![](https://static.isu.pub/fe/default-story-images/news.jpg?width=720&quality=85%2C50)
4 minute read
Feitenreconstructie 2012-2017
of niet. Een beperkende factor is echter nog wel dat de Nederlandse Praktijkrichtlijn gebaseerd is op aannames, die als gevolg van voortschrijdend inzicht nog kunnen wijzigen en daarom in 2015 nog aan de conservatieve kant zijn. Het meermaals actualiseren van de NPR zal de versterkingsaanpak voor nieuwe uitdagingen stellen.
6.4.14 NCG gaat regie voeren op de versterking Zoals eerder beschreven, in paragraaf 6.4.3, is Hans Alders per 1 mei 2015 benoemd als Nationaal Coördinator Groningen (NCG). De instelling van de NCG komt tegemoet aan de roep om ‘publieke regie’ op de schadeafhandeling en versterking. Bij de versterking speelt de NCG een programmatische regierol. Dit houdt in dat de NCG een jaarplan opstelt met daarin de kaders en uitgangspunten voor de versterking. Op basis van dat plan stelt het CVW vervolgens een plan van aanpak op voor de uitvoering van de versterking. Het CVW informeert de NCG maandelijks over de voortgang.567
NCG Alders zet in op een gebiedsgerichte versterkingsaanpak Het eerste meerjarenplan (MJP) van de NCG verschijnt in december 2015, het Meerjarenprogramma Aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen. Alders schrijft in het MJP dat er vanaf 1 januari 2016 gestart moet worden met een ‘no-regret’-versterkingsaanpak. Het betekent dat de meest kwetsbare woningen en gebouwen als eerste versterkt moeten worden. Ook moet er aandacht zijn voor gebouwen waar veel mensen samen komen, zoals scholen. De versterkingsaanpak moet gebiedsgericht zijn. De NCG zal gebieden aanwijzen, in gesprek gaan met bewoners over de versterking en samen met gemeenten een aanpak opzetten. Op basis van de gesprekken met bewoners wordt bepaald welke woningen in het uitvoeringsprogramma van het betreffende gebied komen. Alders schrijft: “Daarbij kijken we tegelijkertijd naar de kansen om in combinatie met de versterking de huizen ook energiezuiniger te maken, de leefbaarheid te verbeteren en de regionale economie te versterken. U, als inwoner van het gebied, staat hierin centraal.”568
De NCG benoemt in het meerjarenprogramma maatregelen op drie onderwerpen. De coördinator spreekt zelf van ‘de drieslag’: schadeherstel, de versterkingsopgave en de energietransitie in Groningen. Aanvullend is er beleid nodig om de drieslag op een goede manier te kunnen invullen, bestaande uit tijdelijke huisvesting en vergoedingsregelingen. De NCG benadrukt dat alle betrokken partijen nog stap voor stap moeten leren hoe dit moet en wat nodig is, maar dat de bewoner steeds centraal moet staan. ‘We’ moeten concreet aan de slag, stelt de NCG, “eerlijk […] zijn over wat we wel en niet weten en helder zijn over wat wel of niet kan […] als basis voor een eerste stap naar herstel van vertrouwen”.569
Over de voortgang van de versterking merkt Alders in het MJP op dat er inmiddels tal van inspecties zijn uitgevoerd en circa 1.500 kwetsbare gebouwonderdelen zijn aangepakt, maar dat er slechts in 500 gevallen een akkoord is bereikt over een aanpak. Volgens NCG Alders is het nu nodig dat “gemeenten op basis van de inspecties van het CVW vaststellen waar het noodzakelijk is om situaties aan te pakken en wat daarbij moet gebeuren, en dat zij daarover ook met de bewoners communiceren. […] Het CVW kan vervolgens van start gaan met de uitvoering. Daarmee bepaalt de overheid wanneer er wel of niet moet worden ingegrepen en niet een private partij”. 570
567 Samenwerkingsafspraken EZ, NCG en NAM, maart 2016.
568 NCG (18 december 2015), p. 14.
569 NCG (18 december 2015), p. 14.
Een extra reden om de gemeenten een belangrijke rol te geven, is gelegen in de zogenoemde koppelkansen. “Voorsorteren op morgen”, stelt de NCG. Bevolkingskrimp en de leefbaarheid van dorpen en buurten staan op veel plekken al op de agenda en er is dan ook alle reden om versterking van gebouwen te combineren met inzichten over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van onderwijs, zorg, leefbaarheid, duurzaamheid en de regionale arbeidsmarkt. “Het zou onjuist en een gemiste kans zijn om nieuwe ontwikkelingen en nieuwe wensen niet mee te nemen. Wie wil voorsorteren op morgen, moet de ambitie hebben om van de nood een deugd te maken”.571
De NCG schrijft dat de al bestaande gemeentelijke visies en leefbaarheidsplannen input kunnen vormen voor de met gemeenten op te stellen ‘gebiedsvisies’ en daaruit voortkomende ‘gebiedsversterkingsplannen’. In zo’n gebiedsversterkingsplan staat het plan van aanpak voor een gebied. Het plan definieert de gebiedsopgave en bevat een projectenlijst, op het niveau van dorp, straat en huis. Met individuele woningeigenaren wordt gesproken over de gevoerde aanpak. Als er overeenstemming is bereikt over het gebiedsversterkingsplan, kan dit worden vertaald naar een uitvoeringsprogramma. Omdat dit proces veel vraagt van gemeenten als ‘beleidsregisseur’, stelt de NCG in het meerjarenplan de gemeenten hierbij te zullen ondersteunen.572
Je wist één ding: hier ontbreekt zo veel kennis dat wij gaande dit proces iedere keer nieuwe dingen ontdekken en dat iedere keer de vraag komt “als we deze nieuwe kennis eens toepassen, komt het misschien wel anders”.
Openbaar verhoor Hans Alders, 28 september 2022
De aanwezigheid van de nog grote onzekerheden bij de versterkingsaanpak is een belangrijk aandachtspunt dat de NCG benoemt. Kennisontwikkeling over zowel de ondergrond als de bovengrond blijft voortgaan. Dit maakt dat er volgens de NCG sprake is van ‘schuivende panelen’. Voorbeelden zijn de KNMI-kaart met de contouren van de te verwachten grondversnelling, de Nederlandse Praktijkrichtlijn voor aardbevingsbestendig bouwen en het Hazard and Risk Assessment (HRA) van de NAM, dat inzicht geeft in de seismische risico’s en informatie geeft over waar zich gebouwen met het hoogste risicoprofiel bevinden. Alders wijst erop dat zolang er sprake is van grote onzekerheid, het zekere voor het onzekere genomen moet worden. Er moet een manier gevonden worden om met alle onzekerheden en met voortschrijdend inzicht om te gaan. Het is de bedoeling om twee keer per jaar (1 januari en 1 juli) de stand van zaken op te maken, om vervolgens vast te stellen op basis van welk
570 NCG (18 december 2015), p. 21.
571 NCG (18 december 2015), P. 22.
572 NCG (18 december 2015), pp. 40-42