3 minute read

Feitenreconstructie 2012-2017

Tekstkader 6.20 Provincie Groningen laat eigen impactassessment op NPR uitvoeren

Ook de provincie Groningen laat onderzoek uitvoeren naar de implicaties van invoering van de NPR op de provincie. De resultaten van dit onderzoek, uitgevoerd door het ingenieursbureau Van Rossum, worden op 20 april 2015 door het college van Gedeputeerde Staten gedeeld met de Provinciale Staten (en met de NAM en het ministerie).

De conclusie uit dit onderzoek is in lijn met de impactanalyse van de Stuurgroep NPR waar het gaat om ‘grondgebonden’ woningen. Ingenieursbureau Van Rossum stelt dat circa 80.000 grondgebonden gebouwen niet aan de voorlopige richtlijn (de groene NPR) voldoen. De impactassessment van de Stuurgroep NPR laat ‘niet-grondgebonden’ gebouwen echter buiten beschouwing. Wanneer zowel grondgebonden als niet-grondgebonden woningen worden meegenomen (zoals appartementen uit een flat), voldoen volgens Van Rossum mogelijk 152.000 woningen niet aan de voorlopige richtlijn.559

Ingenieursbureau Van Rossum wijst er in zijn aanbiedingsbrief zelf op dat met name het type ‘hoge appartementsgebouwen’ naar verwachting niet voldoet aan de aardbevingsbelastingen die in de bestaande NPR zijn opgenomen, maar dat dit niet wil zeggen dat het mogelijk is om op basis van het onderzoek vergaande conclusies te trekken over alle hoogbouw. Wel wijst het bureau erop dat hoogbouw een ander risiconiveau kent dan laagbouw en dat de situatie per geval nader onderzocht moet worden. Ook schrijft het bureau: “Door het ontbreken van een risiconormering en risicobeleid is bovendien op dit moment voor de onderzochte gebouwen niet aan te geven of en zo ja voor welke termijn voortgezet gebruik aanvaardbaar is”.560

De provincie Groningen en de burgemeesters van twaalf gemeenten dringen er vervolgens per brief bij de minister op aan vaart te maken met het vaststellen van risicobeleid en –normering en pleiten voor aanvullende normen voor waterstaatkundige werken, (grote) industriële installaties en gebouwen.561

Totstandkoming van het risicobeleid

Gelijktijdig met de publicatie van de groene versie van de Nationale Praktijkrichtlijn, kondigt minister Kamp in zijn brief aan de Tweede Kamer van 9 februari 2015 aan een commissie in te

560 stellen die zich moet buigen over het risicobeleid. Deze commissie moet adviseren over de te hanteren normstelling en overschrijdingskans, als input voor de vaststelling van de definitieve versie van de NPR in het Bouwbesluit.562 Dit leidt tot de instelling van de commissie Omgaan met risico’s van geïnduceerde aardbevingen, beter bekend als de commissie-Meijdam. Deze commissie wordt op 23 april 2015 formeel ingesteld, en komt gedurende het jaar met een aantal verschillende adviezen (zie paragraaf 6.2.5 en themahoofdstuk VIII).

Op 14 december 2015 komt de commissie-Meijdam met een eindadvies. Over de versterking stelt de commissie dat “leven, wonen en werken in Groningen even veilig moet zijn als elders in Nederland”. De norm voor de sterkte van gebouwen moet daarom worden vastgesteld op een individueel risico van 10-5 per jaar.563 De adviezen van de commissie worden in december 2015 door het kabinet overgenomen. Daarmee geldt er vanaf dat moment een heldere veiligheidsnorm voor Groningen, die bekend komt te staan als de ‘Meijdamnorm’.

Binnen vijf jaar moeten nieuwe en bestaande woningen en andere gebouwen op deze norm worden gebracht met een waarde tussen de 10-4 en 10-5. Voor bestaande bouw is een niveau tussen deze twee waardes tijdelijk aanvaardbaar, mits binnen een redelijke termijn maatregelen worden genomen om het niveau van een individueel risico van 10-5 te bereiken. Gebouwen met een hoger individueel risico (dus bijvoorbeeld 10-3) moeten met voorrang worden versterkt. Het kabinet vraagt de NCG om de consequenties van dit besluit in beeld te brengen en voorstellen te doen hoe hiermee om te gaan.564

Ook van de NPR komt in december 2015 een definitieve versie, een zogenoemde ‘witte versie’, beschikbaar, de NPR 9998:2015. Deze NPR geeft per locatie de hoogte van de aardbevingsbelastingen in de vorm van piekgrondversnellingen (PGA), alsmede rekenmethoden om na te gaan of de sterkte van een gebouw voldoende is. De hierboven benoemde Meijdamnorm is in de richtlijn opgenomen. De toepassing van de richtlijn is beperkt tot Noordoost-Nederland. Omdat de NPR nog niet is opgenomen in het Bouwbesluit, is de NPR niet afdwingbaar en heeft het de status van een aanbeveling.565

Vanaf 2016 worden zodoende de inspecties die plaatsvinden als onderdeel van de versterkingsoperaties gebaseerd op deze richtlijn. Nadien zullen nog verschillende updates van de NPR verschijnen (in 2017, 2018 en 2020), als gevolg van voortschrijdend inzicht. Ten opzichte van de vernieuwde richtlijnen is de versie uit 2015 het meest conservatief, wat leidt tot een onderschatting van de sterkte van gebouwen en een overschatting van het aantal gebouwen dat versterkt moet worden. Dit is ook wat de Mijnraad in 2018 constateert (beschreven in paragraaf 8.4.10 in hoofdstuk 8).566

Met de totstandkoming van de Nederlandse Praktijkrichtlijn en de Meijdamnorm wordt in 2015 een belangrijke stap gezet in het normeren van de versterkingsopgave. Er zijn nu richtlijnen beschikbaar aan de hand waarvan bepaald kan worden of een gebouw versterkt moet worden

562 Kamerstuk II 2014/15, 33529, nr. 96.

563 Adviescommissie Omgaan met risico’s van geïnduceerde aardbevingen (14 december 2015).

564 Kamerstuk II, 2015/16, 33529, nr. 205; Kamerstuk II 2015/16, 33529, nr. 212.

565 NEN (18 december 2015), p. 20.

566 Mijnraad (28 juni 2018).

Boek 3

This article is from: