3 minute read

Feitenreconstructie 2012-2017

worden afgehandeld en het verdienmodel, waarbij het CVW een toeslag ontvangt boven op het uurtarief van CVW-medewerkers. Ook het beeld dat door de winsten minder geld beschikbaar is voor schadeherstel of versterkingsmaatregelen klopt volgens het CVW niet.337

Bron: Jaarverslagen CVW

Al met al is de opzet om met de oprichting van het CVW te zorgen voor meer onafhankelijkheid en objectiviteit in het schade- en versterkingsproces verre van geslaagd. De gekozen constructie (‘op enige afstand’) en daarmee samenhangende grote bemoeienis van de NAM, resulteert erin dat Groningers met een groot wantrouwen kijken naar het CVW. De miljoenenwinsten zorgen voor extra boosheid en onbegrip. Met het CVW is gekozen voor schijnonafhankelijkheid, en het CVW heeft daarmee nooit een goede oplossing kunnen zijn. Het falen van het CVW ligt dus al besloten in de opzet en het wantrouwen in de regio.

6.4.2 Zoektocht naar publieke regie

Zorgen bij regionale bestuurders

In de loop van 2014 beginnen lokale bestuurders zich zorgen te maken over de schaal en het tempo van de versterkingsoperatie (zoals nader beschreven in paragraaf 6.4.10). Zij vinden dat de versterkingsproblematiek te complex is om alleen aan de NAM over te laten. In een persoonlijke mail die gedeputeerde William Moorlag in november 2014 aan minister Kamp stuurt, constateert hij dat er bij de versterkingsopgave een ‘publiekrechtelijk spoor’ noodzakelijk is “daar waar sprake is van ingrepen die diep ingrijpen op de belangen en in de persoonlijke levenssfeer […]. Het kan bijvoorbeeld niet zo zijn dat een bedrijf dat in opdracht van de NAM werkt, bepaalt of mensen wel of niet hun huis moeten verlaten.” Moorlag vindt dat er extra afspraken en maatregelen nodig zijn in aanvulling op het bestuursakkoord dat in januari 2014 gesloten is.338 In januari 2015 komen minister Kamp, de betrokken gemeenten en de provincie een aanvullend bestuursakkoord overeen. De totstandkoming van dit akkoord is onderwerp van paragraaf 6.5.1. In deze paragraaf ligt de focus op de zoektocht naar de inrichting van het ‘publieke spoor’, wat uiteindelijk resulteert in de aankondiging dat er een Nationaal Coördinator Groningen komt.

Op 3 december 2014 brengen Moorlag en de Groningse commissaris van de Koning Max van den Berg een bezoek aan minister Kamp. Het bezoek is georganiseerd naar aanleiding van de mail die Moorlag in november aan de minister heeft gestuurd. Volgens Moorlag wil minister Kamp ‘niks’ weten van zijn oproep voor meer publieke regie.339 In een brief die de provincie en betrokken gemeenten later in december aan Kamp sturen, zetten zij hun wensen nog een keer op een rij. Ze pleiten voor “De inrichting van een publiek spoor onder rijksverantwoordelijkheid, met een sterke regionale inbreng. Deze publiekrechtelijke organisatie dient als aanvulling op en tegenwicht van de civielrechtelijke schadeorganisatie die in opdracht van de NAM wordt ingericht. Tot de taken van zo’n publiekrechtelijke organisatie rekenen wij ook de ondersteuning van burgers in complexe schadegevallen, of in situaties waarin de gevolgen voor burgers zeer ingrijpend zijn.”340

De samenleving werd niet alleen met een technisch probleem geconfronteerd, maar met sociale ontwrichting: de scheur in de muur was een scheur in de samenleving.

Max van den Berg, 5 september 2022

Komst van de Nationaal Coördinator Groningen Minister Kamp gaat akkoord met het plan om een ‘publiek regieorgaan’ in te stellen, dat een plek zal krijgen naast het CVW dat per januari 2015 van start gaat. Op verzoek van Kamp buigen twee rijksambtenaren zich over de vraag hoe publieke regie concreet kan worden ingevuld.341 Na het voeren van gesprekken in het kerstreces met lokale bestuurders en andere betrokken komen de ambtenaren op 8 januari 2015 met hun adviesnotitie Concretisering en organisatie ‘publieke regie’ met betrekking tot ontwikkeling gaswinningsgebied Groningen 342 De ambtenaren stellen in de notitie dat er bij de geïnterviewde betrokkenen een brede consensus bestaat over de noodzaak voor meer publieke regie in de aanpak in het Groningse gaswinningsgebied. Ook schrijven ze dat publieke regie “het beste georganiseerd [kan] worden in de vorm van een interdepartementale, deels gedeconcentreerde rijksdienst (in casu een programmadirectie met een regionaal en een Haags deel).” De leiding over deze rijksdienst kan op verschillende manieren worden ingevuld. In de notitie staan vier varianten: een regeringscommissaris, een nationaal

338 Mailbericht van Moorlag aan minister Kamp zoals verstuurd op 18 november 2014.

339 Verslag openbaar verhoor van de heer Moorlag, 14 september 2014.

340 Memo namens provincie Groningen en tien gemeenten aan minister Kamp inzake een aantal actuele en relevante aspecten van het aardbevingendossier, 10 december 2014.

341 Ministerie van EZ. Nota aan minister Kamp inzake bepaling inzet dilemma’s pressurecooker-sessies, 9 december 2014.

342 Gesprekken met Moorlag (gedeputeerde), Bakker (burgemeester Bedum), Rodenboog (burgemeester Slochteren), Bonnema (secretaris Slochteren), Ten Brink (burgemeester Loppersum), Schotman (NAM-directeur), Kruyt (CVW-directeur), Wallage en Kamminga (voorzitters Dialoogtafel), Klaassen (Onafhankelijk Raadsman), Van der Schaaf (wethouder gemeente Groningen), Kleine (projectleider aardbevingen gemeente Groningen), vertegenwoordigers woningcorporaties en Groot (burgemeester Delfzijl).

This article is from: