7 minute read

Feitenreconstructie 2012-2017

De Martinitoren staat er nog, maar nadat het centrum van Groningen gistermiddag werd getroffen door een daar ongebruikelijk zware aardbeving, zit de schrik er wel goed in. Veel stad-Groningers hadden zo’n ‘knal’ nog nooit meegemaakt. Het epicentrum van de aardbeving door gaswinning lag bij het nabijgelegen dorp Ten Boer, maar de klap was nog nooit zo goed te voelen in de binnenstad en buitenwijken van de stad Groningen.

Burgemeester Ruud Vreeman vergaderde juist met het college in het statige, eeuwenoude stadhuis. Het water klotste in de glazen, zegt hij kort na de dreun. […]

Vooral het feit dat het tot op de Grote Markt nooit zo hard te voelen was in hartje stad, maakt indruk. De frietkraam van Harry Waterloo bleef overeind. Zelf ben je zo aan het werk, dat je het pas goed en wel beseft als het voorbij is. Wel even de familie gebeld! aldus de marktkoopman.

‘Aardbeving knalt in stad Groningen’, De Telegraaf, 1 oktober 2014.

6.1 Inleiding

De aardbeving bij Ten Boer wordt met een kracht van 2,8 op de schaal van Richter niet alleen duidelijk opgemerkt door de zwaarte, maar ook door plaats en tijd. Het Dagblad van het Noorden schrijft dat de stad Groningen nu voor het eerst een aardbeving van de zwaardere categorie meekrijgt. “Ook door het tijdstip – precies om 13.42 uur merkten de KNMI-sensoren de trillingen van 2,8 op de schaal van Richter onder de grond op – werd door veel stadjers gereageerd.” Opmerkelijk is dat het artikel melding maakt van het feit dat Duitse metingen (van onder andere het GeoForschungsZentrum) zelfs een magnitude van 3,1 aangaven. Een KNMI-woordvoerder legt uit dat die metingen minder accuraat zijn en benadrukt dat het KNMI zeer nauwkeurige modellen gebruikt. “3,1 of 2,8: het zal voor de beleving van de stadjers weinig uitmaken. Tientallen geschrokken reacties kwamen binnen.”1

Het meest veelzeggend in het aangehaalde krantenartikel is echter de kop: ‘Scheuren werden groter en dieper.’ Deze korte zin verwoordt de kern van het probleem. Het artikel bevat citaten van gedupeerden die uitleggen dat juist de stapeling van de steeds weer terugkerende aardbevingen zorgt voor groeiende scheuren en steeds groter wordende schade, die de NAM vervolgens niet altijd erkent als bevingsschade. Het is deze opeenstapeling van toenemende schades en toenemende onvrede over de afhandeling daarvan die ook figuurlijk tot scheuren in Groningen leidt.

Ook ‘Den Haag’ ontgaat deze beving niet. De vaste Kamercommissie voor Economische Zaken besluit direct toelichting te vragen aan de minister over de beving bij Ten Boer. Op 9 oktober 2014 schrijft minister van Economische Zaken Henk Kamp in een brief aan de Kamer: “In het gebied rond Ten Boer staan circa 100 panden bij NAM geregistreerd met grotere schades. Dit betreft meestal boerderijen, kerken en huizen met meer bijgebouwen, vaak in combinatie met een al aanwezig bouwkundig gebrek. Na de aardbeving van 30 september is wat betreft deze panden een aantal aanvullende schades gemeld. […] Ik zie erop toe dat NAM de schademeldingen voortvarend oppakt en de schade die bewoners ten gevolge van de aardbeving hebben geleden zo spoedig mogelijk wordt hersteld.”2 Ondanks deze geruststellende slotzin, zal de periode 2014-2017, en zeker het jaar 2017, niet de boeken ingaan als een periode van voortvarende schadeafhandeling en spoedig schadeherstel.

De periode 2014-2017 kenmerkt zich door twee tegengestelde bewegingen. Enerzijds is er een beleid dat zich richt op afname van de Groningse gaswinning. Anderzijds is er een toename van de boosheid en machteloosheid onder de Groningers. Dit hoofdstuk beschrijft en verklaart beide bewegingen.

Dit hoofdstuk begint met de beschrijving van de situatie in 2014, het jaar waarin Groningers boos de straat op gaan in een fakkeltocht. De Leeuwarder Courant bericht over deze eerste fakkeltocht op 17 december 2014: “Tijdens de fakkeltocht riep de menigte leuzen als ‘Kamp is een ramp’ en ‘Gas Terug!’ De Groningers voelen zich machteloos en radeloos. “Er wordt niet naar ons geluisterd”, zei een demonstrant. “De boosheid groeit. En geloof me, we zijn hier absoluut niet snel

Feitenreconstructie 2012-2017

boos. Maar de maat is nu echt een keer vol.” Het artikel maakt ook melding van het werkbezoek dat minister Kamp aan Groningen heeft afgelegd de dag voor de fakkeltocht: “De Groningers willen dat de gaswinning wordt teruggeschroefd naar ten hoogste 30 miljard kuub per jaar en dat minister Kamp meer doet om de veiligheid van de Groningers te waarborgen. […] Kamp zei zich te realiseren dat de mensen ongeduldig worden en dat er daarom nu echt moet worden overgegaan op grootschalige versterking van woningen. […] De vraag is of zijn plannen haalbaar zijn: in één jaar van nul huizen naar drieduizend? “Het is niet van nul, we hebben dit jaar bij meer dan driehonderd huizen versterkingsmaatregelen genomen. En dat moet volgend jaar tien keer over de kop, als het ideaal is en als we het voor elkaar krijgen.”3 Een belofte aan de Groningers die niet zal worden waargemaakt.

Dit hoofdstuk eindigt met een beschrijving van de situatie in 2017, het jaar waarin Groningers zo boos en teleurgesteld zijn dat ze zich opnieuw genoodzaakt voelen de straat op te gaan met fakkels om zo aandacht te vragen voor hun problemen. Op 7 februari 2017 lopen zo’n 5.000 mensen mee in een fakkeltocht in de stad Groningen. Het is een massaal protest tegen de gaswinning. Anders dan in 2012 is de Groningse gaswinning inmiddels wel een landelijk thema. Verlaging van de gaswinning is zelfs een onderwerp in de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen op dat moment. Een verlaging om verhoging van de problemen en zorgen van de Groningers te voorkomen. De dag na de fakkeltocht van 7 februari 2017 is premier Rutte te gast bij de talkshow Jinek. Hij spreekt daar zijn begrip uit voor de woede onder de Groningers. Rutte benadrukt dat de gasproductie inmiddels meer dan gehalveerd is. Over de schadeafhandeling stelt de premier: “Volgens mij doen we het netjes, maar ik snap best dat mensen er woest over zijn”. Hij tekent daarbij aan dat ‘er echt heel veel geld heen gaat’. Deze uitspraken leiden tot veel kritiek in de regio. Wanneer premier Rutte op 6 maart 2017 andermaal te gast is bij Jinek, worstelt hij zichtbaar met de emotionele vragen en verwijten van de in de studio aanwezige Groningers. Het NRC kopt de volgende dag: “Rutte tegen boze Groningers: 0-1”.4

Leeswijzer

hoofdstuk 6 (2014-2017)

In dit hoofdstuk staan de jaren centraal van dalende gaswinning maar ook van een dalend vertrouwen. Paragraaf 6.2, over de risico’s van gaswinning, beschrijft de manier waarop er in deze periode meer grip ontstaat op de Groningse ondergrond. Ook komt in deze paragraaf de positie van de toezichthouder aan bod, evenals de moeizame relatie van toezichthouder Staatstoezicht op de Mijnen met het ministerie van Economische Zaken en het KNMI. Hoe minister Kamp van Economische Zaken tussen 2014 en mei 2017 de gaswinning stapsgewijs afbouwt, is beschreven in paragraaf 6.3. Hierin staat ook welke discussies deze afbouw oplevert binnen het gasgebouw en hoe uitspraken van de Raad van State zorgen voor een versnelde afbouw van gaswinning. Op schade- en versterkingsgebied, onderwerp van paragraaf 6.4, volgen de gebeurtenissen in de jaren 2014-2017 elkaar snel op. Deze jaren zien onder meer de start van een nieuwe uitvoeringsorganisatie, het Centrum Veilig Wonen, de instelling van een nationaal coördinator voor meer publieke regie, de Nationaal Coördinator Groningen, de komst van een arbiter en een versterkingsaanpak die steeds meer vorm krijgt. Dat er desondanks geen sprake is van een herstel van vertrouwen, staat beschreven in paragraaf 6.5, de paragraaf over de regio en inwoners. De Groningers blijven kampen met de gevolgen van de gaswinning, het aanvullend bestuursakkoord ten spijt.

3 Leeuwarder Courant (18 december 2014).

4 Beerekamp (7 maart 2017).

6.2 Risico’s gaswinning en kennis: aardbevingen sturen lijkt mogelijk

Na 2013, ‘het jaar van onderzoek’ (hoofdstuk 5), volgt er in deze periode nog meer onderzoek naar de ondergrond. De onzekerheden over de aardbevingsrisico’s blijven groot, maar dankzij een beter meetnetwerk, de introductie van een nationale veiligheidsnorm en de komst van een meet-en-regelprotocol komt er meer grip op de gevolgen van de gaswinning. Ondertussen werkt de nieuwe inspecteur-generaal, Harry van der Meijden, aan het ‘toekomstbestendig’ maken van SodM. De onafhankelijkheid van de toezichthouder moet worden versterkt, luidt ook een van de aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid in 2015.

6.2.1 Veiligheidsregio waarschuwt voor gevolgen gaswinning Nu steeds duidelijker wordt welke risico’s de Groningers lopen, laat de Veiligheidsregio Groningen vaker van zich horen.

Veiligheidsregio bereidt zich voor op een beving met magnitude 5,0 Na de onderzoeken over de risico’s van gaswinning in 2013 bereiden hulpdiensten in Groningen zich voor op een aardbeving van magnitude 5,0, meldt de NOS op 16 januari 2014. De NOS baseert zich op het zogeheten Incidentbestrijdingsplan Aardbevingen van de Veiligheidsregio Groningen, een samenwerkingsverband van gemeenten in een regio dat de gemeenschappelijke belangen van de gemeenten op het gebied van onder meer brandweerzorg, crisisbeheersing en rampenbestrijding behartigt.5 In dit rampenplan geeft de Veiligheidsregio aan hoe alle hulpdiensten zich voorbereiden op een zware aardbeving in de gemeente Loppersum, de kern van het aardbevingsgebied.

De hulpdiensten gaan uit van de volgende situatie na een beving met een magnitude 5,0: “Veel mensen zijn geschrokken en rennen naar buiten. Velen hebben moeite om zich staande te houden. Meubilair verschuift en topzwaar meubilair kan omvallen. Voorwerpen vallen van schappen, water spoelt over uit vaten, tanks en zwembaden. Gebouwen vertonen aanzienlijke tot zware schade, van scheuren in muren, dakpannen die wegglijden tot schoorstenen die afbreken en in een enkel geval (gedeeltelijke) instorting/bezwijken van constructies.

Als gevolg van de beving is een aantal oudere woningen ontzet maar ook gedeeltelijk ingestort. Ook zijn er enkele schoorstenen naar beneden gekomen. Gevreesd wordt dat er een onbekend aantal slachtoffers onder het puin ligt, mogelijk zijn er ook een aantal dodelijke slachtoffers. Bij het nabijgelegen tankstation zijn ondergrondse leidingen beschadigd en is in een deel van het getroffen gebied de stroom uitgevallen. Verder hebben zich aanrijdingen voorgedaan, waarbij onder andere sprake is van beknelling en (licht-)gewonden. Mogelijk is er ook schade aan dijken. Dit wordt door de waterschappen onderzocht, maar de uitslag daarvan kan even op zich laten wachten. Naast schade, een aantal slachtoffers en uitval van diverse voorzieningen, is er vooral ook onrust ontstaan onder de bewoners van het getroffen gebied.”

This article is from: