![](https://static.isu.pub/fe/default-story-images/news.jpg?width=720&quality=85%2C50)
7 minute read
Feitenreconstructie 2012-2017
NAM.” Behalve dat de invulling van deze posten buiten de opdracht aan de commissie-Meijer valt, is het voor de commissie lastig om een inschatting van de kosten te maken: de omvang van de schade (zowel het aantal schadegevallen als het schadebedrag) is niet bekend en er bestaat nog veel onduidelijkheid over wat er nodig is om gebouwen aardbevingsbestendig te maken. De overige kostenposten tellen op tot 895 miljoen euro, waarbij de commissie adviseert dat de provincie aanvullend op het totaal van 895 miljoen euro, zelf 100 miljoen euro zou moeten investeren in een ‘duurzaam economisch perspectief’ voor de regio.311
Toelichting op enkele posten:
• Om de veiligheid en toekomstzekerheid te waarborgen (maatregel 2; 270 miljoen euro) adviseert de commissie een tegemoetkoming (waardebon van €4.000) voor maatregelen die de energieprestaties verbeteren van de ruim 67.000 woningen en bedrijfspanden in het gebied, om hiermee waardevermeerdering tot stand te brengen. Hiermee snijdt het mes volgens de commissie aan twee kanten omdat in de toekomst de energielasten fors worden verminderd. De keuze voor de te nemen energiebesparende maatregelen ligt bij de eigenaren van de panden. Deze kunnen individueel of collectief maatregelen nemen, passend bij het type pand.
• Een andere maatregel is het voorstel om alle 18.000 particuliere huishoudens en bedrijven in het landelijk gebied te voorzien van snel internet via glasvezel (maatregel 10; 35 miljoen euro).
• Een voorstel voor een bijdrage aan de herstructurering van de woningmarkt en winkelcentra laat zien dat de commissie-Meijer oog heeft voor de gevolgen van krimp en vergrijzing in het gebied. Door herstructurering zouden verbeteringen in het vastgoed doorgevoerd kunnen worden, deels in de vorm van saneringen en deels in de vorm van kwaliteitsverbeteringen.
• Inhoudelijk ziet de commissie voor het duurzaam economisch perspectief (maatregel 11; Innovatieprogramma gas 2.0; 330 miljoen euro) een parallel met de sluiting van de kolenmijnen in Limburg en de doorontwikkeling die daar gemaakt is met DSM. Door de doorontwikkeling van de Nederlandse Staatsmijnen naar DSM werd na de sluiting van de mijnen een nieuwe industrie aangeboord, waardoor de werkloosheid is tegengegaan. Iets soortgelijks hoopt de commissie ook voor Noordoost-Groningen te bereiken. Op basis van kenmerken van de huidige noordelijke economie komt de commissie tot een voorstel voor energietransitie als nieuwe ontwikkelingsrichting. Dit legt de koppeling tussen enerzijds de kennis en de exploitatie van gas en de hiermee verbonden activiteiten, en anderzijds de chemie rondom Delfzijl en enkele krachtige agrarisch-verbonden bedrijven zoals Avebe, Suiker Unie en Friesland Dairy. De commissie adviseert een innovatieprogramma gericht op zogeheten ‘nieuw gas’: op hernieuwbare bronnen gebaseerde gassen, zoals biogas, waterstof en methaan. De commissie verwacht van het bedrijfsleven dat het mee investeert in deze programmalijn en dat een deel van de financiële middelen ingezet wordt via een ‘revolverend fonds’.
De commissie-Meijer schrijft dat mensen in het gebied behoefte hebben aan grotere onafhankelijkheid van de schadebeoordeling en -afhandeling. De commissie vindt echter niet dat de uitvoering bij een onafhankelijke organisatie moet worden neergelegd: “NAM is verantwoordelijk voor de schade en dient ook volop aanspreekbaar te zijn op de afhandeling ervan.” In plaats daarvan adviseert de commissie het volgende: een uitvoeringsorganisatie onder verantwoordelijkheid van de NAM. “De uitvoering dient transparant en onomstreden te zijn. De commissie stelt daarom aan de NAM voor om onafhankelijk toezicht op de uitvoering te organiseren.” Dit vertaalt zich in het Centrum Veilig Wonen, dat in januari 2015 van start gaat (zie paragraaf 5.4.3).
Brede steun middels de Verklaring van Huizinge Het advies van de commissie kan rekenen op brede steun van organisaties uit de Groningse samenleving. Ook het maatschappelijk middenveld schaart zich achter het rapport. Op 15 november 2013 ondertekenen ongeveer 125 bedrijven, organisaties, belangengroepen en maatschappelijke instellingen de Verklaring van Huizinge. Van den Berg: “Toen hebben we bij Melkema in Huizinge een enorme bijeenkomst gehad. Dat was trouwens een pand dat ook behoorlijk in de stutten kwam door de aardbeving. Die bijeenkomst was er eentje – en zoiets gebeurt niet vaak – waarin heel maatschappelijk Groningen, zeer divers, ook qua politieke positie et cetera, bijeen was. Men steunde deze maatregelen.”312 De ondertekenaars onderschrijven dat door de gaswinning de samenleving in Noordoost-Groningen is geconfronteerd met veiligheidsrisico’s, schade, nadeel en verlies aan perspectief en dat hierdoor de lusten en lasten van gaswinning uit balans zijn. Verder onderschrijven zij de aanbevelingen van de commissieMeijer en roepen de NAM, de rijksoverheid en de provincie op middelen beschikbaar te stellen om de geadviseerde maatregelen tot uitvoering te brengen. Tot slot spreken zij de bereidheid uit om aan de Dialoogtafel deel te nemen.313
De provincie Groningen probeert ondertussen bij de rijksoverheid en de NAM verder te pleiten voor steun om te kunnen onderhandelen over de genoemde maatregelen uit het advies van de commissie-Meijer. De provincie schakelt hiervoor Ben Bot in. William Moorlag, gedeputeerde van de provincie Groningen, schrijft hier op 20 november 2013 het volgende over: “Met behulp van een verkenner (oud BuZa-minister Ben Bot) wordt volstrekt in stilte afgetast of tot onderhandelingen met de rijksoverheid en de NAM gekomen kan worden.”314 Daarnaast brengt de provincie het rapport op diverse manieren via bestuurlijke contacten en politieke partijlijnen onder de aandacht in Den Haag.
Bespreking rapport Meijer door Tweede Kamer niet in Groningen
In reactie op het rapport van de commissie-Meijer wil de Tweede Kamer naar Groningen komen voor een rondetafelbespreking, maar dit voorgenomen bezoek kan geen doorgang vinden, omdat het Presidium (dagelijks bestuur) van de Tweede Kamer zich op het standpunt stelt dat er geen officiële vergaderingen buiten Den Haag mogen plaatsvinden. Dit leidt tot onbegrip in Groningen, maar ook in de Tweede Kamer. Dagblad van het Noorden bericht over de commotie, waarbij GroenLinks-Kamerlid Liesbeth van Tongeren aangeeft het ‘schandalig’ te vinden: “De Groningers voelen zich toch al slecht behandeld. Bovendien gaat het presidium rechtstreeks tegen onze wens in”. In plaats hiervan organiseert de Tweede Kamer op 27 januari 2014 een werkbezoek van de vaste Kamercommissie voor Economische Zaken in Groningen. Commissaris van de Koning Max van den Berg reageert ontstemd: “Het kwam hier heel hard aan
312 Verslag openbaar verhoor van de heer Van den Berg, 5 september 2022.
313 Verklaring van Huizinge, 15 november 2013.
314 Moorlag. Intern document inzake hoe verder met de aardgaswinning en het advies van de commissie-Meijer, 20 november 2013.
Boek 3
Feitenreconstructie 2012-2017
toen de Tweede Kamer zei dat Groningen te ver lag”, maar constateert: “Het belangrijkste is dat de Kamerleden komen, of je dat nou een officieel bezoek mag noemen of niet.”315
5.5.3 Interdepartementale werkgroep Leefbaarheid: parallel traject Rijk Zoals eerder aangegeven wil minister Kamp het initiatief van de provincie om een commissie van wijzen in te stellen niet steunen. Hij beseft al snel dat naast maatregelen direct gelinkt aan de gaswinning, ook andere maatregelen noodzakelijk zijn. Terwijl de commissie-Meijer in opdracht van de provincie werkt aan haar advies, is het ministerie van Economische Zaken druk doende met het onderzoeken, opzetten en gefinancierd krijgen van een leefbaarheidsprogramma. Een interdepartementale werkgroep komt met een aantal scenario’s, waarvoor op de begroting financiële dekking gezocht moet worden.
