14 minute read

Achter de schermen

Next Article
Puzzel

Puzzel

Ed Bindels en Erik Nansink starten nieuw horecaconcept tijdens coronapandemie 'We hebben een jaar de tijd gehad om aan het concept te sleutelen'

Advertisement

Bovenop winkelcentrum The Wall, naast de Amac-winkel aan het einde van de parkeerplaats, ligt Liemès Food District. De naam is al van veraf op de metershoge glazen pui te lezen. Eenmaal door de deur ziet het food district er een heel stuk minder intimiderend uit dan van een afstand: natuurlijke materialen en vriendelijke kleuren geven het interieur een ontspannen sfeer. Tussen twee ronde bars staan de rijen met tafels keurig opgesteld. Aan weerszijden vind je grote open keukens. Loop je verder naar achteren, dan kom je in een restaurantgedeelte met lage, okergele banken. Achter in het restaurant is de sfeer relaxter. Er staat een grote boom in dit gedeelte en je kijkt vanaf een hoogte naar het passerende verkeer op de A2.

Tekst:Charlie van Dijk

Een food district én restaurant met bediening, waar je kan proeven van verschillende wereldkeukens. Het is een idee van de Utrechtse ondernemer Ed Bindels. Zestien jaar geleden opende hij de eerste Amac-winkel in Utrecht, een erkende reseller van Apple-producten. Bindels is inmiddels de eigenaar van meer dan vijftig vestigingen en mede-eigenaar van club Basis aan de Oudegracht aan de Werf. En nu komt ook Liemès Food District erbij. Sinds zaterdag 25 september kon Liemès helemaal open voor publiek; anderhalve meter afstand houden hoeft niet meer. In het restaurant van 1500 vierkante meter passen maar liefst 600 personen. Bindels: “We zijn hier voor mensen uit de hele provincie Utrecht. Omdat we naast de snelweg zitten, zijn we makkelijk bereikbaar voor veel mensen.” Nansink: “Klopt. Ik kom uit Amsterdam West en ben hier binnen 25 minuten.”

Wat kan je verwachten als je hier naar binnen stapt? Bindels: “Eigenlijk hebben we het concept ‘foodhall’ genomen. Daar hebben we alle dingen uitgehaald waar we ons aan stoorden. Geur is vaak een groot probleem in een foodhall. Je zou niet naar de stomerij moeten als je ergens bent wezen eten. Hier zijn goede ventilatiesystemen ingebouwd. Erg nuttig in verband met de coronaveiligheid. En waar je normaal in een foodhall constant aan het lopen en wachten bent voor je kan eten, kan je in het restaurant je gerechten aan tafel bestellen. Dat gaat via een bestel-app, die helemaal voor Liemès is samengesteld.” Nansink: “Eten uit de verschillende keukens en drinken van de koffe- en cocktailbar; alles wordt helemaal uitgesplitst en naar de juiste keuken gestuurd. In principe bestonden alle systemen al, maar wij wilden alles bij elkaar.”

In Liemès Food District zijn elf keukens waar je gerechtjes van over de hele wereld kan proeven, vertelt Bindels. Hij heeft door zijn vele reizen affniteit gekregen met de verschillende wereldkeukens. Zelfs in zo’n mate dat hij niet voor één keuken kon kiezen voor zijn restaurant. “Eerst lag er een concept voor een wat chiquer restaurant met mediterrane gerechten. Het was helemaal af, maar dat hebben we zó overboord gegooid. Het voelde gewoon niet goed.” In het nieuwe concept huren chef-koks een keuken bij Liemès om daar de sterren van de hemel te koken. “De rest wordt allemaal door ons gedaan”, zegt Bindels. “Je wordt als chef-kok dus helemaal vrijgelaten om te doen waar je goed in bent: koken. Bediening, afwassen en afrekenen met de gasten gebeurt door personeel van Liemès. We verwachten wel een bepaalde kwaliteit van de koks die hier komen werken.”

Daar haakt Erik Nansink op in. Hij was betrokken bij het opzetten van de eerste Foodhallen en het ‘beruchte’ roze restaurant MaMa Kelly, beide in Amsterdam. “Een jaar geleden hadden zich zo’n 65 personen aangemeld om een keuken te komen huren, maar zeker 35 daarvan hebben we moeten afwijzen vanwege de kwaliteit. Een gewone friettent ga je hier niet vinden. Zelfs de burgers die je hier kan eten, zijn exclusief.” Behalve luxe hamburgers kan je bij Liemès onder meer sushi, Zuid-Amerikaanse barbecue, Indiaas, Vietnamees en ‘Ottolenghi’ proberen. “We zetten goed in op vegetarische gerechten, want we merken dat daar veel vraag naar is. We hebben de chef-koks aangeraden om zo’n vijftien gerechtjes op hun kaart te zetten. Ongeveer een kwart daarvan is vegetarisch.”

Sleutelen aan concept

Juist tijdens corona is het een goede tijd om een nieuw horecaconcept te openen, vindt Nansink. “Er liggen nu heel veel kansen. Je krijgt weer ruimte om te puzzelen als ondernemer, wat zeker voor ons geldt. We hebben nu een jaar lang de tijd gehad om aan het concept te sleutelen. Je moet wel oppassen dat je jezelf daarmee niet extra werk geeft. Bovendien, daar ben ik echt van overtuigd, gaan mensen na de lockdown weer op zoek naar nieuwe horecazaken. Ze hebben met thuisbezorgde maaltijden kennis kunnen maken met andere wereldkeukens, dus zullen ze ook na corona andere horecazaken gaan bezoeken.”

Liemès Food District is sinds deze maand pas écht geopend. Het restaurant was eigenlijk al een jaar klaar voor de start, maar de openingsdatum schoof steeds verder op. Dat had verschillende oorzaken. Natuurlijk gooide het coronavirus roet in het eten, maar ondertussen keken Bindels en Nansink ook nog tegen een enorm lange levertijd van keukenapparatuur aan. Bindels: “We verzorgen voor iedereen een basisinrichting van de keukens, zodat de apparatuur van goede kwaliteit is. Maar de nodige apparatuur kan niet, of niet op tijd worden geleverd. Maar goed dat we niet later zijn begonnen met verbouwen, anders hadden we misschien ook op de bouwmaterialen moeten wachten.”

Ook het schrijnende personeelstekort hielp niet mee. “Het is moeilijk om personeel te vinden, maar dat geldt voor de horeca in heel Nederland. Horecamensen zijn andere dingen gaan doen. Mensen uit de bediening zijn bijna allemaal bij de GGD gaan werken en veel koks werken als beveiliger of doen iets in de marketing”, vertelt Nansink. Bindels lacht: “Maar, bloed kruipt waar het niet gaan kan, dus uiteindelijk zullen mensen die echt affniteit hebben met de horeca wel weer terugkomen.” Hoewel Liemès Food District nog wat krap in het personeel zit, is het dus wel geopend. Bindels: “We gaan gewoon open. Dan kunnen mensen zelf ervaren hoe het hier is, hoe tof het is geworden.” a

#De stad in cijfers

In de rubriek Utrecht in Cijfers gaan we in op data over de stad. De gemeente Utrecht houdt van honderden onderwerpen bij hoe het er in de stad voorstaat, van aantal Utrechters dat een ets heeft tot hoeveel procent van de Utrechters last heeft van lawaai door verkeer of bedrijven in de stad. Elke week lichten we een van de onderwerpen uit.

In other news

Dzień Dobry Utrecht

Utrecht is een van de onder toeristen meest geliefde steden van Nederland. Hoewel corona het afgelopen jaar duidelijk terug te zien is in de toerismecijfers, trekt Utrecht zeker nog buitenlandse bezoekers. Wellicht zitten daar ook Polen tussen, want de Poolse ochtendshow Dzień Dobry (Pools voor ‘goedemorgen’) gaf haar kijkers onlangs wat tips voor de Domstad. Voordat die worden uitgelegd, wordt Utrecht natuurlijk in het bekende referentiekader geplaatst: “Utrecht ligt 50 kilometer ten zuidoosten van Amsterdam”, is de eerste zin van het artikel.

Het Utrechtse grachtennetwerk blijkt voor Polen een fascinerend fenomeen. “Op veel plekken in de stad stromen ze [de grachten, red.] ver onder het straatniveau. Je daalt er via trappen naar af en je kunt een wandeling maken over de promenades die ernaast zijn aangelegd. Aan deze laaggelegen grachten vind je vaak restaurants en pubs, en zelfs kantoren.” Zelfs kantoren! Met de boot valt volgens de Polen dus een hoop te ontdekken, maar “Nederland is een land van fi etsen en Utrecht is een geweldige stad voor fi etstochten”, aldus Dzień Dobry. Een van de tips voor een bezoek is dan ook om een fi ets te huren, maar, waarschuwt de ochtendshow: “Houd er rekening mee dat de fi ets elke keer goed moet worden vastgezet met Het was langverwacht nieuws vorige week, de planning voor het aardgasvrij maken van Utrecht. In 2050 moet heel Utrecht van het gas af zijn, maar in 2030 wordt de gaskraan op veel plekken al dichtgedraaid. Maar hoeveel woningen in Utrecht zijn eigenlijk al van het gas af? In 24 Utrechtse buurten moeten in 2030 al 40.000 woningen van het gas af zijn. Wat daar dan voor terugkomt? Voor koken is er een makkelijk alternatief: elektrisch koken. De grootste uitdaging is in de meeste huizen de verwarming. Omdat de CV-ketel in veel huizen draait op gas, moet die dus vervangen worden. Voor de 24 buurten die al voor 2030 van het gas afgaan, kwam voor de verwarming het warmtenet als beste alternatief uit de bus. Dat geldt ook voor 39 andere buurten, maar de gemeente begint onder meer vanwege de betaalbaarheid met 24 buurten. Komende jaren gaat er dus een hoop veranderen, maar hoe zit het nu eigenlijk met elektrisch koken en warmtepompen in Utrecht? De laatste cijfers die daarover bekend zijn, zijn uit 2019 en te zien in de grafi ek bij dit artikel. Wat opvalt is dat het nogal per wijk verschilt hoeveel huishoudens elektrisch koken of een warmtepomp hebben. In Leidsche Rijn, waar relatief nieuwe huizen staan, kookt 96 procent van de huishoudens elektrisch en heeft 20 procent van de huizen een warmtepomp. Ook de Binnenstad doet het relatief goed, met 49 procent elektrisch kokende huishoudens. Overvecht schiet er dan weer uit als het gaat om warmtepompen: 15 procent van de huishoudens heeft een warmtepomp. Overvecht-Noord moet als het aan de gemeente ligt dan ook de eerste aardgasvrije wijk van Utrecht worden. a

het bevestigde hangslot, fi etsendiefstal komt heel vaak voor.” Waar je dan op de fi ets naartoe kan? Dzień Dobry raadt haar kijkers aan om een bezoekje te brengen aan de Sint Willibrorduskerk, maar ook de Domkerk (de Katedra Świętego Marcina) ontbreekt niet op de lijst met tips. Dat is natuurlijk niet verrassend, maar minder voor de hand liggend is de laatste tip van Dzień Dobry. “Op korte afstand van Utrecht is een buitengewoon interessante plek, Kasteel de Haar in de stad Haarzuilens.” Wat volgt is een routebeschrijving per openbaar vervoer, Uber of huurauto, maar: “Natuurlijk kun je er met de fi ets naartoe - de afstand is slechts 15 kilometer.” a

Eerlijk bieden

We horen mensen in de kamer pleiten voor een eerlijk online biedingssysteem. Maar waarom horen we ze niet over het feit dat er in de wet staat dat de koop pas de nitief is bij het schriftelijkheidsvereiste? Advertentie

Dan nog Vereniging Eigen Huis, een vereniging wat eigenlijk een zeer commercieel bedrijf is met matige diensten. In de media nu opgestaan als grote weldoener voor kopers naar voren komt. Matige bouwkundige keuringen & matig schilderwerk. Ze beweren dat je geen aankoopmakelaar nodig hebt. Maar je kunt wel het beste een aankoopadviseur of hypotheekadviseur van VEH in de hand nemen. Niemand heeft door dat ze door makelaars zwart te maken vooral heel veel reclame maken voor hun eigen bedrijf. Iedereen gelooft ze en geeft ze een mooi podium in de media. Dit zorgt voor nog meer frustratie en negativiteit.

Het meldpunt voor makelaars. Veel klachten die je hoort is dat er na het biedingsproces toch de woning nog aan een ander verkocht wordt. Of zelfs nog erger als de partij al gefeliciteerd is, een concept koopovereenkomst in de mail heeft, gebeld wordt dat er toch een hoger voorstel is binnen gekomen. Maar wat is er nou echt mis met dit systeem? Nadat je iemand gefeliciteerd te hebben nog een bieding binnen krijgen, daar krijg ik echt buikpijn van. Je bent als verkopend makelaar er voor jouw opdrachtgever. Je bent verplicht om de bieding door te geven en de rechten kenbaar voor de verkoper kenbaar te maken. Er moet iets veranderen in de wet om dit tegen te gaan. Nu kun je tot dat je als verkoper een handtekening hebt gezet, nog ieder bod accepteren. Gaat online bieden dan werken? Nee, dat denk ik niet. Dan weten we straks allemaal wat er geboden is en dan kunnen we na het sluiten van de veiling nog opnieuw een bieding neerleggen. Waar eindigt dit dan? Dus lieve mensen in Den Haag, ga om tafel met de makelaars. Die weten hoe dit in de praktijk werkt. Maar begin bij de aanpassing in de wet, dat kan het een stuk eerlijker maken!

Hoog Brabant in het Radboudkwartier

Tekst: Arjan den Boer / Fotogra e: Het Utrechts Archief

Hoog Catharijne bracht Utrecht in 1973 allerlei landelijke primeurs, ook op culinair gebied. Het tegenwoordige concept van de 'food plaza' — meerdere eetformules onder één dak — deed er in rudimentaire vorm zijn intrede. Hoog Brabant, het 'culinaire trefpunt in Hoog Catharijne', bood namelijk voor voor iedereen een eigen restaurant. Ook was het een populaire vergaderlocatie, gunstig gelegen bij parking en station.

Begin 1973 kregen de gasten van het aloude hotel-restaurant Noord-Brabant aan het Vredenburg 3 hun suikerklontjes in een papiertje met opdruk: 'Straks in Hoog Catharijne, hartje Utrecht, het trefpunt-nieuwe-stijl: 12 vergaderzalen, 4 restaurants, bar, terrasjes, coffeeshops, met lift naar parkeergarage. Open vanaf oktober a.s. Onthoud nu vast de naam voor straks. Hoog Brabant, een project van Noord Brabant.' De nieuwe vestiging opende tegelijk met het winkelcentrum op 24 september, eerder dus dan aangekondigd. Naamgever Noord-Brabant op het Vredenburg zou nog blijven bestaan als café-restaurant, maar de nieuwe eigenaar Bredero maakte daar al snel een einde aan.

Diverse pluimage

Hoog Brabant bestond uit vergader- en feestzalen, bars en diverse restaurants rondom een groot binnenplein. Daarop trok het terras met palmbomen en oranje parasols de aandacht. Dit paste helemaal bij de opzet van Hoog Catharijne, waar de winkels over twee niveaus waren verdeeld en verschillende pleinen als ontmoetingsplek dienden. Een van de architecten, K.F.G. Spruit, vertelde in de HC-krant: 'Wij zien Hoog Catharijne niet als een gebouw, maar als een stuk stad.' Deze krant schreef kort voor de opening ook: 'Hoog Brabant is trouwens een verhaal apart. Kenmerkend voor de activiteiten van dit bedrijf worden de verschillende horeca-mogelijkheden rond het Radboudplein. Vanaf terrasjes kunt u daar alle bezigheden gadeslaan.'

Volgens een personeelsadvertentie was deze opzet nieuw en uniek voor Nederland. 'Een groot aantal horecaondernemingen van diverse pluimage onder één dak. Ondernemingen die elk een eigen leven leiden, 'n eigen gezicht en eigen naam hebben, maar samen weer Hoog Brabant heten.' Beneden aan het binnenplein lag de laagdrempelige 'coffeeshop' annex 'snackbar' De Brabander, boven waren de andere eet- en drinkgelegenheden. In het Hoog Brabant Restaurant konden 'connaisseurs' terecht, De Brabanderie was 'het grote restaurant voor iedereen' en bij de Brabant Grill at men in Amerikaanse stijl 'gezellig met z'n allen aan de counter'. Ook populair was de Brabant Club, een cocktailbar met lounge die later Brabant Pub werd genoemd.

Op de menukaart van De Brabanderie stonden hoofdgerechten als Wiener schnitzel, Halve kip 'Bonne Femme', Hollandse biefstuk in Mexicaanse saus en Kalfslever uit Albion. Ook de desserts waren klassiek: Chipolatapudding, Coupe Hoog Brabant en Pêche melba. Eens per jaar was er een 'Wiener Woche'. Iedere zaterdagavond organiseerde Hoog Brabant een Diner Dansant met speciaal viergangenmenu. Daar trad bijvoorbeeld Thérèse Steinmetz op of er was live 'balkanmuziek'.

Een jaar na opening meldde de Hoog Brabant Kiosk, een eigen krant, dat er al vernieuwingen waren gerealiseerd, zoals een buitenentree aan de Stationsstraat en een trap vanaf het Radboudplein naar de omloop. En met een tweede verdieping had het vergadercentrum er maar liefst tien zalen bijgekregen. Tot slot was Hoog Brabant voortaan ook op zondag geopend.

Vergadertijgers en bejaarden

Net als bij de rest van Hoog Catharijne verbleekte de allure van Hoog Brabant in de loop der jaren, al bleef het vanwege de ligging een populair vergadercentrum. Intermediair schreef in 2003: 'Een bezoek aan Hoog Brabant is een trip back to the seventies. Alles lijkt sinds de opening in 1973 bij het oude gebleven, van de bolle letters van het logo en de snoeiharde plastic tandenstokers die je verder alleen bij een Chinees restaurant krijgt, tot het tapijt tegen de muren en de taugé waarmee de gerechten zijn gegarneerd.'

Toch was er wel iets veranderd: de restaurants waren deels omgebouwd tot vergaderruimtes. Inmiddels beschikte Hoog Brabant over '27 vergaderzalen met airconditioning van 2 tot 175 personen', waaronder een 'Boardroom'. Wat restauratie betreft waren alleen het lunchbuffet en het 'Atrium Terras' overgebleven. Behalve bij de vergadertijgers bleef Hoog Brabant populair bij winkelende bejaarden, volgens een jongerenreisgids. 'Binnen mag je alleen zitten als je gebruik maakt van het (dure) lunchbuffet. Gelukkig kan je op je campingstoel, met glimmend tafelkleedje, genieten van een simpel broodje kaas. Op het gebied van drank is Hoog Brabant wat vrijgeviger: wijn sip je namelijk uit een koeienbel van een glas.'

Na 40 jaar kwam er een einde aan Hoog Brabant. Vastgoedeigenaar Corio zegde de huur op vanwege de vernieuwing van Hoog Catharijne. Op zelfgemaakte posters stond: 'Aan onze trouwe gasten. Per 1 juli 2013 moeten wij helaas sluiten. Oorzaak herontwikkeling van H.C. Wij danken u voor uw bezoeken en wensen u alle goeds voor de toekomst! Het Hoog Brabant Team.' 22 medewerkers verloren hun baan en een bekende naam verdween. a

This article is from: