DUIC Krant NR. 124 April

Page 7

7

APRIL 2021 | NR. 124 Kijk voor het laatste Utrechtse nieuws op DUIC.nl

Vrijheid kent veel gezichten Tekst: Veerle Bos / Fotografie: Chantal Spaan

Greet bracht als dochter van een schipper de Tweede Wereldoorlog door in een Duitse haven De 87-jarige Greet Stekelenburg woont al ruim zestig jaar op de woonboot ‘Ridina’ aan het Merwedekanaal. ‘‘Een échte Utrechtse zal ik me nooit voelen’’, vertelt Greet. ‘‘Als ik in de Rijnlaan of hier in de buurt loop, heb ik het gevoel dat ik hier niet hoor. Het gevoel van zwerflust verdwijnt schijnbaar nooit. Dat zit een beetje in de familie.’’ Haar jeugd die voor een groot deel samenviel met de Tweede Wereldoorlog bracht ze deels door in een Duitse haven. De vader van Greet moest daar als schipper werken voor de Duitsers. Het zorgde voor een onstuimige periode.

D

e eerste oorlogsjaren zijn Greet en haar familie nog in Nederland. In 1944 namen de Duitsers de Nederlandse schepen met hun bemanning echter in beslag. Ook het schip van de ouders van Greet en haar broer Henk. Greet: “Bij het vorderen mocht het gezin wel van boord, maar de schipper niet. Die hadden ze nodig om te varen, want dat leerden ze bij de Wehrmacht niet. Bij veel schepen was de schipper niet de eigenaar. Deze mensen proberen dan ook weg te komen, en als ze geluk hadden vonden ze een onderduikplek.’’ In Greet en haar familie was dit niet het geval. ‘’Mijn ouders waren wél eigenaar van het schip en omdat we ook op het schip woonden, hadden we niet veel keus. Ons huis én het bedrijf stonden op het spel. Mijn moeder was doodsbang. Ze vond het gevaarlijk om naar Duitsland te gaan, maar tegelijkertijd lag het gevaar in Nederland ook op de loer.’’ Haar vader en moeder kozen er uiteindelijk voor om met het gezin bij elkaar te blijven. Greet: ‘’Dat is voor ons allemaal goed geweest. We hebben wel angstige dingen meegemaakt, maar gelukkig zijn we er goed vanaf gekomen.’’ Op weg naar Duitsland zorgde aan boord een soldaat ervoor dat alles ging zoals het Duitse leger in gedachten had. Greet en haar familie woonden achter op het schip, in de zogenaamde roef. De soldaat verbleef in het vooronder. Greet: “Gezien de hele situatie had hij het slechter kunnen treffen’’. Greet en haar familie voeren met een vracht kantoormeubilair. Via Emden zijn ze Duitsland binnengekomen ‘’Wat ze daar in een totaal ontwricht en platgebom-

bardeerd land mee moesten was me totaal onduidelijk. Het is bepaald geen eerste levensbehoefte zou je zeggen.’’ Uiteindelijk is de familie op veel verschillende plaatsen in Duitsland geweest, maar de meeste plekken herinnert Greet zich niet meer. Toch zal ze sommige dingen nooit meer vergeten. ‘’We lagen een nacht in Oldenburg en op dat moment werd

ervaren, maar ik was toch een vrij bedachtzaam kind.’’ Toen Greet elf jaar was, kwam de bevrijding. ‘’Dat was een onbeschrijfelijk gevoel, ik was zo vreselijk opgelucht. Er was altijd iets om bang voor te zijn, maar dat hoefde toen niet meer.’’ Terug naar Nederland Na vier maanden mochten ze terug naar

'Hij had er nooit overgepraat, zijn kinderen wisten helemaal niks van de oorlogsbelevingen van hun vader' Bremen gebombardeerd. Er werden veel zoeklichten gebruikt en als die een bommenwerper in het vizier kregen, ging het afweergeschut erop los om hem naar beneden te halen. Als dat dan lukte, stortte hij brandend naar beneden met alle gevolgen van dien.’’ Deze gebeurtenis maakte enorm veel indruk op Greet. ‘’In mijn verbeelding schoten ze overal maar raak op, maar dat is natuurlijk niet zo. Als kind ervaarde ik dat zo. Bij elk vliegtuig wat voorbij vloog was ik angstig, het zou elk moment kunnen schieten. Misschien heeft niet iedereen dat zo

Nederland. Greet: ‘’De terugkomst in Nederland was niet prettig. Natuurlijk was ik blij om weer hier te zijn maar tegelijkertijd was er ook iets veranderd. Ik weet nog goed dat mijn vader tegen mijn moeder zei dat we tweederangs Nederlanders waren geworden, omdat we voor de Duitsers hadden gewerkt. Dat was zo, maar het was natuurlijk wel onder dwang. Mijn ouders hadden destijds geen alternatief. Ze waren beiden geen praters, dus hoe ze die afwijzing beleefden weet ik niet. Het was zoals het was en daar moest je het mee doen, was destijds de strekking. Maar dat gevoel, van die

tweederangsburger is me toch altijd bijgebleven.’’ Doordat de ouders van Greet geen praters waren, was het voor de broer en zus niet vanzelfsprekend om over de oorlog te beginnen. Pas na het overlijden van haar broer Henk ging Greet zijn ervaringen in de oorlog na bij zijn kinderen. Greet: ‘’Hij had er nooit over gepraat, zijn kinderen wisten helemaal niks van de oorlogsbelevingen van hun vader. Ik denk dat het een slecht teken is. Misschien heeft hij er wel meer van geleden dan ik, maar dat zal ik nooit weten.’’ Greet heeft inmiddels haar levensverhaal opgeschreven, zodat haar (klein) kinderen op de hoogte zijn van wat ze allemaal heeft meegemaakt. Het schrijven kwam voort uit een verwerkingsproces. ‘’Mijn zoon is vijf jaar geleden plotseling overleden. Toen we terugkwamen van de begrafenis, ben ik gelijk gaan schrijven. Het was alsof ik kon praten met mijn zoon. Dat heb ik zo’n twee jaar volgehouden. En toen dacht ik: ‘dit is eigenlijk wel mooi’. Ik vond het schrijven heel prettig. Ze zeggen wel ‘je schrijft het van je af’, en dat heb ik echt zo ervaren. Zo kwam ik ook op het idee om mijn levensverhaal op te schrijven. Dit heb ik door kunnen geven aan mijn dochters, schoondochter, schoonzoon en de kleinkinderen. Waar ik in alle opzichten veel steun aan heb en die alles voor me betekenen.’’ a


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.