedrijven gingen samenwerken om de impact van regen op gebouwen in ons land in kaart te brengen. Het gaat om verzekeraar Achmea, ingenieursbureau Royal HaskoningDHV en adviesbureau Nelen & Schuurmans. Deze Bluelabel geheten dienst is inmiddels ‘in de lucht’ en kan door iedereen gebruikt worden om inzicht te krijgen in de kans dat overvloedige regen ook in een gebouw tot wateroverlast kan leiden.

Ketens van diensten Het zijn maar enkele willekeurige voorbeelden, maar wie de gedachte hierachter bekijkt zal direct de relevantie van dit soort stresstesten voor datacenters zien. We kunnen er nu eenmaal niet omheen dat zowel de Nederlandse maatschappij als onze economie volledig afhankelijk is geworden van de beschikbaarheid van IT en telecom. Met andere woorden: van de beschikbaarheid van goed functionerende datacenters. Vaak zijn die datacenters in niet altijd voor iedereen zichtbare ketens met elkaar verbonden. Neem het voorbeeld van Microsoft. Een datacenter waar de cloud-variant van Active Directory wordt gehost, wordt getroffen door bliksem. Hierdoor valt een schakel in een hele reeks van cloud services ‘om’. Het is hierbij heel goed mogelijk dat datacenters waar de feitelijke kantoortoepassingen uit Office 365 gehost worden al die tijd prima hebben gefunctioneerd en ook volstrekt normaal beschikbaar waren. Maar doordat gebruikers niet meer konden inloggen via Active Directory in dat ene datacenter in Texas, was voor hen volledige Office 365-omgeving onbereikbaar geworden.

Extra maatregelen Klimaatstresstest Inzicht verkrijgen in de mogelijke negatieve invloed van het veranderende klimaat maakt een belangrijk onderdeel uit van het eerder in CloudWorks gelanceerde idee om datacenters een klimaatstresstest te laten ondergaan. Net als banken met enige regelmaat een zogeheten ‘stresstest’ moeten ondergaan, zou het wel eens een goed idee kunnen zijn als iets dergelijks ook voor datacenters in het leven zou worden geroepen. De Britse overheid werkt inmiddels aan een dergelijke test. Dit project lijkt vooral bedoeld te zijn om het vestigingsklimaat van Londen voor datacenters verder te verbeteren. Bij een stresstest voor banken rekent een hele reeks van belangrijke financiële instellingen een aantal scenario’s door.Veelal gaat het om scenario’s waarbij de ernst van de problemen steeds verder toeneemt. Bijvoorbeeld een scenario met enkel een beurscrash, een tweede scenario met een beurscrash die direct gevolgd wordt door zware financiële problemen bij een multinational van het niveau van Philips, en een scenario waarbij naast de problemen van het tweede scenario - bijvoorbeeld - ook nog eens een terroristische aanslag plaatsvindt.

Daarom is het van cruciaal belang dat we ook in Nederland kijken naar de onderlinge samenhang tussen cloud en andere diensten en de datacenters waarin deze gehost worden. Zodat we allereerst weten welke keten van cloud en andere diensten door welke datacenters worden gehost. Dit hoeft natuurlijk geen publiekelijk beschikbare informatie te zijn, maar als datacenters en klanten weten hoe deze ketens in elkaar zitten kunnen zij zich veel beter voorbereiden op incidenten en daarvoor maatregelen nemen. Maar ook is natuurlijk belangrijk dat iedere individuele datacenter inzicht heeft in de vraag wat er gebeurt als het 3 of 4 dagen heel hard regent. De website van Bluelabel kan hierbij nuttige informatie opleveren. Het schetst namelijk een beeld van de overlast die we bij overvloedige regenval mogen verwachten - per wijk of bedrijfsterrein, per straat en zelfs per huisnummer. Daarmee kunnen we dus zonder veel problemen vaststellen in hoeverre ons datacenter of onze serverruimte veilig is als het dagen achtereen regent. Of dat we extra maatregelen zullen moeten nemen. Robbert Hoeffnagel is hoofdredacteur van CloudWorks en DatacenterWorks

Meer weten? Kijk op https://www.bluelabel.net

Of bekijk deze video: https://youtu.be/VgJ-cP2Bmxw

CloudWorks – nr. 6 / 2018

27


OCP Menno Kortekaas van OCP Solution Provider Circle B:

‘Duurzame groei van cloud vereist open source hardware’ De explosieve groei van het gebruik van datacommunicatie- en cloudoplossingen is de drijvende kracht achter ICT-innovatie. Tegelijkertijd hebben veel bedrijven duurzaamheidsbeleid ontwikkeld om hun impact op de planeet te verminderen. Kunnen datacenters tegelijkertijd op beide trends inspelen? Menno Kortekaas van OCP Solution Provider Circle B denkt van wel. Meer data verwerken en tegelijkertijd het energieverbruik en de uitstoot van CO2. Dat is de uitdaging waar veel bedrijven voor staan. “Maar ook zoekt men mogelijkheden om tot circulair inkopen te komen en het gebruik van grondstoffen te verminderen”, vertelt Menno Kortekaas van Circle B in Amsterdam. Dit bedrijf is de eerste OCP Solution Provider in Europa en is gespecia­liseerd in het ontwikkelen van op open source hardware gebaseerde IT-omgevingen. “Dit is niet alleen een trend voor duurzame bedrijven. Een flink aantal landen heeft

wetgeving geïmplementeerd die een reductie van de CO2-uitstoot afdwingt om het klimaatakkoord van Parijs en de doelstel­lingen voor duurzame ontwikkeling (SDG’s) te realiseren. Bovendien hebben veel landen beleid om het gebruik van grondstoffen te verminderen. Bedrijven zullen dus steeds meer de reductie van CO2-uitstoot en de reductie van grondstoffen integreren in de keuze van apparatuur en oplossingen.” Duurzaamheid wordt vaak gezien als duur en een extra optie boven op de standaard eisen voor apparatuur. Dat klopt niet, stelt

Kortekaas. “Oplossingen op basis van Open Compute Project (OCP) kunnen wel degelijk helpen de kosten te verlagen en tegelijkertijd de duurzaamheid voor datacenters en telecom operators te verbeteren door zowel de effectiviteit als de efficiëntie te verbeteren.”

Exploderend gebruik Het dagelijks leven wordt steeds meer afhankelijk van het gebruik van gegevens. ICT, internet en cloud computing maken het mogelijk om data te gebruiken ter ondersteuning van alles wat we doen en het leven in hoog tempo hebben veranderd. E-commerce wordt meer en meer gebruikt om te winkelen. En CD’s en DVD’s worden uitgewisseld met on demand streaming muziek en film. GPS in combinatie met gedetailleerde kaarten en online verkeers­ informatie ondersteunt niet alleen de beste route om te reizen, maar wordt ook gebruikt voor speciale gepersonaliseerde reclame. Niet alleen in de westerse wereld, maar deze trend zien we overal ter wereld waar snel, betrouw­ baar en betaalbaar internet beschikbaar is. “Telecom operators melden een exponentiële groei van datacommunicatie en ook het aantal en de omvang van datacenters groeit zeer snel”, vertelt Kortekaas. “Er is geen teken dat deze exponentiële groei afvlakt. Niet alleen mensen zijn verbonden, maar ook alles wat een sensor kan dragen. Alles wordt slim: slimme netten, slim gekoppelde auto’s, maar ook boeren zijn steeds meer afhankelijk van gegevens om met gedetailleerde en bijna realtime informatie over de status van hun grond de teelt van hun gewassen te kunnen verbeteren. Digitalisering is nodig om de gezondheidszorg te verbeteren tegen lagere kosten. Online informatie over de status van

28

Alles over innovatie in ICT


heeft gesloten. Het is hierdoor eenvou­diger om van leverancier te veranderen. De koper krijgt dus niet alleen het beste eerste aanbod, maar nieuwe apparatuur of het uitbreiden van de capaciteit van het materiaal kan worden ingekocht alsof het een eerste deal is.”

dijken zal niet alleen het beheer verbeteren, maar ook het aantal controles ter plaatse terugdringen. In kantoren zien we de nieuwe manier waarop collega’s samenwerken met cloudoplossingen. In plaats van dat iedereen zijn eigen versie van een rapport downloadt, is het nu mogelijk om spreadsheets en rapporten te delen. Dit verbetert de effectiviteit en vermindert de lokale opslagapparatuur.”

bijna realtime gegevensverzameling kunnen ondersteunen.Terwijl de prijzen voor datacommunicatie dalen als gevolg van regulering en concurrentie. Datacenters moeten de realtime beschikbaarheid van grote hoeveelheden data en data-analyse ondersteunen, terwijl de volumes exponentieel toenemen. Dit is alleen mogelijk als de kosten voor het leveren van deze diensten kunnen worden verlaagd.”

Duurzaam

“Met andere woorden, voor het realiseren van duurzame groei is het essentieel om de kostenefficiëntie en effectiviteit voor datacenters en telecom operators te verbeteren. Bovendien kunnen nieuwe digitale oplossingen alleen echt duurzaam zijn als de vermindering van het energie­verbruik en van het gebruik van apparatuur door eindgebruikers groter is dan het extra energieverbruik en materiaalgebruik in datacenters en telecommunicatienetwerken.”

Kortekaas: “Het gebruik van OCP-apparatuur kan bijdragen tot een vermindering van het energieverbruik.Traditionele apparatuur heeft wellicht overbodige oplossingen die nodig zijn bij standalone gebruik, maar kan een volledig rack minder efficiënt en effectief maken.Traditionele servers hebben bijvoorbeeld elk hun eigen stroom- en koelapparatuur (ventilatoren). Als u meerdere servers in een rack gebruikt, is het mogelijk om alle stroom- en koeloplossingen te combineren. Dat verlaagt de kosten en het energie­verbruik en verbetert zo de effectiviteit en efficiëntie van de oplossing.

Oplossingen

Betere herstelbaarheid

Welke duurzame oplossingen zoeken telecom operators en datacenters om de kosten te verlagen en tegelijkertijd hun impact op de planeet te verminderen? Kortekaas noemt er een aantal:

Circulariteit is meer dan het recyclen van materialen, meent Kortekaas. “De beste manier om de circulariteit te verbeteren, is het verlengen van de levensduur en het verbeteren van de mogelijkheden voor hernieuwd gebruik, zonder downgrading van de functionaliteit. Dus moeten we als eerste kiezen voor reparatie of hergebruik van apparatuur elders, om vervolgens te kiezen voor het vervangen van onderdelen in plaats van de totale apparatuur. De laatste fase is pas het recyclen van alle materialen.”

Deze trends ondersteunen de overgang naar een duurzamere wereld door CO2- en materiaalreductie. Kortekaas noemt enkele voorbeelden: “Oplossing voor boeren kan het gebruik van water en meststoffen verminderen.Werken in de cloud vermindert de noodzaak van eigen data-opslagapparatuur. Het aantal dvd’s, cd’s en spelers wordt gereduceerd door gebruik te maken van muziek en films op aanvraag. Als apparatuur aangeeft welke onderdelen bijna aan het einde van hun levensduur zijn, is preventief onderhoud niet langer nodig, waardoor het verkeer afneemt en tegelijkertijd de behoefte aan reserveonderdelen afneemt.

Uitdaging voor datacenters Het toenemende gebruik van data en datacommunicatie en de trend om van interne ICT naar externe datacenters te migreren, is een uitdaging voor de ICTindustrie. “De communicatienetwerken moeten 24 uur per dag en 7 dagen per week

• Voorkom een vendor lock-in zodat de inkoopkracht van het datacenter of de telecom operator kan worden verbeterd • Verminder het energieverbruik om de energiekosten en de CO2-uitstoot te verminderen • Verbeter de levensduur van apparatuur door het verbeteren van de herstelbaarheid (repairability) en een gemakkelijke uitwisseling van onderdelen Oplossingen op basis van Open Compute Project (OCP) kunnen deze eisen ondersteunen. Laten we deze punten eens een voor een bekijken.

Geen vendor lock-in “Het voordeel van op OCP gebaseerde oplossingen is dat ze gebaseerd zijn op open standaarden en op gepubliceerde specificaties die meerdere leveranciers kunnen gebruiken. Dat impliceert interoperabiliteit met apparatuur van andere leveranciers. Dit reduceert de lock-in van een enkele leverancier die in eerste instantie de beste deal

Energieverbruik omlaag

Kortekaas zegt tenslotte: “Met andere woorden: om de circulatie van apparatuur te verbeteren, is het belangrijk om een zo klein mogelijke lus te gebruiken.Tegelijkertijd kan dit vaak ook kosteneffectief zijn. Open hardware biedt veel mogelijkheden om zowel de kosteneffectiviteit als de circulariteit te verbeteren. Omdat apparatuur kan worden ontworpen met behulp van eenvoudig te verwisselen componenten op basis van open specificaties.” Van de redactie

CloudWorks – nr. 6 / 2018

29


Flow data Netwerkgegevens op basis van NetFlow en IPFIX worden volwaardige NPMD-oplossing

Vier misverstanden over flow data Gegevens over netwerkverkeer - denk aan NetFlowof IPFIX-data - werden tot voor kort vooral gebruikt in de telecom-wereld voor capaciteitsplanning, financiële verrekening van het gebruik van een netwerk en bijvoorbeeld bij DDoS-aanvallen. ITafdelingen lijken nu echter ook de mogelijkheden van dit soort ‘flow data’ te ontdekken. Al moeten dan nog wel een aantal misverstanden over flowtechnologie uit de weg worden geruimd, meent Artur Kane van Flowmon.

Misverstand #1: Flow data is onnauwkeurig Onder ‘flow data’ verstaan we gegevens over het netwerkverkeer die gegenereerd wordt aan de hand van protocollen als NetFlow en IPFIX. Netwerkbeheerders zijn vaak van mening dat de data die hierbij wordt voortgebracht in feite gesampled is en daarmee dus niet nauwkeurig. Dit klopt niet. Flow data via NetFlow en IPFIX is niet gesampled. NetFlow en IPFIX worden vaak verward met sFlow en NetFlow Lite. Dit zijn twee protocollen die we vroeger vooral tegenkwamen in netwerkapparatuur voor het mkb. Deze standaarden zijn echter inmiddels achterhaald en kunnen beter niet meer gebruikt worden. Alle grote aanbieders van netwerkapparatuur leveren inmiddels routers en switches die op basis van NetFlow en IPFIX in staat zijn niet-gesamplede en zeer nauwkeurige statistieken over het netwerkverkeer te exporteren.

maken het eveneens mogelijk om netwerkstatistieken te exporteren, terwijl de bekende virtualisatieplatformen het mogelijk maken om inzicht te krijgen in al deze gegevens. Zelfs low-cost apparatuur denk bijvoorbeeld aan routers van Mikrotik - kunnen nauwkeurige statistieken leveren. Een professionele analyse-tool - ook wel een ‘collector’ genoemd visualiseert al deze data en toont daarbij het east-west dataverkeer in het netwerk. Hierdoor verkrijgen functionarissen als netwerkbeheerders en IT-managers inzicht in het gebruik dat gemaakt wordt van individuele uplinks in de diverse locaties.Vergeet hierbij echter niet dat een analyse en visualisatie van flow data misschien nog wel de meeste waarde oplevert bij troubleshooting bij storingen of incidenten in het netwerk. Neem het volgende voorbeeld (zie figuur 1). Een gebruiker ondervindt problemen bij het leggen van een verbinding met een server via SSH. Als we in zo’n geval gebruikmaken van flow data, dan kunnen we heel gemakkelijk vaststellen dat er - bijvoorbeeld geen respons is van de server. En kunnen we op zoek gaan naar de oorzaak. Is bijvoorbeeld een bepaald gedeelte van het netwerk niet beschikbaar? Is de server down? Is er sprake van configuratiefouten? De veelheid aan mogelijke oorzaken kan dan bijvoorbeeld worden teruggebracht tot ‘de service is niet actief ’ of ‘de communicatie wordt tegengehouden door een firewall’. Hierdoor kan de zogeheten ‘meantime to resolve’ (MTTR) enorm worden gereduceerd.

Misverstand #2: Flow data geeft alleen inzicht in lagen 2 of 3 Met als gevolg dat de hoeveelheid flow data die beschikbaar is ook enorm is toegenomen. Alle belangrijke fabrikanten van firewalls

Dat is correct voorzover we het hebben over het oorspronkelijke idee achter flow data. Maar we zijn inmiddels een flinke stap verder.

Figuur 1

Figuur 2

30

Alles over innovatie in ICT


Bij flow data hebben we het over een datapakketje dat door het netwerk gaat met een identificatie die bestaat uit het IP-adres waar het vandaan komt, het IP-adres waar het naartoe gaat, de poort bij de bron, de poort op het gewenste adres en het protocol. Op basis van deze informatie worden packets geaggregeerd tot zogeheten ’flow records’ die een beeld schetsen van de hoeveelheid verzonden data, het aantal packets en additionele informatie die afkomstig is uit de netwerk- en transportlaag. Sinds circa 5 jaar wordt deze data echter verrijkt met gegevens die afkomstig zijn uit de applicatielaag. Deze aanpak is in eerste instantie door Flowmon ontwikkeld en inmiddels door talloze aanbieders overgenomen. Hierdoor is het nu mogelijk om ook een goed inzicht te verkrijgen in de applicatieprotocollen - dus HTTP, DNS en bijvoorbeeld DHCP. Dit heeft grote en positieve gevolgen voor troubleshooting. Wederom een voorbeeld (zie figuur 2). Een gebruiker klaagt over een service die niet reageert. Op basis van een analyse van traditionele gegevens over het netwerkverkeer zien we het verkeerspatroon. Evenals details over individuele connecties die

door de computer van de gebruiker tot stand zijn gebracht. Alles lijkt hierbij in orde te zijn. Maar tegelijkertijd zien we geen verkeer naar de service. Door gebruik te maken van een tool als Flowmon’s flow data engine kunnen we gebruikmaken van de verrijkte flow data. Hiermee kunnen we bepalen waar het probleem precies zit. In dit voorbeeld blijkt de naam van de service niet goed te zijn geconfigureerd in de DNS-service. Deze geeft hierdoor als antwoord ‘NXDOMAIN’, wat aangeeft dat de gevraagde domein­ naam niet bestaat en het daarbij behorende IP-adres niet kan worden verschaft. Met andere woorden: er wordt geen sessie met de service tot stand gebracht.

Misverstand #3: Flow data zegt niets over prestaties Tot nu toe hebben we het vooral gehad over troubleshooting. Het monitoren van de prestaties van het netwerk is echter ook van cruciaal belang. Netwerk monitoring wordt niet uitsluitend verzorgd door tools voor packet capturing. Informatie over de netwerkprestaties kunnen eenvoudig uit packet data worden gehaald en worden geëxporteerd als onderdeel van de flow-statistieken. Prestatie-indicatoren als RTT (round trip time), SRT (server response time), jitters of het aantal hertransmissies zijn voor alle CloudWorks – nr. 6 / 2018

31


Flow data netwerkverkeer beschikbaar. Het maakt hierbij niet uit welk applicatieprotocol wordt gebruikt. Deze aanpak is gezien de vele voordelen inmiddels geadopteerd door aanbieders als Cisco. Deze aanbieder biedt dit soort gegevens als onderdeel van zijn AVC (application visibility and control) en ART (application response time) extensies. Dit betekent dat de netwerkbeheerder inzicht heeft in de prestaties van alle in gebruik zijnde applicaties - ook als het gaat om private of public cloudomgevingen. Hoe dit werkt is zichtbaar in figuur 3.

Misverstand #4: Flow is geen alomvattende tool voor netwerk performance en diagnose Volgens Gartner is het primaire doel van tools voor NPMD (network performance monitoring and diagnostics) het bieden van prestatiegegevens door gebruik te maken van alle beschikbare data over packets. Ook dienen NPMD-tools te beschikken over faciliteiten voor het onderzoeken van netwerkproblemen door het analyseren van het traject dat packets door het netwerk afleggen. Hebben we daarbij een oplossing voor packet capture nodig? Nee, ik denk het niet.Verrijkte flow data biedt accurate statistieken over het netwerkverkeer, geeft inzicht in laag 7 ofwel de applicatie­ protocollen en verschaft meetwaarden over de prestaties van het netwerk. Met andere woorden: verrijkte flow data biedt alles wat we nodig hebben voor NPMD-toepassingen. Met de opkomst van versleuteld netwerkverkeer, heterogene netwerkomgevingen en almaar toenemende snelheden is het onvermijdelijk dat flow data de dominante aanpak op het gebied van NPMD gaat worden. Alleen al de explosie in bandbreedte wordt een enorme uitdaging voor legacy packet-oplossingen. Laten we wederom naar een voorbeeld kijken. Een netwerk backbone met een capaciteit van 10G heeft 108 TB aan opslag­ capaciteit nodig om alle netwerkverkeer gedurende een periode van 24 uur te kunnen volgen. Dit is natuurlijk een enorme storagecapaciteit maar we hebben bij een legacy-aanpak nu eenmaal veel opslagruimte nodig voor het verzamelen, vastleggen en analyseren van alle netwerkverkeer. Hierdoor wordt een legacy-aanpak extreem duur.

Wie kiest voor een aanpak op basis van flow data heeft slechts een fractie van deze opslagcapaciteit nodig. Ga uit van 250 GB. Daarmee is een netwerkbeheerder in staat om historische gegevens over een periode van 30 dagen vast te leggen op een collector die voorzien is van een storage-ruimte van 8 TB. Dat is dus slechts een fractie van wat een traditionele oplossing nodig heeft. Terug naar Gartner’s definitie van MPMD. Hoe zit het nu in een situatie waarin een probleem met een niet-ondersteund applicatie­ protocol moet worden onderzocht? Ook dan kan flow data helpen, is onze ervaring. Wie de eerder genoemde probe in het netwerk heeft opgenomen, heeft daarmee toegang tot de volledige gegevens over een packet. In zo’n geval is het verstandig om allereerst alle metadata uit de packets te extraheren. Om vervolgens de probe opdracht te geven een packet capture te doen. Hierbij kunnen we nauwkeurig aangeven welke packets we willen vastleggen en gedurende welke periode. Hierdoor kunnen we de hoeveelheid data die vastgelegd dient te worden sterk terugbrengen - ook in een 10G-netwerkomgeving.

Hoe verder? Voorheen werd flow data nog wel eens gezien als het spreekwoordelijke ‘speeltje’ van netwerkbeheerders. Daar is tegenwoordig geen sprake meer van. Flow data biedt een zeer professionele oplossing voor het op een zeer fijnmazige manier analyseren en oplossen van storingen of incidenten in het netwerk. Ook kunnen hiermee problemen rond foutieve configuraties worden opgelost. En - net als bij telco’s voorheen - biedt flow data een prima basis voor capaciteitsplanning. De voordelen ten opzichte van packet capture tools die continu netwerkverkeer vastleggen zijn groot te noemen. De schaalbaarheid is veel beter doordat veel minder opslagcapaciteit nodig is. Hierdoor kunnen veel grotere netwerken worden gemonitored dan met continuous packet capture tools. Ook zijn flow data tools flexibel en erg eenvoudig te gebruiken. Hierdoor kunnen netwerkbeheerders kostbare tijd besparen, de MTTR drastisch verkorten. Waarmee zij de beheerkosten van het netwerk waarvoor zij verantwoordelijk zijn verder kunnen terugbrengen. Interessant aan het gebruik van flow data is dat het in feite vier mogelijkheden in zich verenigt: netwerk operations, performance monitoring, trouble shooting plus analyse van het gedrag van het netwerk. Met deze laatste faciliteit kunnen ook security-taken worden uitgevoerd. Denk aan het vaststellen van inbreuken op het netwerk, Advanced Persistent Threats (APT), aanvallen op het netwerk en dergelijke. Met de opkomst van trends als cloud, Internet of Things, Software Defined Networking en het almaar verder toenemen van bandbreedte voorzie ik een sterk toenemend gebruik van flow data. Artur Kane is technology evangelist bij Flowmon

Figuur 3

32

Alles over innovatie in ICT


HEt keNNiseveNt Over COMputerruiMtes, DataCeNters eN ClOuD COMputiNg

iT ROOM iNfRA 2018 13 NOveMBer 1931 CONgresCeNtruM DeN BOsCh

• AlwaYs ON! • COst CONtrOl • Risk & SECurity • SustaiNaBility • TreNDs

Registreer u online voor een bezoek aan het event Bekijk de deelnamevoorwaarden op de website

www.itrOOMiNfra.Nl


Smart communities Onderzoek Juniper Networks:

Interoperabiliteit cruciaal voor smart communities Uit onderzoek van Juniper Networks onder 2.000 Nederlanders blijkt dat consumenten interoperabiliteit en cyberbeveiliging cruciale pijlers vinden voor de ontwikkeling van smart communities. Ze vinden deze factoren belangrijker dan aspecten als 5G, cloud computing, IoT en automatisering. ‘Slimme gemeenschappen’ maken gebruik van informatietechnologie als katalysator voor de transformatie van het beroeps- en privéleven. Dit kan variëren van plattelandsdorpjes tot en met megasteden en verband houden met innovaties op het gebied van geautomatiseerd infrastructuurbeheer, omgevingsbewaking, zelfrijdende auto’s, maatschappelijke verandering en informatievoorziening voor - en bescherming van - de lokale bevolking.

34

Alles over innovatie in ICT


Het onderzoek is uitgevoerd onder 12.000 consumenten in zes landen in Europa (waaronder Nederland) en het MiddenOosten. Internet providers en lokale overheden vormen de verbindende schakel bij het ondersteunen, beveiligen en informeren van de bevolking over smart communities. De onderzoeksresultaten geven daarnaast aan dat er hoge verwach­ tingen worden gekoesterd ten aanzien van smart communities. Tegelijkertijd blijkt dat er nog altijd voorlichting nodig is over manieren waarop specifieke gemeen­ schappen kunnen profiteren van individuele smart community-projecten.

Onderzoeksbevindingen Smart community-implementaties kunnen veel voordelen opleveren, maar er is sprake van verschillende kansen voor verschillende groepen. De locatie, omgeving en beschikbare technologie zijn stuk voor stuk van invloed op de impact van een initiatief. Dit blijkt duidelijk uit de verschillen tussen de antwoorden over de potentiële voordelen van smart communities en de omgevingen die daar naar verwachting het meeste baat bij zullen hebben. Dit kan leiden tot verwarring tijdens discussies over smart communities. Daarmee groeit de noodzaak van transparante voorlichting over de voordelen voor de gemeenschap en duidelijkheid ten aanzien van de privacy en beveiliging. Bijna de helft (46 procent) van de in totaal 2.000 Nederlandse respondenten noemt interoperabiliteit als een cruciale succes­ factor voor smart community-initiatieven. Meer dan een derde (35 procent) wijst cyberbeveiliging aan als vereiste voor succes. De respondenten kennen deze aspecten een hoger belang toe dan geavanceerde mobiele connectiviteit (23 procent), een internet­ gebaseerde infrastructuur (30 procent), sensoren en verbonden apparaten ofwel IoT (23 procent) en automatisering op basis van machine learning en kunstmatige intelligentie (18 procent).

de beveiliging van alle apparatuur, diensten en data binnen een smart community. Een vijfde (20 procent) vindt dat deze verantwoordelijkheid bij de gemeente of overheid zou moeten liggen. Samen vertegenwoordigen deze antwoorden bijna de helft van de respondenten. Hieruit blijkt dat er een gezamenlijke aanpak nodig is om voor een succesvolle acceptatie van smart community-projecten te zorgen. Verbeterde toegang tot gemeentelijke diensten en publieke informatie wordt als het belangrijkste voordeel gezien door net iets minder dan de helft van de respondenten (47 procent), gevolgd door verbeterde publieke veiligheid en noodhulpdiensten (45 procent), diensten die de kwaliteit van leven verbeteren (33 procent) en milieutechnische verbeteringen (37 procent). 19 procent zegt niet te weten welke voordelen een smart communityproject zou kunnen opleveren, iets wat op de noodzaak van voorlichting wijst.

{

privacy (42 procent) en beveiliging van de informatie en de infrastructuur (32 procent) genoemd.

Dagelijks leven “Smart community-projecten en -initiatieven bezitten het potentieel om geavanceerde technologieën zoals IoT, 5G, multi-cloud en machine learning in te zetten voor het verbeteren en zelfs transformeren van het dagelijkse leven van mensen, en dan met name inwoners van het platteland en ontwikkelingsgebieden”, zegt Tom Ruban, vice president Systems Engineering EMEA bij Juniper Networks.

Betere voorlichting “Uit dit onderzoek blijkt dat consumenten oog hebben voor dit potentieel, maar tegelijkertijd van mening zijn dat gemeenschappelijke standaarden en beveiliging binnen smart communities centraal moeten staan. Het brede scala aan toepassingsscenario’s en de variatie binnen

‘Bijna de helft van de 2.000 Nederlandse respondenten noemt interoperabiliteit een cruciale succesfactor voor smart communities’

Connectiviteit Gevraagd naar hoe de connectiviteit binnen smart communities moet worden gerealiseerd, zegt circa een derde van de Nederlandse respondenten (33 procent) dat dit moeten worden verzorgd door ‘een groep operators die gebruikmaakt van gemeenschappelijke standaarden’. Meer dan een kwart (27 procent) zegt geen antwoord op deze vraag te kunnen geven.Volgens 10 procent moet er sprake zijn van een netwerk dat het eigendom is van en wordt beheerd door de gemeente of de overheid.

elk smart community-initiatief wijzen daarnaast op de noodzaak om voor betere voorlichting te zorgen over de specifieke voordelen. Ook zullen mensen gerustgesteld moeten worden over de kans dat problemen kunnen ontstaan. We zien voor internetproviders volop kansen liggen om een belangrijk deel van de structuur van smart communities voor hun rekening te nemen, bij voorkeur in samenwerking met gemeentes en overheden. Van de redactie

Verantwoordelijkheid 25 procent van de Nederlandse respondenten is van mening dat operators en internetproviders de primaire verantwoordelijkheid zouden dragen voor

Uitdagingen Wat betreft de potentiële uitdagingen rond de implementatie van een smart community-project worden met name CloudWorks – nr. 6 / 2018

35


Onderzoek 451 Research in nieuw rapport:

‘Vloeistofkoeling staat op punt van doorbreken’ In het rapport ‘The Tide is Turning Toward Liquid Cooling in Datacenters’ is onderzoeksbureau 451 Research optimistisch over de kansen voor vloeistofkoeling. Met name de opkomst van nieuwe en zeer rekenintensieve applicaties speelt deze ontwikkeling in de kaart, menen de analisten. Directe vloeistofkoeling (DLC), een reeks technieken die warmte uit chips en andere elektronica zonder lucht als medium verwijdert, is geëvolueerd van een niche-toepassing voor mainframes, highperformance systemen en high-end gaming omgevingen naar een oplossing die geschikt is voor het datacenter. Dat stelt 451 Research in een nieuw rapport getiteld ‘The Tide is Turning

36

Alles over innovatie in ICT

Toward Liquid Cooling in Datacenters’. Het bureau heeft het rapport opgesteld in opdracht van GRC, een aanbieder van liquid cooling-oplossingen.

Generieke oplossingen Het zullen echter niet high-density racks zijn die de doorbraak van vloeistofkoeling veroorzaken, meent het bureau. Het gaat inmiddels veel meer om ontwikkelingen die we zien op het gebied van processoren en opslagtechnologieën. Ook zien we meer en meer dat er generieke oplossingen op de markt komen die gebruikt kunnen worden in combinatie met de producten van een brede reeks van hardware-fabrikanten.Voorheen zagen we juist vaak zeer merkgebonden oplossingen. De afgelopen 10 jaar zijn processoren - niet alleen general purpose microprocessoren, maar ook grafische verwerkingseenheden (GPU’s) en andere accelerators - steeds meer energie gaan gebruiken en steeds meer warmte gaan produceren naarmate chipontwerpers de grenzen van de silicium-prestaties verleggen. De klokfrequenties van chips zijn ook meer en meer afhankelijk geworden van de beschikbare koelcapaciteit.


Per euro Kortom, meer koelcapaciteit betekent meer prestaties per geïnvesteerde euro. Dit is een ontwikkeling die bij steeds meer datacenters op de agenda komt te staan. Zeker nu ook storagehardware steeds vaker in vloeistof kan worden gekoeld Hoewel 451 Research gelooft dat veel van de invoering van DLC - buiten high-performance computing om - in eerste instantie tactisch zal zijn ter ondersteuning van specifieke toepassingen, is nu een langeretermijnplan voor een gefaseerde installatie in de hele faciliteit mogelijk. Een toenemend aantal eigenaren en beheerders van datacenters kijkt daarom serieus naar de mogelijkheden die vloeistofkoeling te bieden heeft. De uitrol van DLC als onderdeel van hun technologische roadmap zal een bijdrage leveren aan het verlagen van de operationele kosten. Tegelijkertijd zal DLC de beschikbaarheid en de betrouwbaarheid van de infrastructuur verhogen, doordat het onderhoud eenvoudiger wordt en we bovendien met lagere uitvalpercentages te maken krijgen.

Resultaten Dit zijn de belangrijkste resultaten uit het rapport: • Directe vloeistofkoeling is een goed begrepen en volwassen set van technologieën. Het maakt een comeback in datacenters om een aantal belangrijke uitdagingen en beperkingen van luchtgekoelde systemen op te lossen. • DLC wordt al snel een relevante overweging voor bedrijven en dienstverleners en gaat verder dan de klassieke supercomputing use case.

• Datacenter managers zullen merken dat de meeste faciliteiten moeite hebben met de volgende generatie IT-systemen voor applicaties die een forse IT-verwerkingscapaciteit vereisen. • DLC is niet langer alleen geschikt voor compute-systemen. Storage is inmiddels eveneens een uitstekende kandidaat voor vloeistofkoeling om de dichtheid, beschikbaarheid en betrouwbaarheid te verbeteren. Van de redactie

CloudWorks – nr. 6 / 2018

37


Markt Langdurige samenwerking levert klanten van All IT Rooms voordelen op

‘Dankzij onze strategische partners kunnen wij klanten geïntegreerde totaaloplossingen leveren’ All IT Rooms werkt nauw samen met de gevestigde fabrikanten van datacenteroplossingen Rittal en Legrand Data Center Solutions, waar het merk Minkels onderdeel van uitmaakt. Niet alleen denken deze fabrikanten actief met All IT Rooms mee over uitdagingen die projecten met zich meebrengen, ook wordt All IT Rooms betrokken bij de ontwikkeling van producten. “Vanuit onze bedrijfsfilosofie zijn onze partners net zo belangrijk als onze klanten. De langetermijnrelatie die wij met onze klanten willen, willen we ook met onze partners”, aldus Ronald Kok, directeur van All IT Rooms.

“Onze activiteiten vereisen sterke partners met een focus op de datacenter business die kwalitatief goede producten leveren en een bewezen staat van dienst hebben. Wij helpen onze klanten de continuïteit van hun bedrijfsvoering te waarborgen door een kwalitatief goed datacenter te bouwen. Deze continuïteit zoeken wij ook in de samenwerking met onze partners. Wij hebben behoefte aan partners met een langetermijnvisie die in staat zijn ons actieve ondersteuning te bieden. Ook een consistent portfolio is voor ons van belang, met oplossingen die ook na product­ verbeteringen goed op elkaar blijven aansluiten”, legt Kok uit.

Directe lijnen met de fabrikant “Wij doen graag dichtbij huis zaken en onderhouden het liefst directe lijnen met de fabrikant. Bij voorkeur kopen wij onze strategische producten daarom niet in via distributeurs, maar rechtstreeks bij de fabrikant. Dit stelt ons in staat samen om de tafel te gaan zitten om de mogelijk­ heden te bespreken en informatie uit te wisselen. Ook kiezen wij in het kader van ons MVO-beleid bewust voor partners die in Europa zijn gevestigd en volgens Europese regelgeving produceren.

38

Alles over innovatie in ICT

Dit zorgt voor een lagere CO2-uitstoot en minder impact op het milieu.” All IT Rooms werkt al jaren samen met Rittal en Legrand Data Center Solutions. De laatste is ontstaan uit de integratie van de datacenteractiviteiten van Minkels, Raritan en Legrand. “Beide partijen leveren modulaire datacenteroplossingen, iets waar All IT Rooms tien jaar geleden al met succes op heeft ingezet. Met Rittal werken we al zo’n tien jaar, terwijl Legrand Data Center Solutions al zo’n vijf jaar een

van onze belangrijkste partners is”, zegt Kok.

‘Partners zijn een ambassadeur van ons merk’ Christiaan van Terheijden, CEO van Minkels, wijst erop dat partners in feite het visitekaartje van een fabrikant zijn. “Een partner is een belangrijke ambassadeur van ons merk. Onze producten komen alleen volledig tot hun recht als deze op de juiste manier worden geïmplementeerd. Hiervoor is kennis en ervaring nodig, iets waarover All IT Rooms beschikt. De projecten van All IT Rooms zijn voor ons een visite­ kaartje in de markt en tonen de kracht van onze producten”, licht Van Terheijden toe. Het partnership van All IT Rooms met fabrikanten als Rittal en Legrand Data Center Solutions biedt klanten belangrijke voordelen. “Via trainingen en cursussen brengen wij onze partners volledig op de hoogte van onze producten en


ontwikkelingen. Partners kunnen klanten hierdoor perfect adviseren over de oplossingen die het beste aansluiten op hun specifieke behoefte, iets waarbij wij onze partners indien nodig rechtstreeks kunnen ondersteunen”, aldus Ramón de Groot, Director Export bij Legrand Data Center Solutions.

Geïntegreerde totaaloplossingen “All IT Rooms gebruikt zijn uitgebreide kennis over ons portfolio onder andere om producten te combineren tot een totaaloplossing, waarbij de verschillende componenten volledig op elkaar zijn afgestemd en optimaal samenwerken”, aldus Marcel Pol, Sales Manager bij Rittal. Kok vult aan: “We zien in de praktijk dat steeds meer datacenters in Nederland worden opgebouwd uit apparatuur van een leverancier. Dit vertaalt zich naar een betere performance voor de klant en helpt een lange levensduur van producten te waarborgen.”

Veel vaste klanten “Wij zijn al bijna tien jaar partner van All IT Rooms. In deze periode hebben we samen met All IT Rooms een groot aantal projecten gerealiseerd waar zowel wij, All IT Rooms als de klant erg trots op zijn. All IT Rooms is overigens altijd kritisch en kijkt bij het uitschrijven van offertes bijvoorbeeld altijd of de oplossing die de klant vraagt ook daadwerkelijk de beste keuze is. Kan de klant door andere keuzes te maken meer toegevoegde waarde realiseren? Dan schroomt het bedrijf niet deze alternatieven

voor te stellen. Deze enigszins brutale werkwijze vind ik erg sterk”, aldus Pol. “Ook klanten kunnen deze werkwijze waarderen, wat onder andere blijkt uit het feit dat All IT Rooms veel vaste klanten heeft die voor het vernieuwen of het uitbreiden van hun datacenter opnieuw aankloppen bij het bedrijf. Deze repetitieve business laat zien dat klanten tevreden zijn over het opgeleverde eindresultaat”, zegt Dion Cremers, Accountmanager bij Rittal.

Tien datacenters volgens hetzelfde stramien Een voorbeeld van zo’n terugkerende klant is een grote Nederlandse zuivelproducent, waarvoor All IT Rooms een aantal datacenters heeft gebouwd die zijn gestandaardiseerd op Rittal apparatuur. “Voor deze klant hebben we inmiddels tien kleine datacenters gebouwd, die alle volgens hetzelfde stramien en met zoveel mogelijk dezelfde apparatuur zijn gebouwd. Binnen deze projecten werken we nauw samen met Rittal, onder andere om de logistieke

stromen in goede banen te leiden. Zo hebben we speciaal voor deze klant een voorraad aan Rittal producten aangelegd, waardoor we deze projecten zeer snel kunnen realiseren”, legt Kok uit. “We merken dat deze klant erg tevreden is en ons voor steeds meer projecten vraagt, ook in het buitenland. Zo hebben we onder andere een datacenter gerealiseerd in Duitsland en lopen er nu gesprekken over mogelijk andere locaties in het buitenland. Deze klant maakt overigens ook voor andere industriële processen gebruik van apparatuur van Rittal.”

Overzichtelijk en strak uiterlijk “Een recent project dat All IT Rooms in nauwe samenwerking met Legrand Data Center Solutions heeft uitgevoerd, is de bouw van een serverruimte voor HTM, de bus- en trammaatschappij van Den Haag en omstreken. All IT Rooms heeft voor deze klant een nieuw datacenter gerealiseerd, dat recent is opgeleverd”, aldus Jamy de Jong, accountmanager bij Legrand. Kok licht toe: “Deze serverruimte is volledig gestandaardiseerd op oplossingen van Legrand Data Center Solutions, waarbij we in nauwe samenwerking met Legrand de oplossingen hebben gekozen die het beste aansluiten op de wensen van HTM.” De langdurige samenwerking van All IT Rooms met partners als Rittal en Legrand Data Center Solutions leveren klanten dus winst op. “Uiteindelijke draait het om het eindresultaat. Partners helpen ons voor de klant het beste eindresultaat te leveren door het datacenter te bouwen dat het beste aansluit op hun specifieke behoeften”, besluit Kok. Wouter Hoeffnagel is journalist CloudWorks – nr. 6 / 2018

39


Security Framework ziet security als integraal onderdeel van wifi

WatchGuard lanceert Trusted Wireless Environment Bij veel wifi-implementaties gaat alle aandacht uit naar de snelheid en de prestaties van het draadloze netwerk. Deze nadruk op performance gaat vaak ten koste van de veiligheid. Om hier verandering in te brengen, introduceert WatchGuard Technologies het Trusted Wireless Environment-framework. Hiermee kunnen organisaties snelle, schaalbare én veilige draadloze netwerken aanleggen en beheren. “Wifi-netwerken zijn al heel lang een makkelijk doelwit voor cybercriminelen om waardevolle informatie te stelen”, vertelt Ryan Orsi, directeur Product Management bij WatchGuard Technologies. “Zowel aanbieders als gebruikers maken namelijk de fout dat zij bij wifi-omgevingen goede security als een extra voordeel zien en niet als de primaire functie van een draadloos netwerk.Wij denken dat het cruciaal is om op een andere manier naar wifi-netwerken te kijken. Daarom hopen wij dat organisaties van welke omvang dan ook - en zelfs onze concurrenten - het Trusted Wireless Environment Framework bestuderen. Hierin geven wij aan wat in onze visie nodig is om een goede en veilige wifi-omgeving te creëren.”

Voor grote en kleine netwerken Het Trusted Wireless Environment Framework helpt organisaties met het ontwikkelen en beheren van draadloze netwerken die en snel en veilig en eenvoudig te beheren zijn. Daarmee kunnen bedrijven zowel hun eigen werknemers als klanten, partners en andere gastgebruikers beschermen. Bovendien helpt een Trusted Wireless Environment een organisatie het intellectueel eigendom veilig te stellen.

40

Alles over innovatie in ICT

Veel grotere organisaties richten wifinetwerken zelf in. Middelgrote en kleinere bedrijven besteden dit echter veelal uit en zijn dus afhankelijk van de kennis en ervaring op dit gebied van resellers, managed service providers en system integrators. WatchGuard richt zich met dit framework nadrukkelijk op beide doelgroepen.

waarvan de beveiliging volledig automatisch wordt geregeld. Ook dient automatisch gerealiseerd te worden dat legitieme externe access points in dezelfde frequentieruimte functioneren. Daarnaast moet - wederom op geautomatiseerde wijze - worden voorkomen dat users gebruik kunnen maken van niet-officiële access points.

Belangrijke kenmerken Een Trusted Wireless Environment (TWE) kent drie belangrijke kenmerken: • Goede prestaties - Een organisatie mag nooit in de situatie komen waarin de behoefte aan snelheid of andere prestaties de veiligheid van het wifi-netwerk in gevaar brengt. Daarom geeft het TWEframework duidelijk aan hoe de vereiste prestaties gerealiseerd kunnen worden bij het gewenste aantal gebruikers. • Schaalbaar beheer - Organisaties kunnen via eenvoudige procedures voor set-up en management het volledige wifi-netwerk beheren, ook als het gaat om een grote en complexe omgeving. Dit gebeurt via een enkele interface. • Uitstekende security - Organisaties hebben behoefte aan een wifi-omgeving

Het bekende testlab Miercom heeft vastgesteld dat de via de cloud beheerde wifi-oplossing van WatchGuard het enige product is dat ieder type wifi-bedreiging volledig automatisch herkent en tegenhoudt. Dat blijkt uit een nieuw onafhankelijk onderzoek van het testlab naar de vier belangrijkste wifi-producten die momenteel op de markt beschikbaar zijn. Deze produc­ ten zijn onderzocht op de vraag hoe zij omgaan met security-bedreigingen als niet-officiële access points, niet-geautori­ seerde clients, zogeheten ‘neighboring’ access points, ad-hoc netwerken, ‘evil twin’ access points met ‘spoofed’ SSID’s en verkeerd geconfigureerde access points. Van de redactie


Strategie Kiest OneSpan voor digitale handtekeningen

P&V Group transformeert verzekeringsprocessen De grote Belgische verzekeraar P&V Group heeft voor een interessante aanpak gekozen om haar verzekeringsprocessen digitaal te transformeren. Het bedrijf integreert namelijk OneSpan Sign E-Signatures om de processen rond onder andere auto- en levensverzekeringen te versnellen en de klantervaring te verbeteren. De implementatie van OneSpan Sign E-Signatures verbetert de operationele efficiëntie en de klantervaring doordat agenten en assurantiemakelaars alle verzekeringsdocumenten en contracten tijdens persoonlijke bezoeken digitaal kunnen laten ondertekenen. De technologie verbetert ook de compliance door het volledige ondertekeningsproces vast te leggen. Dat gebeurt via OneSpan Sign’s visuele audit trail. Hiermee kan P&V Group voldoen aan de compliance-eisen van de EU-regelgeving op het gebied van Electronic Identification, Authentication and Trust Services for Electronic Transactions (eIDAS).

Time stamps OneSpan Sign stelt P&V Group hierbij in staat om de binnen eIDAS geïdentificeerde ‘Advanced E-Signatures’ en ‘Qualified E-Signatures’ te gebruiken. Welke elektronische handtekening wordt gebruikt, is afhankelijk van de aard van de transactie. Om de

integriteit van de elektronische handtekening en de transactie verder te versterken, is een dienst voor ‘time stamps’ beschikbaar. Dit is gerealiseerd via de integratie van OneSpan Sign met de Trust Service Provider (TSP) LuxTrust. P&V Group heeft OneSpan Sign ingezet als een Software as a Service (SaaS) applicatie die gehost wordt in een single-tenant public cloud in Europa. De reden hiervoor is de behoefte van P&V om snel met elektronische handtekeningen van start te kunnen. Bovendien zorgt een SaaS-aanpak voor een gemakkelijke schaalbaarheid van het gebruik van e-signatures.

Efficiëntie en snelheid “Efficiëntie, snelheid en een uitstekende klantervaring zijn belangrijke vereisten in de snel veranderende en zeer concurrentie­ gevoelige verzekeringsmarkt”, aldus Rogier Dickmann, project­ manager Identity and Access Management & E-Signature van de P&V Group. “We hebben OneSpan gekozen voor zijn aanpak - wat een echt partnerschap is - evenals hun expertise en best practices in de verzekeringssector die ons helpen ons grotere strategische initiatief te voltooien.” Van de redactie

CloudWorks – nr. 6 / 2018

41


Blog BTG

Actieplan Digitale connectiviteit Ministerie EZK Medio juli 2018 presenteerde de directie Telecommarkt van het ministerie van Economische Zaken & Klimaat een nieuw actieplan Digitale connectiviteit voor 5G. Hiermee wordt beoogd nadere invulling te geven aan de kabinetsambitie om sociaal, economisch en digitaal de Europese koploper te worden. Door branchevereniging BTG is in de diverse gremia en beleidsvormende discussies van de overheid ook intensief geĂŻnvesteerd in de realisatie van een hoogwaardige mobiele connectiviteit. Hierbij is extra aandacht gevraagd voor de borging van een weerbare telecommunicatie-infrastructuur en adaptief gebruik bij de uitval van telecommunicatievoorzieningen. Gezien de recente toename van landelijke verstoringen is dit anno 2018 zeker geen overbodig streven.

Behoefte aan robuuste connectiviteit Dankzij de toegenomen digitalisering groeit ook onze afhankelijkheid van een goed functionerende digitale infrastructuur. Mensen willen altijd en overal bereikbaar zijn en connectiviteit is een toenemende basisbehoefte geworden. Voor veel burgers en bedrijven is een robuuste connectiviteit (Internet of Things) een voorwaarde voor volwaardige deelname aan de Nederlandse economie en samenleving. Ondanks dat Nederland al beschikt over een kwalitatief hoogwaardige publieke infrastructuur, doen er zich toch nog regelmatig verstoringsincidenten voor. Voor veel bedrijven vormt dit een zorgpunt en een risico vanwege de negatieve impact op de continuĂŻteitsborging van de dienstverlening en interne bedrijfsvoering. Dit geldt vooral voor sectoren in de hulpverlening, zorg, veiligheidsborging en kritieke logistieke sectoren, zoals havens en vliegvelden. In het kader van hun mission critical communications zijn deze nog sterk afhankelijk van onder andere de publieke providers en een beperkt aantal alternatieve communicatievoorzieningen.

Hoe connectiviteitsdoelen behalen? De overheid onderkent de problemen en beoogt met haar nieuwe plan van aanpak het afhankelijkheidsbewustzijn en de weerbaarheid van de zakelijke consumenten te vergroten. Haar Agentschap Telecom ontwikkelde het Telekwetsbaarheidprogramma. Er dient meer aandacht te komen voor de totstandkoming van duidelijke kaders voor telecompartijen door middel van de ontwikkeling van

42

Alles over innovatie in ICT

wettelijke normen om de beoogde connectiviteitsdoelen te behalen. Extra aandacht gaat uit naar een adequate crisisrespons bij uitval door een verbetering van de crisisrespons structuur en een optimalere samenwerking tussen rijk en lokale overheden. Al met al een hele uitdaging, want er zal moeten worden doorgepakt als men binnen een afzienbare termijn tot optimalisatie wenst te komen, ook op het punt van verbetering van het innovatieklimaat.

BTG werkt mee aan de connectiviteits-researchagenda voor 5G Door het Agentschap Telecom van EZK is een driejarig programma ontwikkeld voor de reductie van Telekwetsbaarheid. Dit kan een goede vorm zijn om als organisatie tot een efficiĂŤnte aanpak te komen. In de branchegerichte benadering is veel aandacht voor sectorspecifieke zaken. Aan de hand van een 5-stappenplan wordt programmatisch invulling gegeven aan de benodigde weerbaarheid tegen de afhankelijkheid van mobiele connectiviteit en de beschikbaarheid van communicatie en informatie. Hierbij is aandacht voor de inrichting van organisatieprocessen, communicatie, cultuur en invulling van techniek. Momenteel werkt Agentschap Telecom aan de implementatie door middel van een branchegerichte praktijkoverdracht van haar activiteiten. Aan de overdrachtspartner (in de vorm van een bedrijf, vereniging of instelling) wordt gevraagd om de eigen sector te helpen om de (tele)kwetsbaarheid te verminderen. Een overdrachtspartner neemt de werkzaamheden van het team Telekwetsbaarheid van Agentschap Telecom over en zorgt voor verdere ontwikkeling daarvan. Door middel van dit train de trainer principe wordt de benodigde kennisdeling geborgd. Als kennisinstituut beoogt ook BTG een ambassadeursfunctie te vervullen, door in haar verenigingsactiviteiten hieraan zeer actief bij te dragen Jan van Alphen, BTG/INTUG


1 0 KORT % OP ALL ING ES! *

Snel EN gemakkelijk eEn persoonlijk KERSTgeschenk

BRIGHT BLUE 35.- excl. btw

Dit geschenk maakt elke werknemer blij! Vol met hoogwaardige merkproducten en lekkernijen voor het gehele gezin.

TIME TO TRAVEL 66.50 excl. btw Cabin size trolley met heerlijke luxe versnaperingen!

R!

EN

mee l e e v Nog

JOURNEY 40.- excl. btw

Handige vintage backpack ‘Adventure’ voor de échte avonturier!

SPECIAAL VOOR U 10% KORTING* ALS ABONNEE VAN DIT VAKBLAD MET ACTIECODE: 1CW6

SNELEENGESCHENK.NL ALLE WIJNEN GRATIS BEZORGD, GESCHENKEN AL BIJ BESTEDING VANAF € 200.*DE ACTIECODE KUNT U BIJ HET AFREKENEN INVOEREN EN IS GELDIG BIJ BESTEDING VANAF 200.- EURO EN GELDIG T/M 31-10-2018

Leverdatum naar wens

-

Al vanaf één pakket

E: BESTEL@SNELEENGESCHENK.NL - T: 038-4215196 - SHOWROOM: CURIEWEG 1, 8013 RA ZWOLLE

-

SNEL En gemakkelijk bestelD!


®

REGIST REER NU VOO R GRATIS TOEGAN G

31 OKT & 1 NOV 2018 JAARBEURS UTRECHT

WWW.INFOSECURITY.NL WWW.DNCEXPO.NL THEMA: Quantified World

In samenwerking met:

Hoofdmediapartner:


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.