4 minute read
Feitenreconstructie 2012-2017
coördinator, een zware interdepartementale programmadirecteur of een rijksregisseur. Een programmadirecteur ligt het meest voor de hand, zo schrijven de ambtenaren, omdat de benoeming van een regeringscommissaris of een nationaal coördinator meer tijd kost en zo’n benoeming ‘ingrijpende consequenties [kan] hebben voor de bestuurlijke verhoudingen.’343
Op 12 januari 2015 is er een bestuurlijk overleg tussen minister Kamp, de twaalf aardbevingsgemeenten en de provincie. Wat volgt is een discussie over de bevoegdheden van het publieke regieorgaan, en het type functionaris dat leiding moet gaan geven aan deze organisatie. Het ministerie van Economische Zaken heeft een voorkeur voor een programmadirecteur-generaal (dg), maar de regio ziet meer in een deltacommissaris.344 In zijn verhoor bevestigt gedeputeerde Moorlag dat de regio een ‘delta-achtige aanpak’ voor ogen had ‘dus ook met een figuur als een deltacommissaris, met een eigen budget en eigen bevoegdheden’ Moorlag: “De minister stelde zich op het standpunt dat dat maar iets zou moeten zijn van een project-dg onder zijn verantwoordelijkheid. Hij heeft daarvoor echt grote druk op het gezelschap uitgeoefend. […] Bij die bijeenkomst heeft de commissaris dus heel krachtig duidelijk gemaakt dat een project-dg niet voldoende was Daar is de figuur van de Nationaal Coördinator uit gekomen.”345 Ondanks de geschilpunten komen de betrokken partijen uiteindelijk overeen dat er een Nationaal Coördinator Groningen komt die leiding gaat geven over een regieorganisatie: de Overheidsdienst Groningen.346 De uiteindelijke keuze voor een nationaal coördinator lijkt het meest in lijn met de wens van de regio, al kan het ook als een compromis worden gezien tussen een project-dg en een deltacommissaris.
Minister Kamp kondigt op 9 februari 2015 de komst van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) en de Overheidsdienst Groningen aan. De NCG en de overheidsdienst zijn onderdeel van de plannen uit het aanvullend bestuursakkoord. Kamp stelt Hans van der Vlist aan als kwartiermaker om de plannen voor de NCG en de Overheidsdienst Groningen verder uit te werken. Van der Vlist was eerder onder meer gedeputeerde in Zuid-Holland en directeur-generaal en secretaris-generaal bij het ministerie van VROM. Het CVW blijft als uitvoeringsorganisatie bij de schadeafhandeling en de versterkingsoperatie betrokken.
Ook NAM en Shell zeggen publieke regie toe te juichen Ook de NAM en Shell onderschrijven de noodzaak voor meer publieke regie in Groningen. Schotman, de directeur van de NAM, verklaart in zijn openbaar verhoor dat de NAM meer publieke regie zag als “een belangrijke en vooral noodzakelijke stap […] om de uitdagingen die in Groningen lagen aan te pakken.” Bij de schadeafhandeling en versterkingsopgave komen zo veel dilemma’s kijken die niet ‘NAM’s ding’ zijn, dat het volgens Schotman niet anders kan dan dat de overheid hierin een rol gaat spelen.347 Ook in februari 2015 zegt Schotman al dat de NAM meer publieke regie toejuicht. In een vergadering van het College van Beheer Maatschap plaatst Schotman wel de kanttekening dat de NAM ‘beducht’ is voor ‘ongelimiteerde kostenposten’, en dat de NAM daarom voorstander is van “budgettaire begrenzing bij het op zich nemen van aansprakelijkheid.”348
343 Ministerie van EZ. Adviesrapport over concretisering en organisatie ‘publieke regie’ met betrekking tot ontwikkeling gaswinningsgebied Groningen, 8 januari 2015.
344 Provincie Groningen. Onderhoud akkoord Vertrouwen op Herstel en Herstel van Vertrouwen, 18 januari 2015.
345 Verslag openbaar verhoor van de heer Moorlag, 14 september 2014.
346 Bijlage 2 aanvullend bestuursakkoord, februari 2015.
347 Verslag van het openbaar verhoor van de heer Schotman, 7 september 2022.
Ook Shell vindt het een goede zaak dat bepaalde verantwoordelijkheden met betrekking tot het afhandelen van schades en de versterking terechtkomen in het publieke domein, omdat beide zaken niet NAM’s ‘core competencies’ zijn. “At the onset of the earthquake dossier it was logical (and probably unavoidable) that NAM took the lead in all related surface activities […]. Looking forward, NAM needs to proactively move more responsibility to government agencies such as the NCG for matters that require public or governmental decisions and cooperation”, staat in een intern memo. Dit maakt het volgens Shell mogelijk om beter zicht te houden op de vraag waar de NAM wel of geen aansprakelijkheid voor draagt: “This will allow liabilities to be more effectively managed, with clear protocols around validation of costs, demonstrable optimization, and appropriate cost drivers for these non-NAM entities.” Het bedrijf wil vermijden dat de NAM de controle verliest over welke kosten wel of niet onder haar aansprakelijkheid vallen en daardoor opdraait voor alle gemaakte kosten. Shell omschrijft dit als: “The risk of losing control and solely ending up as the party ‘picking up the account’ without having sufficient control over spend however should be managed actively.”349
De NAM en Shell zien in meer publieke regie zowel een kans als een risico. Het is een kans omdat een grotere regierol voor de overheid betekent dat de NAM een stap terug kan doen bij de schadeafdeling en de versterking. Het besef groeit dat de NAM daarvoor niet de aangewezen partij is. Een mogelijk risico is controleverlies. Wanneer de NAM minder goed in staat is om de schadeafhandeling en versterking binnen de perken te houden, bestaat het risico dat er meer wordt gedaan en er dus meer kosten worden gemaakt dan de NAM vanuit haar aansprakelijkheid nodig acht.
6.4.3 De Nationaal Coördinator Groningen: oliemannetje zonder doorzettingsmacht
Geen formele doorzettingsmacht voor de NCG
Als minister Kamp in februari 2015 de komst van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) aankondigt, is nog niet besloten welke bevoegdheden aan de NCG gemandateerd worden. Mandatering houdt in dit geval in dat de NCG de bevoegdheid krijgen om namens de gemeente, de provincie of het Rijk een besluit te nemen. Dit moet ervoor zorgen dat de NCG over voldoende ‘doorzettingsmacht’ zal beschikken. In lijn met wat het kwartiermakersteam van Van der Vlist voorstelt, wordt uiteindelijk besloten om geen bevoegdheden aan de NCG te mandateren. In plaats daarvan zal worden uitgegaan van de ‘ongewijzigde bevoegdheden en de bestaande verantwoordelijkheidsverdeling’ 350
Ambtenaren van Economische Zaken schrijven in 2015 aan minister Kamp dat gemeenten niet graag hun bevoegdheden mandateren aan de NCG, omdat dit een beperking betekent van de rol van gemeenteraden. Daarnaast is voor het overdragen van bevoegdheden aan de NCG