Onderzoek 12: eigen traject ministerie om te komen tot leefbaarheidsmaatregelen Op 11 februari 2013 stelt het ministerie van Economische Zaken een interdepartementale werkgroep Leefbaarheid in (onderzoek 12 is hier mede onderdeel van: zie paragraaf 5.2.1).316
Deze werkgroep staat onder regie van het ministerie en krijgt als taak de ratio en de mogelijkheden te onderzoeken voor maatregelen om de leefbaarheid in Noordoost-Groningen te verbeteren. In de werkgroep zitten vertegenwoordigers van het ministerie van Economische Zaken, het ministerie van Binnenlandse Zaken317, het AgentschapNL, de Dienst Landelijk Gebied, de NAM en een vertegenwoordiging van de regio. De provincie is volgens het ministerie wel uitgenodigd om deel te nemen: “De provincie was uitgenodigd, maar besloot haar eigen onderzoek op te starten. De werkgroep heeft van april tot en met juli 2013 deze mogelijkheden onderzocht.”318
De werkgroep organiseert in juni 2013 twee bijeenkomsten in de gemeente Loppersum, om het onderwerp leefbaarheid te bespreken en te kijken welke ideeën in het aardbevingsgebied bestaan over leefbaarheid. Direct na de tweede bijeenkomst koppelen ambtenaren van Economische Zaken terug aan minister Kamp. Zij stellen dat (de inzet van) commissie-Meijer serieus genomen moet worden en bepleiten om zo veel mogelijk aan te sluiten bij bestaande initiatieven, zoals het leefbaarheidsplan Eemsdelta.319 Gesteld wordt dat leefbaarheid onder andere gezocht moet worden in maatregelen als:
• energie voor energie (zonnepanelen, isolatie, zorg voor verlaging energierekening in het Noorden);
• verbetering imago Groningen (Groningen pilot duurzame energie).
De werkgroep heeft een groot aantal bestaande initiatieven geïnventariseerd die te maken hebben met leefbaarheid. “Geconcludeerd is dat een aantal van deze initiatieven zeer waardevol zijn om bij aan te sluiten, dan wel vanwege het overlappende karakter dan wel vanwege synergie en de noodzaak tot afstemming, bijvoorbeeld geen zonnepanelen plaatsen of isolatiemaatregelen nemen bij woningen die gepland staan te worden gesloopt vanwege spelende krimpproblematiek.” Daarnaast geeft de werkgroep aan dat het advies van de commissie-Meijer veel overlap zal hebben met het project van de werkgroep Leefbaarheid.320
315 Veer, de (21 december 2013).
316 In september 2013 wordt dit een apart onderzoek.
317 In dit document staat Buitenlandse Zaken, maar aangenomen is dat dit Binnenlandse Zaken moet zijn.
318 Ministerie van EZ. Project Leefbaarheid, Bijlage offerteverzoek project leefbaarheid, 27 augustus 2013.
319 Ministerie van EZ. Nota aan minister Kamp inzake update voortgang onderzoeken Groningengasveld en bevingen ter voorbereiding overleg 25 juni, 19 juni 2013.
Koerswijziging Kamp, maar aarzelingen bij Financiën
Op 3 juli 2013 informeert minister Kamp de Tweede Kamer over de voortgang van de elf onderzoeken die begin van dat jaar zijn uitgezet. De brief eindigt met de opmerking dat de minister zich ervan bewust is dat de onzekerheid en overlast die de aardgaswinning met zich meebrengt, niet alleen is weg te nemen met de noodzakelijke aandacht voor preventieve maatregelen en adequate afhandeling van schade. “Ik heb mij de afgelopen maanden dan ook georiënteerd op de mogelijkheden om de leefbaarheid in de regio verder te verbeteren en zal dat ook in de aanloop naar besluitvorming na 1 december a.s. blijven doen. Daarbij is mijn inzet dat dit in samenwerking gebeurt met zowel bedrijfsleven als andere overheden, en dat zo mogelijk wordt aangesloten bij al in gang gezette lokale en regionale initiatieven. Hierbij denk ik vooral aan maatregelen op het terrein van duurzaamheid, groene groei en werkgelegenheid. Ik heb de Dienst Landelijk Gebied gevraagd om samen met bewoners en vertegenwoordigers van de regio verder te kijken naar mogelijke voorstellen.”321
Achter de schermen zoekt Kamp steun bij minister Dijsselbloem van Financiën voor maatregelen die de leefbaarheid van het gebied kunnen vergroten (nog zonder bedragen te noemen). Dijsselbloem krijgt hierover een negatief ambtelijk advies omdat er gevaar op precedentwerking bestaat, er geen budgettaire dekking is en er bovendien geen juridische verplichting aan ten grondslag ligt. “Het kan ook een verkeerd signaal geven om juist nu ten tijde van een bezuinigingspakket deze intensiveringen aan te kondigen.”322
Later blijken ambtenaren van Financiën ook niet enthousiast over een deel van de maatregelen uit het rapport van Meijer: “Voor alle andere maatregelen uit rapport Meijer is geen duidelijke legitimatie vanuit schade redenerend. Dat geldt in het bijzonder voor alle maatregelen die gericht zijn op de krimp-problematiek (lijn 2) en op het versterken van de economie van Groningen door energietransitie (lijn 3). Het gevaar is dat het precedenten schept naar andere delen van Nederland. Als de compensatie verder moet gaan dan het vergoeden van de directe schade dan dient dit via de NAM te lopen. Hierdoor kan precedentwerking (waarom maatregel alleen in Groningen?) mogelijk worden voorkomen.”323
320
321 Kamerstuk II 2012/13, 33529, nr. 22.
322
323
Boek 3