![](https://static.isu.pub/fe/default-story-images/news.jpg?width=720&quality=85%2C50)
4 minute read
Feitenreconstructie 2012-2017
6.3.5 Lobby Shell en ExxonMobil tegen dreigende productieverlaging
New deal beschrijft nieuwe productiefilosofie Shell
De toenemende druk om de gaswinning in Groningen te verlagen leidt ook tot toenemende zorgen bij de NAM-aandeelhouders Shell en ExxonMobil. Shell gaat op zoek naar alternatieve scenario’s en komt met een nieuwe productiefilosofie genaamd ‘new deal’. Op 1 april 2015 kondigt Dick Benschop, president-directeur van Shell Nederland BV, in de 561ste vergadering van het College van Beheer Maatschap aan dat er in de tweede helft van 2015 een studie uitgevoerd gaat worden naar “een mogelijk andere sturing van het Groningenveld”: “Hij zegt te vrezen dat in een dergelijk concept voor de maximumproductie uit het Groningenveld geen duidelijk uitgangspunt meer is, wat ertoe zou kunnen leiden dat de productiedoelstelling regelmatig onderwerp van discussie in de Tweede Kamer zal worden.”249
Benschop verklaart hierover in zijn openbaar verhoor: “Ik was zelf bezig met een uitkomst waarin nog combinaties mogelijk waren, waarin er nog gas geproduceerd zou worden op een veilig niveau, waarin de versterking en de schadeafhandeling à tempo zouden gebeuren, en waar het draagvlak voor en door Groningen aanwezig zou zijn. […] Zoals ik al aangaf, zat ik zelf in een denkraam waarin er duidelijk minder geproduceerd zou gaan worden, maar niet dat we naar nul zouden gaan. Dat zou alleen maar kunnen als die versterking en die schadeafhandeling op orde zouden zijn en als dat ook door Groningen gesteund zou worden. Dat was de combinatie waar ik naar op zoek was. Daar heb ik in de loop van 2015 een aantal ideeën en initiatieven voor ontwikkeld, om te kijken of daar nog een kans voor zou zijn.” Benschop duidde dit zelf aan als ‘gasdeling’. 250
Ter voorbereiding op een diner op 8 april 2015 waarbij onder anderen Benschop (Shell), Van Roost (Exxon), Schotman (NAM), Camps (Economische Zaken) en Dierikx (Economische Zaken) aanwezig zijn, stelt Shell in overleg met ExxonMobil een verhaallijn op met de titel ‘Groningen produktie filosofie’.251 Deze verhaallijn bevat de kop: “Effect van een productiefilosofie gebaseerd op alleen leveringszekerheid is desastreus”. Deze stelling wordt toegelicht met een aantal argumenten. Shell duidt een ‘productiemaatregel die gepresenteerd wordt als een valide maatregel voor veiligheid’ aan als ‘een moeras zonder ankers’. Er zit dan volgens Shell geen stop meer op een neergang in de productie. Als de ingeslagen weg wordt gevolgd, kan de productie uit Groningen in 2023 met een tweede stikstoffabriek op nul komen te staan. Shell vindt leveringszekerheid ‘geen goed anker’, omdat dit leidt tot een neerwaartse spiraal. Shell noemt ook dat de ontwikkeling van Groningen een stuk minder aantrekkelijk wordt voor de NAM bij lagere volumes. Dat komt volgens Shell vooral doordat de meeropbrengstregeling (MOR) drukt op de omzet, niet op de winst. “Onder de 20 bcm kunnen de inkomsten zelfs negatief worden afhankelijk van gasprijs en kostenontwikkeling”, zo schrijft Shell. Het waardeverlies voor de samenleving zal volgens Shell zo’n 50-125 miljard euro bedragen bij scenario’s die alleen gebaseerd zijn op leveringszekerheid en er op de lange termijn 300-500 miljard kubieke meter minder Groningen gas geproduceerd.
Het effect op de jaarlijkse gasbaten ligt volgens Shell, afhankelijk van de gasprijs, tussen de 3 en 7 miljard euro. Een lagere productie heeft ook effect op de noodzaak van versterking: “Effect op versterkingsopgave: In een scenario waarbij de productie snel naar 20 bcm en minder gaat, is het onzeker of NAM het versterkingsopgave moet doorzetten.” Shell noemt ook nog de effecten op de economische ontwikkelingen in de regio en sterke importafhankelijkheid van Rusland of duurdere lng. Shell sluit de verhaallijn af met dat het gaat om: “Schijnveiligheid: De maximale te verwachten magnitude blijft nagenoeg gelijk (behoudens een statistisch effect)”.
Naast deze argumenten presenteert Shell een alternatieve benadering, die bestaat uit drie kernpunten:
• “Sturen op een gefixeerd minimum [pas op met getal noemen!], mogelijk met een stapsgewijze reductie,
• Onderbouwen dat dit voldoende veilig is,
• New deal voor de regio om draagvlak zeker te stellen.”
Inzet new deal gericht op acceptatie in de regio De inzet van de ‘new deal’ is niet gericht op het verlagen van de gaswinning, maar op het vergroten van de acceptatie van de gevolgen daarvan. Shell schrijft hierover in de storyline dat het minimaliseren van de productie niet wenselijk is en ook geen zekerheid geeft voor draagvalk. Volgens Shell zijn daarvoor extra maatregelen nodig, maatregelen die “een risico niet ‘afkopen’ maar kunnen wel zorgen voor acceptatie van een (tijdelijk) hoger risico”. De volgende voorstellen zijn opgenomen:
1. “Verbeteren van schadeafhandeling en communicatie daarover,
2. Regio moet meer dezelfde belangen krijgen als de nationale overheid. De regio deelt in de opbrengsten (en kosten), a. Deel van gasbaten naar regio – percentage van staatsbaten. 100-200 €mln per jaar extra. b. Ook een deel van de verantwoordelijkheden die hieruit betaald moeten worden. Verantwoordelijkheden die beter passen bij lokale overheid dan bij NAM zoals bijvoorbeeld versterkingsprogramma, duurzaamheidsprogramma, economisch fonds en nieuwbouwregeling. NAM kan zich dan richten op haar rol als operator met een stabiel winningsplan.
3. Betrokkenheid regio bij besluitvorming a. Gemeente of provincie betrekken, direct of indirect meenemen in Groningen Maatschap via toehoorder b. We moeten er met alle partijen naar streven dat aardbevingen weer een normaal onderdeel worden van gaswinning, weliswaar vervelend maar acceptabel gezien laag risico en de grote voordelen die er voor de regio tegenover staan a. (Beperkte) opkoopregeling waardoor mensen die in de problemen komen de regio kunnen verlaten b. Keuze om huis te versterken of niet (mits rest-risico acceptabel)” 252
4. Betere keuzemogelijkheden voor burgers. Veiligheid is gedeeltelijk emotie -> mensen moeten kunnen vertrekken en economisch heel gehouden worden. De regeling adresseert de emotie, in werkelijkheid zal een klein gedeelte dit doen (“er gaat niets boven Groningen”), en economisch een goed alternatief voor versteviging.
Van Beurden verklaart tijdens zijn openbaar verhoor dat in 2015 duidelijk werd dat Shell een ‘nieuwe deal’ nodig had.