![](https://static.isu.pub/fe/default-story-images/news.jpg?width=720&quality=85%2C50)
3 minute read
Feitenreconstructie 2012-2017
kader het komende halfjaar besluiten rondom versterking worden genomen (tenzij nieuwe inzichten duidelijk maken dat er meteen sprake is van een groot veiligheidsrisico en er meteen gehandeld moet worden).573
Deze werkwijze zal in latere jaren vaak aangeduid worden als het ‘vastklikken’ van de aanpak. Een werkwijze die met name bij de NAM weerstand op zal roepen, omdat het kan betekenen dat huizen worden versterkt op grond van een dan verouderde norm. NCG Alders wijst er in zijn openbaar verhoor op dat alle partijen echter expliciet met deze afspraken hebben ingestemd, en dat het voor bewoners cruciaal is om te weten waar ze aan toe zijn bij de start van een versterkingsproces.574
Ik was echt van mening dat het niet goed was om alleen maar te kijken naar versterking, maar dat het gekoppeld moest worden aan dingen die goed waren voor de dorpen, voor de straten en voor de mensen die daar woonden. Ik snap dat we het daarmee nog ingewikkelder maakten, maar de NCG vond dat hij dat moest doen, en ik was dat helemaal met hem eens.
Openbaar verhoor Henk Kamp, 3 oktober 2022
Met deze aanpak zet de NCG nadrukkelijk een stap van een primair objectgerichte aanpak naar een meer gebiedsgerichte aanpak. Daarmee wordt de uitdaging groter dan alleen een versterkingsopgave. Behalve veiligheid worden hierdoor ook andere doelstellingen, zoals duurzaamheid, leefbaarheid en regionale gebiedsplannen, onderdeel van de versterkingsaanpak. Over precies dat punt, en met name de financiering van de bredere ambities, zal in latere jaren nog veel discussie ontstaan.
De gebiedsgerichte aanpak had voordelen, maar die voordelen botsten gewoon met de plicht die wij hadden om op tijd de onveilige huizen te versterken.
Openbaar verhoor Gerald Schotman, 7 september 2022
Nieuwe inschattingen omvang versterkingsopgave
Op 18 december 2015 deelt minister Kamp van Economische Zaken het Meerjarenprogramma van de Nationaal Coördinator Groningen met de Tweede Kamer, nadat het plan door het kabinet is vastgesteld. Bijgaand schrijft hij een uitgebreide brief, met daarin onder meer een toelichting op het plan van de NCG en het besluit om de gaswinning te beperken tot 27 miljard kubieke meter. Minister Kamp licht in de brief toe dat uit onderzoeken van de NAM blijkt dat bij een productieniveau van 27 miljard kubieke meter een versterkingsopgave hoort van
573 NCG (18 december 2015), p. 30.
3.100 gebouwen in de komende vijf jaar.575 Dit aantal komt voort uit een actualisatie van het (Probabilistic) Hazard and Risk Assessment (HRA) van de NAM uit november 2015.
Het HRA-analysemodel is een van de resultaten van het in 2013 gelanceerde Study and Data Acquisition Plan van de NAM en betreft een halfjaarlijkse dreigings- en risicobeoordeling, gebaseerd op het dan geldende winningsniveau uit het Groningenveld. Het HRA geeft inzicht in het risico voor bewoners in Groningen en het risico dat gebouwen bezwijken als gevolg van aardbevingen door gaswinning uit Groningen.576 Behalve de risicokaarten van het KNMI gebruikt de NCG ook het HRA voor het prioriteren van de versterkingsaanpak. De meest recente versie van de KNMI-kaart (uit oktober 2015) en de uitkomsten van het HRA uit november 2015 bevestigen voor de NCG het beleid dat de versterkingsaanpak ‘van binnen naar buiten’ (te starten in het kern van het aardbevingsgebied) moet worden opgepakt, en geeft richting aan het type woningen waarmee wordt gestart (rijtjeswoningen gebouwd na 1960 en woningen gebouwd voor 1920).577
Minister Kamp wijst er in zijn brief aan de Tweede Kamer op dat de berekening van mogelijk 3.100 te versterken huizen gebaseerd is op een gebouwenbestand van 60 typen Groningse gebouwen. De minister schat in dat er in de praktijk meer huizen moeten worden versterkt omdat veel gebouwen niet in de benoemde typologieën passen en panden door mogelijk achterstallig onderhoud niet aan de bouwnorm zullen voldoen. Inspecties moeten uitwijzen hoeveel en welke huizen daadwerkelijk versterkt moeten worden. De minister schrijft dat experts uit de bouwwereld hebben geadviseerd om de door de NAM (op basis van modelmatige berekeningen) genoemde versterkingsopgave te vermenigvuldigen met een factor drie. Dat aantal zal beter aansluiten bij de realiteit. Zo komt de minister tot een versterkingsopgave voor de komende vijf jaar van 9.000 tot 10.000 gebouwen. Of die inschattingen ook daadwerkelijk overeenkomen met de praktijk, moet volgens de minister blijken uit de eerste ervaringen van de NCG met diens gebiedsgerichte aanpak in 2016. “Pas dan is met meer zekerheid te zeggen of de aantallen te versterken woningen die voortvloeien uit deze statistische benadering in de praktijk ook naar voren komen en of de risicoprioritering hierop aansluit”.578
Ook benoemt de minister in zijn brief aan de Tweede Kamer het belang van de ‘gebiedsgerichte aanpak’ van de NCG. De NCG kijkt in zijn versterkingsaanpak niet alleen naar individuele woningen, maar ook naar woonomgeving. Vanuit het oogpunt van ‘ontgroening en vergrijzing’ zijn gemeenten vaak al bezig met leefbaarheidsplannen, en dorps- en wijkvisies. Die worden meegenomen in de versterkingsaanpak. Ook invloed van ontwikkelingen als krimp, maar ook innovatie in de zorg- en onderwijssector, kunnen worden meegenomen, zo stelt de minister.579
Voortgang van de versterking onder NCG Alders
Gedurende het jaar 2016 gaat de Nationaal Coördinator Groningen (samen met het CVW) aan de slag met de versterking in vijf ‘prioritaire gebieden’: Lopperum, ’t Zandt, Ten Post, Overschild
575 Kamerstuk II 2015/16, 33529, nr. 212.
576 NAM (7 november 2015).
577 NCG (18 december 2015), p. 89.
578 Kamerstuk II 2015/16, 33529, nr. 212.
579 Kamerstuk II 2015/16, 33529, nr. 212.