3 minute read

De grafische industrie

Wil je lid worden van Oud-Utrecht? Kijk dan op oud-utrecht.nl/ lid-worden

De historische vereniging Oud-Utrecht gaat voor DUIC op zoek naar bijzonder erfgoed in de stad. Deze keer wandelen we in de binnenstad langs verschillende voormalige drukkerijen die inmiddels allemaal weer zijn verdwenen.

Advertisement

Tekst: Mario Gibbels / Fotografie: Het Utrechts Archief/Arjan den Boer

Utrecht kende vanaf de 19e eeuw tot ver in de 20e eeuw belangrijke grafische industrie. Met het inzetten van de stoommachine werd de snelpers uitgevonden die voor het eerst werd gebruikt in 1828. In de tweede helft van de 19e eeuw volgde de rotatiepers die speciaal voor het drukken van kranten en tijdschriften geschikt was. Dat het drukwerk sneller geproduceerd kon worden en beter van kwaliteit werd, kwam goed uit want door de verbetering van het basisonderwijs in de tweede helft van de 19e eeuw, steeg de vraag naar boeken en kranten. In 1869 werd bovendien het dagbladzegel - een accijns op kranten - afgeschaft, wat de productie van kranten stimuleerde.

De meeste Utrechtse drukkerijen waren in de binnenstad te vinden, dichtbij de oorspronkelijke afzetmark. Al in 1753 had Dirk Kemink een drukkerij opgericht, vermoedelijk bij zijn woning ergens achter het stadhuis. Nadat Nicolaas Dirk Kemink, de kleinzoon van Dirk Kemink, de boekhandel en drukkerij van Johannes Altheer had overgenomen, verhuisde de firma Kemink naar Domplein 1. Vanaf 1880 volgden de drukkerij en de boekhandel ieder een eigen weg. De kern van het bedrijf werd als drukkerij en uitgeversmaatschappij voortgezet door de familie De Ridder. Het gebouw Domplein 1-2 werd in 1934 neergehaald om plaats te maken voor een nieuw gebouw. In 1972 verhuisde de drukkerij naar Kanaleneiland, waar deze opging in drukkerij De Boer-Cuperus B.V. De naam van Kemink & Zoon Drukkerij en Uitgeverij was daarmee voorgoed verdwenen. In de boekhandel daarentegen is de naam Kemink nog lang bewaard gebleven. Lange tijd was Broese Kemink aan de Stadhuisbrug de grootste boekwinkel van het land. Inmiddels is Broese verhuisd naar een nieuwe locatie op Post Neude en is de naam Kemink ook daar verdwenen.

L.E. Bosch & Zn.

Aan de Oudegracht zat drukkerij L.E. Bosch & Zn. Deze drukkerij was rond 1835 opgericht en kwam na 1855, toen die van een snelpers werd voorzien, tot grote bloei. Bosch had een belangrijke lokale krant in productie, namelijk het Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad, dat later het Utrechtsch Dagblad werd genoemd. Deze liberale krant was met het eerste exemplaar in 1863 ouder dan het wat meer populaire Utrechtsch Nieuwsblad. Ook gaf L.E. Bosch de Utrechtsche Almanak uit, waarin hij soms zelf stukjes over de geschiedenis van de stad schreef. In 1868 draaide de drukkerij inmiddels op stoomkracht. Na verschillende uitbreidingen strekten de gebouwen aan de Oudegracht zich uit tot aan de Korte Nieuwstraat. In 1968 verhuisde de drukkerij Bosch naar de Europalaan.

De drukkerij aan de Korte Nieuwstraat met de grote vensters, die nodig waren voor voldoende licht bij het handmatig letterzetten, kwam leeg te staan en werd kort daarop grotendeels gesloopt. Nu herinnert alleen nog het kantoorgebouw uit 1933, Oudegracht 176, aan deze belangrijke drukkerij.

Johannes de Liefde

Johannes de Liefde begon zijn carrière met het huis aan huis verkopen van religieuze prenten. Toen hij ook drukwerk zelf ging produceren was de uitgeverij geboren. De Liefde was ook de stichter van het Utrechts Nieuwsblad dat op 2 mei 1893 voor het eerst verscheen. De krant heette toen overigens nog het Utrechtsch Volksblad. Dankzij een grootschalige promotiecampagne had het Utrechtsch Volksblad al direct zesduizend abonnees. In november 1893 besloot De Liefde een eigen drukkerij aan de Oudegracht in gebruik te nemen. In december veranderde de naam van de krant in het Utrechtsch Nieuwsblad. Omdat de zaken goed gingen, verhuisde De Liefde al gauw naar een pand aan de Drift op nummer 23. Nog tot in 1982 was de UN-redactie gehuisvest in een gebouw in de achtertuin van dat pand.

J. van Boekhoven

Het grootste en meest opvallende relict van de grafische industrie in Utrecht is het ge bouw van drukkerij J. van Boekhoven aan de Breedstraat. Dit langgerekte gebouw met drie bouwlagen is een uitbreiding uit de periode 1939-1951 naar traditionalistisch ontwerp van J.F. Berghoef. Vanwege de kantelen op de dakrand stond het gebouw bekend als Het Kasteel.

Drukkerij J. van Boekhoven is al in 1844 opgericht en vanaf 1853 in de Wijde Begijnehof, achter de Breedstraat, gevestigd. Ook Van Broekhoven had al in 1868 een stoommachine in huis. Na de Tweede Wereldoorlog werd 'Het Kasteel' aan de Breedstraat de vestiging van een van de grootste bedrijven in de Utrechtse binnenstad.

Drukkerij Van Boekhoven was bekend als drukker van het spoorwegboekje en treinkaartjes, proefschriften en redevoeringen van de universiteit en adresboeken van de stad Utrecht. Na de fusie met drukkerij Bosch in 1968 kwam het gebouw aan de Breedstraat leeg te staan. Het werd in 1975 verbouwd tot appartementencomplex maar staat nog altijd bekend als het Boekhoven-Boschcomplex. a

ZAAILING VAN DE MAAND

This article is from: