3 minute read

Feitenreconstructie 2012-2017

ter consultatie nauwelijks een inhoudelijke analyse bevat van nieuw verworven kennis, feiten en omstandigheden. Uw analyse betreft onzes inziens meer een samenvatting van besluitvormingsmomenten en daaraan ten grondslag liggende documenten. Daarbij is de onderliggende informatie ook niet volledig.”

In de brief staat verder: “Wij willen hierbij aantekenen dat de versterkingsopgave niet, zoals u in uw brief aan Tweede Kamer van 23 september 2016 voorschrijft, een tweede manier is om schade te voorkomen, maar één zijde van dezelfde medaille is samen met het verlagen van de gasproductie om veiligheidsrisico’s te beperken.” Het is dus niet het een of het ander; beide maatregelen zijn volgens de provincie onlosmakelijk met elkaar verbonden voor een effectieve bijdrage aan het beperken van de veiligheidsrisico’s. Bovendien blijven volgens de provincie de maatschappelijke effecten, de veiligheidsbeleving en het welzijn van inwoners, in de analyse van het ministerie van Economische Zaken buiten beschouwing. Verder staat in de brief dat het verlagen van de winning met 10% al een stap in goede richting is, maar nog steeds niet leidt tot een veilig en verantwoord niveau van gaswinning. Het college van Gedeputeerde Staten schrijft een jaar eerder, op 30 mei 2016, al geadviseerd te hebben om het voorzorgsprincipe ‘better safe than sorry’ te hanteren en bij de gasproductie te kiezen voor een dalende lijn, met perspectief op alternatieven. Dit heeft de provincie meerdere malen herhaald (middels zienswijzen, beroepschrift en meerdere schriftelijke reacties) en ook bij dit ijkmoment is er voor de provincie voldoende reden om de gaswinning verder naar beneden te brengen. In de brief staat verder dat uit het genomen besluit tot een verdere verlaging van de gasproductie met 10% geconcludeerd kan worden dat in de besluitvorming leveringszekerheid kennelijk niet bepalend is voor de bovengrens van de gaswinning en dat het feit dat een verlaging mogelijk is, dus aantoont dat er voorheen meer is gewonnen dan strikt noodzakelijk was om de leveringszekerheid te borgen.315

“Het rapport van GTS van 8 juni 2016, waarin deze systematiek ook werd toegepast, heeft in 2016 geleid tot een plafond van 24 miljard m3 in het instemmingsbesluit. Wij concluderen dat in het wijzigingsbesluit, waarin een plafond van 21,6 miljard m3 wordt voorgeschreven, de leveringszekerheid dus niet leidend was in uw afwegingen voor vaststelling van het winningsplafond. Het wijzigingsbesluit geeft geen inzicht in de afweging en is daarmee onvoldoende transparant en voor ons moeilijk te beoordelen.”316

Ten behoeve van het ijkmoment van het instemmingsbesluit op 1 oktober 2017 vindt er op 20 september 2017 een bestuurlijk en maatschappelijk overleg plaats in Groningen. Als voorbereiding hierop stellen ambtenaren van het ministerie van Economische Zaken een notitie op waarin staat dat er geen aanleiding is om het productieplafond verder te verlagen dan 21,6 miljard kubieke meter zoals eerder is besloten.

6.4

Ondanks de komst van de nieuwe uitvoeringorganisatie Centrum Veilig Wonen (CVW) en de instelling van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) houden de problemen op het gebied van schadeafhandeling en versterking in deze jaren aan. Groningers kijken met wantrouwen naar het CVW. Hun schades worden steeds vaker niet vergoed en de versterkingsoperatie komt moeizaam op gang. Er worden met de instelling van de Arbiter Bodembeweging en de invoering van het wettelijk bewijsvermoeden pogingen gedaan om de positie van gedupeerden te verbeteren. In de versterkingsopgave is een belangrijke ontwikkeling dat er richtlijnen beschikbaar komen op basis waarvan bepaald kan worden of een gebouw versterkt moet worden. De versterkingsaanpak verschuift in de jaren 2014-2017 van risicogericht naar gebiedsgericht, wanneer de NCG de regie krijgt over de versterking.

6.4.1 Een nieuwe fase in de schadeafhandeling en versterking

Het Centrum Veilig Wonen opent zijn deuren

Het Centrum Veilig Wonen (CVW), een nieuwe uitvoeringsorganisatie opgericht door NAM, opent op 5 januari 2015 de deuren. Het CVW gaat in opdracht van de NAM schademeldingen afhandelen en de versterking uitvoeren. Na het tekenen van het contract tussen de NAM, de aandeelhouders van het CVW en het CVW zelf, halverwege oktober 2014, is er in tweeënhalve maand een organisatie opgetuigd. Vanaf dat moment is het de bedoeling dat inwoners met schade zich telefonisch, online of persoonlijk bij het bewonerscontactcentrum van het CVW kunnen melden. Het CVW vestigt zich in Appingedam, een van de kernen van het aardbevingsgebied. De CVW-medewerkers zijn voornamelijk lokaal geworven. Het idee is dat medewerkers uit het gebied beter begrijpen wat gedupeerden doormaken. Al op de eerste dag wordt het CVW ruim honderd keer gebeld. Omdat inwoners met het melden van de schade hebben gewacht totdat de nieuwe uitvoeringsorganisatie er is en totdat er nieuwe aardbevingen plaatsvinden, komen er snel (veel) meer meldingen binnen dan voorzien. Volgens Jan Emmo Hut, directeur bouwkundig versterken van het CVW, komen er binnen twee weken 600 schademeldingen binnen bij het CVW. Het CVW heeft in de voorbereiding niet op deze aantallen gerekend.317

Gedupeerden kijken met enig wantrouwen naar de nieuwe uitvoeringsorganisatie en wijzen op het gebrek aan onafhankelijkheid. De NAM blijft immers als eindverantwoordelijke partij de rekening betalen.318 CVW-directeur Peter Kruyt zegt er eind 2014 desondanks vertrouwen in te hebben: “Het gaat er natuurlijk om dat we onafhankelijk zijn van de NAM. We steken niet onder stoelen of banken dat die betaalt. En dat moet ook, want de NAM is verantwoordelijk voor de schade. Maar we kunnen individuele schades zelf beoordelen, zonder dat we die eerst aan de NAM hoeven voor te leggen.”319

De nauwe betrokkenheid van de NAM

De NAM en het CVW zitten regelmatig met elkaar aan tafel. Zo is er een gezamenlijke management board en een gezamenlijk contractmanagementteam voor strategisch overleg

317 Verslag openbaar verhoor van de heer Hut, 12 september 2022.

318 De Telegraaf (6 januari 2015).

319 Sitalsing (31 december 2014).

This article is from: