3 minute read
Feitenreconstructie 2012-2017
Op 9 juni 2016 presenteert inspecteur-generaal Van der Meijden het SodM-advies over het door de NAM ingediende winningsplan aan de minister Kamp. De afweging van alle adviezen (SodM, Tcbb, decentrale overheden en Mijnraad) en het rapport van GTS over leveringszekerheid zal uiteindelijk leiden tot het ambtelijk advies ten aanzien van het concept-instemmingsbesluit.240 De NAM heeft in haar winningsplan drie winningsscenario’s doorgerekend; 33, 27 en 21 miljard kubieke meter. SodM adviseert een productieniveau tussen de scenario’s van 27 en 21, namelijk 24 miljard kubieke meter en geeft wederom aan om daarbij zoveel mogelijk fluctuaties te vermijden, waaronder ook seizoensfluctuaties. SodM schrijft in zijn advies: “Interpolatie van de voorspellingen voor scenario’s van 21 en 27 miljard Nm3/jaar laat zien dat een winningsniveau van 24 miljard Nm3/jaar tot 2021 niet leidt tot hogere aantallen bevingen dan waargenomen in 2015.”241
We zeiden: als je nou – dat was bijna een schaakspel – heel voorzichtig gaat produceren, die fluctuaties vermijdt, ga dan eens op 24 zitten en kijk wat er bij 24 gebeurt. Als wij gelijk hebben, als die fluctuaties echt effect hebben, zou het weleens zo kunnen zijn dat je in een situatie komt waarbij je een rustige periode zoals we die in het jaar 2015 hebben gehad, met relatief weinig bevingen, bewerkstelligt. U zou me kunnen vragen: waarom bent u niet meteen naar 21 gegaan? Wij dachten dat 24 op dat moment paste in onze stapsgewijze benadering van de controle van het veld en dat dat verantwoord was. Openbaar verhoor Harry van der Meijden, 27 september 2022
SodM schrijft in zijn advies dat, ondanks toegenomen kennis en inzichten, de vraag wat een verantwoordelijk jaarlijks winningsniveau zou moeten nog steeds niet eenduidig valt te beantwoorden. Daarnaast moet de productie uit centrale clusters (Loppersum) nog steeds zoveel mogelijk vermeden worden.“Omdat beide effecten nog niet goed te kwantificeren zijn, is het, raadzaam om op de korte termijn uit voorzorg een winningsniveau te kiezen dat zich met een veiligheidsmarge onder de 27 miljard Nm3/jaar bevindt. Belangrijk is in elk geval dat het te kiezen niveau het mogelijk maakt om vlak (zonder fluctuaties) te winnen. Dit betekent ook dat veranderingen in de verdeling van de winning over de verschillende productieclusters (dus de ruimtelijke verdeling) zoveel mogelijk vermeden dienen te worden.”242
De productie kan pas weer terug naar 27 miljard kubieke meter als de NAM voldoet aan drie voorwaarden:
1. een nieuw meet-en-regelprotocol dat voldoet aan de gestelde kaders door het ministerie van Economische Zaken;
2. een uitwerking van een op risico geoptimaliseerde verdeling van de productie over het veld en toepassing van deze uitwerking;
240 Ministerie van EZ. Nota aan minister Kamp inzake gesprek SodM op 9 juni over advies op het winningsplan 2016 voor het Groningenveld, 8 juni 2016.
241 SodM (mei 2016).
242 SodM (mei 2016).
3. NAM toont op grond van objectieve waarnemingen aan dat de verlaging naar 24 miljard kubieke meter per jaar, in combinatie van beperkingen van fluctuaties heeft geleid tot een verdere afname van seismiciteit.243
Het onder punt 1 genoemde nieuwe meet-en-regelprotocol voldoet volgens SodM nog niet aan de gestelde kaders.
SodM vindt het niveau van 24 miljard kubieke meter een onderbouwde keuze, omdat de seismiciteit niet hoger zal zijn dan in 2015 en er zelfs een reductie te verwachten valt indien zonder fluctuaties wordt gewonnen. SodM plaatst kanttekeningen bij de kwaliteit van het winningsplan, dat op sommige punten tekortschiet. Deze tekortkomingen hebben de beoordeling bemoeilijkt, maar door het verrichten van additionele onderzoeken is SodM toch in staat geweest een gebalanceerd advies te geven. SodM vindt het meet-en-regelprotocol, zowel de gekozen parameters (‘wat ga ik monitoren?’) als de grenswaarden (‘wanneer gaat het alarm af’), niet acceptabel. De ambtenaren van Economische Zaken geven aan dat het SodMadvies helder is opgeschreven en dat het een duidelijk getal, namelijk 24 miljard kubieke meter, geeft. “Dit standpunt [24 miljard kubieke meter, red.] is goed uit te leggen”, aldus de ambtenaren van Economische Zaken.244
Op grond van de adviezen is het volgens de ambtenaren van Financiën logisch dat het winningsplafond verlaagd wordt tot 24 miljard kubieke meter. Dit betekent een verslechtering van het begrotingssaldo met 0,3 miljard euro. Het effect op de uitgavenregel is 0,3 miljard euro (vennootschapsbelasting telt hierin niet mee). “De koninklijke route is om de tegenvaller van 0,3 mld te compenseren middels een ombuiging, indien nodig om aan de Brusselse regels te voldoen.”245 Het ministerie van Financiën is akkoord met een winningsplafond van 24 miljard kubieke meter, voor in principe vijf jaar met een evaluatiemoment na twee jaar.246
Het besluit om de winning terug te brengen naar 24 kubieke meter wordt door de Tweede Kamer gesteund. In het Tweede Kamerdebat van 14 september 2016 is toegezegd om één keer per jaar te bespreken of er aanleiding is om tussentijds wijzigingen door te voeren indien bijzondere feiten of omstandigheden daartoe nopen. Met deze toezegging is het instemmingsbesluit aangepast en kan het rekenen op brede steun in de Tweede Kamer.247
Op 23 september 2016 stuurt minister Kamp een brief aan de Kamer waarin hij meldt dat het kabinet beoogt om op 30 september het definitieve instemmingsbesluit bekend te maken.248
243 SodM (mei 2016).
244 Ministerie van EZ. Nota aan minister Kamp inzake gesprek SodM op 9 juni over advies op het winningsplan 2016 voor het Groningenveld, 8 juni 2016.
245 Ministerie van Financiën. Notitie aan minister Dijsselbloem tbv van het coalitieoverleg inzake winningsbesluit Groningen en stikstokfabriek, 17 juni 2016.
246 Ministerie van Financiën. Notitie aan minister Dijsselbloem inzake Gaswinningsbesluit (tbv REZIM), 20 juni 2016.
247 Handelingen II 2015/16, nr. 111, item 6.
248 Kamerstuk II 2016/17, 33529, nr.309